Blaupunkt TRAVELPILOT 500 User Manual [nl]

Mobile Navigation
TravelPilot 500
www.blaupunkt.com
Gebruiksaanwijzing en inbouwhandleiding
(Uitgebreide versie)
Overzicht van het apparaat
2
1
6
7
98
3
1110 12
4
5
1314151617
2
1 Display (touchscreen):
eenvoudige bediening door het aanraken van de knoppen op het display
2 VOL - :
volume reduceren
3 Aan-/uitschakelaar:
Lang indrukken (langer dan 1 s):
apparaat inschakelen Lang indrukken (langer dan 3 s):
apparaat uitschakelen Kort indrukken: hoofdmenu oproepen
4 VOL + :
volume verhogen
5 Bus voor extra externe TMC-antenne (interne
TMC-antenne aanwezig)
6 Schacht voor geheugenkaart 7 Bus voor voeding (netoplaadapparaat of op-
laadkabel naar sigarettenaansteker)
8 Stylus voor bediening op het display 9 Digitale camera, o.a. voor het herkennen van
borden
: Lichtsensor voor automatische displayhel-
derheid (bovenkant)
; Bus voor extra externe GPS-antenne (interne
GPS-antenne aanwezig)
< Afdekking accucompartiment = Microfoon voor spraakinvoer en hands-free
set (Bluetooth)
> Aansluitbus voor koptelefoon ? Een seriële aansluiting voor koppeling op
de voertuigelektronica (Smart Cable) of Sound Docking Station (Vraag uw Blaupunkt-vakhandel of informeer u op de Blaupunkt internetsite www.blau­punkt.com)
@ USB-aansluiting voor gegevensoverdracht A Bus AV-IN/OUT voor achteruitrijcamera en
andere audio-/video-apparaten
Overzicht van het apparaat
3
Inhoudsopgave
Overzicht van het apparaat...................2
Veiligheidsinstructies ..........................8
Gebruikte waarschuwingssymbolen .........8
Correct gebruik .....................................8
Verkeersveiligheid .................................8
Algemene veiligheidsinstructies ..............8
Instructies voor het omgaan met
de CD/DVD ...........................................9
Reinigingsinstructies .............................9
Instructies voor het afdanken ..................9
Eerste inbedrijfname ...........................9
Leveringsomvang ..................................9
Beschermfolie verwijderen .....................9
Accu laden ...........................................9
Apparaat inschakelen...........................10
Taal instellen .......................................10
Record selecteren ...............................10
Montage in het voertuig .....................10
Montagevoorbeeld ..............................11
Zuignaphouder aanbrengen ..................11
Klem aanbrengen ................................11
Apparaat in klem plaatsen ....................11
Apparaat uitnemen ..............................11
Zuignaphouder verwijderen ..................11
Audioweergave via de luidspreker in
het voertuig (AUDIO-MIX-functie) .......11
In-/uitschakelen ................................12
Inschakelen ........................................12
Uitschakelen .......................................12
Reset .................................................12
Bediening van de menu's ....................12
Hoofdmenu ........................................12
Knoppen ............................................12
Toetsenbord .......................................12
Intelligente uitbreidingsfunctie ...........13
Toetsenoverzicht ..............................13
Fouttolerante invoer .........................13
Lijsten ...............................................13
Informatie via GPS .............................13
GPS-werkingswijze ..............................13
GPS-info weergeven ............................13
Basisinstellingen uitvoeren ................14
Tijdzone instellen ................................14
Thuisadres invoeren ............................15
PIN-vraag activeren .............................15
PIN-vraag instellen ...........................15
Apparaat blokkeren/vrijgeven ............15
PIN veranderen ................................16
Navigatie ..........................................16
Bestemmingsinvoer ...........................16
Land invoeren .....................................16
Adres invoeren ...................................17
Coördinaten invoeren ..........................17
Thuisadres als bestemming gebruiken ....17
Bestemming van de kaart overnemen ....17
Spraakinvoer .....................................18
Bijzondere bestemmingen (POI) .........18
Bijzondere POI's ..................................19
My POIs (Mijn POI's) .........................19
Bovenregionale POI's ........................19
POI-invoer starten ...............................19
POI-positie kiezen ...............................19
POI kiezen ..........................................19
POI oproepen .....................................19
Tochtplanning ...................................20
Tochplanning starten ...........................20
Tocht van de geheugenkaart laden .........20
Tour invoeren ......................................20
Tocht bewerken ..................................20
Eerst hierheen starten..........................21
Eerst hierheen berekenen .....................21
Tochtplanning afsluiten ........................21
Bestemming uit het bestemming-/
tochtgeheugen gebruiken ..................21
Verdere functies tijdens na de
bestemmingsinvoer/tochtplanning .....22
4
Inhoudsopgave
Landinfo ...........................................22
Simulatie ..........................................22
Simulatie starten .................................22
Simulatie-instellingen ..........................23
Positie opslaan ..................................23
Bestemming-/tochtgeheugen .............23
Reisdoelen opslaan .............................23
Bestemming of tocht opslaan .............23
Laatste bestemming of laatste tocht
opslaan ..........................................24
Bestemmingen bewerken .....................24
Alle bestemmingen wissen ....................24
Bestemmingen veilig stellen
(veiligheidskopie)................................25
Bestemmingen exporteren ................25
Bestemmingen importeren ................25
Route berekenen ...............................25
Routeberekening starten ......................25
Routeopties vastleggen......................26
Routegeleiding ..................................27
Routegeleiding starten .........................27
Bestemmingsinvoer tijdens
routegeleiding.....................................27
Bereken van de plaats van bestemming...27
Routegeleiding afsluiten .......................27
GPS-ontvangst gestoord .......................27
Off-road-routegeleiding
(Geocaching) ....................................28
Werken met de kaart ..........................28
Kaart weergeven .................................28
Kaart verplaatsen en schalen .................28
Drukken op de kaart ............................28
Knoppen en symbolen..........................29
Kaart-/navigatie-instellingen .................29
Aankomsttijd-/resterende rijtijd
weergeven ......................................29
Auto-zoom in-/uitschakelen ...............29
Record selecteren ............................29
Eenheden kiezen ..............................30
Snelheid en hoogte weergeven/
verbergen .......................................30
Camera uitrichten ............................30
Kaart-/videoweergave kiezen .............30
Bijzondere bestemmingen op
snelwegen weergeven/verbergen .......30
Bestemmingen op de kaart weergeven/ verbergen en POI-opmerkingen
activeren/deactiveren .......................30
Gesproken instructies .......................31
Spraakinvoer ...................................31
Dag-/nachtweergave .........................31
Snelheidslimiet ................................32
Tocht automatisch vervolgen ..............32
Tochtinfo weergeven/verbergen .........32
Kaartweergave tijdens de
routegeleiding ...................................32
Navigatiehulpmiddelen ........................32
Route-informatie .................................33
POI-opmerking ...................................33
Snelheidslimiet
(Verkeersbordenherkenning) ................33
Videoweergave tijdens de
routegeleiding (True Navigation) ........33
Gesproken mededeling tijdens
de routegeleiding ..............................34
Verdere functies tijdens de
routegeleiding ...................................34
Informatie over bestemming weergeven ..34
Routegeleiding afbreken .......................34
Volgende bestemming overslaan ............34
Routelijst weergeven en blokkades
invoeren ............................................35
Trajecten weergeven/verbergen .........35
Traject blokkeren .............................35
Blokkade opheffen ...........................35
Alternatieve route berekenen ................35
Een blokkade invoeren .........................35
Blokkade invoeren ............................35
Blokkade opheffen ...........................36
5
Inhoudsopgave
TMC-functie ......................................36
TMC-ontvangst realiseren .....................36
Verkeershinder in de kaartweergave .......36
Verkeersberichten weergeven ...............36
Automatische fi le-ontwijking inschakelen .36
TMC-instellingen .................................36
Infotainment .....................................37
Bluetooth-functie (Telefoon) ..............37
Bluetooth-toepassingen starten .............38
Handsfree functie ................................38
Oproepen .......................................38
Oproep aannemen of afwijzen ............38
Oproep afsluiten en verdere functies ...38
Oproepenlijst beheren ......................38
Telefoonboek ......................................39
Telefoonboek laden ..........................39
Oproepen uit het telefoonboek ...........39
Invoer toevoegen ..............................39
Invoer bewerken ..............................39
Korte berichten (SMS) .........................39
SMS schrijven ..................................39
Post in-/uit ......................................40
Audio-overdracht ................................40
Bestandsoverdracht ............................40
Data up-/downloaden .......................40
Bluetooth-verbinding opbouwen ............41
Koppelen met de mobiele telefoon ......41
Koppelen met het navigatie-apparaat ..41
Bluetooth-verbinding opbouwen en
opheffen .........................................41
Andere mobiele telefoons met het
navigatieapparaat koppelen ...............42
Bluetooth-instellingen maken ................42
Bluetooth-functie activeren/
deactiveren .....................................42
Zichtbaarheid in-/uitschakelen ...........43
Verbonden apparaten .......................43
Beltoon ...........................................43
Automatisch verbinden .....................43
PIN veranderen ................................43
RAS-instellingen ..............................43
Automatisch aannemen van
gesprekken .....................................44
Geïllustreerde taalgids .......................44
Camera-functie .................................44
Fotograferen (Geotagging) ....................45
Filmen ...............................................45
Entertainment ..................................45
Geheugenkaart plaatsen en uitnemen .....45
Entertainment starten .........................46
Muziekbestanden afspelen ...................46
Equalizer ........................................46
Random weergave (Mix) ....................47
Herhaalde weergave (Repeat) ............47
ID3-tags weergeven ..........................47
Muzieklijst oproepen (Browse) ...........47
Afbeeldingsbestanden weergeven .........47
Presentatie .....................................48
Bestandspadnaam weergeven ............48
Foto draaien ....................................48
Fotolijst oproepen (Browse) ..............48
Videobestanden afspelen .....................48
Achteruitrijcamera of externe audio-/
video-bron aansluiten ..........................49
Navigatie-apparaat als videobron
gebruiken .......................................49
Extern apparaat als videobron
gebruiken .......................................49
Spelletjes ...........................................49
Internet-functie .................................50
Internet instellen (WLAN-instellingen) ....50
Zichtbaar WLAN-netwerk verbinden ...50
Onzichtbaar WLAN-netwerk
handmatig instellen en verbinden .......51
Verbinding met WLAN-netwerk
afsluiten .........................................51
Webbrowser .......................................51
De werkbalk ....................................51
Website oproepen ............................51
6
Inhoudsopgave
Websites/-adressen uit de
geschiedenis kiezen .........................52
Bladwijzers toevoegen en selecteren ...52
Tekst op de actuele website zoeken .....53
Basisinstellingen van de webbrowser ..53
Webbrowser afsluiten .......................54
E-mail-verkeer ....................................54
E-mailverkeer instellen ......................54
E-mail-accounts instellen en beheren ..54 Instellingen voor het zenden en
ontvangen .......................................55
Spam-instellingen uitvoeren ..............55
Verdere instellingen ..........................56
E-mailfunctie gebruiken ....................56
E-mail bewerken ..............................57
Internet-telefonie (VoIP) ......................57
VoIP instellen ...................................57
VoIP gebruiken .................................58
Internet-radio .....................................58
Internet-radio beluisteren ..................58
Zender aan de favorieten toevoegen
of uit de favorieten verwijderen ..........58
Nieuwe zender opslaan .....................59
Podcasting .........................................59
Podcasts laden ................................59
Episoden laden en afspelen ...............59
Podcasts/episoden bewerken ............59
Offi ce-functie ....................................60
Offi ce-toepassing starten .....................60
Dicteerapparaat ..................................60
Opname afspelen .............................60
Opname bewerken ...........................60
Opname blokkeren ...........................60
Bestandsmanager ...............................61
Mijn bestanden ..................................61
Mijn bestanden in het interne geheugen ..61 Mijn bestanden afspelen of weergeven ...62
Mijn bestanden overdragen ...................62
Gegevensoverdracht met
geheugenkaart ....................................62
Data op de geheugenkaart laden ........62
Data van geheugenkaart in het
geheugen laden ...............................62
Gegevensoverdracht met computer
(USB) ................................................62
Data van het navigatie-apparaat
kopiëren .........................................63
Data naar het navigatie-apparaat
kopiëren .........................................63
Instellingen .......................................63
Alarm instellen .................................63
Audio/ video ....................................64
Mijn toets in het hoofdmenu plaatsen
(Snelle toegang) ..............................64
Demomode .....................................64
Diefstalbeveiliging ............................64
Display ...........................................64
Productinformatie ............................65
Geluid & volume ...............................65
Taal ................................................ 65
Stroom besparen .............................65
Knoppentoon ..................................65
Touchscreen kalibreren .....................65
Kloktijd ...........................................66
Fabrieksinstellingen .........................66
Draadloze verbindingen ....................66
Software ...........................................67
Navigatiesoftware opnieuw installeren ....67
Navigatiesoftware actualiseren ..............67
Service .............................................67
Garantie............................................67
Technische gegevens .........................68
Probleemhulptabel ............................69
7
Veiligheidsinstructies
Veiligheidsinstructies
Leest u a.u.b. in uw eigen belang de volgende vei­ligheidsinstructies zorgvuldig door voordat u het apparaat in bedrijf neemt.
Gebruikte waarschuwingssymbolen
In de paragrafen wijzen waarschuwingssymbo­len op belangrijke instructies voor u en voor het apparaat.
GEVAAR!
Waarschuwt voor letsel of mogelijk le­vensgevaar
GEVAAR!
Waarschuwt voor ongevallen
Correct gebruik
Het apparaat is bedoeld voor mobiele toepassing in voertuigen. Enkele functies mag de bestuurder niet gebruiken.
Speciale informatie voor navigatie van vracht­wagens, bussen en campers zoals bijvoorbeeld hoogte- en breedtebeperkingen, alsmede maxi­male aslast maken geen onderdeel uit van de na- vigatiegegevens!
Navigatie buiten de wegen (Off-road-routegelei­ding) is mogelijk met dit navigatieapparaat.
Verkeersveiligheid
Het navigatie-apparaat ontslaat u niet van uw verantwoordelijkheid zich als bestuur­der correct en voorzichtig in het wegver­keer te gedragen. Houdt de geldende ver­keersregels altijd aan.
Gebruik het apparaat zodanig, dat u uw voertuig altijd veilig kunt besturen. In ge­val van twijfel stopt u en bedient u het ap­paraat bij stilstaand voertuig. Wanneer u bestuurder bent, mag u geen toepassin­gen gebruiken die u afl eiden van het ver­keer (afhankelijk van de functionaliteit van het apparaat bijv. video's bekijken).
Algemene veiligheidsinstructies
Houdt de volgende instructies aan, om het appa­raat te beschermen tegen defecten en uzelf tegen letsel of mogelijk levensgevaar door ontsteking of explosie:
Bescherm het apparaat tegen vocht, omdat
het niet waterdicht is en niet bestand is tegen spatwater.
U mag het apparaat niet openen of veran-
deren! Het kan anders beschadigd raken en
daardoor ontbranden of exploderen. Of uit de accu kan etsende, licht ontvlambare vloeistof komen.
Stel het apparaat niet bloot aan zeer lage
(onder -20 °C) en zeer hoge temperaturen (hoger dan 60 °C), bijv. in de nabijheid van
vuur, verwarmingen of in een geparkeerde auto in direct zonlicht. Er kan anders vocht in het apparaat worden gevormd of het apparaat raakt oververhit. Apparaat of accu kunnen vervormen en zelfs ontbranden of explode­ren. Of uit de accu kan etsende, licht ontvlam­bare vloeistof komen.
Bij contact van de accuvloeistof met de
ogen of de huid moet u direct spoelen met water en een arts consulteren.
Zorg altijd voor een veilige montage in uw
voertuig. Wanneer de bevestiging niet goed
is aangebracht, kan het apparaat bij sterk remmen of een ongeval een veiligheidsrisico vormen voor de inzittenden van het voertuig.
Ontkoppel het apparaat van de voeding,
wanneer u uw voertuig parkeert, omdat het
nog stroom verbruikt en zo de accu van het voertuig kan ontladen. Trek daarbij de voe­dingsstekker niet aan de kabel uit de aanslui­ting. De kabel kan daardoor beschadigd raken en elektrocutie veroorzaken.
8
Veiligheidsinstructies | Eerste inbedrijfname
Instructies voor het omgaan met de CD/DVD
Bij het apparaat wordt een CD/DVD geleverd, wel­ke navigatiesoftware en kaartmateriaal bevat. Om de CD/DVD te beschermen tegen verontreinigin­gen en beschadigingen moet u de volgende aan­wijzingen opvolgen:
Bewaar de CD/DVD in het doosje. Pak de CD/DVD uitsluitend bij de rand vast.
Stel de CD/DVD en het doosje niet bloot aan direct zonlicht.
Gebruik uitsluitend een schone CD/DVD. Reinig indien nodig de CD/DVD met een zachte niet-pluizende doek van binnen naar buiten. Reinig de CD/DVD nooit met cirkelvormi­ge bewegingen. Gebruik geen oplosmiddel, ook niet voor de bedrukte zijde van de CD/DVD.
Reinigingsinstructies
Reinig het display met een droge, zachte doek. Water en andere vloeistoffen kun­nen het display beschadigen.
Gebruik voor het reinigen van de behui­zing geen agressieve oplosmiddelen. Ge­bruik uitsluitend een licht vochtig ge­maakte pluisvrije doek.
Eerste inbedrijfname
Leveringsomvang
De volgende onderdelen maken deel uit van de leveringsomvang:
Navigatie-apparaat
Zuignapbevestiging
Netlaadapparaat
Oplaadkabel voor sigarettenaansteker
TMC-antenne
USB-kabel incl. USB-adapter
Videokabel
Headset (koptelefoon met microfoon)
Gebruiksaanwijzing (Verkorte versie)
Backup-DVD
Opmerking:
Wij raden het gebruik van originele Blaupunkt­toebehoren aan (www.blaupunkt.com).
Beschermfolie verwijderen
Verwijder vóór het eerste gebruik alle bescherm­folie voorzichtig van het display, de behuizing en de camera.
Accu laden
Bij het aanschaffen van het navigatie-apparaat kan de accu ontladen zijn. Laad de accu vóór het gebruik van het apparaat op.
Instructies voor het afdanken
Gebruik voor het afvoeren van het oude ap­paraat de beschikbare retour- en verzamel­systemen.
Voer defecte accu's niet af met het huisvuil, maar geef deze af bij de betreffende inzamel­punten.
GEVAAR!
Gebruik van niet toegestane opladers en accu's kan leiden tot ontsteking of explosie van het apparaat
Gebruik alleen de originele oplaadapparaten en accu's van Blaupunkt voor gebruik en om de accu correct op te laden en tegen overspanning te be­schermen.
9
Eerste inbedrijfname | Montage in het voertuig
De laadduur in uitgeschakelde toestand is ca. 3 uur. De indicatie voor de oplaadtoestand staat in de bovenste displaybalk.
Wanneer de oplaadtoestand van de accu zeer zwak is, wordt dit door het navigatie-apparaat gemeld.
Het apparaat wordt door een externe voeding gevoed.
Het apparaat wordt door zijn interne accu gevoed. De laadtoestand van de accu is voldoende.
Het apparaat wordt door zijn interne accu gevoed. De laadtoestand van de accu is zwak.
Sluit het oplaadapparaat of de oplaadkabel voor de sigarettenaansteker op de oplaadbus aan.
Opmerking:
De accu is uitgerust met een oververhittings­beveiliging door overstroom. De beveiliging verhindert het opladen van de accu vanaf een omgevingstemperatuur hoger dan ca. 45 °C.
Apparaat inschakelen
Houd de aan-/uitschakelaar langer dan 1 se-
conde ingedrukt.
sproken mededelingen alsmede voor de spraak­invoer kunt kiezen.
Kies in het dialoogmenu uw voorkeurstaal.
Volg de aanwijzingen.
De taal wordt geladen en het hoofdmenu wordt weergegeven.
Record selecteren
Na de eerste start van de navigatie moet u een wegenkaart kiezen. De melding "Record niet beschikbaar" wordt automatisch weergegeven.
Druk op de knop OK.
Een lijst van de beschikbare wegenkaarten wordt weergegeven.
Druk in de lijst op de gewenste wegenkaart
om deze te selecteren.
Montage in het voertuig
Voor de tijdelijke montage in het voertuig wordt bij het navigatie-apparaat een houder voor beves­tiging aan de voorruit meegeleverd.
GEVAAR!
De montage op een ongeschikte plaats kan tot verwondingen leiden
Monteer het navigatie-apparaat zo dat uw zicht niet wordt gehinderd en u niet wordt afgeleid van het verkeer.
Monteer het apparaat niet in de opblaaszone van de airbags.
Let er op dat de inzittenden van het voertuig bij een noodstop niet in gevaar komen door het apparaat.
Controleer regelmatig of de bevestiging nog goed vast zit. Door wijzigingen in de omgevingstempe­ratuur kan de bevestiging loslaten.
Taal instellen
Het apparaat gebruikt Engels als standaardtaal. Wanneer u het apparaat voor de eerste keer in­schakelt, wordt een dialoogvenster weergegeven, waarin u een andere taal voor de menu's en ge-
10
Montage in het voertuig | Audio-weergave via de luidspreker
Montagevoorbeeld
De afbeelding laat slechts een montagevoorstel zien. Houd bij de montage in het voertuig in elk geval de vermelde veiligheidsinstructies aan.
ca. 15 cm
Zuignaphouder aanbrengen
Zoek een geschikte plaats voor de montage in
het voertuig. Voor optimale hechting moet de ruit stof- en
vetvrij zijn. Reinig indien nodig eerst de ruit met een ruitenreinigingsdoek.
Druk de zuignap van de houder tegen de ruit.
Klap de hendel op de houder in de richting van de ruit.
Klem aanbrengen
De zuignaphouder heeft twee bevestigingen voor de klem.
Schuif de klem op de bevestigingen tot deze borgt.
Apparaat in klem plaatsen
Het apparaat heeft aan de onderkant 2 uitsparin­gen voor de bevestigingsplaat.
Plaats het apparaat met de onderzijde eerst
op de klem en druk deze naar achteren. De houder van de klem moet hoorbaar in de
achterzijde van het apparaat borgen. Richt de bevestiging uit.
Apparaat uitnemen
Druk de houder naar beneden.
Het apparaat komt los van de bevestiging. Verwijder het apparaat.
Zuignaphouder verwijderen
Wanneer u van voertuig wisselt, kunt u de houder eenvoudig verwijderen.
Klap de hendel op de houder weg van de ruit.
Maak de zuignap aan de rand voorzichtig los
van de ruit, zodat lucht tussen de zuignap en de ruit kan komen.
Trek de zuignap voorzichtig van de ruit.
Audioweergave via de luidspreker in het voertuig (AUDIO-MIX-functie)
Het navigatie-apparaat kan, aangesloten op een autoradio, als externe audiobron worden ge­bruikt. Gesproken mededeling van de navigatie en muziektitels worden dan via de luidspreker in het voertuig weergegeven.
Wanneer de autoradio beschikt over de AUDIO­MIX-functie, dan kan het geluid van het naviga­tie-apparaat en de autoradio gemengd worden. D.w.z. de gesproken mededelingen van de navi­gatie worden doorgeschakeld, terwijl u luistert naar de radio of CD.
Vereiste:
Compatibele Blaupunkt-autoradio met Rear-
of Front-AUX-IN-bus
Autoradio ondersteunt de AUDIO-MIX-functie (vraag uw Blaupunkt-vakhandel)
11
Audio-weergave via de luidsprekers | In-/uitschakelen | Bediening van de menu's
Sluit de autoradio en het navigatie-apparaat
op elkaar aan via een kabel – volgens de hand­leiding van de autoradio.
Activeer in de autoradio de AUDIO-MIX-func-
tie, door de AUX-IN-bus in te schakelen. De gesproken mededelingen van de navigatie
en audiobron van de autoradio worden ge­mengd.
- of ­Deactiveer in de autoradio de AUDIO-MIX-
functie, door de AUX-IN-bus uit te schakelen. Het navigatie-apparaat wordt als externe au-
diobron gebruikt.
Bediening van de menu's
Hoofdmenu
Vanuit het hoofdmenu kunt u alle toepassingen, bijv. de navigatie en de instellingen benaderen.
Druk kort op de aan-/uitschakelaar om van-
uit elk menu naar het hoofdmenu te gaan.
In-/uitschakelen
Met de aan-/uitschakelaar kunt u het apparaat in- en uitschakelen en het hoofdmenu openen.
Inschakelen
Houd de aan-/uitschakelaar langer dan 1 se-
conde ingedrukt.
Uitschakelen
Houd de aan-/uitschakelaar langer dan 3 se-
conden ingedrukt. Het apparaat wordt vervolgens in de standby-
stand geschakeld en blijft bedrijfsklaar. Pas na 2 uur worden alle functies volledig uitge­schakeld.
Opmerking:
Ook in uitgeschakelde toestand verbruikt het apparaat een kleine hoeveelheid energie. Wanneer u het apparaat na een langere peri­ode weer gebruikt, kan het nodig zijn de accu opnieuw op te laden.
Reset
Wanneer het apparaat niet correct functioneert, kan een reset vaak uitkomst bieden.
Houd de aan-/uitschakelaar langer dan
14 seconden ingedrukt. Het apparaat wordt uitgeschakeld en opnieuw
gestart.
Het hoofdmenu biedt een snelle toegang, die u kunt wijzigen. Vervang één van de symbolen door een toepassing die u wilt (par. "Instel­lingen").
Knoppen
Druk op deze knop om naar het vori­ge menu terug te gaan.
Druk op deze knop in het menu naar de volgende pagina te gaan.
Options (Opties): Druk op deze knop, om toegang te krijgen tot andere functies.
Info: Druk op deze knop, om de detailinformatie weer te geven.
OK: Druk op deze knop, om een invoer of een instelling te bevestigen.
Toetsenbord
Wanneer tekstinvoer nodig is (bijv. bij bestem­mingsinvoer), verschijnt op het display een virtu­eel toetsenbord. Daarop kunt met de hand keuzes invoeren. Er kunnen alleen hoofdletters worden ingevoerd.
12
Bediening van de menu's | Informatie via GPS
Intelligente uitbreidingsfunctie
Tijdens de bestemmingsinvoer voegt het appa­raat, indien mogelijk, automatisch tekens toe en biedt alleen die letters aan op het toetsenbord, die nog logischerwijs kunnen volgen.
Toetsenoverzicht
Laatste teken wissen
Spatie invoeren Alternatief lettertoetsenbord oproepen
(o.a. speciale tekens, umlaut) Cijfertoetsenbord oproepen, om bijv. de
huisnummers in te voeren
Lettertoetsenbord oproepen
Fouttolerante invoer oproepen
Fouttolerante invoer
De fouttolerante invoer helpt u, wanneer u niet precies weet hoe de naam van een stad wordt ge­speld. Na uw invoer wordt een lijst met soortgelijk geschreven stadsnamen getoond.
Druk in de tekstinvoer op het sym­bool.
De fouttolerante invoer wordt weer-
geven. Voer en naam van een stad in en druk op OK. Er wordt een lijst met mogelijke stedennamen
weergegeven.
Lijsten
Vaak kunt u de lijst weergeven, waaruit u een optie (bijv. bestemming) kunst selecteren. Wanneer u bijvoorbeeld de naam van een plaats niet volledig invoert, wordt een lijst met mogelijke resultaten weergegeven.
Druk op een positie om deze te selecteren.
Druk op de knop OK, om de gemarkeerde positie over te nemen of te bevestigen.
Druk op de knop Info, om afgekorte posities volledig weer te geven.
Druk op de knop, om de lijst weer te geven.
Het aantal posities in de lijst wordt naast het symbool weer­gegeven.
Druk op één van de knoppen om door de lijst te bladeren.
Informatie via GPS
Het GPS (Global Positioning System) maakt we­reldwijde navigatie en plaatsbepaling mogelijk via satellieten.
GPS-werkingswijze
Het navigatie-apparaat meet de actuele positie van uw voertuig via GPS en vergelijkt deze coördi­naten met het kaartmateriaal. Het kaartmateriaal bevat de coördinaten van de bijzondere bestem­mingen, wegen en plaatsen die u op het display van het navigatie-apparaat kunt zien. Daaruit berekent het apparaat de route naar uw bestem­ming.
GPS-info weergeven
Informatie over de GPS-ontvangst van uw appa­raat, uw actuele positie en uw snelheid vindt u in het menu GPS Info (GPS-info).
Druk in het hoofdmenu op het sym­bool.
De kaart wordt weergegeven. Druk op het symbool. Het menu Navigation (Navigatie)
wordt weergegeven.
Druk op de knop. De tweede pagina van het menu
wordt weergegeven. Druk op het symbool. Het menu GPS Info (GPS-info) wordt
weergegeven.
13
Informatie via GPS | Basisinstellingen uitvoeren
Deze informatie vindt u in dit menu:
Latitude/Longitude (Breedtegraad/
lengtegraad): actuele positie lengte- en breedtegraden Altitude (Hoogte): actuele hoogte boven
de zeespiegel (opgave bij benadering) Speed (Snelheid): actuele snelheid van
het voertuig Heading (Richting): rijrichting (betrouw-
bare indicatie vanaf ca. 5 km/h)
Satellites (Satellieten): het aantal GPS­satellieten dat wordt ontvangen. Voor navigatie is de ontvangst van tenminste 3 satellieten nodig.
GPS Signal Quality (GPS-signaalkwa­liteit): signaalsterkte van de ontvangen
GPS-satellieten
Opmerking:
Externe invloeden kunnen het zicht op de hemel en daarmee de GPS-ontvangst van het navigatie-apparaat verstoren.
Basisinstellingen uitvoeren
Voer de volgende basisinstellingen uit voordat u een routegeleiding start:
Stel voor uw locatie de tijdzone in, zodat
tijdens de navigatie de juiste aankomsttijd wordt weergegeven.
Voert u uw thuisadres in, zodat u vanaf elke
locatie snel naar huis kunt navigeren. Activeer de PIN-vraag, wanneer u het gebruik
van het apparaat door onbevoegden wilt blok­keren.
Tijdzone instellen
Druk in de lijst op de voor uw locatie geldende
tijdzone.
Opmerking:
De weergave van de hoofdsteden van de lan­den in de betreffende zone vergemakkelijkt de keuze. "GMT" staat voor Greenwich Mean Time, de gemiddelde zonnetijd op de nulme­ridiaan zonder rekening te houden met de zomertijd.
Druk op de knop OK.
Opmerking:
Wanneer op uw actuele positie de tijd moet worden gewijzigd, of wanneer u naar een andere tijdzone rijdt, moet u de instelling aanpassen.
Druk in het hoofdmenu op het sym­bool.
Het menu Settings (Instellingen) verschijnt.
Druk op het symbool. Het menu Time (Tijd) wordt weerge-
geven.
Druk op het symbool. Er wordt een lijst met de beschik-
bare tijdzones weergegeven.
Druk op het symbool om te schake­len tussen de 24-uurs weergave (vinkje) en de 12-uur weergave (geen vinkje).
Druk op het symbool, om de zomer­tijd te activeren (vinkje) of te deacti­veren (geen vinkje).
Druk op de knop om het menu weer te verlaten.
14
Basisinstellingen uitvoeren
Thuisadres invoeren
Opmerking:
Het ingevoerde thuisadres kunt u in het menu
Destination Input For Home Address (Invoer bestemming thuisadres) altijd bekijken en
indien nodig wijzigen (knop Change (Wijzi­gen)).
Druk in het hoofdmenu op het sym­bool.
De kaart wordt weergegeven. Druk op het symbool. Het menu Navigation (Navigatie)
wordt weergegeven. Druk op het symbool. Het menu Destination Input (Bestem-
mingsinvoer) wordt weergegeven. Druk op het symbool. Het menu Destination Input For Home
Address (Invoer bestemming thuis­adres) wordt weergegeven.
Druk op het symbool, om een nieuw adres in te voeren, zoals in paragraaf "Bestemmingsinvoer", "Adres invoe­ren" is omschreven.
PIN-vraag activeren
U heeft met de PIN-vraag de mogelijkheid het gebruik van het apparaat door onbevoegden te blokkeren. Zo wordt iedere keer, wanneer u het apparaat inschakelt, uw PIN-code (Personal Iden­tifi cation Code) gevraagd, die u hebt ingesteld. De PIN kunt u altijd wijzigen. Wanneer u de PIN bent vergeten, kunt u het apparaat met de PUK (Perso­nal Unblocking Key), die u zelf vastlegt, weer ont­grendelen. De PUK kan niet worden veranderd.
Voor het veilig vastleggen van uw PUK:
Registreer op de Blaupunkt-internetpagina en
volg de aanwijzigen op: http://puk.blaupunkt.com
Opmerking:
Bij de invoer van de PIN kunt u slechts 3 po­gingen doen om de juiste PIN en resp. aan­sluitend 3 pogingen doen om de juiste PUK in te voeren. Wanneer u voor de derde maal een verkeerde PUK invoert, wordt uw apparaat
onherroepelijk geblokkeerd en moet u het apparaat opsturen naar de Blaupunkt service­afdeling.
PIN-vraag instellen
Druk op de knop Anti-theft Protection (Dief-
stalbeveiliging). Druk op de knop OK.
Er wordt om een PIN gevraagd. Volg de aanwijzingen en voer een PIN naar
keuze in. Druk op de knop OK.
Na het voor de eerste keer invoeren van de PIN vraagt het systeem een PUK in te voeren. De PUK dient voor het ontgrendelen van het apparaat, in het geval u uw PIN bent vergeten.
Volg de aanwijzingen en voer een PUK naar
keuze in. Druk op de knop OK.
Apparaat blokkeren/vrijgeven
Vereiste:
U heeft de PIN-vraag ingesteld.
Druk in het menu Anti Theft Protection (Dief-
stalbeveiliging) op de knop Anti-theft Pro- tection (Diefstalbeveiliging instellen), om
het apparaat te blokkeren (vinkje) of vrij te geven (geen vinkje).
Er wordt om een PIN gevraagd. Voer uw PIN-code in.
Druk op de knop OK.
Druk in het hoofdmenu op het sym­bool.
Het menu Settings (Instellingen) verschijnt.
Druk op de knop, om in dit menu te bladeren.
Druk op het symbool. Het menu Anti Theft Protection (Dief-
stalbeveiliging) wordt weergegeven.
15
Basisinstellingen uitvoeren | Navigatie | Bestemmingsinvoer
PIN veranderen
Druk in het menu Anti Theft Protection (Dief-
stalbeveiliging) op de knop Change PIN Code (PIN -code wijzigen).
Er wordt om een PIN gevraagd. Volg de aanwijzingen en voer een nieuwe PIN
naar keuze in. Druk op de knop OK.
Navigatie
Het navigatie-apparaat ontslaat u niet van uw verantwoordelijkheid zich als bestuurder correct en voorzichtig in het wegverkeer te gedragen.
GEVAAR!
Niet op het verkeer letten kan leiden tot ongevallen
Bedien het apparaat niet tijdens het rijden. Kijk alleen in veilige verkeerssituaties op het dis-
play.
Opmerkingen:
U kunt routes het beste plannen voordat u
wegrijdt.
Voer eerst de basisinstellingen uit.
Druk in het hoofdmenu op het sym­bool.
De kaart wordt weergegeven.
Bestemmingsinvoer
In de bestemmingsinvoer heeft u de mogelijk­heid via het toetsenbord een adres in te voeren, een bestemming uit het geheugen te kiezen of een bijzondere bestemming uit te zoeken.
Land invoeren
Wanneer u het eerste adres invoert, wordt een lijst weergegeven, waaruit u het gewenste land kiest. De landen zijn voorgeïnstalleerd.
Op de meegeleverde CD/DVD vindt u afhankelijk van de apparaatvariant extra wegenkaarten als­mede een installatieprogramma om de landen op uw geheugenkaart te kopiëren. De kaarten worden in de kaart-/navigatie-instellingen ter beschikking gesteld (par. "Werken met de kaart).
Druk op de kaart op het symbool. Het menu Navigation (Navigatie)
wordt weergegeven.
Druk in het menu Navigation (Naviga- tie) op het symbool.
Het menu Destination Input (Bestem- mingsinvoer) wordt weergegeven.
Opmerking:
U kunt uitsluitend bestemmingen (landen, steden, straten, huisnummers, bijzondere bestemmingen) selecteren die in het kaart­materiaal zijn opgenomen.
Vanuit de kaart kunt u direct naar het naviga­tiemenu of naar de kaart-/navigatie-instellin­gen overgaan.
16
Bestemmingsinvoer
Adres invoeren
Druk op het symbool. Het menu Destination Input (Bestem-
mingsinvoer) wordt weergegeven.
Opmerking:
Het aangeven van het land, de stand en de straat hoeft u niet steeds te herhalen. Pas wanneer uw bestemming in een andere plaats ligt, moet u het bestemmingsadres opnieuw invoeren.
Druk op het symbool, om een ander land te kiezen.
Druk op het symbool en voer de stad of de postcode in.
Druk op het symbool en voer de straat in.
Coördinaten invoeren
Druk op het symbool. Het menu Destination Coordinates
(Bestemmingscoördinaten) wordt weergeven.
Druk op het symbool om de breedte­graad in te voeren.
Het toetsenbord wordt weergege­ven.
Druk op het symbool om de lengte­graad in te voeren.
Het toetsenbord wordt weergege­ven.
De coördinaten kunnen decimaal of in GMS­formaat (Graden, Minuten, Seconden) wor- den ingevoerd.
Voer de coördinaten decimaal in, door op de cijfer-, en aansluitend op de kommaknop te drukken.
Voer de coördinaten in GMS-formaat in, door eerst de windstreek te kiezen. Druk daarvoor op de knop N/S (N/Z) resp. E/W (O/W).
Voer aansluitend m.b.v. het toetsenbord de coördinaten in met graden (°) en minuten ().
Druk op de knop OK. Druk op de knop Start Route Guidance
(Start routegeleiding).
Druk op het symbool en voer het huisnummer in.
- of ­Druk op het symbool en voer de
straat in, welke de ingevoerde straat kruist.
Druk op de knop Start Route Guidance (Start routegeleiding), om de routegelei­ding te starten.
Opmerking:
U heeft na de bestemmingsinvoer de moge­lijkheid, de routegeleiding te starten of bijv. de bestemming op te slaan. Lees hiervoor het paragraf "Verdere functies tijdens na de bestemmingsinvoer".
Thuisadres als bestemming gebruiken
Druk in het menu Navigation (Naviga­tie) op het symbool.
De routegeleiding wordt gestart.
Bestemming van de kaart overnemen
Verschuif en verschaal de kaart, zoals in het paragraf "Werken met de kaart" staat be­schreven.
Druk op een plaats naar uw keuze.
Druk op het symbool. De kaart wordt weergegeven.
De plaats wordt gemarkeerd en het adres resp. de coördinaten worden weergege­ven. Er kunnen ook meerdere adressen worden weergegeven.
17
Bestemmingsinvoer | Spraakinvoer | Bijzondere bestemmingen (POI)
Druk op het gewenste adres resp. de coördi-
naten. Het menu Position (Positie) met andere knop-
pen wordt weergegeven.
Druk op het symbool, om de routege­leiding te starten.
Spraakinvoer
Voer een bestemming in, zonder daarbij naar het display te kijken. Spraakinvoer is mogelijk voor de volgende talen: Duits, Engels, Spaans, Italiaans, Frans, Portugees en Nederlands (taal veranderen: par. "Werken met de kaart", "Kaart-/navigatie-in­stellingen").
Druk in het menu Navigation (Navigatie) of
Destination Input (Bestemmingsinvoer) op de knop Speech Input (Spraakinvoer).
- of -
18
Druk in de kaart op het symbool in de onderste displaybalk.
Opmerking:
Het symbool is alleen beschikbaar wanneer er geen routegeleiding actief is. Tijdens de rou­tegeleiding wordt het niet weergegeven.
Het menu voor de spraakinvoer wordt met de mogelijke spraakcommando's getoond. De gesproken mededeling van het systeem vraagt u naar spraakinvoer of geeft hulp.
Opmerkingen:
Zorg er voor dat er geen geluiden in uw om-
geving de spraakinvoer storen, bijv. de ven­tilatie of een open raam.
U kunt de gesproken mededelingen van het
systeem door tippen op het display onder­breken.
Zodra het signaal klinkt en het groene lampje brandt, spreekt u luid en duide-
lijk. Wanneer uw spraakcommando wordt herkend, dan wordt deze ter controle evt. herhaald en in de onderste displaybalk weer­gegeven. Het betreffende submenu wordt geopend resp. de routegeleiding start.
De volgende spraakinvoer voor bestemmings­invoer is mogelijk:
"Routegeleiding starten": direct starten
van de routegeleiding naar de laatste bestemming.
"Routegeleiding afsluiten": afsluiten van de actuele routegeleiding.
"Bestemmingsinvoer": invoer van het bestemmingsadres in meerdere stappen (land, stad, straat, huisnummer).
"Navigeer naar ...": keuze van een be­stemming door noemen van de naam (al­leen voor al benoemde bestemmingen).
"Laatste bestemmingen"/ "Opgeslagen bestemmingen": keuze van een bestem­ming ui de laatste resp. opgeslagen be­stemmingen.
"Meer hulp": extra spraakcommando's voor opslaan en benoemen van bestem­mingen worden getoond, voorgelezen en
verklaard. De volgende spraakinvoer is in alle spraakin­voermenu's mogelijk:
"Help": spraakcommando's van het actu-
ele menu worden getoond, voorgelezen
en verklaard. Na verloop van tijd bent u
vertrouwd met de spraakcommando's
en heeft u geen hulp meer nodig. –
"Beëindigen": spraakinvoer afsluiten.
Bijzondere bestemmingen (POI)
Bijzondere bestemmingen – kort POI (Points of interest) genoemd – zijn concrete plaatsen zoals parkeermogelijkheden en tankstations, die in het kaartmateriaal zijn opgeslagen. Bepaal eerst de positie voor de POI (par. "POI-positie kiezen"). Kies aansluitend de gewenste POI ("POI kiezen").
Bovendien kunt u een foto, die u met het apparaat heeft genomen, en daarmee de positie daarvan tij­dens de opname als speciale bestemming kiezen.
Bijzondere bestemmingen (POI)
Bijzondere POI's
My POIs (Mijn POI's)
Naast POI-categorieën zoals tankstations en parkeerplaatsen wordt de categorie My POIs (Mijn POI's) aangeboden.
Hiermee kunt u de navigatie met individuele be­stemmingen uitbreiden, bijv. met de adressen van vrienden of uw favoriete restaurant.
Op de meegeleverde CD/DVD vindt u een instal­latieprogramma met handleiding, om uw eigen POI-lijsten op de computer aan te maken of om bestaande POI-lijsten te laden.
Bovenregionale POI's
Bovenregionale POI's zijn POI's, die niet aan een plek specifi ek kunnen worden toegekend. Dat kan een vliegveld, een snelwegafrit of een bergpas zijn.
POI-invoer starten
Vereiste:
U bevindt zich in het menu Destination Input
(Bestemmingsinvoer) (par. "Bestemmingsin­voer")
Druk in het menu Destination Input (Bestemmingsinvoer) op het sym-
bool. Het menu Points of Interest (Bijzon-
dere bestemmingen) wordt weerge­geven.
POI-positie kiezen
Druk in het menu Points Of Interest (Bijzondere bestemmingen) op het
symbool, om een stand in te voeren. Daarvoor kan een ander land worden gekozen.
- of ­ Druk in het menu Points Of Interest
(Bijzondere bestemmingen) op het symbool, om een POI dichtbij te kiezen.
- of -
Druk in het menu Points Of Interest (Bijzondere bestemmingen) op het symbool om een POI in het bestem­mingsgebied te kiezen.
Opmerking:
Als bestemmingsgebied wordt de bestem­ming genomen, waar naartoe u als laatste een routegeleiding heeft gestart.
- of -
Druk in het menu Points Of Interest (Bijzondere bestemmingen) op het
symbool, om een POI in de buurt van het thuisadres te kiezen.
- of ­ Druk in het menu Points Of Interest
(Bijzondere bestemmingen) op het symbool, om een plaats op de kaart te kiezen (par. "Bestemmingsin­voer", "Bestemming van de kaart overnemen").
- of -
Druk in het menu Points Of Interest (Bijzondere bestemmingen) op het symbool om een bovenregionale POI te kiezen.
- of -
Druk in het menu Points Of Interest (Bijzon-
dere bestemmingen) op de knop My Pictu­res (Mijn foto's), om een foto en daarmee de
plaats van de opname te kiezen.
POI kiezen
Druk op een van de symbolen, om een bijzon-
dere bestemming-categorie te kiezen. Bij enkele bijzondere bestemmingen kunt u de
naam via het toetsenbord invoeren of u roept een lijst op, waaruit u de gewenste bijzondere bestemming kiest.
Druk op de knop Start Route Guidance (Start routegeleiding).
Opmerking:
U heeft na de bestemmingsinvoer de moge­lijkheid, de routegeleiding te starten of bijv. de bestemming op te slaan (par. "Verdere functies tijdens na de bestemmingsinvoer").
POI oproepen
Wanneer u het POI heeft gekozen, wordt het te­lefoonnummer getoond, voor zover beschikbaar
19
Bijzondere bestemmingen (POI) | Tochtplanning
(bijv. voor ziekenhuizen, hotels). U kunt de bijzon­dere bestemming opbellen, voordat u de routege­leiding start.
Vereiste:
Bluetooth-verbinding met mobiele telefoon
(par. "Bluetooth-functie") Druk na de keuze van de POI op de knop Op-
tions (Opties), om het aanvullende menu op te roepen.
Druk op het symbool. De melding "Uitgaande oproep"
en het telefoonnummer worden getoond. De speciale bestemming wordt opgeroepen.
Tochtplanning
Met de tochtplanning voert u een tocht in met een willekeurig startpunt en meerdere tussenbestem­mingen.
Voer de tochtplanning op het apparaat zelf uit of maak een tocht op de computer en laadt deze via een geheugenkaart in het apparaat.
Tochplanning starten
Vereiste:
U bevindt zich in het menu Destination Input
(Bestemmingsinvoer) (par. "Bestemmingsin­voer")
Tocht van de geheugenkaart laden
Gebruik tochten met max. 10 tussenbestemmin­gen van de geheugenkaart. Op de meegeleverde CD/DVD vindt u een installatieprogramma met aan­wijzing voor de tochtplanning m.b.v. de computer.
Plaats de geheugenkaart in het apparaat, zo-
als in par. "Entertainment" staat beschreven. Druk in het menu Tour Planning (Tochtplan-
ning) op de knop Load Tour from SD (Tocht van SD laden).
De tochten op de geheugenkaart worden opgesomd.
Druk in het menu Destination Input (Bestemmingsinvoer) op het sym­bool.
Het menu Tour Planning (Tochtplan- ning) wordt weergegeven.
Druk op een positie in de lijst om de gewenste tocht te laden.
Het menu Tour Planning (Tochtplanning) wordt weergegeven. De tussenbestemmin­gen van de tocht worden opgesomd.
Opmerking:
Wanneer de tocht op de geheugenkaart meer dan 10 bestemmingen heeft, worden slechts de eerste 10 geladen en weergegeven.
Tour invoeren
Druk in het menu Tour Planning (Tochtplan­ning) op de knop Add Destination/Tour (Be-
stemming/Tocht toevoegen).
Voer een bestemming in, zoals beschreven staat in het paragraf "Bestemmingsinvoer".
Opmerking:
U kunt reeds opgeslagen tochten uit het Be­stemming- & tochtgeheugen laden en andere
doelen toevoegen.
Druk op de knop OK.
Herhaal de stappen, om aanvullende bestem­mingen in te voeren.
Opmerking:
U kunt een tocht met maximaal 10 bestem­mingen invoeren.
Tocht bewerken
Druk in het menu Tour Planning (Tochtplan­ning) op de bestemming die u wilt bewerken.
In de tochtenlijst wordt de bestemming met adres weergegeven.
Opmerking:
Voor de uitgebreide weergave bij lange bestemmingsadressen drukt u onder in de tochtenbalk tweemaal op de gewenste be­stemming.
Druk op het symbool om de bestem­ming naar boven te verplaatsen.
Druk op het symbool om de bestem­ming naar beneden te verplaatsen.
Druk op het symbool om de bestem­ming te wissen.
20
Tochtplanning | Bestemming uit bestemminggeheugen gebruiken
Wanneer u veranderingen aan de instellingen heeft uitgevoerd:
Druk op het symbool, om de bestem­ming op de kaart weer te geven.
Druk op de knop, om de kaart­weergave te sluiten.
Druk op de knop, om een ande­re bestemming in de tochtenlijst te kiezen.
De bestemming kan op dezelfde wijze worden bewerkt.
Druk op de knop, om het menu te verlaten.
Eerst hierheen starten
Start de routegeleiding van een tussenbestem­ming, bijv. om de tocht na een pauze voort te zet­ten.
Druk in het menu Tour Planning (Tochtplan-
ning) op de bestemming, waarna de routege­leiding moet starten.
In de tochtenlijst wordt de bestemming met adres weergegeven.
Druk op de knop Options (Opties), om het
Extra menu op te roepen.
Druk op het symbool. De route wordt uitgaande van de
actuele positie berekend en de rou­tegeleiding start naar de volgende tussenbestemming (par. "Routege­leiding").
Eerst hierheen berekenen
Bereken de route van een bepaalde tussenbe­stemming, om de afstand en rijtijd te weten te komen.
Druk in het menu Tour Planning (Tochtplan-
ning) op de bestemming, waarna de routebe­rekening moet starten.
In de tochtenlijst wordt de bestemming met adres weergegeven.
Druk op de knop Options (Opties), om het
Extra menu op te roepen.
Druk op het symbool. De route wordt uitgaande van de ac-
tuele positie berekend (par. "Route berekenen").
Tochtplanning afsluiten
Sla de tocht op in Mijn bestemmingen & toch-
ten of verwijderen deze.
Druk op deze knop, om het menu te verlaten.
Bestemming uit het bestemming-/tochtgeheugen gebruiken
De laatste en voorkeursbestemmingen of tochten worden in het bestemmingen- & tochtengeheu- gen opgeslagen (par. "Bestemming-/tochtgeheu­gen").
- of -
Druk op de gewenste bestemming.
Druk op de knop Info, om het adres van de
bestemming weer te geven. Druk op de knop Show in Map (Op kaart
weergeven), om de bestemming op de kaart weer te geven.
Druk op de knop Start Route Guidance
(Start routegeleiding).
Druk in het menu Navigation (Naviga- tie) op het symbool.
Het menu Destination & Tour Memo- ry (Bestemming- & tochtgeheugen) wordt weergegeven.
Druk op het symbool. Het menu My Destinations & Tours
(Mijn bestemmingen & tochten) wordt weergegeven.
Druk op het symbool. Het menu Last Destinations & Tours
(Laatste bestemmingen & tochten) wordt weergegeven.
Druk tweemaal op de knop om terug te gaan naar het Bestem­ming- & tochtgeheugen.
21
Verdere functies tijdens na de bestemmingsinvoer | Landinfo | Simulatie
Verdere functies tijdens na de bestemmingsinvoer/ tochtplanning
Vereiste:
Bestemmingsinvoer via het toetsenbord of
spraakinvoer
- of ­Keuze van een bijzondere bestemming
- of ­U heeft een tocht ingevoerd of geladen
Druk op de knop Options (Opties), om het
Extra menu op te roepen. U heeft nu de volgende mogelijkheden: –
Routeopties instellen (par. "Rou­teopties vastleggen")
Route berekenen (par. "Route berekenen")
Bestemming resp. tocht opslaan (par. "Be­stemming-/tochtge­heugen")
Bestemming resp. tocht op kaart weer­geven (par. "Werken met de kaart")
Alleen voor bepaalde bijzondere
bestemmingen (bijv. ziekenhuis, hotel): bestemming oproepen
(par. "POI kiezen")
Alleen voor tochtplanning: tocht van geheugenkaart laden (wanneer u al bestemmingen heeft ingevoerd, wordt de tocht toegevoegd)
Landinfo
Voor het land waarin u zich momenteel bevindt, worden algemene verkeersregels gegeven, bijv. de maximale snelheid.
Tijdens de routegeleiding wordt de landinformatie op de kaart weergegeven, zodra u een landsgrens passeert.
22
GEVAAR!
Het niet aanhouden van verkeersre­gels en lokale aanwijzingen kan leiden tot ongevallen
Het kan zijn dat de landinformatie kan vanwege recente wijzigingen qua wetgeving, bebording etc. niet langer actueel is.
De bebording en verkeerssituatie ter plaatse heb­ben altijd voorrang op de informatie van het navi­gatie-apparaat.
Druk in het menu Navigation (Na­vigatie) op de knop, om de twee-
de pagina van het menu weer te geven.
Druk in het menu Navigation (Navi- gatie) op het symbool.
De landinfo wordt weergegeven.
Simulatie
Start de routesimulatie, om de functies tijdens de routegeleiding te leren kennen.
Simulatie starten
Voer een willekeurige startpositie en de bestem­ming van de simulatie in. Wanneer u een tocht met tussenbestemmingen wilt simuleren, kies voor de bestemming een opgeslagen tocht (par. "Tocht­planning").
Druk in het menu Navigation (Naviga­tie) op het symbool.
Het menu Simulation (Simulatie) wordt weergegeven.
Druk op het bovenste veld en voer de start­positie in.
Druk op het onderste veld en voer de bestem­ming in.
Voer de startpositie in en de bestemming voor de simulatie net zoals een gewone bestem­mingsinvoer.
Druk op de knop Start Simulation (Start
simulatie), om de route af te leggen.
Simulatie-instellingen
U kunt vastleggen, of de route in de simulatiemo­dus slechts eenmaal of eindeloos moet worden afgelegd.
Druk op de knop Options (Opties), om het
extra menu op te roepen.
Druk op het symbool, om tussen één­maal en eindeloos te kiezen.
De eindeloze lus geeft aan, dat de eindeloze simulatie actief is.
in het symbool
Positie opslaan
Sla uw actuele positie op als bestemming en start op een later tijdstip een routegeleiding naar dat punt.
Druk in het menu Navigation (Na­vigatie) op de knop, om de twee-
de pagina van het menu weer te
geven. Druk op het symbool. Het menu Position Information (Po-
sitie-informatie) wordt weergeven.
Simulatie | Positie opslaan | Bestemming-/tochtgeheugen
Voer een naam voor de bestemming in en
bevestig deze met de knop OK. De bestemming wordt onder de ingevoerde
naam in het menu My Destinations & Tours (Mijn bestemmingen & tours) opgeslagen.
Bestemming-/tochtgeheugen
Er zijn twee lijsten, waarin bestemmingen resp. tochten zijn opgeslagen:
Mijn bestemmingen & tochten: veel voorkomende bestemmingen of tochten kunnen permanent in het menu My Destina- tions & Tour (Mijn bestemmingen & tochten) worden opgeslagen (max. ca. 100). De be­stemming krijgt een naam naar uw keuze.
Laatste bestemmingen & tochten: de laatste 20 bestemming en tochten, waar­voor een route is berekend of een routegelei­ding is gestart (par. "Route berekenen" resp. "Routegeleiding"), worden in menu Last Des- tinations (Laatste bestemmingen) getoond.
Reisdoelen opslaan
Sla een bestemming of tocht na invoer of uit het geheugen permanent op in Mijn bestemmingen & tochten.
Deze informatie vindt u in dit menu:
Latitude/Longitude (Breedtegraad/
lengtegraad): actuele positie lengte- en breedtegraden Altitude (Hoogte): actuele hoogte boven
de zeespiegel. Het adres van de momentele locatie, voor
zover in het kaartmateriaal aanwezig Het kompas: noordrichting (betrouwbare
weergave vanaf ca. 5 km/h)
Druk op de knop Save As Destination (Sla op als bestemming).
Het toetsenbord wordt weergegeven.
Bestemming of tocht opslaan
Vereiste:
U heeft een bestemming aangegeven, zoals in het paragraf "Bestemmingsinvoer" is be­schreven.
- of -
U heeft een bijzondere bestemming gekozen, zoals in par. "Bijzondere bestemmingen" be­schreven.
- of -
U heeft een tocht gepland zoals in par. "Tocht­planning" beschreven.
Druk op de knop Options (Opties), om het extra menu op te roepen.
Druk op het symbool. Het toetsenbord wordt weergege-
ven.
23
Bestemming-/tochtgeheugen
Voer een naam voor de bestemming in en druk
op de knop OK. De bestemming wordt onder de ingevoerde
naam in het menu My Destinations & Tours (Mijn bestemmingen & tours) opgeslagen.
Laatste bestemming of laatste tocht opslaan
Druk in het menu Navigation (Naviga­tie) op het symbool.
Het menu Destination & Tour Memo­ry (Bestemming- & tochtgeheugen)
wordt weergegeven. Druk op het symbool. Het menu Administrate (Beheren)
wordt weergegeven. Druk op het symbool, om de laatste
bestemmingen te bewerken.
Selecteer in de lijst Last destinations (Laat- ste bestemmingen) de bestemming die moet worden opgeslagen.
Druk op het symbool. Het toetsenbord wordt weergegeven.
Voer een naam voor de bestemming in en druk op de knop OK.
De bestemming wordt onder de ingevoerde naam in het menu My Destinations & Tours (Mijn bestemmingen & tours) opgeslagen.
Bestemmingen bewerken
Opgeslagen bestemmingen kunnen worden her­noemd, de volgorde kan worden gewijzigd of ze kunnen worden verwijderd. Laatste bestemmin­gen kunnen worden verwijderd.
24
Druk in het menu Navigation (Naviga-
tie) op het symbool.
Het menu Destination Memory (Be-
stemming- & tochtgeheugen) wordt
weergegeven. Druk op het symbool. Het menu Administrate (Beheren)
wordt weergegeven. Druk op het symbool, om de laatste
bestemmingen en tochten te bewer­ken.
- of -
Druk op het symbool, om de opgesla­gen bestemmingen en tochten te bewerken.
In beide gevallen wordt de lijst met bestem­mingen en tochten weergegeven.
Druk in de lijst op de bestemming die u wilt bewerken.
Druk op een van de symbolen, om de bestemming naar boven of onderen te verschuiven.
Druk op het symbool om de bestem­ming te wissen.
Druk op het symbool om de bestem­ming te hernoemen.
Het toetsenbord wordt weergegeven.
Voer een nieuwe naam voor de bestemming in en druk op de knop OK.
De bestemming wordt onder de ingevoerde naam in het menu My Destinations & Tours (Mijn bestemmingen & tours) opgeslagen.
Alle bestemmingen wissen
U kunt alle laatste bestemmingen of alle opgesla­gen bestemmingen wissen:
- of -
Er wordt een vraag om bevestiging weerge­geven.
Druk op Yes (Ja), om de bestemmingen te
verwijderen.
- of ­Druk op de knop No (Nee), om het proces
af te breken.
Druk in het menu Navigation (Naviga- tie) op het symbool.
Het menu Destination & Tour Memory (Bestemming- & tochtgeheugen)
wordt weergegeven. Druk op het symbool. Het menu Administrate (Beheren)
wordt weergegeven. Druk op het symbool, om alle laatste
bestemmingen te verwijderen.
Druk op het symbool, om alle opgesla­gen bestemmingen te verwijderen.
Bestemming-/tochtgeheugen | Route berekenen
Bestemmingen veilig stellen (veiligheidskopie)
Voor het veiligstellen van de opgeslagen bestem­mingen (Mijn bestemmingen & tochten) en het thuisadres slaat u de bestemmingen op een ge­heugenkaart op.
Plaats de geheugenkaart in het apparaat, zo-
als in par. "Entertainment" staat beschreven.
Bestemmingen exporteren
Bestemmingen importeren
Druk in het menu Navigation (Naviga­tie) op het symbool.
Het menu Destination & Tour Memo­ry (Bestemming- & tochtgeheugen)
wordt weergegeven. Druk op het symbool. Het menu Administrate (Beheren)
wordt weergegeven.
Druk op het symbool. De bestemmingen en het thuisadres
worden op de geheugenkaart geko­pieerd.
Druk op het symbool. Het menu Import from SD (Van SD
importeren) wordt weergegeven.
De bestemmingen in het apparaat worden niet overschreven. Mijn bestemmingen & tochten worden toegevoegd, identieke na­men kunnen meerdere keren voorkomen. Het thuisadres wordt alleen geladen wanneer er in het apparaat nog geen bestaat.
Route berekenen
Bereken de route naar een ingevoerde bestem­ming, om rijtijd en afstand te weten te komen. Daarna heeft u de mogelijkheid de routegeleiding te starten of bijvoorbeeld de routeopties verder te optimaliseren (par. "Routeopties vastleggen").
Alle bestemmingen, waarvoor een route wordt berekend, worden in de Laatste bestemmingen & tochten opgeslagen.
Routeberekening starten
Plan uw vakantiereis gemakkelijk thuis en krijg een overzicht van het traject en de rijtijd - ook zonder GPS-ontvangst.
Vereiste:
U heeft een bestemming aangegeven, zoals
in het paragraf "Bestemmingsinvoer" is be­schreven.
- of ­U heeft een bijzondere bestemming gekozen,
zoals in par. "Bijzondere bestemmingen" be­schreven.
- of -
U heeft een tocht gepland zoals in par. "Tocht­planning" beschreven.
Druk op de knop Options (Opties), om het Extra menu op te roepen.
Druk op het symbool. De route wordt berekend.
- of ­Druk voor tochten op het symbool. Het menu Set Tour Start Point (Tocht-
startpunt instellen) wordt weergege­ven.
Kies de actuele positie als startpunt of voer een adres in.
De bestemming met informatie over tijd en af­stand wordt weergegeven. Voor tochten wor­den de tussenbestemmingen weergegeven.
Opmerking:
Wanneer geen GPS-ontvangst beschikbaar is, wordt de laatst bekende positie als startpunt van de route aangenomen.
Druk op een bestemming, om meer informa­tie over tijd en afstand weer te geven.
Druk op deze knop, om het menu te verlaten.
Druk op de knop Info, om aansluitend de rou- te op de kaart weer te geven of alternatieve trajecten qua afstand en rijtijd te berekenen (par. "Verdere functies tijdens de routegelei­ding", "Alternatieve route berekenen").
25
Route berekenen | Routeopties vastleggen
Druk op de knop Start Route Guidance
(Start routegeleiding), om de routegelei­ding te starten.
Routeopties vastleggen
De routeopties kunt u te allen tijde vastleggen. Wanneer u de routeopties tijdens een routegelei­ding verandert, wordt de route eventueel opnieuw berekend.
Druk in de kaartweergave op het symbool.
Het menu Navigation (Navigatie) wordt weergegeven.
Druk op het symbool. Het menu Route Options (Routeop-
ties) wordt weergegeven.
Druk op het symbool om de aard van de routeberekening te kiezen:
My Optimum (Mijn optimum): combina-
tie van de kortste en snelste route in een verhouding van 40 staat tot 60 procent. Er wordt rekening gehouden met afstand en tijd. De verhouding van kort tot snel is instelbaar (knop Options (Opties)). Fast (Snel): de route met de snelste rij-
tijd wordt berekend. Short (Kort): de route met de kortste
afstand wordt berekend. Ecological (Ecologisch): de routen met
zo laag mogelijke ritkosten (brandstof­besparing) wordt berekend. Daarvoor worden de kortste en snelste route in een verhouding van 75 tot 25 procent gecom­bineerd. Economic (Economisch): combina-
tie van snelste en ecologische route. Er wordt rekening gehouden met tijd en kos­ten. Daarvoor worden de kortste en snel­ste route in een verhouding van 40 tot 60 procent gecombineerd.
Off-road: afstand en tijd voor rechte lijn tussen positie en bestemming worden berekend (par. "Routegeleiding", "Off­road-routegeleiding").
Druk op het symbool om te schake­len tussen de aangeboden snel­heidsprofi elen.
Om een zo nauwkeurig mogelijke rij­tijd te berekenen, kiest u uit één van de 2 gebruikersprofi elen:
Change (Wijzigen): persoonlijke instel­ling voor het gebruikersprofi el. Gemiddel­de snelheid voor elk wegtype. Adaptive (Adaptief): optie voor extra automatische aanpassing aan de rijstijl. Reset (Terugzetten): indien gewenst gebruikersprofi el herstellen.
Druk op het symbool, om de auto­matische fi le-ontwijking met TMC in te schakelen (vinkje) of uit te schakelen (geen vinkje).
Druk op het symbool, om autosnel­wegen toe te staan (vinkje) of te ver­mijden (geen vinkje).
Druk op het symbool, om in het Extra menu tolwegen toe te staan of te vermijden.
Druk op het symbool, om veerboten toe te staan (vinkje) of te vermijden (geen vinkje).
Druk op de knop. De tweede pagina van het menu
wordt weergegeven.
Druk op het symbool, om tunnels toe te staan (vinkje) of te vermijden (geen vinkje).
Druk op het symbool, om wegen die seizoensafhankelijk zijn geopend toe te staan (vinkje) of te vermijden (geen vinkje).
Seizoenswegen zijn wegen die afhan­kelijk van het jaargetijde afgesloten kunnen worden, bijvoorbeeld bij sneeuwval.
Druk op het symbool, om de actie omkeren toe te staan (vinkje) of te vermijden (geen vinkje).
26
Routeopties vastleggen | Routegeleiding
Wanneer u de route-aanwijzingen een keer niet opvolgt, kan in plaats van om te keren een nieuwe route berekend worden.
Druk op deze knop, om het menu te verlaten.
Routegeleiding
GEVAAR!
Het negeren van verkeersregels kan ongevallen veroorzaken
Volg de rijadviezen alleen op, wanneer de omstan­digheden en verkeersregels dit toelaten. Het na­vigatie-apparaat brengt u ook op uw bestemming wanneer u van de geplande route af moet wijken.
Opmerkingen:
Herhaal de gesproken mededeling, wan-
neer u deze een keer niet goed heeft ver­staan (par. "Gesproken mededeling tijdens de routegeleiding").
Via de kaart- of pijlweergave kunt u zicht te
allen tijde oriënteren.
Routegeleiding starten
Wanneer u de routegeleiding start, wordt een rou­te met de routeopties berekend. De bestemmin­gen worden automatisch in de Laatste bestemmin- gen & tochten opgeslagen.
Druk op de knop Start Route Guidance
(Start routegeleiding). De route wordt berekend en de routegeleiding
start.
Bestemmingsinvoer tijdens routegeleiding
Wanneer u tijdens een actieve routegeleiding een andere bestemming invoert en de routegeleiding start, heeft u twee mogelijkheden:
U kunt de bestemming als tussenbestem-
ming invoegen. Dan wordt de route opnieuw berekend en de tussenbestemming als eerste benaderd.
U start een nieuwe routegeleiding naar de
ingevoerde bestemming.
Bereken van de plaats van bestemming
Zodra u op de plaats van bestemming bent aan­gekomen, wordt de melding "U heeft uw bestem­ming bereikt" gegenereerd. Op de kaart wordt dan uitsluitend nog uw actuele positie weergegeven.
Routegeleiding afsluiten
Druk in de kaartweergave op het symbool.
Uit rolmenu wordt weergegeven. Druk op het symbool, Menu Route
Guidance Options (Routegeleidings­opties) wordt weergegeven.
Druk op het symbool om de routege­leiding af te sluiten.
Er wordt een vraag om bevestiging weergegeven.
Druk op Yes (Ja), om de routegeleiding af te sluiten.
De kaart wordt weergegeven.
- of -
Druk op No (Nee), om de routegeleiding te hervatten.
GPS-ontvangst gestoord
Externe invloeden kunnen het zicht op de hemel en daarmee de GPS-ontvangst van het navigatie­apparaat verstoren (par. "Probleemhulptabel").
In de kaart duidt het symbool erop, dat er
geen voldoende sterk GPS-signaal wordt ontvangen. Wanneer u nu een routegeleiding start, berekent het navigatie-apparaat de route uitgaande van de laatst bekende positie.
Wanneer tijdens de navigatie de GPS-ontvangst langere tijd wordt gestoord, wordt de routegelei­ding gepauzeerd.
Zodra de ontvangst weer is hersteld, herkent het apparaat automatisch of haar positie is gewijzigd en berekend indien nodig de route opnieuw. U kunt de routegeleiding dan eenvoudig hervatten.
27
Off-road-routegeleiding | Werken met de kaart
Off-road-routegeleiding (Geocaching)
Geocaching is het zoeken naar verstopte schatten via GPS. De coördinaten van de schat, zogenaam­de geocaches, worden op internet aangeboden.
Met het apparaat is het mogelijk, volledig zonder rekening te houden met straten te navigeren en coördinaten als doel in te voeren. Kies voor de off-road-routegeleiding het type Routeberekening "Off-road" in de routeopties. Het navigatie-appa­raat ondersteunt de routegeleiding dan als een digitaal kompas:
Een pijl wijst de richting naar het doel.
De afstand tot het doel (hemelsbreed) wordt getoond.
Er wordt geen route berekend.
Er worden geen rijadviezen gegeven.
Voorwaarde is ook hier voldoende GPS-ont­vangst.
Voer een bestemming in (par. "Bestemmings­invoer").
Kies "Offroad" als routeopties (par. "Routeop­ties vastleggen").
Start de routegeleiding (par. "Routegeleiding").
Opmerking:
Als mogelijke bestemmingen kunnen ook door u gefotografeerde plaatsen worden ge­bruikt. Wanneer u met het apparaat een foto neemt, wordt de plaats van de opname als coördinaten met de foto opgeslagen en kan als bestemming worden gekozen (par. "Bij­zondere bestemmingen (POI)".
Werken met de kaart
Kaart weergeven
Druk in het hoofdmenu op het sym­bool.
Kaart verplaatsen en schalen
Om het gewenste bestemmingsgebied op de kaart te zien, kunt u de kaartweergave verschuiven en de kaart 'schalen' (verkleinen en vergroten).
Druk op de kaart en verschuif de kaart in de
gewenste richting. Het adres, resp. de coördinaten van de aange-
raakte locatie worden weergegeven.
Druk op een symbool om de kaart te verkleinen, resp. te ver­groten.
Druk op de knop om naar uw actuele positie terug te keren.
Drukken op de kaart
Druk op een plaats (een weg of bijzondere
bestemming) in de kaart.
De plaats wordt gemarkeerd en het adres resp. de coördinaten worden weergege­ven.
Druk op het gewenste adres resp. de coördi-
naten. Het menu Position (Positie) met andere knop-
pen wordt weergegeven..
Druk op het symbool om de plaats als bestemming over te nemen.
De routegeleiding wordt gestart.
- of ­Druk op het symbool, om de plaats
op te slaan. Het toetsenbord wordt weergege-
ven.
Voer een naam voor de bestemming in en druk op de knop OK.
De bestemming wordt onder de ingevoerde naam in het menu My Destinations & Tours (Mijn bestemmingen & tochten) opgeslagen (par. "Bestemming-/tochtgeheugen").
28
- of ­Druk in een willekeurig menu
meerdere malen op de knop, tot­dat de kaart wordt weergege­ven.
Loading...
+ 64 hidden pages