Brother MFC-215C, MFC-425CN User's Guide

GEBRUIKERSHANDLEIDING
MFC-215C MFC-425CN
Versie A
Als u de klantendienst moet bellen
A.u.b. de volgende gegevens invullen voor toekomstige referentie:
Modelnummer: MFC-215C en MFC-425CN (Omcirkel uw modelnummer)
Serienummer:*
Aankoopdatum:
Aankoopplaats:
* Het serienummer staat op de achterkant van het toestel.
Bewaar deze Gebruikershandleiding samen met uw kassabon als bewijs van uw aankoop, in geval van diefstal, brand of service in geval van garantie.
Registreer uw product online op
http://www.brother.com/registration/
Door uw product bij Brother te registreren, wordt u geregistreerd als originele eigenaar van het product.
©1996-2005 Brother Industries, Ltd.
DEZE APPARATUUR IS ONTWORPEN VOOR GEBRUIK MET EEN DUBBELDRAADS, ANALOOG PSTN-SNOER, VOORZIEN VAN EEN PASSENDE CONNECTOR.

INFORMATIE OVER GOEDKEURING

Brother wijst erop dat dit product mogelijk niet goed functioneert in een ander land dan dat waarin het oorspronkelijk werd aangekocht en biedt geen garantie indien dit product wordt gebruikt op openbare telecommunicatielijnen in een ander land.

Samenstelling en publicatie

Deze handleiding is samengesteld en gepubliceerd onder supervisie van Brother Industries, Ltd. De nieuwste productgegevens en specificaties zijn in deze handleiding verwerkt.
De inhoud van deze handleiding en de specificaties van het product kunnen zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd.
Brother behoudt zich het recht voor om de specificaties en de inhoud van deze handleiding zonder voorafgaande kennisgeving te wijzigen. Brother is niet verantwoordelijk voor enige schade, met inbegrip van gevolgschade, voortvloeiend uit het gebruik van deze handleiding of de daarin beschreven producten, inclusief maar niet beperkt tot zetfouten en andere fouten in deze publicatie.
i
ii
EG conformiteitverklaring onder de richtlijn R & TTE
Producent
Brother Industries, Ltd. 15-1, Naeshiro-cho, Mizuho-ku, Nagoya 467-8561, Japan
Fabriek
Brother Industries (Shen Zhen) Ltd G02414-1, Bao Chang Li Bonded Transportation Industrial Park, Bao Long Industrial Estate, Longgang, Shenzhen, China
verklaart hierbij dat:
Omschrijving van het product : Faxapparaat
Type : Groep 3
Modelnaam : MFC-215C, MFC-425CN
voldoet aan de voorschriften van de richtlijn R & TTE (1999 / 5 /EG), en we verklaren dat het aan de volgende standaards voldoet.
Toegepaste normen:
Geharmoniseerd :
Veiligheid : EN60950-1:2001
EMC : EN55022:1998 + A1: 2000 + A2: 2003 klasse B
EN55024:1998 + A1: 2001 + A2: 2003 EN61000-3-2:2000 EN61000-3-3:1995 + A1: 2001
Jaar waarin het CE-keurmerk voor het eerst werd toegekend: 2005
Uitgegeven door: : Brother Industries, Ltd.
Datum : 25 maart 2005
Plaats : Nagoya, Japan
iii

Veiligheidsmaatregelen

Veilig gebruik van de machine

Bewaar deze voorschriften zodat u ze later kunt naslaan. Raadpleeg ze altijd voordat u probeert enig onderhoud te verrichten.
WAARSCHUWING
Binnen in de machine bevinden zich elektroden waar hoge spanning op staat. Controleer voordat u de machine reinigt of u de telefoonlijn eerst hebt ontkoppeld en daarna het voedingssnoer uit het stopcontact hebt verwijderd.
Om letsel te voorkomen moet u uw handen niet op de rand van de machine onder het scannerdeksel plaatsen.
Pak de stekker nooit met natte handen vast. U kunt dan namelijk een elektrische schok krijgen.
Raak het grijze gedeelte in de afbeelding niet aan om letsel te voorkomen.
Wanneer u de machine verplaatst moet u deze van de basis optillen, door een hand op iedere kant van het toestel te plaatsen, zoals weergegeven in de afbeelding. Draag de machine NOOIT door het scannerdeksel vast te houden.
In de meeste illustraties in deze gebruikershandleiding wordt de MFC-215C weergegeven.
iv
WAARSCHUWING
Ga bij het installeren of wijzigen van telefoonlijnen voorzichtig te
werk. Raak niet-geïsoleerde telefoondraden of aansluitingen nooit aan, tenzij de telefoonlijn bij het wandcontact is afgesloten. Installeer telefoonbedrading nooit tijdens onweer. Installeer een telefoonwandstekker nooit op een vochtige plaats.
Installeer dit product in de nabijheid van een goed bereikbaar
stopcontact. In geval van nood moet u het netsnoer uit het stopcontact trekken om het apparaat volledig uit te schakelen.
BELANGRIJKE VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN Volg bij het gebruik van telefoonapparatuur belangrijke
waarschuwingen op om het risico van brand, een stroomstoot of lichamelijk letsel te verkleinen, zoals:
1. Gebruik dit product niet in de buurt van water, bijvoorbeeld bij een badkuip, wasbak, aanrecht of wasmachine, in een natte kelder of in de buurt van een zwembad.
2. Gebruik dit product niet tijdens een elektrische storm. Bliksem kan elektrische schokken veroorzaken.
3. Gebruik dit product NIET in de buurt van een gaslek als u dit gaslek wilt melden.
BEWAAR DEZE VOORSCHRIFTEN
v

Een geschikte plaats kiezen

Zet de machine op een vlakke, stabiele ondergrond die niet trilt en schokt, zoals een bureau. Plaats de machine in de buurt van een telefoonaansluiting en een standaard geaard stopcontact. Kies een plaats waar de temperatuur tussen de 10 °C en 35 °C blijft.
Voorzichtig
Zet de machine niet op een plaats waar veel mensen heen en
weer lopen.
Plaats de machine niet op het tapijt.
Plaats het apparaat niet in de buurt van verwarmingstoestellen,
radiatoren, airconditioners, water, chemicaliën of koelkasten.
Zorg dat de machine niet wordt blootgesteld aan direct zonlicht,
overmatige warmte, vocht of stof.
Sluit de machine niet aan op een stopcontact dat is voorzien van
een wandschakelaar of een automatische tijdschakeling.
Bij een stroomonderbreking kunnen de gegevens in het
geheugen van de machine verloren gaan.
Sluit de machine niet aan op een stopcontact dat op dezelfde
stroomkring zit als grote apparaten of andere apparatuur die de stroomtoevoer kan verstoren.
Vermijd bronnen die storingen kunnen veroorzaken, zoals
luidsprekers of de basisstations van draadloze telefoons.
vi

Beknopt overzicht

Faxen in zwart-wit verzenden

Automatisch verzenden via de ADF (automatische documentinvoer)
(alleen MFC-425CN)
1
Wanneer het lampje niet groen oplicht, drukt u op
(
Fax).
2
Plaats uw document in de ADF.
3
Toets het gewenste faxnummer in. U kunt hiervoor de snelkiestoetsen gebruiken, u kunt het nummer zoeken of gewoon de kiestoetsen gebruiken.
4
Druk op Mono Start.
Verzenden via de glasplaat
1
Wanneer het lampje niet groen oplicht, drukt u op
(
Fax).
2
Plaats uw document op de glasplaat.
3
Toets het gewenste faxnummer in. U kunt hiervoor de snelkiestoetsen gebruiken, u kunt het nummer zoeken of gewoon de kiestoetsen gebruiken.
4
Druk op Mono Start. De machine begint de
eerste pagina te scannen.
5
Druk op 2 om te kiezen. —OF
Druk op een pagina wilt verzenden en ga naar stap 6.
6
Leg de volgende pagina op de glasplaat.
Druk op De machine begint te
scannen. (Herhaal stap 5 en 6 voor elke volgende pagina.)
7
Druk op 2 om te kiezen.
1 als u meer dan
Menu/Set.

Nummers opslaan

Snelkiesnummers opslaan
1
Druk op Menu/Set, 2, 3, 1.
2
Voer met behulp van de kiestoetsen een tweecijferige locatie voor het snelkiesnummer in en druk vervolgens op
Menu/Set.
3
Toets een nummer in (maximaal 20 tekens) en druk vervolgens op
Menu/Set.
4
Toets een naam in van maximaal 15 tekens (of niet invullen) en druk vervolgens op
Menu/Set.
5
Druk op Stop/Exit.
Volgende pagina?
1.Ja 2.Nee(kies)
vii

Nummers kiezen

Kopiëren

Snelkiezen
1
Wanneer het lampje niet groen is, drukt u op (
Fax).
2
Het document laden.
3
Druk op Search/Speed
Dial, daarna op # en voer
het tweecijferige snelkiesnummer in.
4
Druk op Mono Start of
Colour Start.
Search gebruiken
1
Wanneer het lampje niet groen is, drukt u op (
Fax).
2
Het document laden.
3
Druk op Search/Speed
Dial en toets de eerste
letter in van de naam die u zoekt.
4
Druk op of om in het geheugen te zoeken.
5
Druk op Mono Start of
Colour Start.
1
Druk op (Copy) zodat deze toets groen wordt.
2
Het document laden.
3
Druk op Mono Start of
Colour Start.
viii

De gebruikershandleiding openen

Deze gebruikershandleiding bevat niet alle informatie over de machine, zoals het gebruik van de geavanceerde functies van de printer, de scanner, PC-Fax en het netwerk. Voor gedetailleerde informatie over deze bewerkingen verwijzen wij u naar de complete gebruikershandleiding op de cd-rom.
PC-Fax Receiving en Network zijn niet beschikbaar voor de MFC-215C.

De documentatie weergeven (voor Windows®)

Selecteer in het menu Start Brother, MFL Pro Suite MFC-XXXX (waarbij XXXX de naam van uw model is) en selecteer vervolgens Gebruikershandleiding.
OF
1
Zet de computer aan. Plaats de Brother cd-rom met Windows® in het cd-romstation.
2
Als het scherm met de modelnaam wordt weergegeven, klikt u op de naam van uw model.
3
Selecteer de gewenste taal wanneer u het talenscherm ziet. Het hoofdmenu van de cd-rom wordt geopend.
Als dit venster niet wordt geopend, kunt u de Verkenner van Windows vanuit de hoofdmap van Brother’s CD-ROM.
4
Klik op Documentatie.
®
gebruiken om het programma setup.exe uit te voeren
ix
5
Klik op de documentatie die u wilt lezen.
Installatiehandleiding: Instructies voor de installatie en de
software
Gebruikershandleiding (3 handboeken):
Gebruikershandleiding voor stand-alone handelingen, software- en netwerkhandleiding (alleen voor MFC-425CN).
PaperPort
®
Gebruikershandleiding: Document
Management Software

Instructies voor het Scannen

Er zijn verscheidene manieren waarop u documenten kunt scannen. U kunt de instructies als volgt vinden:
Softwarehandleiding
Scannen op pagina 2-1
(Voor Windows Windows
ControlCenter2 op pagina 3-1
(Voor Windows Windows
Scannen in een netwerk (alleen MFC-425CN) op pagina 4-1
PaperPort
®
Gebruikershandleiding:
Instructies voor scannen direct vanuit ScanSoft
®
XP)
®
XP)
®
98/98SE/Me/2000 Professional en
®
98/98SE/Me/2000 Professional en
®
PaperPort
®
x

De documentatie weergeven (voor Macintosh®)

1
Zet de Macintosh® aan. Plaats de Brother cd-rom met Macintosh weergegeven.
2
Dubbelklik op het pictogram Documentation.
3
Als het taalselectiescherm wordt weergegeven, dubbelklikt u op de gewenste taal.
4
Klik op de documentatie die u wilt lezen.
Installatiehandleiding: Instructies voor de installatie en de
software
Gebruikershandleiding (3 handboeken):
Gebruikershandleiding voor stand-alone handelingen, software- en netwerkhandleiding (alleen voor MFC-425CN).
®
in het cd-romstation. Het volgende venster wordt
(Mac OS® X)

Instructies voor het Scannen

Er zijn verscheidene manieren waarop u documenten kunt scannen. U kunt de instructies als volgt vinden:
Softwarehandleiding
Scannen op pagina 9-1
(Voor Mac OS
ControlCenter2 (Voor Mac OS
10-1
Scannen in een netwerk (alleen MFC-425CN) (voor Mac OS
10.2.4 of recenter) op pagina 11-1
Presto!
®
PageManager® Gebruikershandleiding
Instructies voor scannen direct vanuit Presto!
®
9.1-9.2/Mac OS® X 10.2.4 of recenter)
®
X 10.2.4 of recenter) op pagina
®
PageManager
®
X
®
xi

Inhoudsopgave

1
Inleiding ................................................................................ 1-1
Gebruik van deze handleiding ..........................................1-1
Informatie opzoeken ...................................................1-1
De symbolen die in deze handleiding
worden gebruikt ......................................................1-1
Overzicht van het bedieningspaneel................................. 1-2
De machine in de energiebesparende stand zetten ... 1-4
Energiebesparende stand...........................................1-5
Documenten laden............................................................ 1-6
De automatische documentinvoer (ADF) gebruiken
(alleen MFC-425CN) .............................................. 1-6
De glasplaat gebruiken ............................................... 1-7
Over papier .......................................................................1-8
Aanbevolen papiersoorten..........................................1-8
Speciaal papier gebruiken .......................................... 1-9
Type en formaat papier voor elke functie .............1-10
Gewicht, dikte en capaciteit van het papier ..........1-11
Papiercapaciteit van de uitvoerlade......................1-11
Bedrukbaar gedeelte ............................................ 1-12
Papier, enveloppen en briefkaarten laden ................1-13
Papier of ander materiaal plaatsen....................... 1-13
Enveloppen plaatsen ............................................1-15
Briefkaarten laden ................................................ 1-16
Over faxapparaten ..........................................................1-17
Faxtonen en aansluitbevestiging ..............................1-17
ECM-modus (foutencorrectie)...................................1-18
xii
2
Aan de slag ........................................................................... 2-1
Eerste instellingen ............................................................2-1
De datum en tijd instellen ...........................................2-1
Het stationsnummer instellen .....................................2-2
Het type telefoonlijn instellen...................................... 2-3
PBX en DOORVERBINDEN...................................2-3
Algemene instellingen....................................................... 2-4
De Mode Timer instellen............................................. 2-4
Het type papier instellen ............................................. 2-4
Het papierformaat instellen......................................... 2-5
Het belvolume instellen...............................................2-5
Het volume van de waarschuwingstoon instellen ....... 2-6
Het volume van de luidspreker instellen ..................... 2-6
Zomertijd inschakelen................................................. 2-7
Het contrast van het LCD-scherm instellen ................ 2-7
3
Het verzenden instellen ....................................................... 3-1
De faxstand inschakelen .................................................. 3-1
Nummers kiezen............................................................... 3-1
Handmatig verzenden ................................................ 3-1
Snelkiezen .................................................................. 3-2
Zoeken........................................................................ 3-2
Faxnummer opnieuw kiezen....................................... 3-2
Faxen versturen................................................................ 3-3
Een fax in kleur verzenden ......................................... 3-3
Faxen verzenden vanaf de ADF
(alleen MFC-425CN) .............................................. 3-3
Faxen via de glasplaat................................................ 3-4
Automatisch verzenden .............................................. 3-5
Handmatig verzenden ................................................ 3-5
Basishandelingen bij het verzenden ................................. 3-6
Faxen met meer instellingen verzenden..................... 3-6
Contrast...................................................................... 3-6
Faxresolutie ................................................................ 3-7
Zwart-wit................................................................. 3-7
Kleur ....................................................................... 3-7
Tweevoudige werking (Alleen zwart-wit) .................... 3-8
Direct verzenden ........................................................ 3-9
Direct verzenden van alle faxen ............................. 3-9
Alleen de volgende fax direct verzenden ............... 3-9
De status van taken controleren............................... 3-10
Een fax annuleren .................................................... 3-10
Een taak in de wachtrij annuleren ............................ 3-10
Geavanceerde verzendopties......................................... 3-11
Groepsverzenden (Alleen zwart-wit) ........................ 3-11
Een faxverzending stoppen.................................. 3-12
Internationale modus ................................................ 3-13
Uitgesteld zenden (Alleen zwart-wit)
(alleen MFC-425CN) ............................................ 3-13
Delayed Batch Transmission (Alleen zwart-wit)
(alleen MFC-425CN) ............................................ 3-14
Verzend Pollen instellen (standaard)
(Alleen zwart-wit) (alleen MFC-425CN)................ 3-14
Verzend Pollen instellen met beveiligingscode
(Alleen zwart-wit) (alleen MFC-425CN)................ 3-15
Verzendslot............................................................... 3-16
Wachtwoord instellen ........................................... 3-17
Het wachtwoord voor het verzendslot wijzigen .... 3-17
xiii
Verzendslot inschakelen....................................... 3-17
Verzendslot uitschakelen...................................... 3-18
Documenten in formaat Letter verzenden via de
glasplaat ...............................................................3-18
4
5
De ontvangststand instellen ............................................... 4-1
Basishandelingen bij het ontvangen ................................. 4-1
De ontvangststand kiezen ..........................................4-1
De ontvangststand selecteren of wijzigen ..............4-2
De belvertraging instellen .......................................... 4-2
De F/T-beltijd instellen (alleen in de stand Fax/Tel) ...4-3
Fax waarnemen.......................................................... 4-4
Een verkleinde afdruk van een inkomend document
maken (Automatische verkleining) .........................4-5
Een fax uit het geheugen afdrukken
(alleen MFC-425CN) .............................................. 4-5
Ontvangst in het geheugen (Alleen zwart-wit) ............ 4-6
Polling (alleen MFC-425CN).......................................4-7
Beveiligd Pollen ......................................................4-7
Ontvang Pollen instellen (standaard) ..................... 4-7
Ontvang Pollen met beveiligingscode instellen ......4-8
Uitgesteld Ontvangen Pollen instellen.................... 4-8
Opeenvolgend Pollen .............................................4-9
Snelkiesnummers en kiesopties ........................................ 5-1
Nummers opslaan om snel te kiezen................................ 5-1
Snelkiesnummers opslaan..........................................5-1
Snelkiesnummers wijzigen .........................................5-2
Nummergroepen voor het groepsverzenden
instellen .................................................................. 5-3
Kiesopties .........................................................................5-5
Toegangscodes en creditcardnummers .....................5-5
Pauze .........................................................................5-5
xiv
6
Opties voor Uitgestelde Fax (alleen MFC-425CN)
(Alleen zwart-wit) .................................................................. 6-1
Fax doorzenden instellen............................................6-1
Fax opslaan instellen ..................................................6-2
PC-Fax Ontvangen instellen (alleen MFC-425CN).....6-2
Een andere pc kiezen (alleen MFC-425CN)...........6-3
Opties voor afstandsbediening uitschakelen .............. 6-4
Opties voor afstandsbediening wijzigen ..................... 6-4
De toegangscode instellen .........................................6-5
Opvragen vanaf een ander toestel ................................... 6-6
De toegangscode gebruiken....................................... 6-6
Opdrachten voor afstandsbediening........................... 6-7
Faxberichten opvragen............................................... 6-8
Het nummer wijzigen waarnaar faxberichten worden
doorgestuurd .......................................................... 6-8
7
8
Rapporten afdrukken ........................................................... 7-1
Faxinstellingen en -activiteiten ......................................... 7-1
Het verzendrapport aanpassen .................................. 7-1
De journaalperiode instellen....................................... 7-2
Rapporten afdrukken .................................................. 7-3
Een rapport afdrukken ............................................ 7-3
Kopiëren ............................................................................... 8-1
De machine als een kopieerapparaat gebruiken .............. 8-1
Kopieermodus instellen .............................................. 8-1
Eén kopie maken........................................................ 8-2
Verscheidene kopieën maken .................................... 8-2
Kopiëren onderbreken ................................................ 8-2
De toetsen Kopie Opties gebruiken.................................. 8-3
Tijdelijke kopieerinstellingen veranderen.................... 8-4
Kopieersnelheid of –kwaliteit verhogen.................. 8-5
De gekopieerde afbeelding vergroten of
verkleinen ........................................................... 8-6
Het type papier instellen ......................................... 8-7
Papierformaat instellen........................................... 8-8
Helderheid instellen ................................................ 8-8
Kopieën sorteren bij gebruik van de ADF
(alleen MFC-425CN) .......................................... 8-9
N in 1 kopieën of een poster maken
(Pagina Layout) (alleen MFC-425CN)................ 8-9
De standaardinstellingen voor het kopiëren wijzigen ..... 8-12
Kopieersnelheid of –kwaliteit verhogen .................... 8-12
Helderheid instellen .................................................. 8-12
Contrast instellen...................................................... 8-12
Kleurverzadiging instellen......................................... 8-13
Wettelijke beperkingen ................................................... 8-14
xv
9
Walk-Up PhotoCapture Center™ .........................................9-1
Inleiding ............................................................................9-1
Vereisten voor het PhotoCapture Center
Aan de slag....................................................................... 9-3
De index afdrukken (miniatuurbeelden)............................9-5
Afbeeldingen afdrukken ....................................................9-6
DPOF-afdrukken......................................................... 9-8
De standaardinstellingen wijzigen ............................9-10
Kopieersnelheid of –kwaliteit verhogen ................ 9-10
Papiertype en -formaat instellen...........................9-10
Helderheid instellen ..............................................9-11
Contrast instellen..................................................9-11
Kleurverbetering (alleen MFC-425CN) ................. 9-11
Trimmen ............................................................... 9-13
Zonder Marges ..................................................... 9-13
Naar een kaart scannen (alleen MFC-425CN) ...............9-14
De standaardkwaliteit wijzigen..................................9-16
Het standaardformaat voor zwart-witbestanden
wijzigen.................................................................9-16
Het standaardformaat voor kleurenbestanden
wijzigen.................................................................9-16
Uitleg bij de foutmeldingen .............................................9-17
PhotoCapture Center
op uw PC gebruiken ..................9-17
.............9-2
xvi
10 11
12
Software- en netwerkfuncties ........................................... 10-1
Belangrijke informatie ....................................................... 11-1
Voor uw veiligheid.....................................................11-1
LAN-verbinding (alleen MFC-425CN)....................... 11-1
Naleving van de International E
normen ................................................................. 11-1
EU-richtlijn 2002/96/EG en EN50419 .......................11-2
Belangrijke veiligheidsinstructies ..............................11-2
Handelsmerken.........................................................11-4
Problemen oplossen en routineonderhoud .................... 12-1
Problemen oplossen .......................................................12-1
Foutmeldingen .......................................................... 12-1
Vastgelopen papier (alleen MFC-425CN).................12-5
Het document is bovenaan de ADF
vastgelopen ...................................................... 12-5
Het document is in de ADF vastgelopen ..............12-5
Papier vastgelopen in de machine............................ 12-6
Papier is vastgelopen binnen de papierlade.........12-6
NERGY STAR
®
Papier is vastgelopen binnen in de machine........ 12-7
Als u problemen met de machine hebt ..................... 12-9
Wijzigen van de taal op het LCD-scherm ............... 12-14
Kiestoondetectie instellen....................................... 12-14
Uitwisselbaarheid ................................................... 12-15
De afdrukkwaliteit verbeteren ....................................... 12-16
De printkop reinigen ............................................... 12-16
De afdrukkwaliteit controleren ................................ 12-17
De uitlijning controleren.......................................... 12-19
Controleren hoeveel inkt er nog over is ........................ 12-20
De machine inpakken en vervoeren ............................. 12-21
Routineonderhoud ........................................................ 12-24
De scanner reinigen ............................................... 12-24
De geleiderol van de machine reinigen .................. 12-25
De papierinvoerrol reinigen .................................... 12-26
De inktpatronen vervangen .................................... 12-27
A
B
Bijlage A .............................................................................. A-1
Geavanceerde ontvangsthandelingen ..............................A-1
Werken met een tweede toestel.................................A-1
Uitsluitend voor de stand Fax/Tel ...............................A-1
Fax/Tel-modus in de energiebesparende stand .........A-2
Een draadloze externe telefoon gebruiken.................A-2
De codes voor afstandsbediening wijzigen ................A-2
Een extern apparaat aansluiten op uw machine ..............A-3
Een extern toestel aansluiten .....................................A-3
Een extern antwoordapparaat (ANTW.APP.)
aansluiten ...............................................................A-4
Volgorde van aansluiting ........................................A-4
Aansluitingen ..........................................................A-6
Een uitgaand bericht op een antwoordapparaat
opnemen ............................................................A-6
Aansluiting op meerdere lijnen (PBX).........................A-7
Als u de machine installeert om met een
PBX te laten werken...........................................A-7
Speciale functies op uw telefoonlijn............................A-7
Bijlage B .............................................................................. B-1
Programmeren op het scherm..........................................B-1
Menutabel...................................................................B-1
Opslag in het geheugen .............................................B-1
Navigatietoetsen ...............................................................B-2
Tekst invoeren ..........................................................B-11
Spaties invoeren...................................................B-11
xvii
Corrigeren............................................................ B-11
Letters herhalen................................................... B-11
Speciale tekens en symbolen ............................. B-12
V
S
13 14
Verklarende woordenlijst ................................................... V-1
Specificaties ........................................................................ S-1
Omschrijving van het product .......................................... S-1
Algemeen......................................................................... S-1
Afdrukmedia..................................................................... S-2
Kopiëren .......................................................................... S-3
PhotoCapture Center ....................................................... S-4
Fax................................................................................... S-5
Scanner ........................................................................... S-6
Printer .............................................................................. S-7
Interfaces ......................................................................... S-7
Vereisten voor de computer............................................. S-8
Verbruiksartikelen ............................................................ S-9
Netwerk (LAN) (alleen MFC-425CN) ............................. S-10
Index ....................................................................................... I-1
Overzichtskaart Voor Opvragen Vanaf Een Ander Toestel
(alleen MFC-425CN) ............................................................ O-1
xviii
1

Inleiding

Gebruik van deze handleiding

Dank u voor de aanschaf van een multifunctionele centrale (MFC) van Brother. Deze machine is eenvoudig te gebruiken, met een LCD-scherm waarop aanwijzingen verschijnen die u helpen bij het instellen en gebruiken van de diverse functies. Neemt u echter een paar minuten de tijd om deze handleiding te lezen, zodat u optimaal gebruik kunt maken van alle functies van de machine.

Informatie opzoeken

De titels van alle hoofdstukken en subhoofdstukken staan in de inhoudsopgave. U kunt informatie over specifieke kenmerken of functies opzoeken in de index achterin in deze handleiding.

De symbolen die in deze handleiding worden gebruikt

In deze handleiding worden speciale symbolen gebruikt die u attenderen op belangrijke informatie, verwijzingen en waarschuwingen. Voor alle duidelijkheid zijn hier en daar speciale lettertypen gebruikt en LCD-schermen afgebeeld, zodat duidelijk wordt geïllustreerd op welke toetsen u moet drukken.
Vet Vetgedrukte tekst identificeert specifieke toetsen op
het bedieningspaneel van de machine.
Cursief
Courier New
Waarschuwingen vestigen uw aandacht op maatregelen die u moet treffen om te voorkomen dat u letsel oploopt.
Deze waarschuwingen wijzen u op procedures die u moet volgen om te voorkomen dat de machine of andere voorwerpen worden beschadigd.
Opmerkingen leggen uit hoe u op een bepaalde situatie moet reageren, of hoe de bewerking met andere functies werkt.
Dit symbool waarschuwt u voor niet-compatibele apparaten of voor bewerkingen die niet met de machine kunnen worden uitgevoerd.
Cursief gedrukte tekst legt de nadruk op een belangrijk punt of verwijst naar een verwant onderwerp.
Het lettertype Courier New identificeert de meldingen op het LCD-scherm van de machine.
INLEIDING 1 - 1

Overzicht van het bedieningspaneel

Redial/Pause
1
Met een druk op deze toets wordt het laatst gekozen nummer herhaald. Deze toets wordt tevens gebruikt voor het invoegen van een pauze in snelkiesnummers.
Tel/R
2
Deze toets wordt gebruikt voor een telefoongesprek nadat de externe handset met het dubbele belsignaal is opgepakt.
Deze toets wordt ook gebruikt om een telefoontje over te zetten naar een ander toestel dat ook op de PBX is aangesloten.
Ink Management
3
Met deze toets kunt u de printkoppen reinigen, en de afdrukkwaliteit en de hoeveelheid inkt controleren.
Kiestoetsen
4
Met deze toetsen kunt u telefoon­en faxnummers kiezen. Ze kunnen ook als toetsenbord worden gebruikt om informatie in de machine in te voeren.
Modus-toetsen:
5
PhotoCapture
Hiermee krijgt u toegang tot de stand PhotoCapture Center
Copy
Voor het kopiëren van documenten.
Fax
Voor het faxen van documenten.
Scan
Voor het scannen van documenten.
Copy Options
6
U kunt snel en gemakkelijk tijdelijke instellingen selecteren voor het kopiëren.
Fax Resolution
7
Hiermee stelt u de faxresolutie in.
8
Met deze toets start u het faxen of maakt u kopieën in zwart-wit.
Hiermee kunt u ook een scanbewerking uitvoeren (kleur of mono, afhankelijk van de scaninstelling die u in ControlCenter2 hebt opgegeven).
Mono Start
.
1 - 2 INLEIDING
Colour Start
9
Met deze toets start u het faxen of maakt u kopieën in kleur.
Hiermee kunt u ook een scanbewerking uitvoeren (kleur of mono, afhankelijk van de scaninstelling die u in ControlCenter2 hebt opgegeven).
<
Met deze toets stopt u een bewerking of verlaat u het menu.
Navigatietoetsen:
A
Menu/Set
Dezelfde toets wordt voor het bedienen van het menu en de instellingen gebruikt.
Met deze toets krijgt u toegang tot de menu's en de programmeermodus, en kunt u instellingen in de machine opslaan.
Met deze toets kunt u ook het volume van de luidspreker of het belvolume in de faxmodus instellen.
Colour Start
Stop/Exit
Search/Speed Dial
Met deze toets kunt u nummers opzoeken die in het kiesgeheugen zijn opgeslagen. Hiermee kunt u ook opgeslagen nummers kiezen door op # te drukken en vervolgens een tweecijferig nummer in te voeren.
Druk op deze toets om terug in de menuopties te bladeren.
of
Druk op deze toets om door de menu's en opties te bladeren.
Liquid Crystal Display (LCD)
B
Op het LCD-scherm verschijnen boodschappen die u helpen bij het instellen en gebruiken van uw machine. De voorbeelden van het LCD-scherm in deze handleiding zijn voor modellen met displays met twee regels. Er kunnen kleine verschillen zijn tussen de getoonde voorbeelden en de modellen met displays met een regel.
Power Save
C
U kunt de machine in de energiebesparende stand zetten.
INLEIDING 1 - 3

De machine in de energiebesparende stand zetten

Wanneer de machine inactief is, kunt u hem in de energiebesparende stand zetten door op de toets drukken. In de Energiebesparende stand ontvangt de machine gewoon telefoonoproepen. Voor verdere informatie over het ontvangen van faxen in de energiebesparende stand, raadpleegt u de tabel op pagina 1-5. De uitgestelde faxberichten die in de rij zijn gezet, worden nu verzonden (alleen MFC-425CN). U kunt faxen ook op een andere locatie opvragen als u zich niet in de buurt van uw machine bevindt (alleen MFC-425CN). Voor andere bewerkingen moet de machine weer worden geactiveerd.
De machine in de energiebesparende stand zetten
Houd de toets voor de ingedrukt totdat op het LCD-scherm het volgende wordt weergegeven:
Het lampje van het LCD-scherm gaat uit.
De machine uit de energiebesparende stand halen
Houd de toets voor de ingedrukt totdat op het LCD-scherm het volgende wordt weergegeven:
Op het LCD-scherm worden de datum en de tijd weergegeven (faxmodus).
Power Save
Power Save
Power Save te
Afsluiten
Wachten a.u.b.
De machine zal de printkop, zelfs als u de machine hebt uitgeschakeld, toch nog af en toe reinigen om de afdrukkwaliteit te handhaven.
Als u de stekker uit het stopcontact hebt gehaald, is de machine volledig uitgeschakeld.
U kunt de machine uitzetten door de toets Power Save aan te passen, zoals u op de volgende pagina ziet. In deze ‘UIT’-stand zijn geen bewerkingen met de machine mogelijk. (Raadpleeg Energiebesparende stand op pagina 1-5.)
De externe telefoon is altijd beschikbaar.
1 - 4 INLEIDING

Energiebesparende stand

U kunt de toets Power Save van de machine instellen. De standaardstand is Faxontvang.:Aan, zodat uw machine faxen of gesprekken kan ontvangen, zelfs als de machine in de energiebesparende stand staat. Wanneer u wilt dat de machine geen faxberichten of telefoongesprekken ontvangt, moet u deze instelling op Faxontvang.:Uit zetten. (Raadpleeg De machine in de energiebesparende stand zetten op pagina 1-4.)
1
Druk op Menu/Set, 1, 6.
2
Druk op of om Uit (of Aan) te selecteren.
3
Druk op Menu/Set.
4
Druk op Stop/Exit.
(Voor MFC-425CN)
AAN/UIT-instellingen Ontvangststand Beschikbare bewerkingen
Faxontvang.:Aan
(standaard)
Faxontvang.:Uit
Alleen fax Telefoon/Beantw.
Handmatig Fax/Telefoon*
Faxen ontvangen, Faxen waarnemen, Uitgestelde fax, Afstandsbediening, Externe toegang:
U kunt geen fax ontvangen met
Mono Start of Colour Start.
De opties Uitgestelde fax en
Afstandsbediening moeten zijn ingesteld voordat u de machine uitzet.
Uitgestelde fax, Faxen waarnemen:
U kunt geen fax ontvangen met
Mono Start of Colour Start.
*U kunt niet automatisch een fax
ontvangen, ook als heeft u de ontvangstmodus ingesteld op Fax/Telefoon.
Uitgestelde fax moet zijn ingesteld voordat
u de machine uitzet.
Er zijn geen bewerkingen mogelijk met de machine.
(Voor MFC-215C)
AAN/UIT-instellingen Ontvangststand Beschikbare bewerkingen
Faxontvang.:Aan
(standaard)
Faxontvang.:Uit
Alleen fax Telefoon/Beantw.
Handmatig Fax/Telefoon*
Faxontvangst, Faxen waarnemen:
U kunt geen fax ontvangen met
Mono Start of Colour Start.
Fax waarnemen:
U kunt geen fax ontvangen met
Mono Start of Colour Start.
*U kunt niet automatisch een fax
ontvangen, ook als heeft u de ontvangstmodus ingesteld op Fax/Telefoon.
Er zijn geen bewerkingen mogelijk met de machine.
INLEIDING 1 - 5

Documenten laden

U kunt een fax verzenden, kopiëren en scannen vanuit de ADF (automatische documentinvoer) of vanaf de glasplaat.

De automatische documentinvoer (ADF) gebruiken (alleen MFC-425CN)

De ADF heeft een capaciteit van maximaal 10 vellen en voert het papier vel voor vel in. Gebruik standaardpapier (80 g/m de stapel altijd door alvorens het papier in de ADF te plaatsen.
GEBRUIK GEEN omgekruld, verkreukeld, gevouwen, gescheurd of geniet papier, en ook geen papier met paperclips, lijm of plakband.
Gebruik GEEN karton, krantenpapier of stof. (raadpleeg De glasplaat gebruiken op pagina 1-7 voor het faxen, kopiëren of scannen van dergelijke documenten.)
Zorg dat in inkt geschreven documenten helemaal droog zijn.
Documenten die u faxt, moeten tussen 147 en 216 mm breed en
147 tot 356 mm lang.
1
Blader de stapel goed door. Leg uw documenten met de bedrukte zijde naar beneden en de bovenrand eerst in de ADF tot u voelt dat ze de invoerrol raken.
2
Stel de papiergeleiders in op de breedte van uw documenten.
3
Vouw de ADF steunklep uit.
2
) en blader
1 - 6 INLEIDING
ADF documentsteunklep
Trek NIET aan het document wanneer het doorschuift.
Als u de ADF wilt gebruiken, moet de glasplaat leeg zijn.

De glasplaat gebruiken

U kunt de glasplaat gebruiken om pagina’s van een boek te faxen of om een document pagina voor pagina te faxen. U kunt documenten gebruiken van maximaal 216 mm breed en 297 mm lang.
Als u de glasplaat wilt gebruiken, moet de ADF leeg zijn.
1
Til het documentdeksel op.
Leg het document met de bedrukte zijde naar beneden op de glasplaat.
2
Gebruik de documentgeleiders aan de linkerkant om het document in het midden van de glasplaat te leggen, met de bedrukte zijde naar beneden.
3
Sluit het documentdeksel.
Als u een boek of een dik document wilt scannen, laat het documentdeksel dan nooit dichtvallen en druk niet op het deksel.
INLEIDING 1 - 7

Over papier

De afdrukkwaliteit kan worden beïnvloed door het soort papier dat u in de machine gebruikt.
Om de beste afdrukkwaliteit te krijgen voor de instellingen die u hebt gekozen, moet u de papiersoort altijd instellen op het soort papier dat u plaatst.
U kunt normaal papier, inkjetpapier (gecoat papier), glanzend papier, transparanten en enveloppen gebruiken.
Wij raden u aan om verschillende soorten papier te testen voordat u een grote hoeveelheid aanschaft.
Gebruik voor de beste resultaten uitsluitend het aanbevolen papier.
Wanneer u afdrukt op inkjetpapier (gecoat papier),
transparanten en glanzend papier, moet u in het tabblad ‘Normaal’ van het printerstuurprogramma of in de instelling Type papier in het menu ( type papier selecteren.
Wanneer u op glanzend Brother-papier afdrukt, plaats eerst
het instructieblad dat met het glanzend papier wordt geleverd in de papierlade, en plaats dan het glanzend papier op het instructieblad.
Als u transparanten of glanzend papier gebruikt, moet u elk vel
onmiddellijk uit de uitvoerlade verwijderen om te voorkomen dat de vellen vlekken of dat er papier vast komt te zitten.
Raak het afgedrukte oppervlak van het papier niet aan vlak na het afdrukken; de inkt kan nog nat zijn en op uw vingers vlekken.
Menu/Set, 1, 2) altijd het juiste

Aanbevolen papiersoorten

Om de beste printkwaliteit te verkrijgen raden wij u aan Brother-papier te gebruiken. (Zie onderstaande tabel.)
Als er in uw land geen Brother-papier beschikbaar is, raden wij u aan verschillende soorten papier te testen voor u grote hoeveelheden papier koopt.
Wij adviseren “3M Transparency Film” te gebruiken wanneer u op transparanten afdrukt.
Brother-Papier
Papiersoort Item
A4 Normaal BP60PA A4 Glanzend BP60GLA A4 Inkjet (Mat) BP60MA 10 × 15 cm glanzend BP60GLP
1 - 8 INLEIDING

Speciaal papier gebruiken

Bewaar papier in de originele verpakking en zorg dat deze
gesloten blijft. Bewaar het papier plat en verwijderd van vocht, direct zonlicht, en warmte.
De gecoate zijde van glanzend papier glimt. Zorg dat u de
glimmende (gecoate) zijde niet aanraakt. Plaats glanzend papier met de glimmende zijde naar beneden toe.
Voorkom dat u de voor- of achterkant van transparanten
aanraakt, daar deze gemakkelijk water en transpiratie absorbeert, wat afbreuk doet aan de afdrukkwaliteit. Transparanten die voor laserprinters en -kopieerapparaten ontworpen zijn, kunnen het volgende document bevlekken. Gebruik alleen transparanten die worden aanbevolen voor inkjetprinters.
Het gebruik van het volgende papier dient te worden vermeden:
enveloppen en papier die beschadigd, gekruld of gekreukt
zijn of een onregelmatige vorm hebben
2 mm of langer
2 mm of langer
hoogglanzende of uit een speciale structuur bestaande
enveloppen en types papier
reeds door een printer bedrukte enveloppen en papier
enveloppen en papier die niet netjes kunnen worden gestapeld
enveloppen die zijn vervaardigd uit breedlopend papier
INLEIDING 1 - 9
Fax Kopiëren PhotoCapture Printer
148 x 200 mm (5,8" x 7,9") - - - Ja
DL-envelop 110 x 220 mm (4,3" x 8,7") - - - Ja
COM-10 105 x 241 mm (4 1/8" x 9 1/2") - - - Ja
Monarch 98 x 191 mm (3 7/8" x 7 1/2") - - - Ja
JE4-envelop 105 x 235 mm (4,1" x 9,3") - - - Ja
A4 210 x 297 mm (8,3" x 11,7") Ja Ja Ja Ja
Legal 216 x 356 mm (8 1/2" x 14") Ja Ja - Ja
Executive 184 x 267 mm (7 1/4" x 10 1/2") - - - Ja
JIS B5 182 x 257 mm (7,2" x 10,1") - - - Ja
A5 148 x 210 mm (5,8" x 8,3") - Ja - Ja
A6 105 x 148 mm (4,1" x 5,8") - - - Ja
Foto L 89 x 127 mm (3 1/2" x 5") - - - Ja
Foto 2L 127 x 178 mm (5" x 7") - - Ja Ja
Indexkaart 127 x 203 mm (5" x 8") - - - Ja
Briefkaart 1 100 x 148 mm (3,9" x 5,8") - - - Ja
Briefkaart 2
(Dubbel)
A4 210 x 297 mm (8,3" x 11,7") - Ja - Ja
Type papier Papierformaat Gebruik
Type en formaat papier voor elke functie
Losse vellen Brief 216 x 279 mm (8 1/2" x 11") Ja Ja Ja Ja
1 - 10 INLEIDING
Kaarten Foto 102 x 152 mm (4" x 6") - Ja Ja Ja
Enveloppen C5-envelop 162 x 229 mm (6,4" x 9") - - - Ja
Transparanten Letter 216 x 279 mm (8 1/2" x 11") - Ja - Ja
Gewicht, dikte en capaciteit van het papier
Type papier Gewicht Dikte Aantal vellen
2
2
2
2
2
2
0,08 tot 0,15 mm (0,003" tot 0,006")
0,08 tot 0,25 mm (0.003" tot 0,01")
Maximaal 0,25 mm (Max. 0,01")
Maximaal 0,28 mm (Max. 0,01")
Maximaal 0,15 mm (Max. 0,006")
Maximaal 0,23 mm (Max. 0,01")
Maximaal 0,52 mm (Max. 0,02")
Losse vellen Normaal
Kaarten Fotopapier Maximaal 240 g/m
Enveloppen 75 tot 95 g/m
Transparanten - - 10
papier
Inkjetpapier 64 tot 200 g/m
Glanzend papier
Indexkaart Maximaal 120 g/m
Briefkaart Maximaal 200 g/m
64 tot 120 g/m (17 tot 32 lb)
(17 tot 53 lb)
Maximaal 220 g/m (Max. 58 lb)
(Max. 64 lb)
(Max. 32 lb)
(Max. 53 lb)
2
(20 tot 25 lb)
100
20
20
20
30
30
10
*
* Max. 50 vellen voor papier van Legal-formaat (80 g/m2). * Max. 100 vel van 80 g/m
2
.
Papiercapaciteit van de uitvoerlade
Uitvoerpapierlade
Maximaal 25 vel van 80 g/m2 (A4)
Om vlekken te voorkomen moeten
transparanten of glanzend papier vel voor vel van de uitvoerlade worden genomen.
Legal-papier kan niet in de uitvoerlade
worden gestapeld.
INLEIDING 1 - 11
Bedrukbaar gedeelte
Hoe groot het bedrukbare gedeelte van uw papier is, is afhankelijk van de instellingen binnen de door u gebruikte toepassing. De onderstaande afbeeldingen tonen het niet-bedrukbare gedeelte op losse vellen papier en enveloppen.
EnveloppenLosse vellen
34
1
34
1
2
niet-bedrukbaar gedeelte
1Bovenkant 2
Losse vellen 3 mm
(0 mm)*
Enveloppen 12 mm 24 mm 3 mm 3 mm
,
1
Onderkant
3 mm (0 mm)*
3Links 4Rechts
1
3 mm (0 mm)*
1
3 mm (0 mm)*
*1 Wanneer u de optie Zonder Marges op AAN zet. Het bedrukbare gedeelte is afhankelijk van de instellingen in het
stuurprogramma van de printer. De hierboven genoemde cijfers zijn een benadering en het
bedrukbare gedeelte kan variëren, afhankelijk van het soort papier dat u gebruikt.
2
1
1 - 12 INLEIDING

Papier, enveloppen en briefkaarten laden

Papier of ander materiaal plaatsen
1
Trek de papierlade volledig uit de machine en verwijder het deksel.
Uitvoerpapierlade
2
Houd de papiergeleider ingedrukt en stel deze papiergeleider af op de breedte van het gebruikte papier.
Papiergeleider
3
Trek de papiersteun er uit en vouw de papiersteunklep uit.
Uitvoerpapierlade
Gebruik de papiersteunklep voor Letter, Legal of A4.
INLEIDING 1 - 13
Papiersteunklep
4
Blader de stapel papier goed door om te voorkomen dat papier vastloopt of scheef wordt ingevoerd.
5
Steek het papier voorzichtig in de papierlade met de afdrukzijde omlaag en de bovenste rand (bovenkant van het papier) eerst.
Controleer of het papier vlak in de lade ligt en of het papier niet boven de maximale papierhoogte komt.
Maximum papierhoogte
Zorg dat de papiergeleiders aan de zijkant de randen van
het papier aanraken.
Zorg ervoor dat u het papier er niet te ver induwt; het kan aan
de achterkant van de lade omhoog gaan staan en problemen veroorzaken bij de invoer.
6
Zet de deksel van de lade er weer op en duw de papierlade stevig terug in de machine.
1 - 14 INLEIDING
Enveloppen plaatsen
Gebruik enveloppen van 75-95 g/m2.
Voor sommige enveloppen is het nodig de marge in te stellen in
de toepassing. Zorg ervoor dat u eerst een testafdruk maakt.
Om te voorkomen dat het invoermechanisme wordt beschadigd, dient het gebruik van onderstaande soorten enveloppen te worden vermeden.
HET GEBRUIK VAN DE VOLGENDE ENVELOPPEN DIENT TE WORDEN VERMEDEN:
zakachtige enveloppen
enveloppen met reliëf (met verhoogd opschrift)
enveloppen met sluithaken
enveloppen die geen scherpe vouw hebben
enveloppen die aan de binnenkant zijn voorbedrukt
Lijm Omslag
met ronde hoeken
Dubbele
omslag
Driehoekige
omslag
Enveloppen laden
1
Druk de hoeken en zijkanten van de enveloppen zo plat mogelijk alvorens deze te plaatsen.
Als er verscheidene enveloppen tegelijk naar binnen worden getrokken, plaats dan één envelop per keer in de papierlade.
INLEIDING 1 - 15
2
Leg de enveloppen in de papierlade met de adreszijde naar beneden en de invoerkant (bovenkant van de enveloppen) eerst. Verschuif de papiergeleider zodanig dat de envelopbreedte erin past.
Als u problemen hebt bij het afdrukken op enveloppen, volg dan de volgende suggesties op:
1
Open de omslag van de envelop.
2
Zorg ervoor dat de open omslag zich aan de zijkant of aan de achterkant van de envelop bevindt tijdens het afdrukken.
3
Stel de maat en marge bij in uw toepassing.
Briefkaarten laden
1
Til de papieraanslag op en plaats de briefkaarten in de papierlade. Verschuif de papiergeleider zodanig dat de briefkaartbreedte erin past.
1 - 16 INLEIDING

Over faxapparaten

Faxtonen en aansluitbevestiging

Wanneer iemand u een fax stuurt, zendt hun faxmachine faxtonen naar uw machine (de zogenaamde CNG-tonen). Dit zijn zachte, onderbroken piepjes die met een tussenpoos van vier seconden worden uitgezonden. U hoort ze als u na het kiezen op of
Colour Start drukt. Ze houden tot ongeveer 60 seconden na het
kiezen aan. Tijdens deze 60 seconden begint de verzendende machine de aansluitbevestiging of verbinding met het ontvangende apparaat.
Telkens wanneer u automatisch een fax verzendt, worden er via de telefoonlijn faxtonen uitgezonden. U zult deze zachte piepjes snel genoeg horen als u de telefoon op uw faxlijn beantwoordt, zodat u weet wanneer er een fax binnenkomt.
Het ontvangende apparaat antwoordt met faxontvangsttonen: een luid tjirpend geluid. Een faxmachine die een fax ontvangt, laat dit tjirpende geluid ongeveer 40 seconden lang horen, waarna op het LCD-scherm de melding Ontvangst wordt weergegeven.
Als de machine in de stand Alleen fax staat, wordt elk telefoontje automatisch met de faxontvangsttonen beantwoord. Zelfs als de andere partij ophangt, blijft uw machine gedurende ongeveer 40 seconden faxontvangsttonen uitzenden en blijft de melding Ontvangst op het LCD-scherm staan. Druk op opnemen te onderbreken.
De aansluitbevestiging vindt plaats wanneer beide faxmachines tegelijkertijd het tjirpende geluid maken. Dit moet minstens 2 tot 4 seconden duren, zodat de machines kunnen bepalen op welke wijze de fax wordt verzonden en ontvangen. De aansluitbevestiging kan pas beginnen wanneer de oproep is beantwoord. De aansluitbevestigingstonen blijven slechts circa 60 seconden actief nadat het nummer is gekozen. Het is dus belangrijk dat de machine die de oproep ontvangt, deze oproep zo snel mogelijk beantwoordt.
Mono Start
Stop/Exit om het
Als er op uw faxlijn ook een extern antwoordapparaat is aangesloten, bepaalt dit apparaat na hoeveel keer overgaan een telefoontje wordt beantwoord.
INLEIDING 1 - 17

ECM-modus (foutencorrectie)

In deze modus controleert de machine de faxtransmissie om te zien of deze zonder storingen verloopt. Wanneer de machine tijdens de faxtransmissie fouten ontdekt, worden de pagina’s die een fout hebben gegeven, opnieuw verzonden. ECM-transmissies zijn uitsluitend mogelijk als beide faxmachines over een ECM-functie beschikken. In dat geval worden faxberichten tijdens het verzenden en ontvangen continu gecontroleerd door de machine.
Deze functie werkt alleen als de machine voldoende geheugen heeft.
1 - 18 INLEIDING
2

Aan de slag

Eerste instellingen

De datum en tijd instellen

Als de machine niet in gebruik is, wordt de datum en tijd weergegeven. Als u het stationsnummer instelt, wordt de datum en tijd die door uw machine wordt weergegeven op elke verzonden fax afgedrukt. Als de stroom uitvalt, moet u de datum en de tijd waarschijnlijk opnieuw instellen. Alle andere instellingen blijven bewaard.
1
Druk op Menu/Set, 0, 2.
2
Toets de twee cijfers van het jaartal in. Druk op
3
Toets de twee cijfers van de maand in. Druk op (Voer bijvoorbeeld 09 in voor september of 10 voor oktober.)
4
Toets de twee cijfers van de dag in. Druk op (Voer bijvoorbeeld 06 in voor de 6e.)
5
Toets de tijd in 24-uurformaat in. Druk op (Toets bijvoorbeeld 15:25 in voor 3:25 in de namiddag)
6
Druk op Stop/Exit. Op het LCD-scherm wordt de datum en de tijd weergegeven
wanneer de machine in de faxmodus staat.
Menu/Set.
Menu/Set.
Menu/Set.
Menu/Set.
AAN DE SLAG 2 - 1

Het stationsnummer instellen

U zou uw naam of de naam van uw bedrijf en het faxnummer moeten opslaan, zodat deze worden afgedrukt op alle faxpagina's die u verzendt.
Het is uiterst belangrijk dat u het faxnummer in internationaal standaardformaat invoert dus precies in de onderstaande volgorde:
Het ‘+’-teken (plus) (druk op de toets )
Uw landnummer (bijvoorbeeld 31 voor Nederland of 32 voor
België)
Uw netnummer zonder de eerste “0” (in Spanje is dit een “9”).
Een spatie
Uw abonneenummer, eventueel met spaties voor de
duidelijkheid.
Als uw faxmachine bijvoorbeeld in België is geïnstalleerd, dezelfde lijn wordt gebruikt voor zowel faxberichten als telefoongesprekken en uw nationale telefoonnummer 02 444 555 is, dan moet uw stationsidentificatie als volgt worden ingesteld: +32 2 444 555.
1
Druk op Menu/Set, 0, 3.
2
Voer uw faxnummer in (maximaal 20 cijfers). Druk op
Menu/Set.
U kunt geen koppelteken in het faxnummer invoeren. Om een spatie in te voegen, één keer drukken op tussen de nummers.
3
Toets met de kiestoetsen uw naam in (maximaal 20 letters). (Raadpleeg Tekst invoeren op pagina B-11.)
Druk op
4
Druk op Stop/Exit. Het LCD-scherm gaat automatisch weer naar de modus
Stand-by. Als het stationsnummer al was ingevoerd, wordt u gevraagd om
op drukken om af te sluiten zonder deze te wijzigen.
2 - 2 AAN DE SLAG
Menu/Set.
1 te drukken om deze identificatie te wijzigen of op 2 te

Het type telefoonlijn instellen

Als u de machine aansluit op een lijn met PBX of ISDN voor het versturen en ontvangen van faxen, moet u ook het type telefoonlijn wijzigen aan de hand van de volgende stappen.
1
Druk op Menu/Set, 0, 6.
2
Druk op of om PBX, ISDN (of Normaal) te selecteren. Druk op
3
Druk op Stop/Exit.
PBX en DOORVERBINDEN
De machine is in eerste instantie ingesteld om te worden aangesloten op een openbaar telefoonnetwerk (PSTN). De meeste kantoren gebruiken echter een centraal telefoonsysteem of een Private Branch Exchange (PBX). De machine kan op de meeste PBX-telefoonsystemen worden aangesloten. De oproepfunctie van de machine ondersteunt alleen TBR (Timed Break Recall). TBR werkt met de meeste PABX-systemen zodat u toegang krijgt tot een buitenlijn of gesprekken naar een andere lijn kunt doorverbinden. U activeert deze functie met de toets
U kunt een druk op de toets Tel/R programmeren als onderdeel van een nummer dat is opgeslagen als een snelkiesnummer. Hiertoe drukt u tijdens het (functiemenu telefoonnummer intoetst. U hoeft dan niet meer op drukken als een snelkiesnummer gebruik maakt van een buitenlijn. (Raadpleeg Nummers opslaan om snel te kiezen op pagina 5-1.)
Menu/Set.
Tel/R.
Menu/Set van een snelkiesnummer
2,3,1) eerst op Tel/R, waarna u het
Tel/R te
AAN DE SLAG 2 - 3

Algemene instellingen

De Mode Timer instellen

De machine heeft vier tijdelijke toetsen op het bedieningspaneel: PhotoCapture, Copy, Fax en Scan. U kunt het aantal minuten of seconden wijzigen waarna de machine na de laatste kopie, scan of PhotoCapture-bewerking terugkeert naar de faxmodus. Wanneer u Uit selecteert, blijft de machine in de laatst gebruikte modus.
1
Druk op Menu/Set, 1, 1.
2
Druk op of om 0 Sec., 30 Sec., 1 Min, 2 Min., 5 Min. of Uit te selecteren.
3
Druk op Menu/Set.
4
Druk op Stop/Exit.

Het type papier instellen

Voor de beste afdrukkwaliteit moet u de machine op de papiersoort die u gebruikt instellen.
1
Druk op Menu/Set, 1, 2.
2
Druk op of op Normaal, Inkjet, Glossy of Transparanten te selecteren.
Druk op
3
Druk op Stop/Exit. Het papier wordt met de bedrukte zijde naar boven op de
uitvoerlade aan de voorkant van de machine uitgeworpen. Als u transparanten of glanzend papier gebruikt, moet u elk vel onmiddellijk uit de uitvoerlade verwijderen om te voorkomen dat de vellen vlekken of dat het papier vast komt te zitten.
2 - 4 AAN DE SLAG
Menu/Set.

Het papierformaat instellen

U kunt vijf papierformaten voor het afdrukken van uw kopieën gebruiken: Letter, Legal, A4, A5 en 10 x 15 cm en drie formaten voor het afdrukken van faxen: letter, legal en A4. Wanneer u het papierformaat verandert in de machine, moet u ook de instelling voor het Papierformaat veranderen, zodat uw machine een binnenkomende fax op het blad kan instellen.
1
Druk op Menu/Set, 1, 3.
2
Druk op of om Letter, Legal, A4, A5 of 10x15cm te selecteren.
Druk op
3
Druk op Stop/Exit.
Menu/Set.

Het belvolume instellen

U kunt het volume Uit zetten of selecteren hoe luid het belvolume van de machine moet zijn.
1
Druk op Menu/Set, 1, 4, 1.
2
Druk op of op Laag, Half, Hoog of Uit te selecteren. Druk op
3
Druk op Stop/Exit. —OF— U kunt het belvolume afstellen wanneer de machine inactief is (niet
wordt gebruikt). In de faxmodus drukt u op of om het volume in te stellen. Telkens wanneer u op deze toetsen drukt, gaat het apparaat even over, zodat u hoort hoe luid het belvolume met de huidige instelling is. Op het LCD-scherm wordt de door u geselecteerde instelling getoond. Telkens wanneer u op een van deze toetsen drukt, wordt het belvolume verder ingesteld. De nieuwe instelling blijft van kracht totdat u deze wijzigt.
Menu/Set.
AAN DE SLAG 2 - 5

Het volume van de waarschuwingstoon instellen

U kunt het volume van de waarschuwingstoon wijzigen. De standaardinstelling (fabrieksinstelling) is Laag. Wanneer de waarschuwingstoon aanstaat zal de machine een geluidssignaal geven wanneer u een toets indrukt, een vergissing maakt of een fax verzendt of ontvangt.
1
Druk op Menu/Set, 1, 4, 2.
2
Druk op of om te optie te selecteren. (Laag, Half, Hoog of Uit)
Druk op
3
Druk op Stop/Exit.
Menu/Set.

Het volume van de luidspreker instellen

U kunt het volume van de eenwegluidspreker van de machine instellen.
1
Druk op Menu/Set, 1, 4, 3.
2
Druk op of op Laag, Half, Hoog of Uit te selecteren. Druk op
3
Druk op Stop/Exit.
Menu/Set.
2 - 6 AAN DE SLAG

Zomertijd inschakelen

U kunt de machine zo instellen dat de zomertijd automatisch wordt ingeschakeld. De machine zal automatisch in de lente een uur naar voren worden gezet en een uur terug in de herfst. Zorg daarbij wel dat de juiste datum en tijd in de instelling Datum/Tijd is ingesteld.
1
Druk op Menu/Set, 1, 5.
2
Druk op of om Aan (of Uit) te selecteren.
Druk op
3
Druk op Stop/Exit.
Menu/Set.

Het contrast van het LCD-scherm instellen

U kunt het contrast van het LCD-scherm afstellen, zodat de weergave duidelijker wordt. Als u het LCD-scherm niet goed kunt lezen vanaf de plaats waar u zich bevindt, kunt u de contrastinstellingen wijzigen voor een betere weergave.
1
Druk op Menu/Set, 1, 7.
2
Druk op
Druk op
3
Druk op Stop/Exit.
of
om Licht of Donker te selecteren.
Menu/Set.
AAN DE SLAG 2 - 7
3

Het verzenden instellen

De faxstand inschakelen

Voordat u faxen gaat verzenden, moet u nagaan of (Fax)
groen is. Wanneer dit niet zo is, drukt u op ( faxmodus te kiezen. De standaardinstelling is Fax.
Fax) om de

Nummers kiezen

U kunt op alle volgende manieren nummers kiezen.

Handmatig verzenden

Toets alle nummers van het telefoon- of faxnummer in.
3 - 1 HET VERZENDEN INSTELLEN

Snelkiezen

Druk op Search/Speed Dial, # en toets vervolgens de twee cijfers van het snelkiesnummer in. (Raadpleeg Snelkiesnummers opslaan op pagina 5-1.)
tweecijferig nummer
Wanneer het LCD-scherm Niet opgeslagen weergeeft
wanneer u het snelkiesnummer invoert, is er geen
telefoonnummer opgeslagen onder dit nummer.

Zoeken

U kunt zoeken naar de namen die in het geheugen voor snelkiesnummers zijn opgeslagen. Druk op de navigatietoetsen om te zoeken. (Raadpleeg Snelkiesnummers opslaan op pagina 5-1.)
Search/Speed Dial en
Op nummer zoeken
of
Alfabetisch zoeken*
Wanneer u alfabetisch wilt zoeken, kunt u het numerieke toetsenbord
*
gebruiken om de eerste letter van de naam die u zoekt in te voeren.

Faxnummer opnieuw kiezen

Als u handmatig een fax verzendt en het nummer in gesprek is, kunt
Redial/Pause drukken en vervolgens op Mono Start of
u op
Colour Start om het nummer nogmaals te kiezen. Als u het laatst
gekozen nummer opnieuw wilt bellen, kunt u tijd besparen door op
Redial/Pause en Mono Start of Colour Start te drukken. Redial/Pause werkt alleen wanneer u vanaf het bedieningspaneel
kiest. Als u een fax automatisch wilt verzenden en het nummer in gesprek is, zal de machine het nummer drie keer met intervallen van vijf minuten automatisch opnieuw proberen.
HET VERZENDEN INSTELLEN 3 - 2

Faxen versturen

Een fax in kleur verzenden

De machine kan een fax in kleur verzenden naar machines die deze functie ondersteunen.
Faxen in kleur kunnen echter niet in het geheugen worden opgeslagen. Als u een kleurenfax verzendt, verstuurt de machine de fax direct (zelfs wanneer Direct verzend is ingesteld op Uit).
(MFC-425CN) De functies Uitgestelde fax en Verzend Pollen zijn niet
beschikbaar in kleur.

Faxen verzenden vanaf de ADF (alleen MFC-425CN)

Plaats het document met de bedrukte zijde naar beneden in de ADF.
1
Wanneer het lampje niet groen oplicht, drukt u op (Fax).
2
Uw document laden.
3
Kies het faxnummer.
4
Druk op Mono Start of Colour Start. De machine begint het document te scannen.
Druk op Stop/Exit om te annuleren.
Als het geheugen vol is en u slechts één pagina verzendt,
wordt deze direct verzonden.
3 - 3 HET VERZENDEN INSTELLEN

Faxen via de glasplaat

U kunt de glasplaat gebruiken om pagina’s van een boek te faxen, of om een document pagina voor pagina te faxen. U kunt documenten van max. A4-formaat gebruiken.
1
Wanneer het lampje niet groen oplicht, drukt u op (Fax).
2
Leg uw document op de glasplaat.
3
Kies het faxnummer.
Druk op
Als u drukt op
Als u drukt op
4
Als u slechts één pagina wilt
verzenden, drukt u op
nogmaals op
De machine begint het document te verzenden.
OF
Wanneer u meer dan één pagina wilt verzenden, druk dan op
en ga naar Stap 5.
5
Leg de volgende pagina op de
glasplaat.
Druk op
De machine begint te scannen. (Herhaal Stappen 4 en 5 voor
elke extra pagina.)
Mono Start of Colour Start.
Mono Start, begint de machine de eerste
pagina te scannen.
Colour Start, begint de machine met
verzenden.
2 (of
Mono Start).
Menu/Set.
Volgende pagina?
1.Ja 2.Nee(kies)
1
Volgende pagina Druk op Set
Druk op Stop/Exit om te annuleren.
Als het geheugen vol is en u slechts één pagina verzendt,
wordt deze direct verzonden.
Bij kleurenfaxen kunt u niet meer dan één pagina per keer
verzenden.
HET VERZENDEN INSTELLEN 3 - 4

Automatisch verzenden

Dit is de eenvoudigste methode om een fax te verzenden.
1
Wanneer het lampje niet groen oplicht, drukt u op (Fax).
2
Uw document laden.
3
Kies het faxnummer dat u wilt bereiken. (Raadpleeg Nummers kiezen op pagina 3-1.)
4
Druk op Mono Start of Colour Start. Ga voor MFC-215C naar stap 4 op pagina 3-4.

Handmatig verzenden

Als u documenten handmatig gaat verzenden, hoort u de kiestoon, de beltonen en de faxontvangsttonen tijdens het faxen.
1
Wanneer het lampje niet groen brandt, drukt u op (Fax).
2
Het document laden.
3
Neem de hoorn van het externe toestel van de haak en wacht totdat u de kiestoon hoort.
4
Kies het faxnummer.
5
Druk op Mono Start of Colour Start als u de faxtoon hoort.
6
Als u de glasplaat gebruikt, gaat u naar stap
7
Leg de hoorn van het externe toestel weer op het toestel.
1 om de fax te verzenden.
1.Zend 2.Ontvang
Het is niet mogelijk om vanaf de glasplaat meerdere pagina's te verzenden.
3 - 5 HET VERZENDEN INSTELLEN

Basishandelingen bij het verzenden

Faxen met meer instellingen verzenden

Wanneer u een fax gaat verzenden, kunt u een combinatie van de volgende instellingen kiezen: contrast, resolutie, internationale modus, timer voor uitgestelde faxen (alleen MFC-425CN), pollen (alleen MFC-425CN) of directe verzendingen.
1
Wanneer het lampje niet groen brandt, drukt u op (Fax).
Telkens nadat een instelling is geaccepteerd, wordt u gevraagd
of u verder nog instellingen wenst te maken:
2
Druk op 1 om verdere instellingen te
selecteren. Op het LCD-scherm
wordt weer het Verzendmenu
weergegeven.
OF
Druk op
stap.
2 als u klaar bent met instellen en ga naar de volgende

Contrast

Als uw document erg licht of erg donker is, wilt u het contrast wellicht aanpassen. Voor de meeste documenten kunt u de standaardinstelling ’Auto’ gebruiken. Hiermee wordt automatisch het juiste contrast voor uw document gekozen.
Gebruik Licht voor het verzenden van een licht document. Gebruik Donker voor het verzenden van een donker document.
Volgende
1.Ja 2.Nee
1
Wanneer het lampje niet groen brandt, drukt u op (Fax).
2
Het document laden.
3
Druk op Menu/Set, 2, 2, 1.
4
Druk op of om Auto, Licht of Donker te selecteren.
Druk op
Menu/Set.
HET VERZENDEN INSTELLEN 3 - 6

Faxresolutie

U kunt de toets Fax Resolution gebruiken om de instelling tijdelijk te veranderen (uitsluitend voor deze fax). Druk in de faxstand (
Fax) op Fax Resolution en of om de door u gewenste
instelling te selecteren, en vervolgens drukken op —OF— U kunt de standaardinstelling wijzigen:
1
Wanneer het lampje niet groen brandt, drukt u op (Fax).
2
Het document laden.
3
Druk op Menu/Set, 2, 2, 2.
4
Druk op of om de gewenste resolutie te selecteren. Druk op
U kunt de resolutie voor zwart-wit op vier niveaus instellen en voor kleuren op twee niveaus.
Menu/Set.
Zwart-wit
Standaard Geschikt voor de meeste getypte documenten. Fijn Geschikt voor documenten met een klein
lettertype. De transmissiesnelheid is iets lager dan bij de standaardresolutie.
Superfijn Geschikt voor kleine lettertjes of artwork. De
transmissiesnelheid is lager dan bij de fijne resolutie.
Menu/Set.
Foto Gebruik deze instelling wanneer het document
verschillende grijstinten heeft of een foto is. Deze instelling heeft de laagste transmissiesnelheid.
Kleur
Standaard Geschikt voor de meeste getypte documenten. Fijn Gebruik deze instelling wanneer het document een
foto is. De transmissiesnelheid is lager dan bij de standaardresolutie.
Als u Superfijn of Foto selecteert voor kleurenfaxen, springt de instelling automatisch terug op Fijn.
3 - 7 HET VERZENDEN INSTELLEN

Tweevoudige werking (Alleen zwart-wit)

U kunt een nummer kiezen en de fax in het geheugen scannen, zelfs wanneer de machine een fax uit het geheugen verstuurt of faxen ontvangt. Het LCD-venster toont het nieuwe taaknummer en het beschikbare geheugen.
De machine maakt meestal gebruik van de tweevoudige
werking. Als u echter een kleurenfax verzendt, zal de machine
het document Direct verzenden (zelfs wanneer Direct
verzend op Uit staat).
Hoeveel pagina’s u in het geheugen kunt inlezen, is afhankelijk
van de gegevens die erop zijn afgedrukt.
Als u tijdens het scannen van de eerste pagina van een fax de
melding Geheugen vol ziet, moet u op
de scan te stoppen. Als de melding Geheugen vol wordt
weergegeven tijdens het scannen van een volgende pagina,
kunt u ofwel op
te zenden, of op
annuleren.
Mono Start drukken om de gescande pagina's
Stop/Exit drukken om de handeling te
Stop/Exit drukken om
HET VERZENDEN INSTELLEN 3 - 8

Direct verzenden

Als u een fax gaat verzenden, zal de machine de documenten eerst in het geheugen scannen alvorens deze te verzenden. Vervolgens, zodra de telefoonlijn vrij is, begint de machine met kiezen en verzenden.
Als het geheugen vol is, zal de machine het document direct verzenden (zelfs als Direct Verzend is ingesteld op Uit).
Soms wilt u een belangrijk document onmiddellijk verzenden, zonder te wachten totdat het vanuit het geheugen wordt verzonden. U kunt Direct Verzend op Aan zetten voor alle documenten of uitsluitend voor de volgende fax.
Direct verzenden van alle faxen
1
Wanneer het lampje niet groen oplicht, drukt u op (Fax).
2
Druk voor MFC-215C op Menu/Set, 2, 2, 3. Druk voor MFC-425CN op
3
Druk op of om Aan (of Uit) te selecteren. Druk op
Menu/Set.
Alleen de volgende fax direct verzenden
1
Wanneer het lampje niet groen oplicht, drukt u op (Fax).
2
Druk voor MFC-215C op Menu/Set, 2, 2, 3. Druk voor MFC-425CN op
3
Druk op of om Alleen deze fax te selecteren. Druk op
4
Druk op of om Aan (of Uit) te selecteren. Druk op
Menu/Set.
Menu/Set.
Menu/Set, 2, 2, 5.
Menu/Set, 2, 2, 5.
Bij direct verzenden werkt de functie voor opnieuw kiezen
niet wanneer u de glasplaat gebruikt.
Als u een kleurenfax verzendt, wordt deze direct verzonden
(zelfs wanneer Direct Verzend is ingesteld op Uit).
3 - 9 HET VERZENDEN INSTELLEN

De status van taken controleren

U kunt controleren welke taken er nog in het geheugen op verzending wachten. (Als er geen taken op verzending wachten, wordt de melding Geen opdrachten weergegeven.)
1
Druk voor MFC-215C op Menu/Set, 2, 5.
Druk voor MFC-425CN op
2
Als er meer dan een taak in de wachtrij staat, drukt u op of
om door de lijst te bladeren.
3
Druk op Stop/Exit.
Menu/Set, 2, 6.

Een fax annuleren

Als u een fax wilt annuleren terwijl de machine aan het scannen, kiezen of versturen is, drukt u op
Stop/Exit.

Een taak in de wachtrij annuleren

U kunt een faxtaak die in het geheugen is opgeslagen en op verzending wacht annuleren.
1
Druk voor MFC-215C op Menu/Set, 2, 5.
Druk voor MFC-425CN op
Op het LCD-scherm verschijnen alle taken die in de wachtrij
staan.
2
Als er meer dan een taak in de wachtrij staat, drukt u op of
om de taak die u wilt annuleren te selecteren.
Druk op
OF
Als er slechts één taak in de wachtrij staat, gaat u door naar
stap 3.
3
Druk op 1 om de taak te annuleren.
Herhaal stap 2 als u nog een taak wilt annuleren.
OF
Druk op
4
Druk op Stop/Exit.
Menu/Set.
2 om af te sluiten zonder te annuleren.
Menu/Set, 2, 6.
HET VERZENDEN INSTELLEN 3 - 10

Geavanceerde verzendopties

Groepsverzenden (Alleen zwart-wit)

Een groepsverzending is het automatisch verzenden van één faxbericht naar verscheidene faxnummers. U kunt een fax naar Groepen, Snelkiesnummer en maximaal 50 met de hand gekozen nummers tegelijkertijd sturen
Druk tussen de cijfers op
Dial kunnen de gewenste nummers gemakkelijk worden gekozen.
(Als u groepsnummers wilt instellen, raadpleeg Nummergroepen voor het groepsverzenden instellen op pagina 5-3.)
Als de groepsverzending is voltooid, wordt er automatisch een groepsverzendingsrapport afgedrukt om u de resultaten te laten weten.
1
Wanneer het lampje niet groen is, drukt u op (Fax).
2
Het document laden.
3
Voer het gewenste nummer in. U kunt een snelkiesnummer of een groepsnummer gebruiken, of u kunt het nummer zoeken of met de hand invoeren.
(Bijvoorbeeld: groepsnummer)
4
Wanneer het LCD-scherm het faxnummer of de naam van de andere partij weergeeft, drukt u op
U wordt gevraagd het volgende nummer in te toetsen.
5
Toets het volgende nummer in. (Bijvoorbeeld: snelkiesnummer)
6
Wanneer het LCD-scherm het faxnummer of de naam van de andere partij weergeeft, drukt u op
7
Nadat u alle faxnummers heeft ingevoerd, gaat u naar Stap 8 om de groepsverzending te starten.
8
Druk op Mono Start.
Menu/Set. Met de toets Search/Speed
Menu/Set.
Menu/Set.
3 - 11 HET VERZENDEN INSTELLEN
Als u geen locaties voor groepsnummers, toegangscodes
en creditcardnummers gebruikt, kunt u naar maximaal 70 (MFC-215C) of 130 (MFC-425CN) verschillende nummers faxen.
Hoeveel geheugen er beschikbaar is, hangt echter af van de
opdrachten die in het geheugen zijn opgeslagen en van het aantal nummers waarnaar u de fax stuurt. Als u de fax naar het maximale aantal nummers probeert te sturen, kunt u de tweevoudige werking en uitgesteld verzenden (alleen MFC-425CN) niet gebruiken.
Voer de lange kiesnummers in op dezelfde manier als u dat
normaal zou doen, maar denk eraan dat elke snelkiestoets telt als één locatie. Het aantal locaties dat u kunt opslaan is dus beperkt.
Als het geheugen vol is, kunt u op
opdracht af te breken of op verzenden dat reeds in het geheugen is gescand.
Mono Start om het gedeelte te
Stop/Exit drukken om de
Een faxverzending stoppen
1
Druk voor MFC-215C op Menu/Set, 2, 5.
Druk voor MFC-425CN op
Op het LCD-scherm wordt het gekozen faxnummer
weergegeven.
2
Druk op Menu/Set.
Op het LCD-scherm wordt het
volgende weergegeven:
3
Druk 1 om te wissen.
Op het LCD-scherm wordt vervolgens het taaknummer van de
fax weergegeven en 1.Wis 2.Stop.
4
Druk op 1 om het verzenden te annuleren.
5
Druk op Stop/Exit.
Menu/Set, 2, 6.
XXXXXXXX
1.Wis 2.Stop
HET VERZENDEN INSTELLEN 3 - 12

Internationale modus

Als u problemen hebt met het internationaal verzenden, bijvoorbeeld vanwege ruis op de lijn, is het raadzaam om de internationale stand te activeren. Nadat u een fax in deze modus hebt verzonden, wordt deze functie vanzelf weer uitgeschakeld.
1
Wanneer het lampje niet groen oplicht, drukt u op (Fax).
2
Het document laden.
3
Druk voor MFC-215C op Menu/Set, 2, 2, 4. Druk voor MFC-425CN op
4
Druk op of om Aan (of Uit) te selecteren. Druk op
Menu/Set.
Menu/Set, 2, 2, 7.

Uitgesteld zenden (Alleen zwart-wit) (alleen MFC-425CN)

U kunt 50 faxberichten maximaal 24 uur in het geheugen opslaan om ze later te verzenden. Deze faxen worden verzonden op het tijdstip dat u in stap 4 specificeert.
1
Wanneer het lampje niet groen is, drukt u op (Fax).
2
Het document laden.
3
Druk op Menu/Set, 2, 2, 3.
4
Druk op Menu/Set om de weergegeven tijd te accepteren.
OF— Voer in 24-uurformaat in om hoe laat de fax moet worden
verzonden. Druk op (Voor kwart voor acht 's avonds voert u bijvoorbeeld 19:45 in.)
Menu/Set.
Verzendmenu
3.Tijdklok
Hoeveel pagina’s u in het geheugen kunt inlezen, is afhankelijk van de gegevens die op elke pagina zijn afgedrukt.
3 - 13 HET VERZENDEN INSTELLEN

Delayed Batch Transmission (Alleen zwart-wit) (alleen MFC-425CN)

Alvorens uitgestelde faxen te verzenden, zal de machine alle faxen in het geheugen eerst sorteren op bestemming waarnaar en tijdstip waarop ze verzonden moeten worden. Als u Verzamelen activeert (AAN), worden alle faxen die op hetzelfde tijdstip naar dezelfde bestemming verzonden moeten worden, als een enkele transmissie verzonden. Zo wint u transmissietijd.
1
Wanneer het lampje niet groen is, drukt u op (Fax).
2
Druk op Menu/Set, 2, 2, 4.
3
Druk op of om Aan (of Uit) te
selecteren.
Druk op
4
Druk op Stop/Exit.
Menu/Set.
Verzendmenu
4.Verzamelen

Verzend Pollen instellen (standaard) (Alleen zwart-wit) (alleen MFC-425CN)

Verzend Pollen betekent dat de machine met een document in de invoer wacht totdat ze door een ander faxapparaat wordt gebeld om dit document op te vragen.
1
Wanneer het lampje niet groen is, drukt u op (Fax).
2
Het document laden.
3
Druk op Menu/Set, 2, 2, 6.
4
Druk op of om Stand. te selecteren.
Druk op
Menu/Set.
HET VERZENDEN INSTELLEN 3 - 14

Verzend Pollen instellen met beveiligingscode (Alleen zwart-wit) (alleen MFC-425CN)

Wanneer u Verzend Pollen:Beveilig kiest, moet iedereen die de machine wenst te pollen, de beveiligingscode invoeren.
1
Wanneer het lampje niet groen is, drukt u op (Fax).
2
Het document laden.
3
Druk op Menu/Set, 2, 2, 6.
4
Druk op of om Beveilig te selecteren. Druk op
5
Toets een viercijferige code in. Druk op
Het document wordt opgeslagen en kan vanaf een andere faxmachine worden opgevraagd totdat u de fax in het geheugen wist met behulp van de functie voor het annuleren van een taak. (Raadpleeg Een taak in de wachtrij annuleren op pagina 3-10.)
U kunt Beveiligd Pollen uitsluitend met een andere Brother-faxmachine gebruiken.
Menu/Set.
Menu/Set.
3 - 15 HET VERZENDEN INSTELLEN

Verzendslot

Met verzendslot voorkomt u dat onbevoegden toegang krijgen tot de machine.
Wanneer het Verzendslot Aan is, zijn de volgende opties beschikbaar:
Faxen ontvangen
Fax doorzenden (Als Fax doorzenden al ingeschakeld was)
(alleen MFC-425CN)
Remote Retrieval (Als Fax opslaan al ingeschakeld was)
(alleen MFC-425CN)
Wanneer het Verzendslot Aan is, zijn de volgende opties NIET beschikbaar:
Faxen verzenden
Kopiëren
Afdrukken vanaf de PC
Scannen
PhotoCapture
(alleen MFC-425CN)
U kunt geen uitgestelde faxen of pollingtaken plannen. Eerder
geplande uitgestelde faxen worden echter wel verzonden
wanneer u Verzendslot aanzet. De documenten gaan dus niet
verloren.
Als u Fax doorzenden of Fax opslaan hebt geselecteerd
(
Menu/Set, 2, 5) voordat u Verzendslot Aanzet, dan blijven
Fax doorzenden en Remote Retrieval werken.
HET VERZENDEN INSTELLEN 3 - 16
Wachtwoord instellen
Als u het wachtwoord bent vergeten waarmee u het verzenden hebt geblokkeerd, moet u contact opnemen met uw Brother-leverancier of met Brother.
1
Druk op Menu/Set, 2, 0, 1.
2
Toets een wachtwoord van vier cijfers in. Druk op
3
Als het LCD-scherm Nogmaals: toont, voert u het wachtwoord opnieuw in.
Druk op
Het wachtwoord voor het verzendslot wijzigen
1
Druk op Menu/Set, 2, 0, 1.
2
Druk op of om Wachtwoord te selecteren. Druk op
3
Toets een viercijferig getal als wachtwoord in. Druk op
4
Voor een viercijferig getal als een nieuw wachtwoord in. Druk op
5
Als het LCD-scherm Nogmaals: toont, voert u het wachtwoord opnieuw in.
Druk op
Menu/Set.
Menu/Set.
Menu/Set.
Menu/Set.
Menu/Set.
Menu/Set.
Verzendslot inschakelen
1
Druk op Menu/Set, 2, 0, 1.
2
Druk op of om Stel TX-slot in te selecteren. Druk op
3
Voer het wachtwoord van 4 cijfers in. Druk op De machine gaat offline en op het LCD-scherm verschijnt
TX slot mode.
3 - 17 HET VERZENDEN INSTELLEN
Menu/Set.
Menu/Set.
Verzendslot uitschakelen
1
Druk op Menu/Set.
2
Voer het wachtwoord van 4 cijfers in.
Druk op
Verzendslot wordt automatisch uitgeschakeld.
Wanneer u een verkeerd wachtwoord invoert, geeft het
LCD-scherm Fout wachtwoord weer en blijft de machine
offline. De machine blijft in de stand Verzendslot tot het correcte
wachtwoord is ingevoerd.
Menu/Set.

Documenten in formaat Letter verzenden via de glasplaat

Als u documenten van het formaat Letter gebruikt, moet u de Afmeting scan instellen op Letter. Als u dit niet doet, zullen de zijkanten van de faxen wegvallen.
1
Druk op Menu/Set, 2, 2, 0.
2
Druk op of om Letter (of A4) te selecteren.
Druk op
3
Druk op Stop/Exit.
Menu/Set.
HET VERZENDEN INSTELLEN 3 - 18
4

De ontvangststand instellen

Basishandelingen bij het ontvangen

De ontvangststand kiezen

Er zijn vier verschillende ontvangststanden voor deze machine. Kies de stand die het beste aan uw eisen voldoet.
LCD-scherm Hoe werkt het Wanneer gebruikt u het
Alleen fax
(automatisch ontvangen)
Fax/Telefoon
(fax en telefoon)
(met een extern of tweede toestel voor modellen zonder handset)
Telefoon/Beantw.
(met alleen een extern antwoordapparaat)
Handmatig
(handmatig ontvangen)
(met een extern of tweede toestel voor modellen zonder handset of met BT Call Sign)
De machine beantwoord t elk telefoontje automatisch alsof het een faxbericht betreft.
De machine beheert de lijn en beantwoordt automatisch elke oproep. Is de opro ep een fax, dan wordt die ontvangen. Is de oproep geen fax, dan krijgt u het dubbele belsignaal van de F/T-stand, dat verschilt van het gewone belsignaal.
Het externe antwoordapparaat beantwoordt alle telefoontjes automatisch. Ingesproken berichten worden op het antwoordapparaat opgeslagen. Faxberichten worden afgedrukt.
U beheert de telefoonlijn en moet elk telefoontje zelf beantwoorden.
Voor aparte faxlijnen.
Gebruik deze stand als u talrijke faxen verwacht en slechts weinig telefoontjes. U kunt geen antwoordapparaat op dezelfde lijn aansluiten, zelfs niet als dit op een ander wandcontact/telefoonstekker wordt aangesloten. In deze stand kunt u de voicemail van uw telecombedrijf niet gebruiken.
Gebruik deze stand als u een antwoordapparaat op uw machine hebt aangesloten. De instelling Externe telefoon/Beantw. werkt alleen met een extern antwoordapparaat. Belvertraging werkt in deze instelling niet.
Gebruik deze stand als u niet veel faxberichten ontvangt, als u BT Call Sign gebruikt of als u een computer op dezelfde lijn gebruikt.
Als u beantwoordt en faxtonen hoort, moet u wachten tot de mac hine het telefoontje automatisch overneemt, en daarna ophangen. (Raadpleeg Fax waarnemen op pagina 4-4.)
4 - 1 DE ONTVANGSTSTAND INSTELLEN
De ontvangststand selecteren of wijzigen
1
Wanneer het lampje niet groen is, drukt u op (Fax).
2
Druk op Menu/Set, 0, 1.
3
Druk op of op Alleen fax, Fax/Telefoon,
Telefoon/Beantw. of Handmatig te selecteren.
Druk op
4
Druk op Stop/Exit.
Menu/Set.
Huidige ontvangststand
Fax : Alleen fax F/T : Fax/Tel Ant : Extern ANTW.APP. Hnd : Handmatig

De belvertraging instellen

De functie Belvertraging bepaalt hoe vaak de machine overgaat voordat de oproep wordt beantwoord in de stand Alleen fax of Fax/Telefoon. Wanneer u een tweede toestel hebt aangesloten op dezelfde lijn als de machine of bent geabonneerd op de service Aparte Beltoon van het telefoonbedrijf, stelt u de belvertraging in op
4. (Raadpleeg Werken met een tweede toestel op pagina A-1 en Fax
waarnemen op pagina 4-4.)
1
Wanneer het lampje niet groen is, drukt u op (Fax).
2
Druk op Menu/Set, 2, 1, 1.
3
Druk op of om te selecteren hoe vaak de telefoon moet
overgaan voordat de machine opneemt (02-10).
Druk op
4
Druk op Stop/Exit.
Menu/Set.
DE ONTVANGSTSTAND INSTELLEN 4 - 2

De F/T-beltijd instellen (alleen in de stand Fax/Tel)

Als u de ontvangststand instelt op Fax/Tel, moet u specificeren hoe lang de machine met een dubbele bel moet overgaan om u te laten weten dat iemand u probeert te bellen. (Als het een inkomend faxbericht is, zal de machine de fax afdrukken.)
Dit dubbele belsignaal hoort u na het eerste signaal van het telefoonbedrijf. Alleen de machine gaat over, de andere toestellen op deze lijn geven dit dubbele belsignaal niet. U kunt het gesprek echter aannemen op een toestel dat is aangesloten op dezelfde lijn als de machine. (Raadpleeg Uitsluitend voor de stand Fax/Tel op pagina A-1.)
1
Wanneer het lampje niet groen is, drukt u op (Fax).
2
Druk op Menu/Set, 2, 1, 2.
3
Druk op of om te selecteren hoe lang (20, 30, 40 of 70 seconden) de machine moet overgaan om u op een normaal telefoongesprek te attenderen.
Druk op
4
Druk op Stop/Exit. Zelfs als de beller tijdens het dubbele belsignaal ophangt, zal dit
signaal het aantal seconden dat u hebt geselecteerd aanhouden.
Menu/Set.
4 - 3 DE ONTVANGSTSTAND INSTELLEN

Fax waarnemen

Als u deze functie gebruikt, hoeft u niet op Mono Start,
Colour Start te drukken of de faxontvangstcode 51 in te voeren
als u een faxbericht ontvangt. Als u Aan selecteert, kan de machine faxberichten automatisch ontvangen, zelfs als u de hoorn van een tweede of extern toestel hebt opgenomen. Zodra u Ontvangst op het LCD-scherm ziet of als u scherpe piepjes door de handset van een tweede telefoontoestel dat op een ander contact is aangesloten hoort, kunt u de handset terugplaatsen en uw machine doet de rest.
Als deze functie is ingesteld op Aan, maar de machine
neemt de faxoproep niet over als u de hoorn van een ander toestel opneemt, moet u de faxontvangstcode intoetsen.
Als u faxen verzendt vanaf een computer die op dezelfde
telefoonlijn is aangesloten en de machine onderschept de faxen, dan moet u Fax waarnemen op Uit instellen.
Als u Uit selecteert, moet u de machine activeren door de
handset van een extern of tweede toestel op te nemen en daarna op — drukken OF— door op staat. (Raadpleeg Werken met een tweede toestel op pagina A-1.)
Mono Start of Colour Start op de machine
51 te drukken als u niet bij uw machine in de buurt
51
1
Wanneer het lampje niet groen is, drukt u op (Fax).
2
Druk op Menu/Set, 2, 1, 3.
3
Gebruik of om Aan (of Uit) te selecteren.
Druk op
4
Druk op Stop/Exit.
Menu/Set.
DE ONTVANGSTSTAND INSTELLEN 4 - 4

Een verkleinde afdruk van een inkomend document maken (Automatische verkleining)

Als u Aan kiest, verkleint de machine automatisch een binnenkomende fax zodat deze op een pagina van het formaat A4, Letter of Legal past. De machine berekent het verkleiningspercentage aan de hand van het papierformaat van het document en uw instelling voor papierformaat (
1
Wanneer het lampje niet groen is, drukt u op (Fax).
2
Druk op Menu/Set, 2, 1, 5.
3
Gebruik of om Aan (of Uit) te selecteren.
Druk op
4
Druk op Stop/Exit.
Zet deze instelling aan, als u faxen ontvangt die over twee
Zet deze instelling aan wanneer de linker- en rechtermarges
Menu/Set.
pagina’s zijn verdeeld. Als het document te lang is, kan het echter zijn dat de machine het op twee pagina’s print.
zijn afgesneden.
Menu/Set, 1, 3).
Ontvangstmenu
5.Autoreductie

Een fax uit het geheugen afdrukken (alleen MFC-425CN)

Als u Fax doorzenden of Fax opslaan hebt geselecteerd (Menu/Set,
2, 5, 1), kunt u nog altijd een fax uit het geheugen afdrukken als u
zich bij de machine bevindt. (Raadpleeg Fax opslaan instellen op pagina 6-2.)
1
Druk op Menu/Set, 2, 5, 3.
2
Druk op Mono Start.
4 - 5 DE ONTVANGSTSTAND INSTELLEN

Ontvangst in het geheugen (Alleen zwart-wit)

Zodra de papierlade leeg is tijdens het ontvangen van een fax, verschijnt op het scherm Papier nazien; plaats papier in de papierlade. (Raadpleeg Papier, enveloppen en briefkaarten laden op pagina 1-13.)
Als de Geh. ontvangst nu Aan is...
gaat de faxmachine gewoon door met het ontvangen van de fax en worden de overige pagina's in het geheugen opgeslagen (als er genoeg geheugen beschikbaar is). Faxen die daarna worden ontvangen, worden ook in het geheugen opgeslagen totdat het geheugen vol is, waarna verdere inkomende faxoproepen niet automatisch worden beantwoord. Om alle gegevens af te drukken doet u papier in de papierlade en drukt u op
Colour Start.
Als de Geh. ontvangst nu Uit is...
gaat de faxmachine gewoon door met het ontvangen van de fax en worden de overige pagina's in het geheugen opgeslagen (als er genoeg geheugen beschikbaar is). Verdere faxoproepen worden pas weer automatisch beantwoord nadat er nieuw papier in de papierlade is geplaatst. Om de laatst binnengekomen fax af te drukken, doet u papier in de papierlade en drukt u op of
Colour Start.
Mono Start of
Mono Start
1
Wanneer het lampje niet groen is, drukt u op (Fax).
2
Druk op Menu/Set, 2, 1, 6.
3
Gebruik of om Aan (of Uit) te selecteren.
Druk op
4
Druk op Stop/Exit.
Menu/Set.
DE ONTVANGSTSTAND INSTELLEN 4 - 6

Polling (alleen MFC-425CN)

Pollen is het opvragen van faxberichten van een andere faxmachine. U kunt uw machine gebruiken om andere machines te pollen of u kunt de andere partij vragen uw machine te pollen.
Alle partijen moeten hun faxmachines zo instellen dat er gepolld kan worden. De partij die uw machine belt om documenten op te vragen, betaalt voor het telefoontje. Als u de faxmachine van derden belt om daar documenten op te vragen, betaalt u het telefoontje.
Sommige faxapparaten reageren niet op de pollingfunctie.
Beveiligd Pollen
Met Beveiligd Pollen kunt u voorkomen dat uw documenten in verkeerde handen terechtkomen wanneer de machine in de polling-wachtstand staat. U kunt Beveiligd Pollen uitsluitend met een andere Brother-faxmachine gebruiken. Op de machine die uw documenten opvraagt, moet uw beveiligingscode worden ingevoerd.
Ontvang Pollen instellen (standaard)
Ontvang Pollen betekent dat u een andere faxmachine belt om daar documenten op te vragen.
1
Wanneer het lampje niet groen is, drukt u op (Fax).
2
Druk op Menu/Set, 2, 1, 7.
3
Druk op of om Stand. te selecteren. Druk op
4
Toets het te pollen faxnummer in. Druk op
Menu/Set.
Mono Start of Colour Start.
4 - 7 DE ONTVANGSTSTAND INSTELLEN
Ontvang Pollen met beveiligingscode instellen
Het is belangrijk dat u dezelfde beveiligingscode gebruikt als de andere partij.
1
Wanneer het lampje niet groen is, drukt u op (Fax).
2
Druk op Menu/Set, 2, 1, 7.
3
Druk op of om Beveilig te selecteren.
Druk op
4
Toets een viercijferige beveiligingscode in.
Dit nummer moet hetzelfde zijn als de beveiligingscode van de
faxmachine die u gaat pollen.
5
Druk op Menu/Set.
6
Toets het te pollen faxnummer in.
7
Druk op Mono Start of Colour Start.
Uitgesteld Ontvangen Pollen instellen
U kunt de machine zo instellen, dat zij op een later tijdstip gaat pollen.
1
Wanneer het lampje niet groen is, drukt u op (Fax).
2
Druk op Menu/Set, 2, 1, 7.
3
Druk op of om Tijdklok te selecteren.
Druk op
4
Voer in 24-uurformaat in om hoe laat u het pollen wilt starten.
(Voor kwart voor tien 's avonds voert u bijvoorbeeld 21:45 in.)
5
Druk op Menu/Set.
6
Toets het te pollen faxnummer in.
Druk op
De machine begint op het door u gespecificeerde tijdstip met het
pollen.
Menu/Set.
Menu/Set.
Mono Start of Colour Start.
U kunt slechts één uitgestelde pollingtaak instellen.
DE ONTVANGSTSTAND INSTELLEN 4 - 8
Opeenvolgend Pollen
De machine kan in één bewerking documenten van diverse andere faxmachines opvragen. In stap 5 kunt u meerdere bestemmingen invoeren. Daarna wordt er een verslag afgedrukt.
1
Wanneer het lampje niet groen is, drukt u op (Fax).
2
Druk op Menu/Set, 2, 1, 7.
3
Druk op of om Stand., Beveilig of Tijdklok te selecteren.
Druk op LCD-scherm wordt weergegeven.
4
Als u Stand. hebt geselecteerd, gaat u naar stap 5.
Als u Beveilig hebt geselecteerd, voert u een viercijferig
Als u Tijdklok hebt geselecteerd, voert u in 24-uurformaat
Menu/Set wanneer de gewenste instelling op het
nummer in en drukt u op naar stap 5.
in hoe laat met pollen moet worden begonnen, waarna u op
Menu/Set, waarna u doorgaat
Menu/Set drukt en doorgaat naar stap 5.
5
Specificeer het faxapparaat waarnaar u een verzoek tot faxen wilt versturen met behulp van de snelkiestoetsen, Zoeken, een Groep (raadpleeg Nummergroepen voor het groepsverzenden instellen op pagina 5-3) of de toetsen. Druk tussen elke locatie op
Menu/Set.
6
Druk op Mono Start of Colour Start. Elk nummer of elk groepsnummer wordt op volgorde gekozen
en de documenten worden op de betreffende faxmachines opgevraagd.
Druk op Stop/Exit terwijl de machine een nummer kiest om de huidige pollingtaak te annuleren.
Als u alle opeenvolgende taken voor Ontvang Pollen wilt annuleren, drukt u op de wachtrij annuleren op pagina 3-10.)
4 - 9 DE ONTVANGSTSTAND INSTELLEN
Menu/Set, 2, 6. (Raadpleeg Een taak in
5
Snelkiesnummers en
kiesopties

Nummers opslaan om snel te kiezen

U kunt de machine op twee manieren laten snelkiezen: met snelkiesnummers en met groepsnummers voor het groepsverzenden van faxberichten. Wanneer u op een snelkiestoets drukt, geeft het LCD-scherm de naam (indien u deze hebt opgeslagen) of het nummer weer.
De snelkiesnummers die in het geheugen zijn opgeslagen, gaan
niet verloren als de stroom uitvalt.

Snelkiesnummers opslaan

U kunt snelkiesnummers opslaan, die dan met een druk op slechts een paar toetsen kunnen worden gekozen ( het tweecijferig nummer, en MFC-215C kan 20 snelkiesnummers en de MFC-425CN 80 nummers opslaan.
1
Druk op Menu/Set, 2, 3, 1.
2
Voer met behulp van de kiestoetsen een tweecijferige
snelkiesnummer (01-20 voor MFC-215C,
01-80 voor MFC-425CN).
(Druk bijvoorbeeld op
Druk op
3
Toets het telefoon- of faxnummer in (maximaal 20 cijfers).
Druk op
4
Gebruik de kiestoetsen om de naam in te voeren (maximaal 15
letters).
Druk op
(Gebruik het schema
OF
Druk op
slaan.
5
Herhaal stap 2 om nog een snelkiesnummer op te slaan.
OF
Druk op
Menu/Set.
Menu/Set.
Menu/Set.
Menu/Set om het nummer zonder een naam op te
Stop/Exit.
Mono Start of Colour Start). De
05.)
op pagina B-11 om de letters in te voeren.)
Search/Speed Dial, #,

SNELKIESNUMMERS EN KIESOPTIES 5 - 1

Snelkiesnummers wijzigen

Als u probeert een snelkiesnummer op te slaan op een locatie waar al een nummer is opgeslagen, verschijnt de naam (of het opgeslagen nummer) op het LCD-scherm en wordt u gevraagd een van de volgende opties te kiezen:
1
Druk op 1 om het opgeslagen nummer te wijzigen. —OF— Druk op
Opgeslagen nummer of naam wijzigen.
Als u een teken wilt wijzigen, drukt u op of om de
Als u het hele nummer of de hele naam wilt wissen, drukt u
2
Toets een nieuw nummer in. Druk op
3
Volg de aanwijzingen bij Stap 4 in Snelkiesnummers opslaan. (Raadpleeg pagina 5-1.)
2 om af te sluiten zonder wijzigingen.
cursor onder het betreffende teken te plaatsen en typt u het nieuwe teken.
op
Stop/Exit wanneer de cursor onder het eerste teken of
de eerste letter staat. Alle tekens die boven en rechts van de cursor staan, worden nu verwijderd.
Menu/Set.
5 - 2 SNELKIESNUMMERS EN KIESOPTIES

Nummergroepen voor het groepsverzenden instellen

Met nummergroepen kunt u een en hetzelfde faxbericht naar een groot aantal nummers sturen door op slechts een paar toetsen te drukken ( snelkieslocatie en snelkiesnummer worden opgeslagen.
Daarna combineert u deze nummers in groepen. Elke nummergroep gebruikt een snelkieslocatie. U kunt maximaal zes kleine groepen toewijzen, of maximaal 19 nummers (MFC-215C) of maximaal 79 nummers (MFC-425CN) voor een grote groep toewijzen.
(Raadpleeg Snelkiesnummers opslaan op pagina 5-1 en Groepsverzenden (Alleen zwart-wit) op pagina 3-11.)
1
2
3
Search/Speed Dial, #, het tweecijferige nummer van de
Mono Start). Eerst moet elk faxnummer als een
Druk op Menu/Set, 2, 3, 2.
Toets met de kiestoetsen het
tweecijferige nummer in van de
locatie waar u het groepsnummer
wilt opslaan.
Druk op
(Druk bijvoorbeeld op
Toets het groepsnummer met de
kiestoetsen (1 tot en met 6) in.
Druk op
(Druk bijvoorbeeld op
Menu/Set.
07 en Menu/Set.)
Menu/Set.
1 voor groep 1.)
Kiesgeheugen
2.Groepsinstell.
Groepsinstell. Snelkiesnr? #
Groepsinstell. Inst. groep:G01
Kies een groepsnummer tussen 1 en 6.
4
Als u snelkiesnummers in een groep
wilt opnemen, gaat u als volgt te
werk:
Druk bijvoorbeeld voor snelkiesnummers 05 en 09 op
Groepsinstell. G01:#05#09
Search/Speed Dial, 05, Search/Speed Dial, 09
LCD-scherm wordt het volgende weergegeven.
SNELKIESNUMMERS EN KIESOPTIES 5 - 3
#05#09
. Op het
.
5
Druk op Menu/Set om de snelkiesnummers voor deze groep te accepteren.
6
Gebruik de kiestoetsen en het schema op pagina B-11 om een naam voor de groep in te voeren.
Druk op (Typ bijvoorbeeld NIEUWE KLANTEN.)
7
Druk op Stop/Exit. U kunt een lijst van alle snelkiesnummers afdrukken.
Groepsnummers staan in de kolom GROEP. (Raadpleeg Rapporten afdrukken op pagina 7-3.)
Menu/Set.
5 - 4 SNELKIESNUMMERS EN KIESOPTIES

Kiesopties

Raadpleeg voor meer informatie over het kiezen van nummers,
Nummers kiezen op pagina 3-1.

Toegangscodes en creditcardnummers

Soms is het voordeliger om een andere serviceprovider te gebruiken voor uw interlokale gesprekken. Tarieven variëren, al naar gelang bestemming en tijd van de dag. Om de lagere tarieven te kunnen gebruiken, kunt u toegangscodes of nummers van interlokale serviceproviders en creditcard opslaan als snelkiesnummers. U kunt deze lange kiesreeksen opslaan door ze van elkaar te scheiden en ze als aparte Snelkiesnummers in iedere combinatie in te stellen. Deze nummers kunnen in elke gewenste combinatie worden gebruikt. (Raadpleeg Snelkiesnummers opslaan op pagina 5-1.)
Bijvoorbeeld, misschien hebt u ‘555’ opgeslagen onder Snelkiesnummer #03 en ‘7000’ onder Snelkiesnummer #02. Als u op
Search/Speed Dial, #03, Search/Speed Dial, #02 en Mono Start of Colour Start drukt, kiest u dus ‘555-7000’.
Als u dit nummer tijdelijk wilt wijzigen, kunt u een deel van het nummer vervangen door via het toetsenbord een nummer in te voeren. Als u het nummer bijvoorbeeld wilt wijzigen in 555-7001, drukt u op
Search/Speed Dial, #03 en toetst u daarna met de kiestoetsen 7001 in.
Als u ergens in het nummer moet wachten op een andere toon
of een ander signaal, slaat u op de betreffende plaats in het
nummer een pauze op door op
Telkens wanneer u op deze toets drukt, wordt er een pauze van
3,5 seconde ingelast.
Redial/Pause te drukken.

Pauze

Druk op Redial/Pause om een pauze van 3,5 seconden tussen de cijfers van een nummer in te lassen. Als u internationaal belt, kunt u zo vaak als nodig op maken.
Redial/Pause drukken om de pauze langer te
SNELKIESNUMMERS EN KIESOPTIES 5 - 5
6
Opties voor Uitgestelde Fax
(alleen MFC-425CN)
(Alleen zwart-wit)

Fax doorzenden instellen

Als u Fax doorzenden selecteert, slaat uw machine de ontvangen fax op in het geheugen. Vervolgens zal de machine het faxnummer dat u geprogrammeerd hebt kiezen en het faxbericht verzenden.
1
Druk op Menu/Set, 2, 5, 1.
2
Druk op of om Fax doorzenden te selecteren. Druk op U wordt gevraagd om het nummer in te voeren waarnaar de
faxberichten moeten worden doorgestuurd.
3
Toets het nummer in (maximaal 20 cijfers). Druk op
4
Druk op of om
Backup print:Aan of Backup print:Uit te selecteren.
Druk op
Menu/Set.
Menu/Set.
Fax doorzenden Backup print:Aan
Menu/Set.
Als u Backup print:Aan selecteert, drukt de machine de fax ook op uw machine af zodat u een kopie hebt mocht de stroom bijvoorbeeld uitvallen voordat de fax is doorgestuurd.
5
Druk op Stop/Exit.
6 - 1 OPTIES VOOR UITGESTELDE FAX (ALLEEN MFC-425CN)

Fax opslaan instellen

Als u Fax opslaan selecteert, slaat uw machine de ontvangen fax op in het geheugen. U kunt faxberichten op een andere locatie ophalen met de opdrachten van Remote Retrieval.
1
Druk op Menu/Set, 2, 5, 1.
2
Druk op of om Fax opslaan te selecteren.
Druk op
3
Druk op Stop/Exit.
Als u Fax opslaan hebt ingesteld, wordt er automatisch een
Als u een kleurenfax ontvangt terwijl Fax opslaan is
Menu/Set.
reservekopie van de ontvangen fax op de machine afgedrukt.
ingeschakeld, wordt deze in zwart-wit in het geheugen opgeslagen.

PC-Fax Ontvangen instellen (alleen MFC-425CN)

Als u de functie PC-Fax Ontvangen inschakelt, worden binnenkomende faxen in het geheugen van de machine opgeslagen en automatisch doorgezonden naar uw pc. U kunt vervolgens uw pc gebruiken voor het weergeven en opslaan van deze faxen.
Zelfs als u de pc hebt uitgeschakeld (bijvoorbeeld 's nachts of in het weekeinde) worden binnenkomende faxen in het geheugen van de machine opgeslagen. Op het LCD-scherm van de machine wordt als volgt aangegeven hoeveel faxen in het geheugen zijn opgeslagen:
PCfaxbericht:001
Zodra u de pc weer opstart en de ontvangstsoftware voor PC-FAX actief is, worden de faxen automatisch doorgezonden naar de pc.
Om de binnengekomen faxen over te brengen naar uw pc moet de ontvangstsoftware voor PC-FAX geactiveerd zijn op uw pc. (Zie voor meer informatie PC-FAX instellen voor ontvangen (allen voor MFC-425CN) in de softwarehandleiding op de CD-ROM.)
Als u Backup Print:Aan selecteert, worden faxen ook door de machine afgedrukt.
1
Druk op Menu/Set, 2, 5, 1.
2
Druk op of om PC-Fax ontv. te selecteren.
Druk op
Menu/Set.
OPTIES VOOR UITGESTELDE FAX (ALLEEN MFC-425CN) 6 - 2
3
(alleen voor MFC-425CN) Druk op
ontvangen. Druk op
Zorg ervoor dat PC Fax Ontvangen actief is. (Zie PC-FAX Ontvangen op de pc uitvoeren in de softwarehandleiding.)
4
Druk op of om Backup print:Aan of Backup print:Uit te selecteren.
Druk op
5
Druk op Stop/Exit.
Voordat u PC-Fax Ontvangen kunt instellen, moet u de
Als u Backup Print:Aan selecteert, drukt de machine de
Als u een foutmelding krijgt en de machine de faxen in het
Als u een kleurenfax ontvangt, wordt deze door PC Fax
of om de pc te selecteren waarop u de faxen wilt
Menu/Set.
PC-Fax ontv. Backup print:Aan
Menu/Set.
software MFL-Pro Suite op uw PC installeren. Controleer of uw pc is aangesloten en ingeschakeld. (Zie voor meer informatie Brother PC-FAX software op pagina 6-1 in de softwarehandleiding op de CD-ROM.)
fax ook op uw machine af zodat u een kopie hebt mocht de stroom bijvoorbeeld uitvallen voordat de fax naar de pc is gestuurd.
geheugen niet kan afdrukken, kunt u deze instelling gebruiken om de faxen naar uw pc over te dragen. (Zie voor meer informatie Foutmeldingen op pagina 12-1.)
Ontvangen in zwart-wit opgeslagen.

Een andere pc kiezen (alleen MFC-425CN)

1
Druk op Menu/Set, 2, 5, 1.
2
Druk op of om PC-Fax ontv. te selecteren. Druk op
3
Klik op 1 om een andere pc in te stellen. Druk op Menu/Set.
4
Druk op of om de pc te selecteren waarop u de faxen wilt ontvangen.
Druk op
6 - 3 OPTIES VOOR UITGESTELDE FAX (ALLEEN MFC-425CN)
Menu/Set.
xxxxxx
1.Wijzig 2.Stop
Menu/Set.
5
Druk op ▲ of ▼ om
of
Backup print:Uit
Druk op Menu/Set.
6
Druk op Stop/Exit.
Controleer of PC Fax Ontvangen actief is. (Zie PC-FAX
Ontvangen op de pc uitvoeren in de softwarehandleiding.)
Backup print:Aan
te selecteren.
PC-Fax ontv. Backup print:Aan

Opties voor afstandsbediening uitschakelen

1
Druk op Menu/Set, 2, 5, 1.
2
Druk op of om Uit te selecteren.
Druk op
Als u de opties voor afstandsbediening op Uit instelt en er
ontvangen faxen in het geheugen van uw machine zijn
opgeslagen, verschijnen er na stap 3 nog andere meldingen op
het LCD-scherm. (Zie Opties voor afstandsbediening wijzigen
op pagina 6-4.)
3
Druk op Stop/Exit.
Menu/Set.

Opties voor afstandsbediening wijzigen

Als er zich nog ontvangen faxen in het geheugen van uw machine bevinden, wanneer u van PC-Fax ontv. overgaat op een andere functie van de afstandsbediening ( Fax doorzenden of Fax
opslaan ), wordt u het volgende gevraagd:
Wis alle faxen?
1.Ja 2.Nee
OF
Print alle fax?
1.Ja 2.Nee
Als u op
afgedrukt voordat de instelling wordt gewijzigd. Als er al een reservekopie is afgedrukt, wordt deze niet meer afgedrukt.
1 drukt, worden alle niet-afgedrukte faxen gewist of
OPTIES VOOR UITGESTELDE FAX (ALLEEN MFC-425CN) 6 - 4
Als u op 2 drukt, worden de faxen in het geheugen niet gewist of
afgedrukt en blijft de instelling ongewijzigd.
Als er zich nog ontvangen faxen in het geheugen van de machine bevinden wanneer u van PC Fax Ontvangen overgaat op een andere functie van de afstandsbediening (Fax Doorzenden of Fax
Opslaan ), wordt u het volgende gevraagd:
Fax PC zenden?
1.Ja 2.Nee
Als u op
alle faxen in het geheugen gewist voordat de instelling wordt gewijzigd. Als u op Uit, worden alle niet-afgedrukte faxen naar uw pc gestuurd voordat de instelling wordt gewijzigd.
Als u op 2 drukt, worden de faxen in het geheugen niet gewist of
naar uw pc overgebracht en blijft de instelling ongewijzigd.
1 drukt en Backup Print is ingesteld op Aan, worden
1 drukt en Backup Print is ingesteld op

De toegangscode instellen

De toegangscode biedt u toegang tot de functies voor het op een ander toestel opvragen van uw berichten, die u kunt gebruiken wanneer u zich niet bij de machine bevindt. U moet eerst uw eigen code instellen, pas dan kunt u vanaf een ander toestel toegang tot uw machine krijgen. De standaardcode is een inactieve code (--- ).
1
Druk op Menu/Set, 2, 5, 2.
2
Voer een code van 3 cijfers in met 0-9, of . Druk op
gewijzigd.) Gebruik niet dezelfde code als die ingesteld in uw Code Fax
Ontvangen ( (Raadpleeg Werken met een tweede toestel op pagina A-1.)
3
Druk op Stop/Exit. U kunt uw code op elk gewenst moment wijzigen door gewoon
een nieuwe code in te toetsen. Als u uw code wilt desactiveren,drukt u op instelling (--- ) weer in te stellen.
6 - 5 OPTIES VOOR UITGESTELDE FAX (ALLEEN MFC-425CN)
Menu/Set. (Het vooraf ingestelde ‘ ’ kan niet worden
51) of Code Telefoon Beantwoorden (#51).
Stop/Exit in Stap 2 om de inactieve

Opvragen vanaf een ander toestel

U kunt uw machine van elk telefoontoestel of faxapparaat met aanraaktoetsen bellen en daarna uw toegangscode invoeren en een aantal andere toetsen indrukken om uw faxen op te vragen.

De toegangscode gebruiken

1
Kies op een toetstelefoon of op een andere faxmachine het
nummer van uw faxmachine.
2
Zodra u de toon van uw machine hoort, toetst u uw
toegangscode in (3 cijfers gevolgd door ).
3
De machine geeft aan of een faxbericht is ontvangen:
1 lange toon
Geen toon
4
De machine geeft twee korte geluidssignalen om aan te geven
dat u een opdracht moet invoeren. Als u na 30 seconden nog
geen opdracht invoert, wordt de verbinding verbroken. Als u een
ongeldige opdracht invoert, hoort u drie piepjes.
5
Druk op 90 om de machine weer te resetten als u klaar bent.
6
Hang op.
Faxberichten
Geen faxberichten
Als uw machine op de stand Handmatig is ingesteld en u wilt
de functie voor het ophalen van faxen op afstand gebruiken,
kunt u toegang tot de machine krijgen door de machine
ongeveer twee minuten te laten overgaan en daarna uw
toegangscode in te voeren.
OPTIES VOOR UITGESTELDE FAX (ALLEEN MFC-425CN) 6 - 6

Opdrachten voor afstandsbediening

U kunt uw machine vanaf een ander toestel bedienen met behulp van de onderstaande opdrachten. Wanneer u de machine opbelt en de toegangscode (3 cijfers gevolgd door ) invoert, hoort u twee korte piepjes om aan te geven dat u een opdracht moet invoeren.
Opdrachten voor afstandsbediening
95
Wijzig de instellingen voor Fax doorzenden of Fax opslaan
1 UIT U kunt Uit selecteren nadat u alle berichten
2 Fax doorzenden Als u een lange toon hoort, is de wijziging 4 Nummer voor Fax
doorzenden
6 Fax opslaan
96 Een fax opvragen
2 Alle faxen opvragen Toets het nummer in van de faxmachine
3 Faxen in het geheugen
wissen
De ontvangststatus controleren
97
1 Fax
98
De ontvangststand wijzigen
1 Telefoon/Beantw. Als u één lange toon hoort, is de wijziging 2 Fax/Tel 3 Uitsluitend Fax
90 Afsluiten Na een lange toon kunt u de
Wat u moet doen
hebt opgehaald of gewist.
geaccepteerd. Als u drie korte piepjes hoort, kunt u de instelling niet wijzigen omdat er niet aan een van de voorwaarden is voldaan (er is bijvoorbeeld geen nummer opgegeven waarnaar faxen moeten worden doorgestuurd). Druk op 4 om het nummer voor Fax doorzenden te registreren. (Raadpleeg Het nummer wijzigen waarnaar faxberichten worden doorgestuurd op pagina 6-8.) Nadat u het nummer hebt geregistreerd, werkt de functie Fax doorzenden.
waarop de opgeslagen fax(en) moet(en) worden ontvangen. (Raadpleeg pagina 6-8.)
Als u een lange toon hoort, zijn de faxberichten uit het geheugen gewist.
U kunt controleren of uw machine faxberichten heeft ontvangen. Als dat het geval is, hoort u een lange toon. Als er geen berichten zijn ontvangen, hoort u drie korte piepjes.
geaccepteerd.
afstandsbediening afsluiten.
6 - 7 OPTIES VOOR UITGESTELDE FAX (ALLEEN MFC-425CN)

Faxberichten opvragen

1
Kies het nummer van uw faxmachine.
2
Zodra u de toon van uw machine hoort, toetst u uw
toegangscode in (3 cijfers gevolgd door ). Als u een lange
toon hoort, zijn er berichten voor u.
3
Zodra u twee korte piepjes hoort, drukt u met het toetsenblok
962 in.
4
Wacht op de lange toon en toets vervolgens met de kiestoetsen
het nummer in van de faxmachine waar de faxberichten naartoe
moeten worden gestuurd, gevolgd door
cijfers).
U kunt en # niet als kiesnummers gebruiken. U kunt # echter
wel gebruiken om een pauze in een nummer in te lassen.
5
Wacht totdat u het piepje van de machine hoort en hang op. Uw
machine belt het andere apparaat en dit apparaat drukt uw
faxberichten af.
## (maximaal 20

Het nummer wijzigen waarnaar faxberichten worden doorgestuurd

U kunt vanaf een andere telefoon/faxmachine met toetsen de standaardinstellingen voor het nummer voor Fax doorzenden wijzigen.
1
Kies het nummer van uw faxmachine.
2
Zodra u de toon van uw machine hoort, toetst u uw
toegangscode in (3 cijfers gevolgd door ). Als u een lange
toon hoort, zijn er berichten voor u.
3
Zodra u twee korte piepjes hoort, toetst u met de kiestoetsen
954 in.
4
Wacht op de lange toon en toets vervolgens met de kiestoetsen
het nieuwe nummer in van de faxmachine waar de faxberichten
naartoe moeten worden gestuurd, gevolgd door
20 cijfers).
U kunt en # niet als kiesnummers gebruiken. U kunt # echter
wel gebruiken om een pauze in een nummer in te lassen.
5
Wacht totdat u het piepje van de machine hoort en hang op.
OPTIES VOOR UITGESTELDE FAX (ALLEEN MFC-425CN) 6 - 8
## (maximaal
7

Rapporten afdrukken

Faxinstellingen en -activiteiten

U dient het verzendrapport en de periode voor het journaal in te stellen via het menu.
Druk op —OF— Druk op

Het verzendrapport aanpassen

U kunt het verzendrapport gebruiken als bewijs dat u een fax hebt verzonden. In dit rapport staan de datum en de tijd waarop het bericht werd verzonden en er wordt aangegeven of het verzenden gelukt is (OK). Als u Aan of Aan+Beeld selecteert, wordt dit rapport afgedrukt voor elke fax die u verzendt.
Als u veel faxen naar hetzelfde nummer stuurt, hebt u waarschijnlijk meer nodig dan alleen de taaknummers om te weten welke faxen u opnieuw moet verzenden. Als u Aan+Beeld of Uit+Beeld selecteert, wordt in het rapport een deel van de eerste pagina van het faxbericht afgedrukt om u te helpen herinneren wat er in de fax stond.
Menu/Set, 2, 4, 1.
Menu/Set, 2, 4, 2.
Wanneer het verzendrapport op Uit of Uit+Beeld wordt gezet, wordt het rapport alleen afgedrukt als er een fout is opgetreden tijdens het verzenden en wordt in de RESULT-kolom NG gezet.
1
Druk op Menu/Set, 2, 4, 1.
2
Druk op of op Uit+Beeld, Aan, Aan+Beeld of Uit te selecteren.
Druk op
3
Druk op Stop/Exit.
7 - 1 RAPPORTEN AFDRUKKEN
Menu/Set.

De journaalperiode instellen

U kunt de machine zo instellen dat er op vaste tijden een journaal wordt afgedrukt (elke 50 faxen, elke 6, 12 of 24 uur, elke 2 of 7 dagen). Als u het interval op Uit zet, kunt u het rapport via de procedure op de volgende pagina afdrukken.
De standaardinstelling is Na 50 faxen.
1
Druk op Menu/Set, 2, 4, 2.
2
Druk op of om een interval te
kiezen.
Druk op
(Als u 7 dagen kiest, wordt u gevraagd aan te geven welke de
eerste dag van de 7-daagse periode moet zijn.)
3
Voer in 24-uurformaat het tijdstip in waarop met afdrukken moet
worden begonnen.
Druk op
(Bijvoorbeeld: voor kwart voor acht 's avonds voert u 19:45 in.)
4
Druk op Stop/Exit.
Als u elke 6, 12, 24 uur of elke 2 of 7 dagen selecteert, zal de
machine het rapport op het geselecteerde tijdstip afdrukken,
waarna alle taken uit het geheugen worden gewist. Als het
geheugen van de machine vol is omdat er 200 taken inzitten en
de geselecteerde tijd nog niet verstreken is, zal de machine het
journaal voortijdig afdrukken en alle taken uit het geheugen
wissen. Als u een extra rapport wilt voordat het tijd is om dit
automatisch af te drukken, kunt u er een afdrukken zonder dat
de taken uit het geheugen worden gewist.
Menu/Set.
Menu/Set.
Kies rapport
2.Journaalper.
Als u Na 50 faxen selecteert, zal de machine het Journaal
afdrukken als de machine 50 taken heeft opgeslagen.
RAPPORTEN AFDRUKKEN 7 - 2

Rapporten afdrukken

De volgende rapporten zijn beschikbaar:
1.Verzendrapport
2.Helplijst
3.Kieslijst
4.Faxjournaal
5.Gebruikersinst
6.Netwerkconfig.
(alleen MFC-425CN)
Drukt een verzendrapport af van de laatste transmissie.
Drukt de helplijst af, zodat u in een oogopslag kunt zien hoe u de machine kunt programmeren.
Een lijst van namen en nummers die zijn opgeslagen in het geheugen voor snelkiesnummers. De nummers staan in numerieke volgorde in de lijst.
In deze lijst staat informatie over de laatste ontvangen en verzonden faxen. (TX betekent verzenden.) (RX betekent ontvangen.)
Drukt een lijst met de instellingen af. Drukt een lijst met de netwerkinstellingen af.
Een rapport afdrukken
1
Druk voor MFC-215C op Menu/Set, 5.OF— Druk voor MFC-425CN op
2
Druk op of om het gewenste rapport te selecteren. Druk op
Menu/Set.
OF— Toets het nummer in van het rapport dat u wilt afdrukken. Druk bijvoorbeeld op
3
Druk op Mono Start.
Menu/Set, 6.
2 om de helplijst af te drukken.
7 - 3 RAPPORTEN AFDRUKKEN
8

Kopiëren

De machine als een kopieerapparaat gebruiken

U kunt de machine ook als kopieerapparaat gebruiken en maximaal 99 kopieën per keer maken.

Kopieermodus instellen

Voordat u kopieën gaat maken, moet u controleren of (Copy)
groen is. Als dit niet het geval is, drukt u op ( de stand Kopiëren te gaan. De standaardinstelling is Fax. U kunt het
aantal seconden of minuten dat de machine in de kopieermodus staat wijzigen. (Raadpleeg De Mode Timer instellen op pagina 2-4.)
Het LCD-scherm toont de standaardkopieerinstelling
Kopieerverhouding
Kwaliteit Aantal kopieën
Copy) om naar
KOPIËREN 8 - 1

Eén kopie maken

1
Druk op (Copy) zodat deze groen wordt.
2
Het document laden. (Raadpleeg Documenten laden op pagina 1-6.)
3
Druk op Mono Start of Colour Start. Druk op Stop/Exit om het kopiëren te stoppen.

Verscheidene kopieën maken

1
Druk op (Copy) zodat deze groen wordt.
2
Het document laden.
3
Voer met de kiestoetsen in hoeveel kopieën u wilt maken (maximaal 99).
4
Druk op Mono Start of Colour Start. (Alleen MFC-425CN) Om de kopieën te sorteren, drukt u op de
toets
Copy Options. (Zie Tijdelijke kopieerinstellingen
veranderen op pagina 8-4.)

Kopiëren onderbreken

Druk op Stop/Exit om het kopiëren te stoppen.
8 - 2 KOPIËREN

De toetsen Kopie Opties gebruiken

Als u de instellingen voor het kopiëren tijdelijk voor de volgende kopie wilt wijzigen, kunt u de toets Copy Options gebruiken. U kunt verschillende combinaties gebruiken.
De toets Kopie Opties
Dit zijn tijdelijke instellingen en de machine schakelt 60
seconden na het kopiëren weer over naar de
standaardinstellingen. Wanneer u echter Mode Timer heeft
ingesteld op 0 of 30 seconden, keert de machine weer terug
naar de standaardinstellingen wanneer het aantal seconden
voor de Mode Timer is afgelopen. (Raadpleeg De Mode Timer
instellen op pagina 2-4.)
U kunt de kopieerinstellingen die u het vaakst gebruikt opslaan
door ze als de standaard in te stellen. (Raadpleeg De
standaardinstellingen voor het kopiëren wijzigen op pagina
8-12.)
KOPIËREN 8 - 3

Tijdelijke kopieerinstellingen veranderen

Gebruik de Copy Options-toets als u snel de volgende instellingen tijdelijk voor de volgende kopie wilt instellen.
Druk op Copy Options
Menuopties Opties
selecteren selecteren
Kwaliteit Snel/Normaal/Fijn Normaal 8-5 Vergr./Verklein 50%/69%/78%/83%/
93%/97%/100%/ 104%/142%/186%/ 198%/200%/ Custom(25-400%)
Papiersoort Normaal/Inkjet/
Glossy/ Transparanten
Papierformaat Letter/Legal/
A4/A5/ 10(B) x 15(H)cm
Helderheid - + - + 8-8
Stapel/Sorteer
(alleen MFC-425CN)
Pagina lay-out
(alleen MFC-425CN)
Aant. kopieën Aant. kopieën:01
Stapelen/Sorteren Stapelen
Uit (1 in 1)/ 2 op 1 P/ 2 op 1 L/ 4 op 1 P/ 4 op 1 L/ Poster(3 x 3)
(01-99)
Fabrieksinstelling
100% 8-6
Normaal 8-7
Letter 8-8
Uit (1 Op 1)
01
Pagina
8-9
8-9
Als u de instellingen heeft geselecteerd door op
Menu/Set te
drukken, verschijnt op het LCD-scherm Tijdelijk instel. Druk op
Mono Start of Colour Start als u klaar bent met het
selecteren van de instellingen. —OF— Druk op
8 - 4 KOPIËREN
of om meer instellingen te selecteren.
Kopieersnelheid of –kwaliteit verhogen
Hiermee stelt u de kopieerkwaliteit in. De standaardinstelling is
Normaal.
Normaal Aanbevolen voor normale afdrukken. Goede
kopieerkwaliteit met adequate kopieersnelheid.
Snel Hoge kopieersnelheid en laagste inktverbruik.
Gebruik FAST om tijd te besparen (documenten die u wilt proeflezen, grote documenten of een groot aantal kopieën).
Fijn Gebruik deze stand voor het kopiëren van precieze
beelden, zoals foto’s. BEST gebruikt de hoogste resolutie en de laagste snelheid.
1
Druk op (Copy) zodat deze groen wordt.
2
Het document laden.
3
Voer met de kiestoetsen in hoeveel kopieën u wilt maken
(maximaal 99).
4
Druk op
Druk op Menu/Set.
5
Druk op of om de kopieerkwaliteit (Snel, Normaal of Fijn)
te selecteren.
Druk op
6
Druk op Mono Start of Colour Start.
Copy Options
Menu/Set.
en ▲ of ▼ om
Kwaliteit
te selecteren.
KOPIËREN 8 - 5
De gekopieerde afbeelding vergroten of verkleinen
U kunt de volgende vergrotings-/verkleiningspercentages selecteren.
Met Custom(25-400%) kunt u een percentage tussen 25 % en 400 % instellen.
Druk op Copy Options
Custom(25-400%)
200%
en of om Vergr./Verklein te selecteren
198% 10x15cm
186%10x15cm
142% A5
A4
104% EXE
100%
97% LTR
93% A4
83% LGL
A4
LTR
A4
A4
LTR
LTR
78%
69% A4
A5
50%
1
Druk op (Copy) zodat deze toets groen is.
2
Het document laden.
3
Voer met de kiestoetsen in hoeveel kopieën u wilt maken (maximaal 99).
4
Druk op Copy Options en of om Vergr./Verklein te selecteren.
Druk op
Menu/Set.
8 - 6 KOPIËREN
5
Druk op of om de gewenste vergrotings- of
verkleiningsverhouding te selecteren.
Druk op
OF
U kunt Custom(25-400%) selecteren en op
drukken.
Gebruik de kiestoetsen om een
vergrotings-/verkleiningspercentage tussen 25% en 400% in te
toetsen.
Druk op
(Druk bijvoorbeeld op
6
Druk op Mono Start of Colour Start.
(Alleen MFC-425CN) De opties voor de paginalay-out zijn bij
Vergroten/Verkleinen niet beschikbaar.
Menu/Set.
Menu/Set
Menu/Set.
5 3 om 53% in te voeren.)
Het type papier instellen
Als u op speciaal papier kopieert, selecteer dan het type papier dat u gebruikt om de beste afdrukkwaliteit te verkrijgen.
1
Druk op (Copy) zodat deze groen wordt.
2
Het document laden.
3
Voer met de kiestoetsen in hoeveel kopieën u wilt maken
(maximaal 99).
4
Druk op Copy Options en of om Papiersoort te
selecteren.
Druk op
5
Druk op of om het type papier dat u gebruikt te selecteren
(Normaal, Inkjet, Glossy of Transparanten).
Druk op
6
Druk op Mono Start of Colour Start.
Menu/Set.
Menu/Set.
U kunt de standaardpapierinstelling op elk gewenst moment
wijzigen. (Raadpleeg Het type papier instellen op pagina 2-4.)
KOPIËREN 8 - 7
Papierformaat instellen
U moet de instelling voor het papierformaat wijzigen indien u op een ander formaat dan A4 kopieert.
U kunt uitsluitend kopiëren op de papierformaten Letter, Legal, A4, A5 of Photo Card (10 (B) cm x 15 (H) cm).
1
Druk op (Copy) zodat deze groen wordt.
2
Het document laden.
3
Voer met de kiestoetsen in hoeveel kopieën u wilt maken (maximaal 99).
4
Druk op Copy Options en of om Papierformaat te selecteren.
Druk op
5
Druk op of om het papierformaat dat u gebruikt te selecteren (Letter, Legal, A4, A5 of 10(B) x 15(H)cm).
Druk op
6
Druk op Mono Start of Colour Start.
Helderheid instellen
U kunt de helderheid instellen om kopieën donkerder of lichter te maken.
Menu/Set.
Menu/Set.
1
Druk op (Copy) zodat deze groen wordt.
2
Het document laden.
3
Voer met de kiestoetsen in hoeveel kopieën u wilt maken (maximaal 99).
4
Druk op Copy Options en of om Helderheid te selecteren.
Druk op
5
Druk op om een lichtere kopie te maken. —OF— Druk op Druk op
6
Druk op Mono Start of Colour Start.
8 - 8 KOPIËREN
Menu/Set.
om een donkerdere kopie te maken.
Menu/Set.
Kopieën sorteren bij gebruik van de ADF (alleen MFC-425CN)
U kunt verscheidene kopieën sorteren. De pagina’s worden gestapeld in de volgorde 321, 321, 321, etc.
1
Druk op (Copy) zodat deze toets groen oplicht.
2
Uw document laden.
3
Voer met de kiestoetsen in hoeveel kopieën u wilt maken
(max. 99).
4
Druk op Copy Options en of om Stapel/Sorteer te
selecteren.
Druk op
5
Druk op of om Sorteren te selecteren.
Druk op
6
Druk op Mono Start of Colour Start.
N in 1 kopieën of een poster maken (Pagina Layout) (alleen MFC-425CN)
U kunt het aantal pagina's voor kopieën verlagen met de functie N in 1-kopie. U kunt zo twee of vier pagina’s op één vel kopiëren en daarmee papier besparen. U kunt ook een poster maken. Wanneer u de posteroptie gebruikt, verdeelt de machine uw document in delen en vergroot deze delen, zodat u ze kunt samenvoegen tot een poster. Als u een poster wilt maken, moet u de glasplaat gebruiken.
Menu/Set.
Menu/Set.
Controleer of het papierformaat is ingesteld op A4.
U kunt de optie N in 1-kopie alleen met het kopieformaat op
100% gebruiken.
■ (P) betekent Portrait (staand) en (L) betekent Landscape
(liggend).
1
Druk op (Copy) zodat deze groen wordt.
2
Het document laden.
3
Voer met de kiestoetsen in hoeveel kopieën u wilt maken
(maximaal 99).
4
Druk op Copy Options en of om Pagina lay-out te
selecteren.
Druk op
Menu/Set.
KOPIËREN 8 - 9
5
Druk op of om 2 op 1 P, 2 op 1 L, 4 op 1 P, 4 op 1 L of Poster(3 x 3) te selecteren.
Druk op
6
Druk op Mono Start of Colour Start (alleen voor enkele kopieën) om het document te scannen.
7
Als u een poster aan het maken bent of het document in de ADF hebt geplaatst, scant de machine de pagina en start met printen.
Bij gebruik van de glasplaat:
8
Na het scannen van de pagina toont het LCD-scherm het volgende:
Druk op
9
Leg het volgende document op de glasplaat.
Druk op Herhaal stap 8 en 9 voor elke pagina die u in deze indeling
gebruikt.
10
Druk op 2 wanneer alle pagina’s van het document zijn gescand om te stoppen.
Menu/Set.
Volgende pagina?
1.Ja 2.Nee
1 om de volgende pagina te scannen.
Volgende pagina Druk op Set
Menu/Set.
Als Glossy is geselecteerd in de instelling Papiersoort voor N in 1-kopieën, zal de machine de afbeeldingen printen alsof er Normaal papier was geselecteerd.
Als u kopieën met meerdere kleuren maakt, is N in 1-kopie
niet beschikbaar.
Bij posterkopieën kunt u niet meer dan één kopie te maken.
8 - 10 KOPIËREN
Plaats het document in de hieronder vermelde richting.
2 in 1 (P)
2 in 1 (L)
4 in 1 (P)
4 in 1 (L)
Poster (3X3)
U kunt van een foto een
kopie op posterformaat
maken.
KOPIËREN 8 - 11

De standaardinstellingen voor het kopiëren wijzigen

U kunt de kopieerinstellingen die u het vaakst gebruikt opslaan door ze als de standaard in te stellen. Deze instellingen blijven van kracht totdat u ze weer wijzigt.
Kopieersnelheid of –kwaliteit verhogen
1
Druk op Menu/Set, 3, 1.
2
Druk op of om Norm, Fijn of Snel te selecteren. Druk op
3
Druk op Stop/Exit.

Helderheid instellen

1
Druk op Menu/Set, 3, 2.
2
Druk op om een lichtere kopie te maken. —OF— Druk op Druk op
3
Druk op Stop/Exit.
Menu/Set.
om een donkerdere kopie te maken.
Menu/Set.

Contrast instellen

U kunt het contrast wijzigen om een beeld er scherper en levendiger te laten uitzien.
1
Druk op Menu/Set, 3, 3.
2
Druk op om het contrast te verhogen. —OF— Druk op Druk op
3
Druk op Stop/Exit.
8 - 12 KOPIËREN
om het contrast te verlagen.
Menu/Set.
Loading...