Index .......................................................................................I-1
* Windows® XP in deze gebruikershandleiding geldt voor
zowel Windows XP Professional als Windows XP Home
Edition.
vii
1
De machine als een printer
gebruiken
(Voor Windows®)
Het stuurprogramma van de
Brother-printer gebruiken
Een printerstuurprogramma is een programma dat gegevens in het
door de computer gebruikte formaat omzet in een formaat dat door
een bepaalde printer kan worden gebruikt; dit is meestal een
printeropdrachttaal of een page description language (PDL).
De stuurprogramma’s voor de printer staan op de meegeleverde
cd-rom. Installeer de stuurprogramma’s eerst aan de hand van de
instructies in de installatiehandleiding. De meest recente
printerstuurprogramma’s kunt u tevens op het internet ophalen bij het
Brother Solutions Center:
http://solutions.brother.com
Functies
Deze machine biedt u ongeveer dezelfde functies als een
hoogwaardige inkjetprinter.
Hoge afdruksnelheid
minuut in kleur afdrukken en tot 20 pagina's per minuut in een enkele
kleur.
Schitterende hoogwaardige afdrukken
1200 x 6000 dpi op glanzend papier geeft de hoogste resolutie. (Zie
Resolutie
kunt u de functies 2 in 1 printen, Watermerk (alleen Windows
kleurverbeteringstechnologie en andere functies gebruiken voor
afdrukken van hoge kwaliteit.
Lage gebruikskosten
vervangt u alleen de patroon die leeg is.
USB
een snelle communicatie met uw computer.
in Specificaties van de Gebruikershandleiding.) Daarnaast
—
(USB = Universele Seriële Bus) De USB-interface zorgt voor
—
In de snelle modus kunt u tot 15 pagina's per
—
Afdrukken bij maximaal
®
,
—
Wanneer een bepaalde inktkleur op is,
DE MACHINE ALS EEN PRINTER GEBRUIKEN 1 - 1
Het juiste type papier kiezen
Selecteer het juiste type papier om met uw machine afdrukken van
hoge kwaliteit te produceren. Lees
Gebruikershandleiding, voordat u papier voor gebruik in de machine
kiest en koopt.
Over papier
in de
Een document afdrukken
Zodra de machine gegevens ontvangt van uw computer, wordt het
afdrukken gestart door papier uit de papierlade te halen. Via de
papierlade kunnen diverse papiersoorten en enveloppen worden
ingevoerd.
1
Selecteer de afdrukopdracht op uw computer.
Als uw computer ook op andere printers is aangesloten,
selecteert u in het afdrukmenu of het menu met de
printerinstellingen van uw softwaretoepassing de Brother MFC-XXXX USB Printer (Waarbij XXXX uw model is) als uw
printerstuurprogramma. Klik daarna op OK om af te drukken.
(Alleen voor Windows
®
)
Voor gebruikers van Macintosh® raadpleeg Het
printerstuurprogramma van Brother met de Apple
(Mac OS
2
Uw computer stuurt de gegevens naar de machine.
Op het LCD-scherm staat
3
Als alle gegevens zijn afgedrukt, keert het LCD-scherm weer
terug naar de datum en tijd.
In de door u gebruikte toepassing kunt u de gewenste
papierafmetingen en afdrukstand instellen.
Als uw toepassing het door u gekozen papierformaat niet
ondersteunt, selecteert u een afmeting die net even iets groter is.
Daarna past u de breedte van de afdruk aan door in uw toepassing
de rechter- en de linkerkantlijn opnieuw in te stellen.
1 - 2 DE MACHINE ALS EEN PRINTER GEBRUIKEN
®
X) gebruiken op pagina 8-4.
Ontvangst
.
®
Macintosh®
Gelijktijdig afdrukken en faxen
De machine kan gegevens van de computer afdrukken terwijl een
fax in het geheugen wordt verzonden of ontvangen, of terwijl er
gegevens naar de computer worden gescand. Tijdens het afdrukken
wordt het versturen van de fax niet onderbroken.
Als de machine echter kopieert of een fax op papier ontvangt,
onderbreekt de machine het afdrukken en gaat ze daar pas weer
mee verder nadat het kopiëren is voltooid of de hele fax is
ontvangen.
Gegevens in het geheugen wissen
Als het LCD-scherm
gegevens die in het geheugen zijn opgeslagen door op
Stop/Eindigen
Meer gegevens
te drukken.
weergeeft, wist u de
De afdrukkwaliteit controleren
Als u de afdrukkwaliteit wilt controleren en wilt weten hoe u deze kunt
verbeteren, zie De afdrukkwaliteit verbeteren in de
Gebruikershandleiding.
Bedieningstoets voor de printer
Taak annuleren (alleen MFC-5440CN)
U kunt de huidige afdruktaak stoppen
en de gegevens uit het geheugen
verwijderen.
annuleren
InktRapportOpdracht
DE MACHINE ALS EEN PRINTER GEBRUIKEN 1 - 3
Status Monitor (alleen Windows®)
Deze toepassing controleert of het apparaat op uw computer ook
foutmeldingen geeft, zoals papierlade leeg, vastgelopen papier of
inktpatroon leeg. Als de toepassing statuscontrole een fout
waarneemt, verschijnt er een berichtvenster op uw computer.
U kunt de status van het apparaat altijd bekijken door op het
pictogram in de taakbalk te dubbelklikken of Status Monitor in
Start/Programma’s/Brother/MFL-Pro Suite MFC-XXXX op
uw computer te selecteren.
De status van de machine bekijken
Als u uw computer start, verschijnt het pictogram op de taakbalk.
Een groen pictogram betekent dat het apparaat
stand-by staat.
Een geel pictogram betekent een waarschuwing.
Een rood pictogram geeft een afdrukfout aan.
De statuscontrole kan op drie manieren worden weergegeven op de
computer: in de taakbalk, rechtsonder in de taakbalk of op het
bureaublad.
1 - 4 DE MACHINE ALS EEN PRINTER GEBRUIKEN
De statuscontrole uitschakelen
Als u de statuscontrole wilt uitschakelen, voert u de volgende
stappen uit.
1
Rechtsklik op het pictogram of venster voor de statuscontrole en
selecteer Load on Startup in het menu.
2
Zet deze functie op Off en sluit het venster met Exit.
Zelfs als de statuscontrole is uitgeschakeld, kunt u de status van
de machine nog altijd zien door op Status Monitor in het
startmenu van de computer te klikken. U kunt de statuscontrole
inschakelen door het menuvenster te openen als de status
wordt weergegeven.
DE MACHINE ALS EEN PRINTER GEBRUIKEN 1 - 5
Instellingen van het
printerstuurprogramma
(alleen Windows®)
Voor gebruikers van Macintosh® raadpleeg Het
printerstuurprogramma van Brother met de Apple
(Mac OS
Als u vanaf uw computer afdrukt, kunt u de volgende
printerinstellingen maken:
Mediatype/Kwaliteit (Snelheid)
■
Paginaopmaak
■
Kleuraanpassing/Halftoon
■
Kleurverbetering
■
Schaal
■
Watermerk
■
Datum & tijd afdrukken
■
Snelle printerinstelling
■
®
X) gebruiken op pagina 8-4.
®
Macintosh®
De instellingen in het
printerstuurprogramma openen
1
Selecteer Afdrukken in het menu Bestand in uw
toepassingssoftware.
2
Selecteer Brother MFC-XXXX USB Printer (XXXX staat voor
de naam van uw model) en klik op Eigenschappen. Het
dialoogvenster Printer verschijnt.
■
De manier waarop u toegang krijgt tot de instellingen in het
printerstuurprogramma is afhankelijk van uw
besturingssysteem en softwaretoepassingen.
■
De schermen die hier staan afgebeeld zijn afkomstig uit
Windows
variëren, dit is afhankelijk van uw
Windows
■
De beschrijvingen in dit hoofdstuk gelden voor alle
machines.
1 - 6 DE MACHINE ALS EEN PRINTER GEBRUIKEN
®
XP. De schermen op uw computer kunnen
®
-besturingssysteem.
Het tabblad Normaal
*
1
Selecteer Media type en Kwaliteit.
2
Selecteer the Papierformaat, Pagina Layout, Rand (indien
van toepassing), Afdrukstand, Aantal kopieën en de
afdrukvolgorde.
3
Selecteer de Papierbron. (Alleen MFC-5840CN)
4
Klik op de knop OK om de geselecteerde instellingen toe te
passen.
Als u wilt terugkeren naar de standaardinstellingen, klikt u op
Standaard en vervolgens op OK.
1
2
3
4
Hier ziet u de huidige instellingen voor Kwaliteit,
*
Papierformaat, Pagina Layout, Afdrukstand,
Sorteren/Omgekeerde volgorde en Kleur/Grijstinten.
DE MACHINE ALS EEN PRINTER GEBRUIKEN 1 - 7
Mediatype
Selecteer het type papier waarop wordt afgedrukt in het
printerstuurprogramma voor de beste afdrukresultaten. Afhankelijk
van het gekozen type papier verandert de machine de manier
waarop wordt afgedrukt.
Langzaamdrogend Papier selecteren voor het afdrukken op het
type normaal papier waarop de inkt erg langzaam opdroogt.
Deze instelling kan een lichtelijk vage tekst veroorzaken.
Kwaliteit
Bij Kwaliteit kunt u selecteren met welke resolutie het document moet
worden afgedrukt. De afdruksnelheid en -kwaliteit zijn afhankelijk
van de geselecteerde resolutie. Hoe hoger de kwaliteit, hoe langer
het duurt om het document af te drukken. Welke kwaliteiten u kunt
selecteren is afhankelijk van het geselecteerde type papier.
■
Max.: Maximaal 1200 x 6000 dpi. (Zie Printer Resolution in
specificatie van de gebruikershandleiding.) Gebruik deze stand
als u fijne beelden zoals foto’s wilt afdrukken. Dit is de hoogste
resolutie en de laagste snelheid.
■
Foto: 1200 x 2400 dpi. Deze stand is geschikt voor het afdrukken
van foto’s. In deze stand krijgt de printer meer afdrukgegevens,
waardoor het verwerken, overdragen en afdrukken meer tijd in
beslag neemt.
■
Fijn: 1200 x 1200 dpi. Dit geeft een betere afdrukkwaliteit dan
Normaal en de afdruksnelheid is beter dan bij Foto.
■
Enhance Normal Printing: 750 x 750 dpi. Met de knop
Instellingen kunt u deze stand alleen instellen als u Normaal
Papier of Transparanten hebt geselecteerd.
■
Normaal: 600 x 600 dpi. Goede afdrukkwaliteit met gemiddelde
afdruksnelheid.
■
Snel normaal: 600 x 300 dpi. Dit geeft een betere afdrukkwaliteit
dan Snel en de afdruksnelheid is beter dan bij Normaal.
1 - 8 DE MACHINE ALS EEN PRINTER GEBRUIKEN
Snel: 600 x 150 dpi. Dit is de snelste afdrukstand met het laagste
■
inktverbruik. Deze stand kan bijvoorbeeld gebruikt worden
wanneer u een groot aantal documenten moet afdrukken of
wanneer u een document wilt nakijken voordat u de uiteindelijke
afdruk maakt.
Er zijn opties voor verbeterde afdrukinstellingen via de knop
Instellingen.
DE MACHINE ALS EEN PRINTER GEBRUIKEN 1 - 9
Printkop heen en weer
Als Printkop heen en weer is geselecteerd, gaan de printkoppen
heen en weer, zodat de machine sneller afdrukt. Als deze optie niet
is geselecteerd, bewegen de printkoppen slechts in één richting,
zodat de kwaliteit beter is.
Enhanced Normal Printing
Gebruik deze stand als er fijne horizontale balken op het papier
verschijnen. Er wordt dan met een verhoogde resolutie afgedrukt
waardoor er geen strepen op sommige soorten papier komt. De
algemene afdrukkwaliteit is beter, maar de snelheid is wat
langzamer dan in de stand Normal. U kunt deze stand alleen
gebruiken als u Normaal papier of Transparanten hebt geselecteerd.
Kleurverbetering
Deze functie analyseert het beeld en verbetert de scherpte,
witbalans en kleurdichtheid. Dit kan enkele minuten duren,
afhankelijk van de grootte van het beeld en de specificatie van de
computer.
Kleur instelling
■
Met deze instelling kunt u de totale hoeveelheid kleur in het beeld
instellen. U kunt de hoeveelheid kleur in een beeld verhogen of
verlagen, om zo een vaag of vaal beeld te verbeteren.
1 - 10 DE MACHINE ALS EEN PRINTER GEBRUIKEN
Witbalans
■
Met deze instelling bepaalt u de tint van de witte vlakken in een
beeld. Het licht, de instellingen van de camera en andere zaken
bepalen de tint wit. De witte vlakken van een afbeelding kunnen er
een beetje roze of geelachtig uitzien, of naar een andere kleur
neigen. Met deze instelling kunt u dergelijke afwijkingen corrigeren
en de witte vlakken weer puur wit maken.
Scherpte
■
Deze instelling verbetert het detail van een beeld. Het lijkt op het
scherpstellen van een camera. Als het beeld niet goed in focus is
en u de fijne details van de afbeelding niet kunt zien, moet u de
scherpte bijstellen.
Autom. beeld verbetering
■
De instellingen van de afbeelding worden afzonderlijk aangepast
zodat het afgedrukte beeld kan worden verbeterd. Tegelijkertijd
worden de gegevens van de omliggende pixels in het document
geanalyseerd.
Helderheid
■
Deze instelling past de helderheid van het hele beeld aan. Schuif
het balkje naar links of rechts om het beeld lichter of donkerder
te maken.
Contrast
■
Deze instelling past het contrast van een beeld aan. De donkere
delen worden donkerder en de lichte delen lichter als u het
contrast verhoogt. Stel het contrast hoger in als u het beeld
duidelijker wilt maken. Wilt u een zachter beeld hebben, dan
moet u het contrast verlagen.
Rood
■
Hiermee wordt de intensiteit van de kleur Rood verhoogd, zodat
het beeld roder wordt.
Groen
■
Hiermee wordt de intensiteit van de kleur Groen verhoogd, zodat
het beeld groener wordt.
Blauw
■
Hiermee wordt de intensiteit van de kleur Blauw verhoogd, zodat
het beeld meer blauw krijgt.
DE MACHINE ALS EEN PRINTER GEBRUIKEN 1 - 11
Papierformaat
Bij Papierformaat kunnen verschillende standaard papierformaten
worden geselecteerd. U kunt ook zelf een aangepaste grootte
aanmaken van 88,9 x 127,0 mm tot 215,9 x 355,6 mm. Daarnaast
kunt u instellingen zonder marges voor specifieke papiersoorten
selecteren. Selecteer in de keuzelijst welk Papierformaat u gebruikt.
Als u Door gebruiker gedefinieerd selecteert, kunt u een afwijkend
formaat invoeren. Voor de beste afdrukkwaliteit moet u ook de juiste
papierdikte selecteren.
1 - 12 DE MACHINE ALS EEN PRINTER GEBRUIKEN
Pagina Layout
Bij Pagina Layout kunt u de grootte van een pagina verkleinen,
zodat er meer pagina's op een vel papier worden afgedrukt of juist
vergroten om een pagina op meer vellen af te drukken.
Als u Windows® 98/98SE/Me gebruikt, is de opmaak 4 op 1 niet
beschikbaar.
Rand
Als u meer pagina's op een vel afdrukt met de functie Pagina
Layout, kunt u kiezen of u een rand, stippellijn of geen rand om elke
pagina op het vel wilt afdrukken.
Afdrukstand
Afdrukstand selecteert de stand waarin uw document zal worden afgedrukt (Staand of Liggend).
Staand (Verticaal)Liggend (Horizontaal)
DE MACHINE ALS EEN PRINTER GEBRUIKEN 1 - 13
Aantal
Bij Aantal kunt u instellen hoeveel exemplaren u wilt afdrukken (1 tot
999).
Sorteren
Als het selectievakje Sorteren is geselecteerd, wordt er een
compleet exemplaar van uw document afgedrukt en wordt dit
herhaald voor het aantal exemplaren dat u hebt geselecteerd. Als
het selectievakje Sorteren niet is geselecteerd, wordt voor alle
exemplaren eerst de eerste pagina afgedrukt en wordt pas dan de
volgende pagina van het document afgedrukt.
Omgekeerde volgorde
Omgekeerde volgorde drukt de pagina's van uw document in
omgekeerde volgorde af.
Papierlade (Alleen MFC-5840CN)
Bij Papierlade wordt ingesteld vanuit welke papierlade de machine
papier zal invoeren bij het afdrukken. Met Auto selecteert de printer
automatisch een geschikte lade voor de instelling Papierformaat.
1 - 14 DE MACHINE ALS EEN PRINTER GEBRUIKEN
Het tabblad Geavanceerd
123 4
Om terug te gaan naar de standaardinstellingen klikt u op de
knop Standaard.
Klik op een van de volgende pictogrammen om de desbetreffende
functie in te stellen:
1. Kleur
2. Schaal
3. Watermerk
4. Opties apparaat
DE MACHINE ALS EEN PRINTER GEBRUIKEN 1 - 15
Kleur
Kleur/Grijstinten
Hiermee kunt u een kleurendocument met behulp van de
grijswaardenschaal in zwart-wit afdrukken.
Beeldtype
Het printerstuurprogramma selecteert automatisch de meest
geschikte methode voor kleuraanpassing en halftoon, afhankelijk
van het beeldtype. Over het algemeen worden tekst en zakelijke
afbeeldingen zoals grafieken scherp afgedrukt en foto’s wat minder
scherp.
Automatisch: Het printerstuurprogramma selecteert het
■
beeldtype automatisch.
Foto: Selecteer deze stand voor fotografische beelden.
■
Afbeeldingen: Selecteer deze stand voor documenten met tekst
■
of zakelijke grafische afbeeldingen (grafieken of clip art).
Afwijkend: Als u de methode voor kleuraanpassing en halftoon
■
wilt kiezen, selecteert u deze stand.
1 - 16 DE MACHINE ALS EEN PRINTER GEBRUIKEN
Afw. beeldtype
U kunt de kleuraanpassingsmethode handmatig kiezen. Selecteer
de manier die het beste bij uw document past.
Pas op monitor aan
De kleur wordt zo aangepast dat hij het meest op het beeld van
uw computerscherm lijkt.
Natuurlijk: Geschikt voor fotografische beelden. De kleur wordt
■
aangepast zodat u een natuurlijkere kleur krijgt.
Levendig: Geschikt voor zakelijke grafische afbeeldingen zoals
■
diagrammen, grafieken en tekst. De kleur wordt aangepast zodat
u een meer levendige kleur krijgt.
DE MACHINE ALS EEN PRINTER GEBRUIKEN 1 - 17
Halftoon patroon
De machine kan twee methoden gebruiken (Diffusie of Dither) om
vast te stellen waar de stippen moeten worden geplaatst om
halftonen te creëren. Hierbij worden enkele vooraf bepaalde
patronen gebruikt en u kunt kiezen welk patroon voor uw document
moet worden gebruikt. Kies de gewenste methode.
Diffusie: Stippen worden willekeurig geplaatst om de halftonen
■
te creëren. Deze methode is meer geschikt voor het afdrukken
van foto’s en met zachte tinten en grafische afbeeldingen.
Dither: Stippen worden in een voorgeprogrammeerd patroon
■
geplaatst om de halftonen te creëren. Deze manier van
afdrukken is meer geschikt voor het afdrukken van grafische
afbeeldingen met precieze kleurgrenzen of voor zakelijke
grafische afbeeldingen zoals grafieken.
Sommige halftooninstellingen kunnen niet worden geselecteerd
met bepaalde combinaties van Media type en Kwaliteit.
1 - 18 DE MACHINE ALS EEN PRINTER GEBRUIKEN
Schaal
U kunt de grootte van uw afgedrukte document wijzigen met de
functie Scaling.
■
Selecteer Uit als u het document wilt afdrukken zoals het op het
scherm wordt weergegeven.
■
Selecteer Aanpassen aan papierformaat als het document een
ongebruikelijk formaat heeft of als u alleen het
standaardpapierformaat hebt.
■
Selecteer Vrij als u het wilt verkleinen.
■
Selecteer In spiegelbeeld afdrukken als u de gegevens van
links naar rechts wilt omkeren.
In spiegelbeeld afdrukken is niet beschikbaar als u
Transparanten hebt geselecteerd.
DE MACHINE ALS EEN PRINTER GEBRUIKEN 1 - 19
Watermerk
U kunt een logo of tekst als een watermerk op de documenten
afdrukken. U kunt één van de voorgeprogrammeerde watermerken
selecteren of een zelf gemaakt bitmap-bestand of tekst gebruiken.
Selecteer Watermerk gebruiken en selecteer vervolgens het
watermerk dat u wilt gebruiken.
Op de achtergrond
Selecteer Op de achtergrond als u het watermerk op de
achtergrond van uw document wilt afdrukken. Als deze optie niet is
geselecteerd, wordt het watermerk over de tekst of het beeld op uw
document afgedrukt.
In contourtekst (alleen Windows® 2000 Professional / XP)
Selecteer In contourtekst om alleen de contouren van het
watermerk af te drukken.
Watermerk afdrukken
Bij Watermerk afdrukken kunt u de volgende opties selecteren:
Op alle pagina’s
■
Alleen op de eerste pagina
■
Vanaf tweede pagina
■
Aangepast
■
1 - 20 DE MACHINE ALS EEN PRINTER GEBRUIKEN
Stijl van watermerk
U kunt de grootte en de plaats op de pagina van het watermerk
wijzigen door het watermerk te selecteren en op de knop Bewerken
te klikken. Als u een nieuw watermerk wilt toevoegen, klikt u op de
knop Nieuw en selecteert u Tekst of Bitmap bij de optie Stijl van
watermerk.
Titel
■
U kunt CONFIDENTIAL, COPY of DRAFT selecteren als de
standaardtitel of een andere titel in het veld invoeren.
Tekst van watermerk
■
Voer in het vak Tekst de tekst van uw watermerk in en selecteer
Lettertype, Grootte, Kleur en Stijl.
Watermerk bitmap
■
Voer de bestandsnaam en de locatie van de bitmap in het vak
Bestand in of selecteer Bladeren om de locatie te zoeken. U
kunt ook de schaal van het beeld opgeven.
Positie
■
Gebruik deze instelling als u de plaats van het watermerk op de
pagina wilt instellen.
DE MACHINE ALS EEN PRINTER GEBRUIKEN 1 - 21
Opties apparaat
Hier kunt u de volgende printerfuncties instellen:
Datum & tijd afdrukken
Als u de optie Datum & tijd afdrukken hebt ingeschakeld, worden
de datum en de tijd die de computerklok aangeeft automatisch op het
document afgedrukt.
Klik op Instelling om de notatie van de Datum en Tijd en de Positie
en het Lettertype te wijzigen. Als u voor Datum en Tijd ook een
achtergrond wilt gebruiken, selecteert u Opaak. Als Opaak is
geselecteerd, kunt u op de knop Kleur klikken en de kleur van de
achtergrond voor Datum en Tijd wijzigen.
De Datum en Tijd die in het selectievakje worden weergegeven
tonen hoe deze worden afgedrukt. Voor de Datum en Tijd op
uw document wordt de klok op uw computer gebruikt.
1 - 22 DE MACHINE ALS EEN PRINTER GEBRUIKEN
Loading...
+ 142 hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.