van het apparaat) . . . . . . . . . . . . . . . 38
8 Gebruik volgens de
voorschriften
Gebruik volgens de voorschriften
Dit apparaat is bestemd voor
privégebruik in het
huishouden en de huiselijke
omgeving.
De afwasautomaat alleen
in het huishouden gebruiken
en alleen voor het
aangegeven doel: het
afwassen van huishoudelijk
serviesgoed.
( Veiligheids-
voorschriften
Veiligheidsvoorschriften
Kinderen vanaf 8 jaar en
personen die wegens hun
beperkte fysieke, sensorische
of geestelijke vaardigheden of
hun onervarenheid of
onwetendheid niet in staat zijn
om het apparaat veilig te
bedienen, mogen het apparaat
niet zonder toezicht of
aanwijzingen van een
verantwoordelijke persoon
gebruiken.
4
Page 5
Veiligheidsvoorschriften nl
Voordat u het apparaat in
gebruik neemt
Lees de gebruiksaanwijzing en
het installatievoorschrift
nauwkeurig door. U vindt daarin
belangrijke informatie over
plaatsing, gebruik en
onderhoud van het apparaat.
Bewaar de gebruiksaanwijzing
en het montagevoorschrift voor
later gebruik of voor een
eventuele latere bezitter.
Bij aflevering
1. Controleer onmiddellijk
of de verpakking en
de afwasautomaat tijdens het
transport beschadigd zijn.
Een beschadigd apparaat
niet in gebruik nemen maar
contact opnemen met uw
leverancier.
2. Het verpakkingsmateriaal
milieuvriendelijk volgens
de geldende voorschriften
afvoeren.
3. Laat kinderen niet met
de verpakking en
de onderdelen daarvan
spelen. Kans op stikken door
vouwdozen en folie.
Bij de installatie
Zorg ervoor dat de
achterzijde van de
afwasautomaat na de
installatie niet meer vrij
toegankelijk is
(aanraakbeveiliging wegens
hete oppervlakken).
Ga bij het plaatsen en
aansluiten te werk volgens
de installatie- en
montagehandleiding.
Tijdens het installeren mag
de afwasautomaat niet
op het elektriciteitsnet zijn
aangesloten.
Overtuig u ervan dat het
aardingssysteem
van de elektrische
huisinstallatie volgens
de elektrotechnische
voorschriften is geïnstalleerd.
De elektrische
aansluitvoorwaarden moeten
overeenkomen met
de gegevens op het
typeplaatje 1b
van de afwasautomaat.
Als de elektrische
aansluitkabel van het
apparaat beschadigd wordt,
dan moet deze door
een speciale aansluitkabel
vervangen worden.
Om gevaren te voorkomen,
dient men deze aan te
schaffen via de
klantenservice.
5
Page 6
nl Veiligheidsvoorschriften
Als de afwasmachine
in een hoge kast moet
worden ingebouwd, dan
moet deze volgens
de voorschriften bevestigd
worden.
Als de afwasautomaat onder
of boven andere
huishoudapparaten wordt
ingebouwd, dient men de
informatie m.b.t. de inbouw in
combinatie met een
afwasautomaat in de
montagehandleiding van de
desbetreffende apparaten in
acht te nemen.
Neem bovendien de
montageaanwijzingen van de
afwasautomaat in acht om
een veilig gebruik van alle
apparaten te waarborgen.
Als er geen informatie
beschikbaar is of als de
montagehandleiding niet de
gewenste aanwijzingen
bevat, dient u contact op te
nemen met de fabrikant van
deze apparaten om na te
gaan of de afwasautomaat
boven of onder deze
apparaten kan worden
ingebouwd.
Als het u niet lukt om
informatie van de fabrikant te
krijgen, mag u de
afwasautomaat niet boven of
onder deze apparaten
inbouwen.
Wanneer u boven de
afwasautomaat een
magnetron inbouwt, kan deze
beschadigd raken.
Het apparaat niet in de buurt
van warmtebronnen opstellen
(radiator, boiler, fornuis
of andere apparaten die veel
warmte produceren).
Het apparaat alleen met
inachtneming van
de voorgeschreven
veiligheidsafstanden onder
een kookplateau inbouwen.
Na het plaatsen van het
apparaat moet de stekker
gemakkelijk te bereiken zijn.
(Zie Elektrische aansluiting)
Bij sommige modellen:
In de kunststof behuizing aan
de wateraansluiting bevindt
zich een elektrisch ventiel,
in de toevoerslang bevinden
zich de aansluitingsleidingen.
De slang niet doorsnijden,
de kunststof behuizing niet
in water onderdompelen.
Dagelijks gebruik
Let
op de veiligheidsvoorschriften
resp. de aanwijzingen bij het
gebruik op de verpakkingen
van het afwasen glansspoelmiddel.
6
Page 7
Veiligheidsvoorschriften nl
Kinderbeveiliging
(deurvergrendeling)
Deurvergrendeling
*
De beschrijving
van de kinderbeveiliging
bevindt zich
achterin in de omslag.
* Afhankelijk van het model
Bij schade
Reparaties en ingrepen
mogen alleen door
een vakkundig monteur
worden uitgevoerd.
Hierbij mag het apparaat niet
op het lichtnet zijn
aangesloten. Stekker uit het
stopcontact trekken
of de zekering losdraaien
resp. uitschakelen. Kraan
dichtdraaien.
Bij beschadigingen, vooral
van het bedieningspaneel
(scheuren, gaten, afgebroken
toetsen), of als de deur niet
goed functioneert, mag het
apparaat niet meer worden
gebruikt. De stekker uit het
stopcontact trekken of de
zekering uitschakelen. Kraan
dichtdraaien, klantenservice
bellen.
Bij het afvoeren
van het apparaat
1. Het afgedankte apparaat
onmiddellijk onbruikbaar
maken om eventuele
ongelukken te voorkomen.
2. Het apparaat
op een milieuvriendelijke
wijze (laten) afvoeren.
m Waarschuwing
Verwondingsgevaar!
Messen en andere
voorwerpen met scherpe
punten met de punten naar
beneden in de bestekkorf
zetten of plat in het
messenrek* leggen.
Niet op de geopende deur
gaan zitten of staan.
Let er bij vrijstaande
apparaten op dat de korven
niet overladen zijn.
* afhankelijk van het model
m Waarschuwing
Gevaar door explosie!
Doe geen oplosmiddel
in de spoelruimte. Kans
op explosie.
7
Page 8
nl Veiligheidsvoorschriften
m Waarschuwing
Risico van brandwonden!
Tijdens het
programmaverloop de deur
alleen heel voorzichtig openen.
Er kan namelijk heet water uit
het apparaat spuiten.
m Waarschuwing
Gevaren voor kinderen!
Maak gebruik – indien
aanwezig –
van de kinderbeveiliging. Een
nauwkeurige beschrijving
vindt u achter in de omslag.
Laat kinderen nooit met het
apparaat spelen of het
bedienen.
Kinderen uit de buurt
van afwasmiddel
en glansspoelmiddel
houden. Deze kunnen
irritaties in mond, keel
en ogen veroorzaken of tot
verstikking leiden.
Kinderen uit de buurt
van de geopende
afwasautomaat houden, Het
water in het apparaat is geen
drinkwater. Er kunnen nog
resten afwasmiddel in het
apparaat zijn achtergebleven.
Let er bij een op een hoge
plaats ingebouwd apparaat
op dat er bij het openen en
sluiten van de deur geen
kinderen klem komen te
zitten of bekneld raken
tussen de apparaatdeur en
de onderliggende kastdeur.
Kinderen kunnen zich
opsluiten in het apparaat
(verstikkingsgevaar) of in een
andere gevaarlijke situatie
terechtkomen.
Bij uitgediende apparaten
daarom: Trek daarom
de stekker uit het
stopcontact. Aansluitkabel
doorknippen en verwijderen.
Deurslot onklaar maken
zodat de deur niet meer sluit.
8
Page 9
Milieubescherming nl
7 Milieubescherming
Milieubescherming
Zowel de verpakking van het nieuwe
apparaat als het oude apparaat bevat
waardevolle grondstoffen en materiaal
dat hergebruikt kan worden.
De afzonderlijke delen a.u.b. gesorteerd
afvoeren.
U kunt bij uw leverancier
of bij de gemeente informeren hoe u uw
oude apparaat en het
verpakkingsmateriaal kunt (laten)
afvoeren.
Verpakking
Alle kunststof delen van het apparaat
zijn gemerkt met een gestandaardiseerd
afkortingsteken (bijv. >PS< polystyreen).
Hierdoor is bij het afvoeren van het
apparaat een scheiding per soort
van de kunststof afvaldelen mogelijk.
Neem a.u.b. de aanwijzingen voor
de veiligheid onder „Bij levering”
in acht.
Uw oude apparaat
Neem a.u.b. de aanwijzingen voor
de veiligheid onder „Bij het afvoeren”
in acht.
* Kennismaking met het
apparaat
Kennismaking met het apparaat
De afbeeldingen van het
bedieningspaneel en
van de binnenruimte van het apparaat
vindt u vooraan in de omslag van deze
gebruiksaanwijzing.
In de tekst wordt op de verschillende
posities gewezen.
Bedieningspaneel
( AAN/UIT-schakelaar
0 Programmakiezer
8 START-toets
@ Starttijd kiezen *
H Extra functies **
P Indicatie glansspoelmiddel bijvullen
X Indicatie zout bijvullen
` Indicatie „Watertoevoer
controleren”
h Indicatie Drogen
)" Indicatie Reinigen
* Afhankelijk van het model
** Aantal afhankelijk van het model
Binnenkant van het apparaat
Dit apparaat is gekenmerkt
in overeenstemming met
de Europese richtlijn 2012/19/
EU afgedankte elektrische
en elektronische apparatuur
(waste electrical and electronic
equipment – WEEE). De richtlijn
geeft het kader aan voor
de in de EU geldende terugname
en verwerking van oude
apparaten.
1" Sproeiarm
1* Zeven
12 Reservoir voor onthardingszout
1: Bestekkorf
1B Servieskorf
1J Voorraadreservoir voor
glansspoelmiddel
1R Afwasmiddelbakje
1Z Vergrendeling voor
afwasmiddelbakje
1b Typeplaatje
9
Page 10
nl Wateronthardingsinstallatie/Onthardingszout
+ Wateronthardingsinsta
llatie/Onthardingszout
Wateronthardingsinstallatie/Onthardingszout
Voor een goed afwasresultaat heeft
de afwasautomaat zacht water, d.w.z.
water met weinig kalk nodig. Anders
zetten zich witte kalkresten op het
serviesgoed en de binnenkant
van de spoelruimte af.
Leidingwater met een te hoge
hardheidsgraad moet voor gebruik
in de afwasautomaat onthard, d.w.z.
ontkalkt worden. Dit gebeurt met behulp
van speciaal zout
in de wateronthardingsinstallatie
van de afwasautomaat.
De instelling en daarmee de benodigde
hoeveelheid zout zijn afhankelijk
van de hardheidsgraad van het
leidingwater.
Instellen
De hoeveelheid zout is op 4 standen
instelbaar, afhankelijk van de hardheid
van het water. Afhankelijk van de stand
branden 0, 1, 2 of 3 indicaties (zie
de tabel). De in de fabriek ingestelde
stand is: 1.
1. Vraag de hardheidsgraad van het
water. Informeer bij het
waterleidingbedrijf.
2. De stand vindt u in de tabel voor
de waterhardheid.
3. Deur sluiten.
4. AAN/UIT-schakelaar (
inschakelen.
De indicatie Reinigen )" knippert.
5. START-toets 8 indrukken
en ingedrukt houden.
6. Programmakiezer 0 draaien tot
de indicatie zout bijvullen X
knippert.
7. Toets loslaten.
De indicatie Zout bijvullen X
knippert en de indicatie
„Watertoevoer controleren” `
brandt (= stand 1).
Om de instelling te wijzigen:
1. Programmakiezer 0 draaien tot
de gewenste stand is ingesteld.
2. START-toets 8 indrukken.
De indicatie zout bijvullen X gaat
uit. De ingestelde stand is
opgeslagen.
10
Page 11
Wateronthardingsinstallatie/Onthardingszout nl
Tabel voor de waterhardheid
:DWHU
KDUGKHLG
G+
²
²
²
²
+DUGKHLGV
EHUHLN
]DFKW
JHPLGGHOG
KDUG
KDUG
PPROO
VWDQG
²
²
²
²
Gebruik van onthardingszout
Onmiddellijk vóór het inschakelen
van het apparaat zout bijvullen. Hiermee
bereikt u dat de overgelopen
zoutoplossing onmiddellijk wordt
uitgespoeld en corrosie aan
het spoelreservoir wordt voorkomen.
1. De schroefdop van het
voorraadreservoir 12 eraf draaien.
2. Het reservoir met water vullen (alleen
nodig bij het eerste gebruik).
3. Hierna onthardingszout bijvullen
(geen keukenzout of tabletten).
Hierdoor wordt het water verdrongen
en loopt weg.
Zodra de indicatie zout bijvullen X
op het bedieningspaneel brandt, moet
opnieuw zout worden bijgevuld.
Gebruik
van reinigingsproducten
met zoutcomponenten
Bij gebruik van gecombineerde
reinigingsproducten
met zoutcomponenten hoeft in het
algemeen tot een waterhardheid
van 21°dH (37°fH, 26°Clarke,
3,7mmol/l) geen onthardingszout
gebruikt te worden.
Bij een waterhardheid boven 21° dH is
ook hier het gebruik van onhardingszout
noodzakelijk.
Reinigingsproducte met zoutcomponente
* Afhankelijk van het model
11
Page 12
nl Glansspoelmiddel
Ontharding uitschakelen
Indicatie zout bijvullen/
ontharding uitschakelen
, Glansspoelmiddel
Glansspoelmiddel
Als de indicatie zout bijvullen X stoort
(bijv. bij gebruik van gecombineerde
reinigingsproducten
met zoutcomponenten), dan kan deze
uitgeschakeld worden.
Ga te werk zoals onder
„Onthardingsinstallatie instellen”
beschreven en stel in op stand 0.
Hiermee zijn
de onthardingsinstallatie en
de indicatie zout bijvullen
uitgeschakeld.
m Attentie
Het zoutreservoir nooit met afwasmiddel
vullen. Hierdoor gaat
de onthardingsinstallatie kapot.
Als indicatie Glansspoelmiddel
bijvullen P op het bedieningspaneel
brandt, dan is er nog glansspoelmiddel
voor 1-2 afwasbeurten aanwezig. U
moet glansspoelmiddel bijvullen.
Glansspoelmiddel hebt u nodig voor
streeploos gedroogd serviesgoed
en heldere glazen. Gebruik alleen
glansspoelmiddel voor huishoudelijke
afwasautomaten.
Gecombineerde reinigingsproducten
met glansspoelcomponenten kunnen
alleen tot een waterhardheid
van 21° dH (37° fH, 26° Clarke,
3,7 mmol/l) gebruikt worden.
Bij een waterhardheid boven 21° dH is
ook hier het gebruik
van glansspoelmiddel noodzakelijk.
1. Het voorraadreservoir 1J openen
door het lipje op het deksel in
te drukken en op te tillen.
12
2. Glansspoelmiddel voorzichtig tot
de max. markering in de vulopening
gieten.
Page 13
PD[
3. Deksel sluiten tot u een klik hoort.
4. Eventueel gemorst glansspoelmiddel
met een doekje verwijderen om
overmatige schuimontwikkeling
bij de volgende afwasbeurt
te voorkomen.
Hoeveelheid glansspoelmiddel
instellen
De hoeveelheid glansspoelmiddel is
op 4 standen instelbaar. Afhankelijk
van de stand branden 0, 1,
2 of 3 indicaties
(zie de waterhardheidstabel).
De in de fabriek ingestelde stand is: 2.
Verander de hoeveelheid
glansspoelmiddel alleen als er strepen
(lagere stand instellen) of watervlekken
(hogere stand instellen) op het
serviesgoed achterblijven.
1. Deur sluiten.
2. AAN/UIT-schakelaar (
inschakelen.
De indicatie Reinigen )" knippert.
3. START-toets 8 indrukken
en ingedrukt houden.
4. Programmakiezer 0 draaien tot
de indicatie glansspoelmiddel
bijvullen P knippert.
5. Toets loslaten.
De indicatie glansspoelmiddel
bijvullen P knippert
en de indicaties h en `
branden (= stand 2).
Glansspoelmiddel nl
Om de instelling te wijzigen:
1. Programmakiezer 0 draaien tot
de gewenste stand is ingesteld.
2. START-toets 8 indrukken.
De indicatie glansspoelmiddel
bijvullen P gaat uit. De ingestelde
stand is opgeslagen.
Indicatie glansspoelmiddel
bijvullen uitschakelen
Als de glansspoelmiddelindicatie P
stoort (bijv. bij gebruik
van gecombineerde reinigingsmiddelen
met glansspoelcomponenten) dan kan
deze worden uitgeschakeld.
Ga te werk zoals onder „Hoeveelheid
glansspoelmiddel instellen”
beschreven en stel in op stand 0.
Hiermee is de indicatie
glansspoelmiddel P bijvullen
uitgeschakeld.
13
Page 14
nl Serviesgoed
- Serviesgoed
Serviesgoed
Ongeschikt servies
Bestek en servies met houten
onderdelen.
Gevoelige gedecoreerde glazen,
kunstnijverheidsservies en -vazen
en antiek servies. De decoraties zijn
niet bestand tegen afwassen
in een afwasautomaat.
Niet hittebestendige
kunststof voorwerpen/onderdelen.
Koperen en tinnen serviesgoed.
Serviesgoed dat bevuild is met as,
kaarsvet, smeerolie of verf.
Geglazuurd serviesgoed en voorwerpen
van aluminium en zilver kunnen bij het
afwassen gaan verkleuren of verbleken.
Ook sommige soorten glas (bijv.
voorwerpen van kristal) kunnen
dof worden nadat ze vele malen zijn
afgewassen.
Schade aan glas
en serviesgoed
Inruimen
1. Grove etensresten verwijderen.
Afspoelen onder stromend water is
niet nodig.
2. Het serviesgoed zodanig inruimen
dat
– het stevig staat en niet kan
omvallen;
– alle soorten serviesgoed met
de opening naar beneden staan;
– serviesgoed met een ronding
of een holte schuin staat zodat
het water er vanaf kan lopen;
– het de sproeiarm 1" tijdens het
ronddraaien niet belemmert.
Heel klein serviesgoed niet
in de machine afwassen omdat dit
gemakkelijk uit de servieskorf 1B
kan vallen.
Uitruimen
Heet serviesgoed is stootgevoelig! Laat
het daarom na afloop van het
programma net zo lang in de
afwasautomaat afkoelen tot u het goed
kunt vastpakken.
Oorzaken:
glassoort en fabricagewijze van het
glas.
chemische samenstelling van het
afwasmiddel.
temperatuur van het water tijdens
de afwas.
Advies:
gebruik alleen glas en porselein dat
volgens de fabrikant geschikt is voor
de afwasautomaat.
gebruik afwasmiddel waarop staat
aangegeven dat het het serviesgoed
ontziet.
glas en bestek na afloop van het
programma zo snel mogelijk uit
de afwasmachine halen.
14
Aanwijzing
Na het einde van het programma
kunnen er in het apparaat nog
waterdruppels zichtbaar zijn. Dit heeft
geen invloed op het drogen van het
serviesgoed.
Page 15
Servieskorf
Servieskorf 1B
Serviesgoed nl
Omklapbare bordensteunen
Omklapbare bordensteunen *
* Afhankelijk van het model
De bordensteunen zijn omklapbaar
waardoor pannen, schalen en glazen
praktischer kunnen worden ingeruimd.
Bestekkorf
Bestek altijd ongesorteerd met
de scherpe kant naar beneden
inruimen.
Om verwondingen te voorkomen: lange,
puntige bestekdelen en messen in het
messenrek leggen.
Hoogte van het serviesgoed
De maximale hoogte van het
serviesgoed is 28 cm.
15
Page 16
nl Afwasmiddel
. Afwasmiddel
Afwasmiddel
U kunt zowel tabletten als
poedervormige of vloeibare
afwasmiddelen voor de wasmachine
gebruiken, maar nooit
handafwasmiddel. Afhankelijk van de
vervuiling kan met poedervormig
of vloeibaar afwasmiddel de dosering
individueel worden aangepast. Tabs
bevatten voor alle afwasprogramma’s
voldoende werkzame stoffen. Moderne,
krachtige afwasmiddelen hebben
meestal een laag alkalische receptuur
met fosfaat en enzymen. Fosfaten
binden de kalk in het water. Enzymen
breken zetmeel af en lossen eiwitten op.
Minder voorkomend zijn afwasmiddelen
zonder fosfaat. Deze hebben iets minder
vermogen om kalk te binden en
vereisen een hogere dosering. Om
gekleurde vlekken (bijv. thee of ketchup)
te verwijderen worden meestal
bleekmiddelen op basis van zuurstof
gebruikt.
Aanwijzing
Neem voor een goed afwasresultaat
altijd de aanwijzingen op de verpakking
in acht!
Hebt u nog andere vragen, dan raden
wij u aan contact op te nemen met
de fabrikant van het afwasmiddel.
Vul afwasmiddel
1. Als het afwasmiddelbakje 1R nog
dicht is: vergrendeling 1Z bedienen
om het te openen.
Afwasmiddel alleen in het droge
afwasmiddelbakje 1R gieten (tablet
plat neerleggen, niet op zijn kant).
Dosering: zie de aanwijzingen
van de fabrikant op de verpakking.
De indeling in het
afwasmiddelbakje 1R biedt hulp
bij de juiste dosering
van poedervormig of vloeibaar
afwasmiddel.
PO
PO
PO
2. Deksel van het bakje omhoog
schuiven tot de sluiting hoorbaar
vastklikt.
m Waarschuwing – Let
op de veiligheidsvoorschriften
resp. de aanwijzingen bij het gebruik
op de verpakkingen van het afwasen glansspoelmiddel.
16
Het afwasmiddelbakje gaat,
afhankelijk van het programma,
op het juiste tijdstip automatisch
open. Het poedervormige
of vloeibare afwasmiddel wordt in het
apparaat verdeeld en opgelost.
Het tablet valt in de tabopvangschaal en wordt daar
gedoseerd opgelost.
Page 17
Afwasmiddel nl
Tip
Als het serviesgoed niet erg vuil is, kunt
u normalerwijze volstaan met minder
afwasmiddel dan is aangegeven.
Geschikte reinigings- en
onderhoudsmiddelen kunt u online op
onze internetsite of bij de Servicedienst
bestellen (zie achterkant).
Gecombineerde
reinigingsmiddelen
Naast de gebruikelijke afwasmiddelen
(Solo) wordt een aantal producten
aangeboden met extra functies. Deze
producten bevatten behalve
afwasmiddel vaak ook glansspoelmiddel
en zoutvervangende stoffen (3in1) en,
afhankelijk van de combinatie (4in1,
5in1, enz.), ook nog extra componenten
zoals glasbescherming of glansmiddel
voor roestvrij staal. Gecombineerde
reinigingsmiddelen functioneren alleen
tot een bepaalde hardheidsgraad
(meestal 21°dH). Boven deze
grenswaarde moeten zout en
glansspoelmiddel worden toegevoegd.
Zodra gecombineerde
reinigingsproducten gebruikt worden
past het afwasprogramma zich
automatisch zodanig aan dat altijd het
best mogelijke afwas- en droogresultaat
bereikt wordt.
Aanwijzingen
Optimale afwas- en droogresultaten
bereikt u door het gebruik van losse
afwasmiddelen in combinatie
met (apart) gebruik
van onthardingszout
en glansspoelmiddel.
Bij korte programma’s kunnen
tabletten door een verschillende
manier van oplossen eventueel niet
de volle reinigingskracht ontwikkelen
waardoor er onopgeloste
afwasmiddeldeeltjes achterblijven.
Voor deze programma's is
een reinigingsmiddel in poedervorm
beter geschikt.
Ook als de indicatie
glansspoelmiddel en/of zout bijvullen
brandt, verloopt het
afwasprogramma bij gebruik
van gecombineerd
reinigingsmiddelen zonder
problemen.
Bij gebruik van afwasmiddelen
met in water oplosbaar
beschermend omhulsel: het
omhulsel alleen met droge handen
vastpakken. Het afwasmiddelbakje
moet vóór het vullen absoluut droog
zijn, anders kan het afwasmiddel
eraan vastplakken.
Als u van gecombineerde
reinigingsmiddelen op losse
afwasmiddelen omschakelt, let er
dan op dat
de wateronthardingsinstallatie en
de hoeveelheid glansspoelmiddel
op de juiste waarde zijn ingesteld.
17
Page 18
nl Programma-overzicht
/ Programma-overzicht
Programma-overzicht
In dit overzicht staat het maximaal mogelijke aantal programma’s vermeld.
De bijpassende programma’s en hun rangschikking vindt u op het
bedieningspaneel.
Soort
serviesgoed
potten, pannen,
niet gevoelig
serviesgoed en
bestek
gemengd
serviesgoed
en bestek
gevoelig
serviesgoed,
bestek,
temperatuurgevo
elige kunststoffen
en glazen
Soort vervuilingProgrammaEventuele extra
± / °
erg aangekoekte,
ingebrande
of opgedroogde
zetmeelof eiwithoudende
etensresten
Intensief 70°
Ù / Ø
Normaal 65°
Ù / Ø
licht opgedroogde, in
het huishouden
gebruikelijke
etensresten
Aan de hand van het soort serviesgoed
en de mate van vervuiling kunt
u een passend programma uitzoeken.
Aanwijzingen voor
testinstituten
Testbureaus ontvangen de instructies
voor vergelijkingstests (bijv. volgens
EN60436).
Hierbij gaat het om de voorwaarden
voor het uitvoeren van de tests, niet om
de resultaten of de verbruikswaarden.
Aanvraag per e-mail aan:
dishwasher@test-appliances.com
Benodigd zijn het fabrikaatnummer (E-
Nr.) en het productnummer (FD), die u
op het typeplaatje 1b op de deur van
het apparaat vindt.
0 Extra functies
Extra functies
* afhankelijk van het model
Instelbaar via de toetsen extra
functies H.
Tijd besparen (VarioSpeed)
Ÿ Tijd besparen
(VarioSpeed) *
Met de functie >>Tijd besparen<< kan
de looptijd – afhankelijk van het
gekozen afwasprogramma –
met ca. 20% tot 50% verkort worden.
Om bij verkorte looptijd optimale
reinigings- en droogresultaten
te bereiken, wordt het wateren energieverbruik verhoogd.
· Hygiëne (Hygiene) *
Tijdens het reinigingsproces wordt
de temperatuur verhoogd. Hierdoor
wordt een verhoogde hygiënestatus
bereikt. Deze extra functie is ideaal voor
bijv. het afwassen van snijplanken
of babyflesjes.
Hygiëne (Hygiene)
¿ Extra drogen *
Door een verhoogde temperatuur tijdens
het glansspoelen en een verlengde
droogfase kunnen ook kunststof delen
beter drogen. Het energieverbruik is iets
hoger.
Extra drogen
19
Page 20
nl Apparaat bedienen
1 Apparaat bedienen
Apparaat bedienen
Programmagegevens
De programmagegevens
(verbruikswaarden) vindt u in de korte
handleiding. Deze hebben betrekking
op normale omstandigheden en
de instelwaarde 2 van de waterhardheid
. Verschillende factoren zoals
de temperatuur van het water of de druk
in de waterleiding zijn hierbij van invloed
en kunnen tot afwijkingen leiden.
Aqua-Sensor
Aqua-Sensor *
* Afhankelijk van het model
De Aqua-Sensor is een optisch
meetsysteem (met lichtstraal) waarmee
de vertroebeling van het afwaswater
wordt gemeten.
Afhankelijk van het programma treedt
de Aqua-Sensor in werking.
Als de Aqua-Sensor actief is, kan
„schoon” afwaswater in de volgende
reinigingsfase gebruikt worden en het
waterverbruik daardoor met 2–4 liter
verminderd worden. Is het water te vuil,
dan wordt het afgepompt en door vers
water vervangen. In de automatische
programma’s worden bovendien
temperatuur en looptijd aan de mate
van vervuiling aangepast.
Inschakelen van het apparaat
1. Kraan helemaal opendraaien.
2. Deur sluiten.
3. AAN/UIT-schakelaar (
inschakelen.
De indicatie Reinigen )" knippert.
4. Programmakiezer 0 op het
gewenste programma draaien.
5. START-toets 8 indrukken.
De indicatie Reinigen )" brandt.
Het programmaverloop start.
Aanwijzing
- voor een milieubesparend gebruik
van de afwasautomaat:
Het Eco 50° programma is een
bijzonder milieubesparend
programma. Het is het
„standaardprogramma” conform de
EU-verordening1016/2010, dat de
meest efficiënte standaard
reinigingscyclus is voor de reiniging
van normaal vervuild serviesgoed en
het gecombineerde energie- en
waterverbruik voor de reiniging van dit
soort serviesgoed.
20
Page 21
Starttijd kiezen
Starttijd kiezen *
* Afhankelijk van het model
U kunt het programma 3, 6 of 9 uur
later laten starten.
1. AAN/UIT-schakelaar (
inschakelen.
2. Toets starttijd kiezen @ net zo vaak
indrukken tot de betreffende indicatie
3h, 6h of 9h brandt.
3. START-toets 8 indrukken,
de gekozen starttijd is geactiveerd.
4. Om de gekozen starttijd te wissen
de toets starttijd kiezen @ net
zo vaak indrukken tot geen
van de indicaties 3h, 6h of 9h meer
brandt.
Tot de starttijd kunt u het programma
willekeurig wijzigen.
Apparaat bedienen nl
Onderbreken van het
programma
1. AAN/UIT-schakelaar (
uitschakelen.
De indicatielampjes gaan uit. Het
programma blijft in het geheugen
opgeslagen.
Als bij aansluiting op warm water
of als het apparaat al is opgewarmd
de deur van het apparaat geopend
werd, de deur eerst
een paar minuten op een kier laten
staan en dan pas dichtdoen. Anders
kan de deur van het apparaat door
expansie (overdruk) openspringen
of water uit het apparaat komen.
2. Om het programma voort te zetten
de AAN/UIT-schakelaar ( weer
inschakelen.
Einde van het programma
Het programma is afgelopen wanneer
geen van beide indicaties h of )"
meer brandt.
Aanwijzing
Om energie te besparen schakelt de
afwasautomaat na afloop van het
programma automatisch uit.
Afbreken van het programma
Afbreken van het programma
(Reset)
1. START-toets 8 ca. 3 sec.
ingedrukt houden tot alle indicaties
uit zijn.
2. Het resterende programmaverloop
voor het wegpompen van het
restwater duurt ca. 1 minuut.
Wijzigen van het programma
Na het indrukken van de STARTtoets 8 kan het programma niet
gewijzigd worden.
Wijzigen van het programma is alleen
mogelijk door het programma af
te breken (Reset).
21
Page 22
nl Reinigen en onderhouden
Intensief drogen
Tijdens het glansspoelen wordt
de temperatuur verhoogd waardoor het
droogresultaat wordt verbeterd.
De looptijd kan hierdoor iets verlengd
worden. (Wees voorzichtig met gevoelig
serviesgoed!)
1. Deur sluiten.
2. AAN/UIT-schakelaar (
inschakelen.
De indicatie Reinigen )" knippert.
3. START-toets 8 indrukken
en ingedrukt houden.
4. Programmakiezer 0 draaien tot
de indicatie „Watertoevoer
controleren” ` knippert.
5. Toets loslaten.
Om de instelling te wijzigen:
1. Door de programmakiezer 0 te
draaien, kunt u het intensief drogen
in- (indicatie Drogen h brandt) of
uitschakelen (indicatie Drogen h
brandt niet).
2. START-toets 8 indrukken.
De instelling is opgeslagen.
2 Reinigen en
onderhouden
Reinigen en onderhouden
Regelmatige controle en onderhoud
van het apparaat dragen ertoe
bij defecten te voorkomen. Dit bespaart
u tijd en ergernis.
Algemene toestand
van de machine
Spoelruimte controleren
op kalkaanslag en vetresten.
Als u zulke aanslag aantreft:
afwasmiddelbakje met afwasmiddel
vullen. Het apparaat zonder
serviesgoed in het programma met
de hoogste afwastemperatuur
starten.
Om het apparaat te reinigen alleen
speciaal voor afwasautomaten
geschikte afwas-/schoonmaakmiddelen
gebruiken.
Om de deurafdichting altijd schoon
en hygiënisch te houden, moet deze
regelmatig worden gereinigd met
een vochtige doek en een beetje
afwasmiddel.
Bij lange standtijd de deur iets open
laten staan om te voorkomen dat er
onaangename geuren ontstaan.
Gebruik bij het reinigen van uw
afwasautomaat nooit een stoomreiniger.
De fabrikant kan niet aansprakelijk
worden gesteld voor eventuele
gevolgen.
22
Page 23
Reinigen en onderhouden nl
De voorkant van het apparaat en het
bedieningspaneel regelmatig
met een vochtig doekje afnemen. Water
met een scheutje afwasmiddel is
voldoende. Geen schuursponsjes
gebruiken of schoonmaakmiddelen
met schuurmiddelen. Dit kan krassen
op de oppervlakken veroorzaken.
Bij roestvrijstalen apparaten geen
sponsjes gebruiken of deze anders vóór
het eerste gebruik een aantal keren
grondig uitspoelen om corrosie
te voorkomen.
controleren. Eventueel zout en/
of glansspoelmiddel bijvullen.
Zeven
De zeven 1* zorgen ervoor dat grove
etensresten in het spoelwater niet
in de afvoerpomp terechtkomen. Door
deze etensresten kunnen de zeven
verstopt raken.
Het zevensysteem bestaat uit een grove
zeef, een vlakke fijne zeef
en een microzeef.
1. Na elke afwasbeurt de zeven
op etensresten controleren.
2. Zeefcylinder zoals afgebeeld
losdraaien en het zeefsysteem eruit
halen.
3. Eventuele etensresten verwijderen en
de zeven onder stromend water
schoonmaken.
4. Zevensysteem in omgekeerde
volgorde weer erin zetten
en erop letten dat de gemarkeerde
pijlen na het sluiten tegenover elkaar
staan.
23
Page 24
nl Wat te doen bij storingen?
Sproeiarm
Kalk en etensresten in het afwaswater
kunnen de sproei-openingen
en de lagers van de sproeiarm 1"
blokkeren.
1. Sproeiopeningen van de sproeiarm
op verstopping controleren.
2. De sproeiarm naar boven eraf
trekken.
3. Sproeiarm onder stromend water
schoonmaken.
4. Sproeiarm weer vastdrukken.
3 Wat te doen bij
storingen?
Wat te doen bij storingen?
De ervaring leert dat veel storingen die
in het dagelijks gebruik optreden, door u
zelf verholpen kunnen worden. Hiermee
bespaart u natuurlijk kosten en bent u er
zeker van dat de machine snel weer
gebruikt kan worden. In het volgende
overzicht vindt u eventuele oorzaken van
de storingen en nuttige aanwijzingen om
deze te verhelpen.
Aanwijzing
Mocht het apparaat tijdens het afwassen
om onbekende redenen stil blijven staan
of niet starten, dan dient u eerst
de functie Programma afbreken (reset)
uit te voeren.
(Zie het hoofdstuk Apparaat bedienen)
m Waarschuwing – Denk eraan:
reparaties mogen alleen door
een vakkundig monteur worden
uitgevoerd. Mocht het uitwisselen
van een onderdeel noodzakelijk zijn, let
er dan op dat alleen originele
onderdelen gebruikt worden.
Ondeskundige reparatie of gebruik
van niet-originele onderdelen kan
aanzienlijke schade en gevaar voor
de gebruiker opleveren.
24
Page 25
Wat te doen bij storingen? nl
Afvoerpomp
Grote voedselresten of voorwerpen die
niet door de zeven zijn tegengehouden,
kunnen de afvoerpomp blokkeren. Het
spoelwater staat dan tot boven de zeef.
m Waarschuwing – Risico van
snijwonden!
Zorg er bij het reinigen van de
afvoerpomp voor dat u zich niet
verwondt aan glasscherven of scherpe
voorwerpen.
In dit geval:
1. Altijd eerst de stekker uit het
stopcontact trekken resp de zekering
uitschakelen of losdraaien.
2. Zeven 1* eruit halen.
3. Water eruit scheppen, eventueel
met behulp van een spons.
4. Schroeven aan de pompafdekking
losdraaien (Torx T 20) en naar boven
eruit trekken.
5. Binnenruimte op vreemde
voorwerpen controleren en deze –
indien nodig – verwijderen.
6. Pompafdekking
in de oorspronkelijke positie
brengen, naar beneden drukken
en vastschroeven.
7. Zeven monteren.
25
Page 26
nl Wat te doen bij storingen?
Storingentabel
StoringOorzaakOplossing
Indicatie „Watertoevoer
controleren” ` brandt.
Foutcode “:ƒƒ brandt.Zeven 1* vuil of verstopt.Zeven reinigen.
Foutcode “:ƒ… brandt.Waterafvoerslang verstopt
Foutcode “:ƒ† brandt.Waterafvoerpomp geblokkeerd
Foutcode “:ƒˆ brandt.Netspanning te laag.Geen apparaatfout, netspanning en
Watertoevoerslang geknikt.Watertoevoerslang zonder knikken
verleggen.
Kraan dicht.Kraan opendraaien.
Kraan verstopt of verkalkt.Kraan opendraaien.
Hoeveelheid binnenstromend water
bij geopende kraan: minimaal 10 l per min.
Zeef aan de kraan verstopt.Apparaat uitschakelen en de stekker uit het
stopcontact trekken. Kraan dichtdraaien.
Wateraansluiting eraf schroeven.
Zeef in de toevoerslang schoonmaken.
Wateraansluiting weer vastschroeven.
Controleren op dichtheid. Stroom weer
inschakelen. Apparaat inschakelen.
(Zie Reinigen en onderhouden)
Slang zonder knikken aanleggen, eventuele
of geknikt.
Sifonaansluiting is nog dicht.Aansluiting bij sifon controleren en
Afdekking van de afvoerpomp zit
los.
of afdekking van
de waterafvoerpomp niet
vastgeklikt.
resten verwijderen.
eventueel openen.
Afdekking goed vastmaken.
(Zie Afvoerpomp)
Pomp reinigen en afdekking goed
vastmaken. (Zie Afvoerpomp)
elektrische installatie laten controleren.
26
Page 27
Wat te doen bij storingen? nl
StoringOorzaakOplossing
Een andere foutcode
verschijnt op de
cijferindicatie.
(“:‹‚ tot “:„‹)
Display knippert.Deur niet geheel gesloten.Deur sluiten. Let erop dat er geen
Bijvulindicatie voor
zout X en/
of glansspoelmiddel P
brandt.
Bijvulindicatie voor
zout X en/
of glansspoelmiddel P
brandt niet.
Na afloop van het
programma blijft er water
in het apparaat staan.
Er is vermoedelijk een technische
storing opgetreden.
Glansspoelmiddel ontbreekt.Glansspoelmiddel bijvullen.
Het zout ontbreekt.Onthardingszout bijvullen.
Sensor herkent de zouttabletten
niet.
Bijvulindicatie uitgeschakeld.Activering/deactivering (zie het hoofdstuk
Er is nog voldoende
onthardingszout/
glansspoelmiddel aanwezig.
Zeefsysteem of ruimte onder de
zeef 1* is verstopt.
Programma nog niet beëindigdWachten tot het programma is afgelopen of
Apparaten uitschakelen met de AAN-/UIT-
schakelaar (. Na korte tijd het apparaat
opnieuw starten.
Als het probleem opnieuw optreedt, de
kraan sluiten en de stekker uit het
stopcontact trekken.
Bel de klantenservice en vermeld de
foutcode.
voorwerpen (serviesgoed, geurdispenser)
uitsteken uit de korf en daardoor de
deursluiting hinderen.
Ander speciaal zout gebruiken.
Wateronthardingsinstallatie/
Onthardingszout of Glansspoelmiddel).
Bijvulindicatie, vulpeilen controleren.
Zeven en ruimte eronder reinigen (zie
Afvoerpomp).
een reset uitvoeren (zie Programma
afbreken).
27
Page 28
nl Wat te doen bij storingen?
StoringOorzaakOplossing
Serviesgoed niet droog.Geen of te weinig
glansspoelmiddel in het
voorraadbakje.
Een programma zonder drogen
gekozen.
Waterophoping in het
serviesgoed en bestek.
Glansspoelmiddel bijvullen.
Programma met drogen kiezen (zie
Programma-overzicht, Programmaverloop).
Voor een schuine stand zorgen bij het
inruimen, de serviesdelen zo mogelijk
schuin plaatsen.
Het gecombineerde
reinigingsmiddel heeft een
slechte droogcapacitiet.
Intensief drogen voor versterkte
droging niet geactiveerd.
Het serviesgoed is te vroeg
uitgeruimd of het droogproces
was nog niet afgelopen.
Het gebruikt ecoglansspoelmiddel heeft een
slecht droogvermogen.
Kunststofserviesgoed niet
droog.
Bestek niet droog.Bestek niet goed geordend in de
Binnenzijden van het
apparaat nat na het
spoelen.
Speciale eigenschappen van
kunststof.
bestekkorf.
Geen fout van het apparaat.Wegens het droogprincipe
Andere combireiniger met beter
droogvermogen gebruiken. Extra gebruik
van glansspoelmiddel verbetert het
droogvermogen.
Intensief drogen activeren (zie Apparaat
bedienen)
Wachten tot het programma is afgelopen of
het serviesgoed pas 30 min. na afloop van
het programma verwijderen.
Een kwaliteitsglansspoelmiddel gebruiken.
Eco-producten zijn duidelijk minder effectief.
Kunststof heeft een lager
warmteopslagvermogen en droogt
daardoor slechter.
Bestek zo veel mogelijk los van elkaar
plaatsen, aanraakpunten vermijden.
„condensatiedrogen” zijn waterdruppels in
het reservoir noodzakelijk en gewenst. Het
vocht in de lucht condenseert tegen de
binnenzijden van de afwasautomaat,
stroomt omlaag en wordt weggepompt.
28
Page 29
Wat te doen bij storingen? nl
StoringOorzaakOplossing
Etensresten op het
serviesgoed.
ReinigingsmiddelrestenDeksel van het
Serviesgoed te dicht op elkaar
ingeruimd, servieskorf te vol.
Sproeiarmen konden niet
ongehinderd ronddraaien.
Sproeiers van sproeiarmen
verstopt.
Zeven 1* vuil.Zeven schoonmaken (zie Reinigen en
Zeef 1* onjuist aangebracht
en/of niet vastgezet.
Te zwak afwasprogramma
gekozen.
Serviesgoed te sterk
voorgereinigd, daarom kiest de
sensortechniek voor een zwak
spoelprogramma. Hardnekkig
vuil kan gedeeltelijk niet worden
verwijderd.
Hoge, smalle serviesdelen
worden in de hoeken
onvoldoende uitgespoeld.
reinigingsmiddelbakje
geblokkeerd door serviesgoed,
daarom gaat het deksel niet
volledig open.
Deksel van het
reinigingsmiddelbakje wordt
geblokkeerd door het tablet.
Tabletten gebruikt in het
snelprogramma of korte
programma.
Oplostijd van het
reinigingsmiddel wordt niet
bereikt binnen het gekozen korte
programma.
Reinigende werking en
oplosgedrag nemen af bij langere
opslagtijd, of het reinigingsmiddel
klontert sterk.
Het serviesgoed zodanig inruimen dat er
voldoende vrije ruimte aanwezig is en de
sproeistralen het oppervlak van het
serviesgoed kunnen bereiken.
Aanraakpunten vermijden.
Het serviesgoed zodanig inruimen dat de
draaibeweging van de sproeiarm niet wordt
gehinderd.
Sproeiers van de sproeiarm reinigen
(zie Reinigen en onderhouden).
onderhouden).
Zeef goed aanbrengen en vastzetten.
Krachtiger spoelprogramma kiezen.
Serviesgoed niet voorspoelen. Alleen de
grotere etensresten verwijderen.
Geadviseerd programma Eco 50° of
Intensief.
Hoge, smalle serviesdelen niet te schuin en
niet in de hoeken inruimen.
Deksel van het reinigingsmiddelbakje mag
niet worden gehinderd door serviesgoed.
Het tablet moet dwars en niet op de korte
kant worden gelegd.
Oplostijd van tabletten van een
snelprogramma of een kort programma is te
lang
Reinigingspoeder of een krachtiger
programma gebruiken.
Ander reinigingsmiddel gebruiken.
29
Page 30
nl Wat te doen bij storingen?
StoringOorzaakOplossing
Watervlekken op
kunststofdelen.
Afwisbare of in water
oplosbare afzettingen in
het reservoir of op de deur.
Witte, moeilijk
verwijderbare aanslag op
serviesgoed, reservoir of
deur.
Druppelvorming op kunststof
oppervlakken is onvermijdelijk.
Na het afdrogen zijn
watervlekken zichtbaar.
Inhoudstoffen van het
reinigingsmiddel zetten zich af.
Deze aanslag laat zich meestal
niet chemisch verwijderen
(apparaatreinigingsmiddel, ...).
Bij „witte afzetting” op de
reservoirbodem is de
onthardingsvoorziening ingesteld
op een grenswaarde.
Deksel van het zoutreservoir
12 niet dichtgedraaid.
Alleen bij glazen: Beginnende
glascorrosie kan slechts
schijnbaar worden afgewist.
Inhoudstoffen van het
reinigingsmiddel zetten zich af.
Deze aanslag laat zich meestal
niet chemisch verwijderen
(apparaatreinigingsmiddel, ...).
Onjuiste waterhardheid ingesteld
of waterhardheid is hoger dan
35°dH (6,2 mmol/l).
3-in-1-reinigingsmiddel of bio/
eco-reinigingsmiddel
onvoldoende effectief.
Te lage dosering van het
reinigingsmiddel.
Een te zwak programma
gekozen.
Krachtiger programma gebruiken (hoger
waterverbruik).
Schuin zetten bij het inruimen.
Glansspoelmiddel gebruiken.
Onthardingsinstelling eventueel verhogen.
Ander merk reinigingmiddel nemen.
Apparaat mechanisch reinigen.
Onthardingsinstelling verhogen en
eventueel een ander reinigingsmiddel
gebruiken.
Zoutreservoirdeksel goed dichtdraaien.
Zie „Schade aan glas en serviesgoed”.
Ander merk reinigingmiddel nemen.
Apparaat mechanisch reinigen.
Onthardingsvoorziening instellen volgens de
gebruiksaanwijzing of zout bijvullen.
Onthardingsvoorziening instellen volgens de
gebruiksaanwijzing of losse middelen
gebruiken (kwaliteitsreinigingsmiddel, zout,
glansspoelmiddel).
De reinigingsmiddeldosering verhogen of
een ander reinigingsmiddel gebruiken.
Krachtiger spoelprogramma kiezen.
30
Page 31
Wat te doen bij storingen? nl
StoringOorzaakOplossing
Thee- of lippenstiftresten
op het serviesgoed.
Gekleurde (blauw, geel,
bruin), moeilijk of niet
verwijderbare aanslag in
het apparaat of op
roestvrijstalen serviesgoed.
Gekleurde (geel, oranje,
bruin), eenvoudig te
verwijderen afzettingen in
de binnenruimte (vooral op
de bodem).
Verkleuring op
kunststofdelen.
Te lage spoeltemperatuur.Programma met hogere spoeltemperatuur
kiezen.
Te weinig of ongeschikt
reinigingsmiddel.
Serviesgoed te sterk
voorgereinigd, daarom kiest de
sensortechniek voor een zwak
spoelprogramma. Hardnekkig
vuil kan gedeeltelijk niet worden
verwijderd.
Laagvorming door
inhoudsstoffen van groente (bijv.
kool, selderie, aardappels,
noedels, …) of van het
leidingwater (bijv. mangaan).
Laagvorming door metalen
bestanddelen op zilveren of
aluminium serviesgoed.
Laagvorming van de
inhoudsstoffen van voedselresten
en van het leidingwater (kalk),
„zeepachtig”
Te lage spoeltemperatuur.Programma met hogere spoeltemperatuur
Serviesgoed te sterk
voorgereinigd, daarom kiest de
sensortechniek voor een zwak
spoelprogramma. Hardnekkig
vuil kan gedeeltelijk niet worden
verwijderd.
Geschikt reinigingsmiddel in de juiste
dosering toevoegen.
Serviesgoed niet voorspoelen. Alleen de
grotere etensresten verwijderen.
Geadviseerd programma Eco 50°
Ten dele verwijderbaar door
machinereiningsmiddel of door
mechanische reiniging. Deze aanslag is niet
schadelijk voor de gezondheid.
Ten dele verwijderbaar door
machinereiningsmiddel of door
mechanische reiniging.
Werking van de onthardingsvoorziening
controleren (onthardingszout bijvullen) of bij
gebruik van gecombineerde
reinigingsmiddelen (tabletten) de
ontharding activeren (zie het hoofdstuk
Wateronthardingsinstallatie/
Onthardingszout).
kiezen.
Serviesgoed niet voorspoelen. Alleen de
grotere etensresten verwijderen.
Geadviseerd programma Eco 50°
31
Page 32
nl Wat te doen bij storingen?
StoringOorzaakOplossing
Verwijderbare vegen op
glazen, glaswerk met een
metalen uiterlijk en bestek.
Beginnende of reeds
aanwezige, irreversibele
(onherstelbare)
vertroebeling van het glas.
Roestsporen op het
bestek.
Te veel glansspoelmiddel.Kleinere hoeveelheid glansspoelmiddel
instellen.
Geen glansspoelmiddel
toegevoegd of de instelling is te
laag.
Reinigingsmiddelresten tijdens
het programmagedeelte
Glansspoelen. Deksel van het
reinigingsmiddelbakje
geblokkeerd door serviesgoed
(deksel gaat niet volledig open).
Serviesgoed te sterk
voorgereinigd, daarom kiest de
sensortechniek voor een zwak
spoelprogramma. Hardnekkig
vuil kan gedeeltelijk niet worden
verwijderd.
Glazen niet
vaatwasmachinebestendig,
slechts vaatwasmachinegeschikt.
Het bestek is niet voldoende
roestbestendig.
Messenlemmeten zijn hier vaak
sterker door getroffen.
Bestek roest ook wanneer het
samen met roestige voorwerpen
wordt afgewassen (handgrepen
van pannen, beschadigde
servieskorven enz.).
Zoutgehalte in het afwaswater
te hoog doordat het deksel
van het zoutreservoir niet goed is
vastgedraaid of bij het bijvullen
zout gemorst werd.
Glansspoelmiddel toevoegen en de
dosering controleren (advies: stand 4-5).
Deksel van het reinigingsmiddelbakje mag
niet worden gehinderd door serviesgoed.
Serviesgoed niet voorspoelen. Alleen de
grotere etensresten verwijderen.
Geadviseerd programma Eco 50°
Vaatwasmachinebestendige glazen
gebruiken.
Lange stoomfase (standtijd na spoeleinde)
vermijden.
Spoelbehandeling met lagere temperatuur
gebruiken.
Onthardingsvoorziening correct instellen op
de waterhardheid (eventueel 1 niveau
lager).
Reinigingsmiddel met
glasbeschermingscomponenten gebruiken.
Roestvast bestek gebruiken.
Geen roestende onderdelen afwassen.
Dop van het zoutreservoir goed vastdraaien
of gemorst zout verwijderen.
32
Page 33
Wat te doen bij storingen? nl
StoringOorzaakOplossing
Het apparaat start niet.Zekering van de huisinstallatie
niet in orde.
Aansluitsnoer niet aangesloten.Ervoor zorgen dat het aansluitsnoer goed is
De deur van het apparaat is niet
goed dicht.
Programma start
automatisch.
Apparaatinstelling
(waterhardheid,
glansspoelen, …) niet
mogelijk
De deur kan niet alleen
moeilijk geopend worden.
De deur kan niet sluiten.Het deurslot is omgesprongen.Deur krachtiger sluiten.
Deksel van het
reinigingsmiddelbakje kan
niet gesloten worden.
Reinigingsmiddelresten
in het reinigingsmiddelbakj
e.
Apparaat blijft steken
tijdens het programma of
het programma valt stil.
Klappende geluiden
van de vulventielen.
Kloppend of ratelend
geluid.
Einde van het programma niet
afgewacht.
Apparaat is bezig met het
programma. Instelling alleen
mogelijk voor begin van het
programma.
Kinderbeveiliging is geactiveerd. Kinderbeveiliging deactiveren. (Zie
Deur sluit niet goed door
inbouwfout.
Reinigingsmiddelbakje of
dekselgeleiding geblokkeerd
door aangekoekte
reinigingsmiddelresten.
Reinigingsmiddelbakje was
tijdens het vullen vochtig.
Deur niet geheel gesloten.Deur sluiten.
Bovenkorf drukt tegen de
binnendeur en verhindert een
goede sluiting van de deur.
Stroom- en/of watertoevoer
onderbroken.
Afhankelijk van de huisinstallatie,
daarom geen apparaatfout. Geen
invloed op de werking van het
apparaat.
Bij geringe belading maken de
waterstralen rechtstreeks
contact met het reservoir.
Lichte serviesdelen bewegen
tijdens het spoelen.
Zekering controleren.
aangesloten op de achterkant van het
apparaat en op het stopcontact. Controleren
of het stopcontact goed werkt.
Deur sluiten.
Reset uitvoering.
(Zie Programma afbreken).
Reset uitvoeren (zie Programma afbreken)
en instelling maken volgens de
gebruiksaanwijzing.
gebruiksaanwijzing, achteraan in de
omslag)
Inbouwwijze van het apparaat controleren.
Deuren of aanbouwdelen mogen elkaar niet
raken bij het sluiten.
Reinigingsmiddelresten verwijderen.
Reinigingsmiddel alleen in droog
reinigingsmiddelbakje doen.
Controleren of de achterwand wordt
ingedrukt door bijv. een stopcontact.
Stroom- en/of watertoevoer herstellen.
Geen oplossing voorhanden.
Apparaat voller laden of het serviesgoed
gelijkmatiger verdelen.
Lichte serviesdelen vast staand inruimen.
33
Page 34
nl Wat te doen bij storingen?
StoringOorzaakOplossing
Abnormale
schuimvorming.
Handafwasmiddel in het reservoir
voor glansspoelmiddel.
Glansspoelmiddel gemorst.Glansspoelmiddel verwijderen met een
Voorraadbakje voor glansspoelmiddel direct
vullen met glansspoelmiddel.
doek.
34
Page 35
Servicedienst nl
4 Servicedienst
Servicedienst
Als u de storing niet zelf kunt verhelpen,
neem dan contact op met de
Servicedienst. Wij vinden altijd een
passende oplossing, ook om onnodige
bezoeken van technici te vermijden. De
contactgegevens van de dichtstbijzijnde
Servicedienst vindt u op de achterkant
van deze gebruiksaanwijzing of in de
bijgesloten lijst met
Servicedienstadressen. Vermeld bij een
telefoongesprek a.u.b. het
fabrikaatnummer (ENr. = 1) en het
productnummer (FD = 2); deze
nummers vindt u op het typeplaatje 1b
op de deur van het apparaat.
(1U
)'
Vertrouw op de deskundigheid van de
fabrikant. Neem contact met ons op. U
bent er dan van verzekerd dat de
reparatie door ervaren technici wordt
uitgevoerd die gebruik maken van de
originele reserveonderdelen voor uw
apparaat.
5 Plaatsen en aansluiten
Plaatsen en aansluiten
Om de afwasautomaat goed te laten
functioneren moet hij vakkundig worden
aangesloten. De gegevens van de aanen afvoer en de elektrische
aansluitwaarden moeten voldoen aan
de vereiste criteria, zoals vastgelegd
in de volgende alinea's resp. in de
montagehandleiding.
Bij de montage de juiste volgorde
van de handelingen aanhouden:
1. Bij aflevering controleren
2. Plaatsen
3. Aansluiten op de waterafvoer
4. Drinkwateraansluiting
5. Elektrische aansluiting
Leveringsomvang
Voor klachten kunt u terecht bij de
winkel waar u het apparaat hebt
aangeschaft of bij onze klantenservice.
Neem a.u.b. de aanwijzingen voor
de veiligheid onder „Bij de installatie”
in acht.
Aflevering
Uw afwasmachine werd in de fabriek
grondig gecontroleerd op correct
functioneren. Hierbij zijn kleine
watervlekken achtergebleven. Deze zijn
na de eerste afwas verdwenen.
Technische gegevens
Gewicht:
max. 24 kg
Spanning:
220–240 V, 50 Hz of 60 Hz
Aansluitwaarde:
2,0–2,4 kW
Zekering:
10/16 A (UK 13A)
Stroomverbruik:
uitgeschakeld 0,1 W
niet uitgeschakeld 0,1 W
Waterdruk:
minimaal 0,05 MPa (0,5 bar), maximaal
1 MPa (10 bar). Bij hogere waterdruk:
een drukreduceerventiel ervoor
installeren.
Hoeveelheid binnenstromend water:
minimaal 10 liter per minuut.
Temperatuur van het water:
max. temperatuur 25 °C
Plaatsing
De vereiste inbouwmaten vindt u in het
montagevoorschrift. Het apparaat
waterpas zetten. Let erop dat het
apparaat stevig staat.
Het apparaat kan zonder problemen
tussen wanden van hout
of kunststof in een rij
keukenmeubelen worden
ingebouwd.
Aansluiten op de waterafvoer
1. De noodzakelijke handelingen vindt
u in het montagevoorschrift.
Eventueel een sifon
met aansluitnippel monteren.
2. Afvoerslang met behulp
van de meegeleverde onderdelen
op de aansluitnippel van de sifon
aansluiten.
Let erop dat de waterafvoerslang niet
geknikt, ingedrukt of ineen
gestrengeld is en dat
een stop in de afvoer het
wegstromen van het water niet
belemmert!
36
Page 37
Plaatsen en aansluiten nl
Drinkwateraansluiting
1. De drinkwateraansluiting volgens de
montagehandleiding aansluiten met
behulp van de bijgevoegde
onderdelen.
Zorg ervoor dat de
drinkwateraansluiting niet wordt
geknikt of geplet, of in de knoop
raakt.
2. Bij vervanging van het apparaat
moet altijd een nieuwe
watertoevoerslang in gebruik worden
genomen.
Waterdruk:
Minimaal 0,05 MPa (0,5 bar), maximaal
1 MPa (10 bar). Bij hogere waterdruk:
een drukreduceerventiel ervoor
installeren.
Hoeveelheid binnenstromend water:
Minimaal 10 liter per minuut
Temperatuur van het water:
Max. temperatuur 25 °C
Elektrische aansluiting
Het apparaat uitsluitend via
een volgens de voorschriften
aangebracht, randgeaard
stopcontact op 220 V tot 240 V
en 50 Hz of 60 Hz aansluiten. Zie het
typeplaatje 1b voor de vereiste
zekering.
Het stopcontact moet zich
in de buurt van het apparaat
bevinden en ook na het inbouwen
gemakkelijk bereikbaar zijn.
Als de stekker niet gemakkelijk
bereikbaar is, dan moet er volgens
de veiligheidsvoorschriften
een meerpolige scheidingsinstallatie
met een contactopening
van minimaal 3 mm aanwezig zijn.
Veranderingen in de aansluiting
mogen alleen door een vakkundig
monteur worden uitgevoerd.
Een verlenging van de elektrische
aansluitkabel mag alleen door
de Servicedienst geleverd worden.
Bij gebruik
van een aardlekschakelaar mag
alleen een type met het teken ‚
geïnstalleerd worden. Alleen deze
voldoet aan de nu geldende
voorwaarden.
Het apparaat is voorzien
van een waterbeveiligingssysteem.
Let op: het functioneert alleen als het
apparaat op de stroom is
aangesloten.
37
Page 38
nl Plaatsen en aansluiten
Demontage
Neem ook hier de volgorde
van de handelingen in acht.
1. Apparaat van het elektriciteitsnet
loskoppelen.
2. Kraan dichtdraaien.
3. Afvoer- en drinkwateraansluiting
losmaken.
4. Apparaat eruit halen
en daarbij de slang voorzichtig naar
voren trekken.
Transport
Afwasmachine leeg laten lopen en losse
onderdelen vastzetten.
Het apparaat in de volgende stappen
legen:
1. Kraan opendraaien.
2. Deur sluiten.
3. AAN/UIT-schakelaar (
inschakelen.
4. Programma met de hoogste
temperatuur kiezen.
5. START-toets 8 indrukken.
Programma start.
6. Na ca. 4 minuten de STARTtoets 8 ingedrukt houden tot alle
indicaties uit zijn.
Na ca. 1 min. is het water volledig
weggepompt.
7. AAN/UIT-schakelaar (
uitschakelen.
8. Kraan dichtdraaien, toevoerslang
losmaken en laten leeglopen.
Apparaat alleen rechtop vervoeren
(om te voorkomen dat resterend water
in het besturingsmechanisme
terechtkomt wat tot een verkeerd
programmaverloop leidt).
Bescherming tegen vorst
Als het apparaat in een voor vorst
gevoelige ruimte staat
(bijv. in een vakantiehuisje), dan moet
u het apparaat helemaal leeg laten
lopen (zie Transport).
Bescherming tegen vorst (Leegmaken van het apparaat)