Benq LX890UST, LW890UST, LH890UST User Manual [nl]

Digital Projector
Gebruiker­shandleiding
LX890UST / LW890UST / LH890UST
V1.01

Inhoudsopgave

Belangrijke
veiligheidsinstructies.... 3
Kenmerken van de projector.................5
Inhoud van de verpakking .......................6
Buitenkant van de projector...................8
Bedieningselementen en functies...........9
De projector
Selecteer de lampmodus....................... 40
Lessjabloon gebruiken ........................... 41
De projector bedienen via een LAN-
omgeving................................................... 42
Firmware via LAN opwaarderen ........ 46
PointWrite-module installeren op projector om interactiefunctie te
gebruiken.................................................. 47
De projector uitschakelen.................... 48
Menubediening ........................................ 49
positioneren................ 14
Een locatie kiezen ...................................14
De gewenste beeldgrootte van de
projectie instellen....................................15
De projector monteren.........................18
Aansluitingen.............. 20
Videobronapparaten aansluiten ...........21
Slim apparaat aansluiten.........................22
Bediening .................... 23
De projector opstarten .........................23
Het geprojecteerde beeld aanpassen .24
De menu's gebruiken .............................27
De projector beveiligen.........................28
Schakelen tussen ingangssignalen.........30
Vergroten en details zoeken ................31
De beeldverhouding selecteren...........31
Het beeld optimaliseren ........................33
De presentatietimer instellen...............37
Het beeld verbergen ..............................38
Het beeld stilzetten ................................38
Gebruik op grote hoogte......................38
Het geluid aanpassen..............................39
Instelling De menuweergave van de projector
aanpassen ..................................................40
Automatisch uitschakelen ....39
Onderhoud ................. 64
Onderhoud van de projector .............. 64
Problemen oplossen .. 66
Specificaties ................ 67
Afmetingen ............................................... 68
Timingtabel............................................... 69
Informatie over garantie
en auteursrechten...... 73
Inhoudsopgave2

Belangrijke veiligheidsinstructies

Uw projector is ontwikkeld en getest volgens de nieuwste veiligheidsnormen voor IT-apparatuur. Voor een veilig gebruik van dit product dient u echter de instructies in de gebruikershandleiding / installatiehandleiding en op het product nauwkeurig op te volgen.
1. Lees de gebruikershandleiding / installatiehandleiding aandachtig door voordat u de projector gebruikt. Bewaar de handleiding voor toekomstig gebruik.
2. Kijk tijdens het gebruik niet direct in de lens van de projector. De sterke lichtstraal kan uw ogen beschadigen.
3. Laat reparatie- of onderhoudswerkzaamheden over aan een bevoegd
technicus.
4. Zorg er altijd voor dat de lenssluiter (indien aanwezig) is geopend of dat de lensdop (indien aanwezig) is verwijderd wanneer de lichtbron van de projector brandt.
5. De lichtbron wordt erg heet tijdens het gebruik.
6. In sommige landen is de lijnspanning NIET stabiel. In sommige landen is de netspanning ongelijkmatig. Hoewel deze projector normaal werkt bij een netspanning van 100 tot 240 V (wisselstroom), kan het apparaat uitvallen wanneer zich een stroomstoring of een spanningspiek van ±10 V voordoet.
In gebieden waar dit risico hoog is, is het raadzaam de projector aan te sluiten op een spanningsstabilisator, piekbeveiliging of UPS­systeem (Uninterruptible Power Supply).
7. Plaats geen voorwerpen voor de projectielens als de projector wordt gebruikt. Deze voorwerpen kunnen oververhitten of vervormen of kunnen zelfs brand veroorzaken. Om de lichtbron tijdelijk uit te schakelen, gebruikt u de inactief­functie.
8. Bedien de lichtbronnen niet langer dan de gespecificeerde levensduur van de lichtbron.
9. Plaats dit product niet op een onstabiel wagentje, een onstabiele standaard of een wankele tafel. Het product kan vallen en ernstig worden beschadigd.
10. Probeer deze projector niet zelf te demonteren. De onderdelen in het apparaat staan onder hoge spanning die levensgevaarlijk is als u ze aanraakt.
U mag nooit andere afdekkingen losmaken of verwijderen. Laat reparaties uitsluitend over aan gekwalificeerde professionele reparateurs.
11. Blokkeer de ventilatieopeningen niet.
- Plaats deze projector niet op een deken, beddengoed of op een ander zacht oppervlak.
- Bedek deze projector niet met een doek of met andere voorwerpen.
- Plaats geen ontvlambare stoffen in de buurt van de projector.
Als de ventilatieopeningen ernstig wordt gehinderd, kan er door oververhitting in de projector brand ontstaan.
12. Plaats de projector niet verticaal. De projector kan dan vallen en letsel veroorzaken of beschadigd raken.
13. Ga niet op projector staan of leg er geen voorwerpen op. Dit kan niet alleen schade aan de projector veroorzaken, maar kan ook leiden tot ongevallen en mogelijk letsel.
Belangrijke veiligheidsinstructies 3
14. Wanneer u de projector gebruikt, is het mogelijk dat u warme lucht en een
Risicogroep 2
1. Overeenkomstig de classificatie van fotobiologische veiligheid van lichtbronnen en lichtbronsystemen, is dit product Risicogroep 2, IEC 62471-5:2015.
2. Mogelijk gevaarlijke optische straling wordt afgegeven door dit product.
3. Staar niet in een werkende lichtbron. Kan schadelijk zijn voor de ogen.
4. Als bij elke heldere bron moet u niet direct in de straal staren.
De lichtbron van de projector gebruikt een laser.
Laserwaarschuwing
(Voor China en andere regio's) Dit product behoort tot laserproducten van KLASSE 1 en voldoet aan IEC 60825-1:2014.
(Voor Noord-Amerika) Dit product behoort tot laserproducten van KLASSE 2 en voldoet aan IEC 60825­1:2007.
LASERSTRALING, NIET IN DE STRAAL STAREN, LASERPRODUCT VAN KLAS SE 2 .
(Voor Noord-Amerika)
(Voor andere regio's)
CAUTION
LASER RADIATION DO NOT STARE INTO BEAM
WAVELENGTH: 450~460 mm PULSE DURATION: 1.09 ms MAX OUTPUT: 0.119 mJ
CLASS II LASER PRODUCT
This product complies with 21 CFR 1040.10 and
1040.11 except for deviations pursuant to Laser Notice No. 50, dated June 24, 2007.
LASER RADIATION DO NOT STARE INTO BEAM WAVELENGTH: 450~460 mm PULSE DURATION: 1.09 ms MAX OUTPUT: 0.119 mJ CLASS 2 LASER PRODUCT
IEC/EN 60825-1:2007
for USA only
IEC/EN 60825-1:2014 IEC 6247I-5:2015 RG2
bepaalde geur opmerkt bij het ventilatierooster. Dit is een normaal verschijnsel en geen defect.
15. Plaats geen vloeistoffen in de buurt van of op de projector. Als er vloeistof in de
projector wordt gemorst, werkt deze mogelijk niet meer. Als de projector nat wordt, moet u de stekker uit het stopcontact trekken en de projector laten controleren door een BenQ-onderhoudstechnicus.
16. Dit apparaat moet worden geaard.
17. Plaats de projector niet in de volgende omgevingen.
- Slecht geventileerde of ingesloten ruimtes. Zorg dat de projector minstens 50 cm van de muur staat en zorg voor voldoende ruimte voor de luchtstroom rondom de projector.
- Plaatsen waar de temperatuur extreem hoog kan oplopen, zoals in een auto met gesloten ramen.
- Erg vochtige, stoffige of rokerige plaatsen die optische componenten mogelijk aantasten. Dit verkort de levensduur van de projector en verdonkert het beeld.
- Plaatsen in de buurt van een brandalarm.
- Plaatsen met een omgevingstemperatuur van meer dan 40°C / 104°F.
- Plaatsen die hoger liggen dan 3000 m (10000 voet).
Belangrijke veiligheidsinstructies4

Inleiding

Kenmerken van de projector

Dit model is een van de beste projectoren die ter wereld verkrijgbaar zijn. U kunt van de beste videokwaliteit genieten met verschillende apparaten zoals een pc, laptop, dvd en vcr, en zelfs een documentcamera, om alle mogelijkheden tot leven te brengen.
De projector heeft de volgende kenmerken.
• Met 2D-keystone voor eenvoudige correctie van horizontale en verticale trapeziumvormin kunt u onder elke hoek een rechthoekig beeld projecteren.
• Met Passend in hoeken kunt u de vier hoeken van het geprojecteerde beeld aanpassen
• Uitgerust met HDMI- & MHL-aansluiting met HDCP-ondersteuning
• Dimmodus start uw dynamische energiebesparing
• Wandkleurcorrectie waarmee het mogelijk is te projecteren op oppervlakten met verschillende vooraf gedefinieerde kleuren
• Snel automatisch zoeken versnelt het detecteren van het signaal
• 3D-kleurbeheer om kleuren aan te passen naar uw voorkeur
• Presentatietimer voor meer inzicht in de tijdsduur van presentaties
• Automatisch de beste beeldkwaliteit met één druk op een knop
• Compatibel met component HDTV (YP
• De schijnbare helderheid van het geprojecteerde beeld zal verschillen afhankelijk van de omgevingsbelichting en de contrast-/helderheidsinstellingen van het geselecteerde ingangssignaal, en is in verhouding met de projectie-afstand.
bPr)
Inleiding 5

Inhoud van de verpakking

Pak alles voorzichtig uit en controleer of u alle onderstaande items hebt. Wanneer één of meerdere van deze items ontbreken, dient u contact op te nemen met de leverancier.

Standaardaccessoires

De meegeleverde accessoires zijn geschikt voor uw regio, maar verschillen mogelijk van de afbeeldingen.
*De garantiekaart wordt slechts in bepaalde specifieke regio’s geleverd. Raadpleeg uw verkoper voor gedetailleerde informatie.
Projector met de
projectormontageplaat
Afstandsbediening of afstandsbediening
zonder laser (afhankelijk van de regio)
en batterijen
VGA-kabel Snelgids
CD met gebruikershandleiding Garantiekaart*
Wandmontageset &
gebruikershandleiding
Voedingskabel
Inleiding6

Optionele accessoires

1. Draadloze dongle: QCast (QP01), QCastMirror(QP20), InstaShow™ (WDC10)
2. Stoffilter: FTFS02 (3 mm)
3. 3D-bril
4. PointWrite-set (PW40U) Inleiding 7

Buitenkant van de projector

1
3
5
4
2
5 6
7
8
9
9
10
16
17
18
19
20
21
22
23
15
11
13
14
12
25
24
26
26
26
26
27
1. Focusring
2. Projectielens en Spiegel
3. Extern bedieningspaneel (Zie"Projector" op pagina 9 voor details.)
4. IR-sensor vooraan voor afstandsbediening
5. Luchtgaten (uitgang)
6. Voedingsindicator/ Temperatuurwaarschuwingslampje/ Lampindicator
7. Luidsprekerrooster
8. PointWrite-dummykap (optionele PointWrite-set)
9. Luchtgaten (ingang)
10. Aansluiting USB-type A/1.5A
11. Audio-ingang
12. Audio-uitgang
13. Audio-ingang (L/R)
14. S-Video-ingang
15. Video-ingang
16. RGB (PC)/Component video (YPbPr/ YCbCr) signaalingang
17. RGB-signaaluitgang
18. RS232-besturingspoort
19. HDMI 1-ingang
20. HDMI 2/MHL-ingang
21. PointWrite-poort (PointWrite­set is vereist)
22. RJ-45 LAN-ingang
23. Mini-B USB-aansluiting
24. Sleuf voor Kensington antidiefstalslot
25. Ingang wisselstroomkabel
26. Afstelvoetjes
27. Projectormontageplaat
Inleiding8

Bedieningselementen en functies

6
4
10
3
1
5
2
7
8
7
9
I
I

Projector

8. Verhoogt het projectorvolume.
9. SOURCE Geeft de bronselectiebalk weer.
10. Pijltoetsen ( , , , ) Wanneer het OSD-menu is
geactiveerd, worden deze toetsen gebruikt als richtingspijlen voor het selecteren van de gewenste menu­items en om aanpassingen te doen.
1. MENU Hiermee schakelt u het OSD-menu in.
EXIT
Hiermee gaat u terug naar het vorige OSD-menu en slaat u de menu­instellingen op.
2. Verlaagt het projectorvolume.
3. Voedi ng Hiermee zet u de projector stand-by of
schakelt u deze in.
4. MODE Selecteert een beschikbare
beeldinstellingsmodus.
ENTER
Activeert het geselecteerde item van het OSD-menu.
5. Eco Blank Hiermee kunt u de schermafbeelding
verbergen.
6. Auto Hiermee worden automatisch de beste
beeldtimings bepaald voor het weergegeven beeld.
7. Keystone-toetsen ( , ) Geeft pagina 2D Keystone weer.
Inleiding 9

Afstandsbediening

8
18
4
9
24
23
1
2
3
4
6
7
4
10
12
13
14
15
16
17
4
19
20
22
11
21
5
5. Pijltoetsen ( , , , ) Wanneer het OSD-menu is
geactiveerd, worden deze toetsen gebruikt als richtingspijlen voor het selecteren van de gewenste menu­items en om aanpassingen te doen.
6. MODE Selecteert een beschikbare
beeldinstelling modus.
ENTER
Activeert het geselecteerde item van het OSD-menu.
7. Eco Blank Hiermee kunt u de schermafbeelding
verbergen.
8. VOLUME + / - Past het projectorvolumen aan.
9. QUICK INSTALL Een menusnelkoppeling
1. ON Schakelt de projector in.
2. COMPUTER 1/COMPUTER 2
Geeft RGB (PC)/Component video (YPbPr/ YCbCr) signaal weer.
COMPUTER 2: Niet ingeschakeld op deze projector.
3. MENU Hiermee schakelt u het OSD-menu in.
EXIT
Hiermee gaat u terug naar het vorige OSD-menu en slaat u de menu­instellingen op.
4. Keystone-toetsen ( , , , ) Toont pagina 2D keystone en past de verticale en horizontale
trapeziumwaarden aan.
met Testpatroon, Projectorinstallatie, 2D keystone en Passend tussen hoeken.
10. Freeze Bevriest het geprojecteerde beeld.
11. PIP Niet ingeschakeld op deze projector.
12. NETWORK SETTING Toont menu Netwerkinstellingen.
13. Nummertoetsen
14. OFF Schakelt de projector uit.
15. COMPO 1/COMPO 2 Niet ingeschakeld op deze projector.
Inleiding10
16. HDMI 1/HDMI 2
Testtoets fungeert als QUICK INSTALL-toets.
Geeft HDMI-signaal weer.
17. Auto Hiermee worden automatisch de beste beeldtimings bepaald voor het
weergegeven beeld.
18. SOURCE Geeft de bronselectiebalk weer.
19. LASER Zendt een zichtbare laserstraal uit voor
presentatiedoeleinden.
20. BRIGHT Past de helderheid van het beeld aan.
21. CONTRAST Stelt de mate van verschil tussen
donker en licht in het beeld in.
22. Mute Schakelt de audio van de projector in en uit.
23. Aspect Selecteert de beeldverhouding.
24. LAMP MODE Toont de selectiebalk voor de
lampmodus (Normaal/Economisch/ Dimmen).
De laseraanwijzer bedienen
De laseraanwijzer is een hulpmiddel voor professionele sprekers. Het straalt een rood licht uit als u erop drukt en het indicatorlichtje brandt rood.
De laserstraal is zichtbaar. U moet LASER ingedrukt houden voor een continue werking.
Kijk niet in de laserstraal of richt de laserstraal niet op uzelf of op anderen. Lees de waarschuwingen achteraan op de afstandsbediening voordat u deze gebruikt.
De laseraanwijzer is geen speelgoed. Ouders dienen zich bewust te zijn van de gevaren van laserenergie en deze afstandsbediening uit de buurt van kinderen te houden.
*Afstandsbediening voor Japan
Inleiding 11
De IR-sensor (infrarood) van de afstandsbediening bevindt zich op de voorkant van de
O
n
g
e
v
e
e
r
3
0
º
projector. Houd de afstandsbediening in een hoek van maximaal 30 graden ten opzichte van de IR-sensor van de afstandsbediening op de projector voor een correcte werking. De afstand tussen de afstandsbediening en de sensor mag niet meer dan 8 meter (~26 voet) bedragen.
Zorg dat niets de infraroodstraal tussen de afstandsbediening en de IR-sensoren op de projector blokkeert.
• De projector bedienen vanaf de voorzijde
Inleiding12
De batterij van de afstandsbediening vervangen
1. Om het batterijvak te openen, draait u de afstandsbediening om, drukt u op het lipje op het deksel en schuift u het in de richting van de pijl, zoals in de afbeelding. Het deksel schuift eraf.
2. Verwijder waar nodig de oude batterijen en plaats twee AAA-batterijen. Let daarbij op de polariteit zoals aangegeven op de onderkant van het batterijvak. Positief (+) past op positief en negatief (-) past op negatief.
3. Plaats het deksel terug door het uit te lijnen op de voet en dit opnieuw omlaag te schuiven in zijn positie. Stop als het deksel op zijn plaats klikt.
• Vermijd hoge temperaturen en vochtigheid.
• De batterij kan beschadigd raken als u deze niet correct vervangt.
• Vervang batterijen alleen door hetzelfde type of een soortgelijk type batterijen,
zoals door de fabrikant aanbevolen.
• Gooi lege batterijen weg overeenkomstig de instructies van de fabrikant.
• Gooi een batterij nooit in vuur. De batterij kan in dat geval ontploffen.
• Verwijder de batterij als deze leeg is of als u de afstandsbediening langere tijd
niet gebruikt. Zo voorkomt u dat de afstandsbediening beschadigd raakt door mogelijke lekkage van de batterij.
Inleiding 13

De projector positioneren

Een locatie kiezen

De geschikte locatie wordt bepaald door de indeling van de ruimte en uw persoonlijke voorkeur. Houd rekening met de grootte en de positie van het scherm, de nabijheid van een stopcontact en de afstand tussen de projector en de andere apparatuur.
De projector kan op de volgende twee manieren worden geïnstalleerd:
1. Plafond voor Selecteer deze instelling als u de projector ondersteboven aan het plafond en voor het scherm
installeert.
Gebruik de wandmontageset van de BenQ-projector die wordt geleverd in de doos om uw projector aan de wand te monteren.
Stel Plafond voor in het menu SYSTEEMINSTLL: Basis > Projectorpositie in nadat de projector is ingeschakeld.
2. Plafond achter Selecteer deze locatie als u de projector
ondersteboven aan het plafond en achter het scherm installeert.
Voor deze opstelling zijn een speciaal scherm voor projectie achter en de wandmontageset van BenQ vereist.
Stel Plafond achter in het menu SYSTEEMINSTLL: Basis > Projectorpositie in nadat de projector is ingeschakeld.
U kunt ook de toets QUICK INSTALL op de afstandsbediening gebruiken om de locatie van de projector te selecteren.
De projector positioneren14
De gewenste beeldgrootte van de projectie
V
M
W
F
h
X
a
D
30 mm
Schaalwaarde = D
Midden
Plaathoogte 260 mm Met kap 269 mm
Plafondhoogte (H) =30mm+ plaat hoogte +V+h+F
Dikte van het scherm
Midden van beeld
instellen
Projectie-afmetingen
• Installatie-afstand D wordt gemeten vanaf de achterzijde van de projector tot
het wandoppervlak, wat tevens wordt aangegeven op de schaal van de wandmontage.
• Projectie-afstand a wordt gemeten vanaf de achterzijde van de projector tot het
projectie-oppervlak.
• Verticale afstand V wordt gemeten vanaf de onderrand van de wandplaat tot de
bovenrand van het scherm.
De projector positioneren 15

Aanpassingsgebied beeld

Midden: 0
Midden: 0
Aanpassingsgebied
-1,5 cm
+1,5 cm
+3,5 cm
-3,5 cm
M
h
W
LX890UST
De beeldverhouding van het scherm is 4:3 en het geprojecteerde beeld is een beeldverhouding van 4:3.
Schermgrootte
Hoogte
Diagonaal (M)
Inch mm (mm) (mm) (mm) (mm) (mm) (mm)
73 1854 1113 1483 2359 185,4 118 148 78 1981 1189 1585 2449 198,9 150 180 83 2108 1265 1687 2538 212,3 182 212 88 2235 1341 1788 2628 225,8 214 244 93 2362 1417 1890 2718 239,3 246 276
98 2489 1494 1991 2807 252,7 278 308 100 2540 1524 2032 2843 258,1 291 321 101 2565 1539 2052 2861 260,8 298 328
a. gebaseerd op een beeld 762 mm van de vloer. Als het beeld lager is, wordt de min plafondhoogte
gereduceerd door de meting.
b. Veronderstel dat de dikte van het projectiescherm (X) 0 mm is.
c. Veronderstel dat de dikte van het projectiescherm (X) 30 mm is.
(h)
Breedte
(W)
Minimum
Plafondhoogte
H
a
Verticaal
offset
V
Installatie-afstand (D)
Xb=0 mm
(D=a)
Xc=30 mm
(D=a+30 mm)
De projector positioneren16
LW890UST
De beeldverhouding van het scherm is 16:10 en het geprojecteerde beeld is een beeldverhouding van 16:10.
Schermgrootte
Hoogte
Diagonaal (M)
Inch mm (mm) (mm) (mm) (mm) (mm) (mm)
80 2032 1077 1723 2288 150 85 115
85 2159 1144 1831 2365 160 112 142
90 2286 1212 1939 2443 170 139 169
95 2413 1279 2046 2520 180 166 196 100 2540 1346 2154 2598 190 194 224 105 2667 1414 2262 2675 200 221 251 110 2794 1481 2369 2752 211 248 278 115 2921 1548 2477 2830 221 275 305 119 3023 1602 2563 2892 229 297 327
a. gebaseerd op een beeld 762 mm van de vloer. Als het beeld lager is, wordt de min plafondhoogte
gereduceerd door de meting.
b. Veronderstel dat de dikte van het projectiescherm (X) 0 mm is.
c. Veronderstel dat de dikte van het projectiescherm (X) 30 mm is.
(h)
Breedte
(W)
Minimum
Plafondhoogte
a
H
Verticaal
offset
V
Installatie-afstand (D)
Xb=0 mm
(D=a)
Xc=30 mm
(D=a+30 mm)
LH890UST
De beeldverhouding van het scherm is 16:9 en het geprojecteerde beeld is een beeldverhouding van 16:9.
Schermgrootte
Hoogte
Diagonaal (M)
Inch mm (mm) (mm) (mm) (mm) (mm) (mm)
81 2057 1009 1793 2247 178 81 111
86 2184 1071 1904 2321 189 107 137
91 2311 1133 2015 2395 201 134 164
96 2438 1195 2125 2469 213 160 190 101 2565 1258 2236 2543 224 187 217 106 2692 1320 2347 2617 236 214 244 111 2819 1382 2457 2691 248 240 270 116 2946 1445 2568 2765 259 267 297 121 3073 1507 2679 2839 271 293 323
a. gebaseerd op een beeld 762 mm van de vloer. Als het beeld lager is, wordt de min plafondhoogte
gereduceerd door de meting.
b. Veronderstel dat de dikte van het projectiescherm (X) 0 mm is.
c. Veronderstel dat de dikte van het projectiescherm (X) 30 mm is.
(h)
Breedte
(W)
Minimum
Plafondhoogte
a
H
Verticaal
offset
V
Installatie-afstand (D)
Xb=0 mm
(D=a)
Xc=30 mm
(D=a+30 mm)
Alle afmetingen zijn benaderingen; deze kunnen afwijken van de eigenlijke maten. BenQ beveelt bij een permanente plaatsing van de projector aan om de projectiegrootte en -afstand eerst ter plaatse met de projector fysiek te testen, zodat u rekening kunt houden met de optische eigenschappen van deze projector. Hierdoor kunt u de precieze bevestigingspositie bepalen die het meest geschikt is voor uw specifieke locatie.
De projector positioneren 17

De projector monteren

Als u de projector wilt bevestigen, is het raadzaam een juiste bevestiging voor BenQ­projectors te gebruiken voor een veilige en stevige montage.
Als u een montageset gebruikt voor een projector die niet van het merk BenQ is, bestaat een veiligheidsrisico dat de projector valt door een slechte bevestiging door het gebruik van de verkeerde diepte of van de verkeerde lengte schroeven.

Voorafgaand aan het monteren van de projector

• Gebruik de BenQ Projector-wandmontageset die wordt geleverd met het pakket. Raadpleeg de Gebruikershandleiding in de doos van de wandmontageset voor installatiedetails.
• BenQ raadt u aan ook een afzonderlijke met Kensington-slot-compatibele beveiligingskabel aan te schaffen en deze stevig te bevestigen op de sleuf van het Kensington-slot en de voet van de montagebeugel. Deze zal een tweede beveiliging bieden voor het vasthouden van de projector in het geval de bevestiging op de montagebeugel zou loskomen.
• Vraag uw dealer om de projector voor u te installeren. De projector zelf installeren kan leiden tot vallen met letsel als gevolg.
• Volg de noodzakelijke procedures om het vallen van de projector te voorkomen, zoals tijdens een aardbeving.
• De garantie dekt geen productschade veroorzaakt door het monteren van de projector met een niet-BenQ-projectormontageset.
• Houd rekening met de omgevingstemperatuur waar de projector aan een plafond/ wand wordt gemonteerd. Als een verwarming wordt gebruikt, kan de temperatuur rond het plafond hoger zijn dan verwacht.
• Lees de gebruikershandleiding voor de montageset betreffende het koppelbereik. Vastdraaien met een hoger koppel dan het aanbevolen bereik kan leiden tot schade aan de projector en vervolgens vallen.
• Zorg ervoor dat het stopcontact zich op een toegankelijke hoogte bevindt zodat u de projector gemakkelijk kunt uitschakelen.

De projector installeren aan de projectorwandmontage

1. Schijf de projector in de wandmontage.
De projector positioneren18
2. Stel de verticale kanteling/horizontale rol/horizontale rotatie af voor het
A
B
A
B
A
B
A
B
A
B
A
B
Afstelknoppen
Afstelknoppen
Afstelknoppen
Afstel richtingen
Afstelrichtingen
Afstelrichtingen
A
B
A
B
A
B
d
Afstelrichtingen
aanpassen van schermuitlijning en beeldpositie.
3. Stel de schuifknop Vooruit/Achteruit af om het beeld te reduceren/vergroten.
De projector positioneren 19

Aansluitingen

Slim apparaat
PointWrite-set
Luidsprekers
A/V-apparaat
Monitor
Notebook of desktopcomputer
1. VGA-kabel
2. VGA-naar-DVI-A-kabel
3. Audiokabel
4. S-Video-kabel
5. Videokabel
6. Audio L/R-kabel
7. Component Video naar VGA (D-sub) adapterkabel
8. HDMI-kabel
9. USB-kabel
10. HDMI-dongle (QCast, QCast Mirror, enz.)
11. USB-kabel (A naar micro-B-type) aansluiten op HDMI-dongle voor voeding
Als u een signaalbron aansluit op de projector, volg dan deze instructies:
1. Schakel alle apparatuur uit voordat u aansluitingen maakt.
2. Gebruik de juiste signaalkabels voor elke bron.
3. Zorg dat de kabels goed zijn geplaatst.
1
2
11
Aansluitingen20
4 5 8
3 3
3
7
6
10
9
1
10
8
9
Niet alle kabels die in de bovenstaande aansluitingen zijn weergegeven,
zijn bij de projector geleverd (zie "Inhoud van de verpakking" op pagina
6). Deze kabels zijn verkrijgbaar bij elektronicawinkels.
De aansluitingsillustraties zijn alleen bedoeld als referentie. De achteraansluitstekkers die beschikbaar zijn op de projector, variëren met elk projectormodel.
• Bij notebooks worden de externe videopoorten vaak niet ingeschakeld wanneer een projector is aangesloten. Met de toetsencombinatie FN + F3 of CRT/LCD kunt u de externe weergave doorgaans in- of uitschakelen. Zoek op de notebook de functietoets CRT/LCD of de functietoets met een monitorsymbool op de notebook. Druk tegelijk op FN en een van deze toetsen. Raadpleeg de handleiding bij uw notebook voor meer informatie over mogelijke toetsencombinaties.
• Het uitgangssignaal voor de MONITOR OUT-aansluiting werkt alleen wanneer het ingangssignaal afkomstig is van de PC IN-aansluiting.
• Als u deze verbindingsmethode wilt gebruiken als de projector in stand-by staat, zorg dan dat de Monitor-uit-functie is ingeschakeld in het menu SYSTEEMINSTLL: Geavanceerd > Stand-by-instellingen. Zie "Stand-by-
instellingen" op pagina 61 voor details.

Videobronapparaten aansluiten

U hoeft de projector alleen aan te sluiten op een videobronapparaat met een van de bovenstaande aansluitmethoden. Elk apparaat biedt echter een ander niveau van videokwaliteit. De methode die u kiest zal zeer waarschijnlijk afhangen van de beschikbaarheid van geschikte aansluitingen op de projector en het videobronapparaat zoals hieronder beschreven:
Te r m i n a l Beeldkwaliteit
HDMI 1/HDMI 2/MHL
HDMI 1/HDMI 2/MHL
Best
PC IN
Componentvideo
Beter
S-VIDEO
S-Video
Goed
VIDEO
Video
Normaal

Audio aansluiten

De projector heeft ingebouwde monoluidspreker(s) die zijn ontworpen om basisaudiofunctionaliteiten te bieden bij gegevenspresentaties die uitsluitend voor zakelijke doeleinden zijn gemaakt. Deze optie is niet ontworpen, noch bedoeld voor de stereo audioreproductie zoals kan worden verwacht bij thuisbioscooptoepassingen. Elke stereo audio-ingang (indien voorzien), wordt gemixt in een gewone mono audio-uitgang via de luidspreker(s) van de projector.
Aansluitingen 21
De ingebouwde luidspreker worden gedempt wanneer de AUDIO OUT-stekker wordt aangesloten.
Als het geselecteerde videobeeld niet wordt weergegeven nadat u de projector hebt ingeschakeld en de juiste videobron hebt geselecteerd, controleert u of het videobronapparaat is ingeschakeld en goed werkt. Controleer ook of de signaalkabels op de juiste manier zijn aangesloten.

Slim apparaat aansluiten

De projector kan de inhoud direct vanaf een smart apparaat projecteren met gebruik van een draadloze dongle.
Draadloze HDMI-dongle (bijv. BenQ QCastMirror, QCast)
• Sluit de dongle aan op HDMI en USB TYPE-A-poorten op de projector en schakel het ingangssignaal naar HDMI-1.
• Sluit de dongle aan op de HDMI2/MHL-poort op de projector en schakel het ingangssignaal naar HDMI-2/MHL.
Aansluitingen22
Loading...
+ 51 hidden pages