Hartelijk dank dat u gekozen hebt voor
een Blaupunkt-product. Wij wensen u
veel plezier van uw nieuwe autoradio.
Lees deze gebruiksaanwijzing voordat u uw autoradio voor het eerst
gebruikt.
De Blaupunkt-redacteurs werken continu om de gebruiksaanwijzingen overzichtelijk en begrijpelijk vorm te geven.
Mocht u toch nog vragen over de bediening hebben, dan kunt u contact opnemen met uw dealer of met de hotline
in uw land. U vindt de nummers op de
achterzijde van dit boekje.
Voor onze producten die binnen de
Europese Unie gekocht zijn, bieden wij
een fabrieksgarantie. U kunt de garantiebepalingen oproepen op
www.blaupunkt.de of direct opvragen
bij:
Blaupunkt GmbH
Hotline
Robert Bosch Str. 200
D-31139 Hildesheim
Verkeersveiligheid
De verkeersveiligheid gaat vóór
alles. Bedien uw autoradio alleen
wanneer de verkeerssituatie dat toelaat. Maak uzelf voor het begin van
de rit vertrouwd met het apparaat.
De akoestische waarschuwingssignalen van politie, brandweer en reddingsdiensten moeten tijdig te horen
zijn. Beluister daarom tijdens het rijden uw programma daarom alleen
met een gepast geluidsvolume.
Inbouw
Wanneer u de autoradio zelf wilt inbouwen, leest u dan de aanwijzingen voor
inbouw en aansluiting aan het einde van
de gebruiksaanwijzing.
Speciale accessoires
Gebruik alleen door Blaupunkt toegelaten accessoires.
Afstandsbediening
Met de als optie verkrijgbare afstandsbediening RC 08, RC 10, RC 10 H (verkrijgbaar als speciale accessoire) of
RC 12 H kunt u de basisfuncties van uw
autoradio veilig en comfortabel vanaf
het stuur bedienen.
In- en uitschakelen met de afstandsbediening is niet mogelijk.
Versterkers
Alle Blaupunkt- en Velocity-versterkers
kunnen worden gebruikt.
Cd-wisselaars (changers)
De volgende Blaupunkt-cd-wisselaars
kunnen worden aangesloten: CDC A 08,
IDC A 09 en CDC A 03.
130
AFNEEMBAAR BEDIENINGSPANEEL
Afneembaar
bedieningspaneel
Diefstalbeveiliging
Uw radio is ter bescherming tegen diefstal uitgerust met een afneembaar bedieningspaneel (flip-release panel).
Zonder dit bedieningspaneel is het apparaat voor een dief waardeloos.
Bescherm het apparaat tegen diefstal
en neem het bedieningspaneel telkens
mee wanneer u de auto verlaat. Laat
het bedieningspaneel niet in de auto liggen, ook niet op een verborgen plek.
De constructie van het bedieningspaneel maakt een eenvoudige bediening
mogelijk.
Let op:
● Laat het bedieningspaneel niet val-
len.
● Stel het bedieningspaneel nooit
bloot aan direct zonlicht of andere
warmtebronnen.
● Voorkom directe aanraking van de
contacten van het bedieningspaneel met de huid. Reinig de contacten desgewenst met een in alcohol gedrenkte, niet-pluizende
doek.
Bedieningspaneel verwijderen
➮ Druk op toets 2.
Het bedieningspaneel wordt naar voren
geopend.
➮ Pak het bedieningspaneel aan de
rechterkant vast en trek het in een
rechte lijn uit de houder.
Let op:
● Het apparaat wordt na een door u
instelbare tijd uitgeschakeld. Lees
hiervoor het gedeelte "Uitschakeltimer (Off Timer)" in dit hoofdstuk.
● Alle actuele instellingen worden op-
geslagen.
● Een geplaatste cd blijft achter in
het apparaat.
Bedieningspaneel plaatsen
➮ Houd het bedieningspaneel onge-
veer in een rechte hoek t.o.v . het
apparaat.
➮ Schuif het bedieningspaneel in de
geleiding van het apparaat aan de
rechter- en linkerkant van de onderste rand van de behuizing. Druk
het bedieningspaneel voorzichtig in
de houder totdat het vergrendelt.
➮ Duw het bedieningspaneel voor-
zichtig naar boven in het apparaat
totdat het vergrendelt.
2.
1.
DEUTSCH
ENGLISH
FRANÇAIS
ITALIANO
NEDERLANDS
SVENSKA
ESPAÑOL
PORTUGUÊS
DANSK
131
AFNEEMBAAR BEDIENINGSPANEEL
Let op:
● Druk bij het plaatsen van het bedie-
ningspaneel niet op het display.
Indien het apparaat ingeschakeld was
terwijl het bedieningspaneel werd verwijderd, wordt het na plaatsing van het
bedieningspaneel automatisch opnieuw
ingeschakeld met de laatste instellingen
(radio, cd/MP3, cd-wisselaar of AUX).
Uitschakeltimer (Off Timer)
Let op:
● Het apparaat beschikt over een
time out-functie (tijdvenster).
Wanneer u bv. op toets MENU 7
drukt en een menuoptie kiest,
schakelt het apparaat ca. 8 seconden nadat u voor het laatst een
toets hebt ingedrukt, terug. De uitgevoerde instellingen worden opgeslagen.
Nadat u het bedieningspaneel hebt verwijderd wordt het apparaat automatisch
binnen een instelbare tijd uitgeschakeld.
U kunt deze tijd instellen tussen 0 en
30 seconden.
➮ Druk op toets MENU 7.
➮ Druk zo vaak op toets of 6
dat "OFF TIMER" op het display
wordt weergegeven.
➮ Stel de tijd in met de -toetsen
6.
Wanneer het instellen voltooid is:
➮ Druk tweemaal op toets MENU 7.
Let op:
● Wanneer u de uitschakeltijd instelt
op 0, wordt het apparaat direct na
het openen van het bedieningspaneel uitgeschakeld.
132
IN- EN UITSCHAKELEN
In- en uitschakelen
Om het apparaat in of uit te schakelen
hebt u de volgende mogelijkheden:
In- en uitschakelen via het
contactslot van de auto
Wanneer het apparaat correct met het
contactslot van de auto is verbonden en
niet met toets 1 is uitgeschakeld, wordt
het met het contact in- en uitgeschakeld.
In- en uitschakelen met het
afneembare bedieningspaneel
➮ Verwijder het bedieningspaneel.
Het apparaat wordt uitgeschakeld.
Let op:
● Het apparaat wordt na een vooraf
ingestelde tijd uitgeschakeld. Lees
hiervoor het gedeelte “Uitschakeltimer”.
➮ Breng het bedieningspaneel weer
aan.
Het apparaat wordt ingeschakeld. De
laatste instellingen (radio, cd/MP3, cdwisselaar of AUX) worden geactiveerd.
In- en uitschakelen met toets 1
➮ Om het apparaat in te schakelen
drukt u op toets 1.
➮ Om het apparaat uit te schakelen
houdt u toets 1 langer dan twee
seconden ingedrukt.
Het apparaat wordt uitgeschakeld.
Let op:
● Ter beveiliging van de autoaccu
wordt het apparaat bij uitgeschakeld contact automatisch na een
uur uitgeschakeld.
Inschakelen via het cd-transport
Wanneer er geen cd in de speler geplaatst is terwijl het apparaat uitgeschakeld is:
➮ Druk op toets 2.
Het bedieningspaneel wordt geopend.
➮ Schuif de cd met de bedrukte zijde
naar boven zonder forceren in de
speler totdat u een weerstand
voelt.
De cd wordt automatisch naar binnen
getransporteerd.
Het transport van de cd mag niet worden gehinderd of geholpen.
➮ Sluit het bedieningspaneel met
lichte druk, totdat het merkbaar
vergrendelt.
Het apparaat wordt ingeschakeld. De
cd-weergave begint.
Let op:
● Wanneer het contactslot vóór het
plaatsen van de cd uitgeschakeld
was, moet u het apparaat eerst inschakelen met toets 1, zodat de
weergave begint.
DEUTSCH
ENGLISH
FRANÇAIS
ITALIANO
NEDERLANDS
SVENSKA
ESPAÑOL
PORTUGUÊS
133
DANSK
VOLUME INSTELLEN
Volume instellen
Het volume kan in stappen van 0 (uit)
tot 66 (maximaal) worden geregeld.
Om het volume te vergroten:
➮ Draai de volumeregelaar 3 naar
rechts.
Om het volume te verkleinen:
➮ Draai de volumeregelaar 3 naar
links.
Volume bij inschakelen instellen
Het volume waarmee het apparaat
wordt ingeschakeld, is instelbaar.
➮ Druk op toets MENU7.
➮ Druk zo vaak op toets of 6
dat "ON VOLUME" op het display
wordt weergegeven.
➮ Stel het volume bij inschakelen in
met de
Om het instellen te vereenvoudigen
wordt het volume in overeenstemming
met uw instellingen vergroot resp. verkleind.
Wanneer u "LAST VOL" instelt, wordt
het volume dat u voor het uitschakelen
gebruikte, weer geactiveerd.
Let op:
● Om het gehoor te beschermen is
het volume bij inschakelen begrensd op de waarde 38. Wanneer
het volume voor het uitschakelen
hoger was en de instelling "LAST
VOL" is gekozen, wordt het apparaat weer ingeschakeld met het volume 38.
-toetsen 6.
Wanneer het instellen voltooid is:
➮ Druk tweemaal op toets MENU7.
Volume snel verkleinen (mute)
U kunt het systeemvolume snel verkleinen tot een door u ingestelde waarde
(mute).
➮ Druk kort op toets 1.
Op het display verschijnt "MUTE".
Mute opheffen
Om het eerder beluisterde volume weer
te activeren:
➮ Druk opnieuw kort op toets 1.
Mute-volume instellen
Het volume van de geluidsonderdrukking (mute level) kan worden ingesteld.
➮ Druk op toets MENU7.
➮ Druk zo vaak op toets of 6
dat "MUTE LVL" op het display verschijnt.
➮ Stel het mute level in met de -
toetsen 6.
Wanneer het instellen voltooid is:
➮ Druk tweemaal op toets MENU7.
Bevestigingstoon in- en
uitschakelen
Wanneer bij bepaalde functies een toets
langer dan twee seconden ingedrukt
moet worden gehouden, bv. bij het opslaan van een zender onder een voorkeuzetoets, is een bevestigingstoon
(pieptoon) te horen. U kunt de pieptoon
uit- of inschakelen.
134
VOLUME INSTELLEN
➮ Druk op toets MENU7.
➮ Druk zo vaak op toets of 6
dat "BEEP ON" resp. "BEEP OFF"
op het display verschijnt.
Wanneer uw autoradio met een mobiele telefoon is verbonden, wordt het geluid van de autoradio bij het opnemen
van de telefoon onderdrukt en wordt het
gesprek weergegeven via de autoradioluidsprekers. Hiervoor moet de mobiele telefoon op de autoradio zijn aangesloten zoals beschreven in de inbouwhandleiding.
Hiervoor heeft u de kabel met Blaupunkt-nr: 7 607 001 503 nodig.
Wanneer tijdens een telefoongesprek
een verkeersbericht wordt ontvangen,
wordt het verkeersbericht pas na het
beëindigen van het telefoongesprek
weergegeven.
U kunt het volume waarmee de telefoongesprekken worden ingeschakeld,
instellen.
➮ Druk op toets MENU 7.
➮ Druk zo vaak op toets of 6
dat "TEL VOL" op het display wordt
weergegeven.
➮ Stel het gewenste volume in met
-toetsen 6.
de
Wanneer het instellen voltooid is:
➮ Druk tweemaal op toets MENU 7.
Let op:
● U kunt het volume voor telefoonge-
sprekken tijdens de weergave direct instellen met de volumeregelaar 3.
DEUTSCH
ENGLISH
FRANÇAIS
ITALIANO
NEDERLANDS
SVENSKA
ESPAÑOL
PORTUGUÊS
DANSK
135
RADIOWEERGAVE
Radioweergave
Dit apparaat is uitgerust met een RDSradio-ontvanger. Veel van de ontvangbare FM-zenders zenden een signaal
uit dat naast het programma ook informatie bevat zoals de naam van de zender en het programmatype (PTY).
De naam van de zender wordt, zodra
deze wordt ontvangen, op het display
weergegeven.
Tuner instellen
Om foutloos functioneren van het radiogedeelte te garanderen moet het apparaat worden ingesteld op de regio waarin u zich bevindt. U kunt kiezen tussen
Europa (EUROPE), Amerika (USA),
Zuid-Amerika (S-AMERICA) en Thailand (THAI). Af fabriek is de tuner ingesteld op de regio waar het apparaat is
verkocht. Bij problemen met de radioontvangst dient u deze instelling te controleren.
De in deze gebruiksaanwijzing beschreven radiofuncties hebben betrekking op
de tunerinstelling Europa (EUROPE).
➮ Houd toets 1 en 59 tegelijkertijd
ingedrukt het schakel het apparaat
opnieuw in met toets 1.
"TUNER" wordt weergegeven.
➮ Kies uw tunergebied met de toet-
of 6.
sen
Om de instelling op te slaan:
➮ Schakel het apparaat uit en weer in
of wacht ca. 8 seconden; de radio
start met de laatst gekozen instelling (radio, CD/MP3, cd-wisselaar
of AUX).
Radioweergave inschakelen
Wanneer u zich in de weergavesoorten
CD/MP3, cd-wisselaar of AUX bevindt:
➮ Druk op toets BND•TS 4
of
➮ Druk zo vaak op toets SRC ; dat
het geheugenniveau, bv . "FM1", op
het display verschijnt.
RDS-comfortfunctie
De RDS-comfortfuncties AF (alternatieve frequentie) en REGIONAL vergroten
het prestatiespectrum van uw autoradio.
● AF: Wanneer de RDS-comfortfunc-
tie geactiveerd is, schakelt het apparaat automatisch over op de als
beste te ontvangen frequentie van
de ingestelde zender.
● REGIONAL: Sommige zenders
verdelen hun programma op bepaalde tijden in regionale programma's met verschillende inhoud. Met
de REG-functie wordt voorkomen
dat de autoradio overschakelt op
alternatieve frequenties met een
andere programma-inhoud.
Let op:
● REGIONAL moet apart in het
menu worden geactiveerd / gedeactiveerd.
RDS-comfortfunctie in- of
uitschakelen
Om de RDS-comfortfuncties AF en
REGIONAL te gebruiken:
➮ Houd toets TRAF•RDS 8 langer
dan twee seconden ingedrukt.
136
RADIOWEERGAVE
De RDS-functie is actief wanneer het
RDS-symbool op het display wordt
weergegeven.
REGIONAL in- en uitschakelen
➮ Druk op toets MENU7.
➮ Druk zo vaak op toets of 6
dat "REG" op het display verschijnt. Achter "REG" wordt "OFF"
(uit) resp. "ON" (aan) weergegeven.
➮ Om REGIONAL in resp. uit te
schakelen drukt u op toets of
6.
➮ Druk op toets MENU7.
Golfgebied / geheugenniveau
kiezen
Met dit apparaat kunt u programma’s
op de frequentiebanden FM alsmede
MW en LW (AM) ontvangen. Voor het
golfgebied FM zijn drie geheugenniveaus (FM1, FM2 en FMT) en voor de
golfgebieden MW en L W elk één geheugenniveau beschikbaar. Op elk geheugenniveau kunnen zes zenders worden
geprogrammeerd.
Om te wisselen tussen de geheugenniveaus FM1, FM2 en FMT resp. de golfgebieden MW en LW:
➮ Druk kort op toets BND•TS 4.
Zenders instellen
U hebt verschillende mogelijkheden om
zenders in te stellen.
Automatische zoekafstemming
➮ Druk op toets of 6.
De eerstvolgende ontvangbare zender
wordt ingesteld.
Handmatig afstemmen op zenders
U kunt ook handmatig zenders instellen.
Let op:
● U kunt alleen met de hand zenders
instellen wanneer de RDS-comfortfunctie gedeactiveerd is.
➮ Druk op toets of 6.
Bladeren in zenderketens
(alleen FM)
Wanneer een zender meerdere programma's biedt, kunt u bladeren in deze
zgn. "zenderketen".
Let op:
● Om deze functie te kunnen gebrui-
ken, moet de RDS-comfortfunctie
geactiveerd zijn.
➮ Druk op toets of 6 om naar
de volgende zender van de zenderketen te gaan.
Let op:
● U kunt zo alleen wisselen tussen
zenders die u al eerder ontvangen
hebt. Gebruik hiervoor de scan- of
de Travelstore-functie.
DEUTSCH
ENGLISH
FRANÇAIS
ITALIANO
NEDERLANDS
SVENSKA
ESPAÑOL
PORTUGUÊS
137
DANSK
Loading...
+ 28 hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.