Benq X12000H, HT9060 User Manual [nl]

X12000H/HT9060 Digitale projector Gebruikershandleiding
V 1.00

Informatie over garantie en auteursrechten

Beperkte garantie
De garantie van BenQ voor dit product heeft betrekking op productie- en materiaalfouten die zich bij normaal gebruik van het apparaat voordoen.
Wanneer u een beroep wilt doen op de garantie, dient u een geldig aankoopbewijs te overleggen. Wanneer dit product tijdens de garantieperiode defect raakt, is BenQ alleen verplicht de defecte onderdelen te vervangen (inclusief arbeidsloon). Om in geval van een defect reparatie- of servicewerkzaamheden te laten uitvoeren die onder de garantie vallen, dient u zich zo snel mogelijk te wenden tot de leverancier bij wie u het product hebt gekocht.
Belangrijk: De bovenstaande garantie vervalt indien de klant heeft nagelaten het product te gebruiken volgens de schriftelijke instructies van BenQ, in het bijzonder de instructies inzake de gebruiksomstandigheden. De vochtigheidsgraad moet tussen 10% en 90% liggen, de temperatuur tussen 0°C en 35°C en de projector mag niet worden gebruikt op stoffige plaatsen of op plaatsen hoger dan 4920 voet. Deze garantie verleent de koper van het apparaat bepaalde rechten, evenals het zogenaamde consumentenrecht, dat echter per land kan verschillen.
Ga voor meer informatie naar www.BenQ.com.
Copyright
Copyright 2018 BenQ Corporation. Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden gereproduceerd, verzonden, opgeslagen in een zoeksysteem of vertaald in een andere taal of computertaal, onder geen enkele vorm en op geen enkele wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, magnetisch, optisch, chemisch, handmatig of op andere wijze, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van BenQ Corporation.
Aansprakelijkheid
BenQ Corporation is niet aansprakelijk en geeft geen garanties, uitdrukkelijk noch stilzwijgend, ten aanzien van de inhoud van deze publicatie en wijst alle garanties van verkoopbaarheid of geschiktheid voor een bepaald doel af. BenQ Corporation behoudt zich het recht voor deze publicatie te herzien en de inhoud ervan van tijd tot tijd te wijzigen zonder verplicht te zijn aan enige persoon mededeling van die herzieningen of wijzigingen te doen.
*DLP, Digital Micromirror Device en DMD zijn handelsmerken van Texas Instruments. Andere merk- en productnamen zijn eigendom van de respectieve bedrijven of organisaties.
Patenten
Ga naar http://patmarking.benq.com/ voor details over gedekte patenten van de BenQ-projector.
2 Informatie over garantie en
Inhoud
Informatie over garantie en auteursrechten ..................................................................... 2
Belangrijke veiligheidsinstructies ........................................................................................ 4
Inleiding ................................................................................................................................. 7
Inhoud van de verpakking ......................................................................................................................... 7
Buitenkant van de projector .................................................................................................................... 8
Bedieningselementen en functies ............................................................................................................ 9
De projector plaatsen ........................................................................................................ 11
Het kiezen van een plek .........................................................................................................................11
De gewenste beeldgrootte van de projectie instellen..................................................................... 12
De projector bevestigen......................................................................................................................... 13
De projectorpositie aanpassen.............................................................................................................. 14
Het geprojecteerde beeld aanpassen................................................................................................... 15
Aansluitingen ...................................................................................................................... 16
Bediening ............................................................................................................................. 18
De projector opstarten .......................................................................................................................... 18
De menu's gebruiken ............................................................................................................................... 19
De projector beveiligen .......................................................................................................................... 20
Schakelen tussen ingangssignalen .......................................................................................................... 22
De projector uitschakelen .....................................................................................................................22
Menubewerkingen .............................................................................................................. 23
BEELD menu ...........................................................................................................................................23
WEERGAVE menu............................................................................................................................... 28
INSTALLATIE menu ..........................................................................................................................29
SYSTEEMINSTLL: BASIS menu ...................................................................................................31
SYSTEEMINSTLL: GEAVANCEERD menu ............................................................................32
INFORMATIE menu ............................................................................................................................ 33
Onderhoud .......................................................................................................................... 34
Onderhoud van de projector ................................................................................................................34
Informatie over de lamp ......................................................................................................................... 35
Problemen oplossen ........................................................................................................... 37
Specificaties ......................................................................................................................... 38
Specificaties van de projector ................................................................................................................38
Afmetingen .................................................................................................................................................38
Timing-diagram.......................................................................................................................................... 39
3 Inhoud

Belangrijke veiligheidsinstructies

De projector is ontwikkeld en getest volgens de nieuwste veiligheidsstandaards voor ict-apparatuur. Voor een veilig gebruik van dit product dient u de instructies in deze handleiding en op de verpakking van het product nauwkeurig op te volgen.
1. Lees deze handleiding aandachtig door
voordat u de projector gaat gebruiken.
Bewaar de handleiding voor toekomstig gebruik.
2. Kijk tijdens het projecteren niet rechtstreeks in de lens van de projector. De sterke lichtstraal kan uw ogen beschadigen.
3. Laat reparatie- of
onderhoudswerkzaamheden over aan een bevoegd technicus.
6. In sommige landen is de netspanning NIET stabiel. Hoewel deze projector normaal werkt bij een netspanning van 100 tot 240 V (wisselstroom), kan het apparaat uitvallen wanneer zich een stroomstoring of een spanningspiek van ±10 V voordoet. In
gebieden waar dit risico hoog is, is het raadzaam de projector aan te sluiten op een spanningsstabilisator, piekbeveiliging of UPS-systeem (Uninterruptible Power Supply).
7. Plaats geen voorwerpen voor de projectielens als de projector wordt gebruikt. De voorwerpen kunnen heet worden en daardoor vervormd raken of vlam vatten. Om de lamp tijdelijk uit te schakelen, gebruikt u de functie leeg.
4. Zorg er altijd voor dat als de
projectorlamp brandt, de lenssluiter (indien aanwezig) is geopend of de lensdop (indien aanwezig) is verwijderd.
5. De lamp wordt erg heet tijdens het gebruik.
4 Belangrijke veiligheidsinstructies
8. Gebruik de lamp niet langer dan de voorgeschreven levensduur.
9. Plaats dit product nooit op een onstabiele ondergrond. Het product kan dan vallen en ernstig worden beschadigd.
13. Plaats de projector niet verticaal. De projector kan dan vallen en letsel veroorzaken of beschadigd raken.
10. Open deze projector niet zelf. De onderdelen van het apparaat staan onder hoge, levensgevaarlijke spanning.
U mag nooit andere onderdelen losmaken of verwijderen. Laat reparaties uitsluitend over aan gekwalificeerde professionele reparateurs.
11. Blokkeer het ventilatierooster niet.
- Plaats deze projector niet op een deken, beddengoed of op een ander zacht oppervlak.
- Bedek deze projector niet met een doek of met andere voorwerpen.
- Plaats geen ontvlambare stoffen in de buurt van de projector.
14. Trap niet op de projector of leg er geen voorwerpen op. Dit kan niet alleen schade aan de projector veroorzaken, maar ook leiden tot ongevallen en mogelijk letsel.
15. Wanneer u de projector gebruikt, neemt u mogelijk warme lucht en een bepaalde geur waar bij het ventilatierooster. Dit is een normaal verschijnsel.
16. Plaats geen vloeistoffen in de buurt van of op de projector. Als er vloeistof in de projector wordt gemorst, werkt deze mogelijk niet meer. Als de projector nat wordt, trekt u de stekker uit het stopcontact en belt u BenQ voor reparaties.
Als het ventilatierooster niet vrij wordt gehouden, kan er door oververhitting in de projector brand ontstaan.
12. Plaats de projector tijdens het gebruik altijd op een stabiel en niet hellend oppervlak.
17. Dit product kan beelden omgekeerd weergeven, zodat plafondmontage mogelijk is.
18. Dit apparaat moet worden geaard.
5 Belangrijke veiligheidsinstructies
19. Plaats de projector niet in de volgende
3000 m
(10000 voet)
0 m
(0 voet)
ruimtes.
- Slecht geventileerde of gesloten ruimtes. Zorg dat de projector ten minste 50 cm van de muur staat en laat voldoende ruimte vrij rondom de projector.
- Plekken waar de temperatuur extreem hoog kan oplopen, zoals in een auto met gesloten ramen.
- Plekken met veel vocht, stof of rook die optische componenten mogelijk aantasten. Dit verkort de levensduur van de projector en verdonkert het beeld.
- Plekken in de buurt van een brandalarm.
- Plekken met een omgevingstemperatuur hoger dan 40°C / 104°F.
- Plekken die hoger liggen dan 3000 m (10000 voet).
Risicogroep 2
1. Volgens de classificatie van fotobiologische veiligheid van lampen en lampsystemen valt dit product onder Risicogroep 2, IEC 62471-5:2015.
2. Dit product straalt mogelijk gevaarlijke optische straling uit.
3. Kijk niet direct in de functionerende lamp. Dit kan uw ogen beschadigen.
4. Net als bij elke andere felle lichtbron, is het niet raadzaam direct in de straal te kijken.
6 Belangrijke veiligheidsinstructies

Inleiding

Inhoud van de verpakking

Pak alles voorzichtig uit en controleer of u alle onderstaande items aanwezig zijn. Wanneer een of meerdere van deze items ontbreken, dient u contact op te nemen met de leverancier.
Standaardaccessoires
Projector
Installatiegids
• De meegeleverde accessoires zijn geschikt voor uw regio, maar verschillen mogelijk van die in de afbeeldingen.
• *De garantiekaart wordt slechts in bepaalde regio’s geleverd. Vraag uw verkoper voor gedetailleerde informatie.
gebruikershandleiding
Cd met
Afstandsbediening met
batterijen
Garantiekaart* Netsnoer
Optionele accessoires
1. Plafondmontageset
2. RS232-kabel
3. Anamorfische lens
4. BenQ 3D-bril
De batterijen van de afstandsbediening vervangen
1. Druk en schuif de batterijklep weg zoals in de afbeelding is weergegeven.
Kabelbinderset x 3
2. Verwijder de oude batterijen (indien van toepassing) en plaats twee AAA-batterijen. Zorg dat de positieve en negatieve zijdes correct zijn gepositioneerd zoals in de afbeelding is weergegeven.
3. Schuif de batterijklep terug zodat deze op z'n plek klikt.
• Laat de afstandsbediening en batterijen niet liggen op plaatsen die extreem warm of vochtig zijn, zoals de keuken, badkamer, sauna, solarium of in een gesloten auto.
• Gebruik alleen dezelfde batterijen of batterijen van hetzelfde type dat door de fabrikant van de batterij wordt aanbevolen.
• Gooi batterijen weg volgens de instructies van de fabrikant en volgens de plaatselijke milieuregelgeving.
• Werp batterijen nooit in vuur. Dit kan een explosie veroorzaken.
• Als de batterijen leeg zijn of als u de afstandsbediening gedurende langere tijd niet gebruikt, verwijdert u de batterijen om beschadiging van de afstandsbediening door lekkende batterijen te voorkomen.
7 Inleiding

Buitenkant van de projector

LAN
PC
-
RS232
12V
TRIGGHER
IR IN
1
2
H
DMI 2-USB MINIB
HDMI 1
HDCP 2.2
6
6
22
24
24
5
3
2
4
7
1
22
24
23
24
21
20
2
9
8
101112 1513
14
16
17
19
18
1. Knoppen voor aanpassen van de lensverschuiving (LINKS/RECHTS, OMHOOG/OMLAAG)
2. Ventilatie (warme lucht uit)
3. Focusring
4. Zoomring
5. Projectielens
6. IR-sensor voor afstandsbediening
7. Lensklep
8. POWER-indicator/TEMP
(waarschuwingslampje temperatuur)/LIGHT (LICHT-indicator)
(Zie Indicatoren op pagina 36.)
9. Ventilatie (koele lucht in)
10. RJ45 lan-ingang (10/100M)
11. IR-IN-aansluiting
Gebruiken in combinatie met een IR-extenderkabel voor een betere signaalontvangst van de afstandsbediening.
12. RGB (pc)-signaalingang
8 Inleiding
13. HDMI-ingang (versie 2.0) en bevestigingspunt voor de kabelbinder
14. HDMI-ingang (versie 1.4a) en bevestigingspunt voor de kabelbinder
15. Usb-mini-B-poort
16. 12 VDC-uitgangen
Activeert externe apparatuur, zoals een elektrisch scherm of lichtbesturing, enz.
17. RS-232-besturingspoort
18. Klep voor extern besturingspaneel
19. Wisselstroomaansluiting en bevestigingspunt voor kabelbinder
20. Extern besturingspaneel (Zie Bedieningselementen en functies op
pagina 9.)
21. Antidiefstalbeugel
22. Verstelvoetjes
23. Anamorfische lensopeningen
24. Gaten voor plafondmontage

Bedieningselementen en functies

LAN
PC
-
RS232
12V
TRIGGHER
IR IN
1
2
HDMI 2-USB MINIB
HDMI 1
HDCP 2.2
6
4
3
7
2
1
5
Alle toetsindrukken die in dit document zijn beschreven, zijn beschikbaar op de afstandsbediening of op de projector.
8
7
1
2
5
9
10
12
11
3 4
7
13
14
15 16
17 18 19
20
6
Projector en afstandsbediening
1. SOURCE
Opent de ingangselectiebalk.
2. Pijltoetsen ( , , , )
Als het On-Screen Display (OSD)-menu is geactiveerd, gebruikt u deze toetsen als pijltoetsen om de gewenste menu-items te selecteren en om aanpassingen uit te voeren.
3. BACK
Keert terug naar het vorige OSD-menu, sluit en bewaart de menu-instellingen.
4. MODE, PIC MODE
Kies een beschikbare beeldinstellingsmodus.
5. OK
Hiermee bevestigt u het geselecteerde menu-item in het On-Screen Display (OSD)-menu.
6. MENU
Activeert het schermmenu (OSD).
7. I/ ENERGIE
Dit zet de projector aan of op stand-by.
8. AUTO
Bepaalt automatisch de beste timings voor het beeld.
9. ASPECT
Hiermee selecteert u de beeldverhouding.
10. HDR
Geeft het HDR-menu weer.
11. 3D
Geeft het 3D-menu weer.
12. Aanpassingstoetsen voor beeldkwaliteit (BRIGHT, CONTRAST, COLOR TEMP, COLOR MANAGE, GAMMA, SHARP)
Geeft de instellingsbalken weer voor aanpassing van de betreffende waardes voor beeldkwaliteit.
9 Inleiding
13. TEST PATTERN
O
n
g
e
v
e
e
r
+
3
0
º
O
n
g
e
v
e
e
r
+
3
0
º
18. LIGHT MODE
Geeft het testpatroon weer.
14. DEFAULT
Resets de huidige functie naar standaard fabrieksinstelling.
15. CINEMAMASTER
Geeft het CinemaMaster-menu weer.
Zie CinemaMaster op pagina 27.
16. INVERT
Als het 3D-beeld is vervormd, kunt u deze functie inschakelen om de beelden voor linkeroog en rechteroog om te wisselen zodat u comfortabel van 3D-beelden kunt genieten.
17. DYNAMIC IRIS
De toetsfunctie is niet beschikbaar op dit model.
Effectief bereik van de afstandsbediening
Selecteert een geschikt lampvermogen uit de beschikbare modi.
19. ECO BLANK
Hiermee kunt u de schermafbeelding verbergen.
Plaats geen voorwerpen voor de projectielens als de projector wordt gebruikt. De voorwerpen kunnen heet worden en daardoor vervormd raken of vlam vatten.
20. KEY LIGHT
Zet de verlichting van de afstandsbediening een aantal seconden aan. Druk, terwijl de verlichting aan is, op een andere toets om de verlichting aan te houden. Druk nogmaals op de toets om de verlichting uit te schakelen.
De afstandsbediening moet in een hoek van 30 graden ten opzichte van de IR-sensor van de projector worden gehouden om correct te functioneren. De afstand tussen de afstandsbediening en de sensor(en) mag niet meer dan 8 meter (~ 26 voet) bedragen.
Zorg dat tussen de afstandsbediening en de IR-sensor(en) van de projector geen obstakels liggen die de infraroodstraal kunnen blokkeren.
• De projector bedienen via de voorkant • De projector bedienen via de achterkant
10 Inleiding

De projector plaatsen

Het kiezen van een plek

Voordat u een plek voor de projector kiest, houdt u rekening met de volgende zaken:
• Formaat en positie van het scherm
• Plek van het stopcontact
• Locatie en afstand tussen de projctor en de rest van de apparatuur
U kunt de projector op de volgende manieren installeren.
1. Tafel voorkant
Selecteer deze instelling als u de projector op de tafel en voor het scherm installeert. Als u een snelle opstelling en draagbaarheid wenst, is dit de meest gebruikte opstelling.
2. Plafond voor
Selecteer deze instelling als u de projector tegen het plafond en voor het scherm installeert. Als u de projector aan het plafond wilt bevestigen, kunt u het beste de plafondmontageset voor een BenQ Projector bij uw leverancier kopen.
3. Plafond achter
Selecteer deze instelling als u de projector tegen het plafond en achter het scherm installeert. Voor deze opstelling zijn een speciaal scherm voor achterwaartse projectie en de plafondmontageset voor een BenQ Projector vereist.
4. Tafel achterkant
Selecteer deze instelling als u de projector op de tafel en achter het scherm installeert. Voor deze opstelling is een speciaal scherm voor achterwaartse projectie vereist.
Na het inschakelen van de projector, gaat u naar INSTALLATIE > Projectorpositie en drukt u op
/ om een instelling te selecteren.
11 De projector plaatsen

De gewenste beeldgrootte van de projectie instellen

H
B
Projectieafstand
Midden van de lens
Scherm
16:9 schermdiagonaal
De afstand van de lens van de projector tot het scherm, de zoominstellingen en het videoformaat zijn allemaal factoren die de grootte van het geprojecteerde beeld bepalen.
Projectieafmetingen
12V TRIGGHER
1
-
LAN
PC
IR IN
RS232
2
HDMI 1
HDMI 2-USB MINIB
HDCP 2.2
• De beeldverhouding van het scherm is 16:9 en van het geprojecteerde beeld 16:9.
Schermgrootte Afstand tot scherm (mm)
Diagonaal
Inch mm (max. zoom) (min. zoom)
H (mm) B (mm)
Min lengte
Gemiddeld
Max lengte
Laagste/Hoogste
lenspositie
(mm)
80 2032 996 1771 2400 3000 3600 149
90 2286 1121 1992 2700 3375 4050 168
100 2540 1245 2214 3000 3750 4500 187
110 2794 1370 2435 3300 4125 4950 205
120 3048 1494 2657 3600 4500 5400 224
130 3302 1619 2878 3900 4875 5850 243
140 3556 1743 3099 4200 5250 6300 262
150 3810 1868 3321 4500 5625 6750 280
160 4064 1992 3542 4800 6000 7200 299
170 4318 2117 3763 5100 6375 7650 318
180 4572 2241 3985 5400 6750 8100 336
190 4826 2366 4206 5700 7125 8550 355
200 5080 2491 4428 6000 7500 9000 374
Als u bijvoorbeeld een scherm van 120 inch gebruikt, is de aanbevolen projectieafstand 4500 mm.
Voor een projectieafstand van 520 cm is 5250 mm de dichtstbijzijnde waarde in de kolom "Afstand tot
scherm (mm)". Als u in deze rij kijkt, ziet u dat u hiervoor een scherm van 140'' (ongeveer 3,6 m) nodig
hebt.
Alle maten zijn benaderingen en kunnen afwijken van de daadwerkelijke formaten. BenQ beveelt bij een permanente plaatsing van de projector aan om de projectiegrootte en -afstand eerst ter plaatse met de projector fysiek te testen, zodat u rekening kunt houden met de optische eigenschappen van deze projector. Hierdoor kunt u de precieze bevestigingspositie bepalen die het beste past in uw specifieke locatie.
12 De projector plaatsen

De projector bevestigen

Schroef voor plafondmontage: M6 (max. L = 25 mm; min. L = 20 mm)
Eenheid: mm
Als u de projector wilt bevestigen, is het raadzaam een gepaste montageset voor BenQ-projectoren te gebruiken voor een veilige en stevige montage.
Als u een montageset van een ander merk dan BenQ gebruikt, bestaat het gevaar dat de projector naar beneden valt omdat het apparaat met de verkeerde schroeven is bevestigd.
Voordat u de projector bevestigt
• U kunt een projectormontageset voor BenQ-projectoren kopen bij de leverancier van uw BenQ-projector.
• BenQ adviseert dat u ook een veiligheidskabel gebruikt om zowel de basis van de montagebeugel als de beveiligingsbalk aan de projector te bevestigen. Wanneer de projector loskomt van de houder, blijft het apparaat toch veilig zitten.
• Vraag de leverancier om de projector voor u te monteren. Als u de projector zelf monteert, kan de projector vallen en letsel opleveren.
• Neem de benodigde maatregelen om te voorkomen dat de projector naar beneden valt tijdens bijvoorbeeld een aardbeving.
• De garantie dekt geen beschadiging van het product als gevolg van het monteren van de projector met een projectormontageset die niet van BenQ is.
• Let op de omgevingstemperatuur van de plek waar de projector aan het plafond wordt bevestigd. Als een verwarming wordt gebruikt, kan de temperatuur bij het plafond hoger zijn dan verwacht.
• Lees de gebruikershandleiding van de montageset voor informatie over de kracht van het draaimoment. Als u de montageset te stevig vastschroeft, kan dit de projector beschadigen waardoor deze uiteindelijk naar beneden kan vallen.
• Zorg dat het stopcontact op een toegankelijke hoogte is, zodat u de projector makkelijk kunt uitschakelen.
Afbeelding voor plafondmontage
372.8
547.8
530.8
553.39
337
290
275.79
564.49
13 De projector plaatsen

De projectorpositie aanpassen

27%27%
1 schermbreedte
LAN
PC
-
RS232
12V
TRIGGHER
IR IN
1
2
HDMI 2-USB MINIB
HDMI 1
HDCP 2.2
65%
65%
1 s
c h e r m
h o o g t
e
De projectielens verschuiven
De lensverschuiving zorgt voor flexibiliteit bij de montage van de projector. Hiermee kan de projector afwijkend gepositioneerd worden ten opzichte van de middenas.
De lensverschuiving wordt uitgedrukt als een percentage van de geprojecteerde beeldhoogte of
-breedte. U kunt de knoppen op de projector gebruiken om de projectielens in een richting binnen het toegestane bereik te verschuiven, afhankelijk van de gewenste beeldpositie.
De horizontale positie De verticale positie
Het projectiebereik
Het aanpassen van de lensverschuiving heeft geen invloed op de beeldkwaliteit.
14 De projector plaatsen

Het geprojecteerde beeld aanpassen

De projectiehoek aanpassen
Wanneer de projector niet op een horizontaal oppervlak wordt geplaatst of het scherm en de projector niet loodrecht op elkaar staan, wordt het geprojecteerde beeld trapeziumvormig weergegeven. U kunt aan het verstelvoetje draaien om de horizontale hoek nauwkeuriger in te stellen.
Trek de voet terug door het verstellervoetje in de andere richting te draaien.
Kijk niet in de lens wanneer de projectorlamp brandt. Het felle licht kan schade toebrengen aan uw ogen.
Het beeld automatisch aanpassen
Soms moet de beeldkwaliteit worden aangepast. Druk op AUTO om dit te doen. Binnen 3 seconden past de ingebouwde automatische bijstellingsfunctie de waarden van Frequentie en Klok aan, zodat er een optimale beeldkwaliteit wordt geproduceerd.
De huidige signaalgegevens worden 3 seconden in de hoek van het scherm weergegeven.
Deze functie is alleen beschikbaar als pc-signaal (analoog RGB) is geselecteerd.
Het beeldformaat en de helderheid fijn afstellen
1. Wijzig de grootte van het geprojecteerde beeld met behulp van de zoomring.
2. Stel het beeld scherp door aan de focusring te draaien.
15 De projector plaatsen

Aansluitingen

LAN
PC
-
RS 232
12V
TRIGGHER
IR I N
1
2
HDMI 2-USB MINI B
HDMI 1
HDCP 2.2
3 4
1
2
Laptop of desktopcomputer, AV-apparaat
VGA
HDMI
RJ-45-kabel
IR Extender
VGA-kabel
Hdmi-kabel
1
234
Volg deze instructies om apparatuur op de projector aan te sluiten:
1. Schakel alle apparatuur uit voordat deze aansluit.
2. Gebruik de juiste signaalkabels voor elke bron.
3. Zorg dat de kabels goed zijn geplaatst.
• Niet alle kabels die in de onderstaande verbindingen zijn weergegeven, worden bij de projector geleverd (zie
Inhoud van de verpakking op pagina 7). Deze kabels zijn verkrijgbaar bij elektronicawinkels.
• Onderstaande afbeeldingen met verbindingen dienen slechts ter illustratie. De aansluitingen op de achterzijde van de projector verschillen per projectormodel.
• Bij notebooks worden de externe videopoorten vaak niet ingeschakeld wanneer een projector is aangesloten. Met de toetsencombinatie FN + functietoets kunt u de externe weergave doorgaans in- of uitschakelen. Druk tegelijkertijd op FN en een van deze toetsen. Raadpleeg de handleiding van het notebook voor meer informatie over mogelijke toetsencombinaties.
• Als het geselecteerde videobeeld niet wordt weergegeven nadat u de projector hebt ingeschakeld en de juiste videobron hebt geselecteerd, controleert u of het videoapparaat is ingeschakeld en goed werkt. Controleer ook of de signaalkabels op de juiste manier zijn aangesloten.
U dient de projector slechts op een van de volgende videouitgangen aan te sluiten. Elke uitgang levert een andere videokwaliteit.
Aansluiting Beeldkwaliteit
HDMI 1 (versie 2.0)
HDMI 2 (versie 1.4a)
PC
Best
Beter
Goed
16 Aansluitingen
De kabelbinderset gebruiken
Kabelbinder
Kabelbinderhouder
Kabelbinderkop
1
3
4
5
Met een kabelbinderset valt een stekker niet uit de verbonden aansluiting. Het bevat de volgende onderdelen.
Zo gebruikt u een kabelbinderset:
1. Steek een kabel stevig in een correcte poort van de projector. Steek de kabelbinderkop in de kabelbinderopening boven de verbonden poort. Let op dat de kabelbinder niet kan worden verwijderd uit de opening zodra deze daarin is gestoken.
2. Pak de kabelbinderhouder beet. Open de houder ietwat om de aangesloten kabel te omsluiten.
2
3. Steek het andere uiteinde van de kabelbinder in de kabelbinderhouder zoals in de afbeelding is weergegeven.
4. Sluit de kabelbinderhouder door op de uitsparing te drukken.
5. Beweeg de kabelbinderhouder met de kabelbinder mee naar het uiteinde van de kabelstekker.
De kabelbinder is geïnstalleerd.
17 Aansluitingen

Bediening

De projector opstarten

1. Sluit het netsnoer aan. Schakel het stopcontact in (indien nodig). De Powerindicator op de projector brandt oranje zodra de stroom is ingeschakeld.
2. Druk op op de projector of op op de afstandsbediening om de projector te starten. De
powerindicator knippert groen en blijft groen als de projector is ingeschakeld.
Het opstarten duurt ongeveer 30 seconden. In de latere fase van het opstarten wordt het opstartlogo weergegeven.
Draai zo nodig aan de focusring om de helderheid van het beeld aan te passen.
3. Als dit de eerste keer is dat u de projector inschakelt, helpt de setupwizard u met het instellen van de projector. Als dit al is uitgevoerd, slaat u deze stap over en gaat u naar de volgende stap.
• Navigeer door de menu-items met de pijltoetsen ( ///) op de projector of afstandsbediening.
• Bevestig het geselecteerde menu-item met OK.
Stap 1:
Geef de Projectorpositie aan.
Zie Het kiezen van een plek voor meer informatie over het positioneren van de projector.
Stap 2:
Geef de OSD-Taal aan.
Stap 3:
Geef de Auto-ingang aan.
Selecteer Aan en de projector zoekt altijd automatisch naar beschikbare signalen als de projector wordt ingeschakeld.
De eerste instellingen zijn nu voltooid.
18 Bediening
4. Als u om een wachtwoord wordt gevraagd, drukt u op de pijltoetsen om een wachtwoord van
BEELD
Beeldmodus
Gebruikermod.beheer
Contrast
Tint
Scherpte
Geavanceerd
Actuele beeldmod. resetten
50
50
Afsluiten
PC
Kleur
Helderheid
2
3
4
1
5
6
50
50
5
1
4
2
5
3
6
6 cijfers in te voeren. Zie De wachtwoordbeveiliging gebruiken op pagina 20.
5. Schakel alle aangesloten apparatuur in.
6. De projector zoekt naar ingangssignalen. Het huidige ingangssignaal dat gescand wordt verschijnt. Als de projector geen goed signaal waarneemt, blijft het bericht "Geen signaal" op het scherm staan totdat er een ingangssignaal wordt gevonden.
U kunt ook op SOURCE drukken om het gewenste ingangssignaal te selecteren. Zie Schakelen
tussen ingangssignalen op pagina 22.
• Gebruik de originele accessoires (zoals het netsnoer) om mogelijk gevaar, zoals een elektrische schok of brand, te voorkomen.
• De Setupwizard-afbeeldingen dienen slechts ter referentie en kunnen afwijken van het daadwerkelijke ontwerp.
• Als de frequentie/resolutie van het ingangssignaal buiten het bereik van de projector valt, wordt het bericht "Buiten bereik" op een leeg scherm. Selecteer een ingangssignaal dat compatibel is met de resolutie van de projector of stel het ingangssignaal op een lager niveau in. Zie Timing-diagram op pagina 39.
• Als gedurende 3 minuten geen signaal wordt gedetecteerd, wordt automatisch de spaarmodus geactiveerd.

De menu's gebruiken

De projector beschikt over schermmenu's (OSD) waarin u de instellingen kunt aanpassen.
Onderstaande OSD-afbeeldingen dienen slechts ter referentie en kunnen afwijken van de daadwerkelijke OSD.
Hieronder ziet u een overzicht van het OSD-menu.
Hoofdmenupic­togram
Huidig ingangssignaal
Hoofdmenu Status
Druk op BACK om
Submenu
terug naar de vorige pagina te gaan of af te sluiten.
U opent het OSD-menu door op MENU op de projector of afstandsbediening te drukken.
• Navigeer door de menu-items met de pijltoetsen ( / / / ) op de projector of afstandsbediening.
• Gebruik OK op de projector of afstandsbediening om het geselecteerde menu-item te bevestigen.
19 Bediening

De projector beveiligen

Nieuw Wachtwoord Invoeren
Terug
Wachtwoordfout
Probeer het opnieuw.
Een veiligheidskabelslot gebruiken
De projector moet op een veilige plek worden geïnstalleerd om diefstal te voorkomen. Of koop een veiligheidskabel om de projector te beveiligen. Aan de zijkant van de projector is een beveiligingsbalk bevestigd. Zie item 21 op pagina 8. Steek een veiligheidskabel in de opening van de beveiligingsbalk en bevestig dit aan een beugel of zwaar meubelstuk in de buurt.
De wachtwoordbeveiliging gebruiken
Een wachtwoord instellen
1. Ga naar SYSTEEMINSTLL: GEAVANCEERD > Wachtwoord. Druk op OK. De pagina Wachtwoord wordt weergegeven.
2. Selecteer Wachtwoord wijzigen en druk op OK.
3. De vier pijltoetsen ( , , , ) vertegenwoordigen de 4 cijfers (1, 2, 3, 4). Druk, afhankelijk van het gewenste wachtwoord, op de pijltoetsen op afstandsbediening om de zes cijfers van het wachtwoord in te voeren.
4. Bevestig het nieuwe wachtwoord door het nieuwe wachtwoord opnieuw in te voeren. Als het wachtwoord is ingesteld keert het OSD-menu terug naar de pagina Wachtwoord.
5. Activeer de functie Inschakelblokkering door op / te drukken om Inschakelblokkering te markeren en druk op / om Aan te selecteren. Voer het wachtwoord nogmaals in.
• De ingevoerde cijfers worden als sterretjes op het scherm weergegeven. Schrijf het door u gekozen wachtwoord van te voren of net nadat u het wachtwoord hebt ingevoerd op, zodat u het altijd kunt opzoeken, mocht u het vergeten.
• Als u een wachtwoord hebt ingesteld en de inschakelblokkering is geactiveerd, kunt u de projector alleen gebruiken als het wachtwoord wordt ingevoerd. Telkens wanneer u de projector start, moet u het wachtwoord opgeven.
Als u het wachtwoord bent vergeten
Als u een onjuist wachtwoord invoert, verschijnt een foutmelding voor het wachtwoord en verschijnt vervolgens de melding Huidig Wachtwoord Invoeren. Als u het wachtwoord echt niet meer weet, gebruikt u de wachtwoordherstelprocedure. Zie De procedure voor het
oproepen van het wachtwoord starten op pagina 21.
Wanneer u 5 keer achter elkaar het verkeerde wachtwoord invoert, wordt de projector na korte tijd automatisch uitgeschakeld.
20 Bediening
De procedure voor het oproepen van het wachtwoord starten
Noteer de code en neem contact op met de BenQ-kl antenservice.
Code:
255 255 255 255
Wachtwoord oproepen
Afsluiten
1. Houd OK 3 seconden ingedrukt. De projector laat op het scherm een code zien.
2. Schrijf het nummer op en schakel de projector uit.
3. Neem contact op met de klantenservice van BenQ in uw land om het nummer te decoderen. Mogelijk wordt u gevraagd om een bewijs van aankoop te overleggen om te controleren of u bevoegd bent de projector te gebruiken.
Het wachtwoord wijzigen
1. Ga naar SYSTEEMINSTLL: GEAVANCEERD > Wachtwoord > Wachtwoord wijzigen.
2. Druk op OK. Het bericht "Huidig Wachtwoord Invoeren" verschijnt.
3. Voer het oude wachtwoord in.
• Als het wachtwoord juist is, verschijnt nogmaals het bericht "Nieuw Wachtwoord Invoeren''.
• Als het wachtwoord niet juist is, verschijnt een foutmelding voor het wachtwoord op het scherm. Daarna verschijnt het bericht "Huidig Wachtwoord Invoeren" en kunt u het opnieuw proberen. U kunt op BACK drukken om de wijziging te annuleren of een ander wachtwoord proberen.
4. Voer een nieuw wachtwoord in.
5. Bevestig het nieuwe wachtwoord door het nieuwe wachtwoord opnieuw in te voeren.
De wachtwoordfunctie uitschakelen
Schakel de wachtwoordbeveiliging uit door naar SYSTEEMINSTLL: GEAVANCEERD >
Wachtwoord > Inschakelblokkering te gaan en druk op / om Uit te selecteren. Het bericht "Huidig Wachtwoord Invoeren" verschijnt. Voer het huidige wachtwoord in.
• Als het juiste wachtwoord is ingevoerd, keert het OSD-menu terug naar de pagina Wachtwoord. U hoeft de volgende keer dat u de projector inschakelt geen wachtwoord meer in te voeren.
• Als het wachtwoord niet juist is, verschijnt een foutmelding voor het wachtwoord op het scherm. Daarna verschijnt het bericht "Huidig Wachtwoord Invoeren" en kunt u het opnieuw proberen. U kunt op BACK drukken om de wijziging te annuleren of een ander wachtwoord proberen.
Hoewel de wachtwoordfunctie is uitgeschakeld, dient u het oude wachtwoord bij de hand te houden voor het geval dat u de wachtwoordfunctie ooit weer moet inschakelen door het oude wachtwoord in te voeren.
21 Bediening

Schakelen tussen ingangssignalen

HDMI1
HDMI2
PC
Bron
De projector kan tegelijkertijd op verschillende apparaten worden aangesloten. De beelden van deze apparaten kunnen echter niet tegelijkertijd op volledig scherm worden weergegeven. Tijdens het opstarten zoekt de projector automatisch beschikbare signalen.
Zorg dat de functie SYSTEEMINSTLL: BASIS > Auto-ingang in het menu is ingesteld op Aan als u wilt dat de projector automatisch signalen zoekt.
De ingang selecteren:
1. Druk op SOURCE. Een ingangselectiebalk verschijnt dan.
2. Druk op / totdat het gewenste signaal is geselecteerd en druk op OK.
Zodra het signaal is gevonden, wordt de informatie over de geselecteerde ingang een aantal seconden in de hoek van het scherm weergegeven. Als er meerdere apparaten op de projector zijn aangesloten, herhaal dan stappen 1-2 om een ander signaal te zoeken.
• De helderheid van het geprojecteerde beeld verandert tijdens het schakelen tussen de verschillende ingangssignalen.
• Voor de beste beeldresultaten, kiest u een ingangssignaal dat ook gebruik maakt van de eigenresolutie van de projector. Andere resoluties worden door de projector aangepast, afhankelijk van de instelling "beeldverhouding", waardoor enige beeldvervorming of verlies van beeldkwaliteit kan optreden. Zie Beeldverhouding op pagina 30.

De projector uitschakelen

1. Druk op en er verschijnt een melding die u om een bevestiging vraagt. Wanneer u niet binnen enkele seconden reageert, verdwijnt het bericht.
2. Druk nogmaals op .
3. Trek de stekker van het netsnoer uit het stopcontact.
22 Bediening

Menubewerkingen

De schermmenu (OSD)'s verschillen afhankelijk van het geselecteerde signaaltype en het projectormodel.
De menu-items zijn beschikbaar wanneer de projector minstens één goed signaal detecteert. Wanneer geen apparatuur op de projector is aangesloten of geen signaal wordt waargenomen, zijn beperkte menuopties beschikbaar.

BEELD menu

De projector beschikt over verschillende beeldmodi waaruit u de modus kunt kiezen die het beste past bij uw gebruiksomgeving en het beeldtype van het ingangssignaal.
Bright: Maximaliseert de helderheid van het geprojecteerde beeld. Deze optie is geschikt voor omgevingen waar een uiterst hoge helderheid is vereist, bijv. in een goed verlichte kamer.
Vivid: Is iets helderder dan Cinema en geschikt voor films in ruimtes met weinig omgevingslicht, zoals een woonkamer.
Cinema: Met goed gebalanceerde kleurtinten en contrast bij lage helderheid, is dit met name geschikt voor het genieten van films in een volledig donkere omgeving (zoals in een bioscoop).
Beeldmodus
Silence: Minimaliseert de akoestische ruis. Geschikt om films te kijken waarvoor een zeer stille omgeving nodig is, zodat u niet wordt afgeleid door de ruis van de projector. Als deze modus wordt gebruikt, worden de volgende menufuncties automatisch veranderd in de betreffende instellingen en grijs gemaakt.
XPR: Uit
Lichtmodus: Economisch
User 1/User 2: Roept de aangepaste instellingen op, gebaseerd op de momenteel beschikbare beeldmodi. Zie Gebruikermod.beheer op pagina 24.
3D: geoptimaliseerd om 3D-effecten zichtbaar te maken van 3D-beeldmateriaal.
Deze modus is uitsluitend beschikbaar als de 3D-functie is ingeschakeld.
HDR: Levert HDR-effecten (High Dynamic Range) met meer helderheid en hoger contrast voor kleuren. Deze modus is alleen beschikbaar als:
1. WEERGAVE > HDR is ingesteld op Auto en HDR-beelden worden gedetecteerd.
2. WEERGAVE > HDR-menu is ingesteld op HDR.
23 Menubewerkingen
Er zijn twee door de gebruiker te definiëren modi als de momenteel beschikbare beeldkwaliteitstanden niet aan uw wensen voldoen. U kunt een van de beeldmodi als beginpunt gebruiken (behalve User 1/User 2) en de instellingen aanpassen.
Inst. laden vanaf
1. Ga naar BEELD > Beeldmodus.
2. Druk op / om User 1 of User 2 te selecteren.
3. Druk op om Gebruikermod.beheer te selecteren en druk op OK. De pagina Gebruikermod.beheer wordt geopend.
4. Kies Inst. laden vanaf en druk op OK.
5. Druk op / om een beeldmodus te kiezen die uw wensen het dichtst benadert.
6. Druk op OK en BACK om terug te keren naar het menu BEELD.
Gebruikermod. beheer
Helderheid
7. Druk op om de items in het submenu die u wilt veranderen te selecteren en pas de waardes aan door op / te drukken. De aanpassingen worden opgenomen in de geselecteerde gebruikersmodus.
Gebr.mod.naam wz
Kies dit om de namen van de aangepaste beeldmodi te wijzigen (User 1 of User 2). De nieuwe naam kan maximaal 9 tekens bevatten, waaronder letters (A-Z, a-z), cijfers (0-9), en spatie (_).
1. Ga naar BEELD > Beeldmodus.
2. Druk op / om User 1 of User 2 te selecteren.
3. Druk op om Gebruikermod.beheer te selecteren en druk op OK. De pagina Gebruikermod.beheer wordt geopend.
4. Druk op om Gebr.mod.naam wz te selecteren en druk op OK. De pagina Gebr.mod.naam wz wordt geopend.
5. Gebruik / /
/ om gewenste tekens te selecteren.
6. Als u klaar bent, drukt u op OK en BACK om af te sluiten.
Hoe hoger de waarde, hoe helderder de afbeelding. Stel deze knop zo in dat de zwarte gedeelten van het beeld echt zwart worden weergegeven en er nog details zichtbaar zijn in de donkere gedeelten.
Hoe hoger de waarde, hoe groter het contrast. Gebruik deze optie om het
Contrast
maximale witniveau in te stellen nadat u eerder de Helderheid hebt ingesteld die past bij de geselecteerde ingang en de omgeving.
Lagere instelling levert minder verzadigde kleuren op. Als de instelling te hoog
Kleur
staat, worden de kleuren op het beeld te fel, waardoor het beeld onrealistisch wordt.
Tint
Hoe hoger de waarde, hoe groener het beeld. Hoe lager de waarde, hoe roder het beeld.
Scherpte Hoe hoger de waarde, hoe scherper het beeld.
24 Menubewerkingen
Geavanceerd
Hoge Helderheid
Laag Contrast
Lage Helderheid
Hoog Contrast
1,8 2,0 2,1 2,2 2,3 2,4 2,5 2,6 BenQ
Gammaselectie
Gamma verwijst naar de verhouding tussen de helderheid van ingangssignaal en beeld.
1,8/2,0/2,1/BenQ: Kies deze waardes naar wens.
2,2/2,3: Verhoogt de gemiddelde helderheid van het beeld. Met name geschikt voor verlichte omgevingen, vergaderkamers of huiskamers.
2,4/2,5: Met name geschikt voor films in een donkere omgeving.
2,6: Beste voor het weergeven van films met veel donkere scènes.
HDR-helderheid
De projector kan het helderheidsniveau van het beeld automatisch aanpassen op basis van het ingangssignaal. U kunt het helderheidsniveau ook handmatig instellen om een de beeldkwaliteit te verbeteren. Bij een hogere waarde wordt het beeld helderder. Bij een lagere waarde wordt het beeld donkerder.
Kleurtemperatuur
Er zijn diverse voorinstellingen voor kleurtemperatuur beschikbaar. De beschikbare instellingen variëren op basis van het geselecteerde signaaltype.
Normaal: De witte kleur behoudt de normale schakering.
Koel: Maakt het beeld blauwachtig wit.
Standaardtemp.: Met de oorspronkelijke kleurtemperatuur van de lamp en hogere helderheid. Deze instelling is geschikt voor omgevingen waar een uiterst hoge helderheid is vereist, bijv. in een goed verlichte kamer.
Warm: Maakt het beeld roodachtig wit.
U kunt ook een voorkeurskleurtemperatuur instellen door de volgende opties aan te passen.
R-versterking/G-versterking/B-versterking: Past de contrastniveaus van Rood, Groen en Blauw aan.
R-verschuiving/G-verschuiving/B-verschuiving: Past de helderheidniveaus van Rood, Groen en Blauw aan.
25 Menubewerkingen
Geavanceerd
ROOD
BLAUW
GROEN
Geel
Cyaan
Magenta
(vervolg)
Kleurbeheer
Kleurbeheer heeft zes reeksen (RGBCMY) kleuren die kunnen worden aangepast. Als u elke kleur selecteert, kunt u onafhankelijk het bereik en verzadiging naar wens aanpassen.
Primaire kleur: Selecteer een kleur uit Rood, Geel, Groen, Cyaan, Blauw of Magenta.
Tint: Een verhoging van het bereik omvat de kleuren die de twee naastliggende kleuren bevatten. Zie de afbeelding om te zien hoe de kleuren samenhangen. Als u bijvoorbeeld Rood kiest en het bereik instelt op 0, wordt alleen puur rood in het geprojecteerde beeld geselecteerd. Het verhogen van het bereik neemt ook rood op dat dicht bij geel en dicht bij magenta ligt.
Verz adi gin g: Pas de waarden naar eigen inzicht aan. Elke aangebrachte aanpassing is direct terug te vinden in het beeld. Als u bijvoorbeeld Rood kiest en het bereik instelt op 0, wordt alleen de verzadiging van puur rood beïnvloed.
Effect: Pas de waarden naar eigen inzicht aan. Het contrastniveau van de gekozen primaire kleur wordt beïnvloed. Elke aangebrachte aanpassing is direct terug te vinden in het beeld.
Ver za dig in g is de hoeveelheid van die kleur in een videobeeld. Lagere instellingen produceren minder verzadigde kleuren; een instelling van "0" verwijdert de betreffende kleur volledig uit het beeld. Als de verzadiging te hoog is, wordt de betreffende kleur te sterk en onrealistisch.
Kleurgamma
Kleurgamma verwijst het kleurbereik dat door een apparaat kan worden weergegeven. Er worden verschillende standaarden gebruikt met verschillende niveaus voor kleurgamma, zoals CIE 1976, sRGB, Adobe RGB, NTSC, enz.
Als u op deze projector Auto selecteert, wordt automatisch het meest geschikte kleurgamma toegepast op de beeldbron. U kunt ook naar eigen inzicht BT. 709, BT. 2020 of DCI-P3 kiezen.
26 Menubewerkingen
Geavanceerd (vervolg)
CinemaMaster
Color Enhancer: Hiermee kunt u de verzadiging van kleuren nog flexibeler aanpassen. Het moduleert comlexe kleuralgoritmes om foutloos verzadigde kleuren, fijne kleurschakeringen, tussenliggende tinten en subtiele pigmenten te renderen.
Huidtint: Levert een kleine aanpassing van alleen de tint om de huidskleur van personen te ijken, en niet voor andere kleuren in de afbeelding. Het voorkomt het verliezen van kleur van huidtinten in het licht van de projectiestraal, waardoor elke huidtint in de mooiste kleurschakering wordt weergegeven.
Pixel Enhancer 4K: Het is een technologie voor superresoluties die Full HD-content radicaal verbetert wat betreft kleur, contrast en textuur. Daarnaast is het een technologie voor verbetering van details die oppervlaktedetails verfijnt voor natuurgetrouwe afbeeldingen die van het scherm af knallen. Gebruikers kunnen de scherpte en detailverbetering aanpassen voor optimaal kijkplezier.
DCTI/DLTI: Geavanceerde algoritmes verbeteren kleur en lichtuitvoer significant voor beelden met contrasterende kleuren of heldere en donkere vlakken. DCTI verhoogt de levendigheid van kleuren voor drastische overgangen zonder storingsruis. DLTI vermindert de ruis van snel veranderingen door verschil in luminantie voor optimale helderheid en contrast. Het resultaat is een beeldkwaliteit met extreme beelddiepte en kleurprestaties.
Actuele beeldmod. resetten
Ruisonderdrukking: Vermindert elektrische ruis in het beeld die veroorzaakt wordt door verschillende mediaspelers.
Lichtmodus: Selecteert een geschikt lampvermogen uit de beschikbare modi. Zie De levensduur van de lamp verlengen op pagina 35.
Alle aanpassingen die zijn aangebracht voor de geselecteerde Beeldmodus (geldt ook voor de vooraf ingestelde modi, User 1 en User 2) worden hersteld naar de standaard fabriekswaardes.
1. Druk op OK. Er wordt een bevestiging weergegeven.
2. Druk op / om Reset te selecteren en druk op OK. De
fabrieksinstellingen voor de beeldmodus worden hersteld.
27 Menubewerkingen

WEERGAVE menu

De pagina wordt weergegeven waarop u de positie kunt aanpassen. U verplaatst
Beeldpositie
Overscanaanpas­sing
PC-tuning
het geprojecteerde beeld met de richtingspijlen. Deze functie is alleen beschikbaar als pc-signaal (analoog RGB) is geselecteerd.
Verbergt de slechte beeldkwaliteit in de vier randen.
Hoe hoger de waarde, hoe meer van het beeld wordt verborgen, terwijl het scherm gevuld en geometrisch kloppend blijft. Instelling 0 betekent dat 100% van het beeld wordt weergegeven.
Horizontale afmeting: Stelt de horizontale breedte van het beeld in.
Fase: Hiermee past u de klokfase aan om vervorming van het beeld te verminderen.
Auto: Past de fase en frequentie automatisch aan.
Deze functies zijn alleen beschikbaar als het pc-signaal is geselecteerd.
3D
3D
Kies Aan om deze functie in te schakelen. Deze projector ondersteunt het afspelen van driedimensionale (3D) content vanaf 3D-compatibele videoapparatuur en andere beeldbronnen, zoals PlayStation-consoles (met 3D-gamedisks), 3D Blu-rayspelers (met 3D Blu-raydisks) en dergelijke. Nadat de 3D-videoapparatuur op de projector is aangesloten, draagt u de BenQ 3D-bril en zorgt u dat deze is ingeschakeld om 3D-beelden te bekijken.
Houd rekening met het volgende als u 3D-beelden bekijkt:
• Het beeld kan vervormd lijken. Dit is geen storing van het product.
• Neem voldoende pauzes als u 3D-beelden bekijkt.
• Stop met het kijken van 3D-beelden als u zich moe of onprettig voelt.
• Houd een afstand tot het scherm in acht van ongeveer driemaal de effectieve hoogte van het scherm.
• Kinderen en personen met een overgevoeligheid voor licht, met hartproblemen of met een ander medisch probleem dienen voorzichtig te zijn met het bekijken van 3D-beelden.
• Het beeld kan rood, groen of blauw lijken als u geen 3D-bril draagt. Als u 3D-inhoud bekijkt met een 3D-bril, zult u echter geen kleurverschil merken.
• De 4K-bron wordt niet weergegeven.
28 Menubewerkingen
3D (vervolg)
HDR
3D-modus
De standaardinstelling is Auto en de projector kiest automatisch een geschikt 3D-formaat als 3D-beelden worden gedetecteerd. Als de projector het 3D-formaat niet kan herkennen, kiest u handmatig de gewenste 3D-modus.
Als deze functie is ingeschakeld:
• De helderheid van het geprojecteerde beeld wordt verminderd.
• De Beeldmodus kan niet worden aangepast.
3D-sync keren
Als het 3D-beeld is vervormd, kunt u deze functie inschakelen om de beelden voor linkeroog en rechteroog om te wisselen zodat u comfortabel van 3D-beelden kunt genieten.
3D-schakelmelding
Toont een bericht als de projector wordt opgestart om te herinneren dat de 3D-functie moet worden ingeschakeld als u van 3D-inhoud wilt kunnen genieten.
De projector ondersteunt HDR-beeldbronnen. Het kan automatisch het dynamische bereik van de bron detecteren en instellingen optimaliseren om beelden met een breder dynamisch bereik weer te geven. Als u overschakelt naar HDR, kan Beeldmodus niet ondertussen worden gewijzigd. Als het ingangssignaal niet met dynamisch bereik wordt gedefinieerd, kunt u in plaats hiervan ook handmatig HDR10, HLG of SDR kiezen.

INSTALLATIE menu

Projectorpositie
Testpatroon
U kunt de projector tegen het plafond of achter een scherm installeren of met een of meerdere spiegels. Zie Het kiezen van een plek op pagina 11.
Past de beeldgrootte en de focus aan zodat het geprojecteerde beeld niet vervormd is.
29 Menubewerkingen
Er zijn diverse opties voor het instellen van de beeldverhouding, afhankelijk van
15:9-beeld
4:3-beeld
16:9-beeld
4:3-beeld
16:9-beeld
16:9-beeld
2,4:1-beeld
16:9-beeld
het apparaat waarvan het signaal afkomstig is.
Auto: Past de grootte van een beeld proportioneel aan zodat de horizontale of verticale zijde bij de eigen resolutie van de projector past.
Reëel: Projecteert een beeld in de oorspronkelijke resolutie en de grootte wordt aangepast binnen het weergavegebied. Voor ingangssignalen met een lagere resolutie wordt het geprojecteerde beeld op de originele grootte weergegeven.
4:3: Past het beeld zodanig aan dat het in het midden van het scherm wordt weergegeven in een beeldverhouding van 4:3.
Beeldverhouding
12V-trigger
16:9: Past het beeld zodanig aan dat het in het midden van het scherm wordt weergegeven in een beeldverhouding van 16:9.
2,4:1: Past het beeld zodanig aan dat het in het midden van het scherm wordt weergegeven in een beeldverhouding van 2,4:1.
Anamorfisch 2,4:1: Rekt een beeld verticaal uit zodat dit past bij de anamorfische lens. Het behoudt de horizontale breedte van de eigenresolutie en past de resolutie van de verticale hoogte aan naar 1,32 maal het originele beeld.
Anamorfisch 16:9: Drukt een beeld horizontaal samen zodat dit past bij de anamorfische lens. Het behoudt de verticale hoogte van de eigenresolutie en past de resolutie van de horizontale breedte aan naar 0,75 maal het originele beeld.
Er zijn twee 12 V-triggers die onafhankelijk functioneren en die u naar eigen inzicht kunt installeren. Er zijn drie keuzes beschikbaar:
Uit: Als dit is geselecteerd, verstuurt de projector geen elektronisch signaal als deze wordt ingeschakeld.
Aan/uit: De projector stuurt een laag naar hoog elektronisch signaal als de projector wordt ingeschakeld, en een hoog naar laag signaal als de projector wordt uitgeschakeld.
Anamorfisch: De projector verzendt een laag naar hoog elektronische signaal als de beeldverhouding wordt overgeschakeld van een andere beeldverhouding naar "Anamorfisch 2,4:1" of "Anamorfisch 16:9", een hoog naar laag signaal als de beeldverhouding wordt overgeschakeld van "Anamorfisch 2,4:1" of "Anamorfisch 16:9" naar een andere beeldverhouding.
30 Menubewerkingen
Als u de projector op een hoogte van 1500 - 3000 m boven zeeniveau gebruikt, en de temperatuur tussen 0ºC - 30ºC ligt, wordt aanbevolen de Hoogtemodus te gebruiken.
Tijdens het gebruik van de "Hoogtemodus" wordt er wellicht meer geluid geproduceerd omdat de ventilatoren sneller moeten draaien voor een betere koeling en optimale prestaties.
Als u de projector in andere dan deze extreme omstandigheden gebruikt, wordt
Hoogtemodus
het apparaat mogelijk automatisch uitgeschakeld om te voorkomen dat de projector oververhit geraakt. Selecteer de hoogtemodus om te voorkomen dat de projector automatisch wordt uitgeschakeld. Dit betekent echter niet dat de projector in alle ruwe of extreme omstandigheden kan worden gebruikt.
Gebruik Hoogtemodus niet als uw hoogte tussen 0 en 1500 m ligt en de temperatuur tussen 0°C en 35°C is. Als u onder zulke omstandigheden de modus inschakelt, wordt de projector te ver afgekoeld.

SYSTEEMINSTLL: BASIS menu

Taal Hiermee stelt u de taal van de On-Screen Display (OSD)-menu's in.
Achtergrondkleur Stelt de achtergrondkleur van de projector in.
Opstartscherm
Hiermee selecteert u het logoscherm dat wordt weergegeven bij het opstarten van de projector.
Hiermee wordt de projector automatisch uitgeschakeld als er gedurende een
Auto uit
ingestelde periode geen ingangssignaal wordt gedetecteerd, zodat de levensduur van de lamp niet onnodig wordt verbruikt.
Direct inschakelen
Hiermee kan de projector automatisch inschakelen zodra er stroom staat op de stroomkabel.
Menupositie: Hiermee stelt u de positie van het OSD-menu in.
Menu-instellingen
Weergaveduur menu: Bepaalt hoe lang het OSD op het scherm wordt weergegeven nadat u op de knop hebt gedrukt.
Herinnering: Zet de herinneringen aan of uit.
Past de naam van het actuele ingangssignaal aan.
Wijzig bronn.
Op de pagina Wijzig bronn. selecteert u de gewenste tekens voor het aangesloten ingangssignaal met / / / .
Als u klaar bent, drukt u op OK om de wijzigingen op te slaan.
Auto-ingang Hiermee kan de projector automatisch een signaal zoeken.
31 Menubewerkingen

SYSTEEMINSTLL: GEAVANCEERD menu

Vanaf apparaat (voor Inschakelkoppeling)
Als het aangesloten apparaat wordt ingeschakeld, wordt de projector ook geactiveerd.
Vanaf projector (voor Uitschakelkoppeling)
Als de projector wordt uitgeschakeld, wordt het aangesloten apparaat ook uitgeschakeld.
HDMI-bereik
Selecteert een geschikt RGB-kleurbereik om de kleurgetrouwheid te corrigeren.
Auto: Selecteert automatisch een geschikt kleurbereik voor het inkomende HDMI-signaal.
Vol : Maakt gebruik van het volledige bereik RGB 0-255.
Beperkt: Maakt gebruik van het beperkte bereik RGB 16-235.
CEC
Als u een apparaat, dat compatibel is met HDMI CEC, via een HDMI-kabel aansluit op de projector, wordt de projector automatisch ingeschakeld zodra u
Hdmi-instellingen
het HDMI CEC-apparaat inschakelt, en wordt het HDMI CEC-apparaat automatisch uitgeschakeld als u de projector uitschakelt.
Inschakelkoppeling/Uitschakelkoppeling
Als u een met HDMI CEC compatibel apparaat met een HDMI-kabel op de projector aansluit, kunt u het in/uitschakelgedrag tussen het apparaat en de projector instellen.
Wachtwoord Zie De wachtwoordbeveiliging gebruiken op pagina 20.
Als de toetsen op de projector en de afstandsbediening zijn geblokkeerd, kunnen de instellingen van de projector niet per ongeluk worden veranderd (bijvoorbeeld door kinderen). Als de Toetsenvergrendeling is ingeschakeld,
functioneert geen enkele toets op de projector, behalve ENERGIE.
Toetsenvergren­deling
Led-indicator
U kunt de toetsblokkering opheffen door (de rechtertoest) op de projector of afstandsbediening gedurende 3 seconden ingedrukt te houden.
Als u de projector uitschakelt zonder de paneeltoetsblokkering op te heffen, zijn de paneeltoetsen van de projector nog steeds geblokkeerd als de projector weer wordt ingeschakeld.
Selecteer dit om de led-waarschuwingslampjes uit te schakelen. Dit voorkomt lichtstoring als u beelden bekijkt in een donkere ruimte.
Kabel-lan: Zie BenQ Netwerkprojector Handleiding.
AMX-apparaat detecteren: Als deze functie Aan staat, kan de projector
Netwerkinstellin­gen
door de AMX-controller worden gedetecteerd.
Netwerkstand-by: Als deze functie Aan staat, is de netwerkfunctie van de projector beschikbaar als de projector op stand-by staat.
32 Menubewerkingen
MAC-adres: Toont het mac-adres van deze projector.
Zet alle instellingen terug op de fabrieksinstellingen.
Instll. herstellen
De volgende instellingen blijven behouden: Beeldmodus, Gebruikermod.beheer, Helderheid, Contrast, Kleur, Tint, Scherpte, Geavanceerd, Projectorpositie, Wijzig bronn., Wachtwoord en Kabel-lan.
Het menu ISF Calibration is beveiligd met een wachtwoord en is alleen toegankelijk voor geautoriseerde ISF-ijkers. De ISF (Imaging Science Foundation) heeft met zorg gemaakte, door de industrie erkende standaarden ontworpen voor optimale videoprestaties en heeft een trainingsprogramma opgezet voor technici en installateurs om deze standaarden te gebruiken, zodat
ISF
BenQ apparaten voor videoweergave de optimale beeldkwaliteit behalen. Vandaar dat wordt aanbevolen de instelling en ijking door een door ISF gecertificeerde installateur te laten uitvoeren.
Voor meer informatie gaat u naar www.imagingscience.com of u neemt contact op met de verkoper of winkel waar u de projector hebt gekocht.

INFORMATIE menu

Huidige systeemstatus
Bron: Geeft de huidige signaalbron weer.
Beeldmodus: Geeft de geselecteerde modus in het menu BEELD weer.
HDR: Geeft de HDR-status weer.
Resolutie: Geeft de eigenresolutie van het ingangssignaal weer.
Kleursysteem: Geeft de indeling van het ingangsysteem aan.
Kleurgamma: Geeft de Kleurgamma-status weer.
Gebruikstijd van lichtbron: Geeft het aantal uur weer dat de lamp is gebruikt.
3D-formaat: Geeft de huidige 3D-modus aan.
3D-formaat is uitsluitend beschikbaar als 3D is ingeschakeld.
Firmware-versie: Toont de firmware-versie van de projector.
33 Menubewerkingen

Onderhoud

Onderhoud van de projector

De lens reinigen
Reinig de lens als u vuil of stof op het oppervlak ziet. Schakel de projector uit en laat de projector volledig afkoelen voordat u de lens reinigt.
• Verwijder stof met een fles met gecomprimeerde lucht.
• Bij vuil of vlekken gebruikt u papier voor het reinigen van cameralenzen of bevochtigt u een zachte doek met reinigingsvloeistof voor cameralenzen en veegt u het oppervlak van de lens voorzichtig schoon.
• Gebruik nooit een schuursponsje, reinigingsmiddel met alkaline/zuur, schuurmiddel of vluchtig oplosmiddel, zoals alcohol, wasbenzine, thinner of insecticide. Het gebruik van zulke stoffen of langdurig contact met materiaal van rubber of vinyl, kan resulteren in beschadiging van het oppervlak en behuizing van de projector.
De projectorbehuizing reinigen
Schakel de projector op de correcte manier uit (zie De projector uitschakelen op pagina 22) en trek de stekker van het netsnoer uit het stopcontact voordat u de behuizing reinigt.
• Verwijder vuil of stof met een zachte, pluisvrije doek.
• Voor het verwijderen van hardnekkige vlekken gebruikt u een zachte doek die u hebt bevochtigd met water en een neutraal schoonmaakmiddel. Veeg hiermee de behuizing schoon.
Gebruik nooit was, alcohol, benzine, verdunner of andere chemische schoonmaakmiddelen. Hierdoor kan de behuizing beschadigd raken.
De projector opbergen
Volg de aanwijzingen hieronder als u de projector langere tijd wilt opbergen.
• Zorg dat de temperatuur en de luchtvochtigheid van de opslagruimte binnen het aanbevolen bereik voor de projector vallen. Zie Specificaties op pagina 38 of neem contact op met uw leverancier voor het bereik.
• Schuif de verstelvoetjes in.
• Haal de batterijen uit de afstandsbediening.
• Verpak de projector in de oorspronkelijke of een soortgelijke verpakking.
De projector vervoeren
Het wordt aanbevolen dat de projector in de oorspronkelijke of een gelijkwaardige verpakking wordt getransporteerd.
34 Onderhoud

Informatie over de lamp

Het aantal lampuren onderzoeken
Als de projector wordt gebruikt, wordt de gebruiksduur van de lamp (lampuren) automatisch berekend door de ingebouwde timer. De equivalente gebruiksduur wordt als volgt berekend:
Gebruikstijd lamp = (aantal uur in de modus Normaal) + (aantal uur in de modus Economisch) + (aantal uur in de modus SmartEco)
Totaal (equivalent) aantal lampuren = 1,0 x (aantal uur in de modus Normaal) + 1,0 x (aantal uur in de modus Economisch) + 1,0 x (aantal uur in de modus SmartEco)
U kunt lampinformatie in het menu INFORMATIE zien.
De levensduur van de lamp verlengen
• Instellen van de Lichtmodus
Ga naar BEELD > Geavanceerd > Lichtmodus en druk op / of druk op LIGHT MODE op de afstandsbediening om een geschikt lampvermogen te kiezen uit de beschikbare modi.
Stel de projector in de modus Economisch of de modus SmartEco om de levensduur van de lamp te verlengen.
Lampmodus Beschrijving
Normaal De lamp brandt op volle sterkte
Economisch
SmartEco Past het lampvermogen automatisch aan op de helderheid van de content
Beperkt de helderheid om de levensduur van de lamp te verlengen en het geruis van de ventilator te verminderen
• Instellen van Auto uit
Via deze functie wordt de projector automatisch uitgeschakeld als er gedurende een ingestelde periode geen ingangssignaal wordt gedetecteerd, zodat de levensduur van de lamp niet onnodig wordt verbruikt.
Stel Auto uit in door naar SYSTEEMINSTLL: BASIS > Auto uit te gaan en druk op / .
• De helderheid van het geprojecteerde beeld is afhankelijk van het omgevingslicht en de instellingen voor contrast en helderheid van de geselecteerde ingangssignaal, én van de afstand tot het scherm.
• De helderheid van de lamp neemt na verloop van tijd af en verschilt per fabrikant. Dit is normaal.
35 Onderhoud
Indicatoren
Lampje
Status en beschrijving
Situaties gerelateerd aan de stroomtoevoer
Stand-bymodus
Opstarten
Normale werking
Afkoelen bij normaal uitschakelen
Downloaden
Herstellen van schaler mislukt (alleen videoprojector)
Inbranden AAN
Inbranden UIT
Situaties gerelateerd aan de lamp
Storing bij lamp1 bij normaal gebruik
Lamp brandt niet
Situaties gerelateerd aan de temperatuur
Storing bij ventilator 1 (de daadwerkelijke snelheid van de ventilator wijkt ±25% af van de gewenste snelheid) Storing bij ventilator 2 (de daadwerkelijke snelheid van de ventilator wijkt ±25% af van de gewenste snelheid) Storing bij ventilator 3 (de daadwerkelijke snelheid van de ventilator wijkt ±25% af van de gewenste snelheid) Storing bij ventilator 4 (de daadwerkelijke snelheid van de ventilator wijkt ±25% af van de gewenste snelheid) Storing bij ventilator 5 (de daadwerkelijke snelheid van de ventilator wijkt ±26% af van de gewenste snelheid) Storing bij ventilator 6 (de daadwerkelijke snelheid van de ventilator wijkt ±27% af van de gewenste snelheid) Storing bij ventilator 7 (de daadwerkelijke snelheid van de ventilator wijkt ±28% af van de gewenste snelheid) Storing bij ventilator 8 (de daadwerkelijke snelheid van de ventilator wijkt ±29% af van de gewenste snelheid) Storing bij temperatuur 1 (overschrijding van temperatuurlimiet) Storing bij temperatuur 2 (overschrijding van temperatuurlimiet)
: Uit
36 Onderhoud
: Oranje aan : Groen aan : Rood aan
: Oranje knippert : Groen knippert : Rood knippert

Problemen oplossen

U kunt de projector niet inschakelen.
Oorzaak Oplossing
Het netsnoer levert geen stroom.
Tijdens het afkoelproces is geprobeerd de projector weer in te schakelen.
Geen beeld
Oorzaak Oplossing
Stop het ene uiteinde van het netsnoer in de netsnoeraansluiting op de projector en het andere uiteinde in het stopcontact. Zorg dat het stopcontact is ingeschakeld (indien van toepassing).
Wacht tot de projector volledig is afgekoeld.
De videobron is niet ingeschakeld of niet correct aangesloten.
De projector is niet correct aangesloten op de invoerbron.
Het ingangssignaal is verkeerd geselecteerd.
De lensklep is nog gesloten. Open de lensklep.
Onscherp beeld
Oorzaak Oplossing
De projectielens is niet correct scherpgesteld. Pas de scherpstelling van de lens aan met de focusring.
De projector en het scherm staan scheef.
De lensklep is nog gesloten. Open de lensklep.
De afstandsbediening werkt niet.
Oorzaak Oplossing
De batterijen zijn leeg. Vervang beide batterijen met nieuwe. Er bevindt zich een voorwerp tussen de
afstandsbediening en de projector.
U bevindt zich te ver van de projector.
Schakel de videobron in en controleer of de signaalkabel correct is aangesloten.
Controleer de aansluiting.
Selecteer het correcte ingangssignaal met de SOURCE-toets.
Pas indien nodig de projectiehoek, -richting en -hoogte van de projector aan.
Verwijder het obstakel.
Ga niet verder dan 8 meter (26 voet) van de projector staan.
Het wachtwoord is onjuist.
Oorzaak Oplossing
U bent het wachtwoord vergeten.
Zie De procedure voor het oproepen van het wachtwoord
starten op pagina 21.
37 Problemen oplossen

Specificaties

470,7
564,7 224,9
Eenheid: mm

Specificaties van de projector

Alle specificaties kunnen zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd.
Optisch
Resolutie
3840 x 2160 met XPR 2716 x 1528 zonder XPR
Weergavesysteem
1-CHIP DMD
Objectief
F = 2,05 tot 2,37, f = 20,54 tot 30,31 mm
Open focusbereik
2,85
5,4 m @ breed,
4,28
–8,1 m
Lamp
HLD-LED
@ tele
Elektrisch
Voeding
100–240 V wisselstroom, 5,0 A, 50–60 Hz (automatisch)
Energieverbruik
550 W (max); < 0,5 W (stand-by)
Mechanisch
Gewicht
18,5 Kg (40,8 lbs)
Uitgangen
12 V trigger x 2 (0,5 A voeding)
Besturing
RS-232 seriële besturing
9-pin x 1
IR-ontvanger x 2
Ingangen
Computeringang
RGB-ingang
D-sub 15-pin (contrastekker) x 1
Video-ingangssignaal
Digitaal
HDMI (1.4a, HDCP 1.1) x 1;
HDMI (2.0, HDCP 2.2) x 1
Usb-poort (mini-B x 1)
Omgevingsvereisten
Bedrijfstemperatuur
0°C–40°C op zeeniveau
Opslagtermperatuur
-20°C–60°C op zeeniveau
Relatieve vochtigheid in bedrijf/in opslag
10%–90% (zonder condensvorming)
Bedrijfshoogte
0–1499 m op 0°C–35°C 1500–3000 m op 0°C–30°C (met Hoogtemodus geactiveerd)

Afmetingen

470,7 mm (B) x 224,9 mm (H) x 564,7 mm (D)
38 Specificaties

Timing-diagram

Ondersteunde timing voor PC-signaal
Resolutie Modus
720 x 400 720 x 400_70 70,087 31,469 28,3221
VGA_60 59,940 31,469 25,175
640 x 480
800 x 600
1024 x 768
1152 x 864 1152 x 864_75 75,00 67,500 108,000 1024 x 576 BenQ NB Timing 60,0 35,820 46,966 1024 x 600 BenQ NB Timing 64,995 41,467 51,419 1280 x 720 1280 x 720_60 60 45,000 74,250 1280 x 768 1280 x 768_60 59,870 47,776 79,5
1280 x 800
1280 x 1024
1280 x 960
1360 x 768 1360 x 768_60 60,015 47,712 85,500
1440 x 900 WXGA+_60 59,887 55,935 106,500 1400 x 1050 SXGA+_60 59,978 65,317 121,750 1600 x 1200 UXGA 60,000 75,000 162,000 1680 x 1050 1680 x 1050_60 59,954 65,290 146,250
640 x 480@67 Hz MAC13 66,667 35,000 30,240 832 x 624@75 Hz MAC16 74,546 49,722 57,280
1024 x 768@75 Hz MAC19 74,93 60,241 80,000
1152 x 870@75 Hz MAC21 75,06 68,68 100,00
VGA_72 72,809 37,861 31,500 VGA_75 75,000 37,500 31,500
VGA_85 85,008 43,269 36,000 SVGA_60 60,317 37,879 40,000 SVGA_72 72,188 48,077 50,000 SVGA_75 75,000 46,875 49,500 SVGA_85 85,061 53,674 56,250
SVGA_120
(Reduce Blanking)
XGA_60 60,004 48,363 65,000
XGA_70 70,069 56,476 75,000
XGA_75 75,029 60,023 78,750
XGA_85 84,997 68,667 94,500 XGA_120
(Reduce Blanking)
WXGA_60 59,810 49,702 83,500 WXGA_75 74,934 62,795 106,500 WXGA_85 84,880 71,554 122,500
WXGA_120
(Reduce Blanking)
SXGA_60 60,020 63,981 108,000 SXGA_75 75,025 79,976 135,000 SXGA_85 85,024 91,146 157,500
1280 x 960_60 60,000 60,000 108 1280 x 960_85 85,002 85,938 148,500
Ver ti ca le
frequentie (Hz)
119,854 77,425 83,000
119,989 97,551 115,500
119,909 101,563 146,25
Horizontale
frequentie (kHz)
Klok (MHz)
Bovenstaande timingen worden eventueel niet ondersteund vanwege beperkingen van EDID-bestanden of beperkingen van de videokaart. Wellicht kunnen bepaalde timingen niet worden gekozen.
39 Specificaties
Ondersteunde timing voor HDMI (HDCP)-ingang
• PC-timings:
sequentieel
3D-veld
Ver ni euw in gs -
Resolutie Modus
frequentie
(Hz)
VGA_60 59,940 31,469 25,175 v v
640 x 480
720 x 400 720 x 400_70 70,087 31,469 28,3221
800 x 600
1024 x 768
1152 x 864 1152 x 864_75 75,00 67,500 108,000
1024 x 576
1024 x 600
1280 x 720 1280 x 720_60 60 45,000 74,250 v v
1280 x 768
1280 x 800
1280 x 1024
1280 x 960
1360 x 768 1360 x 768_60 60,015 47,712 85,500 v v
1440 x 900 WXGA+_60 59,887 55,935 106,500 v v 1400 x 1050 SXGA+_60 59,978 65,317 121,750 v v 1680 x 1050 1680 x 1050_60 59,954 65,290 146,250 v v
640 x 480@67 Hz MAC13 66,667 35,000 30,240
832 x 624@75 Hz MAC16 74,546 49,722 57,280 1024 x 768@75 Hz MAC19 75,020 60,241 80,000 1152 x 870@75 Hz MAC21 75,06 68,68 100,00
1920 x 1080@60 Hz 1920 x 1080_60 60 67,5 148,5 v v
1920 x 1200@60 Hz
3840 x 2160
3840 x 2160
VGA_72 72,809 37,861 31,500 VGA_75 75,000 37,500 31,500 VGA_85 85,008 43,269 36,000
SVGA_60 60,317 37,879 40,000 v v SVGA_72 72,188 48,077 50,000 SVGA_75 75,000 46,875 49,500 SVGA_85 85,061 53,674 56,250
SVGA_120
(Reduce Blanking)
XGA_60 60,004 48,363 65,000 v v XGA_70 70,069 56,476 75,000 XGA_75 75,029 60,023 78,750 XGA_85 84,997 68,667 94,500
XGA_120
(Reduce Blanking)
BenQ Notebook
Timing
BenQ Notebook
Timing
1280 x 768_60 59,870 47,776 79,5 v v
WXGA_60 59,810 49,702 83,500 v v WXGA_75 74,934 62,795 106,500 WXGA_85 84,880 71,554 122,500
WXGA_120
(Reduce Blanking)
SXGA_60 60,020 63,981 108,000 v v
SXGA_75 75,025 79,976 135,000 1280 x 960_60 60,000 60,000 108 v v 1280 x 960_85 85,002 85,938 148,500
1920 x 1200_60
(Reduce Blanking)
3840 x 2160_30
Voor 4K2K-model
3840 x 2160_60
Voor 4K2K-model
(Alleen ondersteuning
voor HDMI 2.0)
119,854 77,425 83,000 v
119,989 97,551 115,500 v
60,00 35,820 46,996
64,995 41,467 51,419
119,909 101,563 146,25
59,95 74,038 154 v v
30 67,5 297
60 135 594
H-frequentie
(kHz)
Klok (MHz)
3D boven
onder
elkaar
3D naast
40 Specificaties
Bovenstaande timingen worden eventueel niet ondersteund vanwege beperkingen van EDID-bestanden of beperkingen van de videokaart. Wellicht kunnen bepaalde timingen niet worden gekozen.
• Videotimings
frame-packing
Horizontale
Timing Resolutie
frequentie
(KHz)
480i 720 (1440) x 480 15,73 59,94 27
480p 720 x 480 31,47 59,94 27
576i 720 (1440) x 576 15,63 50 27
576p 720 x 576 31,25 50 27 720/50p 1280 x 720 37,5 50 74,25 v v v 720/60p 1280 x 720 45,00 60 74,25 v v v
1080/24P 1920 x 1080 27 24 74,25 v v 1080/25P 1920 x 1080 28,13 25 74,25 1080/30P 1920 x 1080 33,75 30 74,25
1080/50i 1920 x 1080 28,13 50 74,25 v
1080/60i 1920 x 1080 33,75 60 74,25 v 1080/50P 1920 x 1080 56,25 50 148,5 v v 1080/60P 1920 x 1080 67,5 60 148,5 v v
3840 x 2160 (Alleen
2160/24P
2160/25P
2160/30P
2160/50P
2160/60P
ondersteuning voor
HDMI 2.0)
3840 x 2160 (Alleen
ondersteuning voor
HDMI 2.0)
3840 x 2160 (Alleen
ondersteuning voor
HDMI 2.0)
3840 x 2160 (Alleen
ondersteuning voor
HDMI 2.0)
3840 x 2160 (Alleen
ondersteuning voor
HDMI 2.0)
54 24 297
56,25 25 297
67,5 30 297
112,5 50 594
135 60 594
Ver ti ca le
frequentie
(Hz)
Pixelklokfre-
quentie
(MHz)
3D
3D boven
onder
3D naast
elkaar
41 Specificaties
Loading...