A.u.b. de volgende gegevens invullen voor toekomstige
referentie:
Modelnummer: MFC-490CW
1
Serienummer:
Aankoopdatum:
Plaats van aankoop:
1
Het serienummer staat op de achterkant van het
apparaat. Bewaar deze gebruikershandleiding samen
met uw kassabon als aankoopbewijs in geval van
diefstal of brand of voor service die onder de garantie
valt.
Registreer uw product online op
http://www.brother.com/registration/
Door uw product bij Brother te registreren, wordt u geregistreerd als de
originele eigenaar van het product. Uw registratie bij Brother:
kan eventueel als bevestiging van de aankoopdatum van uw product
dienen, mocht u uw kassabon verliezen; en
kan eventueel een verzekeringsclaim van u ondersteunen, in geval
het product verloren gaat en dit gedekt is door de verzekering.
Informatie over goedkeuring en mededeling
aangaande samenstelling en publicatie
DEZE APPARATUUR IS ONTWORPEN VOOR GEBRUIK MET EEN DUBBELDRAADS
ANALOOG PSTN-SNOER, VOORZIEN VAN DE PASSENDE CONNECTOR.
INFORMATIE OVER GOEDKEURING
Brother wijst erop dat dit product mogelijk niet goed functioneert in een ander land dan dat waarin
het oorspronkelijk werd aangekocht, en biedt geen garantie indien dit product wordt gebruikt op
openbare telecommunicatielijnen in een ander land.
Samenstelling en publicatie
Deze handleiding is samengesteld en gepubliceerd onder supervisie van Brother Industries, Ltd.
De nieuwste productgegevens en -specificaties zijn in deze handleiding verwerkt.
De inhoud van deze handleiding en de specificaties van dit product kunnen zonder voorafgaande
kennisgeving worden gewijzigd.
Brother behoudt zich het recht voor om de specificaties en de inhoud van deze handleiding zonder
voorafgaande kennisgeving te wijzigen. Brother is niet verantwoordelijk voor enige schade (met
inbegrip van gevolgschade) voortvloeiend uit het gebruik van deze handleiding of de daarin
beschreven producten, inclusief maar niet beperkt tot zetfouten en andere fouten in deze
publicatie.
i
EG-conformiteitsverklaring onder de richtlijn
R & TTE
ii
EG-conformiteitsverklaring onder de richtlijn R & TTE
Producent
Brother Industries, Ltd.
15-1, Naeshiro-cho, Mizuho-ku, Nagoya 467-8561, Japan
Fabriek
Brother Industries (Shen Zhen) Ltd
G02414-1, Bao Chang Li Bonded Transportation Industrial Park,
Bao Long Industrial Estate, Longgang, Shenzhen, China
Het draadloze netwerk configureren met één druk op de knop...................183
EVerklarende woordenlijst184
FIndex188
xi
xii
Paragraaf I
AlgemeenI
Algemene informatie2
Papier en documenten laden9
Algemene instellingen22
Beveiligingsfuncties28
1
Algemene informatie1
Gebruik van de
documentatie1
Dank u voor de aanschaf van een Brothermachine! Het lezen van de documentatie
helpt u bij het optimaal benutten van uw
machine.
Symbolen en conventies die
in de documentatie gebruikt
worden1
De volgende symbolen en conventies worden
in de documentatie gebruikt.
VetVetgedrukte tekst verwijst naar
knoppen op het
bedieningspaneel van de
machine of op het
computerscherm.
CursiefCursief gedrukte tekst
benadrukt een belangrijk punt
of verwijst u naar een verwant
onderwerp.
Courier
New
Het lettertype Courier New
verwijst naar meldingen die
worden weergegeven op het
LCD-scherm van de machine.
Waarschuwingen informeren u over
de maatregelen die u moet treffen om
te vermijden dat u letsel oploopt.
Deze waarschuwingen wijzen u op
procedures die u moet volgen om te
voorkomen dat de machine of andere
voorwerpen worden beschadigd.
Het pictogram Elektrisch gevaar
waarschuwt u voor mogelijke
elektrische schokken.
Opmerkingen leggen uit wat u in een
bepaalde situatie moet doen of hoe
de bewerking met andere functies
werkt.
Het pictogram Onjuiste configuratie
waarschuwt u voor apparaten en
bewerkingen die niet compatibel zijn
met de machine.
2
Algemene informatie
Toegang krijgen tot de
Softwarehandleiding
en de
Netwerkhandleiding
Deze gebruikershandleiding bevat niet alle
informatie over de machine, zoals het gebruik
van de geavanceerde functies van de printer,
de scanner, PC-Fax en het netwerk.
Raadpleeg de Softwarehandleiding en de
Netwerkhandleiding op de cd-rom voor
gedetailleerde informatie hierover.
Documentatie bekijken1
Documentatie bekijken
®
(voor Windows
Als u de documentatie wilt bekijken, klikt u op
het menu start, wijst u vanuit de
programmagroep Brother, MFC-XXXX aan
(waarbij XXXX uw modelnaam is) en
selecteert u vervolgens
Gebruikershandleidingen in HTMLformaat.
Als u de software niet heeft geïnstalleerd,
kunt u de documentatie vinden door
onderstaande instructies op te volgen:
a Zet uw pc aan. Plaats de Brother cd-rom
in uw cd-rom-station.
b Als het scherm met de modelnaam
verschijnt, klikt u op de naam van uw
model.
)1
c Als het scherm met de taal verschijnt,
klikt u op de gewenste taal. Het
hoofdmenu van de cd-rom wordt
geopend.
1
1
Opmerking
Als dit venster niet wordt geopend, kunt u
®
Windows
programma start.exe uit te voeren vanuit
de hoofdmap van de Brother-cd-rom.
Verkenner gebruiken om het
d Klik op Documentatie.
e Klik op de documentatie die u wilt lezen.
HTML-documenten:
Softwarehandleiding en
Netwerkhandleiding in HTML-
formaat.
Dit formaat wordt aanbevolen voor
het lezen van documentatie op de
computer.
PDF-documenten:
Gebruikershandleiding voor
gebruik als zelfstandig apparaat,
Softwarehandleiding en
Netwerkhandleiding in PDF-
formaat.
Dit formaat wordt aanbevolen voor
het afdrukken van de handleidingen.
Klik op de koppeling om naar het
Brother Solutions Center te gaan,
waar u de PDF-documenten kunt
weergeven of downloaden. (Hiervoor
heeft u internettoegang en PDF
Reader-software nodig.)
3
Hoofdstuk 1
Instructies voor het scannen
opzoeken
Er zijn verscheidene manieren waarop u
documenten kunt scannen. U kunt de
instructies als volgt vinden:
Softwarehandleiding
Scannen
(voor Windows
Windows
ControlCenter3
(voor Windows
Windows
Netwerkscannen
ScanSoft™ PaperPort™ 11SE met OCRprocedurehandleidingen
U kunt de volledige
procedurehandleidingen voor ScanSoft™
PaperPort™ 11SE met OCR weergeven
via het menu Help in de toepassing
ScanSoft™ PaperPort™ 11SE.
®
2000 Professional/
®
XP en Windows Vista®)
®
2000 Professional/
®
XP en Windows Vista®)
Documentatie bekijken
1
(voor Macintosh
a Zet uw Macintosh
Brother-cd-rom in het cd-rom-station.
Het volgende venster wordt
weergegeven.
®
)1
®
aan. Plaats de
b Dubbelklik op het pictogram
Documentation.
c Dubbelklik op uw taalmap.
Instructies voor netwerkinstellingen
opzoeken
Uw machine kan worden aangesloten op een
draadloos of bekabeld netwerk. U kunt
belangrijke instructies voor instellingen
opzoeken in de installatiehandleiding. Als uw
draadloze toegangspunt
SecureEasySetup™, Wi-Fi Protected
Setup™ of AOSS™ ondersteunt, volgt u de
stappen in de installatiehandleiding.
Raadpleeg de netwerkhandleiding voor meer
informatie over netwerkinstellingen.
d Dubbelklik op top.html om de
1
Softwarehandleiding en de
Netwerkhandleiding weer te geven in
HTML-formaat.
e Klik op de documentatie die u wilt lezen:
Softwarehandleiding
Netwerkhandleiding
4
Algemene informatie
Instructies voor het scannen
opzoeken
Er zijn verscheidene manieren waarop u
documenten kunt scannen. U kunt de
instructies als volgt vinden:
Softwarehandleiding
Scannen
(voor Mac OS
ControlCenter2
(voor Mac OS
Netwerkscannen
(voor Mac OS
®
Presto!
Gebruikershandleiding
U kunt de volledige gebruikershandleiding
voor Presto!
via het menu Help in de toepassing
Presto!
PageManager®
®
®
X 10.2.4 of recenter)
®
X 10.2.4 of recenter)
®
X 10.2.4 of recenter)
®
PageManager® weergeven
PageManager®.
1
Brother-support
oproepen
(voor Windows
Alle nodig hulpbronnen, bijvoorbeeld
websupport (Brother Solutions Center), staan
tot uw beschikking.
Klik op Brother-support in het
hoofdmenu. Het volgende scherm wordt
weergegeven:
®
)1
1
Instructies voor netwerkinstellingen
opzoeken
Uw machine kan worden aangesloten op een
draadloos of bekabeld netwerk. U kunt
belangrijke instructies voor instellingen
opzoeken in de installatiehandleiding. Als uw
draadloze toegangspunt
SecureEasySetup™, Wi-Fi Protected
Setup™ of AOSS™ ondersteunt, volgt u de
stappen in de installatiehandleiding.
Raadpleeg de netwerkhandleiding voor meer
informatie over netwerkinstellingen.
verbruiksartikelen
(http://www.brother.com/original/
bezoeken, klikt u op Informatie over supplies.
Als u het Brother CreativeCenter
(http://www.brother.com/creativecenter/
voor GRATIS fotoprojecten en afdrukbare
downloads wilt openen, klikt u op Brother CreativeCenter.
Om terug te gaan naar het hoofdmenu
klikt u op Terug. Wanneer u klaar bent
klikt u op Afsluiten.
) te openen klikt u
) klikt u op
) wilt
)
5
Hoofdstuk 1
221.12.2009
2
Fax
412:45
4
Geh.
Overzicht van het bedieningspaneel1
9
8
Geh.
Geh.
12:
12:
21.12.
21.12.
1Fax- en telefoontoetsen:
Herkies/Pauze
Met deze toets kunt u de 30 laatst gekozen
nummers opnieuw bellen. U kunt hem ook
gebruiken voor het invoegen van een
pauze wanneer u snelkiesnummers
programmeert.
Telefoon/Intern
Deze toets wordt gebruikt voor een
telefoongesprek nadat de hoorn van het
externe telefoontoestel tijdens het dubbele
belsignaal is opgepakt.
Bij aansluiting op een PBX kunt u met deze
toets tevens toegang krijgen tot een
buitenlijn of een telefoontje overzetten naar
een ander toestel.
2Kiestoetsen
Gebruik deze toetsen om telefoon- en
faxnummers te kiezen. Deze toetsen worden
tevens gebruikt als toetsenbord om informatie
in de machine in te voeren.
Met de toets # kunt u tijdens een oproep de
kies-modus tijdelijk veranderen van puls naar
toon.
21
3Modustoetsen:
Fax
Voor het faxen van documenten.
Scan
Geeft toegang tot scanmodus.
Kopie
Voor het kopiëren van documenten.
Photo Capture
Geeft toegang tot de modus PhotoCapture
Center™.
4Menutoetsen:
Volumetoetsen
dc
Wanneer de machine inactief is, kunt u het
belvolume afstellen door op deze toetsen
te drukken.
Snelkies -toets
Hiermee kunt u nummers uit het geheugen
opslaan, opzoeken en kiezen.
d of c
Druk hierop om achteruit of vooruit door de
menuopties te bladeren.
Bovendien kunt u hierop drukken om opties
te kiezen.
6
21.12.2009
Fax
12:45
Geh.
Geh.
Geh.
Fax
Fax
12:45
12:45
21.12.2009
21.12.2009
Algemene informatie
1
76
5Starttoetsen:
a of b
Druk op deze toets om door de menu's en
opties te bladeren.
Menu
Hiermee opent u het hoofdmenu.
Wis/terug
Druk op deze toets om tekens te
verwijderen of naar het vorige menuniveau
terug te gaan.
OK
Hiermee kiest u een instelling.
Kleur Start
Met deze toets start u het faxen, of maakt u
kopieën in kleur. Hiermee kunt u ook een
scanbewerking uitvoeren (in kleur of mono,
afhankelijk van de scaninstelling in de
ControlCenter-software).
34
6Stop/Eindigen
Met een druk op deze toets wordt een
bewerking gestopt of een menu verlaten.
7Inkt
Met deze toets kunt u de printkop reinigen, de
afdrukkwaliteit en de hoeveelheid inkt
controleren.
8LCD (liquid crystal display)
Op het LCD-scherm verschijnen prompts die u
helpen bij het instellen en gebruiken van uw
machine.
U kunt de helling van het LCD-scherm instellen
door dit op te tillen.
9Spaarstand
Met deze toets zet u de machine in de
energiebesparende stand.
5
Mono Start
Met deze toets start u het faxen, of maakt u
monochrome kopieën. Hiermee kunt u ook
een scanbewerking uitvoeren (in kleur of
mono, afhankelijk van de scaninstelling in
de ControlCenter-software).
7
Hoofdstuk 1
21.12. 20 09
Fax
12:45
Geh.
Fax
Netwerk
Machine-info
Stand.instel.
Print lijsten
Standaardinst.
Tijdklokstand
Papiersoort
Min.
Normaal Papier
A4
Aan
Papierformaat
Volume
Aut. zomertijd
30
Standaardinst.
Tijdklokstand
Papiersoort
Sec.
Normaal Papier
A4
Aan
Papierformaat
Volume
Aut. zomertijd
30
Standaardinst.
Tijdklokstand
Papiersoort
Sec.
Normaal Papier
A4
Aan
Papierformaat
Volume
Aut. zomertijd
Indicaties op het LCD-scherm1
Op het LCD-scherm wordt de huidige status
van de machine weergegeven wanneer deze
niet wordt gebruikt.
1234
Geh.
Geh.
Fax
Fax
12:45
12:45
21.12.2009
21.12.2009
5
1Status van draadloos netwerk
Een indicator met vier niveaus geeft de huidige
signaalsterkte van het draadloze netwerk weer
wanneer u gebruik maakt van een draadloze
verbinding.
0Max.
2Geheugenstatus
Hiermee wordt het beschikbare geheugen in
de machine aangegeven.
3Inktindicator
Toont u de beschikbare hoeveelheid inkt.
4Huidige ontvangststand
Hiermee wordt de huidige ontvangstmodus
aangegeven.
Hiermee wordt aangegeven hoeveel
ontvangen faxen zich in het geheugen
bevinden.
Normale handelingen1
In de volgende stappen wordt beschreven
hoe u een instelling in de machine wijzigt. In
dit voorbeeld wordt de instelling van de
tijdklokstand gewijzigd van 2 minuten in
30 seconden.
a Druk op Menu.
b Druk op a of b om Standaardinst. te
kiezen.
Standaardinst.
Fax
Netwerk
Print lijsten
Machine-info
Stand.instel.
MENU
Selecteer & druk op OK
Druk op OK.
c Druk op a of b om Tijdklokstand te
kiezen.
Standaardinst.
Tijdklokstand
Papiersoort
Papierformaat
Volum e
Aut. zomertijd
MENU
d Druk op d of c om 30Sec. te kiezen.
Standaardinst.
Tijdklokstand
Papiersoort
Papierformaat
Volum e
Aut. zomertijd
MENU
2
Min.
Normaal Papier
A4
Aan
Selecteer & druk op OK
30
Sec.
Normaal Papier
A4
Aan
Selecteer & druk op OK
Druk op OK.
U kunt de huidige instelling op het
LCD-scherm zien:
Standaardinst.
Tijdklokstand
Papiersoort
Papierformaat
Volum e
Aut. zomertijd
MENU
30
Sec.
Normaal Papier
A4
Aan
Selecteer & druk op OK
e Druk op Stop/Eindigen.
8
Papier en documenten laden2
2
Papier en andere
afdrukmedia laden
Opmerking
Om af te drukken op papier van
10 × 15 cm of Foto L-formaat, moet u de
fotopapierlade gebruiken. (Zie Fotopapier laden op pagina 13.)
a Als de papiersteunklep open is, vouwt u
deze in en sluit u vervolgens de
papiersteun. Trek de papierlade volledig
uit de machine.
c
Druk de papiergeleiders voor de breedte (1)
en vervolgens de papiergeleider voor de
2
lengte (2) met beide handen voorzichtig in
en stel deze geleiders af op het
papierformaat. Zorg dat de driehoekjes (3)
op de papiergeleiders voor de breedte (1)
en op de papiergeleider voor de lengte (2)
naar de markering voor het gebruikte
papierformaat wijzen
.
2
1
3
b Open het deksel van de papierlade (1).
1
2
3
Opmerking
Wanneer u papier van Legal-formaat
gebruikt, drukt u op de universele
ontgrendeling (1) en trekt u de voorzijde
van de papierlade naar voren.
1
9
Hoofdstuk 2
d Blader de stapel papier goed door, om
te voorkomen dat papier vastloopt of
scheef wordt ingevoerd.
Opmerking
Draag er steeds zorg voor dat het papier
niet omkrult of kreukelt.
e Plaats het papier voorzichtig in de
papierlade met de afdrukzijde omlaag
en de bovenste rand eerst.
Controleer of het papier vlak in de lade
ligt.
f Pas de papiergeleiders voor de
breedte (1) voorzichtig met beide
handen aan het papier aan.
Zorg dat de papiergeleiders aan de
zijkant de randen van het papier
aanraken.
1
Opmerking
Zorg ervoor dat u het papier er niet te ver
in duwt; het kan aan de achterkant van de
lade omhoog gaan staan en problemen
veroorzaken bij de invoer.
g Sluit het deksel van de papierlade.
10
Papier en documenten laden
h Duw de papierlade langzaam volledig in
de machine.
i Terwijl u de papierlade vasthoudt, de
papiersteun (1) naar buiten trekken tot u
een klik hoort en de papiersteunklep (2)
uitvouwen.
2
Enveloppen en briefkaarten
laden2
Informatie over enveloppen2
Gebruik enveloppen met een gewicht van
2
80 tot 95 g/m
Voor sommige enveloppen is het nodig de
marge in te stellen in de toepassing. Maak
eerst een testafdruk voordat u een groot
aantal enveloppen afdrukt.
VOORZICHTIG
Gebruik NOOIT de volgende soorten
enveloppen, aangezien deze problemen
veroorzaken bij de papierinvoer:
• Zakachtige enveloppen.
• Enveloppen met reliëf (met verhoogd
opschrift).
.
2
1
Opmerking
Gebruik de papiersteunklep niet voor
Legal-papier.
• Enveloppen met sluithaken of nietjes.
• Enveloppen die aan de binnenkant zijn
voorbedrukt.
LijmDubbele omslag
Het kan zijn dat u af en toe problemen
ondervindt bij de papierinvoer vanwege de
dikte, het formaat en de vorm van de
omslag van de enveloppen die u gebruikt.
11
Hoofdstuk 2
Enveloppen en briefkaarten laden2
a Druk de hoeken en zijkanten van de
enveloppen of briefkaarten zo plat
mogelijk alvorens deze te plaatsen.
Opmerking
Plaats de enveloppen of briefkaarten één
voor één in de papierlade als er meerdere
enveloppen of briefkaarten tegelijk naar
binnen worden getrokken.
b Leg enveloppen of briefkaarten in de
papierlade met de adreszijde naar
beneden en de invoerkant (bovenkant
van de enveloppen) eerst. Druk de
papiergeleiders voor de breedte (1) en
lengte (2) voorzichtig met beide handen
in en stel de geleiders af op het formaat
van de enveloppen of briefkaarten.
1
2
12
Papier en documenten laden
Als u problemen heeft bij het afdrukken op
enveloppen, volg dan de volgende
suggesties op:
a Zorg ervoor dat de omslag zich tijdens
het afdrukken aan de zijkant of aan de
achterkant van de envelop bevindt.
b Stel de maat en marge in bij uw
toepassing.
Fotopapier laden2
2
Gebruik de fotopapierlade boven op het
deksel van de papierlade om fotopapier van
(10 × 15 cm) en Foto L-formaat af te drukken.
Als u gebruikmaakt van de fotopapierlade
hoeft u het papier dat zich in de lade eronder
bevindt niet te verwijderen.
2
a Knijp de blauwe ontgrendelknop van de
fotopapierlade (1) met uw rechterduim
en -wijsvinger samen en duw de
fotopapierlade naar voren tot deze in de
positie voor het afdrukken van foto's
klikt (2).
1
2
Fotopapierlade
b Druk de papiergeleiders voor de
breedte (1) en lengte (2) in en stel de
geleiders af op het papierformaat.
1
2
13
Hoofdstuk 2
c Plaats het fotopapier in de
fotopapierlade en pas de
papiergeleiders voor de breedte
voorzichtig aan het papierformaat aan.
Zorg dat de papiergeleiders aan de
zijkant de randen van het papier
aanraken.
Opmerking
• Zorg ervoor dat u het papier er niet te ver
in duwt; het kan aan de achterkant van de
lade omhoog gaan staan en problemen
veroorzaken bij de invoer.
• Draag er steeds zorg voor dat het papier
niet omkrult of kreukelt.
d Als u klaar bent met het afdrukken van
foto's, brengt u de fotopapierlade weer
terug naar de normale afdrukpositie.
Knijp de blauwe ontgrendelknop van de
fotopapierlade (1) met uw rechterduim
en -wijsvinger samen en trek de
fotopapierlade naar achteren tot de lade
vastklikt (2).
Kleine afdrukken uit de
machine verwijderen2
Wanneer de machine kleine vellen papier
uitwerpt in de lade, kunt u deze misschien
niet bereiken. Zorg dat het afdrukken is
voltooid, en trek vervolgens de lade volledig
uit de machine.
1
2
14
Papier en documenten laden
Afdrukgebied2
Hoe groot het afdrukgebied is, is afhankelijk van de instellingen binnen de door u gebruikte
toepassing. De onderstaande afbeeldingen tonen de onbedrukbare gedeelten op losse vellen
papier en enveloppen. De machine kan afdrukken in de grijze gedeelten van losse vellen papier,
wanneer de afdrukfunctie Zonder rand beschikbaar is en aanstaat. (Zie Afdrukken voor Windows
®
of Afdrukken en faxen voor Macintosh
Losse vellenEnveloppen
3
4
1
in de softwarehandleiding op de cd-rom.)
3
4
1
®
2
2
Bovenkant (1)Onderkant (2)Links (3)Rechts (4)
Losse vellen3 mm3 mm3 mm3 mm
Enveloppen12 mm24 mm3 mm3 mm
Opmerking
De functie Zonder rand is niet beschikbaar voor enveloppen.
2
15
Hoofdstuk 2
Acceptabel papier en
andere afdrukmedia
De afdrukkwaliteit kan worden beïnvloed
door het soort papier dat u in de machine
gebruikt.
Om de beste afdrukkwaliteit te krijgen voor de
instellingen die u heeft gekozen, moet u de
papiersoort altijd instellen op het type papier
dat u plaatst.
U kunt normaal papier, inkjetpapier (gecoat
papier), glanzend papier, transparanten en
enveloppen gebruiken.
Wij raden u aan om verschillende soorten
papier te testen, alvorens een grote
hoeveelheid aan te schaffen.
Gebruik voor optimale resultaten Brotherpapier.
Wanneer u afdrukt op inkjetpapier (gecoat
papier), transparanten en fotopapier,
moeten op het tabblad ‘Normaal’ van de
printerdriver of voor de instelling
Papiersoort in het menu altijd de juiste
afdrukmedia zijn geselecteerd.
(Zie Papiersoort op pagina 24.)
Aanbevolen afdrukmedia2
2
Om de beste afdrukkwaliteit te verkrijgen
raden wij u aan Brother-papier te gebruiken.
(Zie onderstaande tabel.)
Als er in uw land geen Brother-papier
beschikbaar is, raden wij u aan verschillende
soorten papier te testen voor u grote
hoeveelheden papier koopt.
Wij adviseren ‘3M Transparency Film’ te
gebruiken wanneer u op transparanten
afdrukt.
u een extra vel van hetzelfde fotopapier in
de papierlade plaatsen. De verpakking
van het fotopapier bevat speciaal hiervoor
een extra vel.
Als u transparanten of fotopapier gebruikt,
dient u elk vel onmiddellijk te verwijderen;
dit om te voorkomen dat de vellen aan
elkaar plakken of verstopt raken.
Raak het afgedrukte oppervlak van het
papier niet aan vlak na het afdrukken; de
inkt kan nog nat zijn en op uw vingers
vlekken.
16
Papier en documenten laden
Omgaan met en gebruik van
afdrukmedia2
Bewaar papier in de originele verpakking
en zorg dat deze gesloten blijft. Bewaar
het papier plat en verwijderd van vocht,
direct zonlicht en warmte.
Zorg dat u de glimmende (gecoate) zijde
van fotopapier niet aanraakt. Plaats
fotopapier met de glimmende zijde naar
beneden toe.
Raak de voor- of achterkant van
transparanten niet aan, daar deze
gemakkelijk water en transpiratie
absorberen, wat afbreuk doet aan de
afdrukkwaliteit. Transparanten die voor
laserprinters en -kopieerapparaten
ontworpen zijn, kunnen het volgende
document bevlekken. Gebruik alleen
transparanten die worden aanbevolen
voor inkjetprinters.
Onjuiste configuratie
Gebruik de volgende soorten papier NIET:
• papier dat beschadigd, gekruld of
gekreukt is of een onregelmatige vorm
heeft
1
1
12 mm of meer
• hoogglanzend of erg gestructureerd
papier
• papier dat niet netjes kan worden
gestapeld
• Breedlopend papier
2
Dubbelzijdig afdrukken is alleen mogelijk
bij PC-printen. (Zie Afdrukken voor
Windows
®
in de softwarehandleiding op
de cd-rom.)
Papiercapaciteit van de papierlade2
Maximaal 50 vel A4-papier van 80 g/m2.
Om vlekken te voorkomen moeten
transparanten en fotopapier vel voor vel
uit de papierlade worden genomen.
Gebruik de fotopapierlade voor fotopapier van 10×15 cm en Foto L-formaat. (Zie Fotopapier laden op pagina 13.)
2
2
19
Hoofdstuk 2
Documenten laden2
U kunt een fax verzenden, kopiëren en
scannen vanuit de ADF (automatische
documentinvoer) en vanaf de glasplaat.
De ADF gebruiken2
De ADF heeft een capaciteit van maximaal
15 vellen en voert het papier vel voor vel in.
Gebruik standaardpapier van het type
80 g/m
alvorens het papier in de ADF te plaatsen.
Aanbevolen omgeving2
Temperatuur:20° C tot 30° C
Vochtigheid:50% tot 70%
Papier:
2
en waaier de stapel altijd los
2
80 g/m
A4
Zorg dat in inkt geschreven documenten
helemaal droog zijn.
a Vouw de ADF-documentsteun (1) uit.
b Blader de stapel goed door.
c Plaats uw documenten, met de
bedrukte zijde naar beneden en de
bovenrand eerst in de ADF totdat u
voelt dat ze de papierinvoerrol raken.
d Stel de papiergeleiders (2) in op de
breedte van uw documenten.
2
1
Ondersteunde documentformaten2
Lengte:148 tot 355,6 mm
Breedte:148 tot 215,9 mm
Gewicht:
64 tot 90 g/m
2
Documenten laden2
Trek NIET aan het document terwijl het
doorschuift.
GEBRUIK GEEN omgekruld, verkreukeld,
gevouwen, gescheurd of geniet papier, en
ook geen papier met paperclips, lijm of
plakband.
Gebruik GEEN karton, krantenpapier of
stof.
VOORZICHTIG
VOORZICHTIG
LAAT GEEN dikke documenten achter op
de glasplaat. Als u dat doet, kan de ADF
vastlopen.
De glasplaat gebruiken2
U kunt de glasplaat gebruiken om vel voor vel
te faxen, kopiëren of scannen, of bijvoorbeeld
bladzijden uit een boek.
Ondersteunde documentformaten2
Lengte: Max. 297 mm
Breedte:Max. 215,9 mm
Gewicht:Max. 2 kg
20
Papier en documenten laden
Een document laden2
Opmerking
Als u de glasplaat wilt gebruiken, moet de
ADF leeg zijn.
a Til het documentdeksel op.
b Gebruik de documentgeleiders aan de
linker- en bovenkant om het document
in de linkerbovenhoek van de glasplaat
te leggen, met de bedrukte zijde naar
beneden.
Scangebied2
De grootte van het scangebied is afhankelijk
van de instellingen in de door u gebruikte
toepassing. In de onderstaande afbeeldingen
worden de gedeelten getoond die u niet kunt
scannen.
3
1
GebruikDocument
grootte
Boven (1)
Onder (2)
4
2
Links (3)
Rechts (4)
2
c Sluit het documentdeksel.
FaxenLetter3 mm4 mm
A43 mm(Glasplaat)
3mm
(ADF)
1mm
Legal3 mm4 mm
Kopiëren Alle
papierformaten
Scannen Alle
papierformaten
3 mm3 mm
3 mm3 mm
VOORZICHTIG
Als u bezig bent een boek of een lijvig
document te scannen, laat het deksel dan
NIET dichtvallen en druk er niet op.
21
3
Algemene instellingen3
Energiebesparende
stand
Om een goede afdrukkwaliteit, een lange
levensduur van de printkop en een zo zuinig
mogelijk inktverbruik te garanderen, dient u
de machine steeds aangesloten te laten op
de stroombron.
U kunt de machine in de energiebesparende
stand zetten door op de toets Spaarstand te
drukken. U kunt in de energiebesparende
stand nog altijd telefoongesprekken
ontvangen. Voor verdere informatie over het
ontvangen van faxen in de
energiebesparende stand, raadpleegt u de
tabel op pagina 23. De uitgestelde faxen die
zijn ingesteld, worden verzonden. U kunt
zelfs faxen ophalen met Afstandsbediening
als u zich niet bij de machine bevindt. Voor
andere opdrachten moet u de machine wel uit
de energiebesparende stand halen.
De machine uit de
3
energiebesparende stand
halen3
a Druk op de toets Spaarstand.
Op het LCD-scherm worden de datum
en de tijd weergegeven.
Opmerking
• Zelfs als u de machine in de
energiebesparende stand heeft gezet, zal
de machine de printkop toch regelmatig
reinigen om de afdrukkwaliteit te
handhaven.
• U kunt de energiebesparende stand zo
aanpassen dat er, behalve de
automatische reiniging van de printkop,
geen andere opdrachten beschikbaar
blijven. (Zie Energiebesparende stand instellen op pagina 22.)
Opmerking
Als u een extern telefoontoestel of
antwoordapparaat heeft aangesloten, blijft
dat steeds beschikbaar.
De machine in de
energiebesparende stand
zetten3
a Houd de toets Spaarstand ingedrukt
totdat Afsluiten wordt weergegeven
op het LCD-scherm.
Het LCD-scherm blijft nog enkele
seconden ingeschakeld en wordt dan
uitgeschakeld.
Energiebesparende stand
instellen3
U kunt de toets Spaarstand van de machine
aanpassen. De fabrieksinstelling is
Faxontv:Aan. De machine kan ook
faxberichten of telefoongesprekken
ontvangen wanneer deze in de
energiebesparende modus staat. Wanneer u
wilt dat uw machine geen faxberichten of
oproepen ontvangt, moet u deze instelling op
Faxontv:Uit zetten.
a Druk op Menu.
b Druk op a of b om Standaardinst. te
kiezen.
Druk op OK.
c Druk op a of b om P.Bewaar inst. te
kiezen.
22
Algemene instellingen
d Druk op d of c om Faxontv:Uit (of
Faxontv:Aan) te kiezen.
Druk op OK.
e Druk op Stop/Eindigen.
Aan/Uitinstellingen
Faxontv:
1
Aan
(fabrieksin
stelling)
Faxontv:
Uit
1
U kunt geen fax ontvangen met Mono Start of Kleur Start.
2
U kunt niet automatisch een fax ontvangen als u de
ontvangststand heeft ingesteld op Fax/Telefoon.
van de printkop zijn er
geen bewerkingen
mogelijk.
3
3
Tijdklokstand3
De machine heeft op het bedieningspaneel
vier tijdelijke modustoetsen: Fax, Scan, Kopie en Photo Capture. U kunt de tijdsduur
wijzigen waarna de machine, na de laatste
scan-, kopieer- of PhotoCapture-bewerking,
terugkeert naar de faxmodus. Als u Uit
selecteert, blijft de machine in de
laatstgebruikte modus.
3
3
a Druk op Menu.
b Druk op a of b om Standaardinst. te
kiezen.
Druk op OK.
c Druk op a of b om Tijdklokstand te
kiezen.
d Druk op d of c om 0Sec., 30Sec.,
1Min, 2Min., 5Min. of Uit te kiezen.
Druk op OK.
3
e Druk op Stop/Eindigen.
23
Hoofdstuk 3
Papierinstellingen3
Papiersoort3
Voor de beste afdrukkwaliteit dient u de
machine in te stellen op het type papier dat u
gebruikt.
a Druk op Menu.
b Druk op a of b om Standaardinst. te
kiezen.
Druk op OK.
c Druk op a of b om Papiersoort te
kiezen.
d Druk op d of c om Normaal Papier,
Inkjet papier, Brother BP71,
Glossy anders of Transparanten
te kiezen.
Druk op OK.
e Druk op Stop/Eindigen.
Papierformaat3
U kunt vijf papierformaten gebruiken voor
afdrukken en kopiëren: Letter, Legal, A4, A5
en 10 × 15 cm. Voor het afdrukken van faxen
hebt u de keuze uit drie formaten: Letter,
Legal en A4. Wanneer u een ander
papierformaat in de machine laadt, moet u
ook de instelling voor het papierformaat
veranderen, zodat uw machine een
binnenkomende fax op het blad kan
inpassen.
a Druk op Menu.
b Druk op a of b om Standaardinst. te
kiezen.
Druk op OK.
c Druk op a of b om Papierformaat te
kiezen.
d Druk op d of c om A4, A5, 10x15cm,
Letter en Legal te kiezen.
Druk op OK.
Opmerking
Het papier wordt met de bedrukte zijde
naar boven op de uitvoerlade aan de
voorkant van de machine uitgeworpen.
Als u transparanten of glanzend papier
gebruikt, dient u elk vel onmiddellijk te
verwijderen; dit om te voorkomen dat de
vellen aan elkaar plakken of een
papierstoring veroorzaken.
e Druk op Stop/Eindigen.
24
Algemene instellingen
Instellingen volume3
Belvolume3
U kunt kiezen uit een serie volumeniveaus
voor de beltoon, van Hoog tot Uit.
Druk wanneer de machine inactief is op
d of c om het volume aan te passen.
Op het LCD-scherm wordt de huidige
instelling weergegeven, en telkens wanneer
u op deze toets drukt, wordt het volume aan
het volgende niveau aangepast. De nieuwe
instelling blijft van kracht totdat u deze wijzigt.
U kunt het volume ook als volgt via het menu
wijzigen:
Het belvolume instellen via het menu 3
a Druk op Menu.
b Druk op a of b om Standaardinst. te
kiezen.
Druk op OK.
c Druk op a of b om Volume te kiezen.
Druk op OK.
Volume waarschuwingstoon 3
Wanneer de waarschuwingstoon aanstaat,
zal de machine een geluidssignaal geven
wanneer u een toets indrukt, een vergissing
maakt of een fax verzendt of ontvangt.
U kunt kiezen uit een serie volumeniveaus,
van Hoog tot Uit.
a Druk op Menu.
b Druk op a of b om Standaardinst. te
kiezen.
Druk op OK.
c Druk op a of b om Volume te kiezen.
Druk op OK.
d Druk op a of b om Waarsch.toon te
kiezen.
e Druk op d of c om Laag, Half, Hoog of
Uit te kiezen.
Druk op OK.
f Druk op Stop/Eindigen.
Luidsprekervolume3
3
d Druk op a of b om Belvolume te
kiezen.
e Druk op d of c om Laag, Half, Hoog of
Uit te kiezen.
Druk op OK.
f Druk op Stop/Eindigen.
U kunt kiezen uit een serie volumeniveaus
voor de luidspreker, van Hoog tot Uit.
a Druk op Menu.
b Druk op a of b om Standaardinst. te
kiezen.
Druk op OK.
c Druk op a of b om Volume te kiezen.
Druk op OK.
d Druk op a of b om Luidspreker te
kiezen.
e Druk op d of c om Laag, Half, Hoog of
Uit te kiezen.
Druk op OK.
f Druk op Stop/Eindigen.
25
Hoofdstuk 3
Automatische zomer-/
wintertijd
U kunt de machine zo instellen dat de zomer/wintertijd automatisch wordt gewijzigd. De
machine zal in de lente automatisch een uur
vooruit worden gezet en één uur terug in de
herfst. Zorg dat u de juiste datum en tijd heeft
ingevoerd in de instelling Datum&Tijd.
a Druk op Menu.
b Druk op a of b om Standaardinst. te
kiezen.
Druk op OK.
c Druk op a of b om Aut. zomertijd te
kiezen.
d Druk op d of c om Uit (of Aan) te
kiezen.
Druk op OK.
e Druk op Stop/Eindigen.
Slaapstand3
3
U kunt opgeven na hoeveel tijd (tussen 1 en
60 minuten) de machine in de slaapstand
wordt gezet wanneer er geen gebruik van
wordt gemaakt. Zodra een bewerking op de
machine wordt uitgevoerd, wordt de tijdklok
opnieuw gestart.
a Druk op Menu.
b Druk op a of b om Standaardinst. te
kiezen.
Druk op OK.
c Druk op a of b om Slaapstand te
kiezen.
d Druk op d of c om op te geven na
hoeveel tijd de machine bij inactiviteit in
de slaapstand moet worden gezet:
1Min, 2Min., 3Min., 5Min., 10Min.,
30Min. of 60Min.
Druk op OK.
e Druk op Stop/Eindigen.
26
Algemene instellingen
LCD-scherm3
LCD-contrast3
U kunt het contrast van het LCD-scherm
aanpassen, zodat de weergave duidelijker
wordt. Als u het LCD-scherm niet goed kunt
lezen, kunt u proberen de contrastinstelling te
wijzigen.
a Druk op Menu.
b Druk op a of b om Standaardinst. te
kiezen.
Druk op OK.
c Druk op a of b om LCD instell. te
kiezen.
Druk op OK.
d Druk op a of b om LCD Contrast te
kiezen.
e Druk op d of c om Licht, Half of
Donker te kiezen.
Druk op OK.
De lichtdimtimer voor de
achtergrondverlichting
instellen 3
U kunt instellen hoe lang de
achtergrondverlichting van het LCD-scherm
blijft branden nadat voor het laatst op een
toets is gedrukt.
a Druk op Menu.
b Druk op a of b om Standaardinst. te
kiezen.
Druk op OK.
c Druk op a of b om LCD instell. te
kiezen.
Druk op OK.
d Druk op a of b om Lichtdim-timer te
kiezen.
e Druk op d of c om 10Sec., 20Sec.,
30Sec. of Uit te kiezen.
Druk op OK.
3
f Druk op Stop/Eindigen.
De helderheid van de
achtergrondverlichting
instellen3
Als u het LCD-scherm niet goed kunt lezen,
kunt u de instelling van de helderheid
wijzigen.
a Druk op Menu.
b Druk op a of b om Standaardinst. te
kiezen.
Druk op OK.
c Druk op a of b om LCD instell. te
kiezen.
Druk op OK.
d Druk op a of b om Schermverlicht te
kiezen.
e Druk op d of c om Licht, Half of
Donker te kiezen.
Druk op OK.
f Druk op Stop/Eindigen.
f Druk op Stop/Eindigen.
De achtergrond instellen3
U kunt de achtergrond (ofwel het wallpaper)
wijzigen.
a Druk op Menu.
b Druk op a of b om Standaardinst. te
kiezen.
Druk op OK.
c Druk op a of b om LCD instell. te
kiezen.
Druk op OK.
d Druk op a of b om Wallpaper te
kiezen.
Druk op OK.
e Druk op a of b om een van de vier
achtergronden te kiezen.
Druk op OK.
f Druk op Stop/Eindigen.
27
4
Beveiligingsfuncties4
Verzendslot4
Met het verzendslot voorkomt u dat nietgeautoriseerde personen toegang hebben tot
de machine. Als u deze functie inschakelt,
kunt u geen uitgestelde faxen of pollingtaken
meer instellen. Uitgestelde faxen die u eerder
hebt ingesteld worden echter nog wel
verzonden nadat u het verzendslot hebt
ingesteld, zodat deze niet verloren gaan.
Als het verzendslot is ingeschakeld, zijn de
volgende functies mogelijk:
De volgende functies zijn NIET mogelijk als
het verzendslot is ingeschakeld:
Faxen verzenden
Kopiëren
Het wachtwoord voor het
verzendslot instellen en
wijzigen4
Opmerking
Als u het wachtwoord al hebt ingesteld,
hoeft u dit niet nogmaals te doen.
Het wachtwoord instellen4
a Druk op Menu.
b Druk op a of b om Fax te kiezen.
Druk op OK.
c Druk op a of b om Diversen te kiezen.
Druk op OK.
d Druk op a of b om Verzendslot te
kiezen.
Druk op OK.
e Toets een viercijferig nummer in voor
het wachtwoord.
Druk op OK.
Afdrukken vanaf de pc
Scannen
PhotoCapture
Bediening vanaf het bedieningspaneel
Opmerking
Als u het wachtwoord van het verzendslot
bent vergeten, neemt u contact op met uw
Brother-servicedealer.
f Als Nogmaals: wordt weergegeven op
het LCD-scherm,
voert u het wachtwoord opnieuw in.
Druk op OK.
g Druk op Stop/Eindigen.
28
Beveiligingsfuncties
Het wachtwoord wijzigen4
a Druk op Menu.
b Druk op a of b om Fax te kiezen.
Druk op OK.
c Druk op a of b om Diversen te kiezen.
Druk op OK.
d Druk op a of b om Verzendslot te
kiezen.
Druk op OK.
e Druk op a of b om Wachtw. inst. te
kiezen.
Druk op OK.
f Toets een viercijferig nummer in voor
het huidige wachtwoord.
Druk op OK.
g Toets een viercijferig nummer in voor
een nieuw wachtwoord.
Druk op OK.
h Als
Nogmaals:
het LCD-scherm, voert u het
wachtwoord opnieuw in.
Druk op OK.
wordt weergegeven op
Het verzendslot in-/uitschakelen
Het verzendslot inschakelen4
a Druk op Menu.
b Druk op a of b om Fax te kiezen.
Druk op OK.
c Druk op a of b om Diversen te kiezen.
Druk op OK.
d Druk op a of b om Verzendslot te
kiezen.
Druk op OK.
e Druk op a of b om Verzendslot Aan
te kiezen.
Druk op OK.
f Voer het geregistreerde viercijferige
wachtwoord in.
Druk op OK.
De machine gaat offline en op het LCDscherm wordt Verzendslot Mode
weergegeven.
Het verzendslot uitschakelen4
4
4
i Druk op Stop/Eindigen.
a Druk op Menu.
b Voer het geregistreerde viercijferige
wachtwoord in.
Druk op OK.
Verzendslot wordt automatisch
uitgeschakeld.
Opmerking
Als u het verkeerde wachtwoord invoert,
wordt Fout wachtwoord weergegeven
op het LCD-scherm en blijft de machine
offline. De machine blijft in de
verzendslotmodus totdat u het
geregistreerde wachtwoord hebt
ingevoerd.
29
Hoofdstuk 4
30
Paragraaf II
FaxenII
Een fax verzenden32
Een fax ontvangen40
Telefoontoestellen en externe apparaten51
Nummers kiezen en opslaan57
Rapporten afdrukken65
Pollen67
5
Automatisch
Contrast
Snelkies
Uitgaand gesprek
Een fax verzenden5
Faxmodus activeren5
Als u een fax wilt verzenden of de instellingen
voor het verzenden of ontvangen van faxen
wilt wijzigen, drukt u op de toets (Fax)
zodat deze blauw oplicht.
Op het LCD-scherm wordt het volgende
weergegeven:
FaxresolutieStandaard
Contrast
Snelkies
Uitgaand gesprek
FAX
Druk op a of b om door de opties van de Fax-
toets te bladeren. Sommige functies zijn
alleen beschikbaar voor het verzenden van
monochrome faxen.
Faxresolutie (Zie pagina 36.)
Contrast (Zie pagina 36.)
Snelkies (Zie pagina 57.)
Uitgaand gesprek (Zie pagina 58.)
Overz. beller-ID (Zie pagina 59.)
Rondsturen (Zie pagina 34.)
Tijdklok (Zie pagina 37.)
Verzamelen (Zie pagina 38.)
Direct Verzend (Zie pagina 37.)
Verzend Pollen (Zie pagina 70.)
Ontvang Pollen (Zie pagina 67.)
Internationaal (Zie pagina 37.)
Scanformaat glas (Zie pagina 33.)
Nieuwe standaard (Zie pagina 38.)
Fabrieksinstell. (Zie pagina 39.)
Druk op OK wanneer de gewenste optie is
gemarkeerd.
Automatisch
Fax Druk op Start
Faxen verzenden vanaf de
ADF 5
a Druk op (Fax).
b Plaats het document met de bedrukte
zijde naar beneden in de ADF. (Zie De
ADF gebruiken op pagina 20.)
c Voer het faxnummer in met de
kiestoetsen, een snelkiesnummer of via
Zoeken.
d Druk op Mono Start of Kleur Start.
De machine begint het document te
scannen.
Opmerking
• Druk op Stop/Eindigen om de verzending
te annuleren.
• Als u een monochrome fax verstuurt
terwijl het geheugen vol is, wordt deze
onmiddellijk verzonden.
32
Een fax verzenden
Faxen verzenden via de
glasplaat5
U kunt de glasplaat gebruiken om pagina's
van een boek door te faxen. Het maximale
documentformaat is Letter of A4.
U kunt geen kleurenfaxen verzenden die uit
meerdere pagina's bestaan.
Opmerking
Aangezien u slechts één pagina tegelijk
kunt scannen, is het eenvoudiger om de
ADF te gebruiken als u een document van
meerdere pagina's verzendt.
a Druk op (Fax).
b Leg uw document met de bedrukte zijde
naar beneden op de glasplaat. (Zie De
glasplaat gebruiken op pagina 20.)
c Voer het faxnummer in met de
kiestoetsen, een snelkiesnummer of via
Zoeken.
d Druk op Mono Start of Kleur Start.
Als u op Mono Start drukt, begint de
machine de eerste pagina te
scannen. Ga naar stap e.
Als u op Kleur Start drukt, begint de
machine met verzenden.
e Ga op een van de volgende manieren te
werk:
Als u slechts één pagina wilt
verzenden, drukt u op 2 om Nee te
kiezen (of drukt u nogmaals op
Mono Start).
De machine begint het document te
verzenden.
Als u meer dan een pagina wilt
verzenden, drukt u op 1 om Ja te
kiezen en gaat u naar stap f.
Documenten in Letter-formaat
scannen vanaf de glasplaat5
Als u documenten in Letter-formaat wilt
scannen, dient u Scanformaat in te stellen op
Letter. Als u dit niet doet, wordt het
zijgedeelte van de faxen niet afgedrukt.
a Druk op (Fax).
b Druk op a of b om Scanformaat glas
te kiezen.
c Druk op d of c om Letter te kiezen.
Druk op OK.
Opmerking
U kunt de instelling die u het meest
gebruikt, opslaan door deze als standaard
in te stellen. (Zie Uw wijzigingen instellen als nieuwe standaardinstellingen
op pagina 38.)
Een fax in kleur verzenden5
Uw machine kan een fax in kleur verzenden
naar machines die deze functie
ondersteunen.
Faxen in kleur kunnen niet in het geheugen
worden opgeslagen. Als u een fax in kleur
verzendt, wordt deze direct verzonden (zelfs
wanneer Direct Verzend is ingesteld
op Uit).
Een actieve fax annuleren5
Als u een fax wilt annuleren terwijl de
machine bezig is met scannen, kiezen of
verzenden, drukt u op Stop/Eindigen.
5
f Leg de volgende pagina op de
glasplaat.
Druk op OK.
De machine begint de pagina te
scannen. (Herhaal stap e en f voor
elke volgende pagina.)
33
Hoofdstuk 5
Rondsturen
(alleen monochroom)
Met de functie Rondsturen kunt u één
faxbericht automatisch naar meerdere
faxnummers verzenden. Dit wordt ook wel
'groepsverzenden' genoemd. U kunt een fax
tegelijkertijd naar groepen, snelkiesnummers
en maximaal 50 handmatig gekozen
nummers sturen.
Nadat het rondsturen is voltooid, wordt een
verzendrapport afgedrukt.
a Druk op (Fax).
b Laad uw document.
c Druk op a of b om Rondsturen te
kiezen.
Druk op OK.
Opmerking
5
• Als u geen groepsnummers hebt gebruikt,
kunt u naar 250 verschillende nummers
tegelijk faxen.
• Hoeveel geheugen er beschikbaar is,
hangt af van het type taken die in het
geheugen zijn opgeslagen en van het
aantal nummers waarnaar u de fax
verzendt. Als u de fax naar het maximale
aantal nummers probeert te verzenden,
kunt u geen gebruik maken van de
tweevoudige werking en uitgestelde
faxen.
• Als het geheugen vol is, drukt u op
Stop/Eindigen om de opdracht af te
breken. Als er reeds meerdere pagina's
zijn gescand, drukt u op Mono Start om
het gedeelte dat in het geheugen zit, te
verzenden.
d U kunt op de volgende manieren
nummers voor het rondsturen
toevoegen:
Druk op a of b om
Nummer toevoegen te kiezen en
voer een nummer in met de
kiestoetsen.
Druk op OK.
Druk op a of b om Snelkies of OK
te kiezen. Druk op a of b om
Alfabetische volgorde of
Nummervolgorde en OK te kiezen.
Druk op a of b om een nummer en
OK te selecteren.
e Nadat u alle faxnummers heeft
ingevoerd door stap d te herhalen,
drukt u op a of b om Compleet te
kiezen.
Druk op OK.
f Druk op Mono Start.
34
Een fax verzenden
Automatisch
Contrast
Snelkies
Uitgaand gesprek
Een fax tijdens rondsturen
annuleren5
a Druk op Menu.
b Druk op a of b om Fax te kiezen.
Druk op OK.
c Druk op a of b om Rest. jobs te
kiezen.
Druk op OK.
Op het LCD-scherm ziet u het
faxnummer dat wordt gekozen en het
taaknummer.
d Druk op OK.
Op het LCD-scherm wordt de volgende
vraag weergegeven:
Taak annuleren?
Jai druk op 1
Nee i druk op 2
e Druk op 1 om het nummer dat wordt
gekozen, te annuleren.
Op het LCD-scherm verschijnt
vervolgens het taaknummer van de
rondstuurbewerking.
Aanvullende
verzendopties
Faxen met meer instellingen
verzenden5
Wanneer u een fax verzendt, kunt u een
combinatie van de volgende instellingen
kiezen: resolutie, contrast, scanformaat,
internationale modus, tijdklok voor
uitgestelde fax, verzenden via pollen en
direct verzenden.
a Druk op (Fax).
Op het LCD-scherm wordt het volgende
weergegeven:
FaxresolutieStandaard
Contrast
Snelkies
Uitgaand gesprek
FAX
b Druk op a of b om een instelling te
kiezen die u wilt wijzigen.
Automatisch
Fax Druk op Start
5
5
f Druk op OK.
Op het LCD-scherm wordt de volgende
vraag weergegeven:
Taak annuleren?
Jai druk op 1
Nee i druk op 2
g Druk op 1 om het rondsturen te
annuleren.
h Druk op Stop/Eindigen.
c Druk op d of c om een optie te kiezen.
d Ga terug naar b als u meer instellingen
wilt wijzigen.
Opmerking
• De meeste instellingen zijn tijdelijk. Nadat
u een fax heeft verzonden, worden de
standaardinstellingen opnieuw ingesteld.
• U kunt bepaalde instellingen die u het
vaakst gebruikt, opslaan door ze als
standaard in te stellen. Deze instellingen
blijven van kracht totdat u ze weer wijzigt.
(Zie Uw wijzigingen instellen als nieuwe standaardinstellingen op pagina 38.)
35
Hoofdstuk 5
Contrast5
Als uw document erg licht of erg donker is,
wilt u het contrast wellicht wijzigen. Voor de
meeste documenten kan de fabrieksinstelling
Automatisch worden gebruikt. Hiermee
wordt automatisch het geschikte contrast
voor uw document geselecteerd.
Gebruik Licht wanneer u een licht
document verzendt. Gebruik Donker
wanneer u een donker document verzendt.
a Druk op (Fax).
b Druk op a of b om Contrast te kiezen.
c Druk op d of c om Automatisch,
Licht of Donker te kiezen.
Druk op OK.
Opmerking
Ook als u Licht of Donker heeft
gekozen, zal de machine de fax in de
volgende gevallen toch verzenden met de
instelling Automatisch:
• Wanneer u een kleurenfax verzendt.
Faxresolutie wijzigen5
De kwaliteit van een fax kan worden
verbeterd door de faxresolutie te wijzigen.
a Druk op (Fax).
b Druk op a of b om Faxresolutie te
kiezen.
c Druk op d of c om de gewenste resolutie
te kiezen.
Druk op OK.
Opmerking
U kunt vier verschillende instellingen
kiezen voor de resolutie van monochrome
faxen en twee voor kleuren.
Monochroom
StandaardGeschikt voor de meeste
getypte documenten.
FijnGeschikt voor documenten
met een klein lettertype. De
transmissiesnelheid is iets
lager dan bij de
standaardresolutie.
• Wanneer u Foto kiest als faxresolutie.
SuperfijnGeschikt voor kleine lettertjes
of artwork. De
transmissiesnelheid is lager
dan bij de fijne resolutie.
FotoTe gebruiken wanneer het
document verschillende tinten
grijs bevat of een foto is.
Hiermee verzenden duurt het
langst.
Kleur
StandaardGeschikt voor de meeste
getypte documenten.
FijnGebruiken wanneer het
document een foto is. De
transmissiesnelheid is lager
dan bij de standaardresolutie.
Als u Superfijn of Foto kiest en
vervolgens op de toets Kleur Start drukt
om een fax te verzenden, wordt de fax
verzonden met de instelling Fijn.
36
Een fax verzenden
Tweevoudige werking
(alleen monochroom)5
U kunt een nummer kiezen en de fax in het
geheugen inlezen––zelfs wanneer de
machine een fax vanuit het geheugen
verzendt, faxen ontvangt of gegevens vanuit
de pc afdrukt. Het LCD-scherm toont het
nieuwe taaknummer en het beschikbare
geheugen.
Hoeveel pagina's u in het geheugen kunt
inlezen, is afhankelijk van de gegevens die
erop zijn afgedrukt.
Opmerking
Als het bericht Geheugen vol wordt
weergegeven tijdens het scannen van
documenten, drukt u op Stop/Eindigen
om te annuleren of op Mono Start om de
gescande pagina's te verzenden.
Direct verzenden5
Internationale modus5
Als u problemen heeft met het internationaal
verzenden van een fax, bijvoorbeeld
vanwege ruis op de lijn, raden wij u aan om
de internationale modus te activeren. Nadat u
een fax in deze modus heeft verzonden,
wordt deze functie vanzelf weer
uitgeschakeld.
a Druk op (Fax).
b Laad uw document.
c Druk op a of b om Internationaal te
kiezen.
d Druk op d of c om Aan (of Uit) te
kiezen.
Druk op OK.
Uitgesteld faxen
(alleen monochroom)5
5
Als u een fax gaat verzenden, zal de machine
de documenten eerst in het geheugen
scannen alvorens deze te verzenden.
Vervolgens begint de machine zodra de
telefoonlijn vrij is met kiezen en verzenden.
Als het geheugen vol is of als u een fax in
kleur verzendt, wordt het document direct
verzonden (ook als Direct Verzend is
ingesteld op Uit).
Soms wilt u een belangrijk document
onmiddellijk verzenden, zonder te wachten
totdat het vanuit het geheugen wordt
verzonden. U kunt dan Direct Verzend
inschakelen.
a Druk op (Fax).
b Druk op a of b om Direct Verzend te
kiezen.
c Druk op d of c om Aan (of Uit) te
kiezen.
Druk op OK.
Opmerking
Bij direct verzenden werkt de functie voor
opnieuw kiezen niet wanneer u de
glasplaat gebruikt.
U kunt in de loop van de dag tot maximaal
50 faxen in het geheugen opslaan die binnen
24 uur moeten worden verzonden. Deze
faxen worden verzonden op het tijdstip dat u
instelt in stap e.
a Druk op (Fax).
b Laad uw document.
c Druk op a of b om Tijdklok te kiezen.
d Druk op d of c om Aan te kiezen.
Druk op OK.
e Voer het tijdstip in waarop de fax moet
worden verzonden (in de
24-uursnotatie).
(Voor kwart voor acht 's avonds voert u
bijvoorbeeld 19:45 in.)
Druk op OK.
Opmerking
Hoeveel pagina's u in het geheugen kunt
inlezen, is afhankelijk van de hoeveelheid
gegevens die op elke pagina is afgedrukt.
37
Hoofdstuk 5
Uitgestelde
groepsverzending
(alleen monochroom)5
Voordat u de uitgestelde faxen verzendt, kunt
u alle faxen in het geheugen sorteren op
bestemming en geplande tijd. Alle uitgestelde
faxen die op hetzelfde tijdstip moeten worden
verzonden, worden als één fax verzonden om
transmissietijd te besparen.
a Druk op (Fax).
b Druk op a of b om Verzamelen te
kiezen.
c Druk op d of c om Aan te kiezen.
Druk op OK.
d Druk op Stop/Eindigen.
Taken in de wachtrij
controleren en annuleren5
e Ga op een van de volgende manieren te
werk:
Als u wilt annuleren, drukt u op 1 om
Ja te kiezen.
Als u nog een taak wilt annuleren,
gaat u naar stap d.
Als u wilt afsluiten zonder te
annuleren, drukt u op 2 om Nee te
kiezen.
f Druk op Stop/Eindigen wanneer u klaar
bent.
Uw wijzigingen instellen als
nieuwe standaardinstellingen5
U kunt de faxinstellingen voor
Faxresolutie, Contrast,
Scanformaat glas en Direct Verzend
die u het vaakst gebruikt, opslaan door ze als
standaardwaarden in te stellen. Deze
instellingen blijven van kracht totdat u ze
weer wijzigt.
U kunt controleren welke taken in het
geheugen nog op verzending wachten en
een taak annuleren. (Als er geen taken zijn,
wordt de melding Geen opdrachten op het
LCD-scherm weergegeven.)
a Druk op Menu.
b Druk op a of b om Fax te kiezen.
Druk op OK.
c Druk op a of b om Rest. jobs te
kiezen.
Druk op OK.
De taken in de wachtrij verschijnen op
het LCD-scherm.
d Druk op a of b om door de taken te
bladeren en kies de taak die u wilt
annuleren.
Druk op OK.
a Druk op (Fax).
b Druk op a of b om de menuoptie te
kiezen die u wilt wijzigen. Druk op d of c
om een nieuwe optie te selecteren.
Herhaal deze stap voor iedere instelling
die u wilt wijzigen.
c Druk nadat u de laatste instelling heeft
gewijzigd op a of b om
Nieuwe standaard te kiezen.
Druk op OK.
d Druk op 1 om Ja te kiezen.
e Druk op Stop/Eindigen.
38
Een fax verzenden
Alle instellingen terugzetten
naar de fabrieksinstellingen5
U kunt alle door u gewijzigde instellingen
terugzetten naar de fabrieksinstellingen.
Deze instellingen blijven van kracht totdat u
ze weer wijzigt.
a Druk op (Fax).
b Druk op a of b om Fabrieksinstell.
te kiezen.
Druk op OK.
c Druk op 1 om Ja te kiezen.
d Druk op Stop/Eindigen.
Een fax handmatig verzenden5
Bij handmatige verzending van een fax hoort
u de kiestoon, de beltonen en de
faxontvangsttonen.
De melding 'Geheugen vol'5
Als u tijdens het scannen van de eerste
pagina van een fax de melding
Geheugen vol ziet, drukt u op
Stop/Eindigen om de fax te annuleren.
Als de melding Geheugen vol wordt
weergegeven tijdens het scannen van een
volgende pagina, kunt u ofwel op Mono Start
drukken om de tot dusver gescande pagina's
te versturen, of op Stop/Eindigen om de
bewerking te annuleren.
Opmerking
Als de melding Geheugen vol tijdens
het faxen wordt weergegeven en u de in
het geheugen opgeslagen faxen niet wilt
verwijderen om het geheugen te wissen,
kunt u de fax direct verzenden. (Zie Direct verzenden op pagina 37.)
5
a Druk op (Fax).
b Laad uw document.
c Neem de hoorn van een extern
telefoontoestel op en wacht op de
kiestoon.
d Kies het faxnummer.
e Druk op Mono Start of Kleur Start
zodra u de faxtoon hoort.
Als u de glasplaat gebruikt, drukt u op 1
op de machine om een fax te
verzenden.
f Leg de hoorn weer op de haak.
39
Een fax ontvangen6
6
Ontvangststanden6
U dient een ontvangststand te kiezen afhankelijk van de externe apparaten en telefoondiensten
die op uw lijn aanwezig zijn.
De ontvangststand kiezen6
Standaard ontvangt uw machine automatisch alle faxen die ernaartoe verzonden worden. Met
behulp van onderstaande afbeelding kunt u de juiste stand kiezen.
Zie Ontvangststanden gebruiken op pagina 41 voor meer informatie over de ontvangststanden.
Wilt u de telefoonfuncties van uw machine gebruiken (indien beschikbaar) of een
extern telefoontoestel of antwoordapparaat aangesloten op dezelfde lijn als de
machine?
Ja
Gebruikt u de functie voor voicemail van een
extern antwoordapparaat?
Nee
Wilt u dat de machine faxoproepen en
telefoongesprekken automatisch opneemt?
Volg onderstaande instructies om een ontvangststand in te stellen.
Nee
Ja
Ja
a Druk op Menu.
b Druk op a of b om Stand.instel. te kiezen.
Druk op OK.
c Druk op a of b om Ontvangstmodus te kiezen.
Nee
Alleen Fax
Handmatig
Fax/Telefoon
Ext. TEL/ANT
d Druk op d of c om Alleen Fax, Fax/Telefoon, Ext. TEL/ANT of Handmatig te kiezen.
Druk op OK.
e Druk op Stop/Eindigen.
Op het LCD-scherm wordt de huidige ontvangststand weergegeven.
40
Een fax ontvangen
Ontvangststanden
gebruiken
Sommige ontvangststanden antwoorden
automatisch (Alleen Fax en
Fax/Telefoon). Misschien wilt u de
belvertraging wijzigen alvorens deze standen
te gebruiken. (Zie Belvertraging
op pagina 42.)
Alleen Fax6
In de stand Alleen Fax wordt elke oproep
automatisch als een faxoproep beantwoord.
Fax/Telefoon6
De stand Fax/Telefoon helpt u om inkomende
oproepen automatisch af te handelen,
doordat wordt herkend of het een fax of een
telefoongesprek betreft. De oproepen worden
als volgt verwerkt:
Telefoon/Beantw.6
6
In de stand Telefoon/Beantw. worden uw
inkomende oproepen door een extern
antwoordapparaat afgehandeld. Inkomende
oproepen worden als volgt afgehandeld:
Faxen worden automatisch ontvangen.
Bellers kunnen een bericht inspreken op
het externe antwoordapparaat.
(Zie Een extern antwoordapparaat aansluiten
op pagina 53 voor meer informatie.)
6
Faxen worden automatisch ontvangen.
Een telefoongesprek activeert het F/T-
belsignaal om aan te geven dat u de
oproep moet aannemen. Het F/Tbelsignaal is een snel dubbel belsignaal
afkomstig van uw machine.
(Zie ook F/T-beltijd (alleen in Fax/Telefoon-stand) op pagina 42 en Belvertraging
op pagina 42.)
Handmatig6
De handmatige stand schakelt alle
automatische antwoordfuncties uit.
Als u een fax wilt ontvangen in de handmatige
stand, neemt u de hoorn van een extern
toestel op. Wanneer u faxtonen (korte
herhaalde tonen) hoort, drukt u op
Mono Start of Kleur Start. U kunt ook de
functie Fax waarnemen gebruiken om faxen
te ontvangen door de hoorn op te nemen van
een toestel op dezelfde lijn als die van de
machine.
(Zie ook Fax waarnemen op pagina 43.)
41
Hoofdstuk 6
Instellingen
ontvangststand
Belvertraging6
De functie Belvertraging bepaalt hoe vaak de
machine in de stand Alleen Fax of
Fax/Telefoon overgaat voordat de oproep
wordt beantwoord. Als u externe of tweede
toestellen op dezelfde lijn als de machine
gebruikt, kiest u het maximum aantal
belsignalen.
(Zie Werken met een tweede toestel
op pagina 55 en Fax waarnemen
op pagina 43.)
a Druk op Menu.
b Druk op a of b om Fax te kiezen.
Druk op OK.
c Druk op a of b om Ontvangstmenu te
kiezen.
Druk op OK.
F/T-beltijd
6
(alleen in Fax/Telefoon-stand)6
Wanneer iemand uw machine belt, horen u
en de beller het geluid van een telefoon die
overgaat. Het aantal belsignalen is
afhankelijk van de instelling van
Belvertraging.
Als de oproep een fax is, ontvangt de
machine deze. Betreft het echter een
normaal telefoontje, dan hoort u een dubbel
belsignaal. Hoe lang de machine in dit geval
blijft overgaan, is afhankelijk van de instelling
van F/T-beltijd. Als u het dubbele belsignaal
hoort, betekent dit dat u een telefoontje heeft.
Aangezien het dubbele belsignaal door de
machine wordt geproduceerd, gaan externe
of tweede toestellen niet over. U kunt het
gesprek echter op elk toestel aannemen.
(Zie Codes voor afstandsbediening gebruiken op pagina 56 voor meer
informatie.)
a Druk op Menu.
d Druk op a of b om Bel Vertraging te
kiezen.
e Druk op d of c om te kiezen hoe vaak de
machine moet overgaan voordat wordt
opgenomen.
Druk op OK.
Als u 0 kiest, wordt er helemaal geen
belsignaal gegeven.
f Druk op Stop/Eindigen.
b Druk op a of b om Fax te kiezen.
Druk op OK.
c Druk op a of b om Ontvangstmenu te
kiezen.
Druk op OK.
d Druk op a of b om F/T Beltijd te
kiezen.
e Druk op d of c om te kiezen hoe lang
(20, 30, 40 of 70 seconden) de machine
een belsignaal moet geven om u op een
gewoon telefoongesprek te attenderen.
Druk op OK.
f Druk op Stop/Eindigen.
Opmerking
Als de beller tijdens het dubbele
belsignaal ophangt, zal de machine dit
signaal toch gedurende het aantal
ingestelde seconden blijven geven.
42
Een fax ontvangen
Fax waarnemen6
Als Fax waarnemen is ingesteld
op Aan:
De machine ontvangt faxberichten
automatisch, ook al neemt u het telefoontje
aan. Zodra op het LCD-scherm Ontvangst
wordt weergegeven of wanneer u 'tjirpende'
geluiden hoort via de hoorn die u gebruikt,
legt u gewoon de hoorn op de haak. Uw
machine doet de rest.
Als Fax waarnemen is ingesteld
op Uit:
Wanneer u bij de machine in de buurt bent en
een faxoproep beantwoordt door de hoorn op
te pakken, drukt u op Mono Start of
Kleur Start, en drukt u vervolgens op 2 om
de fax te ontvangen.
Als u de oproep heeft beantwoord vanaf een
tweede toestel, drukt u op l 5 1. (Zie Werken met een tweede toestel op pagina 55.)
Geheugenontvangst
(alleen monochroom)
6
6
U kunt slechts één
geheugenontvangstfunctie tegelijk
gebruiken:
U kunt uw keuze op elk gewenst moment
wijzigen. Als er nog ontvangen faxen in het
geheugen van de machine staan wanneer u
tussen geheugenontvangstfuncties schakelt,
verschijnt er een bericht op het LCD-scherm.
(Zie Schakelen tussen geheugenontvangstfuncties op pagina 46.)
Fax doorzenden6
6
6
Opmerking
• Als deze functie is ingesteld op Aan maar
uw machine de faxoproep niet overneemt
wanneer u de hoorn van een tweede of
extern toestel opneemt, moet u de code
voor activeren op afstand intoetsen: l 5 1.
• Als u faxen verzendt vanaf een computer
op dezelfde telefoonlijn en de machine
onderschept de faxen, moet u Fax
waarnemen op Uit instellen.
a Druk op Menu.
b Druk op a of b om Fax te kiezen.
Druk op OK.
c Druk op a of b om Ontvangstmenu te
kiezen.
Druk op OK.
d Druk op a of b om Fax Waarnemen te
kiezen.
e Druk op d of c om Aan (of Uit) te
kiezen.
Druk op OK.
f Druk op Stop/Eindigen.
Wanneer u Fax doorzenden kiest, wordt de
ontvangen fax in het geheugen van de
machine opgeslagen. Vervolgens wordt
automatisch het door u geprogrammeerde
faxnummer gekozen en wordt het faxbericht
doorgezonden.
a Druk op Menu.
b Druk op a of b om Fax te kiezen.
Druk op OK.
c Druk op a of b om Ontvangstmenu te
kiezen.
Druk op OK.
d Druk op a of b om Geheugenontv. te
kiezen.
Druk op OK.
e Druk op a of b om Fax Doorzenden te
kiezen.
Druk op OK.
f Voer het nummer in waar de fax naartoe
moet worden gestuurd (max. 20 cijfers).
Druk op OK.
43
Hoofdstuk 6
g Druk op a of b om Backup Print:Aan
of Backup Print:Uit te kiezen.
Druk op OK.
Opmerking
•Als u Backup Print:Aan kiest, wordt
de fax ook op de machine afgedrukt, zodat
u zelf een kopie heeft. Dit is een
veiligheidsmaatregel voor het geval de
stroom uitvalt voordat de fax wordt
doorgezonden of er een probleem is met
de ontvangende machine.
• Wanneer u een kleurenfax ontvangt,
wordt deze op uw machine afgedrukt
maar niet doorverzonden naar het
nummer dat u hebt geprogrammeerd.
h Druk op Stop/Eindigen.
Fax opslaan6
Opmerking
Faxen in kleur kunnen niet in het
geheugen worden opgeslagen. Wanneer
u een kleurenfax ontvangt, wordt deze op
uw machine afgedrukt.
PC-Fax ontvangen6
Als u de functie PC-Fax ontvangen
inschakelt, worden ontvangen faxen in het
geheugen opgeslagen en automatisch naar
uw pc gestuurd. Vervolgens kunt u deze
faxen op uw pc bekijken en opslaan.
Zelfs als u de pc heeft uitgeschakeld
(bijvoorbeeld 's nachts of tijdens het
weekend), worden faxen in het geheugen van
de machine ontvangen en opgeslagen. Het
aantal ontvangen faxen dat in het geheugen
is opgeslagen, wordt links onder aan het
LCD-scherm weergegeven.
Wanneer u Fax Opslaan kiest, wordt de
ontvangen fax in het geheugen van de
machine opgeslagen. U kunt faxberichten
vanaf een andere locatie ophalen met de
opdrachten voor afstandsbediening.
Als u Fax Opslaan heeft ingesteld, wordt
automatisch een reservekopie afgedrukt op
de machine.
a Druk op Menu.
b Druk op a of b om Fax te kiezen.
Druk op OK.
c Druk op a of b om Ontvangstmenu te
kiezen.
Druk op OK.
d Druk op a of b om Geheugenontv. te
kiezen.
Druk op OK.
e Druk op a of b om Fax Opslaan te
kiezen.
Druk op OK.
f Druk op Stop/Eindigen.
De faxen worden automatisch door de
machine naar de pc overgedragen wanneer u
de pc start en de software PC-FAX
Ontvangen wordt uitgevoerd.
De software PC-FAX Ontvangen moet op uw
pc worden uitgevoerd om de ontvangen
faxen te kunnen overdragen naar de pc.
(Zie PC-FAX ontvangen in de
softwarehandleiding op de cd-rom voor meer
informatie.)
Als u Backup Print:Aan kiest, wordt de
fax ook afgedrukt.
a Druk op Menu.
b Druk op a of b om Fax te kiezen.
Druk op OK.
c Druk op a of b om Ontvangstmenu te
kiezen.
Druk op OK.
d Druk op a of b om Geheugenontv. te
kiezen.
Druk op OK.
44
Een fax ontvangen
e Druk op a of b om PC-Fax ontv. te
kiezen.
Druk op OK.
f Druk op a of b om <USB> te kiezen of de
pc waarop u de faxen wilt ontvangen.
Druk op OK.
g Druk op a of b om Backup Print:Aan
of Backup Print:Uit te kiezen.
Druk op OK.
h Druk op Stop/Eindigen.
Opmerking
• PC-Fax ontvangen wordt niet
®
ondersteund door Mac OS
• Voordat u PC-Fax ontvangen kunt
instellen, moet u de software MFL-Pro
Suite op uw pc installeren. Zorg ervoor dat
de pc is aangesloten en is ingeschakeld.
(Zie PC-FAX ontvangen in de
softwarehandleiding op de cd-rom voor
meer informatie.)
.
d Druk op a of b om Geheugenontv. te
kiezen.
Druk op OK.
e Druk op a of b om PC-Fax ontv. te
kiezen.
Druk op OK.
f Druk op a of b om Wijzig instell te
kiezen.
Druk op OK.
g Druk op a of b om <USB> te kiezen of de
pc waarop u de faxen wilt ontvangen.
Druk op OK.
h Druk op a of b om Backup Print:Aan
of Backup Print:Uit te kiezen.
Druk op OK.
i Druk op Stop/Eindigen.
Geheugenontvangstfuncties
uitschakelen6
6
• Als er een foutbericht wordt weergegeven
en de faxen in het geheugen van de
machine niet kunnen worden afgedrukt,
kunt u deze instelling gebruiken om de
faxen naar uw pc over te brengen.
(Zie Foutmeldingen op pagina 126 voor
meer informatie.)
• Wanneer u een kleurenfax ontvangt,
wordt deze op uw machine afgedrukt
maar niet naar uw pc verzonden.
De doel-pc wijzigen6
a Druk op Menu.
b Druk op a of b om Fax te kiezen.
Druk op OK.
c Druk op a of b om Ontvangstmenu te
kiezen.
Druk op OK.
a Druk op Menu.
b Druk op a of b om Fax te kiezen.
Druk op OK.
c Druk op a of b om Ontvangstmenu te
kiezen.
Druk op OK.
d Druk op a of b om Geheugenontv. te
kiezen.
Druk op OK.
e Druk op a of b om Uit te kiezen.
Druk op OK.
f Druk op Stop/Eindigen.
Opmerking
Op het LCD-scherm worden meer opties
weergegeven als zich nog ontvangen
faxen in het geheugen van de machine
bevinden. (Zie Schakelen tussen geheugenontvangstfuncties
op pagina 46.)
45
Hoofdstuk 6
Schakelen tussen
geheugenontvangstfuncties6
Als er zich nog ontvangen faxen in het
geheugen van de machine bevinden
wanneer u naar een andere
geheugenontvangstfunctie overschakelt,
verschijnt een van de volgende vragen op het
LCD-scherm:
Wis alle faxen ?
Jai druk op 1
Nee i druk op 2
Tot. print fax?
Jai druk op 1
Nee i druk op 2
• Als u op 1 drukt, worden de faxen in het
geheugen gewist of afgedrukt voordat
de instelling wordt gewijzigd. Als er al
een reservekopie is afgedrukt, wordt
die niet opnieuw afgedrukt.
• Als u op 2 drukt, worden de faxen in het
geheugen niet gewist of afgedrukt, en
wordt de instelling niet gewijzigd.
Als er nog ontvangen faxen in het geheugen
staan wanneer u overschakelt op
PC-Fax ontv. vanuit een andere optie
[Fax Doorzenden of Fax Opslaan], drukt
u op a of b om de pc te selecteren.
Aanvullende
ontvangsthandelingen
Een verkleinde afdruk van een
inkomend document maken6
Als u Aan kiest, wordt elke pagina van een
binnenkomende fax automatisch verkleind tot
het formaat A4, Letter of Legal. De machine
berekent het verkleiningspercentage aan de
hand van het papierformaat van de fax en uw
instelling voor het papierformaat.
(Zie Papierformaat op pagina 24.)
a Druk op Menu.
b Druk op a of b om Fax te kiezen.
Druk op OK.
c Druk op a of b om Ontvangstmenu te
kiezen.
Druk op OK.
d Druk op a of b om Auto reductie te
kiezen.
e Druk op d of c om Aan (of Uit) te
kiezen.
Druk op OK.
6
Op het LCD-scherm wordt de volgende vraag
weergegeven:
Fax i PC zenden?
Jai druk op 1
Nee i druk op 2
• Als u op 1 drukt, worden de faxen in het
geheugen naar uw pc gezonden
voordat de instelling wordt gewijzigd.
Vervolgens wordt u gevraagd of u
'Backup Print' (reservekopie) wilt
inschakelen. (Zie PC-Fax ontvangen
op pagina 44 voor meer informatie.)
• Als u op 2 drukt, worden de faxen in het
geheugen niet gewist of naar de pc
overgebracht, en wordt de instelling
niet gewijzigd.
46
f Druk op Stop/Eindigen.
Een fax ontvangen
Ontvangst zonder papier6
Als de papierlade leegraakt tijdens het
ontvangen van een fax, wordt op het LCDscherm Papier nazien weergegeven en
wordt u gevraagd om papier in de papierlade
te laden. (Zie Papier en andere afdrukmedia laden op pagina 9.)
De machine gaat door met het ontvangen van
de fax, waarbij de resterende pagina's in het
geheugen worden opgeslagen (mits er
voldoende geheugen beschikbaar is).
Faxen die daarna binnenkomen, worden ook
in het geheugen opgeslagen totdat het
geheugen vol is. Wanneer het geheugen vol
is, stopt de machine automatisch met het
beantwoorden van faxoproepen. Plaats
nieuw papier in de lade om de faxen af te
drukken.
Afstandsbediening6
U kunt uw machine bellen vanaf elke telefoon
met druktoetsen of een faxapparaat, en
vervolgens de code voor toegang op afstand
en de opdrachten voor afstandsbediening
gebruiken om faxberichten op te halen.
Een code voor toegang op
afstand instellen6
Met de code voor toegang op afstand krijgt u
toegang tot de functies voor
afstandsbediening wanneer u niet in de buurt
van de machine bent. Voordat u toegang op
afstand en de functies voor
afstandsbediening kunt gebruiken, moet u uw
eigen code instellen. De standaardcode die in
de fabriek is ingesteld, is de inactieve
code (--- ).
6
Een fax afdrukken vanuit het
geheugen6
Als u Fax opslaan heb gekozen, kunt u een
fax toch vanuit het geheugen afdrukken
wanneer u zich bij de machine bevindt.
a Druk op Menu.
b Druk op a of b om Fax te kiezen.
Druk op OK.
c Druk op a of b om Print document te
kiezen.
Druk op OK.
d Druk op Mono Start.
e Druk op Stop/Eindigen.
Opmerking
Wanneer u een fax vanuit het geheugen
afdrukt, worden de faxgegevens gewist.
a Druk op Menu.
b Druk op a of b om Fax te kiezen.
Druk op OK.
c Druk op a of b om Afst.bediening te
kiezen.
d Voer een code van drie tekens in met de
cijfers 0-9, l of #.
Druk op OK. (Het vooraf ingestelde ‘
kan niet worden gewijzigd.)
Opmerking
Gebruik niet dezelfde code als voor
activeren op afstand (l 5 1) of deactiveren
op afstand (# 5 1). (Zie Werken met een tweede toestel op pagina 55.)
e Druk op Stop/Eindigen.
Opmerking
U kunt uw code op elk gewenst moment
wijzigen door een nieuwe code in te
voeren. Als u uw code inactief wilt maken,
drukt u in stap d op Wis/terug om de
inactieve instelling (--- ) te herstellen en
drukt u vervolgens op OK.
’
47
Hoofdstuk 6
Uw code voor toegang op
afstand gebruiken6
a Kies uw faxnummer op een
telefoontoestel met druktoetsen of een
ander faxapparaat.
b Voer uw code voor toegang op afstand
(3 cijfers gevolgd door ) direct in zodra
uw machine antwoordt.
c De machine geeft aan of er berichten
zijn ontvangen:
1 lange pieptoon — faxberichten
Geen pieptonen — geen berichten
d Voer een opdracht in wanneer de
machine twee korte pieptonen geeft.
Als u langer dan 30 seconden wacht
voordat u een opdracht invoert,
verbreekt de machine de verbinding.
Als u een ongeldige opdracht heeft
ingevoerd, geeft de machine drie
pieptonen.
e Druk op 9 0 om de toegang op afstand
af te sluiten als u klaar bent.
f Hang op.
Opmerking
Als de machine is ingesteld op de stand
Handmatig en u de functies voor
afstandsbediening wilt gebruiken, wacht u
ongeveer 100 seconden wanneer de
machine overgaat en voert u vervolgens
binnen 30 seconden de code voor
toegang op afstand in.
48
Een fax ontvangen
Opdrachten voor afstandsbediening6
Gebruik de volgende opdrachten om toegang te krijgen tot functies op de machine als u zich op
een andere locatie bevindt. Wanneer u uw machine belt en vervolgens uw code voor toegang op
afstand invoert (3 cijfers gevolgd door ), geeft het systeem twee korte pieptonen en moet u een
opdracht voor afstandsbediening invoeren.
Opdrachten voor afstandsbedieningWerking
95De instellingen voor Fax
doorzenden of Fax opslaan
wijzigen
1 UITU kunt Uit kiezen nadat u alle berichten hebt opgehaald of
gewist.
2 Fax doorzendenEén lange pieptoon geeft aan dat de wijziging is
4 Nummer voor Fax doorzenden
6 Fax opslaan
geaccepteerd. Als u drie korte pieptonen hoort, kan de
wijziging niet worden uitgevoerd omdat er een instelling
ontbreekt (er is bijvoorbeeld geen nummer ingevoerd voor
Fax doorzenden). U kunt het nummer voor Fax doorzenden
invoeren door op 4 te drukken. (Zie Het nummer voor Fax
doorzenden wijzigen op pagina 50.) Nadat u het nummer
heeft opgegeven, werkt de functie Fax doorzenden.
6
96Een fax ophalen
2 Alle faxen ophalenVoer het nummer van het externe faxapparaat in om
opgeslagen faxberichten te ontvangen. (Zie Faxberichten
ophalen op pagina 50.)
3 Faxen uit het geheugen wissenAls u één lange pieptoon hoort, zijn de faxberichten uit het
geheugen gewist.
97De ontvangststatus controleren
1 FaxU kunt controleren of uw machine faxberichten heeft
ontvangen. Als dat het geval is, hoort u één lange pieptoon.
Als er geen faxen of berichten zijn, hoort u drie korte
pieptonen.
98De ontvangststand wijzigen
1 Telefoon/Beantw.Als u één lange pieptoon hoort, is de wijziging
2 Fax/Telefoon
3 Alleen Fax
90AfsluitenAls u op 90 drukt, wordt de afstandsbediening afgesloten.
geaccepteerd.
Wacht totdat u de lange pieptoon hoort en leg vervolgens de
hoorn op de haak.
49
Hoofdstuk 6
Faxberichten ophalen6
U kunt uw machine bellen vanaf elke telefoon
met druktoetsen en uw faxberichten naar een
ander faxapparaat laten sturen. U moet Fax
opslaan inschakelen voordat u deze functie
kunt gebruiken.
a Kies uw faxnummer.
b Voer uw code voor toegang op afstand
(3 cijfers gevolgd door ) direct in zodra
uw machine antwoordt. Als u één lange
pieptoon hoort, betekent dit dat er
nieuwe berichten zijn.
c Als u twee korte pieptonen hoort, drukt u
op 962.
d Wacht totdat u de lange pieptoon hoort,
voer met behulp van de kiestoetsen het
nummer in van het faxapparaat waar u
de faxberichten naartoe wilt sturen
(maximaal 20 tekens) en druk
vervolgens op # #.
Het nummer voor Fax
doorzenden wijzigen6
U kunt de standaardinstelling van het
nummer voor Fax doorzenden wijzigen vanaf
een andere telefoon met druktoetsen of een
ander faxapparaat.
a Kies uw faxnummer.
b Voer uw code voor toegang op afstand
(3 cijfers gevolgd door ) direct in zodra
uw machine antwoordt. Als u één lange
pieptoon hoort, betekent dit dat er
nieuwe berichten zijn.
c Als u twee korte pieptonen hoort, drukt u
op 954.
d Wacht totdat u de lange pieptoon hoort,
voer met behulp van de kiestoetsen het
nieuwe nummer in van het faxapparaat
waar u de faxberichten naartoe wilt
sturen (maximaal 20 tekens) en druk
vervolgens op # #.
Opmerking
U kunt l en # niet als kiesnummers
gebruiken. U kunt echter wel op # drukken
om een pauze in te lassen.
e Hang op als u de pieptoon van uw
machine hoort. Uw machine belt dan het
andere faxapparaat, waarop uw
faxberichten vervolgens worden
afgedrukt.
Opmerking
U kunt l en # niet als kiesnummers
gebruiken. U kunt echter wel op # drukken
om een pauze in te lassen.
e Druk op 9 0 als u klaar bent.
f Hang op als u de pieptoon van uw
machine hoort.
50
Telefoontoestellen en externe
7
apparaten
Werking als telefoon7
U kunt telefoneren met een tweede of externe
telefoon door nummers handmatig te kiezen
of door middel van snelkiesnummers.
Toon of puls7
Als u een pulsservice heeft, maar
toonsignalen moet verzenden (bijvoorbeeld
voor telebankieren), gaat u als volgt te werk:
a Neem de hoorn van het externe toestel
op.
b Druk op # op het bedieningspaneel van
de machine. Alle cijfers die hierna
worden gekozen, worden verzonden als
toonsignalen.
Wanneer u de hoorn op de haak legt, keert de
machine terug naar de pulsservice.
Fax/Telefoon-stand in de
energiebesparende stand7
Wanneer de machine in de
energiebesparende stand staat, kunt u
faxberichten ontvangen als 'P.Bewaar inst.'
op Faxontv:Aan is ingesteld.
(Zie Energiebesparende stand instellen
op pagina 22.)
De stand Fax/Telefoon werkt niet in de
energiebesparende stand. De machine zal
geen telefoontjes of faxen beantwoorden en
blijven rinkelen. Als u zich bij een extern of
tweede toestel bevindt, neem dan de hoorn
op om te praten. Als u faxtonen hoort, houd
dan de hoorn vast totdat Fax waarnemen uw
machine activeert. Als de beller zegt u een
fax te willen versturen, activeert u de machine
door op l 5 1 te drukken.
7
7
Fax/Telefoon-stand 7
Als de machine in de stand Fax/Telefoon
staat, wordt het dubbele belsignaal gebruikt
om aan te geven dat het een normaal
telefoontje betreft.
Als u zich bij een extern toestel bevindt,
neemt u de hoorn van het externe toestel op,
en drukt u op Telefoon/Intern om te
antwoorden.
Als u zich bij een tweede toestel bevindt,
moet u de hoorn tijdens het overgaan van het
dubbele signaal opnemen en vervolgens op
#51 drukken tussen de twee dubbele
belsignalen. Als er niemand aan het toestel is
of wanneer iemand u een fax wil zenden,
stuurt u de oproep terug naar de machine
door op l 51 te drukken.
51
Hoofdstuk 7
Telefoondiensten7
Uw machine biedt ondersteuning voor de
dienst Nummerweergave die door bepaalde
telefoonbedrijven wordt aangeboden.
Functies zoals voicemail, wisselgesprek,
wisselgesprek en/of nummerweergave,
antwoorddiensten, alarmsystemen of andere
aangepaste functies op dezelfde telefoonlijn,
kunnen leiden tot problemen met de werking
van uw machine.
Nummerweergave (Beller ID) 7
Met de functie Beller ID kunt u gebruikmaken
van de dienst Nummerweergave die door
vele plaatselijke telefoonbedrijven wordt
aangeboden. Neem voor meer informatie
contact op met uw telefoonbedrijf. Bij gebruik
van deze dienst ziet u het telefoonnummer of,
indien beschikbaar, de naam van de beller.
Na enkele belsignalen wordt op het LCDscherm het telefoonnummer (en eventueel de
naam) van uw beller weergegeven. Zodra u
een telefoontje aanneemt, verdwijnen de
bellergegevens van het LCD-scherm. De
oproepgegevens blijven echter opgeslagen in
het geheugen.
U kunt het overzicht bekijken of een van deze
nummers selecteren om er een fax naar te
verzenden, het toe te voegen aan de
snelkiesnummers of het te verwijderen uit het
overzicht. (Zie Overzicht nummerweergave
op pagina 59.)
Van het nummer (of de naam) worden de
eerste 18 tekens getoond.
De melding ID onbekend geeft aan dat
de oproep afkomstig is van buiten het
gebied dat uw nummerweergavedienst
bestrijkt.
U kunt een lijst van de ontvangen
bellergegevens afdrukken. (Zie Een rapport afdrukken op pagina 66.)
Opmerking
De dienst Nummerweergave is afhankelijk
van de dienstverlener. Neem contact op
met uw plaatselijke telefoonbedrijf voor
meer informatie over welke diensten er in
uw gebied beschikbaar zijn.
Nummerweergave (Beller ID)
inschakelen
Als u beschikt over Nummerweergave op de
lijn, dient u de functie Beller ID in te stellen op
Aan om het telefoonnummer van de beller op
het LCD-scherm weer te geven terwijl de
telefoon overgaat.
a Druk op Menu.
b Druk op a of b om Fax te kiezen.
Druk op OK.
c Druk op a of b om Diversen te kiezen.
Druk op OK.
d Druk op a of b om Beller ID te
kiezen.
e Druk op d of c om Aan (of Uit) te
kiezen.
Druk op OK.
f Druk op Stop/Eindigen.
Het type telefoonlijn instellen 7
Als u de machine aansluit op een lijn met PBX
of ISDN voor het verzenden en ontvangen
van faxen, moet u ook het type telefoonlijn
dienovereenkomstig wijzigen aan de hand
van de volgende stappen.
a Druk op Menu.
b Druk op a of b om Stand.instel. te
kiezen.
Druk op OK.
7
52
c Druk op a of b om Tel lijn inst te
kiezen.
Telefoontoestellen en externe apparaten
d Druk op d of c om PBX, ISDN (of
Normaal) te kiezen.
Druk op OK.
e Druk op Stop/Eindigen.
PBX en DOORVERBINDEN7
De machine is in eerste instantie ingesteld op
Normaal, om te worden aangesloten op een
standaard openbaar telefoonnetwerk
(PSTN). De meeste kantoren gebruiken
echter een centraal telefoonsysteem oftewel
een Private Branch Exchange (PBX). Uw
machine kan op de meeste PBXtelefoonsystemen worden aangesloten. De
oproepfunctie van de machine ondersteunt
alleen TBR (Timed Break Recall). TBR werkt
met de meeste PBX-systemen, zodat u
toegang krijgt tot een buitenlijn of gesprekken
naar een andere lijn kunt doorverbinden. De
functie treedt in werking wanneer u op
Telefoon/Intern drukt.
Opmerking
U kunt een druk op de toets
Telefoon/Intern programmeren als
onderdeel van een nummer dat in een
snelkieslocatie is opgeslagen. Hiertoe
drukt u tijdens het programmeren van het
snelkiesnummer eerst op
Telefoon/Intern (op het LCD-scherm
verschijnt '!'), waarna u het
telefoonnummer intoetst. Als u dit doet,
hoeft u niet meer eerst op
Telefoon/Intern te drukken telkens
wanneer u een snelkieslocatie gebruikt.
(Zie Nummers opslaan op pagina 59.) Als
PBX echter niet is geselecteerd in de
instelling van het type telefoonlijn, kunt u
geen gebruik maken van het
snelkiesnummer waarin de druk op
Telefoon/Intern is geprogrammeerd.
Een extern
antwoordapparaat
aansluiten
U wilt misschien een extern
antwoordapparaat aansluiten. Als u echter
een extern antwoordapparaat aansluit op
dezelfde lijn als de machine, worden alle
gesprekken beantwoord door het
antwoordapparaat, en ‘luistert’ de machine
naar faxtonen. Als er faxtonen klinken, neemt
de machine de oproep over en wordt de fax
ontvangen. Als geen faxtonen hoorbaar zijn,
laat de machine het uitgaande bericht
afspelen door het antwoordapparaat, zodat
degene die u belt een bericht kan inspreken.
Het antwoordapparaat moet binnen vier
belsignalen antwoorden (de aanbevolen
instelling is twee belsignalen). De machine
kan de faxtonen pas opvangen, als het
antwoordapparaat de oproep heeft
beantwoord. Met vier belsignalen blijven er
slechts 8 tot 10 seconden van faxtonen over
voor de aansluitbevestiging. Volg de
instructies in dit handboek voor het opnemen
van uw uitgaande bericht nauwkeurig op. Wij
raden af om op uw extern antwoordapparaat
de functie bespaarstand te gebruiken, als het
meer dan vijf keer overgaat.
Opmerking
Als u niet al uw faxen ontvangt, dient u de
instelling voor belvertraging op uw externe
antwoordapparaat te verkorten.
1
1
7
7
1Antwoordapparaat
53
Hoofdstuk 7
Als het antwoordapparaat een oproep
beantwoordt, verschijnt op het scherm
Telefoon.
Onjuiste configuratie
U mag geen antwoordapparaat op een
andere plaats op dezelfde telefoonlijn
aansluiten.
Aansluitingen7
Het externe antwoordapparaat moet zijn
aangesloten zoals aangegeven in de vorige
afbeelding.
a Stel uw externe antwoordapparaat in op
één of twee belsignalen. (De instelling
voor de belvertraging van de machine is
niet van toepassing.)
b Neem het uitgaande bericht op uw
externe antwoordapparaat op.
c Activeer het antwoordapparaat.
d Stel de ontvangststand in op
Ext. TEL/ANT. (Zie De
ontvangststand kiezen op pagina 40.)
b Wij adviseren u het bericht te beperken
tot 20 seconden.
Opmerking
Wij raden u aan om aan het begin van uw
uitgaande bericht eerst een stilte van
5 seconden op te nemen, omdat de
machine geen faxtonen kan horen over
een resonerende of luide stem. U kunt
proberen om deze pauze weg te laten,
maar als uw machine problemen heeft
met de ontvangst, dient u het uitgaande
bericht opnieuw op te nemen en deze
pauze in te lassen.
Aansluiting op meerdere
lijnen (PBX)7
Wij raden u aan contact op te nemen met het
bedrijf dat uw PBX geïnstalleerd heeft om uw
machine aan te sluiten. Als u beschikt over
een systeem met meerdere lijnen, vraagt u
uw installateur om de machine op de laatste
lijn in het systeem aan te sluiten. Zo voorkomt
u dat de machine wordt geactiveerd telkens
wanneer er telefoongesprekken worden
ontvangen door het systeem. Als alle
inkomende telefoontjes door een telefonist(e)
worden beantwoord, adviseren wij u om de
ontvangststand in te stellen op Handmatig.
Een uitgaand bericht
opnemen op een extern
antwoordapparaat7
Tijdsplanning is van essentieel belang
wanneer u dit bericht opneemt. Het bericht
bepaalt de wijze waarop de handmatige en
automatische faxontvangst verloopt.
a Neem 5 seconden stilte op aan het
begin van uw bericht. (Dit geeft uw
machine de gelegenheid om bij
automatische faxtransmissies de
faxtonen te horen voordat deze
stoppen.)
54
Wij kunnen niet garanderen dat uw machine
onder alle omstandigheden naar behoren
werkt bij aansluiting op een PBX. Neem bij
problemen met het verzenden of ontvangen
van faxen in eerste instantie contact op met
het bedrijf dat uw centrale verzorgt.
Opmerking
Controleer of het type telefoonlijn is
ingesteld op PBX. (Zie Het type telefoonlijn instellen op pagina 52.)
Telefoontoestellen en externe apparaten
Externe en tweede
toestellen
Een extern of tweede toestel
aansluiten7
U kunt een apart telefoontoestel aansluiten
op uw machine, zoals in de volgende
afbeelding.
1
2
1Tweede toestel
2Extern toestel
Als u een extern of tweede toestel gebruikt,
verschijnt op het scherm Telefoon.
Opmerking
Als u een extern toestel gebruikt, mag uw
kabel maximaal 3 meter lang zijn.
Werken met een tweede
7
toestel7
Als u een faxoproep aanneemt op een
tweede of een extern toestel, kunt u de
oproep door uw machine laten ontvangen
door de code voor activeren op afstand te
gebruiken. Als u de code voor activeren op
afstand l 51 intoetst, zal de fax op de
machine worden ontvangen.
Als de machine een normaal telefoontje
aanneemt en het dubbele belsignaal geeft,
toetst u de code voor deactiveren op
afstand #51 in om het telefoontje op een
tweede toestel aan te nemen. (Zie F/T-beltijd (alleen in Fax/Telefoon-stand) op pagina 42.)
Als u een telefoontje aanneemt en er is
niemand aan de lijn:
Waarschijnlijk gaat het om het ontvangen van
een handmatige fax.
Druk op l 51 en wacht tot u het tjirpende
geluid hoort of totdat het LCD-scherm
Ontvangst weergeeft, pas dan mag u
ophangen.
Opmerking
U kunt ook de functie Fax waarnemen
gebruiken om uw machine het telefoontje
automatisch te laten aannemen. (Zie Fax waarnemen op pagina 43.)
7
7
55
Hoofdstuk 7
Een draadloze externe
telefoon gebruiken7
Als uw draadloze telefoon is aangesloten op
de aansluiting van het telefoonsnoer (zie
Externe en tweede toestellen op pagina 55)
en u de draadloze telefoon meestal
meeneemt naar een andere locatie, is het
eenvoudiger om oproepen te beantwoorden
tijdens de belvertraging.
Als u de machine eerst laat aannemen, moet
u naar de machine lopen en op
Telefoon/Intern drukken om het telefoontje
op het draadloze toestel aan te nemen.
Codes voor
afstandsbediening gebruiken 7
Code voor activeren op afstand7
Als u een faxoproep aanneemt op een
tweede toestel of een extern toestel, kunt u
de oproep doorverbinden naar de machine
door het intoetsen van de code voor activeren
op afstand l 51. Wacht op de tjirpende
geluiden en leg vervolgens de hoorn op de
haak. (Zie Fax waarnemen op pagina 43.)
Degene die u opbelt, moet op zijn of haar
machine op Start drukken om de fax te
verzenden.
Als u een faxoproep aanneemt op het externe
toestel, kunt u de oproep door uw machine
laten ontvangen door op Mono Start te
drukken.
Code voor deactiveren op afstand7
Als u een normaal telefoontje ontvangt en de
machine in de stand F/T staat, wordt het
dubbele belsignaal gebruikt na de
aanvankelijke belvertraging. Als u het
telefoontje op een tweede toestel aanneemt,
kunt u het dubbele belsignaal uitschakelen
door tussen de belsignalen in op # 5 1 te
drukken.
Als de machine een normaal telefoontje
aanneemt en het dubbele belsignaal geeft,
kunt u het telefoontje op het externe toestel
ontvangen door op Telefoon/Intern te
drukken.
De codes voor afstandsbediening
wijzigen
Als u activeren op afstand wilt gebruiken,
moet u de vereiste codes inschakelen. De
voorgeprogrammeerde code voor activeren
op afstand is l 51.
code voor
kunt deze desgewenst vervangen door uw
eigen codes.
deactiveren op afstand is #51. U
De voorgeprogrammeerde
a Druk op Menu.
b Druk op a of b om Fax te kiezen.
Druk op OK.
c Druk op a of b om Ontvangstmenu te
kiezen.
Druk op OK.
d Druk op a of b om Afstandscode te
kiezen.
e Druk op d of c om Aan (of Uit) te
kiezen.
Druk op OK.
f Voer de nieuwe code voor activeren op
afstand in.
Druk op OK.
g Druk op a of b om Deactiveren: te
kiezen en voer de nieuwe code voor
deactiveren op afstand in.
Druk op OK.
h Druk op Stop/Eindigen.
Opmerking
• Als de verbinding telkens wordt verbroken
wanneer u probeert om vanaf een ander
toestel toegang te krijgen tot uw externe
antwoordapparaat, is het raadzaam de
code voor activeren op afstand en de code
voor deactiveren op afstand te wijzigen in
een andere driecijferige code met de
cijfers 0-9, l, #.
• Het is mogelijk dat de codes voor
afstandsbediening met bepaalde
telefoonsystemen niet werken.
7
56
8
Nummers kiezen en opslaan8
Nummers kiezen8
Handmatig kiezen8
Toets alle cijfers van het fax- of
telefoonnummer in.
Snelkiezen8
a Druk op (Snelkies).
Zoeken8
U kunt zoeken naar namen die in het
geheugen voor snelkiesnummers zijn
opgeslagen.
a Druk op (Snelkies).
U kunt ook Snelkies kiezen door op
(Fax) te drukken.
b Druk op a of b om Zoeken te kiezen.
Druk op OK.
c Druk op a of b om
Alfabetische volgorde of
Nummervolgorde te kiezen.
Druk op OK.
Opmerking
• Druk op l om de lettergrootte op het LCDscherm groter te maken.
• Druk op # om de lettergrootte op het LCDscherm kleiner te maken.
8
U kunt ook Snelkies kiezen door op
(Fax) te drukken.
b Druk op a of b om Zoeken te kiezen.
Druk op OK.
c Toets het tweecijferige snelkiesnummer
in. (Zie Snelkiesnummers opslaan
op pagina 59.)
d Als de locatie twee nummers bevat,
drukt u op a of b om het gewenste
nummer te kiezen.
Druk op OK.
Opmerking
Als op het scherm Niet toegewezen
wordt weergegeven wanneer u een
snelkiesnummer invoert of opzoekt, is er
op deze locatie geen nummer opgeslagen
.
d Als u Alfabetische volgorde heeft
gekozen in stap c, gebruikt u de
kiestoetsen om de eerste letter van de
naam in te voeren en drukt u vervolgens
op a of b om de naam en het nummer te
kiezen dat u wilt bellen.
Druk op OK.
57
Hoofdstuk 8
Faxnummer opnieuw kiezen8
Als u handmatig een fax verzendt en de lijn
bezet is, drukt u op Herkies/Pauze en
vervolgens op Mono Start of Kleur Start om
het opnieuw te proberen. Als u een tweede
nummer wilt kiezen en u dat nummer onlangs
nog heeft gekozen, kunt u op Herkies/Pauze
drukken en een van de laatste 30 nummers
kiezen uit de lijst met uitgaande oproepen.
Herkies/Pauze werkt alleen als u het
nummer via het bedieningspaneel heeft
gekozen. Als u een fax automatisch wilt verzenden en de lijn bezet is, wordt het
nummer automatisch maximaal drie keer met
tussenpozen van vijf minuten opnieuw
geprobeerd.
a Druk op Herkies/Pauze.
b Druk op a of b om het nummer te
selecteren dat u opnieuw wilt kiezen.
Druk op OK.
c Druk op a of b om Fax versturen te
kiezen.
Druk op OK.
Overzicht van uitgaande
oproepen8
De laatste 30 nummers waarnaar u een fax
heeft gestuurd, worden opgeslagen in het
overzicht van uitgaande oproepen. U kunt
een van deze nummers selecteren om er een
fax naar te verzenden, het toe te voegen aan
de snelkiesnummers of het te verwijderen uit
het overzicht.
a Druk op Herkies/Pauze.
U kunt ook Uitgaand gesprek kiezen
door op (Fax) te drukken.
b Druk op a of b om het gewenste nummer
te selecteren.
Druk op OK.
c Ga op een van de volgende manieren te
werk:
Als u een fax wilt verzenden, drukt u
op a of b om Fax versturen te
kiezen.
Druk op OK.
Druk op Mono Start of Kleur Start.
d Druk op Mono Start of Kleur Start.
Opmerking
Bij direct verzenden werkt de functie voor
opnieuw kiezen niet wanneer u de
glasplaat gebruikt.
Als u het nummer wilt opslaan, drukt
u op a of b om
Toevoegen snelkiesnrs te
kiezen.
Druk op OK.
(Zie Snelkiesnummers opslaan op
basis van uitgaande oproepen
op pagina 60.)
Druk op a of b om Verwijder te
kiezen.
Druk op OK.
Druk op 1 om te bevestigen.
d Druk op Stop/Eindigen.
58
Nummers kiezen en opslaan
Overzicht nummerweergave8
Voor deze functie moet u een abonnement
hebben op de dienst Nummerweergave die
door veel lokale telefoonbedrijven wordt
aangeboden. (Zie Nummerweergave (Beller ID) op pagina 52.)
Het overzicht van beller-ID's bevat het
nummer of eventueel de naam van de laatste
30 faxen en telefoonoproepen die u heeft
ontvangen. U kunt het overzicht bekijken of
een van deze nummers selecteren om er een
fax naar te verzenden, het toe te voegen aan
de snelkiesnummers of het te verwijderen uit
het overzicht. Bij de eenendertigste oproep
wordt de informatie over de eerste oproep
door de nieuwe vervangen.
a Druk op (Fax).
b Druk op a of b om Overz. beller-ID
te kiezen.
Druk op OK.
c Druk op a of b om het gewenste nummer
te selecteren.
Druk op OK.
Nummers opslaan8
U kunt uw machine instellen om op de
volgende manieren snel te kiezen: met
snelkiesnummers en groepen voor het
rondsturen van faxberichten. Wanneer u een
snelkiesnummer kiest, wordt op het LCDscherm de naam (indien u deze heeft
opgeslagen) of het nummer weergegeven.
Opmerking
De snelkiesnummers die in het geheugen
zijn opgeslagen, gaan niet verloren als de
stroom uitvalt.
Een pauze opslaan8
Druk op Herkies/Pauze om een pauze van
3,5 seconden tussen de cijfers van een
nummer in te lassen. Als u internationaal belt,
kunt u zo vaak als nodig op Herkies/Pauze
drukken om de pauze langer te maken.
8
d Ga op een van de volgende manieren te
werk:
Als u een fax wilt verzenden, drukt u
op a of b om Fax versturen te
kiezen.
Druk op OK.
Druk op Mono Start of Kleur Start.
Als u het nummer wilt opslaan, drukt
u op a of b om
Toevoegen snelkiesnrs te
kiezen.
Druk op OK.
(Zie Snelkiesnummers opslaan op
basis van het overzicht van bellerID's op pagina 61.)
Druk op a of b om Verwijder te
kiezen.
Druk op OK.
Druk op 1 om te bevestigen.
e Druk op Stop/Eindigen.
Snelkiesnummers opslaan8
U kunt maximaal 100 tweecijferige
snelkieslocaties opslaan met een naam. Elke
naam kan twee nummers hebben. Voor het
kiezen van een nummer hoeft u dan slechts
op een paar toetsen te drukken (bijvoorbeeld:
(Snelkies), Zoeken, OK, het tweecijferige
nummer en Mono Start of Kleur Start).
a Druk op (Snelkies).
b Druk op a of b om
Snelkiezen Instellen te kiezen.
Druk op OK.
c Druk op a of b om de snelkieslocatie te
selecteren waarin u het nummer wilt
opslaan.
Druk op OK.
Opmerking
U kunt de nummerweergavelijst afdrukken
(Zie Een rapport afdrukken op pagina 66.)
.
59
Hoofdstuk 8
d Ga op een van de volgende manieren te
werk:
Voer de naam in met behulp van de
kiestoetsen (max. 16 tekens).
Druk op OK.
(Zie Tekst invoeren op pagina 168
voor informatie over het invoeren van
letters.)
Als u het nummer zonder naam wilt
opslaan, drukt u op OK.
e Voer het telefoon- of faxnummer in
(max. 20 cijfers).
Druk op OK.
f Ga op een van de volgende manieren te
werk:
Voer het tweede telefoon- of
faxnummer in (max. 20 cijfers).
Druk op OK.
Als u geen tweede nummer wilt
opslaan, drukt u op OK.
Snelkiesnummers opslaan op basis
van uitgaande oproepen
U kunt ook snelkiesnummers opslaan vanuit
het overzicht van uitgaande oproepen.
a Druk op Herkies/Pauze.
U kunt ook Uitgaand gesprek kiezen
door op (Fax) te drukken.
b Druk op a of b om de naam of het
nummer te kiezen dat u wilt opslaan.
Druk op OK.
c Druk op a of b om
Toevoegen snelkiesnrs te kiezen.
Druk op OK.
d Druk op a of b om de snelkieslocatie te
selecteren waarin u het nummer wilt
opslaan.
Druk op OK.
e Ga op een van de volgende manieren te
werk:
Voer de naam in met behulp van de
kiestoetsen (max. 16 tekens).
8
g Druk op a of b om Compleet te kiezen.
Druk op OK.
h Ga op een van de volgende manieren te
werk:
Ga naar stap c om nog een
snelkiesnummer op te slaan.
Druk op Stop/Eindigen als u klaar
bent.
Druk op OK.
(Zie Tekst invoeren op pagina 168
voor informatie over het invoeren van
letters.)
Als u het nummer zonder naam wilt
opslaan, drukt u op OK.
f Druk op OK om het fax- of
telefoonnummer te bevestigen.
g Ga op een van de volgende manieren te
werk:
Voer het tweede telefoon- of
faxnummer in (max. 20 cijfers).
Druk op OK.
Als u geen tweede nummer wilt
opslaan, drukt u op OK.
h Druk op a of b om Compleet te kiezen.
Druk op OK.
60
i Druk op Stop/Eindigen.
Nummers kiezen en opslaan
Snelkiesnummers opslaan op basis
van het overzicht van beller-ID's
Als u een abonnement heeft op de dienst
Nummerweergave van uw telefoonbedrijf,
kunt u ook snelkiesnummers opslaan vanuit
het overzicht van beller-ID's voor inkomende
oproepen. (Zie Nummerweergave (Beller ID)
op pagina 52.)
a Druk op (Fax).
b Druk op a of b om Overz. beller-ID
te kiezen.
Druk op OK.
c Druk op a of b om het nummer te
selecteren dat u wilt opslaan.
Druk op OK.
d Druk op a of b om
Toevoegen snelkiesnrs te kiezen.
Druk op OK.
e Druk op a of b om de tweecijferige
snelkieslocatie te selecteren waarin u
het nummer wilt opslaan.
Druk op OK.
f Ga op een van de volgende manieren te
werk:
Voer de naam in met behulp van de
kiestoetsen (max. 16 tekens).
Druk op OK.
(Zie Tekst invoeren op pagina 168
voor informatie over het invoeren van
letters.)
Als u het nummer zonder naam wilt
opslaan, drukt u op OK.
g Druk op OK om het fax- of
telefoonnummer te bevestigen.
h Ga op een van de volgende manieren te
werk:
i Druk op a of b om Compleet te kiezen.
8
Druk op OK.
j Druk op Stop/Eindigen.
Snelkiesnamen of -nummers
wijzigen8
U kunt een reeds opgeslagen snelkiesnaam
of -nummer wijzigen.
a Druk op (Snelkies).
b Druk op a of b om
Snelkiezen Instellen te kiezen.
Druk op OK.
c Druk op a of b om de tweecijferige
snelkieslocatie te selecteren die u wilt
wijzigen.
Druk op OK.
d Ga op een van de volgende manieren te
werk:
Druk op a of b om
Wijzig instell te kiezen.
Druk op OK.
Druk op a of b om Verwijder te
kiezen.
Druk op OK.
Druk op 1 ter bevestiging.
Ga naar stap h.
Opmerking
De opgeslagen naam of het opgeslagen
nummer wijzigen:
Als u een teken wilt wijzigen, drukt u
op d of c om de cursor onder het teken te
plaatsen dat u wilt wijzigen en drukt u
vervolgens op Wis/terug. Voer het
nieuwe teken in.
8
Voer het tweede telefoon- of
faxnummer in (max. 20 cijfers).
Druk op OK.
Als u geen tweede nummer wilt
opslaan, drukt u op OK.
e Als u de naam wilt wijzigen, drukt u
op a of b om Naam te selecteren. Druk
vervolgens op c en voer de nieuwe
naam in met de kiestoetsen (maximaal
16 tekens).
Druk op OK.
(Zie Tekst invoeren op pagina 168.)
61
Hoofdstuk 8
f Als u het eerste fax-/telefoonnummer
wilt wijzigen, drukt u op a of b om
Fax/tel: te selecteren. Druk
vervolgens op c en voer het nieuwe faxof telefoonnummer in met de
kiestoetsen (maximaal 20 cijfers).
Opmerking
Voor snelkieslocaties kunt u Fax/Tel1:
en Fax/Tel2: wijzigen.
g Druk op a of b om Compleet te kiezen.
Druk op OK.
h Druk op Stop/Eindigen.
Groepen voor rondsturen
instellen8
Met behulp van groepen, die in een
snelkieslocatie kunnen worden opgeslagen,
kunt u hetzelfde faxbericht naar verschillende
nummers verzenden door alleen
op(Snelkies), Zoeken, OK, de twee
cijfers van de snelkieslocatie en Mono Start
te drukken. Eerst moet u elk faxnummer
opslaan in een snelkieslocatie. Vervolgens
kunt u deze als nummers in de groep
opnemen. Elke groep heeft een eigen
snelkieslocatie. U kunt maximaal zes
groepen instellen of u kunt maximaal 198
nummers aan een grote groep toevoegen.
(Zie Snelkiesnummers opslaan op pagina 59
en Rondsturen (alleen monochroom)
op pagina 34.)
d Druk op a of b om de tweecijferige
snelkieslocatie te selecteren die u aan
de groep wilt toevoegen.
Druk op OK.
e Druk op a of b om Nummer toevoegen
te kiezen.
Druk op OK.
f Als u nummers aan de groep wilt
toevoegen, drukt u op a of b om
Alfabetische volgorde of
Nummervolgorde en OK te kiezen.
Druk op a of b om een nummer en OK te
selecteren.
g Ga op een van de volgende manieren te
werk:
Om een ander nummer toe te
voegen aan de groep, herhaalt u
stap etot en met f.
Als u klaar bent met het toevoegen
van nummers aan de groep, drukt u
op a of b om Compleet te
selecteren.
Druk op OK.
h Ga op een van de volgende manieren te
werk:
Om nog een groep op te slaan voor
rondsturen, herhaalt u stap c tot en
met g.
Als u klaar bent met opslaan voor
rondsturen, drukt u op
Stop/Eindigen.
a Druk op (Snelkies).
b Druk op a of b om Groep instell. te
kiezen.
Druk op OK.
c Druk op a of b om GROEP1, GROEP2,
GROEP3, GROEP4, GROEP5 of GROEP6
te kiezen als groepsnaam waaronder u
de faxnummers wilt opslaan.
Druk op OK.
62
Opmerking
U kunt een lijst met alle snelkiesnummers
afdrukken. Groepsnummers worden
gemarkeerd in de kolom GROEP.
(Zie Rapporten op pagina 66.)
Nummers kiezen en opslaan
Een groepsnaam wijzigen8
a Druk op (Snelkies).
b Druk op a of b om Groep instell. te
kiezen.
Druk op OK.
c Druk op a of b om de groepsnaam te
kiezen die u wilt wijzigen.
Druk op OK.
d Druk op a of b om
Groepsnaam wijzigen te kiezen.
Druk op OK.
Opmerking
De opgeslagen naam of het opgeslagen
nummer wijzigen:
Als u een teken wilt wijzigen, drukt u
op d of c om de cursor onder het teken te
plaatsen dat u wilt wijzigen en drukt u
vervolgens op Wis/terug. Voer het
nieuwe teken in.
e Voer de nieuwe naam in met behulp van
de kiestoetsen (max. 16 tekens).
Druk op OK.
(Zie Tekst invoeren op pagina 168. Typ
bijvoorbeeld NIEUWE KLANTEN.)
Een groep verwijderen8
a Druk op (Snelkies).
b Druk op a of b om Groep instell. te
kiezen.
Druk op OK.
c Druk op a of b om de groep te kiezen die
u wilt verwijderen.
Druk op OK.
d Druk op a of b om Verwijder te
kiezen.
Druk op OK.
Druk op 1 om te bevestigen.
e Druk op Stop/Eindigen.
Een nummer verwijderen uit een
groep
a Druk op (Snelkies).
b Druk op a of b om Groep instell. te
kiezen.
Druk op OK.
c Druk op a of b om de groep te kiezen die
u wilt wijzigen.
Druk op OK.
8
8
f Druk op a of b om Compleet te kiezen.
Druk op OK.
g Druk op Stop/Eindigen.
d Druk op a of b om het nummer te kiezen
dat u wilt verwijderen.
Druk op OK.
Druk op 1 om te bevestigen.
e Druk op a of b om Compleet te kiezen.
Druk op OK.
f Druk op Stop/Eindigen.
63
Hoofdstuk 8
Snelkiesnummers
combineren8
In sommige gevallen wilt u een keuze maken
uit verschillende interlokale providers
wanneer u belt. Tarieven kunnen afhankelijk
zijn van de tijd en de bestemming. Om te
profiteren van lage tarieven kunt u de
toegangscodes van interlokale providers en
creditcardnummers opslaan als
snelkiesnummers. Deze lange kiesreeksen
kunt u opslaan door de reeksen op te splitsen
en ze als afzonderlijke snelkiesnummers in
de gewenste combinatie in te stellen. U kunt
hierin zelfs handmatig kiezen met de
kiestoetsen opnemen. (Zie Snelkiesnummers opslaan op pagina 59.)
Stel bijvoorbeeld dat u ‘ 555 ’ heeft
opgeslagen onder snelkiesnummer 03, en
‘7000 ’ onder snelkiesnummer 02. U kunt dan
beide snelkiesnummers gebruiken om
‘ 555-7000 ’ te kiezen, als u op de volgende
toetsen drukt:
g Druk op Mono Start of Kleur Start.
U kiest nu ‘555-7000 ’.
Als u een nummer tijdelijk wilt wijzigen, kunt u
een gedeelte van het nummer vervangen
door handmatig kiezen met de kiestoetsen.
Om bijvoorbeeld het nummer te wijzigen in
555-7001, kunt u op (Snelkies) drukken,
Zoeken kiezen, op 03 drukken en vervolgens
7001 invoeren via de kiestoetsen.
Opmerking
Als u op een bepaald punt in de kiesreeks
moet wachten op een kiestoon of een
ander signaal, voegt u een pauze in het
nummer toe door op Herkies/Pauze te
drukken. Met elke druk op de toets wordt
een pauze van 3,5 seconden ingelast.
a Druk op (Snelkies).
b Druk op a of b om Zoeken te kiezen.
Druk op OK.
c Voer 03 in.
d Druk op a of b om Snelkies te kiezen.
Druk op OK.
e Druk op a of b om Zoeken te kiezen.
Druk op OK.
f Voer 02 in.
64
9
Rapporten afdrukken9
Faxrapporten9
U dient het verzendrapport en de journaaltijd
in te stellen met de toets Menu.
Verzendrapport9
U kunt het verzendrapport gebruiken als
bewijs dat u een fax heeft verzonden. In dit
rapport staan de datum en de tijd waarop het
bericht werd verzonden, en wordt tevens
aangegeven of de transmissie geslaagd was
(OK). Als u Aan of Aan+Beeld kiest, wordt
dit rapport afgedrukt voor elke fax die u
verzendt.
Als u veel faxen naar hetzelfde nummer
stuurt, heeft u waarschijnlijk meer nodig dan
alleen de taaknummers om te weten welke
faxen u opnieuw moet verzenden. Als u
Aan+Beeld of Uit+Beeld kiest, wordt in het
rapport een deel van de eerste pagina van
het faxbericht afgedrukt om u te helpen
herinneren wat er in de fax stond.
Wanneer het verzendrapport op Uit of
Uit+Beeld is ingesteld, wordt het alleen
afgedrukt als tijdens de verzending een fout
is opgetreden en de fax niet kon worden
verzonden.
Opmerking
Als u Aan+Beeld of Uit+Beeld
selecteert, wordt de afbeelding alleen in
het verzendrapport weergegeven als
Direct verzenden is uitgeschakeld.
(Zie Direct verzenden op pagina 37.)
a Druk op Menu.
b Druk op a of b om Fax te kiezen.
Druk op OK.
c Druk op a of b om Kies rapport te
kiezen.
Druk op OK.
d Druk op a of b om Verzendrapp. te
kiezen.
e Druk op d of c om Aan, Aan+Beeld,
Uit of Uit+Beeld te kiezen.
Druk op OK.
f Druk op Stop/Eindigen.
Faxjournaal
(activiteitenrapport)9
U kunt de machine zodanig instellen, dat er
op vaste tijden een journaal wordt afgedrukt
(elke 50 faxen, elke 6, 12 of 24 uur, elke 2 of
7 dagen). Als u het interval op Uit instelt,
kunt u het rapport toch afdrukken door de
stappen in Een rapport afdrukken
op pagina 66 uit te voeren. De
fabrieksinstelling is Na 50 faxen.
a Druk op Menu.
b Druk op a of b om Fax te kiezen.
Druk op OK.
c Druk op a of b om Kies rapport te
kiezen.
Druk op OK.
d Druk op a of b om Journaal tijd te
kiezen.
e Druk op d of c om een interval te kiezen.
Druk op OK.
(Als u 7 dagen kiest, wordt u gevraagd
de eerste dag van de 7-daagse periode
te kiezen.)
6, 12, 24 uur, 2 of 7 dagen
De machine zal op het gekozen
tijdstip het rapport afdrukken en
vervolgens alle taken wissen. Als het
geheugen van de machine vol is
omdat er 200 taken in zitten en de
door u gekozen tijd nog niet
verstreken is, zal de machine het
journaal voortijdig afdrukken en alle
taken uit het geheugen wissen. Als u
een extra rapport wilt voordat het tijd
is om dit automatisch af te drukken,
kunt u er een afdrukken zonder dat
de taken worden gewist.
Elke 50 faxen
De machine zal het journaal
afdrukken zodra er 50 taken
opgeslagen zijn.
9
65
Hoofdstuk 9
f Voer in 24-uursformaat het tijdstip in
waarop het journaal moet worden
afgedrukt.
Druk op OK.
(Voor kwart voor acht 's avonds voert u
bijvoorbeeld 19:45 in.)
g Druk op Stop/Eindigen.
Rapporten9
De volgende rapporten zijn beschikbaar:
Verzendrapport
Drukt een verzendrapport af van uw
laatste transmissie.
Help
Een helplijst waarin wordt aangegeven
hoe u de machine kunt programmeren.
Kieslijst
Een rapport afdrukken9
a Druk op Menu.
b Druk op a of b om Print lijsten te
kiezen.
Druk op OK.
c Druk op a of b om het gewenste rapport
te selecteren.
Druk op OK.
d (Alleen Quick Dial) Druk op a of b om
Alfabetische volgorde of
Nummervolgorde te selecteren.
Druk op OK.
e Druk op Mono Start.
f Druk op Stop/Eindigen.
Een lijst met namen en nummers die zijn
opgeslagen in het geheugen voor
snelkiesnummers. De namen en
nummers staan in alfabetische of
numerieke volgorde in de lijst.
Fax Journaal
In deze lijst staat informatie over de
laatste ontvangen en verzonden faxen.
(TX: verzenden.) (RX: ontvangen.)
Gebruikersinst
Drukt een lijst met uw instellingen af.
Netwerk Conf.
Een lijst met uw netwerkinstellingen.
Overz. beller-ID
Dit rapport bevat de beschikbare
bellergegevens voor de laatste
30 ontvangen faxen en telefoontjes.
66
10
Pollen10
Pollen - overzicht10
Met de functie voor pollen kunt u de machine
zo instellen dat andere mensen faxen van u
kunnen ontvangen, maar hiervoor zelf de
telefoonkosten moeten betalen. Omgekeerd
kunt u hiermee ook het faxapparaat van
iemand anders bellen en een fax van dit
apparaat ontvangen terwijl u de kosten
betaalt. Dit werkt alleen als de pollingfunctie
op beide machines is ingesteld. Pollen wordt
niet door alle faxapparaten ondersteund.
Ontvangstpolling10
Met ontvangstpolling kunt u een ander
faxapparaat bellen om een fax te ontvangen.
Ontvangstpolling instellen10
a Druk op (Fax).
b Druk op a of b om Ontvang Pollen te
kiezen.
c Druk op d of c om Stand. te kiezen.
Druk op OK.
d Voer het faxnummer in waarvoor u de
pollingfunctie wilt gebruiken.
e Druk op Mono Start of Kleur Start.
10
67
Hoofdstuk 10
Ontvangstpolling met
beveiligingscode instellen10
U kunt de pollingprocedure beveiligen om te
beperken wie de documenten waarvoor u
polling heeft ingesteld, kunnen ontvangen.
Pollen met beveiliging werkt alleen met
faxapparaten van Brother. Als u een fax wilt
ontvangen van een beveiligde Brothermachine, moet u de beveiligingscode
invoeren.
a Druk op (Fax).
b Druk op a of b om Ontvang Pollen te
kiezen.
c Druk op d of c om Beveilig te kiezen.
Druk op OK.
d Voer de beveiligingscode van vier cijfers
in.
Deze is hetzelfde als de
beveiligingscode van het andere
faxapparaat.
Druk op OK.
e Voer het faxnummer in waarvoor u de
pollingfunctie wilt gebruiken.
Uitgestelde ontvangstpolling
instellen10
Met uitgestelde polling kunt u de machine
instellen om op een later tijdstip te beginnen
met pollen. U kunt slechts één uitgestelde
pollingbewerking instellen.
a Druk op (Fax).
b Druk op a of b om Ontvang Pollen te
kiezen.
c Druk op d of c om Tijdklok te kiezen.
Druk op OK.
d Voer de begintijd voor pollen in
(in 24-uursnotatie).
Voor kwart voor tien 's avonds voert u
bijvoorbeeld 21:45 in.
Druk op OK.
e Voer het faxnummer in waarvoor u de
pollingfunctie wilt gebruiken.
f Druk op Mono Start of Kleur Start.
De pollingoproep wordt op het
opgegeven tijdstip automatisch gestart.
f Druk op Mono Start of Kleur Start.
68
Pollen
Opeenvolgend pollen
(alleen monochroom)10
U kunt ook in één bewerking documenten van
verschillende faxapparaten opvragen.
a Druk op (Fax).
b Druk op a of b om Ontvang Pollen te
kiezen.
c Druk op d of c om Stand., Beveilig
of Tijdklok te kiezen.
Druk op OK.
d Ga op een van de volgende manieren te
werk:
Als u Stand. hebt gekozen, drukt u
op OK en gaat u vervolgens naar
stap e.
g Nadat u alle faxnummers hebt
ingevoerd door stap f te herhalen,
drukt u op a of b om Compleet te
kiezen.
Druk op OK.
h Druk op Mono Start.
Van elk nummer of elke groep wordt nu
één voor één een document
opgevraagd.
Druk op Stop/Eindigen terwijl de machine
bezig is met kiezen als u het pollingproces
wilt annuleren.
Zie Taken in de wachtrij controleren en annuleren op pagina 38 als u alle taken voor
opeenvolgende ontvangstpolling wilt
annuleren.
Als u Beveilig hebt gekozen, drukt
u op OK en voert u vervolgens een
viercijferig nummer in.
Druk op OK, ga naar stap e.
Als u Tijdklok hebt gekozen, drukt
u op OK en voert u de begintijd voor
pollen in (in 24-uursnotatie).
Druk op OK, ga naar stap e.
e Druk op a of b om Rondsturen te
kiezen.
Druk op OK.
f Ga op een van de volgende manieren te
werk:
Druk op a of b om
Nummer toevoegen te kiezen en
voer een nummer in met de
kiestoetsen.
Druk op OK.
10
Druk op a of b om Snelkies of OK
te kiezen. Druk op a of b om
Alfabetische volgorde of
Nummervolgorde en OK te kiezen.
Druk op a of b om een nummer en
OK te selecteren.
69
Hoofdstuk 10
Verzendpolling
(alleen monochroom)
Met verzendpolling kunt u instellen dat uw
machine wacht met de verzending van een
document totdat een ander faxapparaat belt
om het document op te halen.
Het document wordt opgeslagen en kan door
elk faxapparaat worden opgehaald totdat u
het uit het geheugen verwijdert. (Zie Taken in de wachtrij controleren en annuleren
op pagina 38.)
Verzendpolling instellen10
a Druk op (Fax).
b Laad uw document.
Verzendpolling met
10
beveiligingscode instellen10
U kunt de pollingprocedure beveiligen om te
beperken wie de documenten waarvoor u
polling heeft ingesteld, kunnen ontvangen.
Pollen met beveiliging werkt alleen met
faxapparaten van Brother. Als iemand een
fax van uw machine wil ophalen, moet deze
persoon de beveiligingscode invoeren.
a Druk op (Fax).
b Laad uw document.
c Druk op a of b om Verzend Pollen te
kiezen.
d Druk op d of c om Beveilig te kiezen.
Druk op OK.
c Druk op a of b om Verzend Pollen te
kiezen.
d Druk op d of c om Stand. te kiezen.
Druk op OK.
e Druk op a of b om instellingen te kiezen
die u wilt wijzigen.
Druk op d of c om de instellingen te
kiezen.
Nadat een instelling is geaccepteerd,
kunt u nog meer instellingen wijzigen.
f Druk op Mono Start.
g Als u de glasplaat gebruikt, wordt u via
het LCD-scherm gevraagd een van de
opties te kiezen.
Druk op 1 om een andere pagina te
versturen.
Ga naar h.
e Voer een code van vier cijfers in.
Druk op OK.
f Druk op a of b om instellingen te kiezen
die u wilt wijzigen.
Druk op d of c om de instellingen te
kiezen.
Nadat een instelling is geaccepteerd,
kunt u nog meer instellingen wijzigen.
g Druk op Mono Start.
Druk op 2 of Mono Start om het
document te verzenden.
h Leg de volgende pagina op de glasplaat
en druk op OK. Herhaal g en h voor
elke volgende pagina.
De fax wordt automatisch verzonden.
70
Paragraaf III
KopiërenIII
Kopiëren72
11
100%
erg
erklein
Normaal Papier
Papiersoort
erhouding:
Kopiëren11
Kopiëren11
Kopieermodus activeren11
Als u een kopie wilt maken, drukt u op
(Kopie) zodat deze toets blauw
oplicht.
Op het LCD-scherm wordt het volgende
weergegeven:
1
1Aantal kopieën
Gebruik de kiestoetsen om het gewenste
aantal kopieën in te voeren.
01
Kwaliteit
Verg
r././Verklein
Verhouding:
Papiersoort
KOPIEKopie Druk op Start
Normaal
100%
Normaal Papier
Opmerking
• De standaardinstelling is de faxmodus. U
kunt de tijd wijzigen die de machine in de
kopieermodus blijft na de laatste
kopieerbewerking. (Zie Tijdklokstand
op pagina 23.)
• De functies Boek kop. en
Watermerk kop. worden ondersteund
door technologie van Reallusion, Inc.
Eén kopie maken11
a Druk op (Kopie).
b Laad uw document.
(Zie Documenten laden op pagina 20.)
c Druk op Mono Start of Kleur Start.
Meerdere kopieën maken11
U kunt maximaal 99 exemplaren per keer
afdrukken.
a Druk op (Kopie).
Druk op a of b om door de opties van de
Kopie-toets te bladeren.
Kwaliteit (Zie pagina 73.)
Vergr./Verklein (Zie pagina 74.)
Papiersoort (Zie pagina 77.)
Papierformaat (Zie pagina 77.)
Helderheid (Zie pagina 76.)
Contrast (Zie pagina 76.)
Stapel/Sorteer (Zie pagina 76.)
Pagina layout (Zie pagina 74.)
Boek kop. (Zie pagina 77.)
Watermerk kop. (Zie pagina 78.)
Nieuwe standaard (Zie pagina 79.)
Fabrieksinstell. (Zie pagina 79.)
Druk op OK wanneer de gewenste optie is
gemarkeerd.
72
b Laad uw document.
(Zie Documenten laden op pagina 20.)
c Toets in hoeveel kopieën u wilt maken.
d Druk op Mono Start of Kleur Start.
Opmerking
Als u de kopieën wilt sorteren, drukt u
op a of b om Stapel/Sorteer te kiezen.
(Zie Kopieën sorteren met gebruik van de ADF op pagina 76.)
Kopiëren onderbreken11
Druk op Stop/Eindigen om het kopiëren te
stoppen.
Kopiëren
Kopieerinstellingen11
U kunt de kopieerinstellingen tijdelijk wijzigen
voor de volgende kopieën.
De machine keert na 1 minuut terug naar de
standaardinstelling, of als de tijdklokstand
ervoor zorgt dat de machine terugkeert naar
de faxmodus. (Zie Tijdklokstand
op pagina 23.)
Als u klaar bent met het kiezen van
instellingen, drukt u op Mono Start of
Kleur Start.
Als u nog meer instellingen wilt selecteren,
drukt u op a of b.
Opmerking
U kunt bepaalde instellingen die u het
vaakst gebruikt, opslaan door ze als
standaard in te stellen. Deze instellingen
blijven van kracht totdat u ze weer wijzigt.
(Zie Uw wijzigingen instellen als nieuwe standaardinstellingen op pagina 79.)
De kopieersnelheid en kwaliteit wijzigen11
U kunt kiezen uit een reeks
kwaliteitsinstellingen. De fabrieksinstelling is
Normaal.
Snel
Hoge kopieersnelheid en laagste
inktverbruik. Om tijd te besparen bij het
afdrukken van documenten die u wilt
proeflezen, grote documenten of een
groot aantal kopieën.
Normaal
'Normaal' is de aanbevolen stand voor
gewone afdrukken. Dit zorgt voor goede
kopieerkwaliteit met goede
kopieersnelheid.
Fijn
Gebruik deze modus voor het kopiëren
van precieze beelden, zoals foto's. Deze
modus levert de hoogste resolutie en de
laagste snelheid.
a Druk op (Kopie).
b Laad uw document.
c Toets in hoeveel kopieën u wilt maken.
d Druk op a of b om Kwaliteit te
kiezen.
e Druk op d of c om Snel, Normaal of
Fijn te kiezen.
Druk op OK.
f Als u geen andere instellingen wilt
wijzigen, drukt u op Mono Start of
Kleur Start.
11
73
Hoofdstuk 11
De gekopieerde afbeelding
vergroten of verkleinen11
U kunt een vergrotings- of
verkleiningspercentage kiezen. Als u
Paginavullend kiest, wordt de grootte
automatisch afgestemd op het door u
ingestelde papierformaat.
a Druk op (Kopie).
b Laad uw document.
c Toets in hoeveel kopieën u wilt maken.
d Druk op a of b om Vergr./Verklein
te kiezen.
e Druk op d of c om 100%, Vergroten,
Verkleinen, Paginavullend of
Custom(25-400%) te kiezen.
f Ga op een van de volgende manieren te
werk:
Als u Vergroten of Verkleinen
hebt gekozen, drukt u op OK en
vervolgens op d of c om het
gewenste vergrotings- of
verkleiningspercentage te kiezen.
Druk op OK.
Als u Custom(25-400%) heeft
gekozen, drukt u op OK en voert u
vervolgens een vergrotings- of
verkleiningspercentage in tussen
• Pagina layout is niet beschikbaar bij
Vergr./Verklein.
• Boek kop., Sorteren en
Watermerk kop. zijn niet beschikbaar
bij Paginavullend.
• Paginavullend werkt niet goed als het
document meer dan 3 graden scheef op
de glasplaat ligt. Gebruik de
documentgeleiders aan de linker- en
bovenkant om het document in de
linkerbovenhoek van de glasplaat te
leggen, met de bedrukte zijde naar
beneden.
• Paginavullend is niet beschikbaar voor
documenten in Legal-formaat.
N op 1 kopieën of een poster
maken (Pagina layout) 11
Met de kopieerfunctie N op 1 kunt u twee of
vier pagina's op één pagina afdrukken. Dit is
handig om papier te besparen.
U kunt ook een poster creëren. Wanneer u de
posteroptie gebruikt, wordt uw document in
delen opgesplitst. Deze delen worden
vervolgens vergroot, zodat u ze kunt
samenvoegen tot een poster. Als u een
poster wilt afdrukken, moet u de glasplaat
gebruiken.
Belangrijk
Controleer of het papierformaat is
ingesteld op Letter of A4.
U kunt de instelling Vergr./Verklein
niet gebruiken voor de functies N op 1 en
Poster.
Als u meerdere kleurenkopieën maakt, is
N op 1 kopiëren niet beschikbaar.
(P) betekent Portret (staand) en (L)
betekent Landschap (liggend).
U kunt slechts één poster tegelijkertijd
maken.
74
Kopiëren
Opmerking
Watermerk kop., Boek kop.,
Sorteren en Vergr./Verklein zijn
niet beschikbaar bij Pagina layout.
a Druk op (Kopie).
b Laad uw document.
c Toets in hoeveel kopieën u wilt maken.
d Druk op a of b om Pagina layout te
kiezen.
e Druk op d of c om Uit(1 op 1),
2op1(P), 2op1(L),
4op1(P), 4op1(L) of
Poster(3 x 3) te selecteren.
Druk op OK.
f Als u geen andere instellingen wilt
wijzigen, drukt u op Mono Start of
Kleur Start om de pagina te scannen.
Als u het document in de ADF heeft
geplaatst of een poster aan het maken
bent, scant de machine de pagina's en
start met printen.
Als u de glasplaat gebruikt, gaat u
naar stap g.
Plaats het document met de bedrukte
zijde naar beneden in de hieronder
aangegeven richting:
2 op 1 (P)
2 op 1 (L)
4 op 1 (P)
4 op 1 (L)
Poster (3 x 3)
U kunt van een foto een kopie op
posterformaat maken.
g Nadat de machine de pagina gescand
heeft, drukt u op 1 om de volgende
pagina te scannen.
h Plaats de volgende pagina op de
glasplaat.
Druk op OK.
Herhaal stap g en h voor elke pagina
van de layout.
i Druk op 2 om te stoppen, wanneer alle
pagina's zijn gescand.
11
75
Hoofdstuk 11
Kopieën sorteren met gebruik
van de ADF11
U kunt meerdere kopieën sorteren. Pagina's
worden gestapeld in de volgorde 321, 321,
321, enzovoort.
a Druk op (Kopie).
b Laad uw document.
c Toets in hoeveel kopieën u wilt maken.
d Druk op a of b om Stapel/Sorteer te
kiezen.
e Druk op d of c om Sorteren te kiezen.
Druk op OK.
f Als u geen andere instellingen wilt
wijzigen, drukt u op Mono Start of
Kleur Start.
Opmerking
Paginavullend, Pagina layout en
Boek kop. zijn niet beschikbaar bij
Sorteren.
Helderheid en contrast
instellen11
Helderheid11
U kunt de helderheid aanpassen om kopieën
donkerder of lichter te maken.
a Druk op (Kopie).
b Laad uw document.
c Toets in hoeveel kopieën u wilt maken.
d Druk op a of b om Helderheid te
kiezen.
e Druk op d of c om een donkerdere of
lichtere kopie te maken.
Druk op OK.
f Als u geen andere instellingen wilt
wijzigen, drukt u op Mono Start of
Kleur Start.
Contrast11
U kunt het contrast wijzigen om een beeld er
scherper en levendiger te laten uitzien.
a Druk op (Kopie).
b Laad uw document.
c Toets in hoeveel kopieën u wilt maken.
d Druk op a of b om Contrast te kiezen.
e Druk op d of c om het contrast te
wijzigen.
Druk op OK.
f Als u geen andere instellingen wilt
wijzigen, drukt u op Mono Start of
Kleur Start.
76
Kopiëren
Papieropties11
Papiersoort11
Als u op speciaal papier kopieert, stel dan de
machine in op het type papier dat u gebruikt
om de beste afdrukkwaliteit te verkrijgen.
a Druk op (Kopie).
b Laad uw document.
c Toets in hoeveel kopieën u wilt maken.
d Druk op a of b om Papiersoort te
kiezen.
e Druk op d of c om Normaal Papier,
Inkjet papier, Brother BP71,
Glossy anders of Transparanten
te kiezen.
Druk op OK.
f Als u geen andere instellingen wilt
wijzigen, drukt u op Mono Start of
Kleur Start.
Papierformaat11
Boek kopie11
Met de functie Boek kopie kunt u donkere
randen en scheefstand corrigeren. U kunt de
gegevens automatisch door de machine laten
kopiëren of u kunt specifieke correcties
aanbrengen.
Met deze instelling moet u de glasplaat
gebruiken.
a Druk op (Kopie).
b Laad uw document.
c Toets in hoeveel kopieën u wilt maken.
d Druk op a of b om Boek kop. te
kiezen.
e Ga op een van de volgende manieren te
werk:
Als u de gegevens zelf wilt
corrigeren, drukt u op d of c om
Aan (voorb.) te kiezen.
Druk op Mono Start of Kleur Start
en ga naar stap f.
Als u de gegevens automatisch wilt
laten corrigeren, drukt u op d of c om
Aan te kiezen en gaat u naar stap g.
U moet de instelling voor het papierformaat
wijzigen indien u op een ander formaat dan
A4 kopieert. U kunt uitsluitend kopiëren op de
papierformaten Letter, Legal, A4, A5 of
Foto 10 cm × 15 cm.
a Druk op (Kopie).
b Laad uw document.
c Toets in hoeveel kopieën u wilt maken.
d Druk op a of b om Papierformaat te
kiezen.
e Druk op d of c om A4, A5, 10x15cm,
Letter of Legal te kiezen.
Druk op OK.
f Als u geen andere instellingen wilt
wijzigen, drukt u op Mono Start of
Kleur Start.
f
Corrigeer de scheve gegevens met
Verwijder de schaduwen met a of b.
# of l.
g Druk op Mono Start of Kleur Start
wanneer u klaar bent met het
aanbrengen van correcties.
Opmerking
Boek kop. is niet beschikbaar bij
Pagina layout, Sorteren,
Paginavullend of Watermerk kop.
11
77
Hoofdstuk 11
Watermerk kopie11
U kunt een logo of tekst als watermerk in uw
document plaatsen. U kunt een van de
sjabloonwatermerken, gegevens van uw
mediakaarten of USB-flashstation, of
gescande gegevens selecteren.
Opmerking
Watermerk kop. is niet beschikbaar bij
Paginavullend, Pagina layout en
Boek kop.
Een sjabloon gebruiken11
a Druk op (Kopie).
b Laad uw document.
c Toets in hoeveel kopieën u wilt maken.
Gegevens van mediakaarten of een
USB-flashstation gebruiken
a Druk op (Kopie).
b Laad uw document.
c Toets in hoeveel kopieën u wilt maken.
d Druk op a of b om Watermerk kop. te
kiezen.
Druk op OK.
e Druk op d of c om Aan te kiezen.
f Druk op a of b om
Huidige instelling te kiezen.
Druk op OK.
g Plaats een mediakaart of
USB-flashstation. Druk op a of b om
Media te kiezen.
11
d Druk op a of b om Watermerk kop. te
kiezen.
Druk op OK.
e Druk op d of c om Aan te kiezen.
f Druk op a of b om
Huidige instelling te kiezen.
Druk op OK.
g Druk op a of b om Sjabloon te kiezen.
Druk op OK.
h Wijzig de instellingen op het LCD-
scherm zo nodig.
i Als u geen andere instellingen wilt
wijzigen, drukt u op Mono Start of
Kleur Start.
h Druk op OK en vervolgens op d of c om
de gegevens voor het watermerk te
kiezen.
i Druk op OK en wijzig eventueel andere
instellingen die op het LCD-scherm
zichtbaar zijn.
j Als u geen andere instellingen wilt
wijzigen, drukt u op Mono Start of
Kleur Start.
VOORZICHTIG
Verwijder de geheugenkaart of het USBflashstation NIET terwijl Photo Capture
knippert. Als u dat wel doet, kunnen de
kaart, het flashstation of de gegevens erop
beschadigd raken.
78
Kopiëren
Een gescand papieren document als
watermerk gebruiken
a Druk op (Kopie).
b Toets in hoeveel kopieën u wilt maken.
c Druk op a of b om Watermerk kop. te
kiezen.
Druk op OK.
d Druk op d of c om Aan te kiezen.
e Druk op a of b om
Huidige instelling te kiezen.
Druk op OK.
f Druk op a of b om Scan te kiezen. Druk
op OK en plaats de pagina die u voor
het watermerk wilt gebruiken op de
glasplaat.
g Druk op Mono Start of Kleur Start.
h Verwijder het watermerkdocument dat u
hebt ingescand en laad het document
dat u wilt kopiëren.
i Druk op d of c om het watermerk minder
of meer Transparantie te maken.
Druk op OK.
j Als u geen andere instellingen wilt
wijzigen, drukt u op Mono Start of
Kleur Start.
Opmerking
U kunt het ingescande watermerk niet
vergroten of verkleinen.
Uw wijzigingen instellen als
11
nieuwe standaardinstellingen11
U kunt de kopieerinstellingen voor
Kwaliteit, Vergr./Verklein,
Helderheid, Contrast of
Pagina layout die u het vaakst gebruikt,
opslaan door deze als standaardinstellingen
in te stellen. Deze instellingen blijven van
kracht totdat u ze weer wijzigt.
a Druk op (Kopie).
b Druk op a of b om uw nieuwe instelling
te selecteren.
Druk op OK.
Herhaal deze stap voor iedere instelling
die u wilt wijzigen.
c Druk nadat u de laatste instelling heeft
gewijzigd op a of b om
Nieuwe standaard te kiezen.
Druk op OK.
d Druk op 1 om Ja te kiezen.
e Druk op Stop/Eindigen.
Alle instellingen terugzetten
naar de fabrieksinstellingen11
11
U kunt alle door u gewijzigde instellingen
terugzetten naar de fabrieksinstellingen.
Deze instellingen blijven van kracht totdat u
ze weer wijzigt.
a Druk op (Kopie).
b Druk op a of b om Fabrieksinstell.
te kiezen.
Druk op OK.
c Druk op 1 om Ja te kiezen.
d Druk op Stop/Eindigen.
79
Hoofdstuk 11
De melding ‘Geheugen
vol’
Als het bericht Geheugen vol wordt
weergegeven tijdens het scannen van
documenten, drukt u op Stop/Eindigen om
te annuleren of op Mono Start of Kleur Start
om de gescande pagina's te kopiëren.
U moet enkele taken uit het geheugen
verwijderen voordat u kunt doorgaan.
Ga als volgt te werk om extra geheugen vrij te
maken:
Schakel Geheugen ontv. uit.
(Zie Geheugenontvangstfuncties
uitschakelen op pagina 45.)
Druk de faxen af die zich in het geheugen
bevinden. (Zie Een fax afdrukken vanuit
het geheugen op pagina 47.)
Wanneer de melding Geheugen vol wordt
weergegeven, kunt u mogelijk wel kopieën
maken als u eerst de ingekomen faxen in het
geheugen afdrukt om het geheugen vrij te
maken.
11
80
Paragraaf
IV
Direct foto's printen
Foto's afdrukken vanaf een geheugenkaart of
USB-flashstation
Foto's afdrukken vanaf een camera101
82
IV
Foto's afdrukken vanaf een
12
geheugenkaart of
USB-flashstation
Werken met
PhotoCapture Center
Afdrukken vanaf een
geheugenkaart of USBflashstation zonder een pc12
Ook wanneer de machine niet is aangesloten
op uw computer, kunt u foto’s rechtstreeks
vanaf digitale cameramedia of een USBflashstation afdrukken. (Zie Beelden afdrukken op pagina 85.)
™ 12
Een geheugenkaart of USBflashstation gebruiken12
Uw Brother-machine heeft mediastations
(sleuven) voor de volgende populaire digitale
®
cameramedia: CompactFlash
®
Stick
xD-Picture Card™ en USB-flashstations.
, Memory Stick Pro™, SD, SDHC,
CompactFlash
®
Memory Stick Pro™
, Memory
Memory Stick
®
12
Scannen naar een
geheugenkaart of een USBflashstation zonder een pc te
gebruiken12
U kunt documenten scannen en deze
rechtstreeks naar een geheugenkaart of een
USB-flashstation opslaan. (Zie Scannen naar geheugenkaarten of USB-flashstations
op pagina 98.)
PhotoCapture Center™ vanaf
uw computer gebruiken12
U heeft vanaf uw pc toegang tot een
geheugenkaart of USB-flashstation dat aan
de voorkant van de machine is geplaatst.
(Zie PhotoCapture Center™ voor Windows
of Remote Setup & PhotoCapture Center™
voor Macintosh
op de cd-rom.)
®
in de softwarehandleiding
®
SD, SDHCxD-Picture Card™
Maximaal 22 mm
Maximaal 11 mm
USB-flashstation
miniSD™ kan worden gebruikt met een
miniSD™-adapter.
microSD kan worden gebruikt met een
microSD-adapter.
Memory Stick Duo™ kan worden gebruikt
met een Memory Stick Duo™-adapter.
Memory Stick Pro Duo™ kan worden
gebruikt met een Memory Stick Pro
Duo™-adapter.
Memory Stick Micro (M2) kan worden
gebruikt met een Memory Stick
Micro (M2)-adapter.
Bij de machine worden geen adapters
geleverd. Neem contact op met een
leverancier van adapters.
De functie PhotoCapture Center™ stelt u in
staat om digitale foto's van uw digitale
camera met een hoge resolutie af te drukken,
met een afdrukkwaliteit die gelijkstaat aan de
kwaliteit van foto's.
82
Foto's afdrukken vanaf een geheugenkaart of USB-flashstation
Mapstructuur van
geheugenkaarten of een USBflashstation12
Uw machine is ontworpen om compatibel te
zijn met beeldbestanden van moderne
digitale camera's, geheugenkaarten en
USB-flashstations; lees echter onderstaande
punten om fouten te vermijden:
De extensie van het beeldbestand moet
.JPG zijn. (Andere extensies voor
beeldbestanden, zoals .JPEG, .TIF, .GIF
etc., worden niet herkend.)
Afdrukbewerkingen via PhotoCapture
Center™ en bewerkingen via
PhotoCapture Center™ waarbij een pc
wordt gebruikt, moeten apart worden
uitgevoerd. (Het is niet mogelijk om deze
bewerkingen gelijktijdig uit te voeren.)
IBM Microdrive™ is niet compatibel met
de machine.
De machine kan maximaal 999 bestanden
op een geheugenkaart of
USB-flashstation lezen.
CompactFlash
ondersteund.
Dit product ondersteunt xD-Picture
Card™ Type M / Type M
capaciteit).
Het DPOF-bestand op de
geheugenkaarten moet een geldig DPOFformaat hebben. (Zie Afdrukken in DPOF-formaat op pagina 92.)
®
Type II wordt niet
+
/ Type H (grote
Let op het volgende:
Als u Print index of Print Images hebt
ingeschakeld, zal het PhotoCapture
Center™ alle geldige afbeeldingen
afdrukken, zelfs als een of meer
afbeeldingen beschadigd zijn.
Beschadigde afbeeldingen worden niet
afgedrukt.
(gebruikers van geheugenkaarten)
Uw machine is ontworpen voor het lezen
van geheugenkaarten die door een
digitale camera zijn geformatteerd.
Als een digitale camera een
geheugenkaart formatteert, maakt de
camera een speciale map waar de
beeldgegevens naartoe worden
gekopieerd. Als u de beeldgegevens op
een geheugenkaart met uw pc wilt
aanpassen, raden wij u aan de
mapstructuur die door de digitale camera
is aangemaakt niet te wijzigen. Als u
nieuwe of gewijzigde beeldbestanden op
de geheugenkaart opslaat, raden wij u ook
aan dezelfde map te gebruiken die uw
digitale camera gebruikt. Als de gegevens
niet in dezelfde map worden opgeslagen,
kan de machine het bestand misschien
niet lezen of het beeld niet afdrukken.
(gebruikers van een USB-flashstation)
Deze machine ondersteunt
USB-flashstations die zijn geformatteerd
door Windows
®
.
12
83
Hoofdstuk 12
Aan de slag12
Steek de kaart of het USB-flashstation
correct in de juiste sleuf.
54
1USB-flashstation
2CompactFlash
3SD, SDHC
4Memory Stick
5xD-Picture Card™
®
®
, Memory Stick Pro™
123
Indicaties van de Photo Capture-toets:
Photo Capture-licht is aan: de
geheugenkaart of het USB-flashstation is
correct geplaatst.
Photo Capture-licht is uit: de
geheugenkaart of het USB-flashstation is
niet correct geplaatst.
Photo Capture-licht knippert: de
geheugenkaart of het USB-flashstation
wordt gelezen of beschreven.
VOORZICHTIG
De USB Direct-interface biedt alleen
ondersteuning voor een USB-flashstation,
een met PictBridge-compatibele camera of
een digitale camera die gebruikmaakt van
de standaard voor USB-massaopslag.
Andere USB-apparaten worden niet
ondersteund.
VOORZICHTIG
Wanneer de machine het medium leest of
ernaar schrijft (de toets Photo Capture
knippert), mag u de stekker NIET uit het
stopcontact halen of het medium uit de
mediasleuf of de USB Direct-interface
verwijderen. Doet u dit toch, dan gaan de
gegevens op de kaart verloren of wordt
de kaart beschadigd.
Er kan slechts één kaart of apparaat tegelijk
worden gelezen.
84
Foto's afdrukken vanaf een geheugenkaart of USB-flashstation
Fotos afdrukken
Print index
Foto-effe ct en
Zoek op datum
Alle fotos afdr.
Fo t o's b ekij k e n o p
LC D -sch e rm e n af-
be e ldin g en
se l ecte r en
vo o r pr i nt.
De modus PhotoCapture
activeren12
Druk nadat u de geheugenkaart of het USBflashstation heeft geplaatst op de toets
(Photo Capture). Deze licht blauw op
en op het LCD-scherm worden de
PhotoCapture-opties weergegeven.
Op het LCD-scherm wordt het volgende
weergegeven:
Foto's kijken
Print index
Fotos afdrukken
Foto-effecten
Zoek op datum
Alle fotos afdr.
FOTOCAPTURE
Druk op a of b om door de opties van
PhotoCapture te bladeren.
Foto’s kijken (Zie pagina 85.)
Foto's bekijken op
LCD-scherm en af-
beeldingen
selecteren
voor print.
Selecteer & druk op OK
Beelden afdrukken12
Foto's bekijken12
U kunt uw foto's van tevoren op het LCDscherm bekijken, voordat u ze afdrukt. Als uw
foto's grote bestanden zijn, kan het zijn dat er
enige tijd verstrijkt tussen het weergeven van
iedere foto op het LCD-scherm.
a Zorg ervoor dat er een geheugenkaart
of een USB-flashstation in de juiste sleuf
is geplaatst.
Druk op (Photo Capture).
b Druk op a of b om Foto’s kijken te
kiezen.
Druk op OK.
c Druk op d of c om uw foto te selecteren.
Print index (Zie pagina 86.)
Fotos afdrukken (Zie pagina 86.)
Foto-effecten (Zie pagina 87.)
Zoek op datum (Zie pagina 90.)
Alle fotos afdr. (Zie pagina 90.)
Slideshow (Zie pagina 91.)
Trimming (Zie pagina 91.)
Opmerking
Zie Afdrukken in DPOF-formaat
op pagina 92 als uw digitale camera
DPOF-afdrukken ondersteunt.
Druk op OK wanneer de gewenste optie is
gemarkeerd.
Opmerking
In plaats van door de foto's te bladeren,
kunt u ook het nummer van de foto op de
indexpagina invoeren met de kiestoetsen.
(Zie Print index (miniaturen)
op pagina 86.)
d Druk op a of b om het aantal kopieën te
verhogen of te verlagen.
e Herhaal stap c en stap d totdat u alle
foto's heeft geselecteerd.
Opmerking
Druk op Wis/terug om terug te keren naar
het vorige niveau.
f Nadat u alle foto's heeft geselecteerd,
gaat u op één van de volgende
manieren te werk:
12
Druk op OK en wijzig de
afdrukinstellingen. (Zie pagina 93.)
Als u geen instellingen wilt wijzigen,
drukt u op Kleur Start om af te
drukken.
85
Hoofdstuk 12
Print index (miniaturen)12
Het PhotoCapture Center™ wijst aan de
afbeeldingen nummers toe (bijvoorbeeld nr.1,
nr. 2, nr. 3 enz.).
Deze nummers worden door PhotoCapture
Center™ ter identificatie van de foto's
gebruikt. U kunt een pagina met miniaturen
afdrukken, zodat u alle foto's op de
geheugenkaart of het USB-flashstation kunt
zien.
Opmerking
Alleen bestandsnamen van 8 tekens of
minder worden correct op de indexpagina
afgedrukt.
d Ga op een van de volgende manieren te
werk:
Druk op a of b om Papiersoort te
kiezen en druk op d of c om het
gebruikte papiersoort te kiezen:
Normaal Papier,
Inkjet papier, Brother BP71
of Glossy anders.
Druk op OK.
Druk op a of b om Papierformaat
te kiezen en druk op d of c om het
gebruikte papierformaat te kiezen:
A4 of Letter.
Druk op OK.
Ga naar e als u de
papierinstellingen niet wilt wijzigen.
e Druk op Kleur Start om te beginnen
met afdrukken.
Foto's afdrukken12
a Controleer of u de geheugenkaart of het
USB-flashstation in de juiste sleuf heeft
geplaatst.
Druk op (Photo Capture).
b Druk op a of b om Print index te
kiezen.
Druk op OK.
c Druk op a of b om Type lay-out te
kiezen. Druk op d of c om
6 Images/Regel of
5 Images/Regel te kiezen.
Druk op OK.
6 Images/Regel5 Images/Regel
U dient eerst het nummer van een beeld te
weten, pas dan kunt u het afdrukken.
a Zorg ervoor dat er een geheugenkaart
of een USB-flashstation in de juiste sleuf
is geplaatst.
Druk op (Photo Capture).
b Druk de index af. (Zie Print index
(miniaturen) op pagina 86.)
c Druk op a of b om Fotos afdrukken
te kiezen.
Druk op OK.
d Voer het nummer van de gewenste foto
in aan de hand van de miniaturen op de
indexpagina.
Druk op OK.
Het afdrukken van 5 Images/Regel
duurt langer dan voor
6 Images/Regel, maar de kwaliteit is
beter.
86
Loading...
+ hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.