Bosch SMS86M02EU User Manual [nl]

Afwasautomaat
nl
Gebruiksaanwijzing

9000 404 977 (8906)

B
Start
h. min.
h.
A
C
h.
1
Reset 3 sec.
2
6
8
7
3 4 5
9
1011
20
24
25
26
27
28
29
30
31
23
22
21
nl Inhoudsopgave
Veiligheidsvoorschriften . . . . . . . . . . . . 4
Bij aflevering . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4
Bij de installatie . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4
Dagelijks gebruik . . . . . . . . . . . . . . . . 4
Bij kinderen in het huishouden . . . . . . 4
Deurvergrendeling . . . . . . . . . . . . . . . 4
Toetsenblokkering . . . . . . . . . . . . . . . . 4
Bij schade . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5
Bij het afvoeren van het apparaat . . . . 5
Kennismaking met het apparaat . . . . . . 5
Bedieningspaneel . . . . . . . . . . . . . . . . 5
Binnenkant van het apparaat . . . . . . . 5
Wateronthardingsinstallatie . . . . . . . . . 6
Instellen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6
Tabel voor de waterhardheid . . . . . . . 6
Onthardingszout . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7
Gebruik van onthardingszout . . . . . . . 7
Reinigingsproducte
met zoutcomponente . . . . . . . . . . . . . 7
Ontharding uitschakelen . . . . . . . . . . . 7
Glansspoelmiddel . . . . . . . . . . . . . . . . . 8
Hoeveelheid glansspoelmiddel
instellen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8

Indicatie glansspoelmiddel bijvullen

uitschakelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 9
Serviesgoed . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 10
Ongeschikt servies . . . . . . . . . . . . . . 10
Schade aan glas en serviesgoed . . . 10
Inruimen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 10
Uitruimen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 10
Kopjes en glazen . . . . . . . . . . . . . . . 10
Pannen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 11
Besteklade . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 11
Omklapbare bordensteunen . . . . . . . 11
Kopjeshouder . . . . . . . . . . . . . . . . . . 12
Houder voor kleingoed . . . . . . . . . . . 12
Afwasmiddel . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 14
Vul afwasmiddel . . . . . . . . . . . . . . . . 14
Gecombineerde reinigingsmiddelen . 15
Programma-overzicht . . . . . . . . . . . . . 16
Programmakeuze . . . . . . . . . . . . . . . 16
Aanwijzingen voor vergelijkende
tests . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 16
Extra functies . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 17
Tijd besparen (VarioSpeed) . . . . . . . 17
Halve belading . . . . . . . . . . . . . . . . . 17
Hygiëne . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 17
IntensiefZone . . . . . . . . . . . . . . . . . . 17
Extra drogen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 17
Afwassen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 17
Programmagegevens . . . . . . . . . . . . 17
Aqua-Sensor . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 17
Inschakelen van het apparaat . . . . . . 17
Programmaverloopindicatie . . . . . . . . 17
Resttijdindicatie . . . . . . . . . . . . . . . . . 18
Starttijd kiezen . . . . . . . . . . . . . . . . . . 18
Einde van het programma . . . . . . . . . 18
Uitschakelen van het apparaat . . . . . 18
Onderbreken van het programma . . . 18
Afbreken van het programma . . . . . . 18
Wijzigen van het programma . . . . . . . 18
Intensief drogen . . . . . . . . . . . . . . . . . 19
Schoonmaken en onderhoud . . . . . . . 19
Algemene toestand van de machine . 19 Onthardingszout en
glansspoelmiddel . . . . . . . . . . . . . . . 19
Zeven . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 20
Sproeiarmen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 20
Afvoerpomp . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 21
Storingen zelf verhelpen . . . . . . . . . . . 21
... bij het inschakelen . . . . . . . . . . . . . 21
... bij het instellen . . . . . . . . . . . . . . . . 22
... aan het apparaat . . . . . . . . . . . . . . 22
... bij de afwas . . . . . . . . . . . . . . . . . . 23
... aan het serviesgoed . . . . . . . . . . . 23
Servicedienst . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 24
Installatie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 24
Veiligheidsvoorschriften . . . . . . . . . . . 24
Aflevering . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 25
Technische gegevens . . . . . . . . . . . . 25
Plaatsing . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 25
Aansluiten op de waterafvoer . . . . . . 26
Aansluiten op de watertoevoer . . . . . 26
Elektrische aansluiting . . . . . . . . . . . . 26
Demontage . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 26
Transport . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 27
Bescherming tegen vorst . . . . . . . . . . 27
Afvoeren van de verpakking en van
uw oude apparaat . . . . . . . . . . . . . . . . 27
Verpakking . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 27
Uw oude apparaat . . . . . . . . . . . . . . . 27
nl
Veiligheidsvoorschriften
Bij aflevering
– Controleer onmiddellijk
of de verpakking en de afwasautomaat tijdens het transport beschadigd zijn. Een beschadigd apparaat niet in gebruik nemen maar contact opnemen met uw leverancier.
– Het verpakkingsmateriaal
milieuvriendelijk volgens de geldende voorschriften afvoeren.
– Laat kinderen niet met de verpakking
en de onderdelen daarvan spelen. Kans op stikken door vouwdozen en folie.
Bij de installatie
Hoe het apparaat volgens de voorschriften geplaatst en aangesloten moet worden, kunt u nalezen in het hoofdstuk „Installatie”.
Dagelijks gebruik
– De afwasautomaat alleen in het
huishouden gebruiken en alleen voor het aangegeven doel: het afwassen van huishoudelijk serviesgoed.
– Kinderen of personen die vanwege
hun beperkte lichamelijke of geestelijke vermogens, motorische storingen, onervarenheid of gebrekkige kennis niet in staat zijn het apparaat veilig te bedienen, mogen dit apparaat alleen onder toezicht of na instructie door een verantwoordelijke persoon gebruiken.
– Niet op de geopende deur gaan zitten
of staan. Het apparaat kan kantelen.
– Bij vrijstaande apparaten erop letten
dat het apparaat naar voren kan kiepen bij te vol geladen servieskorven.
– Doe geen oplosmiddel
in de spoelruimte. Kans op explosie.
– Tijdens het programmaverloop de deur
alleen heel voorzichtig openen. Er kan namelijk heet water uit het apparaat spuiten.
– Om verwondingen bijv. door struikelen
te voorkomen: de afwasautomaat tijdens het in- en uitladen zo kort mogelijk openen.
– Let op de veiligheidsvoorschriften
resp. de aanwijzingen bij het gebruik op de verpakkingen van het afwas­en glansspoelmiddel.
ã=Waarschuwing
Messen en andere voorwerpen met scherpe punten plat in de besteklade leggen.
Bij kinderen in het huishouden
– Maak gebruik – indien aanwezig –
van de kinderbeveiliging. Een nauwkeurige beschrijving vindt u achter in de omslag.
– Laat kinderen nooit met het apparaat
spelen of het bedienen.
– Kinderen uit de buurt van afwasmiddel
en glansspoelmiddel houden. Deze kunnen irritaties in mond, keel en ogen veroorzaken of tot verstikking leiden.
– Kinderen uit de buurt van de geopende
afwasautomaat houden, Het water in het apparaat is geen drinkwater. Er kunnen nog resten afwasmiddel in het apparaat zijn achtergebleven.
Let op dat kinderen niet in de tab­opvangschaal 1: grijpen. De vingertjes kunnen in de sleuven beklemd raken.
– Bij een hoog ingebouwd apparaat
bij het openen en sluiten van de deur erop letten dat kinderen zich niet tussen de deur van het apparaat en de kastdeur eronder wringen en/ of bekneld raken.
Kinderbeveiliging (deurvergrendeling) *
De beschrijving van de kinderbeveiliging bevindt zich achterin in de omslag.
* Afhankelijk van het model
Kinderbeveiliging (toetsenblokkering)
U kunt uw afwasautomaat beveiligen tegen het onbedoeld afbreken van het programma (bijv. bij indrukken van toetsen door kinderen).
4
nl
Toetsenblokkering activeren:
– Het gekozen programma starten. –Detoets+ ca. 4 sec. ingedrukt
houden tot op de cijferindicatie ’– verschijnt.
Als tijdens het programmaverloop een willekeurige toets wordt aangetipt, verschijnt op de cijferindicatie ’–. Afbreken van het programma (Reset) is niet mogelijk.
Toetsenblokkering deactiveren:
–Detoets+ ca. 4 sec. ingedrukt
houden tot op de indicatie ’– uitgaat.
Met het einde van het programma (:‹‹ op de cijferindicatie) is de blokkering van de toetsen opgeheven. Bij het uitvallen van de stroom blijven de toetsen geblokkeerd. Bij elke nieuwe start van een programma moet de toetsenblokkering opnieuw geactiveerd worden.
Bij schade
– Reparaties en ingrepen mogen alleen
door een vakkundig monteur worden uitgevoerd. Hierbij mag het apparaat niet op het lichtnet zijn aangesloten. Stekker uit het stopcontact trekken of de zekering losdraaien resp. uitschakelen. Kraan dichtdraaien.
Bij het afvoeren van het apparaat
– Het afgedankte apparaat onmiddellijk
onbruikbaar maken om eventuele ongelukken te voorkomen.
– Het apparaat op een milieuvriendelijke
wijze (laten) afvoeren.
ã=Waarschuwing
Kinderen kunnen zichzelf tijdens het spelen in het apparaat opsluiten (kans op stikken) of in een andere gevaarlijke situatie geraken.
Trek daarom de stekker uit het stopcontact. Aansluitkabel doorknippen en verwijderen. Deurslot onklaar maken zodat de deur niet meer sluit.
Kennismaking met het apparaat
De afbeeldingen van het bedieningspaneel en van de binnenruimte van het apparaat vindt u vooraan in de omslag van deze gebruiksaanwijzing.
In de tekst wordt op de verschillende posities gewezen.
Bedieningspaneel
( AAN/UIT-schakelaar 0 Programmatoetsen ** 8 Indicatie „Watertoevoer controleren” @ Indicatie zout bijvullen H Indicatie glansspoelmiddel bijvullen P Toets om de deur te openen X Starttijd kiezen * ` Extra functies ** h START-toets )" Programmaverloopindicatie )* Cijferindicatie

*Afhankelijk vanhetmodel

** Aantal afhankelijk van het model
Binnenkant van het apparaat
1" Besteklade 1* Bovenste servieskorf 12 Bovenste sproeiarm 1: Tab-opvangschaal 1B Onderste sproeiarm 1J Reservoir voor onthardingszout 1R Zeven 1Z Onderste servieskorf 1b Voorraadreservoir voor
glansspoelmiddel
1j Afwasmiddelbakje 9" Vergrendeling voor afwasmiddelbakje 9* Typeplaatje
5
nl
•:‹‹
•:‹‚
•:‹ƒ
•:‹„
•:‹…
•:‹†
•:‹‡
•:‹ˆ
Water­hardheids­waarde°dH
0–6 zacht
7–8 zacht
9–10 gemiddeld
11–12 gemiddeld
13–16 gemiddeld
17–21 hard
22–30 hard
31–50 hard
mmol/l
0–1,1
1,2–1,4
1,5–1,8
1,9–2,1
2,2–2,9
3,0–3,7
3,8–5,4
5,5–8,9
Instelwaarde opmachine
Hardheids­bereik
Wateronthardingsinstallatie
Voor een goed afwasresultaat heeft de afwasautomaat zacht water, d.w.z. water met weinig kalk nodig. Anders zetten zich witte kalkresten op het serviesgoed en de binnenkant van de spoelruimte af.
Leidingwater met een hardheidsgraad boven 7° dH (vanaf instelwaarde •:‹‚) moet onthard worden. Dit gebeurt met behulp van onthardingszout (regenereerzout) in de wateronthardingsinstallatie van de afwasmachine.
De instelling en daarmee de benodigde hoeveelheid zout zijn afhankelijk van de hardheidsgraad van het leidingwater.
Instellen
De hoeveelheid onthardingszout is van •:‹‹ tot •:‹ˆ instelbaar.
Bij de instelwaarde •:‹‹ is geen onthardingszout nodig.
– Vraag de hardheidsgraad van het
water. Informeer bij het waterleidingbedrijf.
– De instelwaarde vindt u in de tabel
voor de waterhardheid.
–Deur sluiten. – AAN/UIT-schakelaar ( inschakelen. –Programmatoets# ingedrukt
houden en de START-toets h net zolang indrukken tot de cijferindicatie •:‹... brandt.

– Beide toetsen loslaten.

De indicatie van toets # knippert en op de cijferindicatie )* brandt de door de fabriek ingestelde waarde •:‹….

Om de instelling te wijzigen:

– Programmatoets 3 indrukken.

Bij elke druk op de toets wordt de instelwaarde met één cijfer verhoogd. Als de waarde •:‹ˆ is bereikt, dan springt de indicatie weer op •:‹‹ (uit).

–START-toetsh indrukken.

De ingestelde waarde is in het geheugen opgeslagen.
Tabel voor de waterhardheid
6
nl
*
Onthardingszout
Gebruik van onthardingszout
Onmiddellijk vóór het inschakelen van het apparaat zout bijvullen. Hiermee bereikt u dat de overgelopen zoutoplossing onmiddellijk wordt uitgespoeld en corrosie aan het spoelreservoir wordt voorkomen.
– De schroefdop van het
voorraadreservoir 1J eraf draaien.
– Het reservoir met water vullen (alleen
nodig bij het eerste gebruik).
– Hierna onthardingszout bijvullen (geen
keukenzout of tabletten). Hierdoor wordt het water verdrongen
en loopt weg.
Zodra de indicatie zout bijvullen @ op het bedieningspaneel brandt, moet opnieuw zout worden bijgevuld.
Indicatie zout bijvullen/ ontharding uitschakelen
Als de indicatie zout bijvullen @ stoort (bijv. bij gebruik van gecombineerde reinigingsproducten met zoutcomponenten), dan kan deze uitgeschakeld worden.
– Ga te werk zoals onder
„Onthardingsinstallatie instellen” is beschreven en de waarde op •:‹‹ zetten.
Hiermee zijn de onthardingsinstallatie en de indicatie zout bijvullen uitgeschakeld.
ã=Waarschuwingen
– Het zoutreservoir nooit
met afwasmiddel vullen. Hierdoor gaat de onthardingsinstallatie kapot.
– Zout moet altijd onmiddellijk vóór het
inschakelen van het apparaat worden bijgevuld om schade door corrosie te voorkomen.
* Afhankelijk van het model
Gebruik van reinigingsproducten met zoutcomponenten
Bij gebruik van gecombineerde reinigingsproducten met zoutcomponenten hoeft in het algemeen tot een waterhardheid van 21°dH (37°fH, 26°Clarke, 3,7mmol/l) geen onthardingszout gebruikt te worden. Bij een waterhardheid boven 21° dH is ook hier het gebruik van onhardingszout noodzakelijk.
7
nl
max
Glansspoelmiddel
Als indicatie Glansspoelmiddel bijvullen H op het bedieningspaneel brandt, dan is er nog glansspoelmiddel voor 1 – 2 afwasbeurten aanwezig. U moet glansspoelmiddel bijvullen.
Glansspoelmiddel hebt u nodig voor streeploos gedroogd serviesgoed en heldere glazen. Gebruik alleen glansspoelmiddel voor huishoudelijke afwasautomaten.
Gecombineerde reinigingsproducten met glansspoelcomponenten kunnen alleen tot een waterhardheid van 21° dH (37° fH, 26° Clarke, 3,7 mmol/l) gebruikt worden. Bij een waterhardheid boven 21° dH is ook hier het gebruik van glansspoelmiddel noodzakelijk.
– Het voorraadreservoir 1b openen
door het lipje op het deksel in te drukken en op te tillen.
– Glansspoelmiddel voorzichtig tot
de max. markering in de vulopening gieten.
– Eventueel gemorst glansspoelmiddel
met een doekje verwijderen om overmatige schuimontwikkeling bij de volgende afwasbeurt te voorkomen.
Hoeveelheid glansspoelmiddel instellen
De hoeveelheid glansspoelmiddel is van §:‹‹ tot §:‹‡ instelbaar. De stand §:‹† is in de fabriek ingesteld.
Verander de hoeveelheid glansspoelmiddel alleen als er strepen (lagere stand instellen) of watervlekken (hogere stand instellen) op het serviesgoed achterblijven.
–Deur sluiten. – AAN/UIT-schakelaar ( inschakelen. – Programmatoets # ingedrukt
houden en de START-toets h net zolang indrukken tot de cijferindicatie •:‹... brandt.
– Beide toetsen loslaten.
De indicatie van toets # knippert en op de cijferindicatie )* brandt de door de fabriek ingestelde waarde •:‹….
– Programmatoets # net zo vaak
indrukken tot op de cijferindicatie )* de in de fabriek ingestelde waarde §:‹† verschijnt.
Om de instelling te wijzigen:
– Programmatoets 3 indrukken.
Bij elke druk op de toets wordt de instelwaarde met één cijfer verhoogd. Als de waarde §:‹‡ is bereikt, dan springt de indicatie weer op §:‹‹ (uit).
–START-toetsh indrukken.
De instelwaarde is opgeslagen.
– Deksel sluiten tot u een klik hoort.
8
Indicatie glansspoelmiddel bijvullen uitschakelen
Als de glansspoelmiddelindicatie H stoort (bijv. bij gebruik van gecombineerde reinigingsmiddelen met glansspoelcomponenten) dan kan deze worden uitgeschakeld.
– Ga te werk zoals onder „Dosering
glansspoelmiddel instellen” is beschreven en de waarde op §:‹‹ zetten.
Hiermee is de indicatie glansspoelmiddel H bijvullen uitgeschakeld.
nl
9
nl
Serviesgoed
Ongeschikt servies
– Bestek en servies met houten
onderdelen.
– Gevoelige gedecoreerde glazen,
kunstnijverheidsservies en -vazen en antiek servies. De decoraties zijn niet bestand tegen afwassen in een afwasautomaat.
– Niet hittebestendige
kunststof voorwerpen/onderdelen. – Koperen en tinnen serviesgoed. – Serviesgoed dat bevuild is met as,
kaarsvet, smeerolie of verf. Geglazuurd serviesgoed en voorwerpen
van aluminium en zilver kunnen bij het afwassen gaan verkleuren of verbleken. Ook sommige soorten glas (bijv. voorwerpen van kristal) kunnen dof worden nadat ze vele malen zijn afgewassen.
Schade aan glas en serviesgoed
Oorzaken:
– glassoort en fabricagewijze van het
glas. – chemische samenstelling van het
afwasmiddel. – temperatuur van het water tijdens
de afwas.
Advies:
– gebruik alleen glas en porselein dat
volgens de fabrikant geschikt is voor
de afwasautomaat. – gebruik afwasmiddel waarop staat
aangegeven dat het het serviesgoed
ontziet. – glas en bestek na afloop van het
programma zo snel mogelijk uit
de afwasmachine halen.
Inruimen
– Grove etensresten verwijderen.
Afspoelen onder stromend water is niet nodig.
– Het serviesgoed zodanig inruimen dat
– het stevig staat en niet kan
omvallen;
– alle soorten serviesgoed met
de opening naar beneden staan;
– serviesgoed met een ronding
of een holte schuin staat zodat het water er vanaf kan lopen;
– het de twee sproeiarmen 12
en 1B tijdens het ronddraaien niet belemmert.
Hele kleine voorwerpen niet in de machine afwassen. Ze kunnen gemakkelijk uit de servieskorven vallen.
Uitruimen
Om te vermijden dat waterdruppels van de bovenste servieskorf op het serviesgoed in de onderste servieskorf vallen, is het aan te raden het apparaat van onder naar boven uit te ruimen.
Heet serviesgoed is stootgevoelig! Laat het daarom na afloop van het programma net zo lang in de afwasautomaat afkoelen tot u het goed kunt vastpakken.
Kopjes en glazen
Bovenste servieskorf 1*
10
nl
1
2
Pannen
Onderste servieskorf 1Z
Tip
Erg vervuild serviesgoed (pannen) moet in de onderste korf worden ingeruimd. Door de sterkere sproeistraal verkrijgt u zo een beter afwasresultaat.
Tip
Andere voorbeelden hoe u uw afwasautomaat optimaal kunt inruimen, vindt u op onze homepage. U kunt deze gratis downloaden. Ons internetadres vindt u op de achterkant van deze gebruiksaanwijzing.
Besteklade
Het bestek zoals afgebeeld in de besteklade 1" inruimen. Apart inruimen van het bestek vergemakkelijkt het uitruimen na het afwassen.
De lade kan eruit gehaald worden.
Omklapbare bordensteunen *
*Afhankelijk vanhetmodel De bordensteunen zijn omklapbaar
waardoor pannen, schalen en glazen praktischer kunnen worden ingeruimd.
11
nl
Kopjeshouder *
* afhankelijk van het model Bij het afwassen van kopjes
kan de kopjeshouder opgeklapt worden. Door de extra schuine stand blijft er minder water op de onderkant van het kopje liggen.
Bij hoge glazen is het raadzaam de kopjeshouder omgeklapt te laten.
Houder voor kleingoed *
* Afhankelijk van het model Hier kunnen lichte voorwerpen
van kunststof zoals bekers, deksels enz. vastgeklemd worden.
Verstellen van de korfhoogte
De bovenste servieskorf 1* kan in de hoogte op 3 standen versteld worden om in de bovenste of onderste servieskorf meer plaats te creëren.
Hoogte van het apparaat 81,5 cm
Bovenste
korf
Stand 1 max. ø 16 cm 30 cm Stand 2 max. ø 18,5 cm 27,5 cm Stand 3 max. ø 21 cm 25 cm
Hoogte van het apparaat 86,5 cm
Bovenste
korf
Stand 1 max. ø 18 cm 33 cm Stand 2 max. ø 20,5 cm 30,5 cm Stand 3 max. ø 23 cm 28 cm
– De bovenste servieskorf 1*
uittrekken.
–Omdekorf telaten zakken: de twee
hendels links en rechts aan de buitenkant van de korf een voor een naar binnen drukken. Hierbij de korf aan de zijkant aan de bovenste rand vasthouden om te voorkomen dat hij plotseling naar beneden valt.
Onderste
korf
Onderste
korf
12
Om de korf op te tillen: de korf aan
de zijkant aan de bovenste rand vastpakken en naar boven trekken.
– Overtuig u ervan dat de korf – voordat
u hem weer in het apparaat schuift –
aan beide zijden op dezelfde hoogt
ligt. Anders kan de deur van het
apparaat niet dicht en heeft
de bovenste sproeiarm geen
verbinding met het aansluitpunt
van de watertoevoer.
nl
13
nl
15 ml
25 ml
50 ml
Afwasmiddel
U kunt zowel tabletten als poedervormige of vloeibare afwasmiddelen voor de wasmachine gebruiken, maar nooit handafwasmiddel. Afhankelijk van de vervuiling kan met poedervormig of vloeibaar afwasmiddel de dosering individueel worden aangepast. Tabs bevatten voor alle afwasprogramma’s voldoende werkzame stoffen. Moderne, krachtige afwasmiddelen hebben meestal een laag alkalische receptuur met fosfaat en enzymen. Fosfaten binden de kalk in het water. Enzymen breken zetmeel af en lossen eiwitten op. Minder voorkomend zijn afwasmiddelen zonder fosfaat. Deze hebben iets minder vermogen om kalk te binden en vereisen een hogere dosering. Om gekleurde vlekken (bijv. thee of ketchup) te verwijderen worden meestal bleekmiddelen op basis van zuurstof gebruikt.
Aanwijzing
Neem voor een goed afwasresultaat altijd de aanwijzingen op de verpakking in acht!
Hebt u nog andere vragen, dan raden wij u aan contact op te nemen met de fabrikant van het afwasmiddel.
Vul afwasmiddel
– Als het afwasmiddelbakje 1j nog
dicht is: vergrendeling 9" bedienen om het te openen.
Afwasmiddel alleen in het droge afwasmiddelbakje 1j gieten (tablet plat neerleggen, niet op zijn kant). Dosering: zie de aanwijzingen van de fabrikant op de verpakking.
De indeling in het afwasmiddelbakje 1j biedt hulp bij de juiste dosering van poedervormig of vloeibaar afwasmiddel.
Gewoonlijk volstaat 20 ml–25 ml bij normale vervuiling. Bij gebruik van tabs is één tablet voldoende.
– Deksel van het bakje omhoog
schuiven tot de sluiting hoorbaar vastklikt.
ã=Waarschuwing
Let op de veiligheidsvoorschriften resp. de aanwijzingen bij het gebruik op de verpakkingen van het afwas­en glansspoelmiddel.
14
Het afwasmiddelbakje gaat, afhankelijk van het programma, op het juiste tijdstip automatisch open. Het poedervormige of vloeibare afwasmiddel wordt in het apparaat verdeeld en opgelost, het tablet valt in de tab-opvangschaal en wordt daar gedoseerd opgelost.
nl
Tip
Als het serviesgoed niet erg vuil is, kunt u normalerwijze volstaan met minder afwasmiddel dan is aangegeven.
Geschikte reinigings- en onderhoudsmiddelen kunt u online op onze internetsite of bij de Servicedienst bestellen (zie achterkant).
Gecombineerde reinigingsmiddelen
Naast de gebruikelijke afwasmiddelen (Solo) wordt een aantal producten aangeboden met extra functies. Deze producten bevatten behalve afwasmiddel vaak ook glansspoelmiddel en zoutvervangende stoffen (3in1) en, afhankelijk van de combinatie (4in1, 5in1, enz.), ook nog extra componenten zoals glasbescherming of glansmiddel voor roestvrij staal. Gecombineerde reinigingsmiddelen functioneren alleen tot een bepaalde hardheidsgraad (meestal 21°dH). Boven deze grenswaarde moeten zout en glansspoelmiddel worden toegevoegd.
Zodra gecombineerde reinigingsproducten gebruikt worden past het afwasprogramma zich automatisch zodanig aan dat altijd het best mogelijke afwas- en droogresultaat bereikt wordt.
ã=Waarschuwingen
–Leg geen kleine voorwerpen om af
te wassen in de tab-
opvangschaal 1:; hierdoor kan het
tablet niet gelijkmatig oplossen. – Alsuna destart vanhet programma
serviesgoed wilt bijvullen, gebruik
de tab-opvangschaal 1: dan niet als
handgreep voor de bovenste
servieskorf. Het tablet kan er al
in liggen waardoor u met het
gedeeltelijk opgeloste tablet in contact
komt.
Aanwijzingen
– Optimale afwas- en droogresultaten
bereikt u door het gebruik van losse afwasmiddelen in combinatie met (apart) gebruik van onthardingszout en glansspoelmiddel.
– Bij korte programma’s kunnen
tabletten door een verschillende manier van oplossen eventueel niet de volle reinigingskracht ontwikkelen waardoor er onopgeloste afwasmiddeldeeltjes achterblijven. Voor deze programma's is een reinigingsmiddel in poedervorm beter geschikt.
– Bij het programma „Intensief” (niet
bij alle modellen) is de dosering van één tablet voldoende. Bij gebruik van poedervormig afwasmiddel kunt u nog wat extra afwasmiddel op de binnenkant van de deur strooien.
– Ook als de indicatie glansspoelmiddel
en/of zout bijvullen brandt, verloopt het afwasprogramma bij gebruik van gecombineerd reinigingsmiddelen zonder problemen.
– Bij gebruik van afwasmiddelen
met in water oplosbaar beschermend omhulsel: het omhulsel alleen met droge handen vastpakken. Het afwasmiddelbakje moet vóór het vullen absoluut droog zijn, anders kan het afwasmiddel eraan vastplakken.
– Als u van gecombineerde
reinigingsmiddelen op losse afwasmiddelen omschakelt, let er dan op dat de wateronthardingsinstallatie en de hoeveelheid glansspoelmiddel op de juiste waarde zijn ingesteld.
15
nl
Programma-overzicht
In dit overzicht staat het maximaal mogelijke aantal programma’s vermeld. De bij uw apparaat behorende programma’s kunt u op het bedieningspaneel aflezen.
Soort serviesgoed
potten, pannen,
niet gevoelig
serviesgoed en
bestek
gemengd
serviesgoed
en bestek
gevoelig
serviesgoed,
bestek,
temperatuurgevoel
ige kunststoffen
en glazen
Soort vervuiling Programma Eventuele extra
erg aangekoekte,
ingebrande
of opgedroogde
zetmeel-
of eiwithoudende
etensresten
± / °
Intensief 70°
Á
Auto 45° – 65°
licht opgedroogde, in
het huishouden
gebruikelijke
etensresten
á / à
Eco 50°
é / è
weinig aangekoekte
verse etensresten
Glas 40°
ñ / ð
Snel 45°
functies
alle
IntensiefZone Tijd besparen
Halve belading
Extra drogen
Extra drogen
Programmaverloop
Voorspoelen
Reinigen 70°
Tussenspoelen
Glansspoelen 65°
Drogen
Wordt naar mate van de vervuiling
met behulp van het
sensorsysteem
geoptimaliseerd.
Voorspoelen
Reinigen 50°
Tussenspoelen
Glansspoelen 65°
Drogen
Voorspoelen
Reinigen 40°
Tussenspoelen
Glansspoelen 55°
Drogen
Reinigen 45°
Tussenspoelen
Glansspoelen 55°
alle soorten serviesgoed
koud voorspoelen,
tussentijdse reiniging
ù / ø
Voorspoelen
Programmakeuze
Aan de hand van het soort serviesgoed en de mate van vervuiling kunt u een passend programma uitzoeken.
16
geen Voorspoelen
Aanwijzingen voor vergelijkende tests
De voorwaarden voor de vergelijkende test ontvangt u op aanvraag per e-mail dishwasher@test-appliances.com.
Geef wel het typenummer (ENr.) en de fabricagedatum (FD) op. U vindt ze op het typeplaatje 9* op de deur van het apparaat.
Extra functies Afwassen
nl
* Afhankelijk van het model Instelbaar via de toetsen extra
functies `.
Ÿ Tijd besparen (VarioSpeed) *
Met de functie >>Tijd besparen<< kan de looptijd – afhankelijk van het gekozen afwasprogramma – met ca. 20% tot 50% verkort worden. De op een bepaald ogenblik optredende wijziging van de looptijd wordt op de cijferindicatie )* aangegeven. Om bij verkorte looptijd optimale reinigingsresultaten te bereiken worden water- en energieverbruik verhoogd.
§ Halve belading *
Als u maar weinig afwas hebt (bijv. glazen, kopjes, borden), dan kunt u de „Halve belading” bijschakelen. Hiermee bespaart u water, energie en tijd. Vul het afwasmiddelbakje met iets minder afwasmiddel dan zoals aanbevolen bij een volle belading van de machine.
· Hygiëne *
Tijdens het reinigingsproces wordt de temperatuur verhoogd. Hierdoor wordt een verhoogde hygiënestatus bereikt. Deze extra functie is ideaal voor bijv. het afwassen van snijplanken of babyflesjes.
Ï IntensiefZone *
Perfect voor gemengde belading. U kunt erg vuile potten en pannen in de onderste servieskorf samen met normaal vervuild serviesgoed in de bovenste korf afwassen. De sproeidruk in de onderste servieskorf wordt versterkt, de temperatuur van het afwaswater iets verhoogd.
¿ Extra drogen *
Door een verhoogde temperatuur tijdens het glansspoelen en een verlengde droogfase kunnen ook kunststof delen beter drogen. Het energieverbruik is iets hoger.
Programmagegevens
De programmagegevens (verbruikswaarden) vindt u in de korte handleiding. Ze hebben betrekking op normale omstandigheden en de instelwaarde van de waterhardheid
:‹…. Verschillende factoren zoals de temperatuur van het water en de druk in de waterleiding zijn hierbij van invloed en kunnen tot afwijkingen leiden.
Aqua-Sensor *
*Afhankelijk vanhetmodel De Aqua-Sensor is een optisch
meetsysteem (met lichtstraal) waarmee de vertroebeling van het afwaswater wordt gemeten.
Afhankelijk van het programma treedt de Aqua-Sensor in werking. Als de Aqua­Sensor actief is, kan „schoon” afwaswater in de volgende reinigingsfase gebruikt worden en het waterverbruik daardoor met 3–6 liter verminderd worden. Is het water te vuil, dan wordt het afgepompt en door vers water vervangen. In de automatische programma’s worden bovendien temperatuur en looptijd aan de mate van vervuiling aangepast.
Inschakelen van het apparaat
– Kraan helemaal opendraaien. – AAN/UIT-schakelaar ( inschakelen.
De indicatie van het laatst gekozen programma knippert. Dit programma blijft gekozen zolang er geen andere programmatoets 0 wordt ingedrukt. Op de cijferindicatie )* knippert de vermoedelijke programmaduur.

–START-toetsh indrukken.

Het programmaverloop start.
Programmaverloopindicatie )"
-/, 5/% =/<
Het serviesgoed wordt afgewassen.
Het serviesgoed wordt glanzend gespoeld.
Het serviesgoed wordt gedroogd.
17
nl
Resttijdindicatie
Bij de keuze van het programma verschijnt op de cijferindicatie )* de resterende duur van het programma.
De programmaduur wordt tijdens het programma bepaald door de temperatuur van het water, de hoeveelheid serviesgoed en de mate van vervuiling en kan (afhankelijk van het gekozen programma) variëren.
Starttijd kiezen *
* Afhankelijk van het model U kunt het programma tot 24 uur later
(instappen vaneenuur) laten starten. –Deur sluiten. – AAN/UIT-schakelaar ( inschakelen. –ToetsX + indrukken tot
de cijferindicatie )* op œ:‹‚ springt. –ToetsX + of – net zo vaak indrukken
tot de aangegeven tijd aan uw wens
voldoet. –START-toetsh indrukken,
de gekozen starttijd is geactiveerd. – Om de gekozen starttijd te wissen:
de toets X + of – net zo vaak
indrukken tot op de cijferindicatie )*
œ:‹‹ verschijnt.
Tot de starttijd kunt u het programma
willekeurig wijzigen.
Einde van het programma
Het programma is beëindigd als op de cijferindicatie )* de waarde ‹:‹‹ verschijnt.
Onderbreken van het programma
– AAN/UIT-schakelaar ( uitschakelen.
De indicatielampjes gaan uit. Het programma blijft in het geheugen opgeslagen.
Als bij aansluiting op warm water of als het apparaat al is opgewarmd de deur van het apparaat geopend werd, de deur eerst een paar minuten op een kier laten staan en dan pas dichtdoen. Anders kan de deur van het apparaat door expansie (overdruk) openspringen of water uit het apparaat komen.
– Om het programma voort te zetten
de AAN/UIT-schakelaar ( weer inschakelen.
Afbreken van het programma (Reset)
–START-toetsh gedurende
ca. 3 seconden indrukken. Op de cijferindicatie )*
verschijnt ‹:‹‚.
– Het programma is na ca. 1 minuut
afgelopen. Op de cijferindicatie )* verschijnt ‹:‹‹.
– AAN/UIT-schakelaar ( uitschakelen.
Wijzigen van het programma
Na het indrukken van de START-toets h kan het programma niet gewijzigd worden.
Wijzigen van het programma is alleen mogelijk door het programma af te breken (Reset).
Uitschakelen van het apparaat
Korte tijd na afloop van het programma: – AAN/UIT-schakelaar ( uitschakelen. – Kraan dichtdraaien (niet bij Aqua-Stop). – Na afkoeling het serviesgoed uit het
apparaat halen.
ã=Waarschuwing
Om na afloop van het programma het serviesgoed uit te ruimen: de deur helemaal openen en niet op een kier laten staan. Eventueel nog ontsnappende waterdamp kan gevoelige werkbladen beschadigen.
18
nl
Intensief drogen
Tijdens het glansspoelen wordt de temperatuur verhoogd waardoor het droogresultaat wordt verbeterd. De looptijd kan hierdoor iets verlengd worden. (Wees voorzichtig met gevoelig serviesgoed!)
–Deur sluiten. – AAN/UIT-schakelaar ( inschakelen. –Programmatoets# ingedrukt
houden en de START-toets h net
zolang indrukken tot
de cijferindicatie )* :... brandt. – Beide toetsen loslaten.
De indicatie van toets # knippert
en op de cijferindicatie )* brandt
de door de fabriek ingestelde
waarde •:‹…. –Programmatoets# net zo vaak
indrukken tot op de cijferindicatie )*
de in de fabriek ingestelde
waarde š:‹‹ verschijnt.
Om de instelling te wijzigen:
– Door indrukken van de toets 3 kunt
u het programma Intensief drogen in-
š:‹‚. of uitschakelen š:‹‹.
–START-toetsh indrukken.
De instelwaarde is opgeslagen.
Schoonmaken en onderhoud
Regelmatige controle en onderhoud van het apparaat dragen ertoe bij defecten te voorkomen. Dit bespaart u tijd en ergernis.
Algemene toestand van de machine
– Spoelruimte controleren
op kalkaanslag en vetresten. Als u zulke aanslag aantreft: – afwasmiddelbakje met afwasmiddel
vullen. Het apparaat zonder
serviesgoed in het programma met
de hoogste afwastemperatuur starten. Om het apparaat te reinigen alleen
speciaal voor afwasautomaten geschikte afwas-/schoonmaakmiddelen gebruiken.
– Deurafdichting regelmatig
met een vochtig doekje afnemen. Gebruik bij het reinigen van uw
afwasautomaat nooit een stoomreiniger. De fabrikant kan niet aansprakelijk worden gesteld voor eventuele gevolgen.
De voorkant van het apparaat en het bedieningspaneel regelmatig met een vochtig doekje afnemen. Water met een scheutje afwasmiddel is voldoende. Geen schuursponsjes gebruiken of schoonmaakmiddelen met schuurmiddelen. Dit kan krassen op de oppervlakken veroorzaken.
Bij roestvrijstalen apparaten geen sponsjes gebruiken of deze anders vóór het eerste gebruik een aantal keren grondig uitspoelen om corrosie te voorkomen.
ã=Waarschuwing
Gebruik nooit andere huishoudelijke schoonmaakmiddelen die chloor bevatten! Ze kunnen schadelijk zijn voor de gezondheid!
Onthardingszout en glansspoelmiddel
– De bijvulindicaties @ en H
controleren. Eventueel zout en/
of glansspoelmiddel bijvullen.
19
nl
1 2
Zeven
De zeven 1R zorgen ervoor dat grove etensresten in het spoelwater niet in de afvoerpomp terechtkomen. Door deze etensresten kunnen de zeven verstopt raken.
Het zevensysteem bestaat uit een grove zeef, een vlakke fijne zeef en een microzeef.
– Na elke afwasbeurt de zeven
op etensresten controleren.
– Zeefcylinder zoals afgebeeld
losdraaien en het zeefsysteem eruit halen.
Sproeiarmen
Kalk en etensresten in het afwaswater kunnen de sproeiopeningen en de lagers van de sproeiarmen 12 en 1B blokkeren.
– Sproeiopeningen van de sproeiarmen
op verstopping controleren. – Bovenste sproeiarm 12 eraf
schroeven. – De onderste sproeiarm 1B naar
boven eraf trekken.
– Sproeiarmen onder stromend water
schoonmaken. – Sproeiarmen weer vastdrukken resp.
vastschroeven.
– Eventuele etensresten verwijderen en
de zeven onder stromend water schoonmaken.
– Zevensysteem in omgekeerde
volgorde weer erin zetten en erop letten dat de gemarkeerde pijlen na het sluiten tegenover elkaar staan.
20
nl
Afvoerpomp
Grove etensresten in het afwaswater die niet door de zeven worden tegengehouden, kunnen de afvoerpomp blokkeren. Het afwaswater wordt dan niet afgepompt en blijft boven de zeef staan.
In dit geval: – Altijd eerst de stekker uit het
stopcontact trekken resp de zekering uitschakelen of losdraaien.
– Zeven 1R eruit halen. – Water eruit scheppen, eventueel
met behulp van een spons.
– Pompafdekking (zoals afgebeeld)
met behulp van een lepel eruit tillen tot u een klik hoort. Hierna de afdekking aan het verbindingsstuk naar boven trekken tot u niet verder kunt en daarna naar voren eruit trekken.
1
– Binnenruimte op vreemde voorwerpen
controleren en deze – indien nodig – verwijderen.
– Afdekking weer in de oorspronkelijke
stand brengen, naar beneden drukken en vastklikken.
2
3
Storingen zelf verhelpen
De ervaring leert dat veel storingen die in het dagelijks gebruik optreden, door u zelf verholpen kunnen worden. Hiermee bespaart u natuurlijk kosten en bent u er zeker van dat de machine snel weer gebruikt kan worden. In het volgende overzicht vindt u eventuele oorzaken van de storingen en nuttige aanwijzingen om deze te verhelpen.
ã=Waarschuwing
Als op de cijferindicatie )* een foutcode (“:‹‚ tot “:„‹), moet altijd eerst de stekker van het apparaat uit het stopcontact getrokken resp. de zekering uitgeschakeld worden en de kraan worden dichtgedraaid.
Bepaalde storingen (zie de volgende beschrijving van storingen) kunt u zelf verhelpen; bij alle andere storingen a.u.b. de Servicedienst inschakelen en de aangegeven storing :XX aangeven.
ã=Waarschuwing
Denk eraan: reparaties mogen alleen door een vakkundig monteur worden uitgevoerd. Mocht het uitwisselen van een onderdeel noodzakelijk zijn, let er dan op dat alleen originele onderdelen gebruikt worden. Ondeskundige reparatie of gebruik van niet-originele onderdelen kan aanzienlijke schade en gevaar voor de gebruiker opleveren.
... bij het inschakelen
Het apparaat start niet.
– Zekering van de huisinstallatie niet
in orde. – De stekker zit niet in het stopcontact. – De deur van het apparaat is niet goed
dicht.
Klick
– Zeven monteren.
21
nl
... bij het instellen
De instelling kan niet gewijzigd worden, een programma start.
– Verkeerde programmatoets ingedrukt.
Het programma afbreken (zie hoofdstuk „Programma afbreken (Reset)”) en van voren af aan beginnen.
– Einde van het programma niet
afgewacht.
... aan het apparaat
De onderste sproeiarm draait moeilijk.
– Sproeiarm geblokkeerd.
De deur kan niet alleen moeilijk geopend worden. *
– Kinderbeveiliging is geactiveerd.
De gebruiksaanwijzing voor de deactivering bevindt zich achterin in de omslag.
* Afhankelijk van het model
De deur kan niet sluiten.
–Het deurslot is omgesprongen. Om het
slot terug te zetten de deur met grote kracht sluiten.
Deksel van het afwasmiddelbakje kan niet gesloten worden.
– Afwasmiddelbakje te vol
of mechanisme door vastgeplakte afwasmiddelresten geblokkeerd.
Afwasmiddelresten in het afwasmiddelbakje.
– Afwasmiddelbakje was tijdens het
vullen vochtig.
Indicatie „Watertoevoer controleren” 8 brandt.
– Kraan dicht. – Watertoevoer onderbroken. – Watertoevoerslang geknikt. – Zeef aan de kraan verstopt.
– Apparaat uitschakelen
en de stekker uit het stopcontact trekken.
– Kraan dichtdraaien.
– Zeef in de toevoerslang
schoonmaken.
– Stroom weer inschakelen.
– Kraan opendraaien.
– Apparaat inschakelen. – Na afloop van het programma blijft er
water in het apparaat staan.
– (:ƒ…) Waterafvoerslang verstopt
of geknikt. Zeven verstopt.
– (:ƒ†) Waterafvoerpomp
geblokkeerd, afdekking van de waterafvoerpomp niet vastgeklikt
(zie Schoonmaken en onderhoud). – Zeven verstopt. – Programma nog niet beëindigd.
Wachten op het einde van het
programma (de cijferindicatie
geeft ‹:‹‹ aan) of functie „Reset”
uitvoeren.
Bijvulindicatie voor zout @ en/ of glansspoelmiddel H brandt niet.
– Bijvulindicatie(s) uitgeschakeld. – Voldoende zout/glansspoelmiddel
aanwezig.
De navulindicatie voor speciaal zout @ brandt.
– Het zout ontbreekt.
Onthardingszout bijvullen.
– Sensor herkent de zouttabletten niet.
Ander speciaal zout gebruiken.
22
nl
... bij de afwas
Abnormale schuimvorming
– Handafwasmiddel in het reservoir voor
glansspoelmiddel. Gemorst glansspoelmiddel leidt tot
overmatige schuimvorming. Daarom moet u het gemorste glansspoelmiddel met een doekje verwijderen.
Het programma stopt tijdens de afwas.
– Stroomtoevoer onderbroken. – Watertoevoer onderbroken.
Klappende geluiden van de vulventielen
– Wordt veroorzaakt door de ligging
van de waterleiding maar heeft geen invloed op het functioneren van het apparaat. Deze geluiden kunnen niet verholpen worden.
Klappende/kletterende geluiden tijdens de afwas
– De sproeiarm slaat tegen het
serviesgoed.
– Het serviesgoed is niet goed
ingeruimd.
... aan het serviesgoed
Etensresten op het serviesgoed.
– Serviesgoed te dicht op elkaar
ingeruimd, servieskorf te vol. – Te weinig afwasmiddel. – Te zwak afwasprogramma gekozen. – Sproeiarmen konden niet ongehinderd
ronddraaien. – Sproeiers van sproeiarmen verstopt. – Zeven verstopt. – Zeven verkeerd ingezet. – Afvoerpomp geblokkeerd. – Bovenste servieskorf rechts en links
niet op dezelfde hoogte erin gezet.
Er zijn resten thee of lippenstift achtergebleven.
– Het afwasmiddel heeft te weinig
bleekwerking. – Te lage afwaswatertemperatuur. – Te weinig/ongeschikt afwasmiddel.
Witte vlekken op het serviesgoed/de glazen blijven melkkleurig.
Bij het gebruik van afwasmiddel zonder fosfaat kan er bij hard leidingwater eerder witte aanslag op het serviesgoed en de binnenwanden van de machine ontstaan.
– Te weinig/ongeschikt afwasmiddel. – Te zwak programma gekozen. – Geen/te weinig glansspoelmiddel. – Geen/te weinig onthardingszout. – Onthardingsinstallatie
op een verkeerde waarde ingesteld.
– Deksel van het zoutreservoir niet
vastgedraaid.
Neem contact op met de fabrikant van het reinigingsproduct, vooral als:
– het serviesgoed na afloop van het
programma erg nat is,
– er kalkaanslag ontstaat.
Doffe, verkleurde glazen, aanslag kan niet worden afgewassen.
– Ongeschikt afwasmiddel. – Glazen niet geschikt voor
afwasmachine.
Strepen op glazen en bestek, glazen zien er metaalachtig uit.
– Te veel glansspoelmiddel.
Verkleuringen op kunststof delen.
– Te weinig/ongeschikt afwasmiddel. – Te zwak programma gekozen.
Roestsporen op het bestek.
– Bestek niet roestbestendig. – Zoutgehalte in het afwaswater te hoog
doordat het deksel van het zoutreservoir niet goed is vastgedraaid of bij het bijvullen zout gemorst werd.
Serviesgoed niet droog.
– De deur van het apparaat werd
te vroeg geopend en het serviesgoed werd er te snel uitgehaald.
– Een programma zonder drogen
gekozen.
– Te weinig/ongeschikt
glansspoelmiddel. – Intensief drogen activeren. – Het gecombineerde afwasmiddel heeft
een slechte droogcapacitiet.
Glansspoelmiddel gebruiken (instelling
zie hoofdstuk Glansspoelmiddel).
23
nl
1
2
FD
Servicedienst
Als u de storing niet zelf kunt verhelpen, neem dan contact op met de Servicedienst. De contactgegevens van de dichtstbijzijnde Servicedienst vindt u op de achterkant van deze gebruiksaanwijzing of in de bijgesloten lijst met Servicedienstadressen. Geef aan de Servicedienst typenummer (ENr. = 1) en het FD-nummer (FD = 2) op. U vindt deze gegevens op het typeplaatje 9* op de deur van het apparaat.
Vertrouw op de deskundigheid van de fabrikant. Neem contact met ons op. U
bent er dan van verzekerd dat de reparatie door ervaren technici wordt uitgevoerd die gebruik maken van de originele reserveonderdelen voor uw apparaat.
Installatie
Om de afwasautomaat goed te laten functioneren moet hij vakkundig worden aangesloten. De gegevens van watertoevoer en waterafvoer en de elektrische aansluitwaarden moeten met de vereiste criteria overeenkomen zoals deze in de volgende alinea’s resp. in het montagevoorschrift zijn beschreven.
Bij de montage de juiste volgorde van de handelingen aanhouden:
– Bij aflevering controleren – Plaatsen – Aansluiten op de waterafvoer – Aansluiten op de watertoevoer – Elektrische aansluiting
Veiligheidsvoorschriften
– Het apparaat volgens het installatie-
en montagevoorschrift plaatsen
en aansluiten. – Tijdens het installeren mag
de afwasautomaat niet op het
elektriciteitsnet zijn aangesloten. – Overtuig u ervan dat het
aardingssysteem van de elektrische
huisinstallatie volgens
de elektrotechnische voorschriften is
geïnstalleerd. – De elektrische aansluitvoorwaarden
moeten overeenkomen met
de gegevens op het typeplaatje 9*
van de afwasautomaat. – Als de elektrische aansluitkabel
van het apparaat beschadigd wordt,
dan moet deze door een speciale
aansluitkabel vervangen worden.
Om gevaren te voorkomen mag deze
alleen door de Servicedienst
vervangen worden. – Als de afwasmachine in een hoge kast
moet worden ingebouwd, dan moet
deze volgens de voorschriften
bevestigd worden. – Voor een goede stabiliteit van het
apparaat mogen integreerbare
of onderbouwapparaten alleen onder
een doorlopend werkblad worden
ingebouwd dat aan de kasten ernaast
is vastgeschroefd.
24
nl
– Het apparaat niet in de buurt
van een warmtebron (radiator, boiler, fornuis of andere apparaten die warmte afgeven) installeren en niet onder een kookplateau inbouwen.
– Na het plaatsen van het apparaat moet
de stekker gemakkelijk te bereiken zijn.
– Bij sommige modellen:
In de kunststof behuizing aan de wateraansluiting bevindt zich een elektrisch ventiel, in de toevoerslang bevinden zich de aansluitingsleidingen. De slang niet doorsnijden, de kunststof behuizing niet in water onderdompelen.
ã=Waarschuwing
Als het apparaat niet in een nis staat waardoor een zijwand toegankelijk is, dan moeten de deurscharnieren om veiligheidsredenen aan de zijkant afgedekt worden (kans op verwondingen). De afdekkingen zijn als extra toebehoren tegen meerprijs bij de Servicedienst of bij uw leverancier verkrijgbaar.
Aflevering
Uw afwasmachine werd in de fabriek grondig gecontroleerd op correct functioneren. Hierbij zijn kleine watervlekken achtergebleven. Deze zijn na de eerste afwas verdwenen.
Technische gegevens
Gewicht:
max. 60 kg
Spanning:
220–240 V, 50 Hz of 60 Hz
Aansluitwaarde:
1,9–2,3 kW
Zekering:
10/16 A
Waterdruk:
minimaal 0,05 MPa (0,5 bar), maximaal 1 MPa (10 bar). Bij hogere waterdruk: een drukreduceerventiel ervoor installeren.
Hoeveelheid binnenstromend water:
minimaal 10 liter per minuut.
Temperatuur van het water:
Koud water, bij warm water max. temperatuur 60 °C.
Plaatsing
De vereiste inbouwmaten vindt u in het montagevoorschrift. Het apparaat met behulp van de verstelbare voetjes waterpas zetten. Let erop dat het apparaat stevig staat.
– Geïntegreerde
en onderbouwapparaten die
naderhand als vrijstaand apparaat
worden opgesteld, moeten beveiligd
worden tegen kantelen, bijv. door
vastschroeven aan de wand of door
inbouw onder een doorlopend
werkblad dat aan de kasten ernaast is
vastgeschroefd. – Het apparaat kan zonder problemen
tussen wanden van hout
of kunststof in een rij keukenmeubelen
worden ingebouwd. Als de stekker niet
gemakkelijk bereikbaar is, dan moet
er volgens de veiligheidsvoorschriften
een meerpolige scheidingsinstallatie
met een contactopening van minimaal
3 mm aanwezig zijn.
25
nl
Aansluiten op de waterafvoer
– De noodzakelijke handelingen vindt
u in het montagevoorschrift. Eventueel een sifon met aansluitnippel monteren.
– Afvoerslang met behulp
van de meegeleverde onderdelen op de aansluitnippel van de sifon aansluiten.
Let erop dat de waterafvoerslang niet geknikt, ingedrukt of ineen gestrengeld is endat eenstopindeafvoer het wegstromen van het water niet belemmert!
Aansluiten op de watertoevoer
– Aansluiting volgens het
montagevoorschrift. De toevoerslang met behulp van de meegeleverde onderdelen op de kraan aansluiten.
Let erop dat de toevoerslang niet geknikt, platgedrukt of ineengestrengeld is.
– Bij vervanging van het apparaat moet
altijd een nieuwe watertoevoerslang in gebruik worden genomen.
Waterdruk:
minimaal 0,05 MPa (0,5 bar), maximaal 1MPa (10bar). Bijhogere waterdruk: een drukreduceerventiel ervoor installeren.
Hoeveelheid binnenstromend water:
minimaal 10 liter per minuut.
Temperatuur van het water:
Bij voorkeur koud water, bij warm water max. temperatuur 60 °C.
Elektrische aansluiting
– Het apparaat uitsluitend via
een volgens de voorschriften
aangebracht, randgeaard stopcontact
op 220 V tot 240 V en 50 Hz of 60 Hz
aansluiten. Zie het typeplaatje 9* voor
de vereiste zekering. – Het stopcontact moet zich in de buurt
van het apparaat bevinden en ook na
het inbouwen gemakkelijk bereikbaar
zijn. – Veranderingen in de aansluiting mogen
alleen door een vakkundig monteur
worden uitgevoerd. – Een verlenging van de elektrische
aansluitkabel mag alleen door
de Servicedienst geleverd worden. – Bij gebruik van een aardlekschakelaar
mag alleen een type met het teken
geïnstalleerd worden. Alleen deze
voldoet aan de nu geldende
voorwaarden. – Het apparaat is voorzien
van een waterbeveiligingssysteem.
Let op: het functioneert alleen als het
apparaat op de stroom is aangesloten.
Demontage
Neem ook hier de volgorde van de handelingen in acht.
– Apparaat van het elektriciteitsnet
loskoppelen. – Kraan dichtdraaien. – Aansluiting op de waterafvoer en -
toevoer loskoppelen. – Bevestigingsschroeven onder het
werkblad eruit draaien. – De plint – indien aanwezig –
demonteren. – Apparaat eruit halen
en daarbij de slang voorzichtig naar
voren trekken.
26
nl
)
Wijzigingen voorbehouden.
Transport
Afwasmachine leeg laten lopen en losse onderdelen vastzetten.
Het apparaat in de volgende stappen legen:
– Kraan opendraaien. –Deur sluiten. – AAN/UIT-schakelaar ( inschakelen.
De indicaties van het laatst gekozen programma gaan branden.
– Programma met de hoogste
temperatuur kiezen. Op de cijferindicatie )* verschijnt
de vermoedelijke duur van het programma.
–START-toetsh indrukken.
Programma start.
–Naca.4minuten START-toetsh net
zolang indrukken tot de cijferindicatie ‹:‹‚ aangeeft.
Na ca. 1 minuut verschijnt op de cijferindicatie :‹‹.
– Apparaat uitschakelen ( en kraan
dichtdraaien. Apparaat alleen rechtop vervoeren. (Om te voorkomen dat resterend water
in het besturingsmechanisme terechtkomt wat tot een verkeerd programmaverloop leidt.)
Bescherming tegen vorst
Als het apparaat in een voor vorst gevoelige ruimte staat (bijv. in een vakantiehuisje), dan moet u het apparaat helemaal leeg laten lopen (zie Transport).
– Kraan dichtdraaien, toevoerslang
losmaken en laten leeglopen.
Afvoeren van de verpakking en van uw oude apparaat
Zowel de verpakking van het nieuwe apparaat als het oude apparaat bevat waardevolle grondstoffen en materiaal dat hergebruikt kan worden.
De afzonderlijke delen a.u.b. gesorteerd afvoeren.
U kunt bij uw leverancier of bij de gemeente informeren hoe u uw oude apparaat en het verpakkingsmateriaal kunt (laten) afvoeren.
Verpakking
Alle kunststof delen van het apparaat zijn gemerkt met een gestandaardiseerd afkortingsteken (bijv. >PS< polystyreen). Hierdoor is bij het afvoeren van het apparaat een scheiding per soort van de kunststof afvaldelen mogelijk.
Neem a.u.b. de aanwijzingen voor de veiligheid onder „Bij levering” in acht.
Uw oude apparaat
Neem a.u.b. de aanwijzingen voor de veiligheid onder „Bij het afvoeren” in acht.
Dit apparaat is gekenmerkt in overeenstemming met de Europese richtlijn 2002/96/EC afgedankte elektrische en elektronische apparatuur (waste electrical and electronic equipment – WEEE). De richtlijn geeft het kader aan voor de in de EU geldende terugname en verwerking van oude apparaten.
27
Kinderbeveiliging (deurvergrendeling)*
40 Kinderbeveiliging activeren. 41 Deur openen bij geactiveerde kinderbeveiliging. 42 Kinderbeveiliging deactiveren.
Zorg dat de deur van het apparaat altijd goed gesloten is als u het apparaat verlaat. Alleen zo kunt u uw kinderen tegen eventuele gevaren beschermen.
Bakplaat-sproeikop*
Grote bakplaten ofroosters enborden meteendoorsnede vanmeer dan 30 cm (gourmetborden, pastaborden, onderborden) kunt umetbehulp vandeze sproeikop reinigen. Hiertoe debovenste servieskorf eruit halen en desproeikopzoals afgebeeld erinzetten.
*niet bijalle modellen
Deafwasautomaat altijd met debovenste servieskorf ofdebakplaat-sproeikopgebruiken!
Debakplaten zoals afgebeeld inruimen zodat desproeistraal alle delen kan bereiken (maximaal 4 bakplaten en2 roosters).
Tijdens het gebruik vanhet apparaat hoeft uer inprincipe niet bijteblijven resp. na het gebruik om veiligheidsredenen dekraan dicht tedraaien. Alleen bijlangere afwezigheid, bijv. als ueenpaar weken opvakantie gaat, moet dekraan worden dichtgedraaid.
Voorwaarde voor aanspraak opgarantie is dat het apparaat metAqua-Stop vakkundig enovereenkomstig ons installatievoorschrift is opgesteld enaangesloten. Hiertoe behoort ook devakkundig gemonteerde verlenging vandeAqua-Stop (origineel toebehoren). Onze garantie heft geen betrekking opdefecte toevoerleidingen ofarmaturen tot aan deAqua-Stop-aansluiting opdekraan.
Deze aansprakelijkheidsgarantie geldt voor delevensduur vanhet apparaat.
Alsdoor eenfout inons Aqua-Stop-systeem waterschade wordt veroorzaakt, vergoeden wij deschade aan particuliere gebruikers. Omhet waterbeveiligings­systeem tegaranderen moet het apparaat ophet elektriciteitsnet zijn aangesloten.
Alsaanvulling opdegarantie-aanspraken tegenover deverkoper indekoopovereenkomst enals aanvulling oponze garantie ophet apparaat
wordt uschadeloos gesteld als aan onderstaande voorwaarden wordt voldaan:
1.
2.
3.
4.
AQUA-STOP-garantie
Robert Bosch Hausgeräte GmbH Carl-Wery-Straße 34 81739 München
(vervalt bijapparaten zonder Aqua-Stop)
nl
NL
De contactgegevens in alle landen vindt u in de bijgesloten lijst met Servicedienstadressen.
Internet: www.bosch-home.com
Verzoek om reparatie en advies bij storingen
B
020 430 3 430
070 222 141
9000 404 977 nl (8906)
640MG
Loading...