Candy PG 750 DC X Manual

0 (0)

NL KOOKPLATEN

GEBRUIKSAANWIJZING

FR TABLES DE CUISSON

NOTICE D’EMPLOI

IE GB HOBS

USER INSTRUCTIONS

NL BE GB

Candy PG 750 DC X Manual

TECHNISCHE GEGEVENS

 

Tabel 1

Kookplaten

 

 

A

B

C

D

 

 

 

 

 

 

 

Kookzones

 

 

4 gas

4 gas

3 gas

4 gas

 

 

 

1 elektrisch

1 elektrisch

Type verwijzing

(Type)

 

PL03/PL04

PL03/PL04

PL03/PL04

PL03/PL04

Vlambeveiliging

 

 

- / ja

- / ja

- / ja

- / ja

Dubbelrings workbrander DC ø 1 10 mm

 

1

1

-

1

Extra grote brander

UR ø 1 10 mm

 

1

-

1

-

Aantal branders normaal

SR ø 51mm

 

2

2

2

2

Aantal branders groot

R ø 71 mm

 

1

1

-

1

Grill bakplaat

 

 

-

-

-

1

Elektrische plaat

PE

 

-

1

1

-

Vermogen gas installatie:

 

 

 

 

 

 

- G20/20 mbar **

(METANO)

 

8,95 kW

8,95 kW

6,3 kW

8,95 kW

- G25/25 mbar *

(METANO)

 

8,5 kW

8,5 kW

6 kW

8,5 kW

- G30/28-30 mbar

(GPL)

 

649 g/h

649 g/h

456 g/h

649 g/h

Installatie klasse

 

 

3

3

3

3

Spanning/frequentie

 

 

230V/50Hz

230V/50Hz

230V/50Hz

230V/50Hz

Vermogen elektrische installatie

 

-

450W

1400W

-

Vonkonsteking

 

 

ja

ja

ja

ja

Afmeting

mm.

 

590x510

590x510

590x510

590x510

 

 

 

 

 

 

* (NL) Fabrieksopgave - NL cat. II2L3B/P

** (BE) Fabrieksopgave - BE cat. II2E+3+

 

A

C

Dit apparaat is uitsluitend ontwikkeld voor huishoudelijk gebruik.

NL

1

AANWIJZIGEN VOOR DE INSTALLATEUR

INSTALLATIE

De installatie is de verantwoording van de koper. De fabrikant is vrijgesteld van deze verantwoordelijkheid. Als de service dients wordt ingeschakeld voor een defect ontstaan door foutieve installatie valt dit niet onder de garantie.

Deze inbouwkookplaten zijn bestemd voor installatie in een werkblad dat bestand is tegen temperaturen van 100 °C en een dikte hebben tussen 25 en 45 mm. Voor de inbouwmaat dient u zich te houden aan de maten zoals aangegeven in figuur 1.

De kookplaat dient zo te worden ingebouwd dat er aan de linkeren rechterzijde minstens 15 cm. ruimte is tussen kookplaat en kasten of verticale panelen. De afstand tussen kookplaat en achterwand dient minstens 5,5 cm. te zijn (fig. 2).

De afstand tussen de kookplaat en ieder ander apparaat erboven (bijv. een afzuigkap) mag nooit kleiner zijn dan 70 cm. (fig. 2)

Wanneer er een ruimte is tussen de inbouw kookplaat en de ruimte daaronder moet er een scheidingsplaat van isolatiemateriaal geplaatst worden (bijvoorbeeld hout). Tussen de scheidingsplaat en de bodem van de lade moet een ruimte zitten van minsten 10 mm (Fig. 3).

Belangrijkop onderstaande tekening kunt u zien hoe de afdichtingskit moet worden aangebracht.

Het vastzetten in het meubel geschiedt door de bijgeleverde bevestigingsbeugels die aan de onderzijde op de daarvoor bestemde plaats worden vastgedraaid.

Fig. 1

Fig. 2

Fig. 3

2 NL

Wanneer de kookplaat geïnstalleerd wordt boven een oven zonder mantelkoeling, is het aan te bevelen dat er ventilatieopeningen worden gemaakt om een goede ventilatie te waarborgen.

De afmeting van deze opening dient ten minste 300 cm2 te zijn met plaatsing zoals is weergegeven in fig. 4.

FIG. 4

60 Cm2

120 Cm2

240 Cm2

180 Cm2

DE OMGEVING VOOR INSTALLATIE

Een gaskookplaat produceert tijdens het gebruik warmte en vocht in de ruimte waarin deze is geïnstalleerd. Wilt u zeker zijn van een goede ventilatie van de ruimte open daar dan de ventilatieroosters (fig. 2) of installeer een afzuigkap met een afvoer.

Bij een intensief en langdurig gebruik van het apparaat kan het nodig zijn extra te ventileren door bijvoorbeeld een raam open te zetten of de afzuigkap op de hoogste stand te zetten. Bij een kookplaat met vlambeveiliging dient de ventilatieopening (fig. 2) minimaal 200 cm2 te zijn.

In het geval dat er geen mogelijkheid is om een afzuigkap te installeren, is het nodig een elektrische ventilator te plaatsen, met afvoer of in het raam. Deze ventilator moet geschikt zijn voor een keuken en een capaciteit hebben van 3 tot 5 maal het volume van de keuken per uur. De installateur dient zich te houden aan de geldende wetgeving.

NL

3

AANSLUITEN (ELEKTRISCHE GEDEELTE)

Controleer of de gegevens op het typeplaatje op het apparaat, die zich bevindt aan de binnenzijde onder in de kookplaat, en verzeker u er vervolgens van dat dit overeenkomt met de plaatselijk geldende normen nodig voor een goed functioneren.

Voordat u het apparaat aansluit controleer of het goed is geaard.

De aarding van het apparaat is wettelijk verplicht. De fabrikant is niet verantwoordelijk voor eventuele materiële of persoonlijke schade als gevolg van foutieve installaltie. Voor apparaten zonder stekker dient u een stekker op het aansluitsnoer te monteren die het vermogen als aangegeven op het typje plaatje kan verwerken. De aarde kabel is uitgevoerd in groengeel.

De kabel moet altijd bereikbaar zijn.

Wanneer er een beschadiging is opgetreden aan het netsnoer dient deze vervangen te worden door een erkende reparateur, om onnodige risico’s te vermijden.

De aarde-draad (groen en geel van kleur) moet ten minste 10 mm langer zijn dan de beide andere draden. De doorsnee van de kabel moet in een goede verhouding staan tot de maximale aansluitwaarde van de kookplaat. Zie voor de netspanningsgegevens het typeplaatje op de kookplaat en controleer of het nieuwe netsnoer van het type H05V2V2F is.

 

ONDERSTROOM

 

 

L

 

 

 

 

BRUINE DRAAD

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

HOOFDAANVOER

GEAARD

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

GROEN/GELE DRAAD

ELECTRICITEITSKABEL

 

NEUTRAAL

 

 

N

 

 

 

 

BLAUWE DRAAD

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Conformiteitsverklaring. Dit apparaat, het gedeelte dat wordt aangesloten op het lichtnet, is conform de richtlijnen van de CEE 89/109.

Het apparaat is conform de Europese richtlijnen 89/336/CEE, 90/396/CEE, 73/23/CEE en daaropvolgende modificaties.

AANSLUITEN (GAS GEDEELTE)

Deze instructies zijn bedoeld voor personen die zijn geautoriseerd de apparaten te installeren volgens de normen. Welke ook intreden mogen doen bij elektrische apparatuur.

Op de vangschaal is aangegeven voor welke type gas dit apparaat geschikt is. Zie ook het typeplaatje.

Het is echter wel mogelijk ander soorten gas te gebruiken nadat enkele eenvoudige aanpassingen zijn uitgevoerd. (Zie instructies in volgende alinea’s).

Het aansluiten van het apparaat op het gasnet of gasflessen dient te geschieden volgens de wettelijk geldende voorschriften. Eerst dient men te controleren of het apparaat afgesteld is voor de gebruikte gassoort. Als dit niet het geval is, volg dan de aanwijzingen in hoofdstuk «Aanpassing aan diverse gassoorten». Indien men ge bruik maakt van gasflessen dient men een drukregelaar te gebruiken die aan de wettelijke voorschriften voldoet.

Belangrijk: Controleer, voor een veilig en optimaal gebruik en levensduur van het apparaat, of de gasdruk overeenkomt met de waarden in de tabel op pagina 6.

Gebruik uitsluitend slangen en afdichtingsrubbertjes die volgens de geldende voorschriften zijn goedgekeurd.

Controleer bij aansluiting van de kookplaat op het gasnet dat de flexibele gasslang maximaal een afstand van twee meter mag overbruggen.

Belangrijk: controleer nadat u alle installatie handelingen heeft verricht de aansluitpunten op een goede afsluiting. Gebruik hiervoor een zeepsopje. Nooit een vlam. Controleer ook of de flexibele slang niet in aanraking komt met bewegende delen van de keukenmeubelen zoals een lade zodat de slang wordt beschadigd.

4

NL

Om schade aan de kookplaat te voorkomen, dient de installatie te gebeuren volgens deze volgorde:

1) Draai de onderdelen vast volgens de tekening.

A)Gasbuis

B)Pakking

C)Draaibare gasnippel

2) Draai de nippel in de gewenste richting en draai vervolgens met de steksleutels stevig vast.

3) Verbindt de gasnippel aan de toevoer (buis/of slang).

Let op

Sommige modellen zijn uitgevoerd met zowel de conische als cylindrische aansluiting voor de gastoevoer. Selecteer het juiste type voor uw aansluiting.

Fig. 5

A B

Cylindrische Conische

AANPASSEN AAN DIVERSE SOORTEN GAS

Om de kookplaat aan een andere gassoort aan te passen, dient u de volgende handelingen uit te voeren.

verwijder pannendrager en branders

gebruik de bijgeleverde pijpsleutel om via de opening (fig. 6) van de branders bij de branderbasis te komen

draai de inspuiter los en vervang deze door het passende type (zie tabel gasverbruik)

Stel de brander af.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Fig. 6

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Tabel gasverbruik

 

 

 

 

1W = 0,860 kcal/h

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Afstand «X» aan de hand van het type gas

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

G20/G25

G30

G20 20mbar

 

 

 

G25

 

 

 

G20

G30

G25

G31

 

G31

G30 29mbar

 

 

 

 

 

 

 

 

 

G31 37mbar

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Werkende

Ø 1/100 mm

Ø 1/100 mm

Qn

l/h

g/h

g/h

Qn

l/h

 

Qmin.

afstel-

afstel-

afstel-

afstel-

brander

inspuitstuk

inspuitstuk

kW

G20

G30

G31

kW

G25

 

kW

buisje

buisje

buisje

buisje

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

groot

120

 

80

2,65

252

193

189

2,5

277

 

0,650

4 mm

2 mm

4 mm

5 mm

normaal

93

 

61

1,5

143

109

107

1,45

161

 

0,380

2 mm

5 mm

2 mm

7 mm

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

dubbelrings

2x94

2x65

3,3

314

238

236

3,1

343

 

0,900

13 mm

0 mm

13 mm

15 mm

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

extra grote

2x94

2x65

3,3

314

238

236

3,1

343

 

0,900

15 mm

0 mm

15 mm

15 mm

AFSTELLING VAN DE BRANDERS

Wanneer de branders zijn verwisseld, is het noodzakelijk de afstelling van de branders opnieuw uit te voeren door te beginnen vanuit stand “X” zoals in de tabel “gasverbruik” fig.7. Waarschuwing: de waarde van stand “X” is afhankelijk de brander en het type gas dat wordt gebruikt.

Een goede gasvlam heeft een middelmatige lengte (fig. 8B), teveel aan lucht veroorzaakt dat de vlam te kort wordt en felle kleuren laat zien (fig. 8C): trek in dit geval de buis voor de toevoer iets uit het branderhuis.

Bij een tekort aan lucht zal de vlam zwak en lang worden (fig. 8A) Hiervoor dient u de toevoerbuis juist iets terug te drukken het branderhuis in. Na de goede stand te hebben gekozen kunt u de buis vastzetten door de schroef aan te draaien (fig. 7).

Voor maten (x) zie tabel gasverbruik

 

KLEINE

 

 

 

 

NORMAAL

 

 

 

BRANDERDEKSEL

GROTE

 

 

 

 

SCHROEFJE

 

 

 

BRUNDERVOET

 

 

 

 

 

AFSTELBUISJE

 

 

 

 

DUBBELRINGS

 

 

 

 

EXTRA GROTE

Fig. 7

 

Fig. 8

 

VISBRANDER

 

NL

5

6

NL

DE LAAGSTANDAFSTELLING

Steek de brander aan en draai de knop op de laagste positie en verwijder de knop. Vervolgens kunt u met een kleine schroevedraaier een schroefje bovenop de gaskraan draaien (fig. 9). Tegen de wijzers van de klok in voor een hogere gastoevoer, met de wijzers van de klok mee voor een lagere gastoevoer. Probeer een vlam van 3 á 4 mm. te krijgen. Bij gebruik van flessengas (Butaan of LPG) moet de schoef van de laagste stand met de klok mee tot het einde worden aangedraaid.

Afstelschroefje laagstand van de branders

Fig. 9

Als u deze aanpassingen heeft afgerond verwijder dan het etiket met de gaswaarden en vervang deze door een etiket met de juiste waarden.

INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK

Dit apparaat is ontwikkeld en geproduceerd voor koken bij huishoudelijk gebruik. Elke andere vorm van gebruik is onjuist en derhalve gevaarlijk.

De fabrikant kan niet aansprakelijk worden gesteld voor eventuele schade veroorzaakt door onjuist, onredelijk en onverantwoord gebruik.

GEBRUIK VAN DE GASBRANDERS

Om de brander aan te steken (bij versie zonder vonkontsteking) houdt u eerst een vlam bij de brander en drukt u de knop naar beneden en draait u de knop tegen de wijzers van de klok in tot maximum.

Als u de branders lange tijd niet gebruikt heeft, kan het zijn dat er een beetje lucht in de gasbuizen zit. Houdt er rekening mee dat de onsteking dan iets langer kan duren. Voor apparaten met een elektronische onsteking geldt het volgende:

Druk en draai de knop tegen de klok in naar het * symbool.

Onsteekt de brander door het indrukken van een ontstekingsknop.

Bij een kookplaat met een automatische ontsteking hoeft u slechts de knop in te drukken en vervolgens naar het * symbool te draaien.

De vonkontsteking werkt continu zolang de knop wordt ingedrukt.

Wanneer de vlam niet binnen 5 seconden is ontstoken draai de knop terug naar nul en herhaal de procedure.

Voor modellen uitgevoerd met een veiligheidsventiel, welke de gastoevoer afsluit wanneer de vlam gedoofd is, worden de branders op dezelfde manier ontstoken. Het is belangrijk om de knop 5 seconden in gedrukt te houden nadat de vlam ontstoken is.

Daarna zal de vlam blijven branden.

LET OP: Voordat de kookplaat wordt gebruikt dient u er zeker van te zijn dat de branders en branderdeksels op een correcte wijze zijn geplaatst.

NL

7

Voor optimaal gebruik van de branders raden wij u aan pannen te gebruiken die bij de branders passen. Zie figuur op pagina 1

Brander rechtsvoor

diameter 12 tot 18 cm

Brander linksvoor

diameter 12 tot 18 cm

Brander rechtsachter

diameter 18 tot 24 cm

Brander linksachter

diameter 24 tot 26 cm

In het geval dat u kleinere pannen wilt gebruiken, dient u zich er van te verzekeren dat u de vlam zo instelt dat deze net de onderzijde van de pan raakt. Het gebruik van holle of bolle pannen wordt ernstig afgeraden.

WAARSCHUWING: in het geval dat de vlam een keer te groot wordt, draai dan de knop dicht en wacht minstens 1 minuut alvorens u de gaspit weer ontsteekt.

Voordat u de glasdeksel (optioneel) sluit, dient u zich er van te verzekeren dat de branders uit en volledig afgekoeld zijn. Dit om breuk door een thermische schok te voorkomen.

Als na verloop van tijd de gaskranen moeilijk vast te draaien zijn, is het noodzakelijk deze te smeren. Dit kan enkel worden uitgevoerd door een erkende technicus. Sommige kookplaten zijn uitgerust met een kleine grill bakplaat. Deze is enkel te gebruiken boven de medium brander.

De kookplaten die zijn voorzien van een kleine elektrische plaat (ø 80 mm) hebben ook een gietijzeren plaat. Deze is alleen te gebruiken in combinatie met de elektrische plaat. Deze gietijzeren plaat mag nimmer worden gebruikt boven de gasbranders.

Waarschuwing: Gebruik de elektrische plaat pas na het lezen van de paragraaf over de keuze van pannen in “Het gebruik van elektrische kookplaten”.

GEBRUIK VAN ELEKTRISCHE KOOKZONES

Om de elektrische kookzones aan te zetten, is het voldoende om de knop op de gewenste kookstand te zetten. Voor optimale prestaties met een minimum aan energieverbruik kunt u de volgende tabel raadplegen.

GEBRUIK VAN DE ELEKTRISCHE KOOKZONES

Positie

 

 

 

 

 

 

 

0

UIT

 

 

 

 

 

 

1

ZEER LAAG

Bordenwarmen, smelten van boter en chocolade...

 

 

 

 

 

2

LAAG

Opwarmen van kleine hoeveelheden en malen van sauzen...

 

 

 

 

 

3

ZACHT

Koken van zachte groente, fruit. Aan de kook houden van water...

 

 

 

 

 

4

GEMIDDELD

Doorkoken van groente, pasta en bereiden van vis...

 

 

 

 

 

5

HOOG

Vlees braden...

 

 

 

 

 

6

ZEER HOOG

Aan de kook brengen. Braden en frituren...

 

 

 

 

 

 

 

8

NL

Wanneer de electrische plaat in gebruik is zal een indicatielampje blyven branden.

De extra elektrische plaat (ø 80 mm) kan aan en uit gezet worden door het indrukken van de knop 0/I. De plaat heeft geen variabele vermogensstanden.

Bij het gebruik van de elektrische kookzones raden wij u aan pannen te gebruiken met een vlakke bodem en een diameter die overeenkomt met die van de gekozen kookzone. Zeker geen kleinere diameter gebruiken (fig. 10). Wij raden u aan de bodem van de pan goed te drogen bij eventueel overkoken. Laat nooit een kookzone aanstaan zonder pan of met een lege pan.

JA

NEE

NEE

NEE

NEE

Fig. 10

ONDERHOUD EN REINIGEN

Voordat u gaat demonteren of schoonmaken dient u de stroomvoorziening af te sluiten door de stekker uit het stopcontact te halen of de stroomtoevoer via de zekering af te sluiten. Zorg ervoor dat het apparaat volledig is afgekoeld.

Reinig de geëmailleerde, verchroomde en geverfde delen met handwarm water en met een niet agressieve allesreiniger.

Gebruik voor de roestvrijstalen delen een rvs reiniger die gewoon in de winkel verkrijgbaar is.

Aluminium kunt u het beste reinigen door eerst met een met olie doordrenkte doek te poetsen en dit vervolgens met een alcoholhoudend middel af te nemen.

Gebruik tijdens het schoonmaken nooit: schuurmiddelen, bijtende schoonmaakmiddelen, bleekmiddel of zuren.

Voorkom dat er op de geëmaillerde, roestvrijstalen of geverfde delen zuren blijven liggen (azijn, citroensap etc.)

De brandervoet kunt u reinigen met water en allesreinger. Als u de oorspronkelijk glans terug wilt krijgen, kunt u een speciaal schoonmaakmiddel voor aluminiumlegeringen gebruiken.

De branderdeksel, gemaakt van staal met emaille, kunt u reinigen in warm water met reinigingsmiddel. U dient alle aangekoekte deeltjes te verwijderen die onregelmatigheid in de vlam kunnen veroorzaken.

Na het reinigen moeten brandervoet en branderdeksel goed worden gedroogd. Let hierbij op de de buisjes in de brandervoet. Zet daarna de branders zorgvuldig op hun plaats.

LET OP: Zorg er voor dat na het schoonmaken de branders op de juiste plaats zitten en dat de branderdeksel goed op de brandervoet zit. Dit om een slecht vlambeeld en schade aan de brandervoet te voorkomen.

TECHNISCHE DIENST

Het kan natuurlijk gebeuren dat er met uw kookplaat iets niet in orde is. Alvorens de service dients te bellen (in het geval dat de kookplaat niet goed werkt):

controleer of de stekker juist is aangesloten en in het stopcontact zit;

controleer of de gastoevoer goed is.

In het geval dat er iets niet functioneert, haal dan de stroom van het apparaat. Maak het apparaat in geen geval open maar neem contact op met de Technische dienst. Het apparaat is voorzien van een standaard garantie certificaat. Dit geeft u, in combinatie met de aankoopnota, recht op één jaar volledige garantie.

AFDEKPLAAT

De afdekplaat is beschikbaar als accessoire. Voor de Nederlandse markt geldt dat de afdekplaat beperkt leverbaar is, informeer bij uw dealer.

Voordat u de afdekplaat sluit, dient u zich er van te verzekeren dat de kookzones uit zijn en volledig zijn afgekoeld. Dit ter voorkoming om glasbreuk door een thermische schok te voorkomen. Indien u knoeit op de afdekplaat, moet u dit van de afdekplaat verwijderen voordat deze wordt geopend.

De frabrikant is niet verantwoordelijk voor mogelijke fouten in de gebruiksaanwijzing veroorzaakt door drukof zetfouten. De fabrikant behoudt zich het recht voor de produkten tussentijds te wijzigen indien zij dit nodig of nuttig acht.

Deze gebruiksaanwijzing is beschikbaar in Duitse versie.

NL

9

10

NL

Loading...
+ 11 hidden pages