Canon EF 24-105mm f/4L IS II USM User manual

Page 1
EF24-105mm f/4L IS II USM
NLD
Handleiding
Page 2
Hartelijk dank voor de aanschaf van dit Canon-product.
De Canon EF24-105mm f/4L IS II USM is een standaard zoomlens voor gebruik met EOS­camera’s.
Camerarmware
Bij gebruik van deze lens, moet u op de Canon-website
de laatste rmware van de camera controleren. Indien de rmware van de camera niet de laatste versie is, moet u de rmware met de laatste versie bijwerken.
Controleer de Canon-website voor details aangaande
het bijwerken van de rmware.
Symbolen die in deze handleiding worden gebruikt
Waarschuwing om een storing of beschadiging
van het objectief of de camera te voorkomen.
Extra informatie over het gebruik van het
objectief en het maken van foto’s.
NLD-1
Page 3
Veiligheidsmaatregelen
Voorzorgsmaatregelen voor veilig gebruik van de camera. Lees deze voorzorgsmaatregelen zorgvuldig. Zorg ervoor dat alle gegevens in acht worden genomen om de risico’s op lichamelijk letsel voor de gebruiker en andere mensen te voorkomen.
Waarschuwing
Kijk niet naar de zon of een heldere lichtbron via
de lens of spiegelreflexcamera. Dit kan leiden tot verlies van het gezichtsvermogen. Rechtstreeks naar de zon kijken door de lens is bijzonder gevaarlijk.
Laat het objectief niet zonder lensdop in de zon
liggen, ongeacht of het objectief wel of niet op de camera is bevestigd. Dit om te voorkomen dat
de lens de zonnestralen samenbundelt, hetgeen zou kunnen resulteren in brand.
Informatie met betrekking tot de risico’s die kunnen leiden tot de dood of ernstig letsel.
Voorzichtig
Laat de camera niet achter op plaatsen die
onderhevig zijn aan hoge of lage temperaturen. Dit kan leiden dat de camera extreem warm of koud wordt, wat brandwonden of ander letsel kan veroorzaken bij aanraking.
Steek uw vingers niet in de camera. Het niet in acht
nemen hiervan kan leiden tot letsel.
Voorzichtig
Stel het objectief niet aan grote hitte bloot door
het bijvoorbeeld in een auto te leggen die in de zon geparkeerd staat. Hoge temperaturen kunnen resulteren in een defect van het objectief.
Informatie met betrekking tot de
risico’s die kunnen leiden tot letsel.
Informatie met betrekking tot de risico’s die kunnen leiden tot schade aan het apparaat.
NLD-2
Page 4
Algemene voorzorgsmaatregelen
Voorzorgsmaatregelen betreffende de behandeling
Als het objectief van een koude omgeving naar een
warme ruimte wordt gebracht, kan er condens op de lens en de interne onderdelen ontstaan. Om condens te voorkomen, raden wij u aan het objectief in een luchtdichte plastic zak te doen voordat u het van een koude omgeving naar een warme ruimte brengt. Neem het objectief uit de zak nadat het geleidelijk is opgewarmd. Ga op dezelfde wijze te werk wanneer u het objectief van een warme omgeving naar een koude omgeving verplaatst.
Leest u alstublieft ook alle lensgerelateerde
voorzorgsmaatregelen te vinden in uw camera’s handleiding.
NLD-3
Page 5
Benaming van de onderdelen
Scherpstelmodusschakelaar (→ 6)
Zonnekapbevestiging (→ 11)
Filterschroefdraad (→ 12)
Scherpstelring (→ 6)
Afstandsschaal (→ 8)
Zoomring (→ 6)
Zoompositiemarkering (→ 6)
Rubberring (→ 5)
Contactpunten (→ 5)
Lensbevestigingsmarkering (→ 5)Beeldstabilisatorschakelaar (→ 9)
Zie voor verdere informatie de pagina’s die tussen haakjes zijn vermeld ( **).
Zoomringblokkeerhendel (→ 7)
NLD-4
Page 6
1.
Het objectief bevestigen en verwijderen
Raadpleeg de handleiding van de camera voor informatie betreffende het bevestigen en verwijderen van het objectief.
Na het verwijderen van het objectief plaatst u
het met de achterkant omhoog om te voorkomen dat het lensoppervlak en de contactpunten beschadigd worden.
Als de contactpunten vuil of bekrast zijn of als
er vingerafdrukken op zitten, kan dit resulteren in corrosie of een gebrekkige elektrische verbinding. Dit kan een foutieve werking van de camera en het objectief tot gevolg hebben.
Als de contactpunten vuil zijn of als er
vingerafdrukken op zitten, kunt u ze met een zacht doekje schoonmaken.
Bevestig de lensdop en stofkap bij het loskoppelen van de lens. Bij het bevestigen van de stofkap, lijn de lensbevestigingsmarkering uit met de index van de stofkap en draai met de klok mee zoals aangegeven in de afbeelding. Volg de omgekeerde procedure om het los te maken.
De lensbevestiging is van een rubberring voorzien voor een optimale bescherming tegen stof en water. De rubberring kan lichte afslijting rondom de lensbevestiging van de camera veroorzaken, maar dit is niets ernstigs. Als de rubberring versleten is, kan deze tegen betaling bij een Canon­servicecentrum worden vervangen.
NLD-5
Page 7
2. De scherpstelmodus instellen
Zet de scherpstelmodusschakelaar op AF als u wilt fotograferen in de autofocus (AF) modus. Als u de modus handmatig scherpstellen (MF) wilt gebruiken, zet u de scherpstelmodusschakelaar op MF. U kunt vervolgens scherpstellen door aan de scherpstelring te draaien. De scherpstelring werkt altijd, ongeacht de scherpstelmodus.
Na automatische scherpstelling in de ONE SHOT AF-modus, kunt u handmatig scherpstellen door de ontspanknop half in te drukken en de scherpstelring te verdraaien. (Continue handmatige scherpstelling)
3. Zoomen
Om te zoomen, draait u aan de zoomring van het zoomobjectief.
Zorg dat u klaar bent met zoomen voordat u met scherpstellen begint. Zoomen na het scherpstellen kan van invloed zijn op de scherpstelling.
NLD-6
Page 8
4. De zoomring vergrendelen
De zoomring kan vergrendeld worden met het objectief in de kortste stand. Deze functie is handig wanneer u de camera aan een riem draagt, om te voorkomen dat het objectief uitschuift.
1 Draai de zoomring in de
uiterste groothoekstand (24 mm).
De zoomring kan niet op zijn plaats worden vastgezet anders dan op de breedste stand.
2 Schuif de
zoomringblokkeerhendel in de richting aangegeven door de pijl.
Om de zoomring vrij
te zetten, schuift u de zoomringblokkeerhendel in de tegenovergestelde richting van de pijl.
NLD-7
Page 9
5. Symbool voor compensatie oneindige afstand
Symbool voor compensatie oneindige afstand
Afstandsmarkering
Om het verschuiven van het oneindige scherpstelpunt, dat wordt veroorzaakt door veranderingen in temperatuur, te compenseren, is er een grens bij de oneindigheidspositie (∞). De positie oneindig bij normale temperatuur is het punt waarbij de verticale lijn van het L-merkteken van de afstandsschaal op één lijn ligt met de afstandsmarkering.
Voor een nauwkeurige handmatige scherpstelling van onderwerpen op oneindig kijkt u door de zoeker of u kijkt naar het vergrote beeld* op het LCD-scherm terwijl u de scherpstelring ronddraait.
* Voor camera’s met de opnamefunctie Live View.
6. Infraroodindex
Infraroodindex
De infraroodmarkering corrigeert de scherpstelling wanneer een zwart-wit infraroodlm wordt gebruikt. Focus handmatig op het onderwerp, pas dan de afstandsschaal aangegeven door de afstandsindex aan door de scherpstelring naar het corresponderende infrarood indexteken te bewegen voor het foto’s maken.
Sommige EOS-camera’s zijn niet geschikt voor infraroodlm. Raadpleeg de handleiding van uw EOS-camera.
De positie van de infraroodmarkering is
gebaseerd op een golengte van 800 nm.
De compensatie hoeveelheid verschilt afhankelijk van
de brandpuntsafstand (groot bij het brede uiteinde, klein aan het telefoto-einde). Gebruik de 50 of 24 (mm) infrarood indexpositie als gids bij het handmatig instellen van de compensatie hoeveelheid.
Neem de instructies van de fabrikant in acht bij
gebruik van infraroodlm.
Gebruik een rood lter wanneer u de foto maakt.
NLD-8
Page 10
7.
Beeldstabilisator
U kunt de beeldstabilisator in de AF- en de MF-modus gebruiken. Deze functie zorgt voor een optimale stabilisatie van het beeld overeenkomstig de opname-omstandigheden (zoals bij opnamen van stilstaande onderwerpen of opnamen waarbij onderwerpen worden gevolgd).
1 Zet de STABILIZER-
schakelaar op ON.
Als u de
beeldstabilisatorfunctie niet wilt gebruiken, zet u de schakelaar op OFF.
2
Wanneer u de ontspanknop half indrukt, begint de beeldstabilisator te werken.
Controleer of het beeld in de
zoeker stabiel is en druk dan de ontspanknop helemaal in om de foto te maken.
ON
OFF
De beeldstabilisator van dit objectief is geschikt voor het maken van foto’s met de camera in de hand bij de volgende omstandigheden.
Omstandigheden met weinig licht,
zoals bij schemering of binnenshuis
Plaatsen zoals kunstgalerijen of
toneelpodia waar fotograferen met een itser niet is toegestaan
Op plaatsen waar u niet stabiel staat Als u achter elkaar opnamen maakt
van een bewegend onderwerp
In situaties waar geen korte sluitertijden gebruikt kunnen worden.
NLD-9
Page 11
Beeldstabilisator
De beeldstabilisator kan de onscherpte die wordt
veroorzaakt door beweging van het onderwerp niet compenseren.
Zet de STABILIZER-schakelaar op OFF wanneer
u foto’s neemt met de Bulb-instelling (lange belichtingstijden). Als de STABILIZER-schakelaar op ON staat, kan de beeldstabilisatorfunctie fouten veroorzaken.
De beeldstabilisator werkt mogelijk niet goed bij
het maken van een foto vanuit een hard op en neer schuddend voertuig.
De Beeldstabilisator verbruikt meer stroom dan
normaal fotograferen, wat resulteert in minder foto’s en kortere lmopnamen.
De beeldstabilisator werkt ongeveer twee
seconden, ook wanneer u uw vinger niet op de ontspanknop houdt. Verwijder het objectief niet wanneer de beeldstabilisator aanstaat. Dit kan resulteren in een storing.
Bij de EOS-1V/HS, 3, ELAN 7E/ELAN 7/30/33,
ELAN 7NE/ELAN 7N/30V/33V, ELAN II/ELAN II E/50/50E, REBEL 2000/300, IX, IX Lite/IX7, en D30 zal de beeldstabilisator niet werken wanneer de zelfontspanner wordt gebruikt.
Bij het fotograferen van een stilstaand onderwerp
wordt gecompenseerd voor trillingen van de camera in alle richtingen. Bij opnamen waarbij onderwerpen in een horizontale
richting worden gevolgd, wordt gecompenseerd voor verticale trillingen van de camera; bij opnamen waarbij onderwerpen in een verticale richting worden gevolgd, wordt gecompenseerd voor horizontale trillingen van de camera.
Als u een statief gebruikt, moet u de beeldstabilisator uitschakelen, om de batterij te sparen.
Zelfs met een monopod zal de beeldstabilisator even effectief zijn als tijdens fotograferen vanuit de hand. Echter, afhankelijk van de opnameomstandigheden, zijn er gevallen waarin het effect van de Beeldstabilisator minder effectief kan zijn.
De beeldstabilisatorfunctie werkt ook wanneer
het objectief met een EF12 II- of EF25 II-tussenstuk wordt gebruikt.
Afhankelijk van de camera die u gebruikt, kan er
een trilling in het beeld ontstaan, zoals wanneer de sluiter dichtklikt. Dit heeft echter geen invloed op de opname.
Als u de Custom-functie van de camera
gebruikt voor het toewijzen van een andere toets voor de bediening van de AF, zal de beeldstabilisatorfunctie werken wanneer u op de nieuw toegewezen AF-toets drukt.
NLD-10
Page 12
8. Zonnekap
De EW-83M zonnekap kan gebruikt worden om ongewenst licht uit de lens te houden en om de voorkant van de lens te beschermen tegen regen, sneeuw en stof.
Rode punt
Stoppositieteken
Knop
Rode punt
Bevestigingspositieteken
● Bevestigen
Lijn het rode bevestigingspositieteken van de zonnekap uit met het rode puntje op de voorkant van het objectief en draai vervolgens aan de kap in de richting van de pijl totdat deze goed vast zit en het rode puntje op de zonnekap stoppositieteken uitlijnt
Als de zonnekap niet juist is aangebracht, kan zich vignettering (donkere verkleuring van de omtrek van de foto) voordoen.
Draai en houd de voet van de zonnekap vast bij het bevestigen en verwijderen ervan. In sommige gevallen
kan deze vervormt raken wanneer de kap wordt geroteerd terwijl er aan de rand vastgehouden wordt.
● Verwijderen
Houd uw vinger op de toets die zich aan de zijkant van de zonnekap bevindt en draai vervolgens aan de zonnekap in de richting van de pijl totdat het positieteken op de zonnekap tegenover het rode puntje op de voorkant van het objectief staat om het los te maken. De zonnekap kan ook omgekeerd op het objectief worden
.
aangebracht wanneer dit wordt opgeborgen.
NLD-11
Page 13
9. Filters (los verkrijgbaar)
U kunt een lter aanbrengen op de lterschroefdraad aan de voorkant van de lens.
Er kan slechts één lter worden bevestigd.
Als u een polarisatielter nodig hebt, gebruik dan het Canon circulair polarisatielter PL-C B (77 mm).
Verwijder de zonnekap bij het afstellen van de
polariserende lter.
10. Close-uplenzen
(los verkrijgbaar)
Door een 500D (77 mm) close-uplens te bevestigen, wordt close-upfotograe ingeschakeld. Het levert een vergroting van 0,05x tot 0,36x.
De close-uplens 250D kan niet gebruikt worden,
want deze is niet verkrijgbaar in een maat die op het objectief past.
Voor een nauwkeurige scherpstelling raden wij u
de MF-stand aan.
11. Verlengstuk (los verkrijgbaar)
U kunt het verlengstuk EF12 II of EF25 II aanbrengen voor uitvergrote foto’s. De scherpstelafstand en vergroting zijn hieronder aangegeven.
Scherpstelafstandsbereik (mm)
Korte afstand
24mm
EF12 II
105mm
24mm Niet geschikt
EF25 II
105mm
Voor een nauwkeurige scherpstelling raden wij u de MF-stand aan.
Lange afstand
187 196 0,60 0,50
338 1026 0,41 0,12
294 578 0,61 0,27
Vergrotingsfactor (×)
Korte afstand
Lange afstand
NLD-12
Page 14
Technische gegevens
Brandpuntsafstand/diafragma 24-105mm f/4
Objectiefconstructie 12 groepen, 17 elementen
Minimaal diafragma f/22
Beeldhoek Diagonaal: 84°00′ - 23°20′, Verticaal: 53°00′ - 13 °00′, Horizontaal: 74°00′ - 19°20′
Kortste scherpstelafstand 0,45 m
Maximale vergrotingsfactor 0,24x (bij 105 mm)
Beeldveld Ong. 329 x 505 - 99 x 147 mm (bij 0,45 m)
Filterdiameter 77 mm
Maximale diameter en lengte 83,5 x 118,0 mm
Gewicht Ong. 795 g
Zonnekap EW-83M
Lensdop E-77 II
Objectiefkoffer LP1219
De lengte van het objectief is de afstand vanaf het bevestigingsvlak tot aan de voorkant van de
lens. Tel hier 24,2 mm bij op voor de lensdop en de stofkap.
De opgegeven afmetingen en het gewicht zijn alleen voor het objectief, tenzij anders vermeld.Verlengstukken kunnen niet met dit objectief worden gebruikt.De diafragmainstellingen zijn aangegeven op de camera. De camera compenseert automatisch voor
variaties in de diafragmainstelling wanneer de camera in- of uitgezoomd is.
Alle vermelde gegevens zijn gemeten volgens de Canon-normen.Wijzigingen in de technische gegevens en het ontwerp van het product voorbehouden, zonder
voorafgaande kennisgeving.
NLD-13
Page 15
Uitsluitend bestemd voor de Europese Unie en EER (Noorwegen, IJsland en Liechtenstein)
Dit symbool geeft aan dat dit product in overeenstemming met de AEEA-richtlijn (2012/19/EU) en de nationale wetgeving niet mag worden afgevoerd met het huishoudelijk afval. Dit product moet worden ingeleverd bij een aangewezen, geautoriseerd inzamelpunt, bijvoorbeeld wanneer u een nieuw gelijksoortig product aanschaft, of bij een geautoriseerd inzamelpunt voor hergebruik van elektrische en elektronische apparatuur (EEA). Een onjuiste afvoer van dit type afval kan leiden tot negatieve effecten op het milieu en
elektronische apparatuur (EEA). Bovendien werkt u door een juiste afvoer van dit product mee aan het effectieve gebruik van natuurlijke hulpbronnen. Voor meer informatie over waar u uw afgedankte apparatuur kunt inleveren voor recycling kunt u contact opnemen met het gemeentehuis in uw woonplaats, de reinigingsdienst, of het afvalverwerkingsbedrijf. U kunt ook het schema voor de afvoer van afgedankte elektrische en elektronische apparatuur (AEEA) raadplegen. Ga voor meer informatie over het inzamelen en recyclen van afgedankte elektrische en elektronische apparatuur naar www.canon-europe.com/weee.
de volksgezondheid als gevolg van potentieel gevaarlijke stoffen die veel voorkomen in elektrische en
NLD-14
Page 16
CT1-8613-000 0316Ni © CANON INC. 2016
Loading...