of de verpakking en de afwasautomaat
tijdens het transport beschadigd zijn.
Een beschadigd apparaat niet
in gebruik nemen maar contact
opnemen met uw leverancier.
– Het verpakkingsmateriaal
milieuvriendelijk volgens de geldende
voorschriften afvoeren.
– Laat kinderen niet met de verpakking
en de onderdelen daarvan spelen.
Kans op stikken door vouwdozen
en folie.
Bij de installatie
Hoe het apparaat volgens de voorschriften
geplaatst en aangesloten moet worden,
kunt u nalezen in het hoofdstuk
„Installatie”.
Dagelijks gebruik
– De afwasautomaat alleen in het
huishouden gebruiken en alleen voor
het aangegeven doel: het afwassen
van huishoudelijk serviesgoed.
– Kinderen of personen die vanwege
hun beperkte lichamelijke
of geestelijke vermogens, motorische
storingen, onervarenheid of gebrekkige
kennis niet in staat zijn het apparaat
veilig te bedienen, mogen dit apparaat
alleen onder toezicht of na instructie
door een verantwoordelijke persoon
gebruiken.
– Niet op de geopende deur gaan zitten
of staan. Het apparaat kan kantelen.
– Bij vrijstaande apparaten erop letten
dat het apparaat naar voren kan kiepen
bij te vol geladen servieskorven.
– Doe geen oplosmiddel
in de spoelruimte. Kans op explosie.
– Tijdens het programmaverloop de deur
alleen heel voorzichtig openen. Er kan
namelijk heet water uit het apparaat
spuiten.
– Om verwondingen bijv. door struikelen
te voorkomen: de afwasautomaat
tijdens het in- en uitladen zo kort
mogelijk openen.
– Let op de veiligheidsvoorschriften
resp. de aanwijzingen bij het gebruik
op de verpakkingen van het afwasen glansspoelmiddel.
ã=Waarschuwing
Messen en andere voorwerpen
met scherpe punten plat in de besteklade
leggen.
Bij kinderen in het huishouden
– Maak gebruik – indien aanwezig –
van de kinderbeveiliging. Een
nauwkeurige beschrijving vindt
u achter in de omslag.
– Laat kinderen nooit met het apparaat
spelen of het bedienen.
– Kinderen uit de buurt van afwasmiddel
en glansspoelmiddel houden. Deze
kunnen irritaties in mond, keel en ogen
veroorzaken of tot verstikking leiden.
– Kinderen uit de buurt van de geopende
afwasautomaat houden, Het water
in het apparaat is geen drinkwater.
Er kunnen nog resten afwasmiddel
in het apparaat zijn achtergebleven.
Let op dat kinderen niet in de tabopvangschaal 1: grijpen.
De vingertjes kunnen in de sleuven
beklemd raken.
– Bij een hoog ingebouwd apparaat
bij het openen en sluiten van de deur
erop letten dat kinderen zich niet
tussen de deur van het apparaat
en de kastdeur eronder wringen en/
of bekneld raken.
Kinderbeveiliging
(deurvergrendeling) *
De beschrijving van de kinderbeveiliging
bevindt zich achterin in de omslag.
* Afhankelijk van het model
Kinderbeveiliging
(toetsenblokkering)
U kunt uw afwasautomaat beveiligen
tegen het onbedoeld afbreken van het
programma (bijv. bij indrukken van toetsen
door kinderen).
4
nl
Toetsenblokkering activeren:
– Het gekozen programma starten.
–Detoets+ ca. 4 sec. ingedrukt
houden tot op de cijferindicatie ’–
verschijnt.
Als tijdens
het programmaverloop een willekeurige
toets wordt aangetipt, verschijnt
op de cijferindicatie ’–. Afbreken van het
programma (Reset) is niet mogelijk.
Toetsenblokkering deactiveren:
–Detoets+ ca. 4 sec. ingedrukt
houden tot op de indicatie ’– uitgaat.
Met het einde van het programma
(‹:‹‹ op de cijferindicatie) is
de blokkering van de toetsen opgeheven.
Bij het uitvallen van de stroom blijven
de toetsen geblokkeerd. Bij elke nieuwe
start van een programma moet
de toetsenblokkering opnieuw geactiveerd
worden.
Bij schade
– Reparaties en ingrepen mogen alleen
door een vakkundig monteur worden
uitgevoerd. Hierbij mag het apparaat
niet op het lichtnet zijn aangesloten.
Stekker uit het stopcontact trekken
of de zekering losdraaien resp.
uitschakelen. Kraan dichtdraaien.
Bij het afvoeren van het apparaat
– Het afgedankte apparaat onmiddellijk
onbruikbaar maken om eventuele
ongelukken te voorkomen.
– Het apparaat op een milieuvriendelijke
wijze (laten) afvoeren.
ã=Waarschuwing
Kinderen kunnen zichzelf tijdens het
spelen in het apparaat opsluiten (kans
op stikken) of in een andere gevaarlijke
situatie geraken.
Trek daarom de stekker uit het
stopcontact. Aansluitkabel doorknippen
en verwijderen. Deurslot onklaar maken
zodat de deur niet meer sluit.
Kennismaking met het
apparaat
De afbeeldingen van het
bedieningspaneel en van de binnenruimte
van het apparaat vindt u vooraan
in de omslag van deze
gebruiksaanwijzing.
In de tekst wordt op de verschillende
posities gewezen.
Bedieningspaneel
( AAN/UIT-schakelaar
0 Programmatoetsen **
8 Indicatie „Watertoevoer controleren”
@ Indicatie zout bijvullen
H Indicatie glansspoelmiddel bijvullen
P Toets om de deur te openen
X Starttijd kiezen *
` Extra functies **
h START-toets
)" Programmaverloopindicatie
)* Cijferindicatie
1j Afwasmiddelbakje
9" Vergrendeling voor afwasmiddelbakje
9* Typeplaatje
5
nl
•:‹‹
•:‹‚
•:‹ƒ
•:‹„
•:‹…
•:‹†
•:‹‡
•:‹ˆ
Waterhardheidswaarde°dH
0–6zacht
7–8zacht
9–10 gemiddeld
11–12 gemiddeld
13–16 gemiddeld
17–21hard
22–30hard
31–50hard
mmol/l
0–1,1
1,2–1,4
1,5–1,8
1,9–2,1
2,2–2,9
3,0–3,7
3,8–5,4
5,5–8,9
Instelwaarde
opmachine
Hardheidsbereik
Wateronthardingsinstallatie
Voor een goed afwasresultaat heeft
de afwasautomaat zacht water, d.w.z.
water met weinig kalk nodig. Anders zetten
zich witte kalkresten op het serviesgoed
en de binnenkant van de spoelruimte af.
Leidingwater met een hardheidsgraad
boven 7° dH (vanaf instelwaarde •:‹‚)
moet onthard worden. Dit gebeurt
met behulp van onthardingszout
(regenereerzout)
in de wateronthardingsinstallatie
van de afwasmachine.
De instelling en daarmee de benodigde
hoeveelheid zout zijn afhankelijk
van de hardheidsgraad van het
leidingwater.
Instellen
De hoeveelheid onthardingszout is
van •:‹‹ tot •:‹ˆ instelbaar.
Bij de instelwaarde •:‹‹ is geen
onthardingszout nodig.
houden en de START-toets h net
zolang indrukken tot
de cijferindicatie •:‹... brandt.
– Beide toetsen loslaten.
De indicatie van toets # knippert
en op de cijferindicatie )* brandt
de door de fabriek ingestelde
waarde •:‹….
Om de instelling te wijzigen:
– Programmatoets 3 indrukken.
Bij elke druk op de toets wordt
de instelwaarde met één cijfer
verhoogd. Als de waarde •:‹ˆ is
bereikt, dan springt de indicatie weer
op •:‹‹ (uit).
–START-toetsh indrukken.
De ingestelde waarde is in het
geheugen opgeslagen.
Tabel voor de waterhardheid
6
nl
*
Onthardingszout
Gebruik van onthardingszout
Onmiddellijk vóór het inschakelen van het
apparaat zout bijvullen. Hiermee bereikt
u dat de overgelopen zoutoplossing
onmiddellijk wordt uitgespoeld en corrosie
aan het spoelreservoir wordt voorkomen.
– De schroefdop van het
voorraadreservoir 1J eraf draaien.
– Het reservoir met water vullen (alleen
nodig bij het eerste gebruik).
– Hierna onthardingszout bijvullen (geen
keukenzout of tabletten).
Hierdoor wordt het water verdrongen
en loopt weg.
Zodra de indicatie zout bijvullen @
op het bedieningspaneel brandt, moet
opnieuw zout worden bijgevuld.
Indicatie zout bijvullen/
ontharding uitschakelen
Als de indicatie zout bijvullen @ stoort
(bijv. bij gebruik van gecombineerde
reinigingsproducten
met zoutcomponenten), dan kan deze
uitgeschakeld worden.
– Ga te werk zoals onder
„Onthardingsinstallatie instellen” is
beschreven en de waarde op •:‹‹
zetten.
Hiermee zijn de onthardingsinstallatie
en de indicatie zout bijvullen
uitgeschakeld.
ã=Waarschuwingen
– Het zoutreservoir nooit
met afwasmiddel vullen. Hierdoor gaat
de onthardingsinstallatie kapot.
– Zout moet altijd onmiddellijk vóór het
inschakelen van het apparaat worden
bijgevuld om schade door corrosie
te voorkomen.
* Afhankelijk van het model
Gebruik van reinigingsproducten
met zoutcomponenten
Bij gebruik van gecombineerde
reinigingsproducten
met zoutcomponenten hoeft in het
algemeen tot een waterhardheid
van 21°dH (37°fH, 26°Clarke, 3,7mmol/l)
geen onthardingszout gebruikt te worden.
Bij een waterhardheid boven 21° dH is
ook hier het gebruik van onhardingszout
noodzakelijk.
7
nl
max
Glansspoelmiddel
Als indicatie Glansspoelmiddel
bijvullen H op het bedieningspaneel
brandt, dan is er nog glansspoelmiddel
voor 1 – 2 afwasbeurten aanwezig. U
moet glansspoelmiddel bijvullen.
Glansspoelmiddel hebt u nodig voor
streeploos gedroogd serviesgoed
en heldere glazen. Gebruik alleen
glansspoelmiddel voor huishoudelijke
afwasautomaten.
Gecombineerde reinigingsproducten
met glansspoelcomponenten kunnen
alleen tot een waterhardheid van 21° dH
(37° fH, 26° Clarke, 3,7 mmol/l) gebruikt
worden. Bij een waterhardheid
boven 21° dH is ook hier het gebruik
van glansspoelmiddel noodzakelijk.
– Het voorraadreservoir 1b openen
door het lipje op het deksel in
te drukken en op te tillen.
– Glansspoelmiddel voorzichtig tot
de max. markering in de vulopening
gieten.
– Eventueel gemorst glansspoelmiddel
met een doekje verwijderen om
overmatige schuimontwikkeling
bij de volgende afwasbeurt
te voorkomen.
Hoeveelheid glansspoelmiddel
instellen
De hoeveelheid glansspoelmiddel is
van §:‹‹ tot §:‹‡ instelbaar.
De stand §:‹† is in de fabriek ingesteld.
Verander de hoeveelheid
glansspoelmiddel alleen als er strepen
(lagere stand instellen) of watervlekken
(hogere stand instellen) op het
serviesgoed achterblijven.
houden en de START-toets h net
zolang indrukken tot
de cijferindicatie •:‹... brandt.
– Beide toetsen loslaten.
De indicatie van toets # knippert
en op de cijferindicatie )* brandt
de door de fabriek ingestelde
waarde •:‹….
– Programmatoets # net zo vaak
indrukken tot op de cijferindicatie )*
de in de fabriek ingestelde
waarde §:‹† verschijnt.
Om de instelling te wijzigen:
– Programmatoets 3 indrukken.
Bij elke druk op de toets wordt
de instelwaarde met één cijfer
verhoogd. Als de waarde §:‹‡ is
bereikt, dan springt de indicatie weer
op §:‹‹ (uit).
–START-toetsh indrukken.
De instelwaarde is opgeslagen.
– Deksel sluiten tot u een klik hoort.
8
Indicatie glansspoelmiddel
bijvullen uitschakelen
Als de glansspoelmiddelindicatie H
stoort (bijv. bij gebruik van gecombineerde
reinigingsmiddelen
met glansspoelcomponenten) dan kan
deze worden uitgeschakeld.
– Ga te werk zoals onder „Dosering
glansspoelmiddel instellen” is
beschreven en de waarde op §:‹‹
zetten.
Hiermee is de indicatie
glansspoelmiddel H bijvullen
uitgeschakeld.
nl
9
nl
Serviesgoed
Ongeschikt servies
– Bestek en servies met houten
onderdelen.
– Gevoelige gedecoreerde glazen,
kunstnijverheidsservies en -vazen
en antiek servies. De decoraties zijn
niet bestand tegen afwassen
in een afwasautomaat.
– Niet hittebestendige
kunststof voorwerpen/onderdelen.
– Koperen en tinnen serviesgoed.
– Serviesgoed dat bevuild is met as,
kaarsvet, smeerolie of verf.
Geglazuurd serviesgoed en voorwerpen
van aluminium en zilver kunnen bij het
afwassen gaan verkleuren of verbleken.
Ook sommige soorten glas (bijv.
voorwerpen van kristal) kunnen
dof worden nadat ze vele malen zijn
afgewassen.
Schade aan glas en serviesgoed
Oorzaken:
– glassoort en fabricagewijze van het
glas.
– chemische samenstelling van het
afwasmiddel.
– temperatuur van het water tijdens
de afwas.
Advies:
– gebruik alleen glas en porselein dat
volgens de fabrikant geschikt is voor
de afwasautomaat.
– gebruik afwasmiddel waarop staat
aangegeven dat het het serviesgoed
ontziet.
– glas en bestek na afloop van het
programma zo snel mogelijk uit
de afwasmachine halen.
Inruimen
– Grove etensresten verwijderen.
Afspoelen onder stromend water is niet
nodig.
– Het serviesgoed zodanig inruimen dat
– het stevig staat en niet kan
omvallen;
– alle soorten serviesgoed met
de opening naar beneden staan;
– serviesgoed met een ronding
of een holte schuin staat zodat het
water er vanaf kan lopen;
– het de twee sproeiarmen 12
en 1B tijdens het ronddraaien niet
belemmert.
Hele kleine voorwerpen niet in de machine
afwassen. Ze kunnen gemakkelijk uit
de servieskorven vallen.
Uitruimen
Om te vermijden dat waterdruppels
van de bovenste servieskorf op het
serviesgoed in de onderste servieskorf
vallen, is het aan te raden het apparaat
van onder naar boven uit te ruimen.
Heet serviesgoed is stootgevoelig! Laat
het daarom na afloop van het programma
net zo lang in de afwasautomaat afkoelen
tot u het goed kunt vastpakken.
Kopjes en glazen
Bovenste servieskorf 1*
10
nl
1
2
Pannen
Onderste servieskorf 1Z
Tip
Erg vervuild serviesgoed (pannen) moet
in de onderste korf worden ingeruimd.
Door de sterkere sproeistraal verkrijgt
u zo een beter afwasresultaat.
Tip
Andere voorbeelden hoe
u uw afwasautomaat optimaal kunt
inruimen, vindt u op onze homepage.
U kunt deze gratis downloaden. Ons
internetadres vindt u op de achterkant
van deze gebruiksaanwijzing.
Besteklade
Het bestek zoals afgebeeld
in de besteklade 1" inruimen. Apart
inruimen van het bestek vergemakkelijkt
het uitruimen na het afwassen.
De lade kan eruit gehaald worden.
Omklapbare bordensteunen *
*Afhankelijk vanhetmodel
De bordensteunen zijn omklapbaar
waardoor pannen, schalen en glazen
praktischer kunnen worden ingeruimd.
11
nl
Kopjeshouder *
* afhankelijk van het model
Bij het afwassen van kopjes
kan de kopjeshouder opgeklapt worden.
Door de extra schuine stand blijft
er minder water op de onderkant van het
kopje liggen.
Bij hoge glazen is het raadzaam
de kopjeshouder omgeklapt te laten.
Houder voor kleingoed *
* Afhankelijk van het model
Hier kunnen lichte voorwerpen
van kunststof zoals bekers, deksels enz.
vastgeklemd worden.
Verstellen van de korfhoogte
De bovenste servieskorf 1* kan
in de hoogte op 3 standen versteld
worden om in de bovenste of onderste
servieskorf meer plaats te creëren.
Hoogte van het apparaat 81,5 cm
Bovenste
korf
Stand 1 max. ø16 cm30 cm
Stand 2 max. ø18,5 cm27,5 cm
Stand 3 max. ø21 cm25 cm
Hoogte van het apparaat 86,5 cm
Bovenste
korf
Stand 1 max. ø18 cm33 cm
Stand 2 max. ø20,5 cm30,5 cm
Stand 3 max. ø23 cm28 cm
– De bovenste servieskorf 1*
uittrekken.
–Omdekorf telaten zakken: de twee
hendels links en rechts aan
de buitenkant van de korf een voor
een naar binnen drukken.
Hierbij de korf aan de zijkant aan
de bovenste rand vasthouden om
te voorkomen dat hij plotseling naar
beneden valt.
Onderste
korf
Onderste
korf
12
– Om de korf op te tillen: de korf aan
de zijkant aan de bovenste rand
vastpakken en naar boven trekken.
– Overtuig u ervan dat de korf – voordat
u hem weer in het apparaat schuift –
aan beide zijden op dezelfde hoogt
ligt. Anders kan de deur van het
apparaat niet dicht en heeft
de bovenste sproeiarm geen
verbinding met het aansluitpunt
van de watertoevoer.
nl
13
nl
15 ml
25 ml
50 ml
Afwasmiddel
U kunt zowel tabletten als poedervormige
of vloeibare afwasmiddelen voor
de wasmachine gebruiken, maar nooit
handafwasmiddel. Afhankelijk van de
vervuiling kan met poedervormig
of vloeibaar afwasmiddel de dosering
individueel worden aangepast. Tabs
bevatten voor alle afwasprogramma’s
voldoende werkzame stoffen. Moderne,
krachtige afwasmiddelen hebben meestal
een laag alkalische receptuur met fosfaat
en enzymen. Fosfaten binden de kalk in
het water. Enzymen breken zetmeel af en
lossen eiwitten op. Minder voorkomend
zijn afwasmiddelen zonder fosfaat. Deze
hebben iets minder vermogen om kalk te
binden en vereisen een hogere dosering.
Om gekleurde vlekken (bijv. thee
of ketchup) te verwijderen worden meestal
bleekmiddelen op basis van zuurstof
gebruikt.
Aanwijzing
Neem voor een goed afwasresultaat altijd
de aanwijzingen op de verpakking in acht!
Hebt u nog andere vragen, dan raden wij
u aan contact op te nemen met
de fabrikant van het afwasmiddel.
Vul afwasmiddel
– Als het afwasmiddelbakje 1j nog
dicht is: vergrendeling 9" bedienen
om het te openen.
Afwasmiddel alleen in het droge
afwasmiddelbakje 1j gieten (tablet
plat neerleggen, niet op zijn kant).
Dosering: zie de aanwijzingen
van de fabrikant op de verpakking.
De indeling in het
afwasmiddelbakje 1j biedt hulp
bij de juiste dosering
van poedervormig of vloeibaar
afwasmiddel.
Gewoonlijk volstaat 20 ml–25 ml bij
normale vervuiling. Bij gebruik van tabs
is één tablet voldoende.
– Deksel van het bakje omhoog
schuiven tot de sluiting hoorbaar
vastklikt.
ã=Waarschuwing
Let op de veiligheidsvoorschriften
resp. de aanwijzingen bij het gebruik
op de verpakkingen van het afwasen glansspoelmiddel.
14
Het afwasmiddelbakje gaat, afhankelijk
van het programma, op het juiste
tijdstip automatisch open.
Het poedervormige of vloeibare
afwasmiddel wordt in het apparaat
verdeeld en opgelost, het tablet valt
in de tab-opvangschaal en wordt daar
gedoseerd opgelost.
nl
Tip
Als het serviesgoed niet erg vuil is, kunt
u normalerwijze volstaan met minder
afwasmiddel dan is aangegeven.
Geschikte reinigings- en
onderhoudsmiddelen kunt u online op
onze internetsite of bij de Servicedienst
bestellen (zie achterkant).
Gecombineerde
reinigingsmiddelen
Naast de gebruikelijke afwasmiddelen
(Solo) wordt een aantal producten
aangeboden met extra functies. Deze
producten bevatten behalve afwasmiddel
vaak ook glansspoelmiddel en
zoutvervangende stoffen (3in1) en,
afhankelijk van de combinatie (4in1, 5in1,
enz.), ook nog extra componenten zoals
glasbescherming of glansmiddel voor
roestvrij staal. Gecombineerde
reinigingsmiddelen functioneren alleen tot
een bepaalde hardheidsgraad (meestal
21°dH). Boven deze grenswaarde moeten
zout en glansspoelmiddel worden
toegevoegd.
Zodra gecombineerde reinigingsproducten
gebruikt worden past het
afwasprogramma zich automatisch
zodanig aan dat altijd het best mogelijke
afwas- en droogresultaat bereikt wordt.
ã=Waarschuwingen
–Leg geen kleine voorwerpen om af
te wassen in de tab-
opvangschaal 1:; hierdoor kan het
tablet niet gelijkmatig oplossen.
– Alsuna destart vanhet programma
serviesgoed wilt bijvullen, gebruik
de tab-opvangschaal 1: dan niet als
handgreep voor de bovenste
servieskorf. Het tablet kan er al
in liggen waardoor u met het
gedeeltelijk opgeloste tablet in contact
komt.
Aanwijzingen
– Optimale afwas- en droogresultaten
bereikt u door het gebruik van losse
afwasmiddelen in combinatie
met (apart) gebruik
van onthardingszout
en glansspoelmiddel.
– Bij korte programma’s kunnen
tabletten door een verschillende
manier van oplossen eventueel niet
de volle reinigingskracht ontwikkelen
waardoor er onopgeloste
afwasmiddeldeeltjes achterblijven.
Voor deze programma's is
een reinigingsmiddel in poedervorm
beter geschikt.
– Bij het programma „Intensief” (niet
bij alle modellen) is de dosering
van één tablet voldoende. Bij gebruik
van poedervormig afwasmiddel kunt
u nog wat extra afwasmiddel
op de binnenkant van de deur
strooien.
– Ook als de indicatie glansspoelmiddel
en/of zout bijvullen brandt, verloopt het
afwasprogramma bij gebruik
van gecombineerd reinigingsmiddelen
zonder problemen.
– Bij gebruik van afwasmiddelen
met in water oplosbaar beschermend
omhulsel: het omhulsel alleen
met droge handen vastpakken. Het
afwasmiddelbakje moet vóór het vullen
absoluut droog zijn, anders kan het
afwasmiddel eraan vastplakken.
– Als u van gecombineerde
reinigingsmiddelen op losse
afwasmiddelen omschakelt, let er dan
op dat de wateronthardingsinstallatie
en de hoeveelheid glansspoelmiddel
op de juiste waarde zijn ingesteld.
15
nl
Programma-overzicht
In dit overzicht staat het maximaal mogelijke aantal programma’s vermeld. De bij uw
apparaat behorende programma’s kunt u op het bedieningspaneel aflezen.
Soort
serviesgoed
potten, pannen,
niet gevoelig
serviesgoed en
bestek
gemengd
serviesgoed
en bestek
gevoelig
serviesgoed,
bestek,
temperatuurgevoel
ige kunststoffen
en glazen
Soort vervuilingProgrammaEventuele extra
erg aangekoekte,
ingebrande
of opgedroogde
zetmeel-
of eiwithoudende
etensresten
± / °
Intensief 70°
Á
Auto 45° – 65°
licht opgedroogde, in
het huishouden
gebruikelijke
etensresten
á / à
Eco 50°
é / è
weinig aangekoekte
verse etensresten
Glas 40°
ñ / ð
Snel 45°
functies
alle
IntensiefZone
Tijd besparen
Halve belading
Extra drogen
Extra drogen
Programmaverloop
Voorspoelen
Reinigen 70°
Tussenspoelen
Glansspoelen 65°
Drogen
Wordt naar mate
van de vervuiling
met behulp van het
sensorsysteem
geoptimaliseerd.
Voorspoelen
Reinigen 50°
Tussenspoelen
Glansspoelen 65°
Drogen
Voorspoelen
Reinigen 40°
Tussenspoelen
Glansspoelen 55°
Drogen
Reinigen 45°
Tussenspoelen
Glansspoelen 55°
alle soorten
serviesgoed
koud voorspoelen,
tussentijdse reiniging
ù / ø
Voorspoelen
Programmakeuze
Aan de hand van het soort serviesgoed en
de mate van vervuiling kunt
u een passend programma uitzoeken.
16
geenVoorspoelen
Aanwijzingen voor vergelijkende
tests
De voorwaarden voor de vergelijkende
test ontvangt u op aanvraag per e-mail
dishwasher@test-appliances.com.
Geef wel het typenummer (ENr.) en de
fabricagedatum (FD) op. U vindt ze op het
typeplaatje 9* op de deur van het
apparaat.
Extra functiesAfwassen
nl
* Afhankelijk van het model
Instelbaar via de toetsen extra
functies `.
Ÿ Tijd besparen (VarioSpeed) *
Met de functie >>Tijd besparen<< kan
de looptijd – afhankelijk van het gekozen
afwasprogramma – met ca. 20% tot 50%
verkort worden. De op een bepaald
ogenblik optredende wijziging
van de looptijd wordt
op de cijferindicatie )* aangegeven.
Om bij verkorte looptijd optimale
reinigingsresultaten te bereiken worden
water- en energieverbruik verhoogd.
§ Halve belading *
Als u maar weinig afwas hebt (bijv. glazen,
kopjes, borden), dan kunt u de „Halve
belading” bijschakelen. Hiermee bespaart
u water, energie en tijd. Vul het
afwasmiddelbakje met iets minder
afwasmiddel dan zoals aanbevolen
bij een volle belading van de machine.
· Hygiëne *
Tijdens het reinigingsproces wordt
de temperatuur verhoogd. Hierdoor wordt
een verhoogde hygiënestatus bereikt.
Deze extra functie is ideaal voor bijv. het
afwassen van snijplanken of babyflesjes.
Ï IntensiefZone *
Perfect voor gemengde belading. U kunt
erg vuile potten en pannen in de onderste
servieskorf samen met normaal vervuild
serviesgoed in de bovenste korf afwassen.
De sproeidruk in de onderste servieskorf
wordt versterkt, de temperatuur van het
afwaswater iets verhoogd.
¿ Extra drogen *
Door een verhoogde temperatuur tijdens
het glansspoelen en een verlengde
droogfase kunnen ook kunststof delen
beter drogen. Het energieverbruik is iets
hoger.
Programmagegevens
De programmagegevens
(verbruikswaarden) vindt u in de korte
handleiding. Ze hebben betrekking
op normale omstandigheden
en de instelwaarde van de waterhardheid
•:‹…. Verschillende factoren zoals
de temperatuur van het water en de druk
in de waterleiding zijn hierbij van invloed
en kunnen tot afwijkingen leiden.
Aqua-Sensor *
*Afhankelijk vanhetmodel
De Aqua-Sensor is een optisch
meetsysteem (met lichtstraal) waarmee
de vertroebeling van het afwaswater wordt
gemeten.
Afhankelijk van het programma treedt
de Aqua-Sensor in werking. Als de AquaSensor actief is, kan „schoon” afwaswater
in de volgende reinigingsfase gebruikt
worden en het waterverbruik daardoor
met 3–6 liter verminderd worden. Is het
water te vuil, dan wordt het afgepompt
en door vers water vervangen. In
de automatische programma’s worden
bovendien temperatuur en looptijd aan
de mate van vervuiling aangepast.
De indicatie van het laatst gekozen
programma knippert. Dit programma
blijft gekozen zolang er geen andere
programmatoets 0 wordt ingedrukt.
Op de cijferindicatie )* knippert
de vermoedelijke programmaduur.
–START-toetsh indrukken.
Het programmaverloop start.
Programmaverloopindicatie )"
-/,
5/%
=/<
Het serviesgoed wordt
afgewassen.
Het serviesgoed wordt
glanzend gespoeld.
Het serviesgoed wordt
gedroogd.
17
nl
Resttijdindicatie
Bij de keuze van het programma
verschijnt op de cijferindicatie )*
de resterende duur van het programma.
De programmaduur wordt tijdens
het programma bepaald door
de temperatuur van het water,
de hoeveelheid serviesgoed en de mate
van vervuiling en kan (afhankelijk van het
gekozen programma) variëren.
Starttijd kiezen *
* Afhankelijk van het model
U kunt het programma tot 24 uur later
de cijferindicatie )* op œ:‹‚ springt.
–ToetsX + of – net zo vaak indrukken
tot de aangegeven tijd aan uw wens
voldoet.
–START-toetsh indrukken,
de gekozen starttijd is geactiveerd.
– Om de gekozen starttijd te wissen:
de toets X + of – net zo vaak
indrukken tot op de cijferindicatie )*
œ:‹‹ verschijnt.
Tot de starttijd kunt u het programma
willekeurig wijzigen.
Einde van het programma
Het programma is beëindigd als
op de cijferindicatie )* de waarde ‹:‹‹
verschijnt.
Onderbreken van het programma
– AAN/UIT-schakelaar ( uitschakelen.
De indicatielampjes gaan uit. Het
programma blijft in het geheugen
opgeslagen.
Als bij aansluiting op warm water of als
het apparaat al is opgewarmd de deur
van het apparaat geopend werd,
de deur eerst een paar minuten
op een kier laten staan en dan pas
dichtdoen. Anders kan de deur van het
apparaat door expansie (overdruk)
openspringen of water uit het apparaat
komen.
– Om het programma voort te zetten
de AAN/UIT-schakelaar ( weer
inschakelen.
Afbreken van het programma
(Reset)
–START-toetsh gedurende
ca. 3 seconden indrukken.
Op de cijferindicatie )*
verschijnt ‹:‹‚.
– Het programma is na ca. 1 minuut
afgelopen. Op de cijferindicatie )*
verschijnt ‹:‹‹.
– AAN/UIT-schakelaar ( uitschakelen.
Wijzigen van het programma
Na het indrukken van de START-toets h
kan het programma niet gewijzigd worden.
Wijzigen van het programma is alleen
mogelijk door het programma af te breken
(Reset).
Uitschakelen van het apparaat
Korte tijd na afloop van het programma:
– AAN/UIT-schakelaar ( uitschakelen.
– Kraan dichtdraaien (niet bij Aqua-Stop).
– Na afkoeling het serviesgoed uit het
apparaat halen.
ã=Waarschuwing
Om na afloop van het programma het
serviesgoed uit te ruimen: de deur
helemaal openen en niet op een kier laten
staan. Eventueel nog ontsnappende
waterdamp kan gevoelige werkbladen
beschadigen.
18
nl
Intensief drogen
Tijdens het glansspoelen wordt
de temperatuur verhoogd waardoor het
droogresultaat wordt verbeterd.
De looptijd kan hierdoor iets verlengd
worden. (Wees voorzichtig met gevoelig
serviesgoed!)
de cijferindicatie )*•:‹... brandt.
– Beide toetsen loslaten.
De indicatie van toets # knippert
en op de cijferindicatie )* brandt
de door de fabriek ingestelde
waarde •:‹….
–Programmatoets# net zo vaak
indrukken tot op de cijferindicatie )*
de in de fabriek ingestelde
waarde š:‹‹ verschijnt.
Om de instelling te wijzigen:
– Door indrukken van de toets 3 kunt
u het programma Intensief drogen in-
š:‹‚. of uitschakelen š:‹‹.
–START-toetsh indrukken.
De instelwaarde is opgeslagen.
Schoonmaken en onderhoud
Regelmatige controle en onderhoud
van het apparaat dragen ertoe bij defecten
te voorkomen. Dit bespaart u tijd
en ergernis.
Algemene toestand
van de machine
– Spoelruimte controleren
op kalkaanslag en vetresten.
Als u zulke aanslag aantreft:
– afwasmiddelbakje met afwasmiddel
vullen. Het apparaat zonder
serviesgoed in het programma met
de hoogste afwastemperatuur starten.
Om het apparaat te reinigen alleen
speciaal voor afwasautomaten geschikte
afwas-/schoonmaakmiddelen gebruiken.
– Deurafdichting regelmatig
met een vochtig doekje afnemen.
Gebruik bij het reinigen van uw
afwasautomaat nooit een stoomreiniger.
De fabrikant kan niet aansprakelijk worden
gesteld voor eventuele gevolgen.
De voorkant van het apparaat en het
bedieningspaneel regelmatig
met een vochtig doekje afnemen. Water
met een scheutje afwasmiddel is
voldoende. Geen schuursponsjes
gebruiken of schoonmaakmiddelen
met schuurmiddelen. Dit kan krassen
op de oppervlakken veroorzaken.
Bij roestvrijstalen apparaten geen
sponsjes gebruiken of deze anders vóór
het eerste gebruik een aantal keren
grondig uitspoelen om corrosie
te voorkomen.
ã=Waarschuwing
Gebruik nooit andere huishoudelijke
schoonmaakmiddelen die chloor bevatten!
Ze kunnen schadelijk zijn voor
de gezondheid!
Onthardingszout
en glansspoelmiddel
– De bijvulindicaties @ en H
controleren. Eventueel zout en/
of glansspoelmiddel bijvullen.
19
nl
1
2
Zeven
De zeven 1R zorgen ervoor dat grove
etensresten in het spoelwater niet
in de afvoerpomp terechtkomen. Door
deze etensresten kunnen de zeven
verstopt raken.
Het zevensysteem bestaat uit een grove
zeef, een vlakke fijne zeef
en een microzeef.
– Na elke afwasbeurt de zeven
op etensresten controleren.
– Zeefcylinder zoals afgebeeld
losdraaien en het zeefsysteem eruit
halen.
Sproeiarmen
Kalk en etensresten in het afwaswater
kunnen de sproeiopeningen en de lagers
van de sproeiarmen 12 en 1B
blokkeren.
– Sproeiopeningen van de sproeiarmen
op verstopping controleren.
– Bovenste sproeiarm 12 eraf
schroeven.
– De onderste sproeiarm 1B naar
boven eraf trekken.
– Sproeiarmen onder stromend water
schoonmaken.
– Sproeiarmen weer vastdrukken resp.
vastschroeven.
– Eventuele etensresten verwijderen en
de zeven onder stromend water
schoonmaken.
– Zevensysteem in omgekeerde
volgorde weer erin zetten
en erop letten dat de gemarkeerde
pijlen na het sluiten tegenover elkaar
staan.
20
nl
Afvoerpomp
Grove etensresten in het afwaswater die
niet door de zeven worden
tegengehouden, kunnen de afvoerpomp
blokkeren. Het afwaswater wordt dan niet
afgepompt en blijft boven de zeef staan.
In dit geval:
– Altijd eerst de stekker uit het
stopcontact trekken resp de zekering
uitschakelen of losdraaien.
– Zeven 1R eruit halen.
– Water eruit scheppen, eventueel
met behulp van een spons.
– Pompafdekking (zoals afgebeeld)
met behulp van een lepel eruit tillen tot
u een klik hoort. Hierna de afdekking
aan het verbindingsstuk naar boven
trekken tot u niet verder kunt
en daarna naar voren eruit trekken.
1
– Binnenruimte op vreemde voorwerpen
controleren en deze – indien nodig –
verwijderen.
– Afdekking weer in de oorspronkelijke
stand brengen, naar beneden drukken
en vastklikken.
2
3
Storingen zelf verhelpen
De ervaring leert dat veel storingen die in
het dagelijks gebruik optreden, door u zelf
verholpen kunnen worden. Hiermee
bespaart u natuurlijk kosten en bent u er
zeker van dat de machine snel weer
gebruikt kan worden. In het volgende
overzicht vindt u eventuele oorzaken van
de storingen en nuttige aanwijzingen om
deze te verhelpen.
ã=Waarschuwing
Als op de cijferindicatie )*
een foutcode (“:‹‚ tot “:„‹), moet altijd
eerst de stekker van het apparaat uit het
stopcontact getrokken resp. de zekering
uitgeschakeld worden en de kraan worden
dichtgedraaid.
Bepaalde storingen (zie de volgende
beschrijving van storingen) kunt u zelf
verhelpen; bij alle andere storingen a.u.b.
de Servicedienst inschakelen en
de aangegeven storing “:XX aangeven.
ã=Waarschuwing
Denk eraan: reparaties mogen alleen door
een vakkundig monteur worden
uitgevoerd. Mocht het uitwisselen
van een onderdeel noodzakelijk zijn, let er
dan op dat alleen originele onderdelen
gebruikt worden. Ondeskundige reparatie
of gebruik van niet-originele onderdelen
kan aanzienlijke schade en gevaar voor
de gebruiker opleveren.
... bij het inschakelen
Het apparaat start niet.
– Zekering van de huisinstallatie niet
in orde.
– De stekker zit niet in het stopcontact.
– De deur van het apparaat is niet goed
dicht.
Klick
– Zeven monteren.
21
nl
... bij het instellen
De instelling kan niet gewijzigd worden,
een programma start.
– Verkeerde programmatoets ingedrukt.
Het programma afbreken
(zie hoofdstuk „Programma afbreken
(Reset)”) en van voren af aan
beginnen.
– Einde van het programma niet
afgewacht.
... aan het apparaat
De onderste sproeiarm draait moeilijk.
– Sproeiarm geblokkeerd.
De deur kan niet alleen moeilijk geopend
worden. *
– Kinderbeveiliging is geactiveerd.
De gebruiksaanwijzing voor
de deactivering bevindt zich
achterin in de omslag.
* Afhankelijk van het model
De deur kan niet sluiten.
–Het deurslot is omgesprongen. Om het
slot terug te zetten de deur met grote
kracht sluiten.
Deksel van het afwasmiddelbakje kan
niet gesloten worden.
– Afwasmiddelbakje te vol
of mechanisme door vastgeplakte
afwasmiddelresten geblokkeerd.
Afwasmiddelresten
in het afwasmiddelbakje.
– Afwasmiddelbakje was tijdens het
vullen vochtig.
Indicatie „Watertoevoer controleren” 8
brandt.
– Kraan dicht.
– Watertoevoer onderbroken.
– Watertoevoerslang geknikt.
– Zeef aan de kraan verstopt.
– Apparaat uitschakelen
en de stekker uit het stopcontact
trekken.
– Kraan dichtdraaien.
– Zeef in de toevoerslang
schoonmaken.
– Stroom weer inschakelen.
– Kraan opendraaien.
– Apparaat inschakelen.
– Na afloop van het programma blijft er
water in het apparaat staan.
– (“:ƒ…) Waterafvoerslang verstopt
of geknikt.
Zeven verstopt.
– (“:ƒ†) Waterafvoerpomp
geblokkeerd, afdekking
van de waterafvoerpomp niet
vastgeklikt
(zie Schoonmaken en onderhoud).
– Zeven verstopt.
– Programma nog niet beëindigd.
Wachten op het einde van het
programma (de cijferindicatie
geeft ‹:‹‹ aan) of functie „Reset”
uitvoeren.
Bijvulindicatie voor zout @ en/
of glansspoelmiddel H brandt niet.
Er zijn resten thee of lippenstift
achtergebleven.
– Het afwasmiddel heeft te weinig
bleekwerking.
– Te lage afwaswatertemperatuur.
– Te weinig/ongeschikt afwasmiddel.
Witte vlekken op het serviesgoed/de
glazen blijven melkkleurig.
Bij het gebruik van afwasmiddel zonder
fosfaat kan er bij hard leidingwater eerder
witte aanslag op het serviesgoed en
de binnenwanden van de machine
ontstaan.
– Te weinig/ongeschikt afwasmiddel.
– Te zwak programma gekozen.
– Geen/te weinig glansspoelmiddel.
– Geen/te weinig onthardingszout.
– Onthardingsinstallatie
op een verkeerde waarde ingesteld.
– Deksel van het zoutreservoir niet
vastgedraaid.
Neem contact op met de fabrikant van het
reinigingsproduct, vooral als:
– het serviesgoed na afloop van het
programma erg nat is,
– er kalkaanslag ontstaat.
Doffe, verkleurde glazen, aanslag kan
niet worden afgewassen.
– Ongeschikt afwasmiddel.
– Glazen niet geschikt voor
afwasmachine.
Strepen op glazen en bestek, glazen zien
er metaalachtig uit.
– Te veel glansspoelmiddel.
Verkleuringen op kunststof delen.
– Te weinig/ongeschikt afwasmiddel.
– Te zwak programma gekozen.
Roestsporen op het bestek.
– Bestek niet roestbestendig.
– Zoutgehalte in het afwaswater te hoog
doordat het deksel van het
zoutreservoir niet goed is vastgedraaid
of bij het bijvullen zout gemorst werd.
Serviesgoed niet droog.
– De deur van het apparaat werd
te vroeg geopend en het serviesgoed
werd er te snel uitgehaald.
– Een programma zonder drogen
gekozen.
– Te weinig/ongeschikt
glansspoelmiddel.
– Intensief drogen activeren.
– Het gecombineerde afwasmiddel heeft
een slechte droogcapacitiet.
Glansspoelmiddel gebruiken (instelling
zie hoofdstuk Glansspoelmiddel).
23
nl
1
2
FD
Servicedienst
Als u de storing niet zelf kunt verhelpen,
neem dan contact op met de
Servicedienst. De contactgegevens van de
dichtstbijzijnde Servicedienst vindt u op de
achterkant van deze gebruiksaanwijzing of
in de bijgesloten lijst met
Servicedienstadressen. Geef aan
de Servicedienst typenummer (ENr. = 1)
en het FD-nummer (FD = 2) op. U vindt
deze gegevens op het typeplaatje 9*
op de deur van het apparaat.
Vertrouw op de deskundigheid van de
fabrikant. Neem contact met ons op. U
bent er dan van verzekerd dat de reparatie
door ervaren technici wordt uitgevoerd die
gebruik maken van de originele
reserveonderdelen voor uw apparaat.
Installatie
Om de afwasautomaat goed te laten
functioneren moet hij vakkundig worden
aangesloten. De gegevens
van watertoevoer en waterafvoer en
de elektrische aansluitwaarden moeten
met de vereiste criteria overeenkomen
zoals deze in de volgende alinea’s resp.
in het montagevoorschrift zijn beschreven.
Bij de montage de juiste volgorde
van de handelingen aanhouden:
– Bij aflevering controleren
– Plaatsen
– Aansluiten op de waterafvoer
– Aansluiten op de watertoevoer
– Elektrische aansluiting
Veiligheidsvoorschriften
– Het apparaat volgens het installatie-
en montagevoorschrift plaatsen
en aansluiten.
– Tijdens het installeren mag
de afwasautomaat niet op het
elektriciteitsnet zijn aangesloten.
– Overtuig u ervan dat het
aardingssysteem van de elektrische
huisinstallatie volgens
de elektrotechnische voorschriften is
geïnstalleerd.
– De elektrische aansluitvoorwaarden
moeten overeenkomen met
de gegevens op het typeplaatje 9*
van de afwasautomaat.
– Als de elektrische aansluitkabel
van het apparaat beschadigd wordt,
dan moet deze door een speciale
aansluitkabel vervangen worden.
Om gevaren te voorkomen mag deze
alleen door de Servicedienst
vervangen worden.
– Als de afwasmachine in een hoge kast
moet worden ingebouwd, dan moet
deze volgens de voorschriften
bevestigd worden.
– Voor een goede stabiliteit van het
apparaat mogen integreerbare
of onderbouwapparaten alleen onder
een doorlopend werkblad worden
ingebouwd dat aan de kasten ernaast
is vastgeschroefd.
24
nl
– Het apparaat niet in de buurt
van een warmtebron (radiator, boiler,
fornuis of andere apparaten die
warmte afgeven) installeren en niet
onder een kookplateau inbouwen.
– Na het plaatsen van het apparaat moet
de stekker gemakkelijk te bereiken
zijn.
– Bij sommige modellen:
In de kunststof behuizing aan
de wateraansluiting bevindt zich
een elektrisch ventiel,
in de toevoerslang bevinden zich
de aansluitingsleidingen. De slang niet
doorsnijden, de kunststof behuizing
niet in water onderdompelen.
ã=Waarschuwing
Als het apparaat niet in een nis staat
waardoor een zijwand toegankelijk is, dan
moeten de deurscharnieren om
veiligheidsredenen aan de zijkant afgedekt
worden (kans op verwondingen).
De afdekkingen zijn als extra toebehoren
tegen meerprijs bij de Servicedienst
of bij uw leverancier verkrijgbaar.
Aflevering
Uw afwasmachine werd in de fabriek
grondig gecontroleerd op correct
functioneren. Hierbij zijn kleine
watervlekken achtergebleven. Deze zijn
na de eerste afwas verdwenen.
Technische gegevens
Gewicht:
max. 60 kg
Spanning:
220–240 V, 50 Hz of 60 Hz
Aansluitwaarde:
1,9–2,3 kW
Zekering:
10/16 A
Waterdruk:
minimaal 0,05 MPa (0,5 bar), maximaal
1 MPa (10 bar). Bij hogere waterdruk:
een drukreduceerventiel ervoor installeren.
Hoeveelheid binnenstromend water:
minimaal 10 liter per minuut.
Temperatuur van het water:
Koud water, bij warm water max.
temperatuur 60 °C.
Plaatsing
De vereiste inbouwmaten vindt u in het
montagevoorschrift. Het apparaat
met behulp van de verstelbare voetjes
waterpas zetten. Let erop dat het apparaat
stevig staat.
– Geïntegreerde
en onderbouwapparaten die
naderhand als vrijstaand apparaat
worden opgesteld, moeten beveiligd
worden tegen kantelen, bijv. door
vastschroeven aan de wand of door
inbouw onder een doorlopend
werkblad dat aan de kasten ernaast is
vastgeschroefd.
– Het apparaat kan zonder problemen
tussen wanden van hout
of kunststof in een rij keukenmeubelen
worden ingebouwd. Als de stekker niet
gemakkelijk bereikbaar is, dan moet
er volgens de veiligheidsvoorschriften
een meerpolige scheidingsinstallatie
met een contactopening van minimaal
3 mm aanwezig zijn.
25
nl
Aansluiten op de waterafvoer
– De noodzakelijke handelingen vindt
u in het montagevoorschrift. Eventueel
een sifon met aansluitnippel monteren.
– Afvoerslang met behulp
van de meegeleverde onderdelen
op de aansluitnippel van de sifon
aansluiten.
Let erop dat de waterafvoerslang niet
geknikt, ingedrukt of ineen gestrengeld
is endat eenstopindeafvoer het
wegstromen van het water niet
belemmert!
Aansluiten op de watertoevoer
– Aansluiting volgens het
montagevoorschrift. De toevoerslang
met behulp van de meegeleverde
onderdelen op de kraan aansluiten.
Let erop dat de toevoerslang niet
geknikt, platgedrukt
of ineengestrengeld is.
– Bij vervanging van het apparaat moet
altijd een nieuwe watertoevoerslang
in gebruik worden genomen.
De indicaties van het laatst gekozen
programma gaan branden.
– Programma met de hoogste
temperatuur kiezen.
Op de cijferindicatie )* verschijnt
de vermoedelijke duur van het
programma.
–START-toetsh indrukken.
Programma start.
–Naca.4minuten START-toetsh net
zolang indrukken tot
de cijferindicatie ‹:‹‚ aangeeft.
Na ca. 1 minuut verschijnt
op de cijferindicatie ‹:‹‹.
– Apparaat uitschakelen ( en kraan
dichtdraaien.
Apparaat alleen rechtop vervoeren.
(Om te voorkomen dat resterend water
in het besturingsmechanisme terechtkomt
wat tot een verkeerd
programmaverloop leidt.)
Bescherming tegen vorst
Als het apparaat in een voor vorst
gevoelige ruimte staat
(bijv. in een vakantiehuisje), dan moet
u het apparaat helemaal leeg laten lopen
(zie Transport).
– Kraan dichtdraaien, toevoerslang
losmaken en laten leeglopen.
Afvoeren van de verpakking
en van uw oude apparaat
Zowel de verpakking van het nieuwe
apparaat als het oude apparaat bevat
waardevolle grondstoffen en materiaal dat
hergebruikt kan worden.
De afzonderlijke delen a.u.b. gesorteerd
afvoeren.
U kunt bij uw leverancier
of bij de gemeente informeren hoe u uw
oude apparaat en het
verpakkingsmateriaal kunt (laten)
afvoeren.
Verpakking
Alle kunststof delen van het apparaat zijn
gemerkt met een gestandaardiseerd
afkortingsteken (bijv. >PS< polystyreen).
Hierdoor is bij het afvoeren van het
apparaat een scheiding per soort
van de kunststof afvaldelen mogelijk.
Neem a.u.b. de aanwijzingen voor
de veiligheid onder „Bij levering” in acht.
Uw oude apparaat
Neem a.u.b. de aanwijzingen voor
de veiligheid onder „Bij het afvoeren”
in acht.
Dit apparaat is gekenmerkt
in overeenstemming met
de Europese richtlijn 2002/96/EC
afgedankte elektrische
en elektronische apparatuur (waste
electrical and electronic equipment
– WEEE). De richtlijn geeft het
kader aan voor de in de EU
geldende terugname
en verwerking van oude
apparaten.
27
Kinderbeveiliging (deurvergrendeling)*
40 Kinderbeveiliging activeren.
41 Deur openen bij geactiveerde
kinderbeveiliging.
42 Kinderbeveiliging deactiveren.
Zorg dat de deur van het apparaat altijd
goed gesloten is als u het apparaat verlaat.
Alleen zo kunt u uw kinderen tegen
eventuele gevaren beschermen.
Bakplaat-sproeikop*
Grote bakplaten ofroosters enborden meteendoorsnede vanmeer dan 30 cm
(gourmetborden, pastaborden, onderborden) kunt umetbehulp vandeze sproeikop
reinigen. Hiertoe debovenste servieskorf eruit halen en desproeikopzoals afgebeeld
erinzetten.
*niet bijalle modellen
Deafwasautomaat altijd met debovenste servieskorf ofdebakplaat-sproeikopgebruiken!
Debakplaten zoals afgebeeld inruimen zodat desproeistraal alle delen kan bereiken
(maximaal 4 bakplaten en2 roosters).
Tijdens het gebruik vanhet apparaat hoeft uer inprincipe niet bijteblijven
resp. na het gebruik om veiligheidsredenen dekraan dicht tedraaien.
Alleen bijlangere afwezigheid, bijv. als ueenpaar weken opvakantie gaat,
moet dekraan worden dichtgedraaid.
Voorwaarde voor aanspraak opgarantie is dat het apparaat metAqua-Stop
vakkundig enovereenkomstig ons installatievoorschrift is opgesteld enaangesloten.
Hiertoe behoort ook devakkundig gemonteerde verlenging vandeAqua-Stop
(origineel toebehoren). Onze garantie heft geen betrekking opdefecte
toevoerleidingen ofarmaturen tot aan deAqua-Stop-aansluiting opdekraan.
Deze aansprakelijkheidsgarantie geldt voor delevensduur vanhet apparaat.
Alsdoor eenfout inons Aqua-Stop-systeem waterschade wordt veroorzaakt,
vergoeden wij deschade aan particuliere gebruikers. Omhet waterbeveiligingssysteem tegaranderen moet het apparaat ophet elektriciteitsnet zijn aangesloten.