Candy PG 750 DC X User Manual

KOOKPLATEN GEBRUIKSAANWIJZING
TABLES DE CUISSON NOTICE D’EMPLOI
HOBS USER INSTRUCTIONS
NL
FR
GBIE
2
AANWIJZIGEN VOOR DE INSTALLATEUR
INSTALLATIE
De installatie is de verantwoording van de koper. De fabrikant is vrijgesteld van deze verantwoordelijkheid. Als de service dients wordt ingeschakeld voor een defect ontstaan door foutieve installatie valt dit niet onder de garantie. Deze inbouwkookplaten zijn bestemd voor installatie in een werkblad dat bestand is tegen temperaturen van 100 °C en een dikte hebben tussen 25 en 45 mm. Voor de inbouwmaat dient u zich te houden aan de maten zoals aangegeven in figuur 1. De kookplaat dient zo te worden ingebouwd dat er aan de linker- en rechterzijde min­stens 15 cm. ruimte is tussen kookplaat en kasten of verticale panelen. De afstand tus­sen kookplaat en
achterwand dient minstens 5,5 cm. te zijn (fig. 2). De afstand tussen de kookplaat en ieder ander apparaat erboven (bijv. een afzuigkap) mag nooit kleiner zijn dan 70 cm. (fig. 2) Wanneer er een ruimte is tussen de inbouw kookplaat en de ruimte daaronder moet er een scheidingsplaat van isolatiemateriaal geplaatst worden (bijvoorbeeld hout). Tussen de scheidingsplaat en de bodem van de lade moet een ruimte zitten van minsten 10 mm (Fig. 3).
Belangrijk- op onderstaande tekening kunt u zien hoe de afdichtingskit moet worden aangebracht.
Het vastzetten in het meubel geschiedt door de bijgeleverde bevestigingsbeugels die aan de onderzijde op de daarvoor bestemde plaats worden vastgedraaid.
NL
Fig. 1
Fig. 2
Fig. 3
1
TECHNISCHE GEGEVENS
* (NL) Fabrieksopgave - NL cat. II2L3B/P ** (BE) Fabrieksopgave - BE cat. II2E+3+
Kookplaten A B C D
Tabel 1
Kookzones 4 gas 4 gas 3 gas 4 gas
1
elektrisch
1
elektrisch
– Type verwijzing (Type) PL03/PL04 PL03/PL04 PL03/PL04 PL03/PL04 Vlambeveiliging - / ja - / ja - / ja - / ja Dubbelrings workbrander DC ø 110 mm 1 1 - 1 Extra grote brander UR ø 110 mm 1 - 1 ­Aantal branders normaal SR ø 51mm 2 2 2 2 Aantal branders groot R ø 71 mm 1 1 - 1 Grill bakplaat - - - 1 Elektrische plaat PE - 1 1 ­Vermogen gas installatie:
- G20/20 mbar ** (METANO) 8,95 kW 8,95 kW 6,3 kW 8,95 kW
- G25/25 mbar * (METANO) 8,5 kW 8,5 kW 6 kW 8,5 kW
- G30/28-30 mbar (GPL) 649 g/h 649 g/h 456 g/h 649 g/h Installatie klasse 3 3 3 3 Spanning/frequentie 230V/50Hz 230V/50Hz 230V/50Hz 230V/50Hz Vermogen elektrische installatie - 450W 1400W ­Vonkonsteking ja ja ja ja Afmeting mm. 590x510 590x510 590x510 590x510
D
B
C
A
Dit apparaat is uitsluitend ontwikkeld voor huishoudelijk gebruik.
NL
4
Deze instructies zijn bedoeld voor personen die zijn geautoriseerd de apparaten te installeren volgens de normen. Welke ook intreden mogen doen bij elektrische apparatuur. Op de vangschaal is aangegeven voor welke type gas dit apparaat geschikt is. Zie ook het typeplaatje. Het is echter wel mogelijk ander soorten gas te gebruiken nadat enkele eenvoudige aanpassingen zijn uitgevoerd. (Zie instructies in volgende alinea’s). Het aansluiten van het apparaat op het gasnet of gasflessen dient te geschieden vol­gens de wettelijk geldende voorschriften. Eerst dient men te controleren of het appa­raat afgesteld is voor de gebruikte gassoort. Als dit niet het geval is, volg dan
de
aanwijzingen in hoofdstuk «Aanpassing aan diverse gassoorten». Indien men ge
bruik maakt van gasflessen dient men een drukregelaar te gebruiken die aan de wettelijke voorschriften voldoet. Belangrijk: Controleer, voor een veilig en optimaal gebruik en levensduur van het ap­paraat, of de gasdruk overeenkomt met de waarden in de tabel op pagina 6. Gebruik uitsluitend slangen en afdichtingsrubbertjes die volgens de geldende voorsch­riften zijn goedgekeurd.
Controleer bij aansluiting van de kookplaat op het gasnet dat de flexibele gasslang maximaal een afstand van twee meter mag overbruggen.
Belangrijk: controleer nadat u alle installatie handelingen heeft verricht de aan­sluitpunten op een goede afsluiting. Gebruik hiervoor een zeepsopje. Nooit een vlam. Controleer ook of de flexibele slang niet in aanraking komt met bewegende delen van de keukenmeubelen zoals een lade zodat de slang wordt beschadigd.
AANSLUITEN (GAS GEDEELTE)
NL
AANSLUITEN (ELEKTRISCHE GEDEELTE)
Controleer of de gegevens op het typeplaatje op het apparaat, die zich bevindt aan de binnenzijde onder in de kookplaat, en verzeker u er vervolgens van dat dit overeen­komt met de plaatselijk geldende normen nodig voor een goed functioneren. Voordat u het apparaat aansluit controleer of het goed is geaard. De aarding van het apparaat is wettelijk verplicht. De fabrikant is niet verantwoordelijk voor eventuele materiële of persoonlijke schade als gevolg van foutieve installaltie. Voor apparaten zonder stekker dient u een stekker op het aansluitsnoer te monteren die het vermogen als aangegeven op het typje plaatje kan verwerken. De aarde kabel is uitgevoerd in groengeel. De kabel moet altijd bereikbaar zijn.
Wanneer er een beschadiging is opgetreden aan het netsnoer dient deze vervangen te worden door een erkende reparateur, om onnodige risico’s te vermijden. De aarde-draad (groen en geel van kleur) moet ten minste 10 mm langer zijn dan de beide andere draden. De doorsnee van de kabel moet in een goede verhouding staan tot de maximale aansluitwaarde van de kookplaat. Zie voor de netspanningsgegevens het typeplaatje op de kookplaat en controleer of het nieuwe netsnoer van het type H05V2V2F is.
3
DE OMGEVING VOOR INSTALLATIE
Een gaskookplaat produceert tijdens het gebruik warmte en vocht in de ruimte waarin deze is geïn
stalleerd. Wilt u zeker zijn van een goede ventilatie
van de ruimte open
daar dan de ventilatieroosters
(fig. 2) of installeer een afzuigkap met een afvoer. Bij een intensief en langdurig gebruik van het apparaat kan het nodig zijn extra te ventileren door
bijvoorbeeld een raam open te zetten of de afzuig
kap op de hoogste
stand te zetten. Bij een kook
plaat met vlambeveiliging dient de ventilatieopening
(fig. 2)
minimaal 200 cm
2
te zijn. In het geval dat er geen mogelijkheid is om een afzuigkap te installeren, is het nodig een elektrische ventilator te plaatsen, met afvoer of in het raam. Deze ventilator moet geschikt zijn voor een keuken en een capaciteit hebben van 3 tot 5 maal het volume van de keuken per uur. De installateur dient zich te houden aan de geldende wetge­ving.
Wanneer de kookplaat geïnstalleerd wordt boven een oven zonder mantelkoeling, is het aan te bevelen dat er ventilatieopeningen worden gemaakt om een goede ventilatie te waarborgen. De afmeting van deze opening dient ten minste 300 cm
2
te zijn met plaatsing zoals is
weergegeven in fig. 4.
FIG. 4
60 Cm
2
240 Cm
2
120 Cm
2
180 Cm
2
NL
ONDERSTROOM
L
GEAARD
NEUTRAAL N
HOOFDAANVOER
BRUINE DRAAD GROEN/GELE DRAAD BLAUWE DRAAD
ELECTRICITEITSKABEL
Conformiteitsverklaring. Dit apparaat, het gedeelte dat wordt aangesloten op het licht­net, is conform de richtlijnen van de CEE 89/109.
Het apparaat is conform de Europese richtlijnen 89/336/CEE, 90/396/CEE, 73/23/CEE en daaropvolgende modificaties.
6
Fig. 7 Fig. 8
BRANDERDEKSEL
BRUNDERVOET
AFSTELBUISJE
SCHROEFJE
KLEINE
NORMAAL
GROTE
DUBBELRINGS EXTRA GROTE
VISBRANDER
Voor maten (x) zie tabel gasverbruik
AFSTELLING VAN DE BRANDERS
Wanneer de branders zijn verwisseld, is het noodzakelijk de afstelling van de branders opnieuw uit te voeren door te beginnen vanuit stand “X” zoals in de tabel “gasverbruik” fig.7. Waarschuwing: de waarde van stand “X” is afhankelijk de brander en het type gas dat wordt gebruikt. Een goede gasvlam heeft een middelmatige lengte (fig. 8B), teveel aan lucht veroor­zaakt dat de vlam te kort wordt en felle kleuren laat zien (fig. 8C): trek in dit geval de buis voor de toevoer iets uit het branderhuis. Bij een tekort aan lucht zal de vlam zwak en lang worden (fig. 8A) Hiervoor dient u de toevoerbuis juist iets terug te drukken het branderhuis in. Na de goede stand te hebben gekozen kunt u de buis vastzetten door de schroef aan te draaien (fig. 7).
afstel­buisje
4 mm
2 mm 13 mm 15 mm
Werkende
brander
groot
normaal
dubbelrings
extra grote
Ø 1/100 mm
inspuitstuk
120
93 2x94 2x94
Ø 1/100 mm inspuitstuk
80 61
2x65
2x65
Qn
kW
2,65
1,5 3,3 3,3
l/h
G20 252 143 314 314
g/h
G30 193 109 238 238
g/h
G31 189 107 236 236
Qn kW
2,5
1,45
3,1 3,1
l/h
G25 277 161 343 343
Qmin.
kW 0,650 0,380 0,900 0,900
afstel­buisje
4 mm
2 mm 13 mm 15 mm
afstel­buisje
2 mm 5 mm 0 mm 0 mm
G20 G30 G25 G31
G30 G31
G20/G25
G20 20mbar G30 29mbar G31 37mbar
G25
Afstand «X» aan de hand van het type gas
Tabel gasverbruik 1W = 0,860 kcal/h
afstel-
buisje 5 mm
7 mm 15 mm 15 mm
NLNL
5
1) Draai de onderde­len vast volgens de te­kening. A) Gasbuis B) Pakking C)
Draaibare gasnippel
2) Draai de nippel in de gewenste richting en draai vervolgens met de steksleutels stevig vast.
3) Verbindt de gasnip­pel aan de toevoer (buis/of slang).
Let op
Sommige modellen zijn uitgevoerd met zowel de conische als cylindrische aansluiting voor de gastoevoer. Selecteer het juiste type voor uw aansluiting.
Om schade aan de kookplaat te voorkomen, dient de installatie te gebeuren volgens deze volgorde:
Fig. 5
A B
Cylindrische
Conische
AANPASSEN AAN DIVERSE SOORTEN GAS
Om de kookplaat aan een andere gassoort aan te passen, dient u de volgende hande­lingen uit te voeren. — verwijder pannendrager en branders — gebruik de bijgeleverde pijpsleutel om via de opening (fig. 6) van de branders bij
de branderbasis te komen
draai de inspuiter los en vervang deze door het passende type (zie tabel gasverbruik)
— Stel de brander af.
Fig. 6
8
GEBRUIK VAN DE ELEKTRISCHE KOOKZONES
Positie
0 UIT
1 ZEER LAAG Bordenwarmen, smelten van boter en chocolade...
2 LAAG Opwarmen van kleine hoeveelheden en malen van sauzen...
3 ZACHT Koken van zachte groente, fruit. Aan de kook houden van water...
4 GEMIDDELD Doorkoken van groente, pasta en bereiden van vis...
5 HOOG Vlees braden...
6 ZEER HOOG Aan de kook brengen. Braden en frituren...
Als na verloop van tijd de gaskranen moeilijk vast te draaien zijn, is het noodzakelijk deze te smeren. Dit kan enkel worden uitgevoerd door een erkende technicus. Sommige kookplaten zijn uitgerust met een kleine grill bakplaat. Deze is enkel te ge­bruiken boven de medium brander. De kookplaten die zijn voorzien van een kleine elektrische plaat (ø 80 mm) hebben ook een gietijzeren plaat. Deze is alleen te gebruiken in combinatie met de elektrische plaat. Deze gietijzeren plaat mag nimmer worden gebruikt boven de gasbranders. Waarschuwing: Gebruik de elektrische plaat pas na het lezen van de paragraaf over de keuze van pannen in “Het gebruik van elektrische kookplaten”.
GEBRUIK VAN ELEKTRISCHE KOOKZONES
Om de elektrische kookzones aan te zetten, is het voldoende om de knop op de gewenste kookstand te zetten. Voor optimale prestaties met een minimum aan ener­gieverbruik kunt u de volgende tabel raadplegen.
NLNL
7
Als u deze aanpassingen heeft afgerond verwijder dan het etiket met de gaswaar­den en vervang deze door een etiket met de juiste waarden.
INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
Dit apparaat is ontwikkeld en geproduceerd voor koken bij huishoudelijk gebruik. Elke andere vorm van gebruik is onjuist en derhalve gevaarlijk. De fabrikant kan niet aansprakelijk worden gesteld voor eventuele schade veroorzaakt door onjuist, onredelijk en onverantwoord gebruik.
GEBRUIK VAN DE GASBRANDERS
Om de brander aan te steken (bij versie zonder vonkontsteking) houdt u eerst een vlam bij de brander en drukt u de knop naar beneden en draait u de knop tegen de wijzers van de klok in tot maximum. Als u de branders lange tijd niet gebruikt heeft, kan het zijn dat er een beetje lucht in de gasbuizen zit. Houdt er rekening mee dat de onsteking dan iets langer kan duren. Voor apparaten met een elektronische onsteking geldt het volgende:
• Druk en draai de knop tegen de klok in naar het * symbool.
• Onsteekt de brander door het indrukken van een ontstekingsknop. Bij een kookplaat met een automatische ontsteking hoeft u slechts de knop in te drukken en vervolgens naar het * symbool te draaien.
De vonkontsteking werkt continu zolang de knop wordt ingedrukt.
Wanneer de vlam niet binnen 5 seconden is ontstoken draai de knop terug naar nul en herhaal de procedure. Voor modellen uitgevoerd met een veiligheidsventiel, welke de gastoevoer afsluit wan­neer de vlam gedoofd is, worden de branders op dezelfde manier ontstoken. Het is belangrijk om de knop 5 seconden in gedrukt te houden nadat de vlam ontstoken is. Daarna zal de vlam blijven branden.
LET OP:
Voordat de kookplaat wordt gebruikt dient u er zeker van te zijn dat de
branders en branderdeksels op een correcte wijze zijn geplaatst.
Voor optimaal gebruik van de branders raden wij u aan pannen te gebruiken die bij de branders passen. Zie figuur op pagina 1
Brander rechtsvoor diameter 12 tot 18 cm Brander linksvoor diameter 12 tot 18 cm Brander rechtsachter diameter 18 tot 24 cm Brander linksachter diameter 24 tot 26 cm
In het geval dat u kleinere pannen wilt gebruiken, dient u zich er van te verzekeren dat u de vlam zo instelt dat deze net de onderzijde van de pan raakt. Het gebruik van holle of bolle pannen wordt ernstig afgeraden.
WAARSCHUWING: in het geval dat de vlam een keer te groot wordt, draai dan de knop dicht en wacht minstens 1 minuut alvorens u de gaspit weer ontsteekt.
Voordat u de glasdeksel (optioneel) sluit, dient u zich er van te verzekeren dat de bran­ders uit en volledig afgekoeld zijn. Dit om breuk door een thermische schok te voorko­men.
DE LAAGSTANDAFSTELLING
Steek de brander aan en draai de knop op de laagste positie en verwijder de knop. Vervolgens kunt u met een kleine schroevedraaier een schroefje bovenop de gaskraan draaien (fig. 9). Tegen de wijzers van de klok in voor een hogere gastoevoer, met de wijzers van de klok mee voor een lagere gastoevoer. Probeer een vlam van 3 á 4 mm. te krijgen. Bij gebruik van flessengas (Butaan of LPG) moet de schoef van de laagste
stand met de klok mee tot het einde worden aangedraaid.
Afstelschroefje laagstand van de branders
Fig. 9
9
NLNL
10
TECHNISCHE DIENST
Het kan natuurlijk gebeuren dat er met uw kookplaat iets niet in orde is. Alvorens de service dients te bellen (in het geval dat de kookplaat niet goed werkt):
— controleer of de stekker juist is aangesloten en in het stopcontact zit; — controleer of de gastoevoer goed is. In het geval dat er iets niet functioneert, haal dan de stroom van het apparaat. Maak het apparaat in geen geval open maar neem contact op met de Technische dienst. Het apparaat is voorzien van een standaard garantie certificaat. Dit geeft u, in combi­natie met de aankoopnota, recht op één jaar volledige garantie.
AFDEKPLAAT
De afdekplaat is beschikbaar als accessoire. Voor de Nederlandse markt geldt dat de afdekplaat beperkt leverbaar is, informeer bij uw dealer.
Voordat u de afdekplaat sluit, dient u zich er van te verzekeren dat de kookzones uit zijn en volledig zijn afgekoeld. Dit ter voorkoming om glasbreuk door een thermische schok te voorkomen. Indien u knoeit op de afdekplaat, moet u dit van de afdekplaat verwijderen voordat deze wordt geopend.
De frabrikant is niet verantwoordelijk voor mogelijke fouten in de gebruiksaanwijzing veroorzaakt door druk­of zetfouten. De fabrikant behoudt zich het recht voor de produkten tussentijds te wijzigen indien zij dit nodig of nuttig acht. Deze gebruiksaanwijzing is beschikbaar in Duitse versie.
Fig. 10
JA NEE NEE NEE NEE
Wanneer de electrische plaat in gebruik is zal een indicatielampje blyven branden.
De extra elektrische plaat (ø 80 mm) kan aan en uit gezet worden door het indrukken van de knop 0/I. De plaat heeft geen variabele vermogensstanden.
Bij het gebruik van de elektrische kookzones raden wij u aan pannen te gebruiken met een vlakke bodem en een diameter die overeenkomt met die van de gekozen kookzo­ne. Zeker geen kleinere diameter gebruiken (fig. 10). Wij raden u aan de bodem van de pan goed te drogen bij eventueel overkoken. Laat nooit een kookzone aanstaan zonder pan of met een lege pan.
ONDERHOUD EN REINIGEN
Voordat u gaat demonteren of schoonmaken dient u de stroomvoorziening af te sluiten door de stekker uit het stopcontact te halen of de stroomtoevoer via de zekering af te sluiten. Zorg ervoor dat het apparaat volledig is afgekoeld. Reinig de geëmailleerde, verchroomde en geverfde delen met handwarm water en met een niet agressieve allesreiniger. Gebruik voor de roestvrijstalen delen een rvs reiniger die gewoon in de winkel verkrijg­baar is. Aluminium kunt u het beste reinigen door eerst met een met olie doordrenkte doek te poetsen en dit vervolgens met een alcoholhoudend middel af te nemen. Gebruik tijdens het schoonmaken nooit: schuurmiddelen, bijtende schoonmaakmidde­len, bleekmiddel of zuren. Voorkom dat er op de geëmaillerde, roestvrijstalen of geverfde delen zuren blijven lig­gen (azijn, citroensap etc.) De brandervoet kunt u reinigen met water en allesreinger. Als u de oorspronkelijk glans terug wilt krijgen, kunt u een speciaal schoonmaakmiddel voor aluminiumlegeringen gebruiken. De branderdeksel, gemaakt van staal met emaille, kunt u reinigen in warm water met reinigingsmiddel. U dient alle aangekoekte deeltjes te verwijderen die onregelmatigheid in de vlam kunnen veroorzaken. Na het reinigen moeten brandervoet en branderdeksel goed worden gedroogd. Let hierbij op de de buisjes in de brandervoet. Zet daarna de branders zorgvuldig op hun plaats.
LET OP: Zorg er voor dat na het schoonmaken de branders op de juiste plaats zitten en dat de branderdeksel goed op de brandervoet zit. Dit om een slecht vlambeeld en schade aan de brandervoet te voorkomen.
Loading...
+ 11 hidden pages