Blaupunkt BARCELONA RCM 104 User Manual [nl]

Gebruiksaanwijzing
DEUTSCH
ENGLISH
FRANÇAIS
ITALIANO
NEDERLAND
Barcelona RCM 104 A
ESPAOL
PORTUGUES
1
25
19
2123
22
242627
171820
16
15 14 13
12
1
52 3 7 8 10 11
94 6
3
Inhoud
Beknopte gebruiksaanwijzing ... 102
Belangrijke aanwijzingen...........106
Wat u beslist moet lezen..................... 106
Verkeersveiligheid............................... 106
Inbouw/aansluiting .............................. 106
Optische indicatie als diefstalbe-
veiliging............................................ 107
KeyCard .............................................. 107
KeyCard vervangen......................... 107
Bedrijfsmodus kiezen ................ 108
Radio-gebruik met ADA en RDS 108
ADA..................................................... 108
RDS .................................................... 108
AF - Alternatieve-Frequentie............... 108
REG-Regionaal................................... 109
Golfband kiezen .................................. 109
Zoekafstemming .............................. 109
Handmatig op zenders afstemmen.. 109 Gevoeligheid van de zoekafstemming
instellen ............................................... 109
Stereo - mono wisselen (FM).............. 110
Veranderen van geheugenniveau (FM)110
Zenders programmeren ...................... 110
Sterkste zenders automatisch
programmeren met Travelstore .......... 110
Geprogrammeerde zenders oproepen 110 Geprogrammeerde zenders laten horen
met Preset Scan ................................. 110
Zenders laten horen met Radio-Scan . 111
PTY - programma-type (soort) ............ 111
Zenders benoemen............................. 113
Ontvangst verkeers-informatie
met RDS-EON ............................. 113
Voorrang voor verkeersinformatie aan-/
uitzetten .............................................. 113
Waarschuwingssignaal ....................... 114
Waarschuwingssignaal uitzetten ..... 114
Automatische zoekafstemming ........... 114
Instellen geluidsvolume voor
verkeersinformatie .............................. 114
Traffic Memo (TIM) ..................... 114
Waarschuwing ............................ 114
Opgeslagen verkeersinformatie
oproepen ......................................... 115
TIM - opnameparaatheid bij uitge-
schakelde radio ............................... 115
Het instellen van de tijd in het
DSC-menu....................................... 115
TIM-opnameparaatheid/
TIM-tijd instellen .............................. 115
TIM-opnameparaatheid uitzetten..... 116
Waarschuwing ............................... 116
RT - Radiotekst ................................... 116
Cassette-weergave..................... 117
Cassette inschuiven............................ 117
Cassette uitnemen .............................. 117
Versneld voor-/terugspoolen ............... 117
Nummer kiezen met CPS ................... 118
Wisselen van spoor (Autoreverse) ...... 118
Wisselen van bandsoort met MTL ...... 118
Cassette-nummers laten horen
met SCAN ........................................... 118
Dolby B•C NR* .................................... 118
Onbespeelde gedeeltes van de band
automatisch overslaan met BLS ......... 118
Radio luisteren bij versneld spoelen
met RM (Radio Monitor)...................... 119
Onderhoud .......................................... 119
Programmeren met DSC ............ 119
Bedienen van een CD-wisselaar
(optie) .......................................... 122
Wisselaar-functie inschakelen
met SRC op de autoradio ................... 122
Cd kiezen/
titel kiezen met tuimelschakelaar ........ 122
SCAN .................................................. 122
MIX...................................................... 122
CD-namen invoeren/tonen .................. 123
CD-namen wissen............................... 123
Overzicht van de door de fabriek ingestelde basisinstellingen met DSC. 124
Appendix..................................... 124
Technische gegevens ......................... 124
101
DEUTSCH
ENGLISH
FRANÇAIS
ITALIANO
NEDERLANDS
SVENSKA
ESPAOL
PORTUGUES
Beknopte gebruiksaanwijzing
1 Aanzetten:
Op ON drukken (de KeyCard moet in­geschoven zijn), het toestel speelt op vooraf ingestelde volume.
Uitzetten: ON-toets ca. 1 sec. ingedrukt houden.
Als het toestel met ON werd aangezet, kan met de KeyCard in- en uitgescha­keld worden. Leest u beslist de infor­matie bij “KeyCard”. Het toestel kan ook via het contact wor­den uitgezet (indien zo aangesloten). Na het uitzetten van het contact herin­nert een dubbele pieptoon u er aan, dat u voordat u uit de auto stapt de Key­Card er uit zou moeten halen.
Als het contact uit staat (KeyCard is ingeschoven) kunt u het toestel zo ver­der gebruiken: Na de dubbele pieptoon op “ON” druk­ken.
Het toestel wordt ingeschakeld. Na een speelduur van een uur wordt het toestel ter bescherming van de accu automatisch uitgezet.
2 Volume veranderen
VOL+ / VOL- indrukken.
Na het aanzetten hoort u het toestel op het vooraf ingesteld volume (VOL FIX). VOL FIX kan veranderd worden (zie “Programmeren met DSC”).
T - wisselschakelaar
3 FM
wisselschakelaar om te wisselen van de geheugenniveaus I, II, en T (Travel­store) indrukken. Zodra als deze toets ingedrukt wordt, volgt er een automatische wissel naar (UKW) FM.
Extra functie De zes sterkste zenders met Travel­store programmeren.
T drukken tot zoekafstemming
Op FM op het display begint.
4 M•L - wisselschakelaar
voor middengolf en lange golf..
5 -dB - volume ineens veranderen
Door het indrukken van de -dB-toets hebt u de mogelijkheid om ineens het volume zacht te zetten. Het display toon MUTE. Deze functie wordt weer opgeheven door kort op de -dB-toets of op VOL+ te drukken. Als op VOL- wordt gedrukt, is het nor­male volume gelijk aan het -dB (mute)­volume. Het mute-volume is als volgt te pro­grammeren:
gewenst volume instellen.
-dB 2 sec. indrukken (Beep klinkt). Dit volume is als mute-volume gepro­grammeerd.
Extra functie
Ingestelde waarden in het DSC-menu opslaan door op de toets te drukken.
102
6 Tuimelschakelaar
Radio-gebruik
zoekafstemming
omhoog
stapsgewijs
omlaag
(indien AF uit)
omlaag
stapsgewijs omhoog (indien AF uit)
Functie stoppen: op tegengestelde toets drukken.
/ resp. << >>
CD-gebruik
Titel kiezen (opwaarts): kort indrukken CUE - versneld vooruitspoelen (hoorbaar):
ingedrukt houden
CD kiezen
(neerwaarts)
CD kiezen (opwaarts)
7 Display
Radio-gebruik
Cassette-gebruik
CD-gebruik (optie)
Zendernaam (RIAS/DSK) Golfband Geheugenniveau (FM I)
TR 1 (TRACK - spoor 1) Dolby B NR
CD-nr., titel-nr.
DEUTSCH
ENGLISH
FRANÇAIS
ITALIANO
Cassette-gebruik
versneld
terugspoelen
CPS
nummer kiezen
voorwaarts
CPS
nummer kiezen
achterwaarts
versneld vooruitspoelen
Opnieuw starten van de titel: kort indrukken Titel kiezen (neerwaarts): twee of meer
keren kort na elkaar indrukken
REVIEW - versneld terugspoelen (hoorbaar):
ingedrukt houden
Extra functies: AUD zie H GEO zie I DSC - MODE zie F
Functies kiezen en programmeren..
AF - MODE AF im Display
Met << >> in de zen­derreeks bladeren, bijv.: NDR1...NDR4
8 Keycard
Om het toestel te kunnen gebruiken, moet de KeyCard ingevoerd zijn.
De Keycard (contactdeel naar boven gericht) boven de Keycard-tong in de daarbij behorende gleuf schuiven. Leest u beslist de informatie bij “Key­Card”.
NEDERLANDS
SVENSKA
ESPAOL
PORTUGUES
103
9 AF-toets (Alternatieve Frequentie) bij
RDS-gebruik
Als “AF” op het display verschijnt, zoekt de radio met RDS automatisch een beter te ontvangen frequentie van het­zelfde programma. “AF” aan/uit: kort op toets AF drukken. AF-toets ca. 2 sec. indrukken, op het display verschijnt REG-ON of REG­OFF (REG - regionaal).
: Toets PTY (programma-type)
Om de PTY-modus te activeren. In de PTY-modus worden de voorkeuzetoet­sen tot programmatoetsen zoals b.v. NIEUWS, SPORT, POP, ACTUEEL, enz..
; TIM/TA
TIM (TraffIc Memo)
Opgeslagen verkeersinformatie weer­geven: TIM kort indrukken. Voorrang voor verkeersinformatie aan­of uitzetten: TIM 2 sec. indrukken. TA (Traffic Announcement = voorrang voor verkeersinformatie) Als op het display “TA” staat, worden alleen de verkeersinformatie-zenders weergegeven.
TA aan/uit: toets TIM ca. 2 sec. indruk­ken.
Let op de waarschuwing bij “Traffic Memo (TIM)”
< 1, 2, 3, 4, 5, 6 - voorkeuzetoetsen
Per geheugenniveau (I, II, en “T”) kun­nen 6 FM-zenders geprogrammeerd worden. U kunt op de MG en LG elk 6 zenders programmeren. Zenders programmeren - Een voor­keuze toets bij radio-gebruik zo lang indrukken, tot het programma weer te horen is. Zenders selecteren - golfband instel­len. Bij FM het geheugenniveau kiezen en op de desbetreffende voorkeuze­toets drukken.
= PS
Toets kort indrukken - de op de voor­keuzetoetsen geprogrammeerde zen­ders zijn kort te horen.
SCAN
Kort laten horen van de te ontvangen radiozenders resp. nummers bij casset­te- of wisselaar-gebruik (optie). SCAN starten/beëindigen: kort op PS drukken.
De speelduur kan gewijzigd worden (zie “Programmeren met DSC” - SCAN­TIME).
> RM (Radio Monitor)
Maakt radio-ontvangst mogelijk tijdens het snelspoelen bij cassette-gebruik. Bij cassette-gebruik RM aan-/uitzetten: op RM drukken. Indien geactiveerd, staat “RM” op het display. Tijdens het versneld spoelen is de radio te horen.
? B•C - Dolby B•C NR
Ruisonderdrukking voor het correct afspelen van cassettes. Al naargelang de manier van opnemen van de cassette kan de passende rui­sonderdrukking gekozen worden. Dolby-B NR, Dolby-C NR, zonder Dol­by-NR. Omschakelen met B•C, op het display staat “B” of “C”, indien Dolby aan staat.
@ Cassette uitnemen
drukken
Op
A Cassette-opening
Cassette inschuiven (kant A of 1 naar boven; opening rechts)
104
B Wisselen van spoor
Met
kan bij cassette-gebruik van spoor worden gewisseld (Track). Op het display licht “TR 1” of “TR 2” op.
C MIX
Bediening van een wisselaar.
D BLS
Blank Skip - het overslaan van onbe­speelde gedeeltes van de band. Direct als er bij de weergave een pauze van meer dan 15 sec. optreedt, begint automatisch het versneld vooruitspoe­len tot het volgende stuk. Het display toont dan: “CPS-FF”. BLS in-/uitschakelen: op BLS drukken. Op het display licht “BLS” op, als de functie ingeschakeld is.
E lo
Gevoeligheid van de automatische zoekafstemming. lo staat op het display - gevoeligheid van zoekafstemming is verminderd (zoekafstemming stopt alleen bij goed te ontvangen zenders.)
lo niet op display - volledige gevoelig­heid van zoekafstemming (zoekafstem­ming stopt ook bij minder goed te ont­vangen zenders.) Overschakelen: lo aantikken Met DSC kan de gevoeligheid van de zoekafstemming voor lokale ontvangst “S-LO” en interlokale ontvangst “S-DX” van te voren ingesteld worden. Voor meer informatie: “Programmeren met DSC”.
F DSC (Direct Software Control)
Met DSC kunnen programmeerbare basisinstellingen aangepast worden. Verdere informatie: “Programmeren met DSC”.
G LD
Loudness - optimale versterking van lage tonen bij gering volume. LD aan/uit: op toets drukken Als Loudness ingeschakeld is, staat “LD” op het display. Voor verdere informatie zie “Program­meren met DSC”.
H AUD
Voor het instellen van Treble (hoge tonen) en Bass (lage tonen) met de tuimelschakelaar.
Treble
+
Bass
Treble
De laatste instelling wordt automatisch opgeslagen in het geheugen. Volgt er binnen 8 sec. geen wijziging, dan schakelt het display terug op de voorgaande mode.
+
Bass
DEUTSCH
ENGLISH
FRANÇAIS
ITALIANO
NEDERLANDS
SVENSKA
ESPAOL
105
PORTUGUES
Belangrijke aanwijzingen
I GEO
Voor het instellen van Balance (links/ rechts) en Fader (voor/achter).
Fader voor
Balance
links
Fader achter
De laatste instelling wordt automatisch opgeslagen in het geheugen. Volgt er binnen 8 sec. geen wijziging, dan schakelt het display terug op de voorgaande mode.
Balance rechts
J RT - Radiotekst
RDS-functie voor het laten zien van teksten op de ingestelde zender. RT­teksten worden alleen bij uitgeschakeld contact getoond. Toestel aanzetten. RT aanzetten: op RT drukken en wach­ten tot de lopende tekst afgelopen is. RT uitzetten: op RT drukken.
K SRC (Source = bron)
Om over te schakelen naar een andere geluidsbron bijv. cassette, radio, CD­wisselaar (optie).
Wat u beslist moet lezen
Leest u zorgvuldig de volgende aanwijzingen voordat u uw autoradio in gebruik neemt.
Verkeersveiligheid
De verkeersveiligheid heeft de hoogste prio­riteit. Gebruik daarom uw autoradio altijd zó, dat u steeds alert op de momentele verkeerssitua­tie kunt blijven reageren. Bedenk dat u al bij een snelheid van 50 km/ h in één seconde 14 meter aflegt. Het is raadzaam om in moeilijke verkeerssi­tuaties uw toestel niet te bedienen. De waarschuwingssignalen van bijv. politie en brandweer moeten in de auto op tijd en duidelijk gehoord kunnen worden. Beluister daarom tijdens het rijden uw pro­gramma alleen met een aangepast volume.
Inbouw/aansluiting
Voor een correcte werking moet de plus via contact en continu-plus aangesloten zijn. Wilt u de installatie zelf inbouwen of uitbrei­den, leest u dan beslist vooraf de meegele­verde aanwijzingen m.b.t. inbouw en aanslu­iting. Verbindt de luidspreker-uitgangen niet met massa!
106
Maak alleen gebruik van de door Blaupunkt goedgekeurde accessoires en reserve on­derdelen.
Optische indicatie als diefstalbeveili­ging
Bij een geparkeerde auto kan ter diefstalbe­veiliging de Keycard-tong knipperen. Met DSC kunnen twee situaties worden inge­steld. LED ON of LED OFF. Leest u hiervoor “Programmeren met DSC, LED ON/OFF”.
KeyCard
De autoradio kan alleen met twee KeyCard’s (1 of 2) in werking gesteld worden, waarvan de code in het toestel opgeslagen is. Toestel inschakelen en KeyCard geheel in­schuiven. De radio is nu klaar voor gebruik. Wanneer een verkeerde KeyCard gebruikt wordt, verschijnt “----” op het display. Na ca. 10 sec. verschijnt op het display “CARD ERR”. In dat geval het toestel pas weer gebruiken nadat u de erbij behorende Keycard tot uw beschikking heeft.
Trek de KeyCard nooit uit het toestel.
Eerst op de KeyCard drukken. De KeyCard komt in de uitneempositie en het display toont “LEARNING”. Dan pas de KeyCard uit het toestel nemen. Raakt een KeyCard zoek of beschadigd dan kunt u via een erkende servicedienst een nieuwe KeyCard verkrijgen. Tegen extra be­taling zijn er Designer KeyCards verkrijg­baar. Deze servicediensten zijn in de autoradio­servicelijst gemarkeerd (
). Bij twijfel kan de servicedienst-centrale van uw land u het adres van de dichtstbijzijnde KeyCard-ser­vicedienst geven. Met de KeyCard (1 en 2) kunnen de instellin­gen van de volgende functies apart opgesla­gen worden: Bass, hoge tonen (Treble), Ba­lance en Fader, voorkeuzetoetsen, Loud­ness, TA (volume), Speech (geluid bij ge­sproken woord), BEEP-volume, SCANTI­ME, VOLFIX. Bovendien blijft de laatst ingestelde stand zoals golfband, zender- afstemming, TA­voorrang, Loudness, AF, CPS, Dolby B/C, RM, REG ON/OFF, gevoeligheid van zoekafstemming opgeslagen. Zo beschikt u na het inschuiven van uw KeyCard weer over de gekozen basisinstel­ling.
KeyCard vervangen
Een KeyCard kan alleen maar door een nieuwe met hetzelfde kengetal (1 resp. 2) worden vervangen. Wilt u bijv. KeyCard 2 vervangen, dan
voert u KeyCard 1 in en zet het toestel aan.
Drukt u op de KeyCard, dan komt deze in de uitneempositie en op het display verschijnt “LEARNING”.
KeyCard 1 er uit halen en terwijl “LEARNING” nog aan staat, de nieuwe KeyCard 2 invoeren.
Het toestel kan nu met de nieuwe KeyCard 2 worden gebruikt. Er kan telkens maar één KeyCard 1 en 2 worden gebruikt om het toestel aan te zetten.
DEUTSCH
ENGLISH
FRANÇAIS
ITALIANO
NEDERLANDS
SVENSKA
ESPAOL
107
PORTUGUES
Loading...
+ 18 hidden pages