Benq SX751, SW752, SH753, SU754 User Manual [nl]

SX751 / SW752 / SH753 / SU754
Digital Projector
Gebruikershandleiding
V 2.00

Ta b l e o f c o n t e n t s

Belangrijke
veiligheidsinstructies.... 3
Kenmerken van de projector................. 7
Inhoud van de verpakking .......................8
Buitenkant van de projector................... 9
Bedieningselementen en functies.........11
De projector
positioneren................ 18
Een locatie kiezen ...................................18
De gewenste beeldgrootte van de
projectie instellen....................................19
Aansluitingen.............. 22
Videobronapparaten aansluiten ...........23
Geluid via de projector weergeven ....24
Smart devices aansluiten........................24
Bediening .................... 25
De projector opstarten .........................25
Het geprojecteerde beeld aanpassen .26
De menu's gebruiken .............................29
De projector beveiligen.........................30
De wachtwoordfunctie gebruiken ......30
Schakelen tussen ingangssignalen.........33
De beeldverhouding selecteren...........34
Het beeld optimaliseren ........................36
De presentatietimer instellen...............40
Externe oproepbewerkingen................41
Het beeld stilzetten ................................41
Het beeld verbergen ..............................41
Besturingstoetsen blokkeren................42
Gebruik op grote hoogte......................42
Het geluid aanpassen ............................. 42
Het testpatroon gebruiken ..................43
Snelle installie gebruiken ....................... 44
De projector bedienen via een
Kabel-LAN-omgeving ............................ 44
De projector Uit..................................... 48
Menubediening ........................................ 49
Onderhoud ................. 62
Onderhoud van de projector .............. 62
Informatie over de lamp ....................... 63
Problemen oplossen .. 70
Specificaties ................ 71
Projectorspecificaties............................. 71
Afmetingen ............................................... 72
Timingtabel............................................... 73
Informatie over garantie
en auteursrechten...... 79
PJLink .......................... 80
Table of contents2

Belangrijke veiligheidsinstructies

Uw projector is ontwikkeld en getest volgens de nieuwste veiligheidsnormen voor IT­apparatuur. Voor een veilig gebruik van dit product dient u echter de instructies in deze handleiding en op het product nauwkeurig op te volgen.
Veiligheidsinstructies
1. Lees deze handleiding aandachtig door voordat u de projector gebruikt. Bewaar de
handleiding voor toekomstig gebruik.
2. Kijk tijdens het gebruik niet
direct in de lens van de projector. De sterke lichtstraal kan
uw ogen beschadigen.
3. Laat reparatie- of onderhoudswerkzaamheden over aan een bevoegd technicus.
4. Open de lensafsluiting altijd als de projectorlamp is ingeschakeld.
5. In sommige landen is de lijnspanning NIET stabiel. In sommige landen is de netspanning ongelijkmatig. Hoewel deze projector normaal werkt bij een netspanning van 100 tot 240 V (wisselstroom), kan het apparaat uitvallen wanneer zich een stroomstoring of een spanningspiek van ±10 V voordoet. In gebieden
waar de netspanning kan schommelen of uitvallen, is het raadzaam de projector aan te sluiten op een spanningsstabilisator, piekbeveiliging of UPS-systeem (Uninterruptible Power Supply).
Belangrijke veiligheidsinstructies 3
Veiligheidsinstructies
6. Plaats geen voorwerpen voor de projectielens als de projector wordt gebruikt. Deze voorwerpen kunnen oververhitten of vervormen of kunnen zelfs brand veroorzaken. Druk op ECO BLANK op de projector of afstandsbediening om de lamp tijdelijk uit te schakelen.
7. De lamp wordt erg heet tijdens het gebruik. Laat de projector ongeveer 45 minuten afkoelen voordat u de lamp vervangt.
8. Gebruik de lamp niet langer dan de voorgeschreven levensduur. Als u de lamp toch langer gebruikt, kan deze in zeldzame gevallen breken.
9. Zorg dat de stekker van de projector uit het stopcontact is verwijderd voordat u de lamp of elektronische onderdelen vervangt.
10. Plaats dit product niet op een onstabiel wagentje, een onstabiele standaard of een wankele tafel. Het product kan vallen en ernstig worden beschadigd.
11. Probeer deze projector niet zelf te demonteren. De onderdelen in het apparaat staan onder hoge spanning die levensgevaarlijk is als u ze aanraakt. Het enige onderdeel dat u zelf mag vervangen, is de lamp die een afneembare afdekking heeft.
U mag nooit andere afdekkingen losmaken of verwijderen. Laat reparaties uitsluitend over aan gekwalificeerde professionele reparateurs.
Belangrijke veiligheidsinstructies4
Veiligheidsinstructies (vervolg)
3000 m (10000 voet)
0 m (0 voet)
12. Wanneer u de projector gebruikt, is het mogelijk dat u warme lucht en een bepaalde geur opmerkt bij het ventilatierooster. Dit is een normaal verschijnsel en geen defect.
13. Plaats de projector niet in de volgende omgevingen.
- Slecht geventileerde of ingesloten ruimtes. Zorg dat de projector minstens 50 cm van de muur staat en zorg voor voldoende ruimte voor de luchtstroom rondom de projector.
- Plaatsen waar de temperatuur extreem hoog kan oplopen, zoals in een auto met gesloten ramen.
- Erg vochtige, stoffige of rokerige plaatsen die optische componenten mogelijk aantasten. Dit verkort de levensduur van de projector en verdonkert het beeld.
- Plaatsen in de buurt van een brandalarm
- Plaatsen met een omgevingstemperatuur van meer dan 40°C / 104°F
- Plaatsen die hoger liggen dan 3000 m (10000 voet).
14. Blokkeer de ventilatieopeningen niet.
- Plaats deze projector niet op een deken, beddengoed of op een ander zacht oppervlak.
- Bedek deze projector niet met een doek of met andere voorwerpen.
- Plaats geen ontvlambare stoffen in de buurt van de projector.
Als de ventilatieopeningen ernstig wordt gehinderd, kan er door oververhitting in de projector brand ontstaan.
15. Plaats de projector tijdens gebruik altijd op een vlak, horizontaal oppervlak.
- Maak geen gebruik van de projector als deze gekanteld staat in een hoek van meer dan 10 graden (links naar rechts) of in een hoek van meer dan 15 graden (voor naar achter). Als u de projector gebruikt wanneer deze niet volledig horizontaal staat, werkt deze mogelijk niet optimaal of kan de lamp beschadigd raken.
Belangrijke veiligheidsinstructies 5
Veiligheidsinstructies (vervolg)
16. Plaats de projector niet verticaal. De projector kan dan vallen en letsel veroorzaken of beschadigd raken.
17. Ga niet op projector staan of leg er geen voorwerpen op. Dit kan niet alleen schade aan de projector veroorzaken, maar kan ook leiden tot ongevallen en mogelijk letsel.
18. Plaats geen vloeistoffen in de buurt van of op de projector. Als er vloeistof in de projector wordt gemorst, werkt deze mogelijk niet meer. Als de projector nat wordt, moet u de stekker uit het stopcontact trekken en de projector laten controleren door een BenQ-onderhoudstechnicus.
19. Dit product kan beelden omgekeerd weergeven, zodat plafondmontage mogelijk is.
Gebruik alleen de plafondmontageset van BenQ en controleer of de projector stevig vastzit.
Plafondmontage van de projector
Wij willen u het gebruik van uw BenQ­projector zo aangenaam mogelijk maken. Daarom vestigen wij uw aandacht op deze veiligheidskwestie om mogelijk lichamelijk letsel of materiële schade te voorkomen.
Als u de projector aan het plafond wilt bevestigen, is het raadzaam de plafondmontageset voor BenQ­projectors te gebruiken voor een veilige en stevige montage. Als u een plafondmontageset van een ander merk dan BenQ gebruikt, bestaat er een veiligheidsrisico omdat de projector van het plafond kan vallen vanwege een slechte bevestiging door het gebruik van schroeven met een verkeerde maat of lengte. U kunt de plafondmontageset voor BenQ-projectors aanschaffen bij de leverancier van uw projector. U kunt de plafondmontageset voor BenQ­projectors aanschaffen bij de leverancier van uw projector. Het verdient ook aanbeveling een aparte veiligheidskabel aan te schaffen die compatibel is met het Kensington-slot. Maak deze kabel vast aan de sleuf voor het Kensington-slot op de projector en aan de houder. Deze zal een tweede beveiliging bieden voor het vasthouden van de projector in het geval de bevestiging op de montagebeugel zou loskomen.
Hg - Lamp bevat kwik. Behandelen in overeenstemming met de lokale wetten op afvalverwijdering. Zie www.lamprecycle.org.
Belangrijke veiligheidsinstructies6

Inleiding

Kenmerken van de projector

De projector heeft de volgende kenmerken
SmartEco™ start uw dynamische energiebesparing De SmartEco™-technologie biedt een neiuwe manier van bedienen van het projectielampsysteem en bespaart lampenergie tot 70%, afhankelijk van het helderheidsniveau van de inhoud.
Een langere levensduur van de lamp met de SmartEco™-technologie De SmartEco™-technologie vermindert het energiegebruikt en verlengt de levensduur van de lamp als SmartEco is geselecteerd.
Compatibel met HDMI/MHL U kunt de inhoud vanaf uw smart-apparaat projecteren via de aansluiting HDMI 2/MHL.
ECO BLANK spaart 70% van de lampenergie Door op de knop ECO BLANK te drukken, verbergt u het beeld en verlaagt u tegelijkertijd het door de lamp opgenomen vermogen met 70 %.
USB MINI-B-aansluiting om de opdrachten pagina omhoog/omlaag (zoals van Microsoft PowerPoint) te gebruiken met de afstandsbediening bij aansluiting op een pc.
USB TYPE A-aansluiting ter ondesteuning van 5 V/1,5 A afgifte.
Minder dan 0,5 W in stand-by modus Minder dan 0,5 W energieverbruik in de stand-by modus.
Filtervrij Filtervrij ontwerp voor het verminderen van de onderhouds- en gebruikskosten.
Automatisch instellen met één toets Druk op AUTO op het toetsenbord of de afstandsbediening om de beste beeldkwaliteit direct weer te geven.
Ingebouwde 10 W-luidspreker(s) Ingebouwde 10 W-luidspreker(s) die ook gemixte mono-audio levert wanneer een audio-ingang is aangesloten.
Automatisch uitschakelen, Inschakelen bij signaal, Direct inschakelen Met de functie Automatisch uitschakelen kan de projector automatisch worden uitgeschakeld als er na een ingestelde periode geen ingangssignaal is gedetecteerd. De functie Inschakelen bij signaal schakelt de projector automatisch in nadat signaalinvoer gedetecteerd is en Direct inschakelen start de projector automatisch zodra de stroom wordt aangesloten.
Direct herstarten Met de keuze Direct herstarten kunt u de projector onmiddellijk herstarten binnen 90 seconden na het uitschakelen.
3D-functie ondersteund Door verschillende 3D-indelingen is de functie 3D flexibeler geworden. Door de diepte van het beeld te tonen, kunt u een BenQ 3D-bril dragen om op een realistischer manier van 3D-films, video's en sportevenementen te genieten.
• Functie voor de automatische trapeziumcorrectie van het beeld.
De helderheid van het geprojecteerde beeld is afhankelijk van het omgevingslicht en de instellingen voor contrast en helderheid van de geselecteerde ingangssignaal, én van de afstand tot het scherm.
De helderheid van de lamp neemt na verloop van tijd af en kan verschillen volgens de specificaties van de fabrikant. Dit is normaal.
Inleiding 7

Inhoud van de verpakking

Pak alles voorzichtig uit en controleer of u alle onderstaande items hebt. Wanneer één of meerdere van deze items ontbreken, dient u contact op te nemen met de leverancier.

Standaardaccessoires

De meegeleverde accessoires zijn geschikt voor uw regio, maar verschillen mogelijk van de afbeeldingen.
Projector Afstandsbediening met batterij
Voedingskabel VGA-kabel
Snelgids CD met gebruikershandleiding Garantiekaart*

Optionele accessoires

1. Reservelampset
2. Plafondmontageset
3. Zachte draagtas
*De garantiekaart wordt slechts in bepaalde specifieke regio’s geleverd. Raadpleeg uw verkoper voor gedetailleerde informatie.
Inleiding8
4. 3D-bril
5. Draadloze dongle: QCast (QP01), InstaShow™ (WDC10)

Buitenkant van de projector

6
4
Voorkant/bovenkant
2
7
3
1
5
Achter/onderkant
1411
172023 2126 19 1824
10 1512 1613
22
25
8 9
1. Lampdeksel
2. Extern bedieningspaneel
(Zie"Projector" op pagina 11 voor details.)
3. zoomring
4. Ventilatiegleuven (invoer koele
lucht)
5. Focusring
6. Projectielens
7. IR-sensor afstandsbediening
voorkant
8. RJ45 LAN-ingang
9. HDMI-1 ingang
10. VIDEO ingang
11. HDMI-2/MHL ingang
12. Audio-ingang (L/R)
13. Audio-in-/uitgang
14. MONITOR OUT-uitgang
15. Bedieningspoort RS232
16. Pc-ingang
17. Sleuf voor Kensington-
antidiefstalslot
18. Achterste verstelvoetje
19. IR-sensor afstandsbediening
achteraan
20. USB Mini-B-aansluiting
21. Instelbare voet aan voorzijde
22. Microfoonaansluiting
23. S-VIDEO ingang
24. USB type A-aansluiting
25. 12V TRIGGER-uitgang
Wordt gebruikt voor het activeren van een extern apparaat, zoals een elektrisch scherm of lichtregeling, enz. Raadpleeg uw dealer voor het aansluiten van deze apparaten.
26. Aansluiting netsnoer
Inleiding 9
27. Instelbare voet aan voorzijde
Onderkant
282928
28
27
28. Gaten voor plafondmontage
29. Achterste verstelvoetje
Inleiding10

Bedieningselementen en functies

2
3
5
12 13 14 15
6
7
11
8 9
4
1
10

Projector

8. Voedingsindicator
Licht op of knippert als de projector wordt gebruikt. Zie "Indicators" op
pagina 69 voor details.
9. Keystone/pijltoetsen ( / Omhoog)
Hiermee corrigeert u handmatig de vervormde beelden die door de projectiehoek worden veroorzaakt. Zie
"2D-keystone corrigeren" op pagina 27
voor details.
10. TEMPeratuurindicatorlichtje
1. Focusring
Hiermee wordt het uiterlijk van het geprojecteerde beeld aangepast. Zie "Het
beeldformaat en de helderheid fijn afstellen" op pagina 26 voor details.
2. Zoomring
Hiermee wordt het uiterlijk van het geprojecteerde beeld aangepast. Zie "Het
beeldformaat en de helderheid fijn afstellen" op pagina 26 voor details.
3. MENU/EXIT
Hiermee schakelt u het OSD-menu in. Hiermee gaat u terug naar het vorige OSD­menu en slaat u de menu-instellingen op. Zie
"De menu's gebruiken" op pagina 29 voor
details.
4. MODE/ENTER
Selecteert een beschikbare beeldinstellingsmodus. Zie "Een beeldmodus
selecteren" op pagina 36 voor details.
Hiermee opent u het geselecteerde menu­item in het schermmenu (OSD). Zie "De
menu's gebruiken" op pagina 29 voor details.
5. POWER
Hiermee zet u de projector stand-by of schakelt u deze in. Zie "De projector opstarten" op pagina 25 en "De projector Uit" op pagina 48 voor details.
6. Links/ Volumeniveau verlagen
Verlaagt het volume. Zie "Het volume
regelen" op pagina 43 voor details.
7. ECO BLANK
Hiermee kunt u de schermafbeelding verbergen. Zie "Het beeld verbergen" op
pagina 41 voor details.
Inleiding 11
Licht rood op als de temperatuur van de projector te hoog wordt. Zie "Indicators"
op pagina 69 voor details.
11. LAMP-indicatorlichtje
Geeft de status van de lamp aan. Licht op of knippert wanneer er een probleem is met de lamp. Zie "Indicators" op pagina
69 voor details.
12. AUTO
Hiermee worden automatisch de beste beeldtimings bepaald voor het weergegeven beeld. Zie "Het beeld
automatisch aanpassen" op pagina 26
voor details.
13. Rechts/ Volumeniveau verhogen
Verhoogt het volume. Zie "Het volume
regelen" op pagina 43 voor details.
Als het On-Screen Display (OSD) menu is geactiveerd, worden de toetsen #6, #9, #13 en #15 gebruikt als richtingspijlen om de gewenste menu-items te selecteren en aanpassen aan te brengen. Zie "De menu's gebruiken" op pagina 29 voor details.
14. INGANG
Geeft de bronselectiebalk weer. Zie
"Schakelen tussen ingangssignalen" op
3 voor details.
pagina 3
15. Keystone/pijltoetsen ( / Omlaag)
Hiermee corrigeert u handmatig de vervormde beelden die door de projectiehoek worden veroorzaakt. Zie
"2D-keystone corrigeren" op pagina 27
voor details.

Afstandsbediening

5
6
12
17
18
20
23
14
1
2
3
4
7
15
11
22
16
10
19
21
3
13
8
9
6. ECO BLANK
Hiermee kunt u de schermafbeelding verbergen.
7. LASER
Zendt een zichtbare laserstraal uit voor presentatiedoeleinden.
8. MHL bedieningsknoppen
Gaat naar het vorige bestand/Afspelen/ Onderbreken/Gaat naar het volgende bestand/Terugspoelen/Stoppen/Snel vooruitspoelen tijdens afspelen van media.
Alleen beschikbaar bij het bedienen van uw smart-apparaat in de modus MHL.
9. ZOOM+/ZOOM-
Hiermee vergroot of verkleint u het geprojecteerde beeld.
10. ASPECT
Selecteert de beeldverhouding.
11. FREEZE
Bevriest het geprojecteerde beeld.
12. NETWERKINSTELLINGEN
Schakelt het OSD-menu voor
netwerkinstellingen in.
13. Numerieke knoppen
1. ON / OFF
Hiermee zet u de projector stand-by of schakelt u deze in.
2. Toetsen bronkeuze
Selecteert een ingangsbron voor weergave.
3. Keystone/pijltoetsen ( / Omhoog, / Omlaag)
Hiermee corrigeert u handmatig de vervormde beelden die door de projectiehoek worden veroorzaakt.
4. MENU/EXIT
Hiermee schakelt u het OSD-menu in. Hiermee gaat u terug naar het vorige OSD-menu en slaat u de menu­instellingen op.
5. Links/
Verlaagt het volume van de projector.
Voor invoeren van nummers in netwerkinstellingen.
De numerieke knoppen 1, 2, 3 en 4 zijn niet bruikbaar als om een wachtwoord gevraagd wordt.
14. Netwerk
Niet beschikbaar voor deze projector.
15. AUTO
Hiermee worden automatisch de beste beeldtimings bepaald voor het weergegeven beeld.
Als een OSD-menu ontbreekt en bij de MHL-bron 3 seconden indrukken om te wisselen tussen de modus MHL en DLP op de afstandsbediening voor MHL­toetsen.
Inleiding12
16. Rechts/
Verhoogt het volume van de luidspreker. Indien het On-Screen Display (OSD)
menu is geactiveerd, worden de toetsen 3, 5 en 16 gebruikt als richtingspijlen om de gewenste menu-items te selecteren en aanpassen aan te brengen. In de functie MHL worden de toetsen 3, 5 en 16 als richtingspijlen gebruikt. 4 voor MENU/EXIT en 17 voor MODE/
ENTER.
17. MODE/ENTER
Selecteert een beschikbare beeldinstellingsmodus. Activeert het geselecteerde item van het OSD-menu.
18. INGANG
Geeft de bronselectiebalk weer.
19. PAGE +/PAGE -
Bedien de weergavesoftware (op een aangesloten pc) die reageert op opdrachten pagina omhoog/pagina omlaag (zoals Microsoft PowerPoint).
20. MIC/VOL +/MIC/VOL -
Afstellen ingangsniveau microfoon.
21. MUTE
Schakelt de audio van de projector in en uit.
22. SMART ECO
Wissel de lampmodus tussen Eco/ Normaal en SmartEco.
23. SNEL INSTALLEREN Opent het schermmenu Snelle installatie.
De laseraanwijzer bedienen
De laseraanwijzer is een hulpmiddel voor professionele sprekers. Deze geeft een rode lichtstraal af bij het indrukken.
De laserstraal is zichtbaar. U moet de LASER ingedrukt houden voor een continue werking.
Kijk niet in de laserstraal of richt de laserstraal niet op uzelf of op anderen. Lees de waarschuwingen achteraan op de afstandsbediening voordat u deze gebruikt.
De laseraanwijzer is geen speelgoed. Ouders dienen zich bewust te zijn van de gevaren van laserenergie en deze afstandsbediening uit de buurt van kinderen te houden.
Als de projector in de modus MHL werkt, moet het toetsenblok op de projector dezelfde definitie hebben als de toetsen op de afstandsbediening.
Een smart-apparaat met de afstandsbediening bedienen
Als de projector de inhoud van uw MHL-smart apparaat projecteert, kunt u de afstandsbediening gebruiken om het smart apparaat te bedienen.
Druk AUTO 3 seconden in om naar de modus MHL te gaan. De volgende knoppen zijn beschikbaar voor het bedienen van uw smart apparaat, pijltoetsen ( /Omhoog, /
Omlaag, ◄ Links, ► Rechts), MENU/EXIT, MHL bedieningsknoppen.
Druk AUTO 3 seconden in om de modus MHL te verlaten.
Inleiding 13
(Beschikbaar in Japan)
5
6
10
15
16
18
21
12
1
2
3
4
13
9
20
14
7
8
17
19
3
11
6. ECO BLANK
Hiermee kunt u de schermafbeelding verbergen.
7. ZOOM+/ZOOM-
Hiermee vergroot of verkleint u het geprojecteerde beeld.
8. ASPECT
Selecteert de beeldverhouding.
9. FREEZE
Bevriest het geprojecteerde beeld.
10. NETWERKINSTELLINGEN
Schakelt het OSD-menu voor
netwerkinstellingen in.
11. Numerieke knoppen
Voor invoeren van nummers in netwerkinstellingen.
De numerieke knoppen 1, 2, 3 en 4 zijn niet bruikbaar als om een wachtwoord gevraagd wordt.
12. Netwerk
Niet beschikbaar voor deze projector.
13. AUTO
Hiermee worden automatisch de beste beeldtimings bepaald voor het weergegeven beeld.
Als een OSD-menu ontbreekt en bij de
1. ON / OFF
Hiermee zet u de projector stand-by of schakelt u deze in.
2. Toetsen bronkeuze
Selecteert een ingangsbron voor weergave.
3. Keystone/pijltoetsen ( / Omhoog, / Omlaag)
Hiermee corrigeert u handmatig de vervormde beelden die door de projectiehoek worden veroorzaakt.
4. MENU/EXIT
Hiermee schakelt u het OSD-menu in. Hiermee gaat u terug naar het vorige OSD-menu en slaat u de menu­instellingen op.
5. Links/
Verlaagt het volume van de projector.
MHL-bron 3 seconden indrukken om te wisselen tussen de modus MHL en DLP op de afstandsbediening voor MHL­toetsen.
14. Rechts/
Verhoogt het volume van de luidspreker. Indien het On-Screen Display (OSD)
menu is geactiveerd, worden de toetsen 3, 5 en 14 gebruikt als richtingspijlen om de gewenste menu-items te selecteren en aanpassen aan te brengen. In de functie MHL worden de toetsen 3, 5 en 14 als richtingspijlen gebruikt. 4 voor MENU/EXIT en 15 voor
MODE/ENTER.
15. MODE/ENTER
Selecteert een beschikbare beeldinstellingsmodus. Activeert het geselecteerde item van het OSD-menu.
Inleiding14
16. INGANG
Geeft de bronselectiebalk weer.
17. PAGE +/PAGE -
Bedien de weergavesoftware (op een aangesloten pc) die reageert op opdrachten pagina omhoog/pagina omlaag (zoals Microsoft PowerPoint).
18. MIC/VOL +/MIC/VOL -
Afstellen ingangsniveau microfoon.
19. MUTE
Schakelt de audio van de projector in en uit.
20. SMART ECO
Wissel de lampmodus tussen Eco/ Normaal en SmartEco.
21. TEST
Geeft het testpatroon weer.
Inleiding 15
Bereik van de afstandsbediening
O
n
g
e
ve
e
r
±
3
0
°
O
n
g
e
ve
e
r
±
3
0
°
De Infra-rood (IR) sensor voor de afstandsbediening bevindt zich aan de voor- en achterkant van de projector. Houd de afstandsbediening in een hoek van maximaal 30 graden ten opzichte van de IR-sensor van de afstandsbediening op de projector voor een correcte werking. De afstand tussen de afstandsbediening en de sensor mag niet meer dan 8 meter (~26 voet) bedragen.
Zorg dat niets de infraroodstraal tussen de afstandsbediening en de IR-sensoren op de projector blokkeert.
Inleiding16
De batterij van de afstandsbediening vervangen
1. Om het batterijvak te openen, draait u de afstandsbediening om, drukt u op het lipje op het deksel en schuift u het in de richting van de pijl, zoals in de afbeelding. Het deksel schuift eraf.
2. Verwijder waar nodig de oude batterijen en plaats twee AAA-batterijen. Let daarbij op de polariteit zoals aangegeven op de onderkant van het batterijvak. Positief (+) past op positief en negatief (-) past op negatief.
3. Plaats het deksel terug door het uit te lijnen op de voet en dit opnieuw omlaag te schuiven in zijn positie. Stop als het deksel op zijn plaats klikt.
Vermijd hoge temperaturen en vochtigheid.
De batterij kan beschadigd raken als u deze niet correct vervangt.
Vervang batterijen alleen door hetzelfde type of een soortgelijk type batterijen, zoals door
de fabrikant aanbevolen.
Gooi lege batterijen weg overeenkomstig de instructies van de fabrikant.
Gooi een batterij nooit in vuur. De batterij kan in dat geval ontploffen.
Verwijder de batterij als deze leeg is of als u de afstandsbediening langere tijd niet gebruikt.
Zo voorkomt u dat de afstandsbediening beschadigd raakt door mogelijke lekkage van de batterij.
EXPLOSIEGEVAAR ALS DE BATTERIJ DOOR EEN VERKEERD TYPE WORDT
VERVANGEN.
WERP GEBRUIKTE BATTERIJEN WEG VOLGENS DE AANWIJZINGEN.
Inleiding 17

De projector positioneren

Een locatie kiezen

De projector kan op de volgende vier manieren worden geïnstalleerd:
1. Tafel voor
Selecteer deze instelling met de projector op een tafel voor het scherm geplaatst. Als u een snelle opstelling en draagbaarheid wenst, is dit de meest gebruikte opstelling.
3. Plafond achter
Selecteer deze instelling als u de projector ondersteboven aan het plafond en voor het scherm installeert.
Als u de projector aan het plafond wilt bevestigen, kunt u het beste de plafondmontageset van BenQ bij uw leverancier kopen.
*Stel Plafond achter in het menu
SYSTEEMINSTLL: Basis > Projectorinstallatie in nadat de
projector is ingeschakeld.
2. Tafel achter
Selecteer deze instelling met de projector op een tafel achter het scherm geplaatst.
Voor deze opstelling is een speciaal scherm voor projectie achteraan vereist.
*Stel Tafel achter in het menu
SYSTEEMINSTLL: Basis > Projectorinstallatie in nadat de
projector is ingeschakeld.
4. Plafond voor
Selecteer deze locatie als u de projector ondersteboven aan het plafond en achter het scherm installeert.
Voor deze opstelling zijn een speciaal scherm voor projectie achter en de plafondmontageset van BenQ vereist.
*Stel Plafond voor in het menu
SYSTEEMINSTLL: Basis > Projectorinstallatie in nadat de
projector is ingeschakeld.
De geschikte locatie wordt bepaald door de indeling van de ruimte en uw persoonlijke voorkeur. Houd rekening met de grootte en de positie van het scherm, de nabijheid van een stopcontact en de afstand tussen de projector en de andere apparatuur.
De projector positioneren18
De gewenste beeldgrootte van de projectie
Projectieafstand
Midden van de lens
Scherm
Verticale afstand A
Maximale zoom Minimale zoom
B
H
instellen
De afstand van de lens van de projector tot het scherm, de zoominstelling (indien beschikbaar) en het videoformaat zijn allemaal factoren die de grootte van het geprojecteerde beeld bepalen.

Projectie-afmetingen

Zie "Afmetingen" op pagina 72 voor de lensmiddenafmetingen van deze projector voordat u de geschikte positie berekent.
XGA SX751
Schermgrootte Afstand vanaf scherm (mm) Verplaatsing
Diagonaal Breedte Hoogte Min.
inch mm mm mm
60 1524 1219 914 2231 2792 3353 127
70 1778 1422 1067 2603 3257 3912 148
80 2032 1626 1219 2975 3723 4470 169
90 2286 1829 1372 3347 4188 5029 191
100 2540 2032 1524 3719 4653 5588 212
120 3048 2438 1829 4462 5584 6706 254
150 3810 3048 2286 5578 6980 8382 318
170 4318 3454 2591 6322 7911 9500 360
180 4572 3658 2743 6693 8376 10058 381
190 4826 3861 2896 7065 8841 10617 403
200 5080 4064 3048 7437 9307 11176 424
250 6350 5080 3810 9296 11633 13970 530
300 7620 6096 4572 11156 13960 16764 636
afstand
Gemiddeld Max.
afstand
(mm)
A [mm] in
breedbeeld
modus
De projector positioneren 19
WXGA SW752
Schermgrootte Afstand vanaf scherm (mm) Ve rp la at sin g
(mm)
Diagonaal Breedte Hoogte Min.
inch mm mm mm
60 1524 1292 808 1887 2365 2843 92
70 1778 1508 942 2201 2759 3317 107
80 2032 1723 1077 2516 3153 3791 122
90 2286 1939 1212 2830 3547 4265 137
100 2540 2154 1346 3145 3942 4739 153
120 3048 2585 1615 3774 4730 5686 183
150 3810 3231 2019 4717 5912 7108 229
170 4318 3662 2289 5346 6701 8056 260
180 4572 3877 2423 5660 7095 8530 275
190 4826 4092 2558 5975 7489 9003 290
200 5080 4308 2692 6289 7883 9477 305
250 6350 5385 3365 7862 9854 11847 382
300 7620 6462 4039 9434 11825 14216 458
afstand
Gemiddeld Max.
afstand
A [mm] in breedbeeld
modus
1080P SH753
Schermgrootte Afstand vanaf scherm (mm) Ve rp la at si ng
(mm)
Diagonaal Breedte Hoogte Min.
inch mm mm mm
60 1524 1328 747 1846 2311 2776 111
70 1778 1550 872 2154 2696 3239 130
80 2032 1771 996 2462 3082 3701 149
90 2286 1992 1121 2769 3467 4164 167
100 2540 2214 1245 3077 3852 4627 186
120 3048 2657 1494 3693 4622 5552 223
150 3810 3321 1868 4616 5778 6940 279
170 4318 3763 2117 5231 6548 7866 316
180 4572 3985 2241 5539 6934 8328 334
190 4826 4206 2366 5847 7319 8791 353
200 5080 4428 2491 6154 7704 9254 371
250 6350 5535 3113 7693 9630 11567 464
300 7620 6641 3736 9232 11556 13881 557
afstand
Gemiddeld Max.
afstand
A [mm] in
breedbeeld
modus
De projector positioneren20
WUXGA SU754
Schermgrootte Afstand vanaf scherm (mm) Verplaatsing
(mm)
Diagonaal Breedte Hoogte Min.
inch mm mm mm
afstand
60 1524 1292 808 1796 2249 2701 68
70 1778 1508 942 2096 2623 3151 79
80 2032 1723 1077 2395 2998 3601 91
90 2286 1939 1212 2695 3373 4052 102
100 2540 2154 1346 2994 3748 4502 113
120 3048 2585 1615 3593 4497 5402 136
150 3810 3231 2019 4491 5622 6753 170
170 4318 3662 2289 5090 6371 7653 193
180 4572 3877 2423 5389 6746 8103 204
190 4826 4092 2558 5688 7121 8553 215
200 5080 4308 2692 5988 7496 9003 227
250 6350 5385 3365 7485 9370 11254 283
300 7620 6462 4039 8982 11243 13505 340
Er is een tolerantie van 5% tussen deze waarden door variaties in de optische onderdelen. BenQ beveelt bij een permanente plaatsing van de projector aan om de projectiegrootte en -afstand eerst met de projector fysiek te testen, zodat u rekening kunt houden met de optische eigenschappen van deze projector. Hierdoor kunt u de precieze bevestigingspositie bepalen die het meest geschikt is voor uw specifieke locatie.
Gemiddeld Max.
afstand
A [mm] in breedbeeld
modus
De projector positioneren 21

Aansluitingen

Laptop of desktopcomputer
A/V-apparaat
Luidsprekers
Monitor
(VGA) (DVI)
of
Microfoon
Smartphone of tablet
of
Als u een signaalbron aansluit op de projector, volg dan deze instructies:
1. Schakel alle apparatuur uit voordat u aansluitingen maakt.
2. Gebruik de juiste signaalkabels voor elke bron.
3. Zorg dat de kabels goed zijn geplaatst.
Niet alle kabels die in de onderstaande aansluitingen zijn weergegeven, zijn bij de projector geleverd (zie "Inhoud van de verpakking" op pagina 8). Deze kabels zijn verkrijgbaar bij elektronicawinkels.
1. HDMI-kabel
2. Audiokabel
3. S-Video-kabel
4. Videokabel
5. Audio L/R-kabel
6. VGA-kabel
7. VGA-naar-DVI-A-kabel
8. USB-kabel
9. Microfoon
10. Type A aansluiting vermogen 1,5 A
11. HDMI-micro USB-kabel
Bij notebooks worden de externe videopoorten vaak niet ingeschakeld wanneer een projector is aangesloten. Met de toetsencombinatie FN + F3 of CRT/LCD kunt u de externe weergave doorgaans in- of uitschakelen. Zoek op de notebook de functietoets CRT/LCD of de functietoets met een monitorsymbool op de notebook. Druk tegelijk op FN en een van deze toetsen. Raadpleeg de handleiding bij uw notebook voor meer informatie over mogelijke toetsencombinaties.
Aansluitingen22

Videobronapparaten aansluiten

U hoeft de projector alleen aan te sluiten op een videobronapparaat met een van de aansluitmethoden. Elk apparaat biedt echter een ander niveau van videokwaliteit. De methode die u kiest, zal zeer waarschijnlijk afhangen van de beschikbaarheid van geschikte aansluitingen op de projector en het videobronapparaat zoals hieronder beschreven:
Terminalnaam Uiterlijk terminal Beeldkwaliteit
HDMI Best
Componentvideo Beter
S-Video Goed
Video Normaal

Audio aansluiten

De projector heeft een ingebouwde monoluidspreker die is ontworpen om basisaudiofunctionaliteiten te bieden bij gegevenspresentaties die uitsluitend voor zakelijke doeleinden zijn gemaakt. Deze optie is niet ontworpen, noch bedoeld voor de stereo audioreproductie zoals kan worden verwacht bij thuisbioscooptoepassingen. Elke stereo audio-ingang (indien voorzien), wordt gemixt in een gewone mono audio-uitgang via de luidspreker van de projector.
De ingebouwde luidspreker worden gedempt wanneer de AUDIO OUT-stekker wordt aangesloten.
De projector kan alleen gemixte mono audio afspelen, zelfs als een stereo audio-ingang is
aangesloten. Zie "Audio aansluiten" op pagina 23 voor details.
Indien het geselecteerde videobeeld niet wordt getoond nadat de projector is opgestart en
de juiste video-ingang is geselecteerd, controleer dan of het videobronapparaat is ingeschakeld en correct werkt. Controleer ook of de signaalkabels op de juiste manier zijn aangesloten.
Aansluitingen 23

Geluid via de projector weergeven

U kunt de (gemengd mono) luidspreker van de projector gebruiken voor uw presentaties en ook aparte versterkte luidsprekers aansluiten op de AUDIO OUT-aansluiting van de projector.
Als u een afzonderlijk geluidssysteem hebt, zult u wellicht de audio-uitgang van uw videobronapparaat willen aansluiten op dat geluidssysteem, in plaats van op de mono­audioprojector.
Zodra de kabel is aangesloten, kan de audio worden beheerd via de OSD-menu's van de projector.
De onderstaande tabel beschrijft de aansluitmethodes voor verschillende apparaten en waar het geluid vandaan komt.
Apparaat PC Component/
S Video/Video
Audio-ingang AUDIO IN
(mini-aansluiting)
De projector kan het geluid
weergeven van...
Audio-uitgang AUDIO OUT AUDIO OUT AUDIO OUT
Het gekozen ingangssignaal bepaalt welk geluid door de luidspreker van de projector wordt afgespeeld en welk geluid door de projector wordt afgegeven als AUDIO OUT is aangesloten. Als u het signaal PC kiest, kan de projector het geluid weergeven dat wordt ontvangen van de AUDIO IN mini-aansluiting. Als u het signaal S Video/Video kiest, kan de projector het geluid weergeven dat wordt ontvangen van AUDIO (L/R).
AUDIO IN
(mini-aansluiting)
AUDIO (L/R) HDMI
AUDIO (L/R) HDMI
HDMI-1/
HDMI-2/MHL

Smart devices aansluiten

De projector kan de inhoud ook rechtstreeks projecteren vanaf uw persoonlijke apparaat (telefoon, tablet, NB) via een optionele draadloze oplossing van BenQ zoals de QCast dongle of InstaShow™.
Informeer bij uw plaatselijke vertegenwoordiger als u daarin geïnteresseerd bent.
Aansluitingen24

Bediening

De projector opstarten

1. Sluit het netsnoer aan op de projector en stop de stekker in een stopcontact. Schakel het stopcontact in (indien nodig). Controleer of het Voedingsindicator op de projector oranje oplicht nadat de stroom is ingeschakeld.
Gebruik de originele accessoires (bijv. voedingskabel) alleen met het apparaat om mogelijke gevaren, zoals elektrische schok en brand, te voorkomen.
2. Druk op POWER op de projector of
afstandsbediening om de projector te starten, waarna een startgeluid klinkt. De Voedingsindicator knippert groen en blijft groen als de projector wordt ingeschakeld. Het opstarten duurt ongeveer 30 seconden. In de latere fase van het opstarten wordt het opstartlogo geprojecteerd.
Draai zo nodig aan de scherpstelring om de helderheid van het beeld aan te passen.
Om het belgeluid uit te schakelen, zie see "De beltoon Uit" op pagina 43 voor details.
Als de projector nog warm is van de vorige sessie, blijft de ventilator ongeveer 90 seconden draaien voordat de lamp wordt ingeschakeld.
3. Stel de OSD-menu in op een bekende taal om deze te kunnen gebruiken.
4. Als u een wachtwoord wordt gevraagd, drukt u op de pijlknoppen om een wachtwoord van zes cijfers in te voeren. Zie "De wachtwoordfunctie gebruiken" op
pagina 30 voor details.
5. Schakel alle aangesloten apparatuur in.
6. De projector start het zoeken naar ingangssignalen. Het momenteel gescande ingangssignaal wordt in de linkerbovenhoek van het scherm weergegeven. Als de projector geen geldig signaal waarneemt, blijft het bericht "Geen signaal" op het scherm staan tot een ingangssignaal is gevonden.
U kunt ook op de knop INGANG op de projector of afstandsbediening drukken om het gewenste ingangssignaal te selecteren. Zie "Schakelen tussen ingangssignalen" op
pagina 33 voor details.
Als de frequentie/resolutie van het ingangssignaal buiten het bereik van de projector valt, wordt het bericht "Buiten bereik" weergegeven op een leeg scherm. Selecteer een ingangssignaal dat compatibel is met de resolutie van de projector of stel het ingangssignaal op een lager niveau in. Zie "Timingtabel" op pagina 73 voor details.
Om de levensduur van de lamp te verlengen, moet u na het inschakelen van de projector minstens 5 minuten wachten tot u hem uitschakelt.
Bediening 25
Loading...
+ 56 hidden pages