BOSCH SKS51E22EU User Manual [nl]

Page 1
3FHJTUFSZPVSOFX#PTDIOPX
XXXCPTDIIPNFDPNFXFMDPNF
"GXBTBVUPNBBU
OM(FCSVJLTBBOXJK[JOH
SK...
Page 2

5HVHWVHF
6WDUW

K
K
K
K
K








Page 3
Inhoudsopgave
nl
8 Gebruik volgens de voorschriften
4
( Veiligheids- voorschriften . . . . 4

Voordat u het apparaat in gebruik neemt

. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5
Bij aflevering . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5
Bij de installatie. . . . . . . . . . . . . . . . . . 5
Dagelijks gebruik . . . . . . . . . . . . . . . . 6
Deurvergrendeling . . . . . . . . . . . . . . . 7
Bij schade. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7
Bij het afvoeren van het apparaat . . . . 7
7 Milieubescherming . . . . . . . . . . 9
Verpakking . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 9
Uw oude apparaat . . . . . . . . . . . . . . . 9
* Kennismaking met het apparaat 9
Bedieningspaneel . . . . . . . . . . . . . . . . 9
Binnenkant van het apparaat . . . . . . . 9
+ Wateronthardingsinstallatie/
Onthardingszout . . . . . . . . . . . 10
Instellen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 10
Tabel voor de waterhardheid . . . . . . 11
Gebruik van onthardingszout . . . . . . 11
Reinigingsproducte
met zoutcomponente . . . . . . . . . . . . 11
Ontharding uitschakelen . . . . . . . . . . 12
Uitruimen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 14
Servieskorf . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 15
Bestekkorf. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 15
Omklapbare bordensteunen . . . . . . . 15
Hoogte van het serviesgoed . . . . . . . 15
. Afwasmiddel . . . . . . . . . . . . . . . 16
Vul afwasmiddel . . . . . . . . . . . . . . . . 16
Gecombineerde reinigingsmiddelen . 17
/ Programma-overzicht . . . . . . . 18
Programmakeuze . . . . . . . . . . . . . . . 19
Aanwijzingen voor testinstituten . . . . 19
0 Extra functies . . . . . . . . . . . . . . 19
Tijd besparen (VarioSpeed) . . . . . . . 19
Hygiëne (Hygiene) . . . . . . . . . . . . . . 19
Extra drogen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 19
1 Apparaat bedienen . . . . . . . . . . 20
Programmagegevens . . . . . . . . . . . . 20
Aqua-Sensor . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 20
Inschakelen van het apparaat. . . . . . 20
Starttijd kiezen . . . . . . . . . . . . . . . . . 21
Einde van het programma . . . . . . . . 21
Onderbreken van het programma. . . 21
Afbreken van het programma . . . . . . 21
Wijzigen van het programma . . . . . . 21
Intensief drogen . . . . . . . . . . . . . . . . 22
, Glansspoelmiddel . . . . . . . . . . 12
Hoeveelheid glansspoelmiddel instellen
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 13
Indicatie glansspoelmiddel bijvullen
uitschakelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 13
- Serviesgoed . . . . . . . . . . . . . . . 14
Ongeschikt servies . . . . . . . . . . . . . . 14
Schade aan glas en serviesgoed . . . 14
Inruimen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 14
2 Reinigen en onderhouden . . . . 22
Algemene toestand van de machine 22 Onthardingszout en glansspoelmiddel
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 23
Zeven . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 23
Sproeiarm . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 24
3 Wat te doen bij storingen? . . . 24
Afvoerpomp . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 25
Storingentabel. . . . . . . . . . . . . . . . . . 26
3
Page 4
nl Gebruik volgens de voorschriften
4 Servicedienst . . . . . . . . . . . . . . 35
5 Plaatsen en aansluiten . . . . . . 35
Leveringsomvang . . . . . . . . . . . . . . . 35
Veiligheidsvoorschriften . . . . . . . . . . 36
Aflevering . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 36
Technische gegevens. . . . . . . . . . . . 36
Plaatsing . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 36
Aansluiten op de waterafvoer . . . . . . 36
Drinkwateraansluiting . . . . . . . . . . . . 37
Elektrische aansluiting . . . . . . . . . . . 37
Demontage . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 38
Transport . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 38
Bescherming tegen vorst (Leegmaken
van het apparaat) . . . . . . . . . . . . . . . 38
8 Gebruik volgens de
voorschriften
Gebruik volgens de voorschriften
Dit apparaat is bestemd voor
privégebruik in het huishouden en de huiselijke omgeving.
De afwasautomaat alleen
in het huishouden gebruiken en alleen voor het aangegeven doel: het afwassen van huishoudelijk serviesgoed.
( Veiligheids-
voorschriften
Veiligheidsvoorschriften
Kinderen vanaf 8 jaar en personen die wegens hun beperkte fysieke, sensorische of geestelijke vaardigheden of hun onervarenheid of onwetendheid niet in staat zijn om het apparaat veilig te bedienen, mogen het apparaat niet zonder toezicht of aanwijzingen van een verantwoordelijke persoon gebruiken.
4
Page 5
Veiligheidsvoorschriften nl
Voordat u het apparaat in gebruik neemt
Lees de gebruiksaanwijzing en het installatievoorschrift nauwkeurig door. U vindt daarin belangrijke informatie over plaatsing, gebruik en onderhoud van het apparaat.
Bewaar de gebruiksaanwijzing en het montagevoorschrift voor later gebruik of voor een eventuele latere bezitter.
Bij aflevering
1. Controleer onmiddellijk
of de verpakking en de afwasautomaat tijdens het transport beschadigd zijn. Een beschadigd apparaat niet in gebruik nemen maar contact opnemen met uw leverancier.
2. Het verpakkingsmateriaal milieuvriendelijk volgens de geldende voorschriften afvoeren.
3. Laat kinderen niet met de verpakking en de onderdelen daarvan spelen. Kans op stikken door vouwdozen en folie.
Bij de installatie
Zorg ervoor dat de
achterzijde van de afwasautomaat na de installatie niet meer vrij toegankelijk is (aanraakbeveiliging wegens hete oppervlakken).
Ga bij het plaatsen en
aansluiten te werk volgens de installatie- en montagehandleiding.
Tijdens het installeren mag
de afwasautomaat niet op het elektriciteitsnet zijn aangesloten.
Overtuig u ervan dat het
aardingssysteem van de elektrische huisinstallatie volgens de elektrotechnische voorschriften is geïnstalleerd.
De elektrische
aansluitvoorwaarden moeten overeenkomen met de gegevens op het typeplaatje 1b van de afwasautomaat.
Als de elektrische
aansluitkabel van het apparaat beschadigd wordt, dan moet deze door een speciale aansluitkabel vervangen worden.
Om gevaren te voorkomen, dient men deze aan te schaffen via de klantenservice.
5
Page 6
nl Veiligheidsvoorschriften
Als de afwasmachine
in een hoge kast moet worden ingebouwd, dan moet deze volgens de voorschriften bevestigd worden.
Als de afwasautomaat onder
of boven andere huishoudapparaten wordt ingebouwd, dient men de informatie m.b.t. de inbouw in combinatie met een afwasautomaat in de montagehandleiding van de desbetreffende apparaten in acht te nemen.
Neem bovendien de
montageaanwijzingen van de afwasautomaat in acht om een veilig gebruik van alle apparaten te waarborgen.
Als er geen informatie
beschikbaar is of als de montagehandleiding niet de gewenste aanwijzingen bevat, dient u contact op te nemen met de fabrikant van deze apparaten om na te gaan of de afwasautomaat boven of onder deze apparaten kan worden ingebouwd.
Als het u niet lukt om
informatie van de fabrikant te krijgen, mag u de afwasautomaat niet boven of onder deze apparaten inbouwen.
Wanneer u boven de
afwasautomaat een magnetron inbouwt, kan deze beschadigd raken.
Het apparaat niet in de buurt
van warmtebronnen opstellen (radiator, boiler, fornuis of andere apparaten die veel warmte produceren). Het apparaat alleen met inachtneming van de voorgeschreven veiligheidsafstanden onder een kookplateau inbouwen.
Na het plaatsen van het
apparaat moet de stekker gemakkelijk te bereiken zijn.
(Zie Elektrische aansluiting)
Bij sommige modellen:
In de kunststof behuizing aan de wateraansluiting bevindt zich een elektrisch ventiel, in de toevoerslang bevinden zich de aansluitingsleidingen. De slang niet doorsnijden, de kunststof behuizing niet in water onderdompelen.
Dagelijks gebruik
Let op de veiligheidsvoorschriften resp. de aanwijzingen bij het gebruik op de verpakkingen van het afwas­en glansspoelmiddel.
6
Page 7
Veiligheidsvoorschriften nl
Kinderbeveiliging (deurvergrendeling)
Deurvergrendeling
*
De beschrijving van de kinderbeveiliging bevindt zich achterin in de omslag.
* Afhankelijk van het model
Bij schade
Reparaties en ingrepen
mogen alleen door een vakkundig monteur worden uitgevoerd. Hierbij mag het apparaat niet op het lichtnet zijn aangesloten. Stekker uit het stopcontact trekken of de zekering losdraaien resp. uitschakelen. Kraan dichtdraaien.
Bij beschadigingen, vooral
van het bedieningspaneel (scheuren, gaten, afgebroken toetsen), of als de deur niet goed functioneert, mag het apparaat niet meer worden gebruikt. De stekker uit het stopcontact trekken of de zekering uitschakelen. Kraan dichtdraaien, klantenservice bellen.
Bij het afvoeren van het apparaat
1. Het afgedankte apparaat
onmiddellijk onbruikbaar maken om eventuele ongelukken te voorkomen.
2. Het apparaat op een milieuvriendelijke wijze (laten) afvoeren.
m Waarschuwing
Verwondingsgevaar!
Messen en andere
voorwerpen met scherpe punten met de punten naar beneden in de bestekkorf zetten of plat in het messenrek* leggen.
Niet op de geopende deur
gaan zitten of staan.
Let er bij vrijstaande
apparaten op dat de korven niet overladen zijn.
* afhankelijk van het model
m Waarschuwing
Gevaar door explosie!
Doe geen oplosmiddel in de spoelruimte. Kans op explosie.
7
Page 8
nl Veiligheidsvoorschriften
m Waarschuwing
Risico van brandwonden!
Tijdens het programmaverloop de deur alleen heel voorzichtig openen. Er kan namelijk heet water uit het apparaat spuiten.
m Waarschuwing
Gevaren voor kinderen!
Maak gebruik – indien
aanwezig – van de kinderbeveiliging. Een nauwkeurige beschrijving vindt u achter in de omslag.
Laat kinderen nooit met het
apparaat spelen of het bedienen.
Kinderen uit de buurt
van afwasmiddel en glansspoelmiddel houden. Deze kunnen irritaties in mond, keel en ogen veroorzaken of tot verstikking leiden.
Kinderen uit de buurt
van de geopende afwasautomaat houden, Het water in het apparaat is geen drinkwater. Er kunnen nog resten afwasmiddel in het apparaat zijn achtergebleven.
Let er bij een op een hoge
plaats ingebouwd apparaat op dat er bij het openen en sluiten van de deur geen kinderen klem komen te zitten of bekneld raken tussen de apparaatdeur en de onderliggende kastdeur.
Kinderen kunnen zich
opsluiten in het apparaat (verstikkingsgevaar) of in een andere gevaarlijke situatie terechtkomen.
Bij uitgediende apparaten daarom: Trek daarom de stekker uit het stopcontact. Aansluitkabel doorknippen en verwijderen. Deurslot onklaar maken zodat de deur niet meer sluit.
8
Page 9
Milieubescherming nl
7 Milieubescherming
Milieubescherming
Zowel de verpakking van het nieuwe apparaat als het oude apparaat bevat waardevolle grondstoffen en materiaal dat hergebruikt kan worden.
De afzonderlijke delen a.u.b. gesorteerd afvoeren.
U kunt bij uw leverancier of bij de gemeente informeren hoe u uw oude apparaat en het verpakkingsmateriaal kunt (laten) afvoeren.
Verpakking
Alle kunststof delen van het apparaat zijn gemerkt met een gestandaardiseerd afkortingsteken (bijv. >PS< polystyreen). Hierdoor is bij het afvoeren van het apparaat een scheiding per soort van de kunststof afvaldelen mogelijk.
Neem a.u.b. de aanwijzingen voor de veiligheid onder „Bij levering” in acht.
Uw oude apparaat
Neem a.u.b. de aanwijzingen voor de veiligheid onder „Bij het afvoeren” in acht.
* Kennismaking met het
apparaat
Kennismaking met het apparaat
De afbeeldingen van het bedieningspaneel en van de binnenruimte van het apparaat vindt u vooraan in de omslag van deze gebruiksaanwijzing.
In de tekst wordt op de verschillende posities gewezen.
Bedieningspaneel
( AAN/UIT-schakelaar 0 Programmakiezer 8 START-toets @ Starttijd kiezen * H Extra functies ** P Indicatie glansspoelmiddel bijvullen X Indicatie zout bijvullen ` Indicatie „Watertoevoer
controleren”
h Indicatie Drogen )" Indicatie Reinigen
* Afhankelijk van het model ** Aantal afhankelijk van het model
Binnenkant van het apparaat
Dit apparaat is gekenmerkt in overeenstemming met de Europese richtlijn 2012/19/ EU afgedankte elektrische en elektronische apparatuur (waste electrical and electronic equipment – WEEE). De richtlijn geeft het kader aan voor de in de EU geldende terugname en verwerking van oude apparaten.
1" Sproeiarm 1* Zeven 12 Reservoir voor onthardingszout 1: Bestekkorf 1B Servieskorf 1J Voorraadreservoir voor
glansspoelmiddel
1R Afwasmiddelbakje 1Z Vergrendeling voor
afwasmiddelbakje
1b Typeplaatje
9
Page 10
nl Wateronthardingsinstallatie/Onthardingszout
+ Wateronthardingsinsta
llatie/Onthardingszout
Wateronthardingsinstallatie/Onthardingszout
Voor een goed afwasresultaat heeft de afwasautomaat zacht water, d.w.z. water met weinig kalk nodig. Anders zetten zich witte kalkresten op het serviesgoed en de binnenkant van de spoelruimte af.
Leidingwater met een te hoge hardheidsgraad moet voor gebruik in de afwasautomaat onthard, d.w.z. ontkalkt worden. Dit gebeurt met behulp van speciaal zout in de wateronthardingsinstallatie van de afwasautomaat.
De instelling en daarmee de benodigde hoeveelheid zout zijn afhankelijk van de hardheidsgraad van het leidingwater.
Instellen
De hoeveelheid zout is op 4 standen instelbaar, afhankelijk van de hardheid van het water. Afhankelijk van de stand branden 0, 1, 2 of 3 indicaties (zie de tabel). De in de fabriek ingestelde stand is: 1.
1. Vraag de hardheidsgraad van het water. Informeer bij het waterleidingbedrijf.
2. De stand vindt u in de tabel voor de waterhardheid.
3. Deur sluiten.
4. AAN/UIT-schakelaar (
inschakelen. De indicatie Reinigen )" knippert.
5. START-toets 8 indrukken en ingedrukt houden.
6. Programmakiezer 0 draaien tot de indicatie zout bijvullen X knippert.
7. Toets loslaten. De indicatie Zout bijvullen X
knippert en de indicatie „Watertoevoer controleren” ` brandt (= stand 1).
Om de instelling te wijzigen:
1. Programmakiezer 0 draaien tot
de gewenste stand is ingesteld.
2. START-toets 8 indrukken. De indicatie zout bijvullen X gaat
uit. De ingestelde stand is opgeslagen.
10
Page 11
Wateronthardingsinstallatie/Onthardingszout nl
Tabel voor de waterhardheid
:DWHU KDUGKHLG G+
²
²
²
²
+DUGKHLGV EHUHLN
]DFKW
JHPLGGHOG
KDUG
KDUG
PPROO
VWDQG
²
²
²
²
Gebruik van onthardingszout
Onmiddellijk vóór het inschakelen van het apparaat zout bijvullen. Hiermee bereikt u dat de overgelopen zoutoplossing onmiddellijk wordt uitgespoeld en corrosie aan het spoelreservoir wordt voorkomen.
1. De schroefdop van het
voorraadreservoir 12 eraf draaien.
2. Het reservoir met water vullen (alleen nodig bij het eerste gebruik).
3. Hierna onthardingszout bijvullen (geen keukenzout of tabletten).
Hierdoor wordt het water verdrongen en loopt weg.
Zodra de indicatie zout bijvullen X op het bedieningspaneel brandt, moet opnieuw zout worden bijgevuld.
Gebruik van reinigingsproducten met zoutcomponenten
Bij gebruik van gecombineerde reinigingsproducten met zoutcomponenten hoeft in het algemeen tot een waterhardheid van 21°dH (37°fH, 26°Clarke, 3,7mmol/l) geen onthardingszout gebruikt te worden. Bij een waterhardheid boven 21° dH is ook hier het gebruik van onhardingszout noodzakelijk.
Reinigingsproducte met zoutcomponente
* Afhankelijk van het model
11
Page 12
nl Glansspoelmiddel
Ontharding uitschakelen
Indicatie zout bijvullen/
ontharding uitschakelen
, Glansspoelmiddel
Glansspoelmiddel
Als de indicatie zout bijvullen X stoort (bijv. bij gebruik van gecombineerde reinigingsproducten met zoutcomponenten), dan kan deze uitgeschakeld worden.
Ga te werk zoals onder
„Onthardingsinstallatie instellen” beschreven en stel in op stand 0.
Hiermee zijn de onthardingsinstallatie en de indicatie zout bijvullen uitgeschakeld.
m Attentie
Het zoutreservoir nooit met afwasmiddel vullen. Hierdoor gaat de onthardingsinstallatie kapot.
Als indicatie Glansspoelmiddel bijvullen P op het bedieningspaneel brandt, dan is er nog glansspoelmiddel voor 1-2 afwasbeurten aanwezig. U moet glansspoelmiddel bijvullen.
Glansspoelmiddel hebt u nodig voor streeploos gedroogd serviesgoed en heldere glazen. Gebruik alleen glansspoelmiddel voor huishoudelijke afwasautomaten.
Gecombineerde reinigingsproducten met glansspoelcomponenten kunnen alleen tot een waterhardheid van 21° dH (37° fH, 26° Clarke, 3,7 mmol/l) gebruikt worden. Bij een waterhardheid boven 21° dH is ook hier het gebruik van glansspoelmiddel noodzakelijk.
1. Het voorraadreservoir 1J openen
door het lipje op het deksel in te drukken en op te tillen.
12
2. Glansspoelmiddel voorzichtig tot de max. markering in de vulopening gieten.
Page 13
PD[
3. Deksel sluiten tot u een klik hoort.
4. Eventueel gemorst glansspoelmiddel
met een doekje verwijderen om overmatige schuimontwikkeling bij de volgende afwasbeurt te voorkomen.
Hoeveelheid glansspoelmiddel instellen
De hoeveelheid glansspoelmiddel is op 4 standen instelbaar. Afhankelijk van de stand branden 0, 1, 2 of 3 indicaties (zie de waterhardheidstabel).
De in de fabriek ingestelde stand is: 2. Verander de hoeveelheid
glansspoelmiddel alleen als er strepen (lagere stand instellen) of watervlekken (hogere stand instellen) op het serviesgoed achterblijven.
1. Deur sluiten.
2. AAN/UIT-schakelaar (
inschakelen. De indicatie Reinigen )" knippert.
3. START-toets 8 indrukken
en ingedrukt houden.
4. Programmakiezer 0 draaien tot
de indicatie glansspoelmiddel bijvullen P knippert.
5. Toets loslaten. De indicatie glansspoelmiddel
bijvullen P knippert en de indicaties h en ` branden (= stand 2).
Glansspoelmiddel nl
Om de instelling te wijzigen:
1. Programmakiezer 0 draaien tot
de gewenste stand is ingesteld.
2. START-toets 8 indrukken.
De indicatie glansspoelmiddel bijvullen P gaat uit. De ingestelde stand is opgeslagen.
Indicatie glansspoelmiddel bijvullen uitschakelen
Als de glansspoelmiddelindicatie P stoort (bijv. bij gebruik van gecombineerde reinigingsmiddelen met glansspoelcomponenten) dan kan deze worden uitgeschakeld.
Ga te werk zoals onder „Hoeveelheid
glansspoelmiddel instellen” beschreven en stel in op stand 0.
Hiermee is de indicatie glansspoelmiddel P bijvullen uitgeschakeld.
13
Page 14
nl Serviesgoed
- Serviesgoed
Serviesgoed
Ongeschikt servies
Bestek en servies met houten
onderdelen.
Gevoelige gedecoreerde glazen,
kunstnijverheidsservies en -vazen en antiek servies. De decoraties zijn niet bestand tegen afwassen in een afwasautomaat.
Niet hittebestendige
kunststof voorwerpen/onderdelen.
Koperen en tinnen serviesgoed.Serviesgoed dat bevuild is met as,
kaarsvet, smeerolie of verf.
Geglazuurd serviesgoed en voorwerpen van aluminium en zilver kunnen bij het afwassen gaan verkleuren of verbleken. Ook sommige soorten glas (bijv. voorwerpen van kristal) kunnen dof worden nadat ze vele malen zijn afgewassen.
Schade aan glas en serviesgoed
Inruimen
1. Grove etensresten verwijderen.
Afspoelen onder stromend water is niet nodig.
2. Het serviesgoed zodanig inruimen dat
– het stevig staat en niet kan
omvallen;
– alle soorten serviesgoed met
de opening naar beneden staan;
– serviesgoed met een ronding
of een holte schuin staat zodat het water er vanaf kan lopen;
– het de sproeiarm 1" tijdens het
ronddraaien niet belemmert.
Heel klein serviesgoed niet in de machine afwassen omdat dit gemakkelijk uit de servieskorf 1B kan vallen.
Uitruimen
Heet serviesgoed is stootgevoelig! Laat het daarom na afloop van het programma net zo lang in de afwasautomaat afkoelen tot u het goed kunt vastpakken.
Oorzaken:
glassoort en fabricagewijze van het
glas.
chemische samenstelling van het
afwasmiddel.
temperatuur van het water tijdens
de afwas.
Advies:
gebruik alleen glas en porselein dat
volgens de fabrikant geschikt is voor de afwasautomaat.
gebruik afwasmiddel waarop staat
aangegeven dat het het serviesgoed ontziet.
glas en bestek na afloop van het
programma zo snel mogelijk uit de afwasmachine halen.
14

Aanwijzing

Na het einde van het programma kunnen er in het apparaat nog waterdruppels zichtbaar zijn. Dit heeft geen invloed op het drogen van het serviesgoed.
Page 15
Servieskorf
Servieskorf 1B
Serviesgoed nl
Omklapbare bordensteunen
Omklapbare bordensteunen *
* Afhankelijk van het model De bordensteunen zijn omklapbaar
waardoor pannen, schalen en glazen praktischer kunnen worden ingeruimd.
Bestekkorf
Bestek altijd ongesorteerd met de scherpe kant naar beneden inruimen.
Om verwondingen te voorkomen: lange, puntige bestekdelen en messen in het messenrek leggen.
Hoogte van het serviesgoed
De maximale hoogte van het serviesgoed is 28 cm.
15
Page 16
nl Afwasmiddel
. Afwasmiddel
Afwasmiddel
U kunt zowel tabletten als poedervormige of vloeibare afwasmiddelen voor de wasmachine gebruiken, maar nooit handafwasmiddel. Afhankelijk van de vervuiling kan met poedervormig of vloeibaar afwasmiddel de dosering individueel worden aangepast. Tabs bevatten voor alle afwasprogramma’s voldoende werkzame stoffen. Moderne, krachtige afwasmiddelen hebben meestal een laag alkalische receptuur met fosfaat en enzymen. Fosfaten binden de kalk in het water. Enzymen breken zetmeel af en lossen eiwitten op. Minder voorkomend zijn afwasmiddelen zonder fosfaat. Deze hebben iets minder vermogen om kalk te binden en vereisen een hogere dosering. Om gekleurde vlekken (bijv. thee of ketchup) te verwijderen worden meestal bleekmiddelen op basis van zuurstof gebruikt.
Aanwijzing
Neem voor een goed afwasresultaat altijd de aanwijzingen op de verpakking in acht! Hebt u nog andere vragen, dan raden wij u aan contact op te nemen met de fabrikant van het afwasmiddel.
Vul afwasmiddel
1. Als het afwasmiddelbakje 1R nog
dicht is: vergrendeling 1Z bedienen om het te openen.
Afwasmiddel alleen in het droge afwasmiddelbakje 1R gieten (tablet plat neerleggen, niet op zijn kant). Dosering: zie de aanwijzingen van de fabrikant op de verpakking. De indeling in het afwasmiddelbakje 1R biedt hulp bij de juiste dosering van poedervormig of vloeibaar afwasmiddel.
PO PO PO
2. Deksel van het bakje omhoog schuiven tot de sluiting hoorbaar vastklikt.
m Waarschuwing – Let
op de veiligheidsvoorschriften resp. de aanwijzingen bij het gebruik op de verpakkingen van het afwas­en glansspoelmiddel.
16
Het afwasmiddelbakje gaat, afhankelijk van het programma, op het juiste tijdstip automatisch open. Het poedervormige of vloeibare afwasmiddel wordt in het apparaat verdeeld en opgelost. Het tablet valt in de tab­opvangschaal en wordt daar gedoseerd opgelost.
Page 17
Afwasmiddel nl
Tip
Als het serviesgoed niet erg vuil is, kunt u normalerwijze volstaan met minder afwasmiddel dan is aangegeven.
Geschikte reinigings- en onderhoudsmiddelen kunt u online op onze internetsite of bij de Servicedienst bestellen (zie achterkant).
Gecombineerde reinigingsmiddelen
Naast de gebruikelijke afwasmiddelen (Solo) wordt een aantal producten aangeboden met extra functies. Deze producten bevatten behalve afwasmiddel vaak ook glansspoelmiddel en zoutvervangende stoffen (3in1) en, afhankelijk van de combinatie (4in1, 5in1, enz.), ook nog extra componenten zoals glasbescherming of glansmiddel voor roestvrij staal. Gecombineerde reinigingsmiddelen functioneren alleen tot een bepaalde hardheidsgraad (meestal 21°dH). Boven deze grenswaarde moeten zout en glansspoelmiddel worden toegevoegd.
Zodra gecombineerde reinigingsproducten gebruikt worden past het afwasprogramma zich automatisch zodanig aan dat altijd het best mogelijke afwas- en droogresultaat bereikt wordt.
Aanwijzingen
Optimale afwas- en droogresultaten
bereikt u door het gebruik van losse afwasmiddelen in combinatie met (apart) gebruik van onthardingszout en glansspoelmiddel.
Bij korte programma’s kunnen
tabletten door een verschillende manier van oplossen eventueel niet de volle reinigingskracht ontwikkelen waardoor er onopgeloste afwasmiddeldeeltjes achterblijven. Voor deze programma's is een reinigingsmiddel in poedervorm beter geschikt.
Ook als de indicatie
glansspoelmiddel en/of zout bijvullen brandt, verloopt het afwasprogramma bij gebruik van gecombineerd reinigingsmiddelen zonder problemen.
Bij gebruik van afwasmiddelen
met in water oplosbaar beschermend omhulsel: het omhulsel alleen met droge handen vastpakken. Het afwasmiddelbakje moet vóór het vullen absoluut droog zijn, anders kan het afwasmiddel eraan vastplakken.
Als u van gecombineerde
reinigingsmiddelen op losse afwasmiddelen omschakelt, let er dan op dat de wateronthardingsinstallatie en de hoeveelheid glansspoelmiddel op de juiste waarde zijn ingesteld.
17
Page 18
nl Programma-overzicht
/ Programma-overzicht
Programma-overzicht
In dit overzicht staat het maximaal mogelijke aantal programma’s vermeld. De bijpassende programma’s en hun rangschikking vindt u op het bedieningspaneel.
Soort serviesgoed
potten, pannen, niet gevoelig serviesgoed en bestek
gemengd serviesgoed en bestek
gevoelig serviesgoed, bestek, temperatuurgevo elige kunststoffen en glazen
Soort vervuiling Programma Eventuele extra
± / °
erg aangekoekte, ingebrande of opgedroogde zetmeel­of eiwithoudende etensresten
Intensief 70°
Ù / Ø
Normaal 65°
Ù / Ø
licht opgedroogde, in het huishouden gebruikelijke etensresten
Normaal 65°
â / à
Eco 50°
é / è
weinig aangekoekte verse etensresten
Zacht 40°
ñ / ð
Snel 45°
functies
alle
alle
alle
alle
Intensief zone Tijd besparen Extra drogen
Extra drogen
Programmaverloop
Voorspoelen Reinigen 70° Tussenspoelen Glansspoelen 65° Drogen
Voorspoelen Reinigen 65° Tussenspoelen Glansspoelen 65° Drogen
Voorspoelen Reinigen 65° Tussenspoelen Glansspoelen 65° Drogen
Voorspoelen Reinigen 50° Tussenspoelen Glansspoelen 65° Drogen
Voorspoelen Reinigen 40° Tussenspoelen Glansspoelen 55° Drogen
Reinigen 45° Tussenspoelen Glansspoelen 55°
alle soorten serviesgoed
18
koud voorspoelen, tussentijdse reiniging
ù / ø
Voorspoelen
geen Voorspoelen
Page 19
Extra functies nl
Programmakeuze
Aan de hand van het soort serviesgoed en de mate van vervuiling kunt u een passend programma uitzoeken.
Aanwijzingen voor testinstituten
Testbureaus ontvangen de instructies voor vergelijkingstests (bijv. volgens EN60436).
Hierbij gaat het om de voorwaarden voor het uitvoeren van de tests, niet om de resultaten of de verbruikswaarden.
Aanvraag per e-mail aan: dishwasher@test-appliances.com Benodigd zijn het fabrikaatnummer (E-
Nr.) en het productnummer (FD), die u op het typeplaatje 1b op de deur van het apparaat vindt.
0 Extra functies
Extra functies
* afhankelijk van het model Instelbaar via de toetsen extra
functies H.
Tijd besparen (VarioSpeed)
Ÿ Tijd besparen
(VarioSpeed) *
Met de functie >>Tijd besparen<< kan de looptijd – afhankelijk van het gekozen afwasprogramma – met ca. 20% tot 50% verkort worden. Om bij verkorte looptijd optimale reinigings- en droogresultaten te bereiken, wordt het water­en energieverbruik verhoogd.
· Hygiëne (Hygiene) *
Tijdens het reinigingsproces wordt de temperatuur verhoogd. Hierdoor wordt een verhoogde hygiënestatus bereikt. Deze extra functie is ideaal voor bijv. het afwassen van snijplanken of babyflesjes.
Hygiëne (Hygiene)
¿ Extra drogen *
Door een verhoogde temperatuur tijdens het glansspoelen en een verlengde droogfase kunnen ook kunststof delen beter drogen. Het energieverbruik is iets hoger.
Extra drogen
19
Page 20
nl Apparaat bedienen
1 Apparaat bedienen
Apparaat bedienen
Programmagegevens
De programmagegevens (verbruikswaarden) vindt u in de korte handleiding. Deze hebben betrekking op normale omstandigheden en de instelwaarde 2 van de waterhardheid . Verschillende factoren zoals de temperatuur van het water of de druk in de waterleiding zijn hierbij van invloed en kunnen tot afwijkingen leiden.
Aqua-Sensor
Aqua-Sensor *
* Afhankelijk van het model De Aqua-Sensor is een optisch
meetsysteem (met lichtstraal) waarmee de vertroebeling van het afwaswater wordt gemeten.
Afhankelijk van het programma treedt de Aqua-Sensor in werking. Als de Aqua-Sensor actief is, kan „schoon” afwaswater in de volgende reinigingsfase gebruikt worden en het waterverbruik daardoor met 2–4 liter verminderd worden. Is het water te vuil, dan wordt het afgepompt en door vers water vervangen. In de automatische programma’s worden bovendien temperatuur en looptijd aan de mate van vervuiling aangepast.
Inschakelen van het apparaat
1. Kraan helemaal opendraaien.
2. Deur sluiten.
3. AAN/UIT-schakelaar (
inschakelen. De indicatie Reinigen )" knippert.
4. Programmakiezer 0 op het gewenste programma draaien.
5. START-toets 8 indrukken. De indicatie Reinigen )" brandt.
Het programmaverloop start.
Aanwijzing
- voor een milieubesparend gebruik
van de afwasautomaat: Het Eco 50° programma is een bijzonder milieubesparend programma. Het is het „standaardprogramma” conform de EU-verordening1016/2010, dat de meest efficiënte standaard reinigingscyclus is voor de reiniging van normaal vervuild serviesgoed en het gecombineerde energie- en waterverbruik voor de reiniging van dit soort serviesgoed.
20
Page 21
Starttijd kiezen
Starttijd kiezen *
* Afhankelijk van het model U kunt het programma 3, 6 of 9 uur
later laten starten.
1. AAN/UIT-schakelaar (
inschakelen.
2. Toets starttijd kiezen @ net zo vaak
indrukken tot de betreffende indicatie 3h, 6h of 9h brandt.
3. START-toets 8 indrukken,
de gekozen starttijd is geactiveerd.
4. Om de gekozen starttijd te wissen
de toets starttijd kiezen @ net zo vaak indrukken tot geen van de indicaties 3h, 6h of 9h meer brandt.
Tot de starttijd kunt u het programma willekeurig wijzigen.
Apparaat bedienen nl
Onderbreken van het programma
1. AAN/UIT-schakelaar (
uitschakelen. De indicatielampjes gaan uit. Het
programma blijft in het geheugen opgeslagen. Als bij aansluiting op warm water of als het apparaat al is opgewarmd de deur van het apparaat geopend werd, de deur eerst een paar minuten op een kier laten staan en dan pas dichtdoen. Anders kan de deur van het apparaat door expansie (overdruk) openspringen of water uit het apparaat komen.
2. Om het programma voort te zetten de AAN/UIT-schakelaar ( weer inschakelen.
Einde van het programma
Het programma is afgelopen wanneer geen van beide indicaties h of )" meer brandt.
Aanwijzing
Om energie te besparen schakelt de afwasautomaat na afloop van het programma automatisch uit.
Afbreken van het programma
Afbreken van het programma
(Reset)
1. START-toets 8 ca. 3 sec.
ingedrukt houden tot alle indicaties uit zijn.
2. Het resterende programmaverloop voor het wegpompen van het restwater duurt ca. 1 minuut.
Wijzigen van het programma
Na het indrukken van de START­toets 8 kan het programma niet gewijzigd worden.
Wijzigen van het programma is alleen mogelijk door het programma af te breken (Reset).
21
Page 22
nl Reinigen en onderhouden
Intensief drogen
Tijdens het glansspoelen wordt de temperatuur verhoogd waardoor het droogresultaat wordt verbeterd. De looptijd kan hierdoor iets verlengd worden. (Wees voorzichtig met gevoelig serviesgoed!)
1. Deur sluiten.
2. AAN/UIT-schakelaar (
inschakelen. De indicatie Reinigen )" knippert.
3. START-toets 8 indrukken
en ingedrukt houden.
4. Programmakiezer 0 draaien tot
de indicatie „Watertoevoer controleren” ` knippert.
5. Toets loslaten. Om de instelling te wijzigen:
1. Door de programmakiezer 0 te
draaien, kunt u het intensief drogen in- (indicatie Drogen h brandt) of uitschakelen (indicatie Drogen h brandt niet).
2. START-toets 8 indrukken.
De instelling is opgeslagen.
2 Reinigen en
onderhouden
Reinigen en onderhouden
Regelmatige controle en onderhoud van het apparaat dragen ertoe bij defecten te voorkomen. Dit bespaart u tijd en ergernis.
Algemene toestand van de machine
Spoelruimte controleren
op kalkaanslag en vetresten.
Als u zulke aanslag aantreft:
afwasmiddelbakje met afwasmiddel
vullen. Het apparaat zonder serviesgoed in het programma met de hoogste afwastemperatuur starten.
Om het apparaat te reinigen alleen speciaal voor afwasautomaten geschikte afwas-/schoonmaakmiddelen gebruiken.
Om de deurafdichting altijd schoon
en hygiënisch te houden, moet deze regelmatig worden gereinigd met een vochtige doek en een beetje afwasmiddel.
Bij lange standtijd de deur iets open
laten staan om te voorkomen dat er onaangename geuren ontstaan.
Gebruik bij het reinigen van uw afwasautomaat nooit een stoomreiniger. De fabrikant kan niet aansprakelijk worden gesteld voor eventuele gevolgen.
22
Page 23
Reinigen en onderhouden nl
De voorkant van het apparaat en het bedieningspaneel regelmatig met een vochtig doekje afnemen. Water met een scheutje afwasmiddel is voldoende. Geen schuursponsjes gebruiken of schoonmaakmiddelen met schuurmiddelen. Dit kan krassen op de oppervlakken veroorzaken.
Bij roestvrijstalen apparaten geen sponsjes gebruiken of deze anders vóór het eerste gebruik een aantal keren grondig uitspoelen om corrosie te voorkomen.
m Waarschuwing –
Gezondheidsrisico
Nooit andere, bijv. chloorhoudende, reinigingsmiddelen gebruiken!
Onthardingszout en glansspoelmiddel
De bijvulindicaties X en P
controleren. Eventueel zout en/ of glansspoelmiddel bijvullen.
Zeven
De zeven 1* zorgen ervoor dat grove etensresten in het spoelwater niet in de afvoerpomp terechtkomen. Door deze etensresten kunnen de zeven verstopt raken.
Het zevensysteem bestaat uit een grove zeef, een vlakke fijne zeef en een microzeef.
1. Na elke afwasbeurt de zeven op etensresten controleren.
2. Zeefcylinder zoals afgebeeld losdraaien en het zeefsysteem eruit halen.
3. Eventuele etensresten verwijderen en de zeven onder stromend water schoonmaken.
4. Zevensysteem in omgekeerde volgorde weer erin zetten en erop letten dat de gemarkeerde pijlen na het sluiten tegenover elkaar staan.
23
Page 24
nl Wat te doen bij storingen?
Sproeiarm
Kalk en etensresten in het afwaswater kunnen de sproei-openingen en de lagers van de sproeiarm 1" blokkeren.
1. Sproeiopeningen van de sproeiarm op verstopping controleren.
2. De sproeiarm naar boven eraf trekken.
3. Sproeiarm onder stromend water schoonmaken.
4. Sproeiarm weer vastdrukken.
3 Wat te doen bij
storingen?
Wat te doen bij storingen?
De ervaring leert dat veel storingen die in het dagelijks gebruik optreden, door u zelf verholpen kunnen worden. Hiermee bespaart u natuurlijk kosten en bent u er zeker van dat de machine snel weer gebruikt kan worden. In het volgende overzicht vindt u eventuele oorzaken van de storingen en nuttige aanwijzingen om deze te verhelpen.
Aanwijzing
Mocht het apparaat tijdens het afwassen om onbekende redenen stil blijven staan of niet starten, dan dient u eerst de functie Programma afbreken (reset) uit te voeren. (Zie het hoofdstuk Apparaat bedienen)
m Waarschuwing – Denk eraan:
reparaties mogen alleen door een vakkundig monteur worden uitgevoerd. Mocht het uitwisselen van een onderdeel noodzakelijk zijn, let er dan op dat alleen originele onderdelen gebruikt worden. Ondeskundige reparatie of gebruik van niet-originele onderdelen kan aanzienlijke schade en gevaar voor de gebruiker opleveren.
24
Page 25
Wat te doen bij storingen? nl
Afvoerpomp
Grote voedselresten of voorwerpen die niet door de zeven zijn tegengehouden, kunnen de afvoerpomp blokkeren. Het spoelwater staat dan tot boven de zeef.
m Waarschuwing – Risico van
snijwonden!
Zorg er bij het reinigen van de afvoerpomp voor dat u zich niet verwondt aan glasscherven of scherpe voorwerpen.
In dit geval:
1. Altijd eerst de stekker uit het stopcontact trekken resp de zekering uitschakelen of losdraaien.
2. Zeven 1* eruit halen.
3. Water eruit scheppen, eventueel
met behulp van een spons.
4. Schroeven aan de pompafdekking losdraaien (Torx T 20) en naar boven eruit trekken.
5. Binnenruimte op vreemde voorwerpen controleren en deze – indien nodig – verwijderen.
6. Pompafdekking in de oorspronkelijke positie brengen, naar beneden drukken en vastschroeven.
7. Zeven monteren.
25
Page 26
nl Wat te doen bij storingen?
Storingentabel
Storing Oorzaak Oplossing
Indicatie „Watertoevoer controleren” ` brandt.
Foutcode :ƒƒ brandt. Zeven 1* vuil of verstopt. Zeven reinigen.
Foutcode :ƒ… brandt. Waterafvoerslang verstopt
Foutcode :Ġ brandt. Waterafvoerpomp geblokkeerd
Foutcode :ƒˆ brandt. Netspanning te laag. Geen apparaatfout, netspanning en
Watertoevoerslang geknikt. Watertoevoerslang zonder knikken
verleggen. Kraan dicht. Kraan opendraaien. Kraan verstopt of verkalkt. Kraan opendraaien.
Hoeveelheid binnenstromend water
bij geopende kraan: minimaal 10 l per min. Zeef aan de kraan verstopt. Apparaat uitschakelen en de stekker uit het
stopcontact trekken. Kraan dichtdraaien.
Wateraansluiting eraf schroeven.
Zeef in de toevoerslang schoonmaken.
Wateraansluiting weer vastschroeven.
Controleren op dichtheid. Stroom weer
inschakelen. Apparaat inschakelen.
(Zie Reinigen en onderhouden)
Slang zonder knikken aanleggen, eventuele of geknikt.
Sifonaansluiting is nog dicht. Aansluiting bij sifon controleren en
Afdekking van de afvoerpomp zit los.
of afdekking van de waterafvoerpomp niet vastgeklikt.
resten verwijderen.
eventueel openen.
Afdekking goed vastmaken.
(Zie Afvoerpomp)
Pomp reinigen en afdekking goed
vastmaken. (Zie Afvoerpomp)
elektrische installatie laten controleren.
26
Page 27
Wat te doen bij storingen? nl
Storing Oorzaak Oplossing
Een andere foutcode verschijnt op de cijferindicatie.
(:‹‚ tot :„‹)
Display knippert. Deur niet geheel gesloten. Deur sluiten. Let erop dat er geen
Bijvulindicatie voor zout X en/ of glansspoelmiddel P brandt.
Bijvulindicatie voor zout X en/ of glansspoelmiddel P brandt niet.
Na afloop van het programma blijft er water in het apparaat staan.
Er is vermoedelijk een technische storing opgetreden.
Glansspoelmiddel ontbreekt. Glansspoelmiddel bijvullen. Het zout ontbreekt. Onthardingszout bijvullen. Sensor herkent de zouttabletten
niet. Bijvulindicatie uitgeschakeld. Activering/deactivering (zie het hoofdstuk
Er is nog voldoende onthardingszout/ glansspoelmiddel aanwezig.
Zeefsysteem of ruimte onder de zeef 1* is verstopt.
Programma nog niet beëindigd Wachten tot het programma is afgelopen of
Apparaten uitschakelen met de AAN-/UIT-
schakelaar (. Na korte tijd het apparaat
opnieuw starten.
Als het probleem opnieuw optreedt, de
kraan sluiten en de stekker uit het
stopcontact trekken.
Bel de klantenservice en vermeld de
foutcode.
voorwerpen (serviesgoed, geurdispenser)
uitsteken uit de korf en daardoor de
deursluiting hinderen.
Ander speciaal zout gebruiken.
Wateronthardingsinstallatie/
Onthardingszout of Glansspoelmiddel).
Bijvulindicatie, vulpeilen controleren.
Zeven en ruimte eronder reinigen (zie
Afvoerpomp).
een reset uitvoeren (zie Programma
afbreken).
27
Page 28
nl Wat te doen bij storingen?
Storing Oorzaak Oplossing
Serviesgoed niet droog. Geen of te weinig
glansspoelmiddel in het voorraadbakje.
Een programma zonder drogen gekozen.
Waterophoping in het serviesgoed en bestek.
Glansspoelmiddel bijvullen.
Programma met drogen kiezen (zie
Programma-overzicht, Programmaverloop).
Voor een schuine stand zorgen bij het
inruimen, de serviesdelen zo mogelijk
schuin plaatsen.
Het gecombineerde reinigingsmiddel heeft een slechte droogcapacitiet.
Intensief drogen voor versterkte droging niet geactiveerd.
Het serviesgoed is te vroeg uitgeruimd of het droogproces was nog niet afgelopen.
Het gebruikt eco­glansspoelmiddel heeft een slecht droogvermogen.
Kunststofserviesgoed niet droog.
Bestek niet droog. Bestek niet goed geordend in de
Binnenzijden van het apparaat nat na het spoelen.
Speciale eigenschappen van kunststof.
bestekkorf. Geen fout van het apparaat. Wegens het droogprincipe
Andere combireiniger met beter
droogvermogen gebruiken. Extra gebruik
van glansspoelmiddel verbetert het
droogvermogen.
Intensief drogen activeren (zie Apparaat
bedienen)
Wachten tot het programma is afgelopen of
het serviesgoed pas 30 min. na afloop van
het programma verwijderen.
Een kwaliteitsglansspoelmiddel gebruiken.
Eco-producten zijn duidelijk minder effectief.
Kunststof heeft een lager
warmteopslagvermogen en droogt
daardoor slechter.
Bestek zo veel mogelijk los van elkaar
plaatsen, aanraakpunten vermijden.
„condensatiedrogen” zijn waterdruppels in
het reservoir noodzakelijk en gewenst. Het
vocht in de lucht condenseert tegen de
binnenzijden van de afwasautomaat,
stroomt omlaag en wordt weggepompt.
28
Page 29
Wat te doen bij storingen? nl
Storing Oorzaak Oplossing
Etensresten op het serviesgoed.
Reinigingsmiddelresten Deksel van het
Serviesgoed te dicht op elkaar ingeruimd, servieskorf te vol.
Sproeiarmen konden niet ongehinderd ronddraaien.
Sproeiers van sproeiarmen verstopt.
Zeven 1* vuil. Zeven schoonmaken (zie Reinigen en
Zeef 1* onjuist aangebracht en/of niet vastgezet.
Te zwak afwasprogramma gekozen.
Serviesgoed te sterk voorgereinigd, daarom kiest de sensortechniek voor een zwak spoelprogramma. Hardnekkig vuil kan gedeeltelijk niet worden verwijderd.
Hoge, smalle serviesdelen worden in de hoeken onvoldoende uitgespoeld.
reinigingsmiddelbakje geblokkeerd door serviesgoed, daarom gaat het deksel niet volledig open.
Deksel van het reinigingsmiddelbakje wordt geblokkeerd door het tablet.
Tabletten gebruikt in het snelprogramma of korte programma.
Oplostijd van het reinigingsmiddel wordt niet bereikt binnen het gekozen korte programma.
Reinigende werking en oplosgedrag nemen af bij langere opslagtijd, of het reinigingsmiddel klontert sterk.
Het serviesgoed zodanig inruimen dat er
voldoende vrije ruimte aanwezig is en de
sproeistralen het oppervlak van het
serviesgoed kunnen bereiken.
Aanraakpunten vermijden.
Het serviesgoed zodanig inruimen dat de
draaibeweging van de sproeiarm niet wordt
gehinderd.
Sproeiers van de sproeiarm reinigen
(zie Reinigen en onderhouden).
onderhouden).
Zeef goed aanbrengen en vastzetten.
Krachtiger spoelprogramma kiezen.
Serviesgoed niet voorspoelen. Alleen de
grotere etensresten verwijderen.
Geadviseerd programma Eco 50° of
Intensief.
Hoge, smalle serviesdelen niet te schuin en
niet in de hoeken inruimen.
Deksel van het reinigingsmiddelbakje mag
niet worden gehinderd door serviesgoed.
Het tablet moet dwars en niet op de korte
kant worden gelegd.
Oplostijd van tabletten van een
snelprogramma of een kort programma is te
lang
Reinigingspoeder of een krachtiger
programma gebruiken.
Ander reinigingsmiddel gebruiken.
29
Page 30
nl Wat te doen bij storingen?
Storing Oorzaak Oplossing
Watervlekken op kunststofdelen.
Afwisbare of in water oplosbare afzettingen in het reservoir of op de deur.
Witte, moeilijk verwijderbare aanslag op serviesgoed, reservoir of deur.
Druppelvorming op kunststof oppervlakken is onvermijdelijk. Na het afdrogen zijn watervlekken zichtbaar.
Inhoudstoffen van het reinigingsmiddel zetten zich af. Deze aanslag laat zich meestal niet chemisch verwijderen (apparaatreinigingsmiddel, ...).
Bij „witte afzetting” op de reservoirbodem is de onthardingsvoorziening ingesteld op een grenswaarde.
Deksel van het zoutreservoir 12 niet dichtgedraaid.
Alleen bij glazen: Beginnende glascorrosie kan slechts schijnbaar worden afgewist.
Inhoudstoffen van het reinigingsmiddel zetten zich af. Deze aanslag laat zich meestal niet chemisch verwijderen (apparaatreinigingsmiddel, ...).
Onjuiste waterhardheid ingesteld of waterhardheid is hoger dan 35°dH (6,2 mmol/l).
3-in-1-reinigingsmiddel of bio/ eco-reinigingsmiddel onvoldoende effectief.
Te lage dosering van het reinigingsmiddel.
Een te zwak programma gekozen.
Krachtiger programma gebruiken (hoger
waterverbruik).
Schuin zetten bij het inruimen.
Glansspoelmiddel gebruiken.
Onthardingsinstelling eventueel verhogen.
Ander merk reinigingmiddel nemen.
Apparaat mechanisch reinigen.
Onthardingsinstelling verhogen en
eventueel een ander reinigingsmiddel
gebruiken.
Zoutreservoirdeksel goed dichtdraaien.
Zie „Schade aan glas en serviesgoed”.
Ander merk reinigingmiddel nemen.
Apparaat mechanisch reinigen.
Onthardingsvoorziening instellen volgens de
gebruiksaanwijzing of zout bijvullen.
Onthardingsvoorziening instellen volgens de
gebruiksaanwijzing of losse middelen
gebruiken (kwaliteitsreinigingsmiddel, zout,
glansspoelmiddel).
De reinigingsmiddeldosering verhogen of
een ander reinigingsmiddel gebruiken.
Krachtiger spoelprogramma kiezen.
30
Page 31
Wat te doen bij storingen? nl
Storing Oorzaak Oplossing
Thee- of lippenstiftresten op het serviesgoed.
Gekleurde (blauw, geel, bruin), moeilijk of niet verwijderbare aanslag in het apparaat of op roestvrijstalen serviesgoed.
Gekleurde (geel, oranje, bruin), eenvoudig te verwijderen afzettingen in de binnenruimte (vooral op de bodem).
Verkleuring op kunststofdelen.
Te lage spoeltemperatuur. Programma met hogere spoeltemperatuur
kiezen. Te weinig of ongeschikt
reinigingsmiddel. Serviesgoed te sterk
voorgereinigd, daarom kiest de sensortechniek voor een zwak spoelprogramma. Hardnekkig vuil kan gedeeltelijk niet worden verwijderd.
Laagvorming door inhoudsstoffen van groente (bijv. kool, selderie, aardappels, noedels, …) of van het leidingwater (bijv. mangaan).
Laagvorming door metalen bestanddelen op zilveren of aluminium serviesgoed.
Laagvorming van de inhoudsstoffen van voedselresten en van het leidingwater (kalk), „zeepachtig”
Te lage spoeltemperatuur. Programma met hogere spoeltemperatuur
Serviesgoed te sterk voorgereinigd, daarom kiest de sensortechniek voor een zwak spoelprogramma. Hardnekkig vuil kan gedeeltelijk niet worden verwijderd.
Geschikt reinigingsmiddel in de juiste
dosering toevoegen.
Serviesgoed niet voorspoelen. Alleen de
grotere etensresten verwijderen.
Geadviseerd programma Eco 50°
Ten dele verwijderbaar door
machinereiningsmiddel of door
mechanische reiniging. Deze aanslag is niet
schadelijk voor de gezondheid.
Ten dele verwijderbaar door
machinereiningsmiddel of door
mechanische reiniging.
Werking van de onthardingsvoorziening
controleren (onthardingszout bijvullen) of bij
gebruik van gecombineerde
reinigingsmiddelen (tabletten) de
ontharding activeren (zie het hoofdstuk
Wateronthardingsinstallatie/
Onthardingszout).
kiezen.
Serviesgoed niet voorspoelen. Alleen de
grotere etensresten verwijderen.
Geadviseerd programma Eco 50°
31
Page 32
nl Wat te doen bij storingen?
Storing Oorzaak Oplossing
Verwijderbare vegen op glazen, glaswerk met een metalen uiterlijk en bestek.
Beginnende of reeds aanwezige, irreversibele (onherstelbare) vertroebeling van het glas.
Roestsporen op het bestek.
Te veel glansspoelmiddel. Kleinere hoeveelheid glansspoelmiddel
instellen. Geen glansspoelmiddel
toegevoegd of de instelling is te laag.
Reinigingsmiddelresten tijdens het programmagedeelte Glansspoelen. Deksel van het reinigingsmiddelbakje geblokkeerd door serviesgoed (deksel gaat niet volledig open).
Serviesgoed te sterk voorgereinigd, daarom kiest de sensortechniek voor een zwak spoelprogramma. Hardnekkig vuil kan gedeeltelijk niet worden verwijderd.
Glazen niet vaatwasmachinebestendig, slechts vaatwasmachinegeschikt.
Het bestek is niet voldoende roestbestendig. Messenlemmeten zijn hier vaak sterker door getroffen.
Bestek roest ook wanneer het samen met roestige voorwerpen wordt afgewassen (handgrepen van pannen, beschadigde servieskorven enz.).
Zoutgehalte in het afwaswater te hoog doordat het deksel van het zoutreservoir niet goed is vastgedraaid of bij het bijvullen zout gemorst werd.
Glansspoelmiddel toevoegen en de
dosering controleren (advies: stand 4-5).
Deksel van het reinigingsmiddelbakje mag
niet worden gehinderd door serviesgoed.
Serviesgoed niet voorspoelen. Alleen de
grotere etensresten verwijderen.
Geadviseerd programma Eco 50°
Vaatwasmachinebestendige glazen
gebruiken.
Lange stoomfase (standtijd na spoeleinde)
vermijden.
Spoelbehandeling met lagere temperatuur
gebruiken.
Onthardingsvoorziening correct instellen op
de waterhardheid (eventueel 1 niveau
lager).
Reinigingsmiddel met
glasbeschermingscomponenten gebruiken.
Roestvast bestek gebruiken.
Geen roestende onderdelen afwassen.
Dop van het zoutreservoir goed vastdraaien
of gemorst zout verwijderen.
32
Page 33
Wat te doen bij storingen? nl
Storing Oorzaak Oplossing
Het apparaat start niet. Zekering van de huisinstallatie
niet in orde. Aansluitsnoer niet aangesloten. Ervoor zorgen dat het aansluitsnoer goed is
De deur van het apparaat is niet goed dicht.
Programma start automatisch.
Apparaatinstelling (waterhardheid, glansspoelen, …) niet mogelijk
De deur kan niet alleen moeilijk geopend worden.
De deur kan niet sluiten. Het deurslot is omgesprongen. Deur krachtiger sluiten.
Deksel van het reinigingsmiddelbakje kan niet gesloten worden.
Reinigingsmiddelresten in het reinigingsmiddelbakj e.
Apparaat blijft steken tijdens het programma of het programma valt stil.
Klappende geluiden van de vulventielen.
Kloppend of ratelend geluid.
Einde van het programma niet afgewacht.
Apparaat is bezig met het programma. Instelling alleen mogelijk voor begin van het programma.
Kinderbeveiliging is geactiveerd. Kinderbeveiliging deactiveren. (Zie
Deur sluit niet goed door inbouwfout.
Reinigingsmiddelbakje of dekselgeleiding geblokkeerd door aangekoekte reinigingsmiddelresten.
Reinigingsmiddelbakje was tijdens het vullen vochtig.
Deur niet geheel gesloten. Deur sluiten. Bovenkorf drukt tegen de
binnendeur en verhindert een goede sluiting van de deur.
Stroom- en/of watertoevoer onderbroken.
Afhankelijk van de huisinstallatie, daarom geen apparaatfout. Geen invloed op de werking van het apparaat.
Bij geringe belading maken de waterstralen rechtstreeks contact met het reservoir.
Lichte serviesdelen bewegen tijdens het spoelen.
Zekering controleren.
aangesloten op de achterkant van het
apparaat en op het stopcontact. Controleren
of het stopcontact goed werkt.
Deur sluiten.
Reset uitvoering.
(Zie Programma afbreken).
Reset uitvoeren (zie Programma afbreken)
en instelling maken volgens de
gebruiksaanwijzing.
gebruiksaanwijzing, achteraan in de
omslag)
Inbouwwijze van het apparaat controleren.
Deuren of aanbouwdelen mogen elkaar niet
raken bij het sluiten.
Reinigingsmiddelresten verwijderen.
Reinigingsmiddel alleen in droog
reinigingsmiddelbakje doen.
Controleren of de achterwand wordt
ingedrukt door bijv. een stopcontact.
Stroom- en/of watertoevoer herstellen.
Geen oplossing voorhanden.
Apparaat voller laden of het serviesgoed
gelijkmatiger verdelen.
Lichte serviesdelen vast staand inruimen.
33
Page 34
nl Wat te doen bij storingen?
Storing Oorzaak Oplossing
Abnormale schuimvorming.
Handafwasmiddel in het reservoir voor glansspoelmiddel.
Glansspoelmiddel gemorst. Glansspoelmiddel verwijderen met een
Voorraadbakje voor glansspoelmiddel direct
vullen met glansspoelmiddel.
doek.
34
Page 35
Servicedienst nl
4 Servicedienst
Servicedienst
Als u de storing niet zelf kunt verhelpen, neem dan contact op met de Servicedienst. Wij vinden altijd een passende oplossing, ook om onnodige bezoeken van technici te vermijden. De contactgegevens van de dichtstbijzijnde Servicedienst vindt u op de achterkant van deze gebruiksaanwijzing of in de bijgesloten lijst met Servicedienstadressen. Vermeld bij een telefoongesprek a.u.b. het fabrikaatnummer (ENr. = 1) en het productnummer (FD = 2); deze nummers vindt u op het typeplaatje 1b op de deur van het apparaat.
(1U
)'
Vertrouw op de deskundigheid van de fabrikant. Neem contact met ons op. U
bent er dan van verzekerd dat de reparatie door ervaren technici wordt uitgevoerd die gebruik maken van de originele reserveonderdelen voor uw apparaat.
5 Plaatsen en aansluiten
Plaatsen en aansluiten
Om de afwasautomaat goed te laten functioneren moet hij vakkundig worden aangesloten. De gegevens van de aan­en afvoer en de elektrische aansluitwaarden moeten voldoen aan de vereiste criteria, zoals vastgelegd in de volgende alinea's resp. in de montagehandleiding.
Bij de montage de juiste volgorde van de handelingen aanhouden:
1. Bij aflevering controleren
2. Plaatsen
3. Aansluiten op de waterafvoer

4. Drinkwateraansluiting

5. Elektrische aansluiting

Leveringsomvang
Voor klachten kunt u terecht bij de winkel waar u het apparaat hebt aangeschaft of bij onze klantenservice.
AfwasautomaatGebruiksaanwijzingMontagevoorschriftGarantie*MontagemateriaalStoombeschermingsplaat*Aansluitsnoer
* afhankelijk van het model
35
Page 36
nl Plaatsen en aansluiten
Veiligheidsvoorschriften
Neem a.u.b. de aanwijzingen voor de veiligheid onder „Bij de installatie” in acht.
Aflevering
Uw afwasmachine werd in de fabriek grondig gecontroleerd op correct functioneren. Hierbij zijn kleine watervlekken achtergebleven. Deze zijn na de eerste afwas verdwenen.
Technische gegevens
Gewicht:
max. 24 kg
Spanning:
220–240 V, 50 Hz of 60 Hz
Aansluitwaarde:
2,0–2,4 kW
Zekering:
10/16 A (UK 13A)
Stroomverbruik:
uitgeschakeld 0,1 W niet uitgeschakeld 0,1 W
Waterdruk:
minimaal 0,05 MPa (0,5 bar), maximaal 1 MPa (10 bar). Bij hogere waterdruk: een drukreduceerventiel ervoor installeren.
Hoeveelheid binnenstromend water:
minimaal 10 liter per minuut.
Temperatuur van het water:
max. temperatuur 25 °C
Plaatsing
De vereiste inbouwmaten vindt u in het montagevoorschrift. Het apparaat waterpas zetten. Let erop dat het apparaat stevig staat.
Het apparaat kan zonder problemen
tussen wanden van hout of kunststof in een rij keukenmeubelen worden ingebouwd.
Aansluiten op de waterafvoer
1. De noodzakelijke handelingen vindt
u in het montagevoorschrift. Eventueel een sifon met aansluitnippel monteren.
2. Afvoerslang met behulp van de meegeleverde onderdelen op de aansluitnippel van de sifon aansluiten.
Let erop dat de waterafvoerslang niet geknikt, ingedrukt of ineen gestrengeld is en dat een stop in de afvoer het wegstromen van het water niet belemmert!
36
Page 37
Plaatsen en aansluiten nl
Drinkwateraansluiting
1. De drinkwateraansluiting volgens de
montagehandleiding aansluiten met behulp van de bijgevoegde onderdelen.
Zorg ervoor dat de drinkwateraansluiting niet wordt geknikt of geplet, of in de knoop raakt.
2. Bij vervanging van het apparaat moet altijd een nieuwe watertoevoerslang in gebruik worden genomen.
Waterdruk:
Minimaal 0,05 MPa (0,5 bar), maximaal 1 MPa (10 bar). Bij hogere waterdruk: een drukreduceerventiel ervoor installeren.
Hoeveelheid binnenstromend water:
Minimaal 10 liter per minuut
Temperatuur van het water:
Max. temperatuur 25 °C
Elektrische aansluiting
Het apparaat uitsluitend via
een volgens de voorschriften aangebracht, randgeaard stopcontact op 220 V tot 240 V en 50 Hz of 60 Hz aansluiten. Zie het typeplaatje 1b voor de vereiste zekering.
Het stopcontact moet zich
in de buurt van het apparaat bevinden en ook na het inbouwen gemakkelijk bereikbaar zijn.
Als de stekker niet gemakkelijk bereikbaar is, dan moet er volgens de veiligheidsvoorschriften een meerpolige scheidingsinstallatie met een contactopening van minimaal 3 mm aanwezig zijn.
Veranderingen in de aansluiting
mogen alleen door een vakkundig monteur worden uitgevoerd.
Een verlenging van de elektrische
aansluitkabel mag alleen door de Servicedienst geleverd worden.
Bij gebruik
van een aardlekschakelaar mag alleen een type met het teken geïnstalleerd worden. Alleen deze voldoet aan de nu geldende voorwaarden.
Het apparaat is voorzien
van een waterbeveiligingssysteem. Let op: het functioneert alleen als het apparaat op de stroom is aangesloten.
37
Page 38
nl Plaatsen en aansluiten
Demontage
Neem ook hier de volgorde van de handelingen in acht.
1. Apparaat van het elektriciteitsnet loskoppelen.
2. Kraan dichtdraaien.
3. Afvoer- en drinkwateraansluiting
losmaken.
4. Apparaat eruit halen en daarbij de slang voorzichtig naar voren trekken.
Transport
Afwasmachine leeg laten lopen en losse onderdelen vastzetten.
Het apparaat in de volgende stappen legen:
1. Kraan opendraaien.
2. Deur sluiten.
3. AAN/UIT-schakelaar (
inschakelen.
4. Programma met de hoogste temperatuur kiezen.
5. START-toets 8 indrukken. Programma start.
6. Na ca. 4 minuten de START­toets 8 ingedrukt houden tot alle indicaties uit zijn.
Na ca. 1 min. is het water volledig weggepompt.
7. AAN/UIT-schakelaar ( uitschakelen.
8. Kraan dichtdraaien, toevoerslang losmaken en laten leeglopen.
Apparaat alleen rechtop vervoeren (om te voorkomen dat resterend water
in het besturingsmechanisme terechtkomt wat tot een verkeerd programmaverloop leidt).
Bescherming tegen vorst
Als het apparaat in een voor vorst gevoelige ruimte staat (bijv. in een vakantiehuisje), dan moet u het apparaat helemaal leeg laten lopen (zie Transport).
Bescherming tegen vorst (Leegmaken van het apparaat)
38
:LM]LJLQJHQYRRUEHKRXGHQ
Page 39
.LQGHUEHYHLOLJLQJGHXUYHUJUHQGHOLQJâ
2PGHGHXUWHRSHQHQKHQGHOQDDUUHFKWV GUXNNHQHQDDQGHGHXUJUHHSWUHNNHQ
=RUJGDWGHGHXUYDQKHWDSSDUDDWDOWLMGJRHGJHVORWHQLVâDOVXâKHWDSSDUDDWYHUODDW $OOHHQ]RNXQWXâXZâNLQGHUHQWHJHQHYHQWXHOHJHYDUHQEHVFKHUPHQ
Page 40
$TXD6WRSJDUDQWLH
"MTBBOWVMMJOHPQEFHBSBOUJFBBOTQSBLFOUFHFOPWFSEFWFSLPQFSJOEF
LPPQPWFSFFOLPNTUFOBMTBBOWVMMJOHPQPO[FHBSBOUJFPQIFUBQQBSBBUXPSEU
VTDIBEFMPPTHFTUFMEBMTBBOPOEFSTUBBOEFWPPSXBBSEFOXPSEUWPMEBBO

"MTEPPSFFOGPVUJOPOT"RVB4UPQTZTUFFNXBUFSTDIBEFXPSEUWFSPPS[BBLU
WFSHPFEFOXJKEFTDIBEFBBOQBSUJDVMJFSFHFCSVJLFST
0NIFUXBUFSCFWFJMJHJOHTTZTUFFNUFHBSBOEFSFONPFUIFUBQQBSBBUPQIFU
FMFLUSJDJUFJUTOFU[JKOBBOHFTMPUFO

%F[FBBOTQSBLFMJKLIFJETHBSBOUJFHFMEUWPPSEFMFWFOTEVVSWBOIFUBQQBSBBU

7PPSXBBSEFWPPSBBOTQSBBLPQHBSBOUJFJTEBUIFUBQQBSBBUNFU"RVB4UPQ
WBLLVOEJHFOPWFSFFOLPNTUJHPOTJOTUBMMBUJFWPPSTDISJGUJTPQHFTUFME
FOBBOHFTMPUFO
)JFSUPFCFIPPSUPPLEFWBLLVOEJHHFNPOUFFSEFWFSMFOHJOHWBOEF"RVB4UPQ
PSJHJOFFMUPFCFIPSFO0O[FHBSBOUJFIFGUHFFOCFUSFLLJOHPQEFGFDUF
UPFWPFSMFJEJOHFOPGBSNBUVSFOUPUBBOEF"RVB4UPQBBOTMVJUJOHPQEFLSBBO
5JKEFOTIFUHFCSVJLWBOIFUBQQBSBBUIPFGUVFSJOQSJODJQFOJFUCJKUFCMJKWFOSFTQ

OBIFUHFCSVJLPNWFJMJHIFJETSFEFOFOEFLSBBOEJDIUUFESBBJFO
"MMFFOCJKMBOHFSFBGXF[JHIFJECJKWBMTVFFOQBBSXFLFOPQWBLBOUJFHBBU
NPFUEFLSBBOXPSEFOEJDIUHFESBBJE
WFSWBMUCJKBQQBSBUFO[POEFS"RVB4UPQ
9HU]RHNRPUHSDUDWLHHQDGYLHVELMVWRULQJHQ
/-
#
%FDPOUBDUHFHFWFOTJOBMMFMBOEFOWJOEUVJOEFCJKHFTMPUFOMJKTUNFU4FSWJDFEJFOTUBESFTTFO
5REHUW%RVFK+DXVJHUlWH*PE+
$BSM8FSZ4USBF
.ßODIFO
(FSNBOZ
ZZZERVFKKRPHFRP
*9000917443*
9000917443 nl (9310) 550EA
Loading...