BenQ garandeert dat dit product vrij is van defecten in vakmanschap en materialen, bij normaal gebruik
en opslag.
Wanneer u aanspraak wilt maken op de garantie, zal een aankoopbewijs worden gevraagd. Wanneer dit
product binnen de garantieperiode defect raakt, is de enige verplichting van BenQ en uw enig verhaal de
vervanging van defecte onderdelen (inclusief werkuren). Om garantieservice te verkrijgen, moet u de
leverancier bij wie u het product hebt gekocht, onmiddellijk op de hoogte brengen van eventuele
defecten.
Belangrijk: Belangrijk: de bovenstaande garantie vervalt wanneer de klant heeft nagelaten het product te
gebruiken overeenkomstig de schriftelijke instructies van BenQ, in het bijzonder de instructies inzake de
gebruiksomstandigheden. De vochtigheid moet tussen 10% en 90% liggen, de temperatuur tussen 0°C
en 35°C en de projector mag niet worden gebruikt op stoffige plaatsen of op plaatsen hoger dan 4920
voet. Deze garantie verleent u specifieke wettelijke rechten en u kunt andere rechten hebben die
verschillen afhankelijk van het land.
BenQ Corporation is niet aansprakelijk en geeft geen garanties, uitdrukkelijk noch stilzwijgend, met
betrekking tot de inhoud van deze publicatie en wijst specifiek alle garanties van verkoopbaarheid of
geschiktheid voor een bepaald doel af. Verder behoudt BenQ Corporation zich het recht voor deze
publicatie te herzien en de inhoud ervan af en toe te wijzigen zonder de verplichting enige persoon op
de hoogte te brengen van dergelijke herzieningen of wijzigingen.
*DLP, Digital Micromirror Device en DMD zijn handelsmerken van Texas Instruments. Andere merk- en
productnamen zijn eigendom van de respectieve bedrijven of organisaties.
Patenten
Ga naar http://patmarking.benq.com/ voor details over de patentdekking van de BenQ-projector.
2 Informatie over garantie en
Page 3
Inhoudsopgave
Informatie over garantie en auteursrechten ..................................................................... 2
Inhoud van de verpakking ......................................................................................................................... 7
Buitenkant van de projector .................................................................................................................... 8
Bedieningselementen en functies............................................................................................................. 9
De projector positioneren ................................................................................................. 12
Een locatie kiezen ..................................................................................................................................... 12
De gewenste beeldgrootte van de projectie instellen......................................................................13
De projector monteren ..........................................................................................................................14
Het geprojecteerde beeld aanpassen ..................................................................................................15
De projector opstarten .......................................................................................................................... 20
De menu's gebruiken ............................................................................................................................... 21
De projector beveiligen ........................................................................................................................... 23
Schakelen tussen ingangssignalen .......................................................................................................... 24
De projector beheren via LAN..............................................................................................................25
Firmware via LAN opwaarderen ........................................................................................................... 26
De projector op afstand bedienen via een webbrowser ................................................................ 26
De projector uitschakelen .....................................................................................................................29
Direct uitschakelen .................................................................................................................................. 29
Menu Basis ................................................................................................................................................. 30
Menu Geavanceerd ................................................................................................................................... 32
Uw projector is ontwikkeld en getest volgens de nieuwste veiligheidsnormen voor IT-apparatuur.
Voor een veilig gebruik van dit product dient u echter de instructies in deze handleiding en op het
product nauwkeurig op te volgen.
1. Lees deze handleiding aandachtig door voordat u de projector gebruikt. Bewaar
de handleiding voor toekomstig gebruik.
2. Kijk tijdens het gebruik niet direct in de lens van de projector. De sterke lichtstraal
kan uw ogen beschadigen.
3. Laat reparatie- of
onderhoudswerkzaamheden over aan
een bevoegd technicus.
6. In sommige landen is de lijnspanning NIET
stabiel. In sommige landen is de netspanning
ongelijkmatig. Hoewel deze projector normaal
werkt bij een netspanning van 100 tot 240 V
(wisselstroom), kan het apparaat uitvallen
wanneer zich een stroomstoring of een
spanningspiek van ±10 V voordoet. In
gebieden waar de netspanning kan
schommelen of uitvallen, is het
raadzaam de projector aan te sluiten op
een spanningsstabilisator,
piekbeveiliging of UPS-systeem
(Uninterruptible Power Supply).
7. Plaats geen voorwerpen voor de projectielens
als de projector wordt gebruikt. Deze
voorwerpen kunnen oververhitten of
vervormen of kunnen zelfs brand
veroorzaken. Om de lichtbron tijdelijk uit te
schakelen, gebruikt u de inactief-functie.
4. Zorg er altijd voor dat de lenssluiter
(indien aanwezig) is geopend of dat de
lensdop (indien aanwezig) is verwijderd
wanneer de lichtbron van de projector
brandt.
5. De lichtbron wordt erg heet tijdens het
gebruik. Laat de projector gedurende
ongeveer 45 minuten afkoelen voordat u de
lichtbronassemblage verwijdert voor
vervanging.
4 Belangrijke veiligheidsinstructies
8. Bedien de lichtbronnen niet langer dan de
gespecificeerde levensduur van de lichtbron.
Als u de lichtbron toch langer gebruikt, kan
deze in zeldzame gevallen breken.
Page 5
9. Vervang de lichtbron of andere elektronische
componenten nooit tenzij de projector is
losgekoppeld.
10. Plaats dit product niet op een onstabiel
wagentje, een onstabiele standaard of een
wankele tafel. Het product kan vallen en
ernstig worden beschadigd.
11. Probeer deze projector niet zelf te
demonteren. De onderdelen in het apparaat
staan onder hoge spanning die levensgevaarlijk
is als u ze aanraakt. Het enige onderdeel dat
door de gebruiker kan worden vervangen, is
de lichtbron die over een afneembare
afdekking beschikt.
U mag nooit andere afdekkingen losmaken of
verwijderen. Laat reparaties uitsluitend over
aan gekwalificeerde professionele reparateurs.
13. Plaats de projector tijdens gebruik altijd op
een vlak, horizontaal oppervlak.
- Maak geen gebruik van de projector als deze
gekanteld staat in een hoek van meer dan 10 graden
(links naar rechts) of in een hoek van meer dan 15
graden (voor naar achter). Als u de projector gebruikt
wanneer deze niet volledig horizontaal staat, werkt
deze mogelijk niet optimaal of kan de lichtbron
beschadigd raken.
14. Plaats de projector niet verticaal. De
projector kan dan vallen en letsel veroorzaken
of beschadigd raken.
15. Ga niet op projector staan of leg er geen
voorwerpen op. Dit kan niet alleen schade
aan de projector veroorzaken, maar kan ook
leiden tot ongevallen en mogelijk letsel.
12. Blokkeer de ventilatieopeningen niet.
- Plaats deze projector niet op een deken, beddengoed
of op een ander zacht oppervlak.
- Bedek deze projector niet met een doek of met
andere voorwerpen.
- Plaats geen ontvlambare stoffen in de buurt van de
projector.
Als de ventilatieopeningen ernstig wordt
gehinderd, kan er door oververhitting in de
projector brand ontstaan.
16. Wanneer u de projector gebruikt, is het
mogelijk dat u warme lucht en een bepaalde
geur opmerkt bij het ventilatierooster. Dit is
een normaal verschijnsel en geen defect.
5 Belangrijke veiligheidsinstructies
Page 6
17. Plaats geen vloeistoffen in de buurt van of op
3000 m
(10000 voet)
0 m
(0 voet)
de projector. Als er vloeistof in de projector
wordt gemorst, werkt deze mogelijk niet
meer. Als de projector nat wordt, moet u de
stekker uit het stopcontact trekken en de
projector laten controleren door een
BenQ-onderhoudstechnicus.
20. Plaats de projector niet in de volgende
omgevingen.
- Slecht geventileerde of ingesloten ruimtes. Zorg dat
de projector minstens 50 cm van de muur staat en
zorg voor voldoende ruimte voor de luchtstroom
rondom de projector.
- Plaatsen waar de temperatuur extreem hoog kan
oplopen, zoals in een auto met gesloten ramen.
- Erg vochtige, stoffige of rokerige plaatsen die optische
componenten mogelijk aantasten. Dit verkort de
levensduur van de projector en verdonkert het beeld.
18. Dit product is in staat omgekeerde beelden
weer te geven wanneer de projector aan het
plafond/de muur is gemonteerd.
19. Dit apparaat moet worden geaard.
- Plaatsen in de buurt van een brandalarm.
- Plaatsen met een omgevingstemperatuur van meer
dan 40°C / 104°F.
- Plaatsen die hoger liggen dan 3000 m (10000 voet).
6 Belangrijke veiligheidsinstructies
Page 7
Inleiding
Inhoud van de verpakking
Pak alles voorzichtig uit en controleer of u alle onderstaande items hebt. Wanneer één of meerdere van
deze items ontbreken, dient u contact op te nemen met de leverancier.
Standaardaccessoires
Projector
Beknopte handleidingGarantiekaart*Voedingskabel
VGA-kabel
• De meegeleverde accessoires zijn geschikt voor uw regio, maar verschillen mogelijk van de afbeeldingen.
• *De garantiekaart wordt slechts in bepaalde specifieke regio’s geleverd. Raadpleeg uw verkoper voor
gedetailleerde informatie.
Optionele accessoires
1. 3D-bril
2. Stoffilter
Afstandsbediening met
batterijen
3. QCast
4. QCast Mirror
CD met gebruikershandleiding
De batterijen van de afstandsbediening vervangen
1. Druk op de batterijklep en open deze zoals afgebeeld.
2. Verwijder de oude batterijen (indien van toepassing) en
plaats twee AAA-batterijen. Zorgen voor de positieve en
negatieve eenden correct zijn geplaatst, zoals afgebeeld.
3. Laatste batterijklep terug tot deze vastklikt.
7 Inleiding
Page 8
• Laat de afstandsbediening en batterijen niet achter in een bijzonder warme of vochtige omgeving zoals de keuken,
2
3
4
5
1
6
7
11
12
4
13
14
13
13
13
15
16
17
181920
21
22
23
24
25
26
27
28
4
10
8
9
de badkamer, de sauna, de zonnekamer of in een gesloten auto.
• Vervang batterijen alleen door hetzelfde type of een soortgelijk type batterijen, zoals door de fabrikant
aanbevolen.
• Gooi de gebruikte batterijen weg conform de aanwijzingen van de fabrikant en de lokale milieuvoorschriften.
• Gooi batterijen nooit in vuur. De batterij kan in dat geval ontploffen.
• Verwijderde batterijen als deze leeg zijn of als u de afstandsbediening langere tijd niet gebruikt. Zo voorkomt u dat
de afstandsbediening beschadigd raakt door mogelijke lekkage van de batterij.
Buitenkant van de projector
1. Lensklep
2. Ventilator (lucht uit)
3. Externe IR-sensor
4. Afstelvoetjes
5. Projectielens
6. Focusring
7. Zoomring
8. Extern bedieningspaneel
(Zie Bedieningselementen en functies op
pagina 9.)
9. QCast (HDMI 2/MHL-ingang voor
HDMI-donglea)
10. USB-kabel (A naar Micro B Type) aansluiten
op de voedingspoort van de draadloze
HDMI-dongle.
11. Ventilator (lucht in)
12. Luidspreker
13. Gaten voor wandmontage
14. Beveiligingsbalk
a. QCast/ QCast Mirror HDMI-dongle
15. Aansluiting netvoeding
16. Sleuf voor Kensington-antidiefstalslot
17. USB type A-aansluiting
18. Audio-ingang
Aansluiting voor audio-uitgang
19. Microfoon
20. Audio-ingang (L/R)
21. HDMI 1-ingang
22. Video-ingang
23. S-Video-ingang
24. RGB (PC) signaalingang
25. RS-232-besturingspoort
26. RGB (PC)-signaaluitgang
27. RJ-45 LAN-ingang
28. USB Mini-B-aansluiting
8 Inleiding
Page 9
Bedieningselementen en functies
5
4
6
8
7
9
10
3
2
1
Alle toetsindrukken die in dit document worden
beschreven, zijn beschikbaar op de projector of
op de afstandsbediening.
1
6
5
10
9
7
8
4
11
12
13
14
15
16
17
18
20
212
22
19
Projector en afstandsbediening
1. VOEDING
Hiermee zet u de projector stand-by of
schakelt u deze in.
AAN/ Uit
Hiermee zet u de projector stand-by of
schakelt u deze in.
2. Voedingsindicator/Temperatuurwaarschuwingslampje/Lampindicator
(zie Indicators op pagina 42.)
3. Externe IR-sensor
4. SOURCE
Geeft de bronselectiebalk weer.
5. BACK
Hiermee gaat u terug naar het vorige
OSD-menu en slaat u de menu-instellingen op.
6. Pijltoetsen (, , , )
Indien het On-Screen Display (OSD) menu is
geactiveerd, worden deze toetsen gebruikt als
richtingspijlen om de gewenste menu-items te
selecteren en aanpassen aan te brengen.
Keystone-toetsen (, )
Toont de correctiepagina voor Keystone.
Volumetoetsen /
Verlaagt of verhoogt het volume van de
projector.
7. ECO BLANK
Hiermee kunt u de schermafbeelding
verbergen.
Plaats geen voorwerpen voor de
projectielens, omdat de voorwerpen heet
kunnen worden en daardoor vervormd
raken of vlam vatten.
9 Inleiding
Page 10
8. OK
16. ZOOM+/ZOOM-
Bevestigt het geselecteerde item van het
OSD-menu.
9. AUTO
Bepaalt automatisch de beste beeld-timings
voor het weergegeven beeld als PC-signaal
(analoog RGB) is geselecteerd.
10. MENU
Hiermee schakelt u het OSD-menu in.
11. Toetsen bronkeuze: PC 1/HDMI1/VIDEO/
HDMI2/MHL/NETWORK
Selecteert ingangsbron PC 1/HDMI1/
VIDEO/HDMI2/MHL/NETWORK voor
weergave.
12. LASER
Zendt een zichtbare laserstraal uit voor
presentatiedoeleinden.
13.
Schakelt de audio van de projector in en uit.
14. INFO
Toont de projectorinformatie.
15. MHL
Hiermee vergroot of verkleint u het
geprojecteerde beeld.
17. PAG E +/PAGE -
Bedien de weergavesoftware (op een
aangesloten pc) die reageert op opdrachten
pagina omhoog/pagina omlaag (zoals Microsoft
PowerPoint).
18. FREEZE
Bevriest het geprojecteerde beeld.
19. LIGHT MODE
Opent het menu Lampmodus om een
geschikte lichtbedrijfsmodus te selecteren.
20. SNEL INSTALLEREN
Hiermee selecteert u snel verschillende
functies om het geprojecteerde beeld aan te
passen en wordt het testpatroon
weergegeven.
21. ASPECT
Selecteert de beeldverhouding.
22. PICTURE
Selecteert de beeldmodus.
Werkt voor de functie MHL.
10 Inleiding
Page 11
Een smart-apparaat met de afstandsbediening bedienen
O
n
g
e
v
e
e
r
+
3
0
º
O
n
g
e
v
e
e
r
+
3
0
º
Als de projector de inhoud van uw
MHL-smart apparaat projecteert, kunt u
de afstandsbediening gebruiken om het
smart apparaat te bedienen.
Druk AUTO 3 seconden in om naar de
modus MHL te gaan. De volgende
knoppen zijn beschikbaar voor het
bedienen van uw smart apparaat:
Pijltoetsen (, , , ), MENU,
BACK, OK.
Druk AUTO 3 seconden in om de
modus MHL te verlaten.
Als de projector in de modus MHL werkt, moet het toetsenblok op de projector dezelfde definitie hebben als de
toetsen op de afstandsbediening.
Bereik van de afstandsbediening
Houd de afstandsbediening in een hoek van maximaal 30 graden ten opzichte van de IR-sensor(en) van
de afstandsbediening op de projector voor een correcte werking. De afstand tussen de
afstandsbediening en de sensor(en) mag niet meer dan 8 meter (26 voet) bedragen.
Zorg dat er geen obstakels tussen de afstandsbediening en de IR-sensor(en) op de projector staan die
de infraroodstraal kunnen hinderen.
• De projector bedienen vanaf de voorzijde• De projector bedienen vanaf de bovenkant
11 Inleiding
Page 12
De projector positioneren
Een locatie kiezen
Voordat u een installatielocatie kiest voor uw projector, moet u rekening houden met de volgende
factoren:
• Grootte en positie van uw scherm
• Locatie stopcontact
• Locatie en afstand tussen de projector en de rest van uw apparatuur
U kunt uw projector op de volgende wijzen installeren.
1. Tafel voor
Selecteer deze instelling met de projector op een
tafel voor het scherm geplaatst. Als u een snelle
opstelling en draagbaarheid wenst, is dit de meest
gebruikte opstelling.
3. Plafond voor
Selecteer deze locatie met de projector
ondersteboven hangend voor het scherm. Als u de
projector aan het plafond wilt bevestigen, kunt u
het beste de plafond/wandmontageset van BenQ
bij uw leverancier kopen.
2. Tafel achter
Selecteer deze instelling met de projector op een
tafel achter het scherm geplaatst. Voor deze
opstelling is een speciaal scherm voor projectie
achteraan vereist.
4. Plafond achter
Selecteer deze locatie als u de projector
ondersteboven achter het scherm installeert. Voor
deze opstelling zijn een speciaal scherm voor
projectie achter en de muur/wandmontageset van
BenQ vereist.
Ga na het inschakelen van de projector naar Menu Geavanceerd - Instell. > Projectorpositie >
Projectorpositie en druk op / om een instelling te selecteren.
U kunt ook SNEL INSTALLEREN op de afstandsbediening gebruiken om dit menu te openen.
12 De projector positioneren
Page 13
De gewenste beeldgrootte van de projectie instellen
H
B
Projectieafstand
Midden van de lens
Scherm
4:3 schermdiagonaal
Offset
De afstand van de lens van de projector tot het scherm, de zoominstelling (indien beschikbaar) en het
videoformaat zijn allemaal factoren die de grootte van het geprojecteerde beeld bepalen.
Projectie-afmetingen
LX820ST
• De beeldverhouding van het scherm is 4:3 en het geprojecteerde beeld is een beeldverhouding van
4:3
Schermgrootte
Diagonaal
Inchmm
601524914121979077
7017781067142292590
7519051143152499596
802032121916261060102
852159129517271130109
902286137218291200115
952413144819301265122
1002540152420321335128
1052667160021341405134
1102794167622351472141
1203048182924381600154
H (mm)B (mm)
Projectie-afstand (mm)
Verschuiving
(mm)
Als u bijvoorbeeld een 70" scherm gebruikt, is de gemiddelde projectieafstand 925 mm.
• Als de gemeten projectie-afstand 1.000 mm is, is 995 mm in de kolom "Projectie-afstand (mm)" de
waarde die het dichtst aanleunt bij uw afstand. Als in deze rij kijkt, ziet u dat een 75" (ongeveer 1,9
meter) scherm vereist is.
Alle afmetingen zijn benaderingen; deze kunnen afwijken van de eigenlijke maten.
BenQ beveelt bij een permanente plaatsing van de projector aan om de projectiegrootte en -afstand eerst ter plaatse
met de projector fysiek te testen, zodat u rekening kunt houden met de optische eigenschappen van deze projector.
Hierdoor kunt u de precieze bevestigingspositie bepalen die het meest geschikt is voor uw specifieke locatie.
13 De projector positioneren
Page 14
LW820ST
H
B
Projectieafstand
Midden van de lens
Scherm
16:10 schermdiagonaal
Offset
• De beeldverhouding van het scherm is 16:10 en het geprojecteerde beeld is een beeldverhouding van
16:10
Schermgrootte
Diagonaal
Inchmm
601524808129266549
701778942150878057
7519051010161583562
8020321077172389566
8521591144183195270
90228612121939101074
95241312792046107078
100254013462154112682
105266714142262118586
110279414812369124590
120304816152585136099
H (mm)B (mm)
Projectie-afstand (mm)
Verschuiving
(mm)
Als u bijvoorbeeld een 80" scherm gebruikt, is de gemiddelde projectieafstand 895 mm.
• Als de gemeten projectie-afstand 1.000 mm is, is 1.010 mm in de kolom "Projectie-afstand (mm)" de
waarde die het dichtst aanleunt bij uw afstand. Als in deze rij kijkt, ziet u dat een 90" (ongeveer
2,2 meter) scherm vereist is.
Alle afmetingen zijn benaderingen; deze kunnen afwijken van de eigenlijke maten.
BenQ beveelt bij een permanente plaatsing van de projector aan om de projectiegrootte en -afstand eerst ter plaatse
met de projector fysiek te testen, zodat u rekening kunt houden met de optische eigenschappen van deze projector.
Hierdoor kunt u de precieze bevestigingspositie bepalen die het meest geschikt is voor uw specifieke locatie.
De projector monteren
Als u de projector wilt bevestigen, is het raadzaam een juiste bevestiging voor BenQ-projectors te
gebruiken voor een veilige en stevige montage.
Als u een montageset gebruikt voor een projector die niet van het merk BenQ is, bestaat een
veiligheidsrisico dat de projector valt door een slechte bevestiging door het gebruik van de verkeerde
diepte of van de verkeerde lengte schroeven.
Voorafgaand aan het monteren van de projector
• U kunt de montageset voor BenQ-projectoren aanschaffen bij de leverancier van uw projector.
• BenQ raadt u aan ook een afzonderlijke met Kensington-slot-compatibele beveiligingskabel aan te
14 De projector positioneren
schaffen en deze stevig te bevestigen op de sleuf van het Kensington-slot en de voet van de
montagebeugel. Deze zal een tweede beveiliging bieden voor het vasthouden van de projector in het
geval de bevestiging op de montagebeugel zou loskomen.
Page 15
• Vraag uw dealer om de projector voor u te installeren. De projector zelf installeren kan leiden tot
Plafond/wandmontageschroeven: M4
(Max L = 25 mm; Min L = 20 mm)
339,5
242,0
216,8
235,7
215,5
149,5
228,0
131,5
235,7
Eenheid: mm
vallen met letsel als gevolg.
• Volg de noodzakelijke procedures om het vallen van de projector te voorkomen, zoals tijdens een
aardbeving.
• De garantie dekt geen productschade veroorzaakt door het monteren van de projector met een
niet-BenQ-projectormontageset.
• Houd rekening met de omgevingstemperatuur waar de projector aan een plafond/wand wordt
gemonteerd. Als een verwarming wordt gebruikt, kan de temperatuur rond het plafond/de muur
hoger zijn dan verwacht.
• Lees de gebruikershandleiding voor de montageset betreffende het koppelbereik. Vastdraaien met
een hoger koppel dan het aanbevolen bereik kan leiden tot schade aan de projector en vervolgens
vallen.
• Zorg ervoor dat het stopcontact zich op een toegankelijke hoogte bevindt zodat u de projector
gemakkelijk kunt uitschakelen.
Installatieschema plafond/wandmontage
Het geprojecteerde beeld aanpassen
De projectiehoek aanpassen
Wanneer de projector niet op een horizontaal
oppervlak is geplaatst of het scherm en de projector
niet loodrecht op elkaar staan, wordt het
geprojecteerde beeld trapeziumvormig. Draai aan
het verstelvoetje om de horizontale hoek
nauwkeuriger in te stellen.
Om de voet in te trekken, draait u het verstelvoetje
in tegengestelde richting.
Kijk niet in de lens wanneer de lichtbron is ingeschakeld. Het felle licht van de lichtbron kan uw ogen beschadigen.
15 De projector positioneren
Page 16
Het beeld automatisch aanpassen
Druk op .
Druk op .
In sommige gevallen is het nodig om de beeldkwaliteit te optimaliseren. Druk daartoe op AUTO.
Binnen 3 seconden past de ingebouwde Functie Intelligente automatische aanpassing de waarden van
Frequentie en Klok aan om de beste beeldkwaliteit te bieden.
De huidige broninformatie wordt 3 seconden in de hoek van het scherm weergegeven.
Deze functie is alleen beschikbaar als het pc-signaal (analoog RGB) is geselecteerd.
Het beeldformaat en de helderheid fijn afstellen
Wijzig de grootte van het geprojecteerde beeld
met behulp van de zoomring.
Stel het beeld scherp door de scherpstelring te
draaien.
Keystone corrigeren
Keystone verwijst naar de situatie waarbij het geprojecteerde beeld een trapezoïde wordt vanwege
projectie onder een hoek.
Om dit te corrigeren, moet u handmatig op de volgende wijze corrigeren.
1. Voor een van de volgende stappen uit om de 2D-keystone
correctiepagina weer te geven.
• Druk op / op de projector of afstandsbediening.
• Druk op SNEL INSTALLEREN op de afstandsbediening. Druk
op om Keystone te markeren en druk op OK.
• Ga naar menu Geavanceerd - Weergave > Keystone en druk op OK.
2. De correctiepagina voor Keystone wordt weergegeven. Druk op om de keystone bovenin het
beeld te corrigeren. Druk op om de keystone onderin het beeld te corrigeren.
16 De projector positioneren
Page 17
Aansluitingen
8
1
4
21
5
6
11
10
3
7
7
9
10
11
Laptop of
desktopcomputer
VGA-kabel
VGA-naar-DVI-A-kabel
USB-kabel
Componentvideo-naar-VGA
(D-sub) adapterkabel
S-Video-kabel
Videokabel
Audiokabel
Audio L/R-kabel
USB-kabel (A naar Micro B Type)
aansluiten op de voedingspoort
van de draadloze HDMI-dongle.
HDMI-kabel
HDMI draadloze dongle
1
2345678
91011
Luidsprekers
Monitor
Slim
apparaat
A/V-apparaat
Als u een signaalbron aansluit op de projector, volg dan deze instructies:
1. Schakel alle apparatuur uit voordat u aansluitingen maakt.
2. Gebruik de juiste signaalkabels voor elke bron.
3. Zorg dat de kabels goed zijn geplaatst.
• Niet alle kabels die in de bovenstaande aansluitingen zijn weergegeven, zijn mogelijk met de projector geleverd (zie
Inhoud van de verpakking op pagina 7). Deze kabels zijn verkrijgbaar bij elektronicawinkels.
• De aansluitingsillustraties zijn alleen bedoeld als referentie. De achteraansluitstekkers die beschikbaar zijn op de
projector, variëren met elk projectormodel.
• Bij notebooks worden de externe videopoorten vaak niet ingeschakeld wanneer een projector is aangesloten.
Gewoonlijk schakelt een toetsencombinatie zoals FN + functietoets de externe weergave in of uit. Druk tegelijk
op FN en een van deze toetsen. Raadpleeg de handleiding bij uw notebook voor meer informatie over mogelijke
toetsencombinaties.
• Indien het geselecteerde videobeeld niet wordt getoond nadat de projector is opgestart en de juiste video-ingang
is geselecteerd, controleer dan of het videobronapparaat is ingeschakeld en correct werkt. Controleer ook of de
signaalkabels op de juiste manier zijn aangesloten.
17 Aansluitingen
Page 18
U hoeft de projector alleen aan te sluiten op een videobronapparaat met een van de aansluitmethoden.
Elk apparaat biedt echter een ander niveau van videokwaliteit.
Te r m i n a lBeeldkwaliteit
HDMI/MHL
Component Video (via RGB-ingang)
S-Video
Video
Best
Beter
Goed
Normaal
Audio aansluiten
De projector heeft ingebouwde monoluidspreker(s) die zijn ontworpen om basisaudiofunctionaliteiten
te bieden bij gegevenspresentaties die uitsluitend voor zakelijke doeleinden zijn gemaakt. Deze optie is
niet ontworpen, noch bedoeld voor de stereo audioreproductie zoals kan worden verwacht bij
thuisbioscooptoepassingen. Elke stereo audio-ingang (indien voorzien), wordt gemixt in een gewone
mono audio-uitgang via de luidspreker(s) van de projector.
De ingebouwde luidspreker worden gedempt wanneer de AUDIO OUT-stekker wordt aangesloten.
• De projector kan alleen gemixte mono audio afspelen, zelfs als een stereo audio-ingang is aangesloten.
• Indien het geselecteerde videobeeld niet wordt getoond nadat de projector is opgestart en de juiste video-ingang
is geselecteerd, controleer dan of het videobronapparaat is ingeschakeld en correct werkt. Controleer ook of de
signaalkabels op de juiste manier zijn aangesloten.
18 Aansluitingen
Page 19
Slimme apparaten aansluiten
De projector kan de inhoud direct vanaf een smart apparaat projecteren met gebruik van een draadloze
dongle.
• Sluit de dongle aan op HDMI I en TYPE-A-poorten op de projector en schakel het ingangssignaal
naar HDMI-1.
19 Aansluitingen
Page 20
Bediening
De projector opstarten
1. Steek de stekker in het stopcontact. Schakel de schakelaar
van het stopcontact in (waar aangesloten).
De voedingsindicator op de projector licht oranje op
zodra de stroom is ingeschakeld.
2. Druk op op de projector of op op de
afstandsbediening om de projector te starten.
De voedingsindicator knippert groen en blijft groen als de
projector is ingeschakeld.
Het opstarten duurt ongeveer 30 seconden. In de latere
fase van het opstarten wordt het opstartlogo geprojecteerd.
Draai zo nodig aan de scherpstelring om de helderheid van het beeld aan te passen.
3. Als de projector voor de eerste keer wordt
ingeschakeld, selecteert u de OSD-taal volgens de
instructies op het scherm.
4. Als u om een wachtwoord wordt gevraagd, drukt u op
de pijlknoppen om een wachtwoord van zes cijfers in
te voeren. Zie De wachtwoordfunctie gebruiken op
pagina 23.
5. Schakel alle aangesloten apparatuur in.
6. De projector start het zoeken naar ingangssignalen.
Het momenteel gescande ingangssignaal verschijnt. Als de projector geen goed signaal waarneemt,
blijft het bericht 'Geen signaal' op het scherm staan totdat een ingangssignaal is gevonden.
U kunt ook op de knop SOURCE drukken om het gewenste ingangssignaal te selecteren.
Zie Schakelen tussen ingangssignalen op pagina 24.
• Gebruik de originele accessoires (bijv. netsnoer) apparaat om mogelijke gevaren, zoals elektrische schok en
brand, te voorkomen.
• Als de projector nog warm is van de vorige sessie, blijft de ventilator ongeveer 90 seconden draaien voordat de
lichtbron wordt ingeschakeld.
• De schermopnamen van de Setupwizard zijn uitsluitend als referentie bedoeld en kunnen verschillen van het
eigenlijke ontwerp.
• Als de frequentie/resolutie van het ingangssignaal buiten het bereik van de projector valt, wordt het bericht
'Buiten bereik'weergegeven op het achtergrondscherm. Selecteer een ingangssignaal dat compatibel is met de
resolutie van de projector of stel het ingangssignaal op een lager niveau in. Zie Timingtabel op pagina 46.
• Als gedurende 3 minuten geen signaal is gedetecteerd, gaat de projector automatisch in de opslagmodus .
20 Bediening
Page 21
De menu's gebruiken
2
1
2
6
5
3
4
1
4
2
5
3
6
De projector beschikt over twee soorten schermmenu's (OSD) waarin u verschillende aanpassingen en
instellingen kunt opgeven.
• Basis Het OSD-menu: biedt primaire menufuncties. (Zie Menu Basis op pagina 30)
• Geavanceerd Het OSD-menu: biedt volledige menufuncties. (Zie Menu Geavanceerd op pagina 32)
Om het OSD-menu te openen, drukt u op MENU op de projector of de afstandsbediening.
• Gebruik de pijltoetsen ( / // ) op de projector of afstandsbediening om door de menu-items te
schuiven.
• Druk op OK op de projector of afstandsbediening om het geselecteerde menu item te bevestigen.
De eerste keer dat u de projecten gebruikt (na afloop van de eerste instelling) verschijnt het OSD-menu
Basis.
De onderstaande OSD-schermopnamen zijn uitsluitend als referentie bedoeld en kunnen verschillen van het
eigenlijke ontwerp.
Hieronder ziet u een overzicht van het Basis OSD-menu.
Menutype
Druk op OK om het
menu te openen.
HoofdmenuStatus
Druk op MENU om
Huidig
ingangssignaal
naar de vorige pagina
te gaan of af te
sluiten.
Als u van plan bent om te schakelen van het OSD-menu Basis naar het OSD-menu Geavanceerd,
volgt u de onderstaande instructies:
1. Ga naar Menu Basis > Menutype.
2. Druk op OK en druk op / om Geavanceerd te selecteren. Wanneer u de projector de
volgende keer inschakelt, kunt u het OSD-menu Geavanceerd openen door op MENU te
drukken.
21 Bediening
Page 22
Hieronder ziet u een overzicht van het Geavanceerd OSD-menu.
1
7
6
2
3
4
5
1526374
Hoofdmenu
en pictogram
hoofdmenu
Druk op BACK
om naar de
vorige pagina te
gaan.
Druk op MENU
om naar de
Submenu
vorige pagina te
gaan of af te
sluiten.
Huidig
ingangssignaal
Status
Druk op OK
om het menu
te openen.
Als u wilt schakelen van het OSD-menu Geavanceerd naar het OSD-menu Basis, volgt u de
onderstaande instructies:
1. Ga naar Menu Geavanceerd - Systeem > Menu-instellingen en druk op OK.
2. Selecteer Menutype en OK.
3. Druk op / om Basis te selecteren. Wanneer u de projector de volgende keer inschakelt, kunt u
het OSD-menu Basis openen door op MENU te drukken.
22 Bediening
Page 23
De projector beveiligen
Met een beveiligingskabelvergrendeling
De projector moet op een veilige plaats worden geïnstalleerd om diefstal te voorkomen. Koop anders
een slot, zoals een Kensington-slot, om de projector te beveiligen. Op de achterkant van de projector
kunt u een sleuf voor het Kensington-slot vinden. Zie item 16 op pagina 8.
Een Kensington-slot met beveiligingskabel is doorgaans een combinatie van code(s) en slot. Raadpleeg
de documentatie van het slot voor meer informatie over het gebruik.
De wachtwoordfunctie gebruiken
Een wachtwoord instellen
1. Ga naar Menu Geavanceerd - Instell. > Beveiligingsins Tellingen. Druk op OK. De pagina Beveiligingsins Tellingen verschijnt.
2. Markeer Wachtwoord wijzigen en druk op OK.
3. De vier pijlknoppen ( , , , ) staan respectievelijk
voor vier cijfers (1, 2, 3, 4). Gebruik de navigatietoetsen
om een wachtwoord van zes cijfers in te voeren.
4. Bevestig het nieuwe wachtwoord door dit opnieuw in te
voeren.
Als het wachtwoord is ingesteld, keert het OSD-menu
terug naar de pagina Beveiligingsins Tellingen.
5. Druk om de functie Inschakelblokkering te activeren
op / om Inschakelblokkering te markeren en druk
op / om Aan te selecteren. Voer het wachtwoord
nogmaals in.
• de ingevoerde cijfers worden weergegeven als sterretjes op het scherm. Schrijf het door u gekozen wachtwoord
voor of net nadat u het wachtwoord hebt ingevoerd en bewaar het op een veilige plek, zodat u het bij de hand
hebt als u het mocht vergeten.
• Wanneer u een wachtwoord hebt ingesteld en de inschakelblokkering is geactiveerd, kan de projector alleen
worden gebruikt als het wachtwoord bij elke start van de projector wordt ingevoerd.
Als u het wachtwoord bent vergeten
Als u het verkeerde wachtwoord invoert, verschijnt het
foutbericht van het wachtwoord dat hier rechts wordt
weergegeven. Hierna volgt het bericht Huidig Wachtwoord Invoeren. Als u het wachtwoord echt hebt
vergeten, kunt u de herstelprocedure voor het wachtwoord
gebruiken. Zie De procedure voor het oproepen van het
wachtwoord starten op pagina 23.
Wanneer u 5 keer achtereenvolgens een verkeerd wachtwoord invoert, wordt de projector na korte
tijd automatisch uitgeschakeld.
De procedure voor het oproepen van het wachtwoord starten
1. Houd AUTO gedurende 3 seconden ingedrukt. De
projector zal vervolgens een gecodeerd nummer
weergeven op het scherm.
2. Schrijf het nummer op en schakel de projector uit.
3. Raadpleeg het servicecentrum van BenQ om het nummer
te decoderen. U kunt worden gevraagd een bewijs van
aankoop voor te leggen om te controleren of u een
bevoegde gebruiker van de projector bent.
23 Bediening
Page 24
Het wachtwoord wijzigen
1. Ga naar Menu Geavanceerd - Instell. > Beveiligingsins Tellingen > Wachtwoord wijzigen.
2. Druk op OK. Het bericht "Huidig Wachtwoord Invoeren" verschijnt.
3. Voer het oude wachtwoord in.
• Als het wachtwoord juist is, verschijnt een ander bericht "Nieuw Wachtwoord Invoeren"
• Als het wachtwoord niet juist is, verschijnt het foutbericht voor het wachtwoord. Daarna
verschijnt het bericht "Huidig Wachtwoord Invoeren" en kunt u het opnieuw proberen.
U kunt op BACK drukken om de wijziging te annuleren of een ander wachtwoord proberen.
4. Voer een nieuw wachtwoord in.
5. Bevestig het nieuwe wachtwoord door dit opnieuw in te voeren.
De wachtwoordfunctie uitschakelen
Ga om de wachtwoordbescherming uit te schakelen naar Menu Geavanceerd - Instell. > Beveiligingsins Tellingen > Inschakelblokkering en druk op / om Uit te selecteren.
Het bericht "Huidig Wachtwoord Invoeren" verschijnt. Voer het huidige wachtwoord in.
• Als het wachtwoord correct is, keert het OSD-menu terug naar de pagina Beveiligingsins Tellingen. Wanneer u de projector de volgende keer inschakelt, hoeft u geen wachtwoord meer
in te voeren.
• Als het wachtwoord niet juist is, verschijnt het foutbericht voor het wachtwoord. Daarna
verschijnt het bericht "Huidig Wachtwoord Invoeren" en kunt u het opnieuw proberen.
U kunt op BACK drukken om de wijziging te annuleren of een ander wachtwoord proberen.
Hoewel de wachtwoordfunctie is uitgeschakeld, dient u het oude wachtwoord bij de hand te houden voor het geval
u de wachtwoordfunctie ooit weer opnieuw moet activeren door het oude wachtwoord in te voeren.
Schakelen tussen ingangssignalen
De projector kan tegelijkertijd op verschillende apparaten worden
aangesloten. De beelden van deze apparaten kunnen echter niet
tegelijkertijd op volledig scherm worden weergegeven. Wanneer u
opstart, zoekt de projector automatisch de beschikbare signalen.
Zorg ervoor dat het menu Menu Geavanceerd - Instell. > Ingang automatisch zoeken is Aan als u wilt dat de projector
automatisch naar signalen gaat zoeken.
De bron selecteren:
1. Druk op SOURCE. Er verschijnt een bronselectiebalk.
2. Druk op / tot het gewenste signaal is geselecteerd en druk op OK.
Zodra het signaal is gevonden, wordt de informatie over de geselecteerde bron enkele seconden
weergegeven in de hoek van het scherm. Als er meerdere apparaten op de projector zijn
aangesloten, herhaal dan stappen 1-2 om een ander signaal te zoeken.
• De helderheid van het geprojecteerde beeld verandert overeenkomstig wanneer u schakelt tussen de
verschillende ingangssignalen.
• Voor de beste beeldresultaten moet u een ingangssignaal kiezen en gebruiken dat op de native resolutie van de
projector uitvoert. Andere resoluties worden door de projector aangepast, afhankelijk van de instelling
"beeldverhouding". Dit kan enige beeldvervorming of verlies van beeldhelderheid veroorzaken. Zie
Beeldverhouding op pagina 30.
24 Bediening
Page 25
De projector beheren via LAN.
Via Kabel-lan kunt u de projector met een webbrowser vanaf een computer bedienen indien de
computer en de projector correct zijn aangesloten op hetzelfde Kabel-lan.
De instellingen voor Kabel-lan configureren
Wanneer u in een DHCP-omgeving werkt:
1. Neem een RJ45-kabel en sluit het ene uiteinde van de LAN-ingang van de projector aan op het
andere uiteinde van de RJ45-poort.
• Bij het aansluiten van de RJ45-kabel, moet u draaien en verstrengelen van de kabel vermijden aangezien dit kan
leiden tot signaalruis of onderbreking.
2. Ga naar Menu Geavanceerd - Netwerk > Vaste LAN. Druk op OK.
De pagina Vaste LAN verschijnt.
3. Druk op om DHCP te selecteren en druk op / om Aan te selecteren.
4. Wacht ongeveer 15 - 20 seconden en ga vervolgens opnieuw naar de pagina Vaste LAN.
5. De instellingen IP-adres, Subnetmasker, Standaardgateway, en Dns-server worden
getoond. Noteer het IP-adres dat wordt weergegeven in de rij IP-adres.
• Als het IP-adres nog niet wordt weergegeven, neem dan contact op met uw ITS-beheerder.
6. Ga terug naar de pagina Menu Geavanceerd - Netwerk > Vaste LAN.
7. Druk op om AMX-apparaat detecteren te markeren en druk op / om Aan of Uit te
selecteren. Wanneer AMX-apparaat detecterenAan is, kan de projector door een
AMX-controller gedetecteerd worden.
Wanneer u niet in een DHCP-omgeving werkt:
1. Ga naar de pagina Menu Geavanceerd - Netwerk > Vaste LAN.
2. Druk op om DHCP te selecteren en druk op / om Uit te selecteren.
3. Neem contact op met uw ITS-beheerder voor informatie over de instellingen voor IP-adres, Subnetmasker, Standaardgateway, en Dns-server.
4. Druk op om het item dat u wilt wijzigen te selecteren en druk op OK.
5. Druk op / om de cursor te verplaatsen en druk vervolgens op / om de waarde in te
voeren.
6. Druk op OK om de instelling op te slaan. Druk op BACK als u de instelling niet wilt opslaan.
7. Druk op om Toepassen te selecteren en druk op OK.
8. Ga terug naar de pagina Menu Geavanceerd - Netwerk > Vaste LAN, om AMX-apparaat detecteren en druk op / om Aan of Uit te selecteren.
9. Druk op MENU om het menu af te sluiten.
25 Bediening
Page 26
Firmware via LAN opwaarderen
1
2
De BenQ Easy Firmware Updater is een softwareprogramma dat extern en gecentraliseerd
opwaarderen van de BenQ network projector op een host computer mogelijk maakt.
De belangrijkste functies van de BenQ Easy Firmware Updater zijn:
• Naar projectoren in een ander subnet zoeken.
• Firmware-upgrades voor meerdere projectoren tegelijkertijd ondersteunen (maximaal 255).
Neem contact op met BenQ-service voor meer informatie over het gebruik van het tool.
De projector op afstand bedienen via een webbrowser
Wanneer u het juiste IP-adres voor de projector hebt en de projector staan aan of in de
stand-by-modus, kunt u eender welke computer op hetzelfde lokale netwerk gebruiken om de
projector te bedienen.
1. Voer het adres van de project in de adresbalk van de webbrowser in en klik op Gaan.
2. De bedieningspagina van het externe netwerk wordt geopend. Met deze pagina (Creston eControl)
kunt u de projector op dezelfde wijze bedienen als met de afstandsbediening of het
bedieningspaneel op de projector.
1. Om de ingangsbron te verwisselen, klikt u op het gewenste signaal.
De bronlijst varieert overeenkomstig de aansluitingen die beschikbaar zijn op de projector. ''Video'' staats voor
het Videosignaal.
26 Bediening
Page 27
2. Menu
1
2
5
3
4
Auto PC
Blank (Leeg)
Invoer
()
( )
()
()
Zie Projector en afstandsbediening op pagina 9 voor details.
OKActiveert het geselecteerde item van het OSD-menu.
Met de toolspagina kunt u de projector beheren en de LAN-bedieningsinstellingen en beveiligde toegang
tot de externe netwerkbediening op deze projector configureren.
1. U kunt de projector een naam geven, zijn locatie en de verantwoordelijke persoon traceren.
2. U kunt de LAN-bedieningsinstellingen aanpassen.
3. Zodra die zijn ingesteld is de toegang tot de externe netwerkbediening op deze projector beveiligd
met een wachtwoord.
4. Zodra het is ingesteld is de toegang tot de toolspagina beveiligd met een wachtwoord.
5. Druk op Afsluiten om terug te gaan naar de pagina Externe netwerkbediening.
27 Bediening
Page 28
Nadat de aanpassingen zijn gemaakt, drukt u op de knop Verzenden en de gegevens worden opgeslagen in de projector
Druk op Afsluiten om terug
te gaan naar de pagina
Externe netwerkbediening.
Let op de beperking van de invoerlengte (inclusief spatie en andere interpunctietoetsen) in de lijst
hieronder:
Categorie-itemInvoerlengteMaximumaantal tekens
Crestron ControlIP-adres15
IP-ID4
Poort5
ProjectorProjectornaam22
Locatie22
Toegewezen aan(NVT)
NetwerkconfiguratieDHCP (ingeschakeld)15
IP-adres15
Subnetmasker15
Standaardgateway15
Dns-server(NVT)
GebruikerswachtwoordIngeschakeld(NVT)
Nieuw wachtwoord15
Bevestigen15
BeheerderswachtwoordIngeschakeld(NVT)
Nieuw wachtwoord15
Bevestigen15
Deze informatiepagina toont de informatie en status van deze projector.
Ga voor meer informatie naar http://www.crestron.com & www.crestron.com/getroomview.
28 Bediening
Page 29
De projector uitschakelen
1. Druk op op de projector of op op de
afstandsbediening waarna een bevestigingsbericht
Verschijnen waarop u moet reageren. Wanneer u niet
binnen enkele seconden reageert, verdwijnt het bericht.
2. Druk nogmaals op of . De voedingsindicator
knippert oranje en de lamp wordt uitgeschakeld. De
ventilatoren blijven nog ongeveer 90 seconden draaien
zodat de projector kan afkoelen.
3. Zodra het afkoelen voltooid is, licht de voedingsindicator
continu oranje op en stoppen de ventilatoren. Haal de
stekker van het netsnoer uit het stopcontact.
• Om de lichtbron te beschermen, zal de projector niet op opdrachten reageren tijdens het afkoelen.
• Schakel de projector niet direct na het uitschakelen in, omdat een teveel aan warmte de levensduur van de
lichtbron kan verkorten.
• De levensduur van de lichtbron verschilt, afhankelijk van de omgevingsomstandigheden en het gebruik.
Direct uitschakelen
De wisselstroomkabel kan meteen worden uitgetrokken nadat de projector is uitgeschakeld. Om de
lichtbron te beschermen, wacht u ongeveer 10 minuten voordat u de projector opnieuw start. Als u
probeert de projector opnieuw op te starten, kunnen de ventilatoren enkele minuten lopen om af te
koelen. Druk in dergelijke gevallen nogmaals op of om de projector te starten nadat de
ventilatoren zijn gestopt en de voedingsindicator oranje wordt.
29 Bediening
Page 30
Menubediening
15:9-beeld
(LX820ST)
(LW820ST)
4:3-beeld
16:9-beeld
4:3-beeld
16:9-beeld
16:10-beeld
De OSD-menu's kunnen verschillen, afhankelijk van het geselecteerde signaaltype en het model
projector dat u gebruikt.
De menuopties zijn beschikbaar wanneer de projector minstens één geldig signaal detecteert.
Wanneer er geen apparatuur op de projector is aangesloten of als er geen signaal wordt gedetecteerd,
zijn slechts beperkte menuopties beschikbaar.
Menu Basis
Hoe hoger de waarde, hoe helderder de afbeelding. Stel deze knop zo in, dat
Helderheid
de zwarte gedeelten van het beeld gewoon zwart worden weergegeven en dat
er nog details zichtbaar zijn in de donkere gedeelten.
Er zijn verschillende opties om de beeldverhouding van het beeld in te stellen
afhankelijk van de bron van het ingangssignaal.
• Auto: schaalt een beeld
verhoudingsgewijs volgens de
oorspronkelijke resolutie van de
projector in horizontale of verticale
breedte.
Beeldverhouding
• Werkelijk: Projecteert een beeld in
de oorspronkelijke resolutie en past
de grootte aan binnen het
weergavegebied. Voor ingangssignalen
met een lagere resolutie wordt het
geprojecteerde beeld weergegeven in
de oorspronkelijke grootte.
• 4:3: Past het beeld zodanig aan dat het
in het midden van het scherm wordt
weergegeven in een beeldverhouding
van 4:3.
• 16:9: Past het beeld zodanig aan dat
het in het midden van het scherm
wordt weergegeven in een
beeldverhouding van 16:9.
• 16:10: Past het beeld zodanig aan dat
het in het midden van het scherm
wordt weergegeven in een
beeldverhouding van 16:10.
30 Menubediening
Page 31
Beeldmodus
De projector beschikt over verschillende vooraf gedefinieerde beeldmodi
zodat u de modus kunt kiezen die het beste past bij uw gebruiksomgeving en
het beeldtype van het ingangssignaal.
• Helder: Maximaliseert de helderheid van het geprojecteerde beeld.
Deze modus is geschikt voor omgevingen waar een uiterst hoge helderheid
is vereist, zoals het gebruik van de projector in een goed verlichte kamer.
• Presentatie: Is ontworpen voor presentaties. De helderheid primeert in
deze modus opdat de kleuren overeenkomen met die van de pc of
notebook.
• sRGB: Maximaliseert de zuiverheid van de RGB-kleuren om
natuurgetrouwe beelden weer te geven, ongeacht de helderheidinstelling.
De modus is geschikt voor het bekijken van foto's die zijn gemaakt met een
sRGB-compatibele en correct gekalibreerde camera, en voor het bekijken
van grafische pc-toepassingen en tekenprogramma's zoals AutoCAD.
• Bioscoop: Is geschikt voor het afspelen van kleurrijke films, videoclips van
digitale camera's of DV's via de pc-ingang wanneer de projector in een
donkere omgeving wordt gebruikt.
• Levendig: Dit is geschikt voor het weergeven van kleurrijke video en foto’s
met goed gebalanceerde kleurverzadiging en hoge kleurhelderheid.
• Infographic: Perfect voor presentaties met een mix van tekst en
afbeeldingen door de hoge kleurhelderheid en de betere kleurverlopen
zodat de details duidelijk zichtbaar zijn.
• 3D: Is geschikt voor het weergeven van 3D-beelden en 3D-videoclips.
• Gebruikersmodus 1/Gebruikersmodus 2: Roept de aangepaste
instellingen op, gebaseerd op de momenteel beschikbare beeldmodi.
Zie Referentiemodus op pagina 32.
Vol umeRegelt het volume.
LampmodusZie De instellen Lampmodus op pagina 41.
• Eigen Resolutie: Toont de native resolutie van de projector.
• Gedetecteerde resolutie: Toont de native resolutie van het
ingangssignaal.
• Ingang: Toont de huidige signaalbron.
• Beeldmodus: Toont de geselecteerde modus in het menu Beeld.
• Lampmodus: Toont de geselecteerde modus in het menu
Informatie
Lampinstellingen.
• 3D-formaat: Toont de actuele 3D-modus.
Menutype
• Kleursysteem: Toont de indeling van het invoersysteem.
• Gebruiksduur lamp: Toont het aantal uren dat de lichtbron is gebruikt.
• Gebruikstijd van filter: Toont het aantal uur dat het filter is gebruikt.
• Firmware-versie: Toont de firmware-versie van de projector.
Schakelt naar het OSD-menu Geavanceerd. Zie De menu's gebruiken op
pagina 21.
31 Menubediening
Page 32
Menu Geavanceerd
Beeld
De projector beschikt over verschillende vooraf gedefinieerde beeldmodi zodat
u de modus kunt kiezen die het beste past bij uw gebruiksomgeving en het
beeldtype van het ingangssignaal.
• Helder: Maximaliseert de helderheid van het geprojecteerde beeld.
Deze modus is geschikt voor omgevingen waar een uiterst hoge helderheid is
vereist, zoals het gebruik van de projector in een goed verlichte kamer.
• Presentatie: Is ontworpen voor presentaties. De helderheid primeert in
deze modus opdat de kleuren overeenkomen met die van de pc of notebook.
• sRGB: Maximaliseert de zuiverheid van de RGB-kleuren om natuurgetrouwe
beelden weer te geven, ongeacht de helderheidinstelling. De modus is geschikt
voor het bekijken van foto's die zijn gemaakt met een sRGB-compatibele en
correct gekalibreerde camera, en voor het bekijken van grafische
Beeldmodus
pc-toepassingen en tekenprogramma's zoals AutoCAD.
• Bioscoop: Is geschikt voor het afspelen van kleurrijke films, videoclips van
digitale camera's of DV's via de pc-ingang wanneer de projector in een
donkere omgeving wordt gebruikt.
• Levendig: Dit is geschikt voor het weergeven van kleurrijke video en foto’s
met goed gebalanceerde kleurverzadiging en hoge kleurhelderheid.
• Infographic: Perfect voor presentaties met een mix van tekst en afbeeldingen
door de hoge kleurhelderheid en de betere kleurverlopen zodat de details
duidelijk zichtbaar zijn.
• 3D: Is geschikt voor het weergeven van 3D-beelden en 3D-videoclips.
• Gebruikersmodus 1/Gebruikersmodus 2: Roept de aangepaste
instellingen op, gebaseerd op de momenteel beschikbare beeldmodi.
Zie Referentiemodus op pagina 32.
Referentiemodus
Helderheid
Contrast
Kleur
Er zijn twee door de gebruiker definieerbare modi als de momenteel
beschikbare beeldmodi niet geschikt zijn voor uw behoeften. U kunt een van de
beeldmodi als beginpunt gebruiken (behalve Gebruikersmodus 1/Gebruikersmodus 2) en de instellingen aanpassen.
1. Ga naar Beeld > Beeldmodus.
2. Druk op / om Gebruikersmodus 1 of Gebruikersmodus 2 te
selecteren.
3. Druk op om Referentiemodus te selecteren, en druk op / om een
beeldmodus te kiezen die uw eisen het dichtst benadert
4. Druk op om een menu-item te selecteren dat kan worden veranderd en
pas de waarde aan. De aanpassingen definiëren de geselecteerde
gebruikersmodus.
Hoe hoger de waarde, hoe helderder de afbeelding. Stel deze knop zo in, dat de
zwarte gedeelten van het beeld gewoon zwart worden weergegeven en dat er
nog details zichtbaar zijn in de donkere gedeelten.
Hoe hoger de waarde, hoe groter het contrast. Gebruik deze optie om het
maximale witniveau in te stellen nadat u eerder de Helderheid hebt ingesteld
overeenkomstig de geselecteerde ingang en de omgeving.
Lagere instelling levert minder verzadigde kleuren op. Wanneer de instelling te
hoog is, worden de kleuren op het beeld te fel, waardoor het beeld onrealistisch
wordt.
32 Menubediening
Page 33
Tint
ROOD
BLAUW
GROEN
Geel
Cyaan
Magenta
Hoe hoger de waarde, hoe groener het beeld. Hoe lager de waarde, hoe roder
het beeld.
ScherpteHoe hoger de waarde, hoe scherper het beeld.
Deze functie maakt gebruik van een nieuw kleurverwerkingsalgoritme en
systeemniveauverbeteringen voor een hogere helderheid terwijl de kleuren
natuurgetrouwer en levendiger in beeld komen. Het verhoogt de helderheid van
Brilliant Color
de middentonen met meer dan 50%. Middentonen komen veel voor in video's en
natuuropnamen, zodat de projector de beelden realistisch en in ware kleuren
weergeeft. Als u beelden van deze kwaliteit wilt, kies dan Aan.
Als Uit is geselecteerd, is de functie Kleurtemperatuur niet beschikbaar.
Kleurtemperatuur
Voor de kleurtemperatuur zijn verschillende voorinstellingen beschikbaar.
De beschikbare instellingen kunnen verschillen afhankelijk van het geselecteerde
signaaltype.
• Normaal: De witte kleur behoudt de normale schakering.
• Koel: Maakt het beeld blauwachtig wit.
• Warm: Maakt het beeld roodachtig wit.
Kleurtemperatuur fijn afstellen
U kunt ook een voorkeurs kleurtemperatuur instellen door de volgende opties
aan te passen:
• R-versterking/G-versterking/B-versterking: Past de contrastniveaus
aan van rood, groen en blauw.
• R-verschuiving/G-verschuiving/B-verschuiving: Past de
helderheidsniveaus aan van rood, groen en blauw.
Geavanceerde
kleurinst.
Kleurbeheer
Deze functie biedt zes reeksen (RGBCMY) kleuren die kunnen worden
aangepast. Als u elke kleur selecteert kunt u onafhankelijk het bereik en
verzadiging naar wens aanpassen.
• Primaire kleur: Selecteert een kleur uit R (rood), G (groen), B (blauw), C (cyaan), M (magenta) of Y (geel).
• Tint: Een grotere bereik zal kleuren bevatten
met meer proporties van de twee
aangrenzende kleuren. Raadpleeg de
afbeelding voor de onderlinge relatie tussen
de kleuren.
Als u bijvoorbeeld Rood kiest en het bereik
instelt op 0, wordt alleen puur rood in het
geprojecteerde beeld geselecteerd. Het
verhogen van het bereik neemt ook rood op
dat dicht bij geel en dicht bij magenta ligt.
• Verzadiging: Stelt de instellingen af naar uw
voorkeur. Het effect van elke aanpassing is onmiddellijk zichtbaar in het
beeld. Als u bijvoorbeeld Rood kiest en het bereik instelt op 0, wordt
alleen de verzadiging van puur rood beïnvloed.
Verzadiging is de hoeveelheid van die kleur in een videobeeld. Lagere instellingen produceren
minder verzadigde kleuren; een instelling van "0" verwijdert alle kleur uit het beeld. Als de
verzadiging te hoog is, zal die kleur overweldigend en onrealistisch zijn.
• Versterking: Stelt de instellingen af naar uw voorkeur. Het
contrastniveau van de geselecteerde primaire kleur wordt beïnvloedt.
Het effect van elke aanpassing is onmiddellijk zichtbaar in het beeld.
33 Menubediening
Page 34
Geavanceerde
15:9-beeld
(LX820ST)
(LW820ST)
4:3-beeld
16:9-beeld
4:3-beeld
16:9-beeld
16:10-beeld
kleurinst.
Beeld resetten
Weergave
Beeldverhouding
Wandkleur
Corrigeert de kleur van het geprojecteerde beeld. Als het projectie-oppervlak
zoals een geverfde muur die niet wit is, dan kan de functie Wandkleur helpen de
kleur van het geprojecteerde beeld te corrigeren zodat eventueel kleurverschil
tussen het oorspronkelijke en het geprojecteerde beeld zoveel mogelijk wordt
beperkt. U kunt uit verschillende vooraf gekalibreerde kleuren kiezen:
Lichtgeel, Roze, Lichtgroen, Blauw en Schoolbord.
Alle aanpassingen die u hebt uitgevoerd in het menu Beeld worden opnieuw
ingesteld naar de vooraf ingestelde fabriekswaarden.
Er zijn verschillende opties om de beeldverhouding van het beeld in te stellen
afhankelijk van de bron van het ingangssignaal.
• Auto: schaalt een beeld
verhoudingsgewijs volgens de
oorspronkelijke resolutie van de
projector in horizontale of verticale
breedte.
• Werkelijk: Projecteert een beeld in
de oorspronkelijke resolutie en past
de grootte aan binnen het
weergavegebied. Voor ingangssignalen
met een lagere resolutie wordt het
geprojecteerde beeld weergegeven in
de oorspronkelijke grootte.
Keystone
Testpatroon
• 4:3: Past het beeld zodanig aan dat het
in het midden van het scherm wordt
weergegeven in een beeldverhouding
van 4:3.
• 16:9: Past het beeld zodanig aan dat
het in het midden van het scherm
wordt weergegeven in een
beeldverhouding van 16:9.
• 16:10: Past het beeld zodanig aan dat
het in het midden van het scherm
wordt weergegeven in een
beeldverhouding van 16:10.
Corrigeert eventuele keystone-afwijkingen van het beeld. Zie Keystone
corrigeren op pagina 16.
Past de beeldgrootte en de focus aan zodat het
geprojecteerde beeld niet vervormd is.
34 Menubediening
Page 35
Pc &
YPbPr-component
afstemmen
Positie
• Fase: Hiermee past u de klokfase aan om
vervorming van het beeld te verminderen. Deze
functie is alleen beschikbaar indien een pc-signaal
(analoog RGB) of YPbPr-signaal is geselecteerd.
• Horizontale afmeting: Stelt de horizontale breedte van het beeld in.
Deze functie is alleen beschikbaar indien een pc-signaal (analoog RGB) is
geselecteerd.
De pagina voor het aanpassen van de positie wordt weergegeven. U verplaatst
het geprojecteerde beeld met de richtingspijlen. Deze functie is alleen
beschikbaar indien een pc-signaal (analoog RGB) is geselecteerd.
Deze projector beschikt over een 3D-functie waarmee u 3D-films, video's en
sportevenementen op een realistischere manier kunt bekijken door de diepte
van de beelden weer te geven. U moet een 3D-bril dragen om 3D-beelden te
kunnen bekijken.
• 3D-modus: De standaardinstelling is Uit. Selecteer Auto als u wilt dat de
projector automatisch een geschikt 3D-formaat selecteert bij het detecteren
van 3D-inhoud. Als de projector de 3D-indeling niet herkent, drukt u op
/ om een 3D-modus te kiezen uit Boven-onder, Frame opeenvolg.,
Frame packing en Side-by-side.
3D
Als de functie 3D geactiveerd is:
• Het helderheidsniveau van het geprojecteerde beeld zal verminderen.
• De volgende instellingen kunnen niet worden aangepast: Beeldmodus, Referentiemodus.
• De Keystone kan alleen worden aangepast binnen beperkte graden.
• 3D sync omkeren: Als u vaststelt dat de beelddiepte omgekeerd is,
schakelt u deze functie in om het probleem te verhelpen.
• 3D-instellingen toepassen: Nadat de 3D-instellingen zijn opgeslagen, kunt
u bepalen of u ze wilt toepassen door een reeks 3D-instellingen te
selecteren die u hebt opgeslagen. Na te zijn toegepast, speelt de projector
de binnenkomende 3D-inhoud automatisch af als deze voldoet aan de
opgeslagen 3D-instellingen.
Alleen de set(s) 3D-instellingen met gegevens in het geheugen zijn beschikbaar.
• 3D-instellingen opslaan: Als het gelukt is om de 3D-inhoud weer te geven
na het aanbrengen van de benodigde aanpassingen, kunt u deze functie
inschakelen en een reeks 3D-instellingen kiezen om de huidige
3D-instellingen op te slaan.
Selecteert een geschikt kleurformaat voor het optimaliseren van de
weergavekwaliteit.
Hdmi-formaat
• Auto: Selecteert automatisch een geschikte kleurenruimte en grijsniveau
voor het binnenkomende HDMI-signaal.
• RGB beperkt: Gebruikt het beperkte RGB-bereik 16-235.
• RGB volledig: Gebruikt het volledige RGB-bereik 0-255.
• YUV beperkt: Gebruikt het beperkte YUV-bereik 16-235.
• YUV volledig: Gebruikt het volledige YUV-bereik 0-255.
35 Menubediening
Page 36
Digitale zoom
Vergroot of verkleint het geprojecteerde beeld. Nadat de pagina Digitale
zoom is verschenen, drukt u op ZOOM+/ZOOM- om het beeld naar een
gewenste grootte te vergroten of verkleinen. Druk op de richtingstoetsen ( ,
, , ) op de projector of afstandsbediening om het beeld te verschuiven.
Het beeld kan alleen worden verschoven nadat het is vergroot. U kunt het beeld verder
vergroten terwijl u details zoekt.
Krimpt het beeld met middelste punt van het beeld vastgezet.
Digitaal krimpen
Lessjabloon
Scherm resetten
1. Ga naar menu Geavanceerd - Weergave > Digitaal krimpen en druk
op OK.
2. Druk op / om het beeld naar een gewenste grootte te reduceren.
Biedt een aantal sjablonen als leerhulpmiddelen. Trainers kunnen deze
gebruiken om les te geven.
Alle aanpassingen die u hebt uitgevoerd in het menu Weergave worden
opnieuw ingesteld naar de vooraf ingestelde fabriekswaarden.
Netwerk
Vaste LANZie De projector beheren via LAN. op pagina 25.
AMX-apparaat
detecteren
MAC-adres
(kabel)
Wanneer AMX-apparaat detecteren Aan is, kan de projector corden
gedetecteerd door de AMX-controller.
Toont het MAC-adres voor deze projector.
Instell.
ProjectorpositieZie Een locatie kiezen op pagina 12.
Externe
ontvanger
Ingang
automatisch
zoeken
Lampinstellingen
Hiermee kunt u alle externe ontvangers of een specifieke externe ontvanger
op de projector inschakelen.
Hiermee kan de projector automatisch naar een signaal zoeken.
• Lampmodus: Zie De instellen Lampmodus op pagina 41.
• Aangepaste helderheid: Past de lichtenergie handmatig aan.
• Lampinformatie: Toont het aantal uur dat de lamp is gebruikt.
36 Menubediening
Page 37
Inactief-timer
Bepaalt hoe lang een beeld blanco wordt weergegeven wanneer wanneer geen
actie wordt uitgevoerd op het lege scherm. Zodra deze tijd is verstreken,
wordt het beeld opnieuw weergegeven. Als de vooraf ingestelde tijdsduur niet
geschikt is voor uw wensen, selecteert u Uitschakelen. Ongeacht of
Inactief-timer is geactiveerd, kunt u op een toets behalve op de toetsen
drukken op de projector of afstandsbediening om het beeld te herstellen.
Filtertimer resetten
Reset de filtertimer als een nieuw filter wordt geplaatst.
Herinnering
Zet de herinneringen aan of uit.
Automatisch wissen
Schakelt de functie Automatisch leeg in en uit.
Modus ventilatorsnelheid
In Modus ventilatorsnelheid draait de ventilator sneller om meer lucht aan
te zuigen voor het afkoelen van de projector. Wordt ingesteld op Hoog
wanneer het stoffilter is geïnstalleerd.
Hoogtemodus
Gebruiksinstellingen
We raden u aan Hoogtemodus te gebruiken wanneer uw omgeving tussen
1500 meter tot 3000 meter boven zeeniveau ligt, met een
omgevingstemperatuur tussen 0 en 30 °C.
Het gebruik onder "Hoogtemodus" kan een hoger bedrijfsgeluid van meer
decibels veroorzaken vanwege de hogere ventilatorsnelheid die nodig is om de
algemene koeling en prestaties van het systeem te verbeteren.
Als u deze projector in andere extreme omstandigheden dan de bovenstaande
gebruikt, wordt het apparaat mogelijk automatisch uitgeschakeld om te
voorkomen dat de projector oververhit geraakt. Selecteer in dergelijke
gevallen de hoogtemodus om deze symptomen te verhelpen. Dit betekent
echter niet dat de projector in alle ruwe of extreme omstandigheden kan
worden gebruikt.
Gebruik Hoogtemodus niet als de hoogte tussen 0 en 1500 meter is, met een
omgevingstemperatuur tussen 0 en 35°C. De projector zal dan te veel afkoelen als u de modus
inschakelt in dergelijke omstandigheden.
Instellingen aan/uit
• Direct inschakelen: Hiermee schakelt de projector automatisch in zodra
stroom door het netsnoer vloeit.
• Inschakelen bij signaal: Stelt in of de projector direct wordt ingeschakeld
zonder op POWER of AAN te drukken als de projector stand-by
staat en en een VGA-signaal of een HDMI-signaal met 5 V vermogen wordt
gedetecteerd.
• Automatisch uitschakelen: Hiermee wordt de projector automatisch
uitgeschakeld als gedurende een ingestelde periode geen ingangssignaal
wordt gedetecteerd, zodat de levensduur van de lichtbron niet onnodig
wordt verbruikt.
• Uitschakeltimer: Stelt de timer voor automatisch uitschakelen in.
37 Menubediening
Page 38
Beveiligingsins
Tellingen
Baud-ratio
Hdmi-equalizer
Zie De wachtwoordfunctie gebruiken op pagina 23.
Kies een baud rate die identiek is aan die van de computer zodat u de
projector kunt aansluiten via een geschikte RS-232-kabel en de firmware van
de projector kunt updaten of downloaden. Deze functie is bedoeld voor
bevoegde onderhoudstechnici.
Past de versterkingsinstellingen van de equalizer aan voor een HDMI-signaal.
Hoe hoger de instelling, des te hoger de versterkingswaarde. In geval van
meerdere HDMI-poorten op de projector, selecteert u eerst de HDMI-poort
voordat u de waarde aanpast.
USB-aan/uitschak
elaar
Instellingen
resetten
Schakelt de "Type A connector" 5 V stroomuitvoer voor de draadloze QCast
Mirror HDMI dongle in of uit.
Alle aanpassingen die u hebt uitgevoerd in het menu Instell. worden opnieuw
ingesteld naar de vooraf ingestelde fabriekswaarden.
Systeem
Ta a lStelt de taal in voor de OSD-menu's (On-Screen Display).
• Netwerk:
• Netwerkstand-bymodus inschakelen: Kies Aan om de functie in te
schakelen. De projector kan de netwerkfunctie bieden in
stand-by-modus. Kies Uit om de functie uit te schakelen. De projector
kan de netwerkfunctie niet bieden in stand-by-modus.
• Naar normale stand-bymodus schakelen: Hierdoor kan de
projector de netwerkfunctie uitschakelen na een ingestelde tijdsperiode
nadat het naar de stand-by-modus gaat. Als bijvoorbeeld 20 min wordt
geselecteerd, kan de projector de netwerkfunctie 20 minuten nadat het
naar de stand-by-modus is gegaan, bieden. Wanneer 20 minuten zijn
verstreken, gaat de projector naar normale stand-by-modus.
Stand-byinstellingen
Deze functie is uitsluitend beschikbaar als Netwerk Stand-bymodus inschakelen Aan is.
Achtergrondinstellingen
38 Menubediening
• Microfoon: Schakelt de functie Uitgang microfoon in wanneer de projector
in de modus Stand-by staat.
• Beeldscherm-uit: Hiermee kan projector een VGA-signaal uitvoeren
wanneer deze in stand-by-modus is en wanneer de PC-aansluiting en
MONITOR OUT-aansluiting correct zijn aangesloten op de apparaten.
• Audio pass-through: De projector kan geluid afspelen wanneer deze in de
stand-bymodus is en de overeenkomende aansluitingen correct zijn
aangesloten op de apparaten. Druk op / om de gewenste bron te
selecteren. Zie Aansluitingen op pagina 17 voor informatie over het maken
van de aansluiting.
• Achtergrond: Stelt de achtergrondkleur voor de projector in.
• Opstartscherm: Hiermee selecteert u het logoscherm dat wordt
weergegeven bij het opstarten van de projector.
Page 39
Menu-instellingen
• Menutype: Schakelt naar het OSD-menu Basis.
• Weergaveduur menu: Bepaalt hoe lang het OSD-menu op het scherm
blijft nadat u de laatste knop hebt ingedrukt.
• Geluid uit: Schakelt het geluid tijdelijk uit.
• Volume: Regelt het volume.
• Microfoonvolume: Past het microfoonvolume van de projector aan.
Geluidsinstellingen
Ondertitels
Fabrieksinstellingen
• Beltoon aan/uit: Schakelt de beltoon in of uit als de projector bezig is met
opstarten of afsluiten.
De enige manier om Beltoon aan/uit te veranderen is door hier Aan of Uit te kiezen. Het
geluid dempen of het geluidsniveau veranderen heeft geen effect op Beltoon aan/uit.
• Ondertitels aan: Activeer de functie door Aan te kiezen als het
geselecteerde ingangssignaal ondertitels bevat.
Ondertitels: als weergave op het scherm van de gesproken tekst, verhaal en geluidseffecten van
tv-programma's en video's met ondertiteling (meestal gemarkeerd met "CC" in de tv-gids).
• Ondertitelversie: Selecteert de ondertitelmodus van uw voorkeur.
Selecteer OT1, OT2, OT3, or OT4 (OT1 geeft ondertitels weer in de
primaire taal van uw regio) om ondertitels te bekijken.
Zet alle instellingen terug naar de fabrieksinstellingen.
De volgende instellingen blijven behouden: Keystone, Projectorpositie, Gebruiksduur
lamp, Beveiligingsins Tellingen, Baud-ratio, QUICK INSTALL, Gebruikstijd van
filter, Hoogtemodus, Modus ventilatorsnelheid, Hdmi-equalizer.
Systeem resetten
Informatie
Informatie
Alle aanpassingen die u hebt uitgevoerd in het menu Systeem worden
opnieuw ingesteld naar de vooraf ingestelde fabriekswaarden.
• Eigen Resolutie: Toont de native resolutie van de projector.
• Gedetecteerde resolutie: Toont de native resolutie van het
ingangssignaal.
• Ingang: Toont de huidige signaalbron.
• Beeldmodus: Toont de geselecteerde modus in het menu Beeld.
• Lampmodus: Toont de geselecteerde modus in het menu Lampinstellingen.
• 3D-formaat: Toont de actuele 3D-modus.
• Kleursysteem: Toont de indeling van het invoersysteem.
• Gebruiksduur lamp: Toont het aantal uren dat de lichtbron is gebruikt.
• Gebruikstijd van filter: Toont het aantal uur dat het filter is gebruikt.
• Firmware-versie: Toont de firmware-versie van de projector.
39 Menubediening
Page 40
Onderhoud
Onderhoud van de projector
De lens reinigen
Reinig de lens als u vuil of stof op het oppervlak opmerkt. Zorg ervoor dat de projector is uitgeschakeld
en volledig afgekoeld voordat u de lens schoonmaakt.
• Verwijder stof met een fles met perslucht.
• Bij vuil of vlekken gebruikt u papier voor het reinigen van cameralenzen of bevochtigt u een zachte
doek met reinigingsvloeistof voor cameralenzen en veegt u het oppervlak van de lens voorzichtig
schoon.
• Gebruik nooit schurende doekjes, alkaline-/zuurhoudende reinigingsproducten, schuurpoeder of
vluchtige oplosmiddelen, zoals alcohol, benzeen, thinner of insecticiden. Wanneer u dergelijke
materialen gebruikt of als het product langdurig in contact is met rubber of vinyl materialen, kan dit
schade veroorzaken aan het projectoroppervlak en het materiaal van de behuizing.
De projectorbehuizing reinigen
Schakel de projector op de correcte manier uit zoals beschreven in De projector uitschakelen op pagina
29 en trek de stekker van het netsnoer uit het stopcontact voordat u de behuizing reinigt.
• Verwijder vuil of stof met een zachte, vezelvrije doek.
• Voor het verwijderen van hardnekkige vlekken gebruikt u een zachte doek, bevochtigd met water en
een neutraal schoonmaakmiddel. Veeg vervolgens de behuizing schoon.
Gebruik nooit was, alcohol, benzeen, thinner of andere chemische schoonmaakmiddelen. Hierdoor kan de behuizing
beschadigd raken.
De projector opbergen
Volg de aanwijzingen hieronder als u de projector langere tijd wilt opbergen:
• Controleer of de temperatuur en de luchtvochtigheid van de opslagruimte binnen het aanbevolen
bereik voor de projector vallen. ZieSpecificaties op pagina 44 of neem contact op met uw leverancier
voor het bereik.
• Schuif de verstelvoetjes in.
• Haal de batterij uit de afstandsbediening.
• Verpak de projector in de oorspronkelijke of een soortgelijke verpakking.
De projector vervoeren
Het is aanbevolen de projector in de oorspronkelijke of een soortgelijke verpakking te verzenden.
40 Onderhoud
Page 41
Lampinformatie
De levensduur van de lichtbron verlengen
• De instellen Lampmodus
Ga naar Menu Geavanceerd - Instell. > Lampinstellingen > Lampmodus een selecteer een
geschikt vermogen voor de lichtbron uit de aangeboden modi.
Als u de projector in de modus Economisch, Dimmen of Aangepast instelt, wordt de levensduur
van de lamp verlengd.
LichtbronmodusBeschrijving
NormaalBiedt volledige helderheid van de lichtbron
Economisch
DimmenVerlaagt de helderheid om een langere levensduur van de lichtbron te bieden
AangepastPast het vermogen van de lichtbron aan volgens de keuze van de gebruiker
• Instelling Automatisch uitschakelen
Via deze functie wordt de projector automatisch uitgeschakeld als er gedurende een ingestelde periode
geen ingangssignaal wordt gedetecteerd, zodat de levensduur van de lichtbron niet onnodig wordt
verbruikt.
Verlaagt de helderheid om de levensduur van de lichtbron te verlengen en het geluid
van de ventilator te verminderen
Ga om Automatisch uitschakelen in te stellen naar Menu Geavanceerd - Instell. > Instellingen aan/uit > Automatisch uitschakelen en druk op /.
41 Onderhoud
Page 42
Indicators
Lampje
Status & beschrijving
Systeemberichten
Stand-bymodus
Inschakelen
Normale werking
Koelen bij normaal uitschakelen
Downloaden
CW start mislukt
Einde levensduur lamp
LAN-download mislukt
LAN-download wordt verwerkt
Berichten over inbranden
Inbranden AAN
Inbranden UIT
Foutberichten lamp
Lampfout bij normaal gebruik
Lamp is niet aan
Thermische foutmeldingen
Fout ventilator 1 (de werkelijke ventilatorsnelheid ligt buiten de
gewenste snelheid)
Fout ventilator 2 (de werkelijke ventilatorsnelheid ligt buiten de
gewenste snelheid)
Fout ventilator 3 (de werkelijke ventilatorsnelheid ligt buiten de
gewenste snelheid)
Werkomgeving: 0-1499 m bij 0°C-35°C;
1500-3000 m bij 0°C-30°C (met Hoogtemodus aan)
Opslag: 0-12200 m bij 30°C
Vervoeren
Originele verpakking of gelijksoortig wordt aanbevolen
Bezig met repareren.
Bezoek ondze website en kies uw land om het venster
voor uw service contact te openen.
http://www.benq.com/welcome
USB
Type-A voeding 5 V /1,5 A x 1 (optie voor QCast
Mirror HDMI Wireless Dongle); Mini-B x 1; Micro
USB x 1
Seriële besturing via RS-232
9-pins x 1
IR-ontvanger x 2
LAN-bediening
Bekabeld (RJ45)
44 Specificaties
Page 45
Afmetingen
Eenheid: mm
410 mm (B) x 158 mm (H) x 272 mm (D)
410
100
272,0
81
158
131
87
8
45 Specificaties
Page 46
Timingtabel
Ondersteunde timing voor pc-ingang
Ver tic al e
ResolutieModus
frequentie
(Hz)
VGA_6059,94031,46925,175VVV
640 x 480
720 x 400720 x 400_7070,08731,46928,3221
800 x 600
1024 x 768
1152 x 8641152 x 864_757567,5108
1024 x 576
1024 x 600
1280 x 7201280 x 720_606045,00074,250VVV
1280 x 7681280 x 768_6059,8747,77679,5VVV
1280 x 800
1280 x 1024
1280 x 960
1360 x 7681360 x 768_6060,01547,71285,5VV
1440 x 900WXGA+_6059,88755,935106,500VV
1400 x 1050SXGA+_6059,97865,317121,750VV
1600 x 1200UXGA60,00075,000162,000VV
1680 x 10501680 x 1050_6059,95465,290146,250VV
640 x 480@67HzMAC1366,66735,00030,240
832 x 624@75HzMAC1674,54649,72257,280
1024 x 768@75HzMAC1974,9360,24180,000
1152 x 870@75HzMAC2175,06068,680100,000
SXGA_8585,02491,146157,500
1280 x 960_6060,00060,000108,000VV
1280 x 960_8585,00285,938148,500
119,85477,42583,000V
119,98997,551115,5V
60,035,82046,966
64,99541,46751,419
119,909101,563146,25V
Horizontale
frequentie
(kHz)
Pixelfrequentie
(MHz)
Ondersteunde 3D-formaten
Frame
Sequential
Boven-
onder
Side-by-
side
De timings die bovenaan worden weergegeven, worden mogelijk niet ondersteund vanwege beperkingen van het
EDID-bestand en de grafische VGA-kaart. Het is mogelijk dat sommige timings niet kunnen worden gekozen.
46 Specificaties
Page 47
Ondersteunde timing voor HDMI (HDCP)-invoer
• PC timings
Ver tic al e
ResolutieModus
frequentie
(Hz)
VGA_6059,940 31,469 25,175 VVV
640 x 480
720 x 400720 x 400_7070,08731,46928,3221
800 x 600
1024 x 768
1152 x 8641152 x 864_757567,5108
1024 x 576@60Hz
1024 x 600@65Hz
1280 x 7201280 x 720_606045,00074,250VVV
1280 x 7681280 x 768_6059,87047,77679,5VVV
1280 x 800
1280 x 1024
1280 x 960
1360 x 7681360 x 768_6060,01547,71285,500VV
1440 x 900WXGA+_6059,88755,935106,500VV
1400 x 1050SXGA+_6059,97865,317121,750VV
1600 x 1200UXGA60,00075,000 162,000V
1680 x 10501680 x 1050_6059,95465,290146,250VV
640 x 480@67HzMAC1366,66735,00030,240
832 x 624@75HzMAC1674,54649,72257,280
SXGA_8585,02491,146157,500
1280 x 960_6060,00060,000108VV
1280 x 960_8585,00285,938148,500
1920 x 1200_60
(Vermindert
knipperen)
119,85477,42583,000V
119,98997,551115,5V
60,0035,82046,996
64,99541,46751,419
119,909101,563146,25V
59,9574,038154VVV
Horizontale
frequentie
(kHz)
Pixelfrequentie
(MHz)
Ondersteunde 3D-formaten
Frame
Sequential
Boven-
onder
Side-by-
side
De timings die bovenaan worden weergegeven, worden mogelijk niet ondersteund vanwege beperkingen van het
EDID-bestand en de grafische VGA-kaart. Het is mogelijk dat sommige timings niet kunnen worden gekozen.
47 Specificaties
Page 48
• Video timings
Ver tic al e
TimingResolutie
frequentie
(Hz)
480i720 x 48059,9415,7327V
480p720 x 48059,9431,4727V
576i720 x 5765015,6327
576p720 x 5765031,2527
720/50p1280 x 7205037,574,25VVV
720/60p1280 x 7206045,0074,25VVVV
1080/50i1920 x 10805028,1374,25V
1080/60i1920 x 10806033,7574,25V
1080/24P 1920 x 1080242774,25VVV
1080/25P 1920 x 10802528,1374,25
1080/30P 1920 x 10803033,7574,25
1080/50P 1920 x 10805056,25148,5VV
1080/60P 1920 x 1080 6067,5148,5VV
Horizontale
frequentie
(kHz)
Pixelfrequentie
(MHz)
Ondersteunde 3D-formaten
Frame
Sequential
Frame
Packing
Boven-
Side-by-
onder
Ondersteunde timing voor MHL-ingang
TimingResolutie
480i720 (1440) x 48059,9415,7327
480p720 x 48059,9431,4727
576i720 (1440) x 5765015,6327
576p720 x 5765031,2527
720/50p1280 x 7205037,574,25
720/60p1280 x 7206045,0074,25
1080/24P1920 x 1080242774,25
1080/25P1920 x 10802528,1374,25
1080/30P1920 x 10803033,7574,25
1080/50i1920 x 10805028,1374,25
1080/60i1920 x 10806033,7574,25
1080/50p1920 x 10805056,25148,5
1080/60p1920 x 10806067,5148,5
Ver tic al e
frequentie (Hz)
Horizontale
frequentie (kHz)
Pixelfrequentie
(MHz)
side
Ondersteunde timing voor component-YPbPr-ingang
TimingResolutie
480i720 x 48059,9415,7313,5V
480p720 x 48059,9431,4727V
576i720 x 5765015,6313,5
576p720 x 5765031,2527
720/50p1280 x 7205037,574,25
720/60p1280 x 7206045,0074,25V
1080/50i1920 x 10805028,1374,25
1080/60i1920 x 10806033,7574,25
1080/24P1920 x 1080242774,25
1080/25P1920 x 10802528,1374,25
1080/30P1920 x 10803033,7574,25
1080/50P1920 x 10805056,25148,5
1080/60P1920 x 10806067,5148,5
Ver tic al e
frequentie (Hz)
Een signaal van 1080i(1125i)@60Hz of 1080i(1125i)@50Hz kan resulteren in een licht trillend beeld.
Horizontale
frequentie (kHz)
Pixelfrequentie
(MHz)
Ondersteunde
3D-formaten
Frame
Sequential
48 Specificaties
Page 49
Ondersteunde timing voor Video- en S-Video-ingang
Videomodus
NTSC15,73603,58V
PAL15,63504,43
SECAM15,63504,25 of 4,41
PAL-M15,73603,58
PAL-N15,63503,58
PAL-6015,73604,43
NTSC4.4315,73604,43
Horizontale
frequentie (kHz)
Ver tic al e
frequentie (Hz)
Frequentie
kleursubdrager
(MHz)
Frame Sequential
Ondersteunde
3D-formaten
49 Specificaties
Loading...
+ hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.