Meer informatie over producten, accessoires,
onderdelen en diensten vindt u op het internet:
www.bosch-home.com en in de online-shop:
www.bosch-eshop.com
3
nl Gebruik volgens de voorschriften
8Gebruik volgens de
voorschriften
Gebrui k vol gens de voor schr i f t en
Lees deze gebruiksaanwijzing zorgvuldig
door. Berg de gebruiksaanwijzing, het
installatievoorschrift en de apparaatpas goed
op voor later gebruik of om ze door te geven
aan volgende eigenaren.
Controleer het apparaat na het uitpakken.
Indien het apparaat schade heeft opgelopen
tijdens het transport, schakel het dan niet in,
maar neem contact op met de technische
dienst en leg de veroorzaakte schade
schriftelijk vast. Doet u dat niet, dan gaat elk
recht op een schadevergoeding verloren.
Alleen een daartoe bevoegd vakman mag
apparaten zonder stekker aansluiten. Bij
schade door een verkeerde aansluiting maakt
u geen aanspraak op garantie.
Dit apparaat moet worden geïnstalleerd
volgens het meegeleverde
installatievoorschrift.
Dit apparaat is alleen bestemd voor
huishoudelijk gebruik en de huiselijke
omgeving. Gebruik het apparaat uitsluitend
voor het bereiden van gerechten en dranken.
Het kookproces moet regelmatig worden
gecontroleerd. Een kort kookproces moet
continu in de gaten worden gehouden.
Gebruik het apparaat alleen in gesloten
ruimtes.
Dit toestel kan worden gebruikt door kinderen
vanaf 8 jaar en door personen met beperkte
fysieke, sensorische of geestelijke vermogens
of personen die gebrek aan kennis of ervaring
hebben, wanneer zij onder toezicht staan van
een persoon die verantwoordelijk is voor hun
veiligheid of geleerd hebben het op een
veilige manier te gebruiken en zich bewust zijn
van de risico's die het gebruik van het toestel
met zich meebrengt.
Kinderen mogen niet met het apparaat spelen.
Reiniging en onderhoud van het toestel
mogen niet worden uitgevoerd door kinderen,
tenzij zij 15 aar of ouder zijn en onder toezicht
staan.
Zorg ervoor dat kinderen die jonger zijn dan
8 jaar uit de buurt blijven van het toestel of de
aansluitkabel.
Draagt u een actief geïmplanteerd medisch
apparaat (bijv. een pacemaker of defibrillator),
ga dan na of uw arts voldoet aan de richtlijn
90/385/EWG van de Raad van de Europese
Gemeenschappen van 20 juni 1990 evenals
DIN EN 45502-2-1 en DIN EN 45502-2-2 en
dat het apparaat conform VDE-AR-E 2750-10
gekozen, geïmplanteerd en geprogrammeerd
is. Is aan deze voorwaarden voldaan en
worden bovendien non-ferro pannen met nonferro handgrepen gebruikt, dan kan deze
inductiekookplaat - als het op de juiste manier
gebeurt - zonder bezwaar worden gebruikt.
Dit apparaat is bestemd voor gebruik tot op
hoogten van maximaal 2.000 meter boven
zeeniveau.
Dek de kookplaat niet af. Dit kan leiden tot
ongevallen, bijv. door oververhitting,
ontbranding of ontploffend materiaal.
Gebruik uitsluitend beveiligingsvoorzieningen
of kindertralies die door ons zijn goedgekeurd.
Ongeschikte beveiligingsvoorzieningen of
kindertralies kunnen tot ongevallen leiden.
Dit apparaat is niet bestemd voor gebruik met
een externe tijdschakelklok of een
afstandbediening.
Er mag geen gevaarlijk of explosief materiaal
of stoom worden weggezogen.
Houd er rekening mee dat er geen kleine
deeltjes of vloeistof in het apparaat komen.
4
Belangrijke veiligheidsvoorschriften nl
(Belangrijke
veiligheidsvoorschriften
Belangr i j ke vei l i ghei dsvoor schr i f t en
:Waarschuwing – Verstikkingsgevaar!
Verpakkingsmateriaal is gevaarlijk voor
kinderen. Kinderen nooit met
verpakkingsmateriaal laten spelen.
:Waarschuwing – Levensgevaar!
Teruggezogen verbrandingsgassen kunnen
leiden tot vergiftiging.
Altijd voor voldoende luchttoevoer zorgen,
wanneer de luchtafvoer plaatsvindt in een
ruimte met een vuurbron die gebruikmaakt
van de aanwezige lucht.
Kooktoestellen die de lucht in de ruimte
verbruiken (bijv. apparaten die op gas, olie,
hout of kolen worden gestookt, geisers,
warmwatertoestellen) trekken de
verbrandingslucht uit de ruimte van opstelling
en voeren de gassen via een afvoer (bijv.
schoorsteen) af naar buiten.
In combinatie met een ingeschakelde
afzuigkap wordt aan de keuken en aan de
ruimtes ernaast lucht onttrokken - zonder
voldoende luchttoevoer ontstaat er een
onderdruk. Giftige gassen uit de schoorsteen
of het afvoerkanaal worden teruggezogen in
de woonruimte.
■ Zorg daarom altijd voor voldoende
toegevoerde lucht.
■ Een ventilatiekast in de muur alleen is niet
voldoende om aan de minimale eisen te
voldoen.
U kunt het apparaat alleen dan zonder risico
gebruiken wanneer de onderdruk in de ruimte
waarin het kooktoestel zich bevindt niet groter
is dan 4 Pa (0,04 mbar). Dit kan worden
bereikt wanneer de voor de verbranding
benodigde lucht door niet afsluitbare
openingen, bijv. in deuren, ramen, in
combinatie met een ventilatiekast in de muur
of door andere technische voorzieningen, kan
worden toegevoerd.
De afvoerlucht mag niet worden weggeleid via
een rook- of afvoergasschoorsteen die in
gebruik is, noch via een schacht die dient voor
de ontluchting van ruimtes met stookplaatsen.
Komt de afvoerlucht terecht in een rook- of
afvoergasschoorsteen die niet in gebruik is,
dan dient u een vakbekwame
schoorsteenveger te raadplegen.
Raadpleeg in ieder geval het bedrijf dat in uw
huis zorgt voor de schoorsteenreiniging. Dit
bedrijf is in staat het totale ventilatiesysteem
van uw huis te beoordelen en kan een voorstel
doen voor passende maatregelen op het
gebied van de luchttoevoer.
Indien de afzuiging alleen met recirculatie
wordt gebruikt, is een onbeperkt gebruik
mogelijk.
:Waarschuwing – Risico van brand!
■ Hete olie en heet vet vatten snel vlam. Hete
olie en heet vet nooit gebruiken zonder
toezicht. Vuur nooit blussen met water.
Schakel de kookzone uit. Vlammen
voorzichtig met een deksel, smoordeksel of
iets dergelijks verstikken.
Risico van brand!
■ De kookzones worden erg heet. Nooit
brandbare voorwerpen op de kookplaat
leggen. Geen voorwerpen op de kookplaat
leggen.
Risico van brand!
■ Het apparaat wordt heet. Nooit brandbare
voorwerpen of spuitbussen bewaren in
laden direct onder de kookplaat.
Risico van brand!
■ De kookplaat schakelt vanzelf uit en kan
niet meer worden bediend. Hij kan later per
ongeluk worden ingeschakeld. Zekering in
de meterkast uitschakelen. Contact
opnemen met de klantenservice.
Risico van brand!
■ De vetafzettingen in het vetfilter kunnen
ontbranden. Vetfilter regelmatig reinigen.
Apparaat nooit zonder vetfilter gebruiken.
Risico van brand!
■ Als de ventilatie is ingeschakeld, kunnen de
vetafzettingen in het vetfilter ontbranden. In
de buurt van het apparaat nooit werken met
een open vlam (bijv. flamberen). Het
apparaat alleen in de buurt van een
vuurbron voor vaste brandstoffen (bijv. hout
of kolen) installeren wanneer er een
afgesloten, niet verwijderbare afscherming
aanwezig is. Er mogen geen vonken
wegspringen.
5
nl Belangrijke veiligheidsvoorschriften
:Waarschuwing – Risico van verbranding!
■ De kookzones en met name een eventueel
aanwezige kookplaatomlijsting worden zeer
heet. Raak de hete oppervlakken nooit aan.
Zorg ervoor dat er geen kinderen in de
buurt zijn.
Risico van verbranding!
■ De kookzone warmt op, maar de indicatie
functioneert niet Zekering in de meterkast
uitschakelen. Contact opnemen met de
klantenservice.
Risico van verbranding!
■ Voorwerpen van metaal worden zeer snel
heet op de kookplaat. Leg nooit
voorwerpen van metaal, zoals messen,
vorken, lepels of deksels, op de kookplaat.
Brandgevaar!
■ Schakel de kookplaat na elk gebruik altijd
uit met de hoofdschakelaar. Wacht niet tot
de kookplaat automatisch uitschakelt
doordat er geen pan op staat.
Risico van verbranding!
■ Tijdens het gebruik worden de
toegankelijke onderdelen heet. De hete
onderdelen nooit aanraken. Zorg ervoor dat
er geen kinderen in de buurt zijn.
Risico van verbranding!
■ Het apparaat wordt heet tijdens het
gebruik.Als er hete vloeistoffen in het
apparaat komen, het apparaat laten
afkoelen alvorens het metalen vetfilter of het
overloopreservoir of de afdekking te
verwijderen.
:Waarschuwing – Risico van letsel!
■ Bij de bereiding au-bain-marie kunnen de
kookplaat en kookvorm barsten door
oververhitting. De au-bain-marie kookvorm
mag niet in direct contact komen met de
bodem van de pan die met water is gevuld.
Gebruik alleen hittebestendige vormen.
Risico van letsel!
■ Wanneer er vloeistof zit tussen de bodem
van de pan en de kookzone kunnen
kookpannen plotseling in de hoogte
springen. Zorg ervoor dat de kookzone en
de bodem van de pan altijd droog zijn.
:Waarschuwing – Kans op een elektrische
schok!
■ Ondeskundige reparaties zijn gevaarlijk.
Reparaties en de vervanging van
beschadigde aansluitleidingen mogen
uitsluitend worden uitgevoerd door technici
die zijn geïnstrueerd door de
klantenservice. Is het apparaat defect, haal
dan de stekker uit het stopcontact of
schakel de zekering in de meterkast uit.
Contact opnemen met de klantenservice.
Kans op een elektrische schok!
■ Binnendringend vocht kan een schok
veroorzaken. Geen hogedrukreiniger of
stoomreiniger gebruiken.
Kans op een elektrische schok!
■ Een defect toestel kan een schok
veroorzaken. Een defect toestel nooit
inschakelen. De netstekker uit het
stopcontact halen of de zekering in de
meterkast uitschakelen. Contact opnemen
met de klantenservice.
Kans op een elektrische schok!
■ Scheuren of barsten in het glaskeramiek
kunnen schokken veroorzaken. Zekering in
de meterkast uitschakelen. Contact
opnemen met de klantenservice.
6
Oorzaken van schade nl
]Oorzaken van schade
Oorzaken van schade
Attentie!
■ Ruwe bodems van pannen kunnen krassen op de
kookplaat veroorzaken.
■ Gevaar van beschadiging door harde en puntige
voorwerpen. Geen harde of puntige voorwerpen op
de kookplaat laten vallen.
■ Gevaar van beschadiging door het leegkoken van
pannen. Pannen nooit leeg laten koken.
■ Plaats geen hete pannen op het bedieningspaneel,
de indicatorzones of op de omlijsting van de
kookplaat. Dit kan schade veroorzaken.
■ Gevaar van beschadiging door aluminiumfolie of
vormen van kunststof. Aluminiumfolie en vormen van
kunststof nooit op een hete kookzone leggen. Geen
beschermingsfolie voor het fornuis gebruiken.
■ Beschadiging van het oppervlak, verkleuring en
vlekken door ongeschikte reinigingsmiddelen.
Gebruik alleen schoonmaakmiddelen die geschikt
zijn voor dit soort kookplaten.
■ Beschadiging van het oppervlak en verkleuring door
slijtage van de pan. Til de pannen op, ze mogen niet
worden verschoven.
■ Beschadiging van het oppervlak en vlekken door
ingebrand voedsel. Overgelopen etensresten direct
met een schraper verwijderen.
■ Beschadiging van het oppervlak door zout, suiker en
zand. Gebruik de kookplaat niet als plaats om iets
op te zetten of als werkvlak.
■ Beschadiging van het oppervlak door ruwe
panbodems. Het kookgerei voor gebruik
controleren.
■ Oppervlaktebeschadiging of vorming van blaasjes
door suiker en sterk suikerhoudende gerechten.
Overgelopen etenswaar onmiddellijk met een
schraper verwijderen.
7Milieubescherming
Milieubescherming
In dit hoofdstuk krijgt u informatie over de besparing
van energie en de afvoer van het apparaat.
Tips voor energiebesparing
■ Gebruik voor elke pan altijd het passende deksel.
Koken zonder deksel verbruikt aanzienlijk meer
energie. Gebruik een glazen deksel. Zo kunt u in de
pan kijken zonder het deksel op te tillen.
■ Gebruik pannen met een vlakke bodem. Door niet-
egale bodems wordt het energieverbruik hoger.
■ Let erop dat de diameter van de bodem van de pan
overeenstemt met de grootte van de kookzone.
Houd er rekening mee dat fabrikanten van kookgerei
vaak de bovenste diameter van de pan aangeven.
Deze is meestal groter dan de diameter van de
panbodem.
■ Gebruik voor kleine hoeveelheden kleine pannen.
Een te grote, weinig gevulde pan heeft veel energie
nodig.
■ Kook gerechten met weinig water. Dat bespaart
energie en bij groenten blijven de vitaminen en
mineralen bewaard.
■ Schakel tijdig terug naar een lagere kookstand.
Anders wordt er energie verspild.
■ Zorg tijdens het koken voor voldoende toevoer van
lucht, zodat de ventilatie efficiënt en stil werkt.
■ Ventilatorstand aanpassen aan de intensiteit van de
kookdampen. Gebruik de intensiefstand alleen
indien nodig. Een lagere ventilatorstand verbruikt
minder energie.
■ Kies bij intensieve kookdampen op tijd een hogere
ventilatiestand. Reeds in de keuken opgestegen
kookdampen vragen een langere werkingstijd van
de ventilatie.
■ Schakel het apparaat uit wanneer u het niet langer
nodig heeft.
■ Om de effectiviteit van de ventilatie te verhogen en
brandgevaar te voorkomen de filters vaker reinigen
resp. vervangen.
Milieuvriendelijk afvoeren
Voer de verpakking op een milieuvriendelijke manier af.
Dit apparaat is gekenmerkt in
overeenstemming met de Europese richtlijn
2012/19/EU betreffende afgedankte
elektrische en elektronische apparatuur (waste
electrical and electronic equipment - WEEE).
De richtlijn geeft het kader aan voor de in de
EU geldige terugneming en verwerking van
oude apparaten.
7
nl Koken met inductie
fKoken met inductie
Kok e n met i nduct i e
Voordelen bij koken met inductie
Koken met inductie is radicaal anders dan gebruikelijk,
de warmte ontstaat direct in het kookgerei. Dit biedt
vele voordelen:
■ Tijdsbesparing bij het koken en bakken.
■ Besparing van energie.
■ Gemakkelijker te reinigen en te onderhouden.
Overgelopen etenswaar brandt niet zo snel in.
■ Warmteregeling en veiligheid: de kookplaat verhoogt
of verlaagt de toevoer van warmte altijd direct na de
bediening. Neemt u het kookgerei van de kookzone,
dan wordt de warmtetoevoer direct onderbroken
door de kookzone met inductie, zonder dat deze
eerst is uitgeschakeld.
Pannen
Gebruik alleen ferromagnetische vormen voor
inductiekoken, bijv.:
■ kookgerei van geëmailleerd staal
■ kookgerei van gietijzer
■ speciaal kookgerei van roestvrij staal dat geschikt is
voor inductie.
In het hoofdstuk ~ "Kookgerei-test" kunt u lezen of het
kookgerei geschikt is voor inductie.
Voor een goed bereidingsresultaat dient het
ferromagnetische gebied van de bodem van de pan
overeen te komen met de grootte van de kookzone.
Wordt het kookgerei niet herkend op een kookzone,
probeer er dan een met een kleinere diameter.
FP
Er zijn ook inductievormen waarvan de bodem niet
volledig ferromagnetisch is:
■ Is de bodem van het kookgerei slechts gedeeltelijk
ferromagnetisch, dan wordt alleen het
ferromagnetische oppervlak heet. Hierdoor wordt de
warmte mogelijk niet gelijkmatig verdeeld. De
temperatuur van het niet-ferromagnetische gebied
kan dan te laag zijn om te koken.
FP
FP
Niet geschikte pannen
Gebruik nooit straalplaten of pannen van:
■ dun normaal staal
■ glas
■ aardewerk
■ koper
■ aluminium
Eigenschappen van de bodem van het kookgerei
Het bereidingsresultaat kan worden beïnvloed door de
kwaliteit van pannenbodem. Gebruik pannen waarvan
het materiaal de warmte gelijkmatig in de pan verdeelt,
bijv. pannen met "sandwich-bodems" van roestvrij staal.
Daarmee wordt tijd en energie bespaard.
Gebruik kookgerei met vlakke bodems. Ongelijke
bodems hebben invloed op de warmtetoevoer.
Geen pan of ongeschikte afmeting
Als er geen pan op de geselecteerde kookzone wordt
geplaatst of als deze niet van het geschikte materiaal is
of geen geschikte afmeting heeft, knippert de
kookstand op de indicator van de kookzone. Plaats een
geschikte pan, zodat het knipperen stopt. Als er meer
dan 90 seconden wordt gewacht gaat de kookzone
automatisch uit.
Lege pannen of pannen met een dunne bodem
Verwarm geen lege pannen en gebruik geen pannen
met dunne bodem. De kookplaat is uitgerust met een
intern veiligheidssysteem, maar een lege pan kan zo
snel heet worden dat de functie “automatisch
uitschakelen" geen tijd heeft om te reageren, waardoor
de temperatuur erg kan oplopen. De bodem van de pan
kan smelten en het glas van de kookplaat beschadigen.
Raak in dat geval de pan niet aan en schakel de
kookzone uit. Als het apparaat na het afkoelen niet
werkt, neem dan contact op met de technische dienst.
■ Bestaat het materiaal van de bodem van het
kookgerei deels uit aluminium, dan is het
ferromagnetische oppervlak ook kleiner. Mogelijk
worden dit niet warm genoeg of zelfs helemaal niet
herkend.
8
Herkenning van de pan
Elke kookzone heeft een ondergrens voor de
herkenning van de pan. Deze is afhankelijk van de
ferromagnetische diameter en het materiaal van de
bodem. Daarom dient u altijd de kookzone te gebruiken
die het beste past bij de diameter van de
pannenbodem.
*Het apparaat leren kennen
Het appar aat leren kennen
Informatie over afmetingen en vermogens van de
kookzones vindt u in~ Blz. 2
Aanwijzing: . Afhankelijk van het apparaattype zijn
kleur- en detailafwijkingen mogelijk.
Uw nieuwe apparaat
#
Het apparaat leren kennen nl
+
Nr.Aanduiding
1Metalen vetfilter
2Actief koolstoffilter bij circulatiefunctie of akoestische filter
bij afvoerluchtfunctie*
3Kookplaat
4Bedieningspaneel
5Overloopreservoir
*al naar gelang de apparaatuitvoering
Speciale accessoires
Al naar gelang de inbouwvariant van het apparaat zijn
er verschillende accessoires, welke u in de vakhandel,
bij de servicedienst of bij onze officiële website kunt
kopen:
■ Luchtafvoerset
■ Luchtcirculatieset
■ Actief koolstoffilter: voor luchtcirculatie
■ Akoestisch filter: voor luchtafvoer
9
nl Het apparaat leren kennen
Het bedieningspaneel
Keuzesensoren
#
ø
0 1Ç2Ç...8Ç9
>
D
ú
ù
à
0
:
Bedieningsvlakken
Raakt u een symbool aan, dan wordt de betreffende
functie geactiveerd.
Aanwijzingen
■ Zorg ervoor dat het bedieningspaneel altijd schoon
en droog is. Vocht heeft een nadelige invloed op de
werking.
■ Zorg ervoor dat er geen pannen in de buurt van
indicaties en sensoren komen. De elektronica kan
dan oververhit raken.
Hoofdschakelaar
Kookzone kiezen
Instelbereik
Bedieningspaneel blokkeren voor reinigings-
Intensief ventilatiestand I
Intensief ventilatiestand II
Automatische kooktijd
Timer
Tijdsweergave
De kookzones
Kookzones
"
¯
Uitsluitend pannen gebruiken die geschikt zijn voor inductie, zie het hoofdstuk ~ "Koken met inductie"
Restwarmte-indicatie
De kookplaat heeft voor elke kookzone een restwarmteindicatie. Hiermee wordt aangegeven dat een kookzone
nog heet is. Raak de kookzone niet aan zolang de
restwarmte-indicatie verlicht is.
Afhankelijk van de hoogte van de restwarmte wordt het
volgende weergegeven:
■ Indicatie •: hoge temperatuur
■ Indicatie œ: lage temperatuur
10
Kookzone met één ringGebruik pannen met de juiste afmetingen
Gecombineerde kookzoneZie het hoofdstuk ~ "CombiZone" of ~ "Move-functie"
Wanneer u de pan tijdens het koken van de kookzone
neemt, knipperen afwisselen de restwarmte-indicatie en
de gekozen kookstand.
Is de kookzone uitgschakeld, dan is restwarmteindicatie verlicht. Ook wanneer de kookplaat al
uitgeschakeld is, blijft de restwarmte-indicatie verlicht
zolang de kookzone nog warm is.
Gebruiksmogelijkheden nl
ÇGebruiksmogelijkheden
Gebrui k smogel i j kheden
U kunt dit apparaat gebruiken voor luchtafvoer en
circulatielucht.
Gebruik met afvoerlucht
De aangezogen lucht wordt door de
vetfilters gereinigd en via een
buizensysteem naar de buitenlucht
afgevoerd.
Aanwijzing: De afvoerlucht mag niet worden afgevoerd
via een in gebruik zijnde rook- of gasafvoer, noch via
een schacht die dient voor de ontluchting van ruimtes
met vuurbronnen.
■ Komt de afvoerlucht terecht in een rook- of
gasafvoer die niet in gebruik is, dan dient u een
vakbekwame schoorsteenveger te raadplegen.
■ Wordt de afvoerlucht door de buitenmuur geleid,
dan raden wij u aan een telescoop-muurkast te
gebruiken.
KVoor het eerste gebruik
Voo r het eerst e gebrui k
Volg voordat u het apparaat voor de eerste keer
gebruikt de volgende aanwijzing op:
Het apparaat en de accessoires grondig schoonmaken.
Voordat u uw nieuwe apparaat kunt gebruiken moet u
enkele instellingen uitvoeren:
De kookplaat met de hoofdschakelaar # in- en
uitschakelen.
Functie instellen
Het apparaat wordt geleverd met vooringestelde
circulatiefunctie.
Wanneer de kookplaat met luchtafvoer naar buiten is
geïnstalleerd, moet u de instelling ™‚ˆ op deze modus
configureren. Zie hoofdstuk~ "Basisinstellingen".
Gebruik met circulatielucht
De aangezogen lucht wordt door de
vetfilters en een actief koolfilter gereinigd en
weer teruggeleid naar de keuken.
Aanwijzing: Om geurtjes te voorkomen bij het gebruik
van circulatielucht, dient u een actief koolfilter te
monteren. De verschillende manieren om het apparaat
met circulatielucht te gebruiken, vindt u in het
prospectus of kunt u navragen bij uw speciaalzaak. De
daartoe benodigde toebehoren zijn verkrijgbaar bij de
speciaalzaak, de klantenservice of de Online-shop.
11
nl Apparaat bedienen
1Apparaat bedienen
Appa r a a t bedi enen
In dit hoofdstuk kunt u lezen hoe u een kookzone
instelt. In de tabel vindt u kookstanden en
bereidingstijden voor verschillende gerechten.
Tip: Schakel de ventilatie in bij het begin van het koken
en schakel deze pas enkele minuten na het einde van
het koken weer uit. Zo wordt de keukendamp het
effectiefst verwijderd.
Aanwijzing: Gebruik het apparaat nooit zonder metalen
vetfilter en overloopreservoir.
Kookplaat in- en uitschakelen
U schakelt de kookplaat met de hoofdschakelaar in en
uit.
Inschakelen: raak het symbool # aan. Er klinkt een
signaal. De indicaties van de hoofdschakelaar en de
kookzone-indicaties ‹ zijn verlicht.De kookplaat is
bedrijfsklaar.
Uitschakelen: het symbool # aanraken tot de indicatie
verdwijnt. Alle kookzones zijn uitgeschakeld. De
restwarmte-indicatie blijft verlicht tot de kookzones
voldoende zijn afgekoeld.
Aanwijzingen
■ De kookplaat gaat automatisch uit wanneer alle
kookzones langer dan 20 seconden uitgeschakeld
zijn.
■ De gekozen instellingen blijven gedurende de eerste
4 seconden na uitschakeling van de kookplaat
bewaard. Wanneer u in deze tijd de kookplaat
opnieuw inschakelt, treedt deze in werking met de
vorige instellingen.
Kookzone instellen
De gewenste kookstand instellen met de symbolen ò tot
ê.
Kookstand ò = laagste stand
Kookstand ê = hoogste stand
Elke kookstand heeft een tussenstand.De tussenstand
is in het instelgebied weergegeven met het symbool Ø.
Aanwijzingen
■ Om de gevoelige onderdelen van het apparaat te
beschermen tegen oververhitting of elektrische
overbelasting, kan het vermogen van de kookplaat
voor korte tijd worden teruggebracht.
■ Om geluidshinder van het apparaat te voorkomen
kan het vermogen van de kookplaat voor korte tijd
worden teruggebracht.
Kookzone en kookstand kiezen
De kookplaat moet ingeschakeld zijn.
1. Het symbool ø van de gewenste kookzone
aanraken.
Het symbool ‹ is verlicht en daaronder het
symbool ¬.
2. Kies vervolgens in het instelgebied de gewenste
kookstand.
De kookstand is ingesteld.
Kookstand wijzigen
Kies de kookzone en stel vervolgens in het instelbereik
de gewenste kookstand in.
De kookzone uitschakelen
Selecteer de kookzone en stel af op ‹ in de
programmeerzone. De kookzone wordt uitgeschakeld
en de restwarmte-indicator verschijnt.
Aanwijzingen
■ Als er geen pan op de inductiekookzone wordt
geplaatst, gaat de geselecteerde vermogensstand
knipperen. Na een tijdje wordt de kookzone
uitgeschakeld.
■ Als er een pan op de kookzone staat voordat de
plaat wordt ingeschakeld, zal deze worden
gedetecteerd binnen 20 seconden na het indrukken
van de hoofdschakelaar en zal de kookzone
automatisch worden geselecteerd. Selecteer, zodra
deze is gedetecteerd, de vermogensstand binnen
20 seconden, anders wordt de kookzone
uitgeschakeld.
Ook al worden er meerdere pannen geplaatst, bij het
inschakelen van de kookplaat wordt er maar één
gedetecteerd.
12
Kookadvies
Advies
■ Bij het warm maken van puree, crèmesoepen en
dikvloeibare sauzen regelmatig roeren.
■ Voor het voorverwarmen kookstand 8 - 9 instellen.
■ Bij de bereiding met deksel de kookstand
terugschakelen, zodra er tussen deksel en
kookgerei stoom vrijkomt. Voor een goed
bereidingsresultaat is geen stoom nodig.
■ Na de bereiding het kookgerei tot het opdienen
gesloten houden.
■ Voor het koken met de snelkookpan de
aanwijzingen van de fabrikant in acht nemen.
■ De gerechten niet te lang laten koken of bakken, om
de voedingswaarde te behouden. Met de
kookwekker kan de optimale bereidingstijd worden
ingesteld.
■ Voor een gezonder bereidingsresultaat dient
rokende olie te worden voorkomen.
■ Voor een bruine kleur van de gerechten deze na
elkaar klaarmaken in kleine porties.
■ Kookgerei kan tijdens de bereiding hoge
temperaturen bereiken. Het gebruik van
pannenlappen is aan te bevelen.
■ Adviezen voor energie-efficiënt koken vindt u in het
hoofdstuk ~ "Milieubescherming"
Apparaat bedienen nl
Bereidingstabel
In de tabel wordt voor alle gerechten weergegeven
welke kookstand geschikt is. De bereidingstijd kan
afhankelijk van de soort, het gewicht, de dikte en de
kwaliteit van de gerechten variëren.
Schnitzel, on/gepaneerd6 - 76 - 10
Schnitzel, diepvries6 - 76 - 12
Kotelet, on/gepaneerd**6 - 78 - 12
Steak (3 cm dik)7 - 88 - 12
Borst van gevogelte (2 cm dik)**5 - 610 - 20
Borst van gevogelte, diepvries***5 - 610 - 30
Gehaktballen (3 cm dik)**4. - 5.20 - 30
Hamburger (2 cm dik)**6 - 710 - 20
Vis en visfilet, ongepaneerd5 - 68 - 20
Vis en visfilet, gepaneerd6 - 78 - 20
Vis en visfilet, gepaneerd en diepvries, bijv. vissticks6 - 78 - 15
Scampi, garnalen7 - 84 - 10
Sauteren van groente en paddenstoelen, vers7 - 810 - 20
Pangerechten, groente, vlees in reepjes op Aziatische wijze7 - 815 - 20
Diepvriesgerechtem, bijv. pangerechten6 - 76 - 10
Pannenkoeken (na elkaar gaar bakken)6. - 7.Omelet (na elkaar bakken)3. - 4.3 - 10
Spiegelei5 - 63 - 6
Frituren* (150-200 g per portie in 1-2 l olie, per portie frituren)
Diepvriesproducten, bijv. frites, chicken nuggets8 - 9Kroketten, diepvries7 - 8Vlees, bijv. stukken kip6 - 7Vis, gepaneerd of in bierdeeg6 - 7Groente, paddenstoelen gepaneerd of in bierdeeg, tempura6 - 7Klein gebak, bijv. beignets, Berliner bollen, fruit in bierdeeg4 - 5-
* Zonder deksel
** Herhaaldelijk keren
***Voorverwarmen op kookstand 8 - 8.
14
Apparaat bedienen nl
Handmatige ventilatieregeling
U kunt de ventilatiestand handmatig besturen.
Aanwijzing: Bij hoge pannen kan geen optimaal
afzuigvermogen worden gegarandeerd. Het
afzuigvermogen kan worden verbeterd door een deksel
schuin op de pan te leggen.
Activeren
1. Raak het symbool : aan.
De ventilatie start bij de vooringestelde
vermogensstand.
2. Kies in de volgende 10 seconden in het instelgebied
de juiste kookstand.
De ingestelde kookstand brandt.
3. Raak het symbool : aan om de gekozen instelling
te bevestigen.
De ventilatie is ingeschakeld.
Wijzigen en uitschakelen
Raak het symbool : aan en kies de gewenste
kookstand of in het instelgebied op ‹ instellen.
Intensief-stand
Er zijn twee intensiefstanden voor de ventilatie.
Wanneer u de intensiefstand activeert, werkt de
ventilatie korte tijd met maximaal vermogen.
Naloop-functie
De naloopfunctie laat het ventilatiesysteem na het
uitschakelen van de kookplaat enkele minuten
doorlopen. Zo wordt de nog aanwezige kookdamp
verwijderd. Daarna schakelt het ventilatiesysteem
automatisch uit.
Activeren
De nalooptijd wordt standaard met een maximale
uitschakeltijd geactiveerd. Hoe u deze instelling wijzigt
kunt u lezen in hoofdstuk ~ "Basisinstellingen".
Aanwijzing: De naloop schakelt alleen in wanneer er
minstens één kookzone minimaal één minuut werd
ingeschakeld.
Deactiveren
Handmatig
Raak het symbool : aan. De naloopfunctie wordt
uitgeschakeld.
Automatiek
In de volgende gevallen wordt de naloopfunctie
uitgeschakeld:
■ De nalooptijd is afgelopen.
■ Het apparaat wordt weer ingeschakeld.
Activeren
Raak het symbool : aan en stel de gewenste
vermogensstand in.
■ Intensiefstand I: kies de kookstand Š en raak
aansluitend het symbool Boost G. De aanwijzing ›
brandt. De intensiefstand is geactiveerd.
■ Intensiefstand II: raak het symbool BoostG opnieuw
aan. De indicatie › brandt. De intensiefstand is
geactiveerd.
Aanwijzing: Na acht minuten schakelt het apparaat
zelfstandig terug naar de vermogensstand Š.
Wijzigen en uitschakelen
Raak het symbool : aan en kies de gewenste
kookstand of in het instelgebied op ‹ instellen.
Automatische start
Wanneer u voor een kookzone een kookstand kiest,
dan schakelt de automatische start in. De ventilatie
schakelt bij een kookstand overeenkomstig de
betreffende kookstand van de kookzones in.
Hoe u deze instelling wijzigt kunt u lezen in hoofdstuk
~ "Basisinstellingen".
15
nl CombiZone
wCombiZone
Combi Zone
Met deze functie kunt u de CombiZone verbinden en
voor beide kookzones dezelfde vermogensstand
instellen. De functie is bijzonder geschikt voor de
bereiding met langwerpig kookgerei.
Aanwijzingen voor het kookgerei
Gebruik voor een optimaal resultaat een pan die
afgestemd is op het gebied van de beide kookzones.
Zet de pan in het midden van de kookzone.
Wanneer u op een van beide kookzones slechts één
pan gebruikt, kunt u hem verplaatsen naar de tweede
kookzone. In dit geval worden de vermogensstand en
de gekozen instellingen overgenomen.
Activeren
De kookplaat moet ingeschakeld zijn.
1. Een van de kookzones kiezen die horen bij de
CombiZone en de kookstand instellen.
2. Raak het symbool ú aan. De indicatie Ú is verlicht.
De kookstand verschijnt in de indicatie van de
onderste kookzone.
De functie is geactiveerd.
uMove-functie
Move- f unc t i e
Met deze functie kunt u de CombiZone verbinden en
voor beide kookzones verschillende vermogensstanden
kiezen. Vooraf ingestelde vermogensstanden:
Voorste kookzone = vermogensstand Š
Achterste kookzone = vermogensstand ‚.
De vooraf ingestelde vermogensstanden kunnen voor
elke kookzone onafhankelijk van elkaar worden
veranderd.
Aanwijzingen
■ Kookgerei op slechts één van de kookzones
plaatsen.De functie wordt niet geactiveerd wanneer
op elk van beide kookzones afzonderlijk kookgerei
staat.
■ In de indicatie van de kookzone waarop geen
kookgerei staat, is de kookstand zwakker. Deze
wordt pas geactiveerd wanneer de vorm op deze
kookzone verplaatst en herkend wordt.
■ Is de functie al geactiveerd en wordt er een tweede
vorm op de vrije kookzone geplaatst, dan blijft de
indicatie, net als daarvoor, zwak verlicht. De
kookzone is dan niet actief. De kookzone wordt pas
actief wanneer de eerste kookvorm verwijderd wordt.
Tips voor het gebruik van pannen
Om te zorgen voor een goede detectie en verdeling van
de warmte, wordt aanbevolen de pan correct te
centreren:
Gebruik slechts één pan die slechts een van de
kookzones bedekt.
Kookstand wijzigen
Een van de twee kookzones van de CombiZone kiezen
en de kookstand in het instelgebied veranderen.
Deactiveren
Kies een van beide kookzones die bij deze functie
horen en raak het symbool ú aan.
De functie is gedeactiveerd. De beide kookzones
functioneren verder elk als onafhankelijke kookzone.
16
De pan verplaatsen van de ene naar de andere
kookzone:
Tijdfuncties nl
Activeren
Elk van de twee kookzones combineren met een
andere kookstand.
1. Kies een van de twee kookzones die bij de Move-
functie horen.
2. Raak het symbool ù aan. De indicatie Ú is verlicht.
De kookstanden verschijnen in de indicaties van de
twee kookzones.
De functie is geactiveerd.
Aanwijzingen
■ De indicatie van de kookzone waarop het kookgerei
zich bevindt, is helderder verlicht.
■ In de indicatie van de gekozen kookzone is de
indicatie ¬ verlicht.
Kookstand wijzigen
Een van de twee kookzones kiezen die bij de Movefunctie horen en de kookstand in het instelgebied
veranderen.
Aanwijzing: Wordt de functie gedeactiveerd, dan
krijgen de kookstanden weer hun oorspronkelijke
instellingen.
OTijdfuncties
Ti j df unc t i es
Uw kookplaat beschikt over twee timer-functies:
■ Programmering van de bereidingstijd
■ Kookwekker
Programmering van de bereidingstijd
De kookzone schakelt na afloop van de ingestelde tijd
automatisch uit.
Zo stelt u in:
1. De kookzone en de gewenste kookstand kiezen.
2. Raak het symbool 0 aan. In de indicatie van de
kookzone is x verlicht.In de timer-indicatie is ‹‹
verlicht.
3. Binnen de volgende 10 seconden in het instelgebied
de gewenste bereidingstijd instellen.
Deactiveren
Raak het symbool ù aan.
De functie is gedeactiveerd.
Aanwijzing: Wanneer één van de twee kookzones op ‹
wordt gezet, wordt de functie binnen ca. 10 seconden
gedeactiveerd.
Na enkele seconden begint de tijd af te lopen.
Aanwijzingen
■ Voor alle kookzones kan automatisch dezelfde
bereidingstijd worden ingesteld. De ingestelde tijd
loopt voor elk van beide kookzones onafhankelijk af.
In het hoofdstuk ~ "Basisinstellingen" vindt u
informatie over de manier waarop de bereidingstijd
automatisch kan worden geprogrammeerd.
■ Wordt bij de gecombineerde kookzone de functie
CombiZone of Move gekozen, dan is de ingestelde
tijd voor beide kookzones hetzelfde.
De tijd wijzigen of annuleren
Selecteer de kookzone en druk vervolgens op het
symbool 0.
Wijzig de kooktijd in de programmeerzone of stel af
op ‹‹ om de tijd te annuleren.
17
nl PowerBoost-functie
Na het verstrijken van de tijd
De kookzone wordt uitgeschakeld. Er klinkt een
waarschuwingssignaal. Op de visuele indicator van de
timerfunctie licht
‹‹ 10 seconden lang op.
Als op het symbool 0 wordt gedrukt, gaan de
indicators uit en stopt het akoestische signaal.
Aanwijzingen
■ Om een bereidingstijd van minder dan 10 minuten in
te stellen, dient u altijd 0 aan te raken voordat u de
gewenste waarde kiest.
■ Is er een bereidingstijd voor meerdere kookzones
geprogrammeerd, dan verschijnt altijd de
tijdsopgave van de gekozen kookzone in de timerindicatie.
■ Voor het opvragen van de resterende bereidingstijd
de betreffende kookzone kiezen.
■ U kunt een bereidingstijd tot ŠŠ minuten instellen.
De kookwekker
Met de kookwekker kunt u een tijd tot 99 minuten
instellen.
Hij functioneert onafhankelijk van de kookzones en
andere instellingen. Deze functie schakelt een
kookzone niet automatisch uit.
vPowerBoost-functie
Power Boos t - f unc t i e
Met de PowerBoost-functie kunnen grote hoeveelheden
water sneller worden verwarmd dan met de betreffende
kookstand Š.
Deze functie kan alleen worden geactiveerd voor een
kookzone wanneer de andere kookzone van dezelfde
groep niet in gebruik is (zie Afb.). Anders knipperen
en
Š in de indicatie van de gekozen kookzone;
vervolgens wordt automatisch de kookstand Š
ingesteld zonder de functie te activeren.
Aanwijzing: In het gebied van de CombiZone kan de
PowerBoost-functie alleen worden geactiveerd wanneer
de twee kookzones onafhankelijk van elkaar worden
gebruikt.
›
Instellen
1. Raak meerdere keren het symbool 0 aan tot de
indicatie V oplicht. In de timer-indicatie is ‹‹
verlicht.
2. Stel in het instelbereik de gewenste tijd in.
Na enkele seconden begint de tijd af te lopen.
Tijd veranderen of wissen
Raak meerdere keren het symbool 0 aan tot de
indicatie V oplicht.
Wijzig de tijd in het instelgebied of stel ‹‹ in om de
geprogrammeerde tijd te wissen.
Aan het einde van de ingestelde tijd
Er klinkt een signaal. In de timer-indicatie verschijnt ‹‹
en de indicatie V licht op.Na 10 seconden verdwijnen
de indicaties.
Bij aanraking van het symbool 0 verdwijnen de
indicaties en het geluidssignaal.
Activeren
1. Kookzone kiezen.
2. De kookstand Š kiezen en vervolgens
symbool boostG aanraken.De indicatie › is verlicht.
De functie is geactiveerd.
Deactiveren
1. De kookzone kiezen.
2. Symbool boostG aanraken.
De indicatie › verdwijnt en de kookzone schakelt
terug naar de kookstand Š.
De functie is gedeactiveerd.
Aanwijzing: Onder bepaalde omstandigheden kan het
voorkomen dat de PowerBoost-functie automatisch
uitgaat, ter bescherming van de elektronische
componenten binnenin de kookplaat.
18
Kinderslot nl
AKinderslot
Kinder s l ot
Met het kinderslot kunt u voorkomen dat kinderen de
kookplaat inschakelen.
Kinderslot activeren en deactiveren
De kookplaat moet uitgeschakeld zijn.
Activeren: het symbool D ca. 4 seconden lang
aanraken.Het symbool D is 10 seconden lang
verlicht.De kookplaat is geblokkeerd.
Deactiveren: het symbool D ca. 4 seconden lang
aanraken. De blokkering is opgeheven.
Automatisch kinderslot
Met deze functie wordt het kinderslot altijd automatisch
ingeschakeld als de kookplaat wordt uitgeschakeld.
In- en uitschakelen
In het hoofdstuk ~ "Basisinstellingen" kunt u lezen hoe
u het automatische kinderslot inschakelt.
kWrijfbeveiliging
Wrijfbeveili ging
Wanneer u over het bedieningspaneel wrijft als de
kookplaat ingeschakeld is, kunnen er instellingen
veranderen. Om dit te voorkomen kan het
bedieningspaneel voor reinigingsdoeleinden worden
geblokkeerd.
Inschakelen: Raak het symbool > aan. Er klinkt een
signaal. Het bedieningspaneel is gedurende 35
seconden geblokkeerd. U kunt over het oppervlak van
het bedieningspaneel wrijven zonder de instellingen te
veranderen.
Deactiveren: Na 35 seconden wordt het
bedieningspaneel gedeblokkeerd. Om de functie
voortijdig op te heffen het symbool > aanraken.
Aanwijzingen
■ 30 seconden na activering klinkt een signaal.
Hiermee wordt aangegeven dat de functie spoedig
beëindigd is.
■ De reinigingsblokkering heeft geen invloed op de
hoofdschakelaar. De kookplaat kan op elk moment
worden uitgeschakeld.
bAutomatische
veiligheidsuitschakeling
Aut omati sche veiligheidsuitschakeling
Wanneer een kookzone langere tijd in gebruik is en er
geen instellingen gewijzigd zijn, wordt de automatische
veiligheidsuitschakeling geactiveerd.
De kookzone warmt niet meer op. In de kookzoneindicatie van de kookzone knipperen afwisselend ”, ‰
en de restwarmte-indicatie œ of •.
Wordt een willekeurig symbool aangeraakt, dan
schakelt de indicatie uit. De kookzone kan nu opnieuw
worden ingesteld.
Het tijdstip van de automatische
veiligheidsuitschakeling is afhankelijk van de ingestelde
kookstand (na 1 tot 10 uur).
19
nl Basisinstellingen
QBasisinstellingen
Basi si ns t el l i ngen
Het apparaat beschikt over verschillende
basisinstellingen. Deze basisinstellingen kunnen aan uw
persoonlijke behoeften worden aangepast.
‹ Bevestigings- en foutsignaal zijn uitgeschakeld.
‚ Alleen het foutsignaal is ingeschakeld.
ƒ Alleen het bevestigingssignaal is ingeschakeld.
„ Alle geluidssignalen zijn ingeschakeld.*
Energieverbruik weergeven
‹ Gedeactiveerd.*
‚ Geactiveerd.
Automatische programmering van de bereidingstijd
‹‹ Uitgeschakeld.*
‹‚-ŠŠ Tijd tot de automatische uitschakeling.
Duur van het geluidssignaal van de timer-functie
‚10 seconden.*
ƒ 30 seconden.
„ 1 minuut.
™ˆ
™Š
™‚ƒ
Power-management functie. Totale vermogen van de kookplaat begrenzen
De beschikbare instellingen zijn afhankelijk van het maximale vermogen van de kookplaat.
‹ Gedeactiveerd. Maximaal vermogen van de kookplaat. */**
‚ 1000 W minimaal vermogen.
‚.1500 W
...
„3000 W aanbevolen voor 13 ampère.
„.3500 W aanbevolen voor 16 ampère.
…4000 W
….4500 W aanbevolen voor 20 ampère.
...
Š of Š. Maximale vermogen van de kookplaat.**
Keuzetijd van de kookzone
‹ Onbegrensd: de laatst ingestelde kookzone blijft geselecteerd.*
‚ Begrensd: de kookzone blijft slechts enkele seconden lang geselecteerd.
Kookgerei en resultaat van het bereidingsproces controleren
‹Niet geschikt
‚Niet optimaal
ƒGeschikt
20
Loading...
+ 44 hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.