Dank u wel voor het aankopen van dit CASIO product.
• Voordat u deze gebruikersgids gebruikt, dient u eerst de voorzorgsmaatregelen te
lezen.
• Houd de gebruikersgids op een veilige plaats voor latere naslag.
• Bezoek de officiele EXILIM Website op http://www.exilim.com/
recente informatie met betrekking tot dit product.
voor de meest
Uitpakken
Terwijl u de camera uitpakt dient u te controleren dat alle hieronder getoonde items
aanwezig zijn. Mocht er iets missen, neem dan contact op met de winkel waar het
apparaat gekocht was.
Digitale camera
Lensdop/lensdopriemUSB kabelAV kabel
CD-ROMBasisreferentie
Alkali batterijen
(4 batterijen maat AA)
Riem
2
Lees dit eerst!
• De inhoud van deze handleiding is onder voorbehoud en kan zonder voorafgaande
mededeling worden veranderd.
• De inhoud van deze handleiding is bij elke stap van het productieproces
gecontroleerd. Neem a.u.b. contact op met ons mocht u iets opmerken dat
twijfelachtig of fout, enz. is.
• Het kopiëren van een gedeelte of de volledige inhoud van deze gebruikersgids is
verboden. Behalve voor uw persoonlijke gebruik is het gebruik van de inhoud van
deze handleiding zonder de uitdrukkelijke toestemming van CASIO COMPUTER
CO., LTD. verboden onder de wetgeving ten aanzien van auteursrechten.
• CASIO COMPUTER CO., LTD. zal niet aansprakelijk worden gesteld voor schade
en of verliezen opgelopen door u of door derden die voortvloeien uit het gebruik
van dit product.
• CASIO COMPUTER CO., LTD. zal niet aansprakelijk worden gesteld voor schade,
verloren gegane winsten of eisen door derden die voortvloeien uit het gebruik van
YouTube Uploader for CASIO.
• CASIO COMPUTER CO., LTD. zal niet aansprakelijk worden gesteld voor schade
of verloren gegane winsten opgelopen door het verlies van de geheugeninhoud als
gevolg van een defect, reparaties of andere redenen.
• Merk op dat de voorbeeldschermen en productafbeeldingen in deze gebruikersgids
ietwat kunnen afwijken van de schermen en de configuratie van de camera in
werkelijkheid.
LCD paneel
Het LCD paneel dat gebruikt wordt voor het beeldscherm en voor de zoeker is
uitgevoerd met precisietechnologie waarbij 99,99% wordt verkregen voor het aantal
perfect werkende beeldpunten (yield genoemd). Dit betekent dat een heel klein
aantal beeldpunten mogelijk niet zal branden of juist altijd zal branden. Dit komt door
de karakteristieken van het vloeibaar kristal (LCD) paneel en duidt niet op een defect.
Neem testfoto’s
Voordat u de uiteindelijke opname maakt is het verstandig een testopname te
maken om er zeker van te zijn dat de camera op de juiste wijze opneemt.
Een digitale camera slaat beelden op een geheugenkaart op zodat u
beelden een ontelbaar aantal malen kunt opnemen en wissen.
Opnemen
Wissen
U kunt de beelden die u opneemt op verschillende manieren opnemen.
Opslaan van beelden op
uw computer.
Beelden afdrukken. Beelden als bijlage aan
9
Weergave
e-mail bijsluiten.
Snelstartgids
Wat kunt u doen met uw CASIO camera
Uw CASIO camera zit vol met een krachtige selectie aan attributen en functies om
het opnemen van digitale beelden gemakkelijker te maken en de volgende drie
functies maken daar deel van uit.
Snelle doorlopende sluiter
Vooropname (stilbeeld)
Nu kunt u doorlopend beelden opnemen met een
hoge resolutie met een verbazingwekkende
snelheid van 40 beelden per seconde. Met
vooropname (stilbeeld) kunt u vooropnames
uitvoeren om er zeker van te zijn dat u vrijwel nooit
te laat bent met de sluitertoets.
Zie pagina
50 voor meer informatie.
High-speed films
Films kunnen opgenomen worden met maximaal
1000 beelden per seconde. Dit maakt het mogelijk
om fenomenen duidelijk te zien in slow-motion die
gewoonlijk verborgen blijven voor het menselijke
oog.
Zie pagina 59 voor meer informatie.
Filmopname met een hoge
resolutie
U kunt films opnemen met een hoge-resolutie.
x
720 beeldpunten 30 fps)
(1280
Zie pagina
59 voor meer informatie.
10
Snelstartgids
Bevestigen van de lensdop en de riem
Zorg ervoor de lensdop en de riem aan de camera te bevestigen voordat u deze in
gebruik neemt.
. Bevestigen van de lensdop
Houd de lensdop altijd op de lens
wanneer u de camera niet in
gebruik heeft. Houd de lensdop
altijd op de lens wanneer de camera
uitgeschakeld is en de lens (het
objectief) in de ingetrokken positie
Lensdop
is.
• Doe de lensdopriem om uw hals
of bevestig de riem aan de
riemring. Dit is om te beschermen
tegen het onverhoeds verliezen
Lensdopriem
Kleine lus
van de lensdop.
• Schakel de camera nooit in met de lensdop op de lens (het objectief).
. Bevestigen van de riem
• Bevestig beide uiteinden van de riem aan de twee
riemringen aan de zijkanten van de camera zoals
aangegeven in de afbeelding.
• Nadat u klaar bent, trek aan de riem om deze te testen
en let erop dat de riem niet los raakt.
Grote lus
11
Snelstartgids
Plaatsen van de batterijen
Gebruiken van één van de volgende batterijtypes.
• Vier alkali batterijen maat AA: LR6
Aanbevolen
– Panasonic LR6 (Panasonic Corporation)
– DURACELL ULTRA (MX1500) (DURACELL,divisie van P&G Inc.)
• Vier oplaadbare Ni-MH (nikkel-metaalhydride) batterijen van maat AA: HR6
Aanbevolen
– SANYO eneloop (SANYO Electric Co.,Ltd.)
– DURACELL RECHARGEABLE (oplaadbaar) (DURACELL,divisie van P&G Inc.)
– ENERGIZER RECHARGEABLE (oplaadbaar) (Energizer Holdings, Inc.)
* Een juiste werking kan niet worden gegarandeerd als u een ander type batterij gebruikt
dan de hierboven beschreven types.
BELANGRIJK!
• Bij werking op alkali batterijen van maat AA (LR6) kan de camera mogelijk in het
geheel niet werken bij temperaturen van 5°C of lager.
• Wanneer oplaadbare batterijen opgeladen worden, dient u tot dat doel enkel de
oplader te gebruiken die voor dat batterijtype wordt gespecificeerd.
• gebruik geen mangaanbatterijen om deze camera van stroom te voorzien. Gebruik
enkel de gespecificeerde type batterijen van maat AA.
1. Open het deksel van het batterijenvak.
Schuif de vergrendeling in de richting van de pijl
waarna het deksel van het batterijenvak zich opent.
2. Opladen van de batterijen.
Let erop dat u alle vier batterijen als een set te allen
tijde bij elkaar houdt, zowel tijdens het opladen als
voor het van stroom voorzien van de camera.
Wanneer batterijen van verschillende sets
gemengd gebruikt worden, kan dit de levensduur
van alle batterijen verkorten en zelfs storingen bij of
defecten aan de camera veroorzaken.
B
12
Vergrendeling
Snelstartgids
3. Sluit het deksel van het batterijenvak.
• Zie pagina 146 voor informatie over het vervangen
van de batterijen.
BELANGRIJK!
• Voordat u de camera in gebruikt neemt, dient u eerst het type batterij (alkaline,
Ni-MH) dat u gebruikt te specificeren. Specificeert u de foute instelling voor het
batterijtype dan kan dit de levensduur verkorten van de batterijen die u gebruikt.
Wees er dus bedacht op dat u de instelling van het batterijtype (pagina 15) juist
specificeert telkens wanneer u overschakelt op een ander type batterij.
Betreffende oplaadbare batterijen
Gebruik enkel de oplaadbare Ni-MH batterijen die specifiek aanbevolen zijn voor
deze camera. Een juiste werking wordt niet gegarandeerd als andere oplaadbare
batterijen worden gebruikt.
BELANGRIJK!
• Batterijen kunnen niet worden opgeladen terwijl ze zich in de camera bevinden.
13
Snelstartgids
Controleren van de resterende batterijspanning
Terwijl de batterijspanning verbruikt wordt, geeft de batterijniveau indicator op het
beeldscherm de resterende batterijspanning aan zoals hieronder getoond.
Resterende
batterijspanning
HoogLaag
Batterijniveau indicator***
Kleur van de indicator
Cyan
blauwgroenig
(
* Oranje* Rood* Rood
)
Het opladen voor het flitsen zal langer langer dan gewoonlijk duren wanneer de
batterijniveau indicator of toont terwijl “Alkaline” geselecteerd is als de
instelling voor het “Batterijtype” (pagina 15).
geeft aan dat de flitser gedeactiveerd is. Vervang de batterijen zo snel mogelijk.
• Het door de batterijniveau indicator aangegeven niveau kan veranderen wanneer u
tussen de OPNAME en WEERGAVE modi heen en weer schakelt.
• Als de camera voor ongeveer één dag zonder spanning gelaten wordt terwijl de
batterijen leeg zijn, zullen de instellingen voor de datum en de tijd worden gewist.
In dat geval dient u de instellingen opnieuw te configureren nadat de spanning
opnieuw toegevoerd wordt.
• Zie pagina 174 voor informatie aangaande de levensduur en de
geheugencapaciteit van de batterijen.
• Bepaalde omstandigheden tijdens de werking van de camera en van de batterijen
kunnen er toe leiden dat de batterijniveau indicator het batterijniveau incorrect
aangeeft. In dit geval kan de camera zichzelf plotseling uitschakelen zonder dat de
lens (het objectief) zich terugtrekt. Mocht dit gebeuren, vervang de batterijen of
laad ze op en configureer de juiste instellingen voor het “Batterijtype”.
Tips om batterijspanning te sparen
• Selecteer wanneer u de flitser niet nodig heeft ? (flitser uit) als de flitsinstelling
(pagina 35).
• Activeer de automatische stroomonderbreker en de sluimerfuncties om u te
beschermen tegen het verspillen van stroom van de batterijen wanneer u vergeet
de camera uit te schakelen (pagina’s 131, 131).
• Selecteer “Uit” voor “Doorlopende AF” (doorlopende autofocus) (pagina 81).
• Schakel het LCD beeldscherm uit en gebruik de zoeker (pagina 136).
• Vermijd onnodige optische zoombewerkingen.
14
Snelstartgids
Specificeren van het batterijtype
Uw camera is ontworpen om de werking te optimaliseren in overeenkomst met het
type batterijen dat u gebruikt om de camera van stroom te voorzien. Als het
verkeerde batterijtype wordt gespecificeerd kan de spanning plotseling worden
uitgeschakeld zonder dat de lens (het objectief) zich terugtrekt en kan een verkeerde
aanduiding worden gegeven van de resterende batterijspanning. Een juiste werking
van de camera wordt niet gegarandeerd wanneer het verkeerde batterijtype wordt
gespecificeerd.
1. Druk op [ON/OFF] om de camera in te schakelen.
2. Druk op [MENU].
3. Selecteer d.m.v. [4] en [6] de “Instellen” indextab.
4. Selecteer d.m.v. [8] en [2] “Batterijtype” en druk daarna op [6].
5. Selecteer d.m.v. [8] en [2] het type batterijen dat u gebruikt en druk
vervolgens op [SET] (instellen).
AlkalineAlkali maat AA (LR6)
Ni-MH
Configureren van de taalkeuze van de schermtekst bij de
eerste maal dat u de camera inschakelt.
De eerste maal dat u de batterijen in de camera legt, verschijnt er een scherm voor
het configureren van de instellingen voor de taalkeuze van de schermtekst, de datum
en de tijd. Als het instellen van de datum en de tijd achterwege wordt gelaten, worden
de verkeerde datum- en tijddata opgenomen bij de beelden.
Oplaadbare Ni-MH (nikkel-metaalhydride) batterijen van maat AA
(HR6)
1. Druk op [ON/OFF] om de camera in te
schakelen.
15
[ON/OFF]
(spanning aan/uit)
=8?
=4?
[
SET
=2?
Snelstartgids
=6?
]
2. Selecteer de gewenste taalkeuze d.m.v. [8], [2], [4] en [6] en druk
vervolgens op [SET] (instellen).
3. Selecteer d.m.v. [8], [2], [4] en [6] het land/
gebied waar u de camera gaat gebruiken en druk
daarna op [SET] (instellen).
Het geselecteerde gebied is rood gemarkeerd.
4. Selecteer d.m.v. [8] en [2] de stad waar u de
camera gaat gebruiken en druk daarna op [SET]
(instellen).
5. Selecteer d.m.v. [8] en [2] de gewenste instelling voor Zomertijd en
druk daarna op [SET] (instellen).
6. Selecteer d.m.v. [8] en [2] een datumstijl en druk daarna op [SET]
(instellen).
Voorbeeld: 19. 12. 09
JJ/MM/DD
DD/MM/JJ
MM/DD/JJ
* 09/12/19
* 19/12/09
* 12/19/09
7. Stel de datum en de tijd in.
Selecteer m.b.v. [4] en [6] instelling die u wilt veranderen en verander deze dan
d.m.v. [8] en [2].
Druk op [BS] om heen en weer te schakelen tussen het 12-uren en 24-uren
formaat.
8. Druk op [SET] (instellen).
• Als u een vergissing maakt, kunt u de instellingen later veranderen (pagina’s
129, 130).
LET OP
• Elk land heeft controle over de plaatselijke tijdszones en het gebruik van zomertijd
en zijn dus onder voorbehoud.
16
Snelstartgids
Klaar maken van een geheugenkaart
Hoewel de camera voorzien is van ingebouwd geheugen dat gebruikt kan worden
voor het opslaan van beelden en films, wilt u waarschijnlijk een los verkrijgbare
geheugenkaart aanschaffen om de capaciteit te vergroten. Deze camera wordt niet
met een geheugenkaart geleverd. Beelden die opgenomen worden terwijl een
geheugenkaart ingelegd is, worden opgeslagen op de geheugenkaart. Wanneer
geen geheugenkaart ingelegd is, worden de beelden opgeslagen in het ingebouwde
geheugen.
• Zie pagina 168 voor informatie betreffende de capaciteit van de geheugenkaart.
Gebruik één van de bovengenoemde types geheugenkaarten.
• Gebruik enkel SD kaarten die overeenkomen met de specificaties van de SD Card
Association.
. Voorzorgsmaatregelen voor het hanteren van de geheugenkaart
Bij bepaalde types kaarten kan de verwerkingssnelheid vertraagd worden en het zelfs
onmogelijk zijn om hoge kwaliteits films correct op te slaan. Bij bepaalde types
geheugenkaarten zal het overbrengen van data vertraagd worden en zal het langer
duren om filmdata op te nemen hetgeen er toe kan leiden dat filmbeelden verloren
gaan. De “0REC” indicator op het beeldscherm wordt geel om aan te geven dat film
beelden verloren gaan. Om dergelijke problemen te voorkomen wordt het gebruik van
een SD geheugenkaart van een “Ultra High-Speed” type (ultra snelle) aanbevolen.
Merk op dat CASIO geen garantie geeft inzake de werking van SD geheugenkaarten
van een “Ultra High-Speed” type die met deze camera gebruikt worden.
Inleggen van een geheugenkaart
1. Druk op [ON/OFF] (aan/uit) om de camera uit te
schakelen en open vervolgens het deksel van de
geheugenkaartgleuf.
Houd het deksel van de geheugenkaartgleuf ingedrukt en
schuif het in de richting van de pijl.
B
17
1
2
Snelstartgids
2. Leg een geheugenkaart in.
Houd de geheugenkaart met de
achterkant in de richting van de
kant van de camera waar het
beeldscherm is en schuif de
kaart geheel in de kaartgleuf
totdat hij stevig op zijn plaats
vastklikt.
Voorkant Achterkant
3. Sluit het deksel van de geheugenkaartgleuf.
Schuif het het deksel van de geheugenkaartgleuf dicht
door het tegen de camera gedrukt te houden.
• Zie pagina 151 voor informatie over het vervangen van
de geheugenkaart.
BELANGRIJK!
• Steek nooit iets anders dan een ondersteunde geheugenkaart (pagina 17) in de
geheugenkaartgleuf.
• Mocht water of een vreemd voorwerp ooit de kaartgleuf binnendringen, schakel
dan onmiddellijk de camera uit, verwijder de batterijen en neem contact op met uw
dealer of de dichtstbijzijnde erkende CASIO onderhoudswerkplaats.
2
1
Formatteren (resetten) van een nieuwe geheugenkaart
Voordat u een nieuwe geheugenkaart voor de eerste maal in gebruik neemt dient u
deze te formatteren.
1. Schakel de camera in en druk op [MENU].
2. Selecteer bij de “Instellen” indextab “Formatteren” en druk vervolgens
op [6].
3. Selecteer “Formatteren” d.m.v. [8] en [2] en druk daarna op [SET]
(instellen).
BELANGRIJK!
• Door een geheugenkaart te formatteren die reeds foto’s of andere bestanden
bevat, wordt de inhoud gewist. Gewoonlijk is het niet nodig een geheugenkaart
nogmaals te formatteren. Echter als het opslaan op een kaart langer duurt dan
gewoonlijk of als u andere abnormaliteiten bespeurt, formatteer dan de kaart.
• Zorg ervoor de camera te gebruiken om een geheugenkaart te formatteren. Het
formatteren van een geheugenkaart kan ook met een computer worden uitgevoerd
maar dan zal de dataverwerking door de camera vertraagd worden. Bij een SD of
SDHC geheugenkaart, als deze op een computer geformatteerd wordt, kan dit er
toe leiden dat de kaart niet meer voldoet aan het SD formaat, hetgeen problemen
kan veroorzaken met de compatibiliteit en andere problemen met de werking, enz.
B
18
Snelstartgids
In- en uitschakelen van de camera
Inschakelen van de spanning
Druk op [ON/OFF] (spanning aan/uit) of op
[r] (OPNAME) om de OPNAME modus in te
schakelen. Druk tijdens de WEERGAVE modus
op [p] (WEERGAVE).
De achterindicator gaat tijdelijk (groen) branden
en de camera wordt ingeschakeld. De lens (het
objectief) zal naar buiten komen als u de
OPNAME modus inschakelt.
• Door op [p] (WEERGAVE) te drukken
tijdens de OPNAME modus wordt
overgeschakeld naar de WEERGAVE
modus.
• De sluimerfunctie of de automatische
stroomonderbreker (pagina’s 131, 131)
schakelt de spanning uit als u geen
bediening uitvoert voor een bepaalde
vooringestelde tijd.
[ON/OFF] (spanning aan/uit)
Achterindicator
[p]
(WEERGAVE)
[r]
(OPNAME)
Uitschakelen van de camera
Druk op [ON/OFF] (spanning aan/uit).
• U kunt de camera zodanig configureren dat de spanning niet ingeschakeld wordt
wanneer u op [r] (OPNAME) of [p] (WEERGAVE) drukt. U kunt de camera ook
zodanig configureren dat de spanning uitgeschakeld wordt wanneer u op [r]
(OPNAME) of [p] (WEERGAVE) (pagina 132) drukt.
B
19
Snelstartgids
Opnemen van een foto
Dioptriedraairegelaar
[EVF/LCD]
Zoeker
Beeldscherm
[r] (OPNAME)
Modusdraairegelaar
Sluitertoets
[SET] (instellen)
[8] [2] [4] [6]
1. Verwijder de lensop en druk vervolgens op [r] (OPNAME) om de
camera in te schakelen.
2. Zet de modus draairegelaar op t (Enkele Foto).
3. Druk op [8].
4. Selecteer d.m.v. [8] en [2] de bovenste optie van
het controlepaneel (Belichting modus).
5. Selecteer d.m.v. [4] en [6] t (Autom.) en druk
daarna op [SET] (instellen).
• U kunt ofwel het beeldscherm of de zoeker
gebruiken om de compositie van het beeld uit te
voeren. Telkens bij indrukken wordt naar de
volgende stand van de [EVF/LCD] toets gegaan om
door alle beschikbare aan/uit instellingen (pagina
136) voor het beeldscherm en de zoeker te gaan.
Gebruik de dioptriedraairegelaar om het beeld in de
zoeker bij te stellen mocht dit wazig zijn.
Fotofunctie icoon
20
Snelstartgids
6. Richt de camera
op het onderwerp.
U kunt op het beeld
inzoomen als u dat
wilt.
Zoomregelaar
z Telefotow Groothoek
7. Druk de sluitertoets
halverwege in om op het
Achterindicator
beeld scherp te stellen.
Wanneer het scherpstellen
voltooid is, zal de camera een
pieptoon geven, zal de
achterindicator groen oplichten
en het scherpstelkader groen
worden.
Scherpstelkader
Halverwege indrukken
Licht
indrukken
totdat de
toets stopt.
Piep, piep
(scherpgesteld op het beeld.)
Als u de sluitertoets halverwege indrukt, stelt
de camera de belichting automatisch bij en
stelt scherp op het onderwerp waarop de
camera op dat moment gericht is. Probeert u
zich meester te maken hoeveel druk nodig is
om de sluitertoets halverwege of volledig in te
drukken; dit is namelijk een belangrijke
techniek die u nodig heeft om mooie beelden
te verkrijgen.
8. Houd de camera nog steeds stil en druk vervolgens de sluitertoets
geheel in.
Hierdoor wordt de foto opgenomen.
Volledig indrukken
(Beeld wordt opgenomen.)
Foto
21
Snelstartgids
BELANGRIJK!
• Als de sluiter half ingedrukt wordt terwijl de “Anti Shake” instelling “D
Automatisch” of “A Camera Anti S.” is, gaat de camera trillen en geeft een
bedieningsgeluid weer. Dit is normaal en duidt niet op een defect (pagina 79).
. Gebruiken van de snelsluiter
Bij volledig indrukken van de sluitertoets zonder te wachten tot autofocus gaat
werken, wordt opgenomen d.m.v. de snelsluiter (pagina 83).
• Met de snelsluiter stelt de camera sneller scherp dan met de normale autofocus
hetgeen betekent dat u snel bewegende actie gemakkelijker kunt opnemen. Merk
echter op dat sommige beelden onscherp kunnen zijn wanneer de snelsluiter wordt
gebruikt.
• Als het maar even mogelijk is, kunt u beter een beetje extra tijd gebruiken om de
sluitertoets halverwege in te drukken voor een juiste scherpstelling.
. Als niet op het beeld kan worden scherpgesteld...
Als het scherpstelkader rood blijft en de achterindicator groen knippert, betekent dat
er niet op het beeld scherpgesteld is (omdat het onderwerp te dichtbij is, enz.). Richt
de camera op het onderwerp en probeer opnieuw scherp te stellen.
. Als het onderwerp zich niet in het midden van het kader bevindt...
“Scherpstelvergrendeling” (pagina 48) is de naam van een techniek die u kunt
gebruiken wanneer u een beeld wilt opnemen waarbij het onderwerp waarop
scherpgesteld moeten worden zich niet bevindt in het scherpstelkader in het midden
van het beeldscherm.
22
Snelstartgids
De camera op de juiste wijze vasthouden
Uw beelden zullen niet duidelijk te zien zijn
als u de camera beweegt terwijl u op de
Horizontaal
sluitertoets drukt. Houd de camera tijdens
het indrukken van de sluitertoets zoals
aangegeven in de relevante afbeelding en
houd de camera stil door uw armen stevig
tegen beide zijden te houden terwijl u de
opname maakt.
Houd de camera stil en druk voorzichtig op
de sluitertoets en let er op om elke beweging
te vermijden terwijl de sluiter ontspant en enkele ogenblikken na het ontspannen. Dit
is in het bijzonder van belang wanneer de hoeveelheid belichting laag is waardoor de
sluitertijd trager wordt.
BELANGRIJK!
• Raak de lens-objectief eenheid nooit aan behalve om deze te reinigen. Houd de
camera nooit bij de lens of het objectief wanneer u probeert te richten of om deze
te vervoeren.
LET OP
• Let erop dat uw vingers en de riem niet in
de weg zitten van plaatsen die aangegeven
zijn in de afbeelding.
• Maak de riem vast en zorg er voor dat deze
om uw nek zit om de camera tegen
Microfoon
onverhoeds vallen te beschermen terwijl u
de camera aan het bedienen bent.
• Gebruik de riem nooit om de camera mee
rond te zwaaien.
• De meegeleverde riem is enkel bedoeld
voor gebruik met deze camera. Gebruik de
riem niet voor andere toepassingen.
Voorlamp
Lens
Verticaal
Riem
Flits
23
Snelstartgids
Bekijken van foto’s
Volg de volgende procedure om foto’s te bekijken op het beeldscherm van de
camera.
• Zie pagina 88 voor informatie over het weergeven van films.
• Zie pagina 89 voor informatie betreffende beelden die opgenomen zijn met de
doorlopende sluiter (CS).
• Zie pagina 59 voor informatie betreffende high-speed films.
1. Druk op [p] (WEERGAVE)
om de WEERGAVE modus
[p] (WEERGAVE)
in te schakelen.
• Hierdoor wordt één van de
foto’s getoond die op dat
moment opgeslagen is in het
geheugen.
• Er wordt ook informatie gegeven bij de getoonde foto (pagina 157).
• U kunt de informatie wissen als u enkel de foto wilt bekijken.
• U kunt inzoomen op het beeld door de zoomregelaar in de richting van z
(pagina 92) te schuiven. Heeft u een foto opgenomen die heel belangrijk is dan
wordt het aanbevolen dat u op het beeld inzoomt en de details controleert
nadat u het beeld opgenomen heeft.
2. U kunt d.m.v. [4] en [6] door beelden bladeren.
• Door één van beide toetsen ingedrukt te houden vindt het bladeren versneld
plaats.
[6]
[6]
[4]
24
[4]
Snelstartgids
Wissen van beelden
Mocht het geheugen vol raken dan kunt u beelden wissen die u niet langer nodig
heeft om zo ruimte vrij te maken om nieuwe beelden op te nemen.
• Denk eraan dat de bewerking voor het wissen van een bestand (foto) niet
ongedaan kan worden gemaakt.
• Zie pagina 90 voor informatie betreffende beelden die opgenomen zijn met de
doorlopende sluiter (CS).
Wissen van een enkel bestand
1. Druk op [p] (WEERGAVE) om de WEERGAVE modus in
te schakelen en druk vervolgens op [2] ().
2. Blader d.m.v. [4] en [6] door de bestanden totdat het te wissen
bestand wordt getoond.
3. Selecteer “Wissen” d.m.v. [8] en [2] en druk daarna op [SET]
(instellen).
• Herhaal stappen 2 en 3 om andere bestanden te wissen.
• Druk op [MENU] om de wisbewerking te beëindigen.
• Als een CS (doorlopende sluiter) groep (pagina 89) getoond wordt terwijl u de
bovenstaande procedure aan het uitvoeren bent, dan worden alle beelden van
die CS groep gewist.
Wissen van alle bestanden
1. Druk op [p] (WEERGAVE) om de WEERGAVE modus in te schakelen
en druk vervolgens op [2] ().
2. Selecteer “Alles wissen” d.m.v. [8] en [2] en druk daarna op [SET]
(instellen).
3. Selecteer “Ja” d.m.v. [8] en [2] en druk daarna op [SET] (instellen) om
alle bestanden te wissen.
Hierdoor verschijnt de boodschap “Er zijn geen bestanden.”.
25
Snelstartgids
Voorzorgsmaatregelen voor het opnemen van foto’s
Werking
• Open het deksel van het batterijenvak nooit terwijl de achterindicator groen aan het
knipperen is. Dit kan er toe leiden dat het beeld dat u zojuist opnam niet juist wordt
opgeslagen, dat andere beelden die in het geheugen zijn opgeslagen beschadigd
worden, dat er defecten ontstaan bij de camera, enz.
• Mocht ongewenst licht direct in de lens schijnen, scherm de lens dan af met uw
hand.
Beeldscherm tijdens het opnemen van foto’s
• Het beeld dat verschijnt op het beeldscherm is voor het samenstellen van het
beeld. Het werkelijke beeld wordt opgenomen bij de kwaliteit die ingesteld is als de
instelling voor de beeldkwaliteit (pagina 85).
Binnen opnemen bij TL verlichting
• Miniem flikkeren van de TL verlichting kan invloed hebben op de helderheid en de
kleur van een beeld.
Beperkingen ten aanzien van de autofocus
• Eén van de volgende omstandigheden kan het scherpstellen onmogelijk maken.
– Effen gekleurde muur of andere onderwerpen met weinig contrast
– Onderwerpen met een sterk tegenlicht
– Bijzonder glimmende onderwerpen
– Jaloezieën (luxaflex) of andere onderwerpen met een patroon dat zich
horizontaal repeteert
– Meerdere onderwerpen die zich op verschillende afstanden van de camera
bevinden
– Onderwerpen op slecht verlichte plaatsen
– Onderwerpen die zich te ver weg bevinden om door de AF assistentielamp te
worden bereikt
– Bewegen van de camera tijdens het opnemen
– Snel bewegende onderwerpen
– Onderwerpen buiten het scherpstelbereik van de camera
• Als u niet goed kunt scherpstellen, probeer dan om scherpstelvergrendeling
(pagina 48) of handmatige scherpstelling (pagina 46).
26
Snelstartgids
Foto leerprogramma
Selecteren van een opnamemodus
Uw camera heeft verschillende
opnamemodi. Gebruik voordat u
gaat filmen de modus draairegelaar
om de opnamemodus te selecteren
die past bij het type onderwerp dat
u probeert op te nemen.
Deze modus neemt achtereenvolgende beelden op terwijl de flitser
flitst. Zie pagina 50 voor nadere details.
Deze modus blijft beelden opnemen zolang u de sluitertoets
ingedrukt blijft houden en u kunt de opnamesnelheid veranderen
terwijl de opname plaatsvindt. U kunt maximaal 40 beelden
opnemen. Door de sluitertoets tijdens deze modus halverwege in te
drukken wordt doorlopende vooropname van beelden naar een
tijdelijk buffergeheugen gestart. Als u de sluitertoets vervolgens
geheel indrukt, slaat de camera de inhoud van het buffergeheugen
op en voert real-time opname uit van nieuwe beelden met de
doorlopende sluiter totdat u de sluitertoets loslaat. Zie pagina 51 voor
nadere details.
Doorlopende sluiteropname wordt uitgeschakeld wanneer deze
modus geselecteerd wordt. Telkens bij indrukken van de sluitertoets
wordt een enkel beeld opgenomen. Zie pagina 20 voor nadere
details.
Met deze modus worden HS (snelle film) films opgenomen. Zie
pagina 59 voor nadere details.
Deze modus neemt films op met hoge of een standaard resolutie. Zie
pagina 59 voor nadere details.
Modusdraairegelaar
Foto modi
Film modi
27
Foto leerprogramma
Gebruiken van het controlepaneel
Het controlepaneel kan gebruikt worden om de instellingen van de camera te
configureren.
1. Druk tijdens de OPNAME
modus op [8].
[8] [2] [4] [6]
Controlepaneel
2. Selecteer d.m.v. [8] en [2]
de instelling die u wilt
veranderen.
Hierdoor wordt één van de
iconen van het controlpaneel
geselecteerd en worden de
instellingen getoond.
Belichtingsmodus (pagina 29)
1
Beeldformaat/Kwaliteit* (pagina’s 31, 85)
2
ISO gevoeligheid (pagina 38)
3
Witbalans (pagina 38)
4
EV verschuiving (pagina 40)
5
Meetfunctie (pagina 41)
6
Automatisch scherpstelgebied (pagina 41)
7
Flitser (pagina 35)
8
Doorlopende sluitertijd (CS) (Doorlopende sluitermodus met hoge snelheid
(Snelle Doorl. Sl.), Doorlopende Sluiter met Flits modus (Doorl. Sl. met flits))
(pagina’s 50, 51)
Datum/tijd (pagina 43)
9
Vooropnametijd (Stilbeeld) (Doorlopende sluitermodus met hoge snelheid
(Snelle Doorl. Sl.)) (pagina 51)
Beelden van Doorlopende Sluiter met Flits modus (Doorl. Sl. met flits)
(pagina 50)
* De beeldkwaliteit kan niet veranderd worden m.b.v. het controlepaneel.
• De inhoud van het controlepaneel ziet er anders uit wanneer u een film aan het
opnemen bent en wanneer u bepaalde BEST SHOT scènes (Doorl. Sl.
Onderwerp Verdwijnt, Doorl. Sl. Onderwerp Verschijnt, Multimotion Beelden).
[SET]
1
2
3
4
5
6
7
8
9
3. Verander d.m.v. [4] en [6] de gewenste instelling.
4. Herhaal stappen 2 en 3 als u andere instellingen wilt configureren.
5. Druk op [SET] (instellen) nadat alle instellingen naar wens zijn.
Hierdoor worden de instellingen uitgeoefend en teruggekeerd naar de OPNAME
functie.
LET OP
• U kunt instellingen configureren buiten de hierboven genoemde (pagina 76).
28
Foto leerprogramma
Selecteren van de belichtingsmodus
t
b
Uw camera heeft verschillende belichtingsmodi. Selecteer voordat u het beeld gaat
filmen eerst de belichtingsmodus die past bij het type onderwerp dat u gaat filmen.
1. Druk tijdens de OPNAME modus op [8].
2. Selecteer d.m.v. [8] en [2] de bovenste optie van het controlepaneel
(Belichting modus).
3. Selecteer d.m.v. [4] en [6] de gewenste instelling en druk daarna op
[SET] (instellen).
Automatisch
Maak makkelijke beeldopnames d.m.v. deze instelling. Dit is de modus die u
gewoonlijk zou moeten gebruiken (pagina 20).
BEST SHOT
Kies gewoonweg uit een collectie ingebouwde voorbeeldscènes waarna de
camera automatisch de instellingen maakt om telkens weer mooie beelden te
maken (pagina 64).
A A (lensopening prioriteit) modus
Tijdens deze modus selecteert u de lensopening
waarna de overige instellingen daarmee in
overeenstemming worden ingesteld.
Stel de gewenste waarde voor de lens opening in
d.m.v. [4] en [6].
• De ISO gevoeligheid, de sluitertijd en de waarde
voor de lensopening worden oranje op het
beeldscherm wanneer u de sluitertoets half indrukt
als het beeld overbelicht of onderbelicht is.
• Bij scherpstellen met de hand (pagina 46) kunt u ook
[SET] (instellen) indrukken, “Scherpstellen”
selecteren en vervolgens met de hand in te stellen d.m.v. [4] en [6].
Lensopeningwaarde
29
Foto leerprogramma
S S (Sluitertijd Prioriteit) modus
Tijdens deze modus selecteert u de sluitertijd waarna
de overige instellingen daarmee in overeenstemming
worden ingesteld.
Stel de gewenste sluitertijd in d.m.v. [4] en [6].
• De ISO gevoeligheid, de sluitertijd en de waarde
voor de lensopening worden oranje op het
beeldscherm wanneer u de sluitertoets half indrukt
als het beeld overbelicht of onderbelicht is.
• Bij scherpstellen met de hand (pagina 46) kunt u ook
[SET] (instellen) indrukken, “Scherpstellen”
selecteren en vervolgens met de hand in te stellen d.m.v. [4] en [6].
M M (Handmatige Belichting) modus
Deze modus geeft u volledige controle over de
instellingen van de lensopening en de sluitertijd.
Druk op [SET] (instellen), selecteer de instelling van
1
de lensopening en verander deze dan d.m.v. [4] en
[6].
Druk op [SET] (instellen), selecteer de instelling van
2
de sluitertijd en verander deze dan d.m.v. [4] en
[6].
• Bij scherpstellen met de hand (pagina 46) kunt u ook
[SET] (instellen) indrukken, “Scherpstellen”
selecteren en vervolgens met de hand in te stellen
d.m.v. [4] en [6].
Sluitertijd
Sluitertijd
Lensopeningwaarde
30
Foto leerprogramma
Loading...
+ 146 hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.