De garantie van BenQ voor dit product heeft betrekking op productie- en materiaalfouten die zich bij
normaal gebruik van het apparaat voordoen.
Wanneer u een beroep wilt doen op de garantie, dient u een geldig aankoopbewijs te overleggen.
Wanneer dit product tijdens de garantieperiode defect raakt, is BenQ alleen verplicht de defecte
onderdelen te vervangen (inclusief arbeidsloon). Om in geval van een defect reparatie- of
servicewerkzaamheden te laten uitvoeren die onder de garantie vallen, dient u zich zo snel mogelijk te
wenden tot de leverancier bij wie u het product hebt gekocht.
Belangrijk: De bovenstaande garantie vervalt indien de klant heeft nagelaten het product te gebruiken
volgens de schriftelijke instructies van BenQ, in het bijzonder de instructies inzake de
gebruiksomstandigheden. De vochtigheidsgraad moet tussen 10% en 90% liggen, de temperatuur tussen
0°C en 35°C en de projector mag niet worden gebruikt op stoffige plaatsen of op plaatsen hoger dan
4920 voet. Deze garantie verleent de koper van het apparaat bepaalde rechten, evenals het zogenaamde
consumentenrecht, dat echter per land kan verschillen.
BenQ Corporation is niet aansprakelijk en geeft geen garanties, uitdrukkelijk noch stilzwijgend, ten
aanzien van de inhoud van deze publicatie en wijst alle garanties van verkoopbaarheid of geschiktheid
voor een bepaald doel af. BenQ Corporation behoudt zich het recht voor deze publicatie te herzien en
de inhoud ervan van tijd tot tijd te wijzigen zonder verplicht te zijn aan enige persoon mededeling van
die herzieningen of wijzigingen te doen.
*DLP, Digital Micromirror Device en DMD zijn handelsmerken van Texas Instruments. Andere merk- en
productnamen zijn eigendom van de respectieve bedrijven of organisaties.
Patenten
Ga naar http://patmarking.benq.com/ voor details over patenten die de BenQ-projector gebruikt.
2 Informatie over garantie en auteursrechten
Inhoud
Informatie over garantie en auteursrechten ..................................................................... 2
Inhoud van de verpakking ......................................................................................................................... 6
Buitenkant van de projector .................................................................................................................... 8
Bedieningselementen en functies............................................................................................................ 9
De projector positioneren ................................................................................................. 11
Een plek kiezen .........................................................................................................................................11
De gewenste beeldgrootte van de projectie instellen..................................................................... 12
De projector bevestigen .........................................................................................................................16
De projectorpositie aanpassen (LU930/LU930D/LH930/LH930D) ............................................. 18
Het geprojecteerde beeld aanpassen ..................................................................................................19
De projector opstarten ..........................................................................................................................23
De menu's gebruiken............................................................................................................................... 24
De projector beveiligen ..........................................................................................................................25
Schakelen tussen ingangssignalen .......................................................................................................... 27
De projector besturen in een kabel-lanomgeving ............................................................................27
De projector uitschakelen .....................................................................................................................30
Direct uitschakelen .................................................................................................................................. 31
Menu Basis ................................................................................................................................................37
Menu Geavanceerd .............................................................................................................................. 39
De projector is ontwikkeld en getest volgens de nieuwste veiligheidsstandaards voor ict-apparatuur.
Voor een veilig gebruik van dit product dient u de instructies in de gebruikershandleiding / installatiegids
en op de verpakking van het product nauwkeurig op te volgen.
1. Lees de gebruikershandleiding / installatiegids aandachtig door voordat u de projector gaat gebruiken. Bewaar de handleiding voor toekomstig gebruik.
2. Kijk tijdens het projecteren niet rechtstreeks in de lens van de projector. De sterke
lichtstraal kan uw ogen beschadigen.
3. Laat reparatie- of onderhoudswerkzaamheden over aan een bevoegd technicus.
4. Zorg er altijd voor dat de lenssluiter (indien aanwezig) is geopend of de lensdop (indien aanwezig) is verwijderd wanneer de lichtbron van de projector brandt.
5. De lichtbron wordt erg heet tijdens het gebruik.
6. In sommige landen is de netspanning NIET stabiel. Hoewel deze projector normaal werkt bij een
netspanning van 100 tot 240 V (wisselstroom), kan het apparaat uitvallen wanneer zich een
stroomstoring of een spanningspiek van ±10 V voordoet. In gebieden waar dit risico hoog is,
is het raadzaam de projector aan te sluiten op een spanningsstabilisator,
piekbeveiliging of UPS-systeem (Uninterruptible Power Supply).
7. Plaats geen voorwerpen voor de projectielens als de projector wordt gebruikt. De voorwerpen
kunnen heet worden en daardoor vervormd raken of vlam vatten. Om de lichtbron tijdelijk uit te
schakelen, gebruikt u de functie leeg.
8. Gebruik de lichtbronnen niet langer dan de voorgeschreven levensduur.
9. Plaats dit product nooit op een onstabiele ondergrond. Het product kan dan vallen en ernstig
worden beschadigd.
10. Open deze projector niet zelf. De onderdelen van het apparaat staan onder hoge, levensgevaarlijke
spanning.
U mag nooit andere onderdelen losmaken of verwijderen. Laat reparaties uitsluitend over aan
gekwalificeerde professionele reparateurs.
11. Blokkeer het ventilatierooster niet.
- Plaats deze projector niet op een deken, beddengoed of op een ander zacht oppervlak.
- Bedek deze projector niet met een doek of met andere voorwerpen.
- Plaats geen ontvlambare stoffen in de buurt van de projector.
Als het ventilatierooster niet vrij wordt gehouden, kan er door oververhitting in de projector brand
ontstaan.
12. Plaats de projector niet verticaal. De projector kan dan vallen en letsel veroorzaken of beschadigd
raken.
13. Trap niet op de projector of leg er geen voorwerpen op. Dit kan niet alleen schade aan de
projector veroorzaken, maar ook leiden tot ongevallen en mogelijk letsel.
14. Wanneer u de projector gebruikt, neemt u mogelijk warme lucht en een bepaalde geur waar bij het
ventilatierooster. Dit is een normaal verschijnsel.
15. Plaats geen vloeistoffen in de buurt van of op de projector. Als er vloeistof in de projector wordt
gemorst, werkt deze mogelijk niet meer. Als de projector nat wordt, trekt u de stekker uit het
stopcontact en belt u BenQ voor reparaties.
16. Dit apparaat moet worden geaard.
4 Belangrijke veiligheidsinstructies
17. Plaats de projector niet in de volgende ruimtes.
- Slecht geventileerde of gesloten ruimtes. Zorg dat de projector ten minste 50 cm van de muur staat en laat voldoende
ruimte vrij rondom de projector.
- Plekken waar de temperatuur extreem hoog kan oplopen, zoals in een auto met gesloten ramen.
- Plekken met veel vocht, stof of rook die optische componenten mogelijk aantasten. Dit verkort de levensduur van de
projector en verdonkert het beeld.
- Plekken in de buurt van een brandalarm.
- Plekken met een omgevingstemperatuur hoger dan 40°C / 104°F.
- Plekken die hoger liggen dan 3000 m (10000 voet).
18. Richt nooit een krachtige laserstraal op de projectielens om beschadiging van de DLP-chips te
vermijden.
Risicogroep 2
1. Volgens de classificatie van fotobiologische
veiligheid van lichtbronnen en
lichtbronsystemen valt dit product onder
Risicogroep 2, IEC 62471-5:2015.
2. Dit product straalt mogelijk gevaarlijke
optische straling uit.
3. Kijk niet direct in de functionerende
lichtbron. Dit kan uw ogen beschadigen.
4. Net als bij elke andere felle lichtbron, is het
niet raadzaam direct in de straal te kijken.
De lichtbroneenheid van de projector gebruikt
een laser.
Waarschuwing over lasers
Dit product is een laserproduct van KLASSE 1 en
voldoet aan IEC 60825-1:2014.
LASERSTRAAL, KIJK NIET IN DE STRAAL,
LASERPRODUCT VAN KLASSE 1.
Bovenstaande waarschuwingen over de laser staat
aan de onderzijde van dit apparaat.
Pas op – Het gebruik van besturingselementen of
aanpassingen of prestaties van procedures die
afwijken van de hier genoemde, kan resulteren in
blootstelling aan gevaarlijke straling.
• Let op dat iemand toezicht houdt op kinderen
en dat kinderen nooit direct in de straal van de
projector mogen kijken, ongeacht de afstand tot
de projector.
• Let op dat u voorzichtig bent als u voor de
projectielens staat en de projector start met de
afstandsbediening.
• Let op dat u geen optische hulpmiddelen
gebruikt in de straal, zoals een verrekijker of
telescoop.
5 Belangrijke veiligheidsinstructies
Inleiding
Inhoud van de verpakking
Pak alles voorzichtig uit en controleer of u alle onderstaande items aanwezig zijn. Wanneer een of
meerdere van deze items ontbreken, dient u contact op te nemen met de leverancier.
Standaardaccessoires
LX710/LX710D/LU710/
LU710D/LH710/LH710D
SnelgidsGarantiekaart*Netsnoer
LX730/LX730DLU930/LU930D/LH930/
LH930D
Projector
Afstandsbediening met
batterijen
Hdmi-kabel
• De meegeleverde accessoires zijn geschikt voor uw regio, maar verschillen mogelijk van die in de afbeeldingen.
• *De garantiekaart wordt slechts in bepaalde regio’s geleverd. Vraag uw verkoper voor gedetailleerde informatie.
Optionele accessoires
1. 3D-bril
2. InstaShow™ (WDC10/WDC20)
3. Draadloze dongles (QCast Mirror)
De batterijen van de afstandsbediening vervangen
1. Druk en schuif de batterijklep weg zoals in de afbeelding is
weergegeven.
2. Verwijder de oude batterijen (indien van toepassing) en
plaats twee AAA-batterijen. Zorg dat de positieve en
negatieve zijdes correct zijn gepositioneerd zoals in de
afbeelding is weergegeven.
3. Schuif de batterijklep terug zodat deze op z'n plek klikt.
6 Inleiding
• Laat de afstandsbediening en batterijen niet liggen op plaatsen die extreem warm of vochtig zijn, zoals de keuken,
badkamer, sauna, solarium of in een gesloten auto.
• Gebruik alleen dezelfde batterijen of batterijen van hetzelfde type dat door de fabrikant van de batterij wordt
aanbevolen.
• Gooi batterijen weg volgens de instructies van de fabrikant en volgens de plaatselijke milieuregelgeving.
• Werp batterijen nooit in vuur. Dit kan een explosie veroorzaken.
• Als de batterijen leeg zijn of als u de afstandsbediening gedurende langere tijd niet gebruikt, verwijdert u de
batterijen om beschadiging van de afstandsbediening door lekkende batterijen te voorkomen.
7 Inleiding
Buitenkant van de projector
LX710/LX710D/LU710/
LU710D/LH710/LH710D
LX730/LX730DLU930/LU930D/LH930/
LH930D
1
3
2
4
4
5
6
9
7
7
7
1
3
2
4
4
6
9
7
1
23
24
26
26
26
2525
26
27
3
2
4
4
9
7
101216
20
14
1113 151719
18
22
21
888
28
1. Ventilatie (luchtuitlaat)
2. Focus- en zoomring
3. Projectielens
4. IR-sensor voor afstandsbediening
5. Knoppen voor aanpassen van de
lensverschuiving (LINKS/RECHTS,
OMHOOG/OMLAAG)
9. Extern besturingspaneel
(Zie Bedieningselementen en functies op
pagina 9.)
10. HDMI 1-ingang
11. HDMI 2-ingang
12. USB Type A-poort (5 V/1,5 A energie voor
WDC10/QCast Mirror)
13. Component RCA RGB-ingangen
14. Video-ingang
15. Audio-ingangen (L/R)
16. RGB (pc)-signaalingang
17. RGB (pc)-signaaluitgang
18. RS-232-besturingspoort
19. RJ-45 lan-ingang
20. Audio-ingang
21. Audio-uit-aansluiting
22. 12V-trigger
23. Sleuf voor antidiefstalslot
24. Stroomaansluiting
25. Verstelvoetjes
26. Gaten voor wandmontage
27. Beveiligingsbalk
28. InstaShow-openingen
8 Inleiding
*Energie voor WDC20 moet afkomstig zijn van een externe energiebron.
Bedieningselementen en functies
1
3
4
2
6
5
7
Alle toetsindrukken die in dit document zijn
beschreven, zijn beschikbaar op de
afstandsbediening of op de projector.
10
16
17
18
19
20
11
12
13
14
15
4
8
7
5
6
3
1
9
2
Projector en afstandsbediening
1. MENU
Activeert het schermmenu (OSD).
2. Pijltoetsen (, , , )
Als het On-Screen Display (OSD)-menu is
geactiveerd, gebruikt u deze toetsen als
pijltoetsen om de gewenste menu-items te
selecteren en om aanpassingen uit te voeren.
Keystonetoetsen (, )
Opent de pagina voor keystonecorrectie.
Volumetoetsen /
Zet het volume van de projector lager of
hoger.
3. BACK
Keert terug naar het vorige OSD-menu, sluit
en bewaart de menu-instellingen.
4. AAN/UIT
Dit zet de projector aan of op stand-by.
ON/ Off
Dit zet de projector aan of op stand-by.
5. AUTO
Bepaalt automatisch de beste beeldtimings
voor het weergegeven beeld als pc-signaal
(analoog RGB) is geselecteerd.
9 Inleiding
6. OK
O
n
g
e
v
e
e
r
+
3
0
º
O
n
g
e
v
e
e
r
+
3
0
º
13. NETWORK
Hiermee bevestigt u het geselecteerde
menu-item in het On-Screen Display
(OSD)-menu.
7. SOURCE
Opent de ingangselectiebalk.
8. KEYSTONE
Opent de pagina voor keystonecorrectie.
9. PIC MODE
Kies een beschikbare beeldinstellingsmodus.
10.
Schakelt het projectorgeluid in of uit.
11. LIGHT MODE
Kies een beschikbare lichtmodus.
12. ECO BLANK
Hiermee kunt u de schermafbeelding
verbergen.
Plaats geen voorwerpen voor de
projectielens als de projector wordt
gebruikt. De voorwerpen kunnen heet
worden en daardoor vervormd raken of
vlam vatten.
Geeft het netwerkinstellingenmenu weer.
14. INFO
Toont informatie over de projector.
15. FREEZE
Zet het geprojecteerde beeld stil.
16.
Zet het volume van de projector lager.
17.
Zet het volume van de projector hoger.
18. ZOOM+/ZOOM-
Vergroot of verkleint het geprojecteerde
beeld.
19. QUICK INSTALL
Selecteert snel diverse functies om het
geprojecteerde beeld aan te passen en toont
het testpatroon.
20. ASPECT
Hiermee selecteert u de beeldverhouding.
Effectief bereik van de afstandsbediening
De afstandsbediening moet in een hoek van 30 graden ten opzichte van de IR-sensor van de projector
worden gehouden om correct te functioneren. De afstand tussen de afstandsbediening en de sensor(en)
mag niet meer dan 8 meter (~ 26 voet) bedragen.
Zorg dat tussen de afstandsbediening en de IR-sensor(en) van de projector geen obstakels liggen die de
infraroodstraal kunnen blokkeren.
• De projector bedienen via de voorkant• De projector bedienen via de bovenkant
10 Inleiding
De projector positioneren
Een plek kiezen
Voordat u een plek voor de projector kiest, houdt u rekening met de volgende zaken:
• Formaat en positie van het scherm
• Plek van het stopcontact
• Locatie en afstand tussen de projctor en de rest van de apparatuur
U kunt de projector op de volgende manieren installeren.
1. Tafel voor
Selecteer deze instelling als u de projector op de
tafel en voor het scherm installeert. Als u een
snelle opstelling en draagbaarheid wenst, is dit de
meest gebruikte opstelling.
3. Plafond voor
Selecteer deze instelling als u de projector tegen
het plafond en voor het scherm installeert. Als u
de projector aan het plafond wilt bevestigen, kunt
u het beste de plafondmontageset voor een BenQ
Projector bij uw leverancier kopen.
2. Tafel achter
Selecteer deze instelling als u de projector op de
tafel en achter het scherm installeert. Voor deze
opstelling is een speciaal scherm voor
achterwaartse projectie vereist.
4. Plafond achter
Selecteer deze instelling als u de projector tegen
het plafond en achter het scherm installeert. Voor
deze opstelling zijn een speciaal scherm voor
achterwaartse projectie en de plafondmontageset
voor een BenQ Projector vereist.
Na het inschakelen van de projector gaat u naar het menu Geavanceerd - Instellingen > Projectorinstallatie > Projectorinstallatie en drukt u op / om een instelling te selecteren.
U kunt dit menu ook openen met QUICK INSTALL op de afstandsbediening.
11 De projector positioneren
De gewenste beeldgrootte van de projectie instellen
H
B
Projectieafstand
Midden van de lens
Scherm
4:3 schermdiagonaal
De afstand van de lens van de projector tot het scherm, de zoominstellingen (indien beschikbaar) en het
videoformaat zijn allemaal factoren die de grootte van het geprojecteerde beeld bepalen.
Projectieafmetingen
LX710/LX710D/LX730/LX730D
• De beeldverhouding van het scherm is 4:3 en van het geprojecteerde beeld 4:3
LX710/LX710D
SchermgrootteProjectieafstand (mm)
Diagonaal
Inchmm(max. zoom)(min. zoom)
30762457 610 920 1061 1201 34
501270762 1016 1534 1768 2002 57
601524914 1219 1841 2121 2402 69
7017781067 1422 2148 2475 2802 80
8020321219 1626 2455 2829 3202 91
9022861372 1829 2761 3182 3603 103
10025401524 2032 3068 3536 4003 114
11027941676 2235 3375 3889 4403 126
12030481829 2438 3682 4243 4804 137
13033021981 2642 3989 4596 5204 149
14035562134 2845 4296 4950 5604 160
15038102286 3048 4602 5304 6005 171
16040642438 3251 4909 5657 6405 183
17043182591 3454 5216 6011 6805 194
18045722743 3658 5523 6364 7205 206
20050803048 4064 6137 7071 8006 229
25063503810 5080 7671 8839 10008 286
30076204572 6096 9205 10607 12009 343
H (mm)B (mm)
Min. afstand
Gemiddeld
Max. afstand
Verschuiving
(mm)
Als u bijvoorbeeld een scherm van 120 inch gebruikt, is de aanbevolen projectieafstand 4243 mm.
Voor een projectieafstand van 6000 mm is 6005 mm de dichtstbijzijnde waarde in de kolom
"Projectieafstand (mm)". Als u in deze rij kijkt, ziet u dat u hiervoor een scherm van 150'' (ongeveer
3,8 m) nodig hebt.
12 De projector positioneren
LX730/LX730D
H
B
Projectieafstand
Midden van de lens
Scherm
16:10 schermdiagonaal
SchermgrootteProjectieafstand (mm)
Diagonaal
Inchmm(max. zoom)(min. zoom)
30762457 610 860 1116 1372 46
501270762 1016 1433 1859 2286 76
601524914 1219 1719 2231 2743 91
7017781067 1422 2006 2603 3200 107
8020321219 1626 2292 2975 3658 122
9022861372 1829 2579 3347 4115 137
10025401524 2032 2865 3719 4572 152
11027941676 2235 3152 4090 5029 168
12030481829 2438 3438 4462 5486 183
13033021981 2642 3725 4834 5944 198
14035562134 2845 4011 5206 6401 213
15038102286 3048 4298 5578 6858 229
20050803048 4064 5730 7437 9144 305
25063503810 5080 7163 9296 11430 381
30076204572 6096 8595 11156 13716 457
H (mm)B (mm)
Min. afstand
Gemiddeld
Max. afstand
Verschuiving
(mm)
Als u bijvoorbeeld een scherm van 120 inch gebruikt, is de aanbevolen projectieafstand 4462 mm.
Voor een projectieafstand van 5000 mm is 4834 mm de dichtstbijzijnde waarde in de kolom
"Projectieafstand (mm)". Als u in deze rij kijkt, ziet u dat u hiervoor een scherm van 130" (ongeveer
3,3 m) nodig hebt.
• Voor een optimale beeldkwaliteit raden we aan dat u projecteert op een gebied dat niet grijs is.
• Alle maten zijn benaderingen en kunnen afwijken van de daadwerkelijke formaten.
BenQ beveelt aan, dat bij een permanente plaatsing van de projector de projectiegrootte en -afstand eerst ter
plaatse met de projector fysiek te testen, zodat u rekening kunt houden met de optische eigenschappen van deze
projector. Hierdoor kunt u de precieze bevestigingspositie bepalen die het beste past in uw specifieke locatie.
LU710/LU710D/LU930/LU930D
13 De projector positioneren
• De beeldverhouding van het scherm is 16:10 en die van het geprojecteerde beeld is 16:10
LU710/LU710D
SchermgrootteProjectieafstand (mm)
Diagonaal
Inchmm(max. zoom)(min. zoom)
30762404 646 730 837 943 0
501270673 1077 1217 1395 1572 0
601524808 1292 1460 1674 1887 0
701778942 1508 1704 1953 2201 0
8020321077 1723 1947 2231 2516 0
9022861212 1939 2191 2510 2830 0
10025401346 2154 2434 2789 3145 0
11027941481 2369 2677 3068 3459 0
12030481615 2585 2921 3347 3774 0
13033021750 2800 3164 3626 4088 0
14035561885 3015 3407 3905 4403 0
15038102019 3231 3651 4184 4717 0
20050802692 4308 4868 5579 6289 0
25063503365 5385 6085 6973 7862 0
30076204039 6462 7302 8368 9434 0
H (mm)B (mm)
Min. afstand
Gemiddeld
Max. afstand
Verschuiving
(mm)
Als u bijvoorbeeld een scherm van 120 inch gebruikt, is de aanbevolen projectieafstand 3347 mm.
Voor een projectieafstand van 4000 mm is 3905 mm de dichtstbijzijnde waarde in de kolom
"Projectieafstand (mm)". Als u in deze rij kijkt, ziet u dat u hiervoor een scherm van 140'' (ongeveer
3,6 m) nodig hebt.
LU930/LU930D
SchermgrootteProjectieafstand (mm)
Diagonaal
Inchmm(max. zoom)(min. zoom)
30762404 646 879 114 4 1409 0
501270673 1077 1465 1906 2348 0
601524808 1292 1758 2287 2817 0
701778942 1508 2051 2669 3287 0
8020321077 1723 2343 3050 3756 0
9022861212 1939 2636 3431 4226 0
10025401346 2154 2929 3812 4696 0
11027941481 2369 3222 4194 5165 0
12030481615 2585 3515 4575 5635 0
13033021750 2800 3808 4956 6104 0
14035561885 3015 4101 5337 6574 0
15038102019 3231 4394 5719 7043 0
20050802692 4308 5859 7625 9391 0
25063503365 5385 7323 9531 11739 0
30076204039 6462 8788 11437 14087 0
H (mm)B (mm)
Min. afstand
Gemiddeld
Max. afstand
Verschuiving
(mm)
Als u bijvoorbeeld een scherm van 120 inch gebruikt, is de aanbevolen projectieafstand 4575 mm.
Voor een projectieafstand van 4000 mm is 3812 mm de dichtstbijzijnde waarde in de kolom
"Projectieafstand (mm)". Als u in deze rij kijkt, ziet u dat u hiervoor een scherm van 100'' (ongeveer
2,8 m) nodig hebt.
14 De projector positioneren
• Voor een optimale beeldkwaliteit raden we aan dat u projecteert op een gebied dat niet grijs is.
H
B
Projectieafstand
Midden van de lens
Scherm
16:9 schermdiagonaal
Ve rs ch ui v in g
• Alle maten zijn benaderingen en kunnen afwijken van de daadwerkelijke formaten.
BenQ beveelt aan, dat bij een permanente plaatsing van de projector de projectiegrootte en -afstand eerst ter
plaatse met de projector fysiek te testen, zodat u rekening kunt houden met de optische eigenschappen van deze
projector. Hierdoor kunt u de precieze bevestigingspositie bepalen die het beste past in uw specifieke locatie.
LH710/LH710D/LH930/LH930D
• De beeldverhouding van het scherm is 16:9 en van het geprojecteerde beeld 16:9
LH710/LH710D
SchermgrootteProjectieafstand (mm)
Diagonaal
Inchmm(max. zoom)(min. zoom)
30762374 664 750 860 970 19
501270623 1107 1251 1433 1616 31
601524747 1328 1501 1720 1939 37
701778872 1550 1751 2007 2263 44
802032996 1771 2001 2293 2586 50
9022861121 1992 2251 2580 2909 56
10025401245 2214 2502 2867 3232 62
11027941370 2435 2752 3154 3555 68
12030481494 2657 3002 3440 3879 75
13033021619 2878 3252 3727 4202 81
14035561743 3099 3502 4014 4525 87
15038101868 3321 3752 4300 4848 93
20050802491 4428 5003 5734 6464 125
25063503113 5535 6254 7167 8080 156
30076203736 6641 7505 8601 9696 187
H (mm)B (mm)
Min. afstand
Gemiddeld
Max. afstand
Verschuiving
(mm)
Als u bijvoorbeeld een scherm van 120 inch gebruikt, is de aanbevolen projectieafstand 3440 mm.
Voor een projectieafstand van 4000 mm is 4014 mm de dichtstbijzijnde waarde in de kolom
"Projectieafstand (mm)". Als u in deze rij kijkt, ziet u dat u hiervoor een scherm van 140'' (ongeveer
3,6 m) nodig hebt.
15 De projector positioneren
LH930/LH930D
SchermgrootteProjectieafstand (mm)
Diagonaal
Inchmm(max. zoom)(min. zoom)
30762374 664 903 117 6 1448 0
501270623 1107 1505 1959 2413 0
601524747 1328 1806 2351 2896 0
701778872 1550 2108 2743 3378 0
802032996 1771 2409 3135 3861 0
9022861121 1992 2710 3527 4343 0
10025401245 2214 3011 3918 4826 0
11027941370 2435 3312 4310 5309 0
12030481494 2657 3613 4702 5791 0
13033021619 2878 3914 5094 6274 0
14035561743 3099 4215 5486 6757 0
15038101868 3321 4516 5878 7239 0
20050802491 4428 6022 7837 9652 0
25063503113 5535 7527 9796 12065 0
30076203736 6641 9032 11755 14478 0
H (mm)B (mm)
Min. afstand
Gemiddeld
Max. afstand
Verschuiving
(mm)
Als u bijvoorbeeld een scherm van 120 inch gebruikt, is de aanbevolen projectieafstand 4702 mm.
Voor een projectieafstand van 4000 mm is 3918 mm de dichtstbijzijnde waarde in de kolom
"Projectieafstand (mm)". Als u in deze rij kijkt, ziet u dat u hiervoor een scherm van 100'' (ongeveer
2,5 m) nodig hebt.
• Voor een optimale beeldkwaliteit raden we aan dat u projecteert op een gebied dat niet grijs is.
• Alle maten zijn benaderingen en kunnen afwijken van de daadwerkelijke formaten.
BenQ beveelt aan, dat bij een permanente plaatsing van de projector de projectiegrootte en -afstand eerst ter
plaatse met de projector fysiek te testen, zodat u rekening kunt houden met de optische eigenschappen van deze
projector. Hierdoor kunt u de precieze bevestigingspositie bepalen die het beste past in uw specifieke locatie.
De projector bevestigen
Als u de projector wilt bevestigen, is het raadzaam een gepaste montageset voor BenQ-projectoren te
gebruiken voor een veilige en stevige montage.
Als u een montageset van een ander merk dan BenQ gebruikt, bestaat het gevaar dat de projector naar
beneden valt omdat het apparaat met de verkeerde schroeven is bevestigd.
Voordat u de projector bevestigt
• U kunt een projectormontageset voor BenQ-projectoren kopen bij de leverancier van uw
BenQ-projector.
• BenQ raadt u aan een aparte veiligheidskabel aan te schaffen die compatibel is met het
Kensington-slot. Maak deze kabel vast aan de sleuf voor het antidiefstalslot op de projector en aan de
houder. Wanneer de projector loskomt van de houder, blijft het apparaat toch veilig zitten.
• Vraag de leverancier om de projector voor u te monteren. Als u de projector zelf monteert, kan de
projector vallen en letsel opleveren.
• Neem de benodigde maatregelen om te voorkomen dat de projector naar beneden valt tijdens
bijvoorbeeld een aardbeving.
• De garantie dekt geen beschadiging van het product als gevolg van het monteren van de projector met
een projectormontageset die niet van BenQ is.
16 De projector positioneren
• Let op de omgevingstemperatuur van de plek waar de projector aan het plafond/wand wordt
Schroef voor plafond/wandmontage: M4
x 8 mm
Eenheid: mm
BenQ plafondmontage CMG3 (5J.JAM10.001)
Schroef voor plafondmontage: M4
(max. L = 25 mm; min. L = 20 mm)
Eenheid: mm
bevestigd. Als een verwarming wordt gebruikt, kan de temperatuur bij het plafond hoger zijn dan
verwacht.
• Lees de gebruikershandleiding van de montageset voor informatie over de kracht van het
draaimoment. Als u de montageset te stevig vastschroeft, kan dit de projector beschadigen waardoor
deze uiteindelijk naar beneden kan vallen.
• Zorg dat het stopcontact op een toegankelijke hoogte is, zodat u de projector makkelijk kunt
uitschakelen.
Plafond/wandmontage installatiediagram
304
151
576.50
412.3
17 De projector positioneren
De projectorpositie aanpassen
Voo rwa art se
tafelprojectie
Voorwaartse
plafondprojectie
Verticale verschuiving
Verticale verschuiving
Ver ti cale
verschuiving
Hoogte van
geprojecteerd
beeld
Max. 0,6 V
Max. 0,6 V
Max. 0,6 V
Max. 0,6 V
1V
1V
Effectieve projectiepositionering
Max.
0,23 H
Max.
0,23 H
Hoogte van
geprojecteerd
beeld
Breedte van geprojecteerd beeld
1 H
Naar links
verschuiven
Naar rechts
verschuiven
V: Hoogte van geprojecteerd beeld
H: Breedte van geprojecteerd beeld
(LU930/LU930D/LH930/LH930D)
De projectielens verschuiven
De lensverschuiving zorgt voor flexibiliteit bij de montage van de projector. Hiermee kan de projector
afwijkend gepositioneerd worden ten opzichte van de middenas.
De lensverschuiving wordt uitgedrukt als een percentage van de geprojecteerde beeldhoogte of
-breedte. U kunt de knoppen op de projector gebruiken om de projectielens in een richting binnen het
toegestane bereik te verschuiven, afhankelijk van de gewenste beeldpositie.
De hoogste of laagste projectiepositie bereiken:
1. Draai (omhoog/omlaag).
2. Als u merkt dat u de limiet bereikt, draait u
u opnieuw aan .
3. Herhaal bovenstaande stappen todat u de gewenste positie bereikt.
(links/rechts) naar links of rechts en draait
• Als u tijdens het aanpassen een "klikgeluid hoort", betekent dit dat u de knop te ver hebt gedraaid. Stop met
aanpassen om beschadiging te voorkomen. Draai vervolgens de knop in de andere richting, ten minste één stap
voor de klik.
• Als u niet terug kunt draaien, drukt en draait u tegelijkertijd aan de knop.
Wanneer de projector niet op een horizontaal
oppervlak wordt geplaatst of het scherm en de
projector niet loodrecht op elkaar staan, wordt het
geprojecteerde beeld trapeziumvormig
weergegeven. U kunt aan het verstelvoetje draaien
om de horizontale hoek nauwkeuriger in te stellen.
Trek de voet terug door het verstelvoetje in de
andere richting te draaien.
Kijk niet in de lens wanneer de lichtbron brandt. Het felle licht kan schade toebrengen aan uw ogen.
Het beeldformaat en de helderheid fijn afstellen
Wijzig de grootte van het geprojecteerde beeld
met behulp van de zoomring.
Stel het beeld scherp door aan de focusring te
draaien.
Keystone verwijst naar de situatie waarin het geprojecteerde beeld een trapezoïde vorm aanneemt als
onder een hoek wordt geprojecteerd.
U corrigeert de trapeziumvormige vervorming door de functie Auto verticale keystone in het
menu Geavanceerd - menu Weergave te activeren. Of u corrigeert dit met de volgende stappen.
1. Open de keystonecorrectiepagina met een van de volgende
stappen.
• Druk op / op de projector of op de afstandsbediening.
• Druk op QUICK INSTALL op de afstandsbediening. Druk
• Ga neer het menu Geavanceerd - Weergave >
op om 2D-keystone te selecteren en druk op OK.
2D-keystone en druk op OK.
19 De projector positioneren
2. De correctiepagina voor 2D-keystone wordt geopend. Druk op om de keystone bovenin het
Hoek passend
Druk om hoekwaarde te resetten
Afsluiten
beeld te corrigeren. Druk op om de keystone onderin het beeld te corrigeren. Druk op om
de keystone rechts in het beeld te corrigeren. Druk op om de keystone links in het beeld te
corrigeren.
3. Als de correctiepagina 2D-keystone verschijnt, kunt u de volgende instellingen veranderen:
• Druk op AUTO om de keystonewaarden te resetten.
• Druk op / om de automatische verticale keystonefunctie uit te schakelen.
Passend in hoek aanpassen
Deze functie is niet beschikbaar als geen ingangssignaal beschikbaar is. Als u deze functie wilt gebruiken zonder
ingangssignaal, activeert u eerst Testpatroon.
Pas handmatig de vier hoeken van het beeld aan door de horizontale en verticale waarden in te stellen.
1. Open de pagina om de hoeken aan te passen met een van de volgende stappen.
• Druk op QUICK INSTALL op de afstandsbediening. Druk op om Hoek passend te
selecteren en druk op OK.
• Ga neer het menu Geavanceerd - Weergave > Hoek passend en druk op OK.
2. Druk op /// om een hoek te selecteren en druk op OK.
3. Druk op / om de verticale waarden aan te passen.
4. Druk op / om de horizontale waarden aan te passen.
20 De projector positioneren
Aansluitingen
Laptop of
desktopcomputer
Hdmi-kabel
Component
Videokabel
Videokabel
Audio-l/r-kabel
VGA-kabel
RS-232-kabel
RJ-45-kabel
Audiokabel
12 V-triggerkabel
1
2
345
6
7
8
9
Luidsprekers
Beeldscherm
AV-apparaat
Volg deze instructies om apparatuur op de projector aan te sluiten:
1. Schakel alle apparatuur uit voordat deze aansluit.
2. Gebruik de juiste signaalkabels voor elke bron.
3. Zorg dat de kabels goed zijn geplaatst.
1123 4
557
68
8
9
• Niet alle kabels die in de onderstaande verbindingen zijn weergegeven, worden bij de projector geleverd (zie
Inhoud van de verpakking op pagina 6). Deze kabels zijn verkrijgbaar bij elektronicawinkels.
• Onderstaande afbeeldingen met verbindingen dienen slechts ter illustratie. De aansluitingen op de achterzijde van
de projector verschillen per projectormodel.
• Bij notebooks worden de externe videopoorten vaak niet ingeschakeld wanneer een projector is aangesloten. Met
de toetsencombinatie FN + functietoets kunt u de externe weergave doorgaans in- of uitschakelen. Druk
tegelijkertijd op FN en een van deze toetsen. Raadpleeg de handleiding van het notebook voor meer informatie
over mogelijke toetsencombinaties.
• Als het geselecteerde videobeeld niet wordt weergegeven nadat u de projector hebt ingeschakeld en de juiste
videobron hebt geselecteerd, controleert u of het videoapparaat is ingeschakeld en goed werkt. Controleer ook of
de signaalkabels op de juiste manier zijn aangesloten.
21 Aansluitingen
U dient de projector slechts op een van de volgende videouitgangen aan te sluiten. Elke uitgang levert
een andere videokwaliteit.
AansluitingBeeldkwaliteit
HDMI 1
Component Video
Video
Best
Beter
Normaal
Audioapparaten aansluiten
De projector heeft ingebouwde mono-luidspreker(s) met enkele basisfuncties voor het geluid bij
zakelijke presentaties. Deze zijn niet ontworpen, noch bedoel voor het leveren van stereogeluid zoals
dit verwacht kan worden in home-theater- of home-cinematoepassingen. Eventuele
stereo-geluidssignalen worden omgezet naar monogeluid voor de luidsprekers van de projector.
De geïntegreerde luidsprekers worden gedempt als de AUDIO OUT-aansluiting is aangesloten.
• De projector kan alleen gemengd monogeluid afspelen, zelfs als u een stereo-invoerbron hebt aangesloten.
• Als het geselecteerde videobeeld niet wordt weergegeven nadat u de projector hebt ingeschakeld en de juiste
videobron hebt geselecteerd, controleert u of het videoapparaat is ingeschakeld en goed werkt. Controleer ook
of de signaalkabels op de juiste manier zijn aangesloten.
22 Aansluitingen
Bediening
De projector opstarten
1. Sluit het netsnoer aan. Schakel het stopcontact in (indien
nodig). De Powerindicator op de projector brandt oranje
zodra de stroom is ingeschakeld.
2. Druk op op de projector of op op de
afstandsbediening om de projector te starten. De
powerindicator knippert groen en blijft groen als de
projector is ingeschakeld.
Het opstarten duurt ongeveer 30 seconden. In de latere
fase van het opstarten wordt het opstartlogo
weergegeven.
Draai zo nodig aan de focusring om de helderheid van het beeld aan te passen.
3. Als de projector voor het eerst wordt geactiveerd, kies
dan uw OSD-taal door de instructies op het scherm te
volgen.
4. Als u om een wachtwoord wordt gevraagd, drukt u op de
pijltoetsen om een wachtwoord van 6 cijfers in te
voeren. Zie De wachtwoordbeveiliging gebruiken op
pagina 25.
5. Schakel alle aangesloten apparatuur in.
6. De projector zoekt naar ingangssignalen. Het huidige
ingangssignaal dat gescand wordt verschijnt. Als de projector geen goed signaal waarneemt, blijft
het bericht "Geen signaal" op het scherm staan totdat er een ingangssignaal wordt gevonden.
U kunt ook op SOURCE drukken om het gewenste ingangssignaal te selecteren. Zie Schakelen
tussen ingangssignalen op pagina 27.
• Gebruik de originele accessoires (zoals het netsnoer) om mogelijk gevaar, zoals een elektrische schok of brand,
te voorkomen.
• Als de projector nog warm is van de vorige sessie, gaat de ventilator ongeveer 90 seconden draaien voordat de
lichtbron wordt ingeschakeld.
• De Setupwizard-afbeeldingen dienen slechts ter referentie en kunnen afwijken van het daadwerkelijke ontwerp.
• Als de frequentie/resolutie van het ingangssignaal buiten het bereik van de projector valt, wordt het bericht
"Buiten bereik"weergegeven op een leeg scherm. Selecteer een ingangssignaal dat compatibel is met de resolutie
van de projector of stel het ingangssignaal op een lager niveau in. Zie Timingdiagram op pagina 55.
• Als gedurende 3 minuten geen signaal wordt gedetecteerd, wordt automatisch de spaarmodus geactiveerd.
23 Bediening
De menu's gebruiken
Beeld
Beeldmodus
Helderheid
Contrast
Kleur
Tint
Scherpte
Uit
Referentiemodus
1
7
6
Brilliant Color
Geavanceerde kleurinstellingen
Weergave
Netwerk
Instellingen
Informatie
InvoerenAfsluiten
Ter ug
Presentatie
Presentatie
Beeld resetten
Systeem
2
3
4
5
LumiExpert
1526374
De projector beschikt over 2 soorten schermmenu's (OSD) waarin u de instellingen kunt aanpassen.
• OSD-menu Basis: biedt de belangrijkste menufuncties. (Zie Menu Basis op pagina 37)
• OSD-menu Geavanceerd: biedt de alle menufuncties. (Zie Menu Geavanceerd op pagina 39)
U opent het OSD-menu door op MENU op de projector of afstandsbediening te drukken.
• Navigeer door de menu-items met de pijltoetsen ( / // ) op de projector of afstandsbediening.
• Gebruik OK op de projector of afstandsbediening om het geselecteerde menu-item te bevestigen.
De eerste keer dat u de projector gebruikt (na het voltooien van de eerste instellingen), verschijnt het
OSD-menu Geavanceerd.
Onderstaande OSD-afbeeldingen dienen slechts ter referentie en kunnen afwijken van de daadwerkelijke OSD.
Hieronder ziet u een overzicht van het OSD-menu Geavanceerd.
Hoofdmenu en
hoofdmenupictogram
Druk op BACK
om terug te keren
naar de vorige
pagina.
Druk op MENU
om terug naar de
Submenu
vorige pagina te
gaan of af te
sluiten.
Huidig
ingangssig-
Status
naal
Druk op
OK om het
menu te
openen.
Als u van het OSD-menu Geavanceerd naar het OSD-menu Basis wilt schakelen, volgt u
onderstaande instructies:
1. Ga neer het menu Geavanceerd - Systeem > Menu-instellingen en druk op OK.
2. Kies Menutype en OK.
3. Druk op / om Basis te selecteren. De volgende keer dat u de projector inschakelt, kunt u het
OSD-menu Basis openen door op MENU te drukken.
24 Bediening
Hieronder ziet u een overzicht van het OSD-menu Basis.
Menu Basis
Draadloos lan
Helderheid
Beeldverhouding
2
1
2
6
Lichtmodus
Beeldmodus
Volume
Informatie
Menutype
Auto
Presentatie
Dimmen
Invoeren
Afsluiten
5
3
4
1
4
253
6
Voer nieuw wachtwoord in
Ter ug
Menutype
Druk op OK om het
menu te openen.
HoofdmenuStatus
Druk op MENU om
Huidig
ingangssignaal
terug naar de vorige
pagina te gaan of af
te sluiten.
Op dezelfde manier schakelt u van het OSD-menu Basis naar het OSD-menu Geavanceerd. Volg de
onderstaande instructies:
1. Ga naar Menu Basis > Menutype.
2. Druk op OK en druk op / om Geavanceerd te selecteren. De volgende keer dat u de
projector inschakelt, kunt u het OSD-menu Geavanceerd openen door op MENU te drukken.
De projector beveiligen
Een veiligheidskabelslot gebruiken
De projector moet op een veilige plek worden geïnstalleerd om diefstal te voorkomen. Of schaf een
slot aan, bijvoorbeeld een Kensington-slot, om de projector te beveiligen. U ziet aan de achterkant van
de projector een sleuf voor een antidiefstalslot. Zie item 23 op pagina 8.
Een Kensington veiligheidskabelslot is meestal een combinatie van sleutel(s) en slot. Zie de
documentatie van het slot voor meer informatie over het gebruik.
De wachtwoordbeveiliging gebruiken
Een wachtwoord instellen
1. Ga naar het menu Geavanceerd - Instellingen > Beveiligingsinstellingen. Druk op OK. De
pagina Beveiligingsinstellingen wordt weergegeven.
2. Selecteer Wachtwoord wijzigen en druk op OK.
3. De vier pijltoetsen ( , , , ) vertegenwoordigen de
4 cijfers (1, 2, 3, 4). Druk, afhankelijk van het gewenste
wachtwoord, op de pijltoetsen op afstandsbediening om
de zes cijfers van het wachtwoord in te voeren.
4. Bevestig het nieuwe wachtwoord door het nieuwe
wachtwoord opnieuw in te voeren.
Als het wachtwoord is ingesteld, keert het OSD-menu
terug naar de pagina Beveiligingsinstellingen.
5. Activeer de functie Inschakelblokkering door op /
te drukken om Inschakelblokkering te markeren en druk op OK. Druk op / om Aan te
selecteren. Voer het wachtwoord nogmaals in.
25 Bediening
• De ingevoerde cijfers worden als sterretjes op het scherm weergegeven. Schrijf het door u gekozen wachtwoord
Wachtwoordfout
Probeer het opnieuw.
Noteer de terugroepcode en neem contact op met
de BenQ-klantenservice.
Terugroepcode:
Wachtwoord herstellen
Ter ug
van te voren of net nadat u het wachtwoord hebt ingevoerd op, zodat u het altijd kunt opzoeken, mocht u het
vergeten.
• Als u een wachtwoord hebt ingesteld en de inschakelblokkering is geactiveerd, kunt u de projector alleen
gebruiken als het wachtwoord wordt ingevoerd. Telkens wanneer u de projector start, moet u het wachtwoord
opgeven.
Als u het wachtwoord bent vergeten
Als u een onjuist wachtwoord invoert, verschijnt een
foutmelding voor het wachtwoord en verschijnt vervolgens
de melding Voer huidig wachtwoord in. Als u het
wachtwoord echt niet meer weet, gebruikt u de
wachtwoordherstelprocedure. Zie De procedure voor het
herstellen van het wachtwoord starten op pagina 26.
Wanneer u 5 keer achter elkaar het verkeerde wachtwoord
invoert, wordt de projector na korte tijd automatisch uitgeschakeld.
De procedure voor het herstellen van het wachtwoord starten
1. Houd AUTO 3 seconden ingedrukt. De projector laat op
het scherm een code zien.
2. Schrijf het nummer op en schakel de projector uit.
3. Neem contact op met de klantenservice van BenQ in uw
land om het nummer te decoderen. Mogelijk wordt u
gevraagd om een bewijs van aankoop te overleggen om
te controleren of u bevoegd bent de projector te
gebruiken.
Het wachtwoord wijzigen
1. Ga naar het menu Geavanceerd - Instellingen > Beveiligingsinstellingen > Wachtwoord wijzigen.
2. Druk op OK. Het bericht "Voer huidig wachtwoord in" verschijnt.
3. Voer het oude wachtwoord in.
• Als het wachtwoord juist is, verschijnt het bericht "Voer nieuw wachtwoord in".
• Als het wachtwoord niet juist is, verschijnt een foutmelding voor het wachtwoord op het scherm.
Daarna verschijnt het bericht "Voer huidig wachtwoord in" en kunt u het opnieuw proberen.
U kunt op BACK drukken om de wijziging te annuleren of om een ander wachtwoord te
proberen.
4. Voer een nieuw wachtwoord in.
5. Bevestig het nieuwe wachtwoord door het nieuwe wachtwoord opnieuw in te voeren.
De wachtwoordfunctie uitschakelen
Schakel de wachtwoordbeveiliging uit door naar het menu Geavanceerd - Instellingen >
Beveiligingsinstellingen > Inschakelblokkering te gaan en druk op OK. Druk op / om Uit te
selecteren. Het bericht "Voer huidig wachtwoord in" verschijnt. Voer het huidige wachtwoord in.
• Als het juiste wachtwoord is ingevoerd, keert het OSD-menu terug naar de pagina
Beveiligingsinstellingen. U hoeft de volgende keer dat u de projector inschakelt geen
wachtwoord meer in te voeren.
• Als het wachtwoord niet juist is, verschijnt een foutmelding voor het wachtwoord op het scherm.
Daarna verschijnt het bericht "Voer huidig wachtwoord in" en kunt u het opnieuw proberen.
26 Bediening
U kunt op BACK drukken om de wijziging te annuleren of om een ander wachtwoord te
Bron
proberen.
Hoewel de wachtwoordfunctie is uitgeschakeld, dient u het oude wachtwoord bij de hand te houden voor het geval
dat u de wachtwoordfunctie ooit weer moet inschakelen door het oude wachtwoord in te voeren.
Schakelen tussen ingangssignalen
De projector kan tegelijkertijd op verschillende apparaten worden
aangesloten. De beelden van deze apparaten kunnen echter niet
tegelijkertijd op volledig scherm worden weergegeven. Tijdens het
opstarten zoekt de projector automatisch beschikbare signalen.
Zorg dat het menu Geavanceerd - Instellingen > Ingang automatisch zoeken is ingesteld op Aan als u wilt dat de
projector automatisch signalen zoekt.
De ingang selecteren:
1. Druk op SOURCE. Een ingangselectiebalk verschijnt dan.
2. Druk op / totdat het gewenste signaal is geselecteerd en druk op OK.
Zodra het signaal is gevonden, wordt de informatie over de geselecteerde ingang een aantal
seconden in de hoek van het scherm weergegeven. Als er meerdere apparaten op de projector zijn
aangesloten, herhaal dan stappen 1-2 om een ander signaal te zoeken.
• De helderheid van het geprojecteerde beeld verandert tijdens het schakelen tussen de verschillende
ingangssignalen.
• Voor de beste beeldresultaten, kiest u een ingangssignaal dat ook gebruik maakt van de eigenresolutie van de
projector. Andere resoluties worden door de projector aangepast, afhankelijk van de instelling "beeldverhouding",
waardoor enige beeldvervorming of verlies van beeldkwaliteit kan optreden. Zie Beeldverhouding op pagina 37.
De projector besturen in een kabel-lanomgeving
Kabel-lan zorgt ervoor dat u de projector vanaf een computer kunt besturen via een webbrowser, als de
computer en de projector beide correct op hetzelfde lokale netwerk zijn aangesloten.
Het kabel-lan configureren
Als u in een dhcp-omgeving bent:
1. Pak een RJ45-kabel en sluit deze aan op de RJ45-lan-ingang van de projector en op de RJ45-poort.
Als u de RJ45-kabel gebruikt, zorgt u ervoor dat de kabels niet verstrikt raken aangezien dit kan resulteren in storing
of onderbreking van het signaal.
2. Zorg dat het menu type Geavanceerd is. Zie De menu's gebruiken op pagina 24 voor informatie
over het OSD-menu Geavanceerd.
3. Ga naar Geavanceerd - Netwerk.
4. Selecteer Kabel-lan en druk op OK. De pagina Kabel-lan wordt geopend.
5. Druk op / om DHCP te markeren en druk op / om Aan te selecteren.
6. Druk op / om Toepassen te selecteren en druk op OK.
7. Ga terug naar de pagina Netwerk.
8. Druk op / om AMX-apparaat detecteren te markeren en druk op / om Aan of Uit te
selecteren. Als AMX-apparaat detecteren op Aan staat, kan de projector door de
AMX-controller worden gedetecteerd.
27 Bediening
9. Wacht ongeveer 15 - 20 seconden en open de pagina Kabel-lan opnieuw.
i
ii
10. De instellingen voor IP-adres, Subnetmasker, Standaardgateway en Dns-server worden
weergegeven. Schrijf het ip-adres op dat in de rij IP-adres te zien is.
Als het IP-adres niet te zien is, vraag dit dan aan uw systeembeheerder.
Als u niet in een dhcp-omgeving bent:
1. Herhaal bovenstaande stappen 1-4.
2. Druk op / om DHCP te markeren en druk op / om Uit te selecteren.
3. Vraag uw systeembeheerder naar informatie over de instellingen IP-adres, Subnetmasker, Standaardgateway en Dns-server.
4. Druk op / om het item te kiezen dat u wilt wijzigen en druk op OK.
5. Druk op / om de cursor te verplaatsen en druk vervolgens op / om de waarde in te
voeren.
6. Druk op OK om de instelling op te slaan. Als u de instelling niet wilt opslaan, drukt u op BACK.
7. Druk op BACK om terug te keren naar de pagina Kabel-lan, druk op / om AMX-apparaat detecteren te selecteren en druk op / om Aan of Uit te selecteren.
8. Druk op BACK om het menu af te sluiten.
De projector op afstand bedienen via een webbrowser
Zodra u het juiste ip-adres van de projector hebt en de projector op stand-by staat, kunt u de projector
vanaf elke computer in hetzelfde lokale netwerk bedienen.
1. Voer in de adresbalk van de browser het adres in van de projector en druk op Go (Gaan).
2. De pagina voor externe netwerkbesturing wordt geopend. Op deze pagina kunt u de projector
besturen alsof u de afstandsbediening of paneeltoetsen van de projector gebruikt.
28 Bediening
• Menu (MENU)• Auto PC (AUTO)Zie Projector en afstandsbediening op pagina 9
i
ii
iv
iii
ii
v
• OK• Input (Ingang)
voor details.
(SOURCE)
• ()• ()
• •
• Blank (Leeg) (ECO BLANK)
Schakel naar een ander ingangsignaal door op het gewenste signaal te klikken.
De lijst met ingangen is afhankelijk van de aansluitingen van de projector. ''Video'' staat voor het Videosignaal.
Op de pagina Tools (Hulpmiddelen) kunt u de projector beheren, de Netwerk-instellingen instellen
en toegang via extern netwerkbeheer op deze projector beveiligen.
i. U kunt de projector een naam geven, bijhouden op welke plek hij staat en wie de projector
beheert.
ii. U kunt de Netwerk-instellingen aanpassen.
iii. Eenmaal ingesteld, is de toegang tot de projector via extern netwerkgebruik beveiligd met een
wachtwoord.
iv. Eenmaal ingesteld, is toegang tot de pagina Tools (Hulpmiddelen) beveiligd met een wachtwoord.
Zodra aanpassingen zijn aangebracht, drukt u op de knop Send (Verzenden) en de gegevens worden opgeslagen op de
projector.
v. Druk op Exit (Afsluiten) om terug te gaan naar de pagina extern netwerkgebruik.
Let op de lengtelimieten (inclusief spaties en leestekens) in onderstaande lijst:
Caterogie-itemInvoerlengteMaximum aantal tekens
IP Address (IP-adres)15
Crestron Control
IP ID (IP-id)4
Port (Poort)5
Projector
Projector Name
(Projectornaam)
Location (Locatie)22
22
Assigned To (Toegekend aan)22
29 Bediening
DHCP (Enabled) (DHCP
Druk op Exit (Afsluiten) om terug te
gaan naar de pagina voor extern
netwerkgebruik.
(ingeschakeld))
IP Address (IP-adres)15
Network Configuration
(Netwerkconfiguratie)
Subnet Mask (Subnetmasker)15
Default Gateway
(Standaardgateway)
DNS Server (Dns-server)15
Enabled (Ingeschakeld)(niet beschikbaar)
User Password
(Gebruikerswachtwoord)
New Password (Nieuw
wachtwoord)
Confirm (Bevestigen)15
Enabled (Ingeschakeld)(niet beschikbaar)
Admin Password
(Beheerderswachtwoord)
New Password (Nieuw
wachtwoord)
Confirm (Bevestigen)15
Op de pagina Info staat de informatie en status van deze projector.
(niet beschikbaar)
15
15
15
Ga naar http://www.crestron.com en www.crestron.com/getroomview voor meer informatie.
De projector uitschakelen
1. Druk op op de projector of op op de
afstandsbediening en er verschijnt een melding die om
een bevestiging vraagt. Wanneer u niet binnen enkele
seconden reageert, verdwijnt het bericht.
2. Druk nogmaals op of . De powerindicator
knippert oranje en de lichtbron wordt uitgeschakeld. De
ventilatoren blijven nog ongeveer 90 seconden draaien
zodat de projector kan afkoelen.
3. Zodra het afkoelen klaar is, brandt de powerindicator
oranje en stoppen de ventilatoren. Trek de stekker van het netsnoer uit het stopcontact.
• Ter bescherming van de lichtbron reageert de projector niet op opdrachten tijdens het afkoelen.
• Probeer de projector niet onmiddellijk weer in te schakelen als deze net is uitgeschakeld, aangezien grote hitte
nadelig is voor de levensduur van de lichtbron.
• De daadwerkelijk levensduur van de lichtbron is afhankelijk van de omgevingsomstandigheden en het gebruik.
30 Bediening
Direct uitschakelen
De stroomkabel kan direct nadat de projector is uitgeschakeld, worden losgekoppeld. Bescherm de
lichtbron door ongeveer 10 minuten te wachten voordat u de projector weer inschakelt. Als u de
projector weer probeert in te schakelen, kunnen de ventilatoren enkele minuten blijven draaien om de
projector af te koelen. Mocht dit gebeuren, druk dan nogmaals op of op om de projector te
starten nadat de ventilatoren zijn gestopt en oranje brandt.
31 Bediening
Menubewerkingen
De schermmenu (OSD)'s verschillen afhankelijk van het geselecteerde signaaltype en het
projectormodel.
De menu-items zijn beschikbaar wanneer de projector minstens één goed signaal detecteert. Wanneer
geen apparatuur op de projector is aangesloten of geen signaal wordt waargenomen, zijn beperkte
menuopties beschikbaar.
Native resolutie
Gedetecteerde resolutie
Bron
Beeldmodus
Lichtmodus
3D-formaat
Kleursysteem
Gebruikstijd van lichtbron
Firmware-versie
Servicecode
Menu Basis
15:9-beeld
(LX710/LX710D/
LX730/LX730D)
(LU710/LU710D/
LU930/LU930D)
(LH710/LH710D/
LH930/LH930D)
4:3-beeld
16:9-beeld
4:3-beeld
16:9-beeld
16:10-beeld
Helderheid
Beeldverhouding
Hoe hoger de waarde, hoe helderder de afbeelding. Stel deze knop zo in dat de
zwarte gedeelten van het beeld echt zwart worden weergegeven en er nog details
zichtbaar zijn in de donkere gedeelten.
Er zijn diverse opties voor het instellen van de beeldverhouding, afhankelijk van het
apparaat waarvan het signaal afkomstig is.
• Auto: De verhouding van het
beeld wordt aangepast aan de
eigen resolutie van de projector in
de horizontale of verticale
breedte.
• Reëel: Projecteert een beeld in de
oorspronkelijke resolutie en de
grootte wordt aangepast binnen
het weergavegebied. Voor
ingangssignalen met een lagere
resolutie wordt het
geprojecteerde beeld op de
originele grootte weergegeven.
• 4:3: Past het beeld zodanig aan dat
het in het midden van het scherm
wordt weergegeven in een
beeldverhouding van 4:3.
• 16:9: Past het beeld zodanig aan
dat het in het midden van het
scherm wordt weergegeven in een
beeldverhouding van 16:9.
• 16:10: Past het beeld zodanig aan
dat het in het midden van het
scherm wordt weergegeven in een
beeldverhouding van 16:10.
37 Menubewerkingen
Beeldmodus
De projector beschikt over verschillende beeldmodi waaruit u de modus kunt
kiezen die het beste past bij uw gebruiksomgeving en het beeldtype van het
ingangssignaal.
• Helder: maximaliseert de helderheid van het geprojecteerde beeld. Deze optie is
geschikt voor omgevingen waar een uiterst hoge helderheid is vereist, bijv. in een
goed verlichte kamer.
• Presentatie: is ontworpen voor presentaties. De helderheid primeert in deze
modus opdat de kleuren overeenkomen met die van de pc of notebook.
• Infographic: is perfect voor presentaties met een combinatie van tekst en
afbeeldingen omwille van zijn hoge kleurhelderheid en een betere kleurgradatie
om details duidelijker te zien.
• Video: is geschikt voor video's in een omgeving met omgevingslicht. Dynamische
kleurdetails worden behouden dankzij de verbeteringstechnologie van BenQ.
• sRGB: in deze modus worden de RGB-kleuren zo zuiver mogelijk weergegeven,
waardoor de beelden levensecht worden, ongeacht de helderheidinstellingen. De
modus is geschikt voor het bekijken van foto's die zijn gemaakt met een
sRGB-compatibele en correct gekalibreerde camera, en voor het bekijken van
grafische toepassingen en tekenprogramma's zoals AutoCAD.
• 3D: is geschikt voor 3D-beelden en 3D-videofragmenten.
• Gebruiker 1/Gebruiker 2: Roept de aangepaste instellingen op, gebaseerd op
de momenteel beschikbare beeldmodi. Zie Referentiemodus op pagina 39.
VolumePast het geluidsniveau aan.
LichtmodusZie Instellen van de Lichtmodus op pagina 50.
• Native resolutie: toont de eigenresolutie van de projector.
• Gedetecteerde resolutie: geeft de eigenresolutie van het ingangssignaal weer.
• Bron: geeft de huidige signaalbron weer.
• Beeldmodus: geeft de geselecteerde modus in het menu Beeld weer.
• Lichtmodus: geeft de geselecteerde modus in het menu Lichtinstellingen
weer.
Informatie
• 3D-formaat: geeft de huidige 3D-modus aan.
• Kleursysteem: geeft de indeling van het ingangsysteem aan.
• Gebruikstijd van lichtbron: geeft het aantal uur weer dat de lichtbron is
gebruikt.
• Firmware-versie: toont de firmware-versie van de projector.
• Servicecode: toont het serienummer van de projector.
Menutype
38 Menubewerkingen
Schakelt naar het OSD-menu Geavanceerd. Zie De menu's gebruiken op pagina
24.
Menu Geavanceerd
Beeld
De projector beschikt over verschillende beeldmodi waaruit u de modus kunt
kiezen die het beste past bij uw gebruiksomgeving en het beeldtype van het
ingangssignaal.
• Helder: maximaliseert de helderheid van het geprojecteerde beeld. Deze optie is
geschikt voor omgevingen waar een uiterst hoge helderheid is vereist, bijv. in een
goed verlichte kamer.
• Presentatie: is ontworpen voor presentaties. De helderheid primeert in deze
modus opdat de kleuren overeenkomen met die van de pc of notebook.
• Infographic: is perfect voor presentaties met een combinatie van tekst en
afbeeldingen omwille van zijn hoge kleurhelderheid en een betere kleurgradatie
Beeldmodus
om details duidelijker te zien.
• Video: is geschikt voor video's in een omgeving met omgevingslicht. Dynamische
kleurdetails worden behouden dankzij de verbeteringstechnologie van BenQ.
• sRGB: in deze modus worden de RGB-kleuren zo zuiver mogelijk weergegeven,
waardoor de beelden levensecht worden, ongeacht de helderheidinstellingen. De
modus is geschikt voor het bekijken van foto's die zijn gemaakt met een
sRGB-compatibele en correct gekalibreerde camera, en voor het bekijken van
grafische toepassingen en tekenprogramma's zoals AutoCAD.
Referentiemodus
Helderheid
Contrast
• 3D: is geschikt voor 3D-beelden en 3D-videofragmenten.
• Gebruiker 1/Gebruiker 2: Roept de aangepaste instellingen op, gebaseerd op
de momenteel beschikbare beeldmodi. Zie Referentiemodus op pagina 39.
Er zijn twee door de gebruiker te definiëren modi als de momenteel beschikbare
beeldkwaliteitstanden niet aan uw wensen voldoen. U kunt een van de beeldmodi
als beginpunt gebruiken (behalve Gebruiker 1/Gebruiker 2) en de instellingen
aanpassen.
1. Ga naar Beeld > Beeldmodus.
2. Druk op / om Gebruiker 1 of Gebruiker 2 te selecteren.
3. Druk op om Referentiemodus te markeren en druk op / om een
beeldmodus te kiezen die uw eisen het dichtst benadert.
4. Druk op om een submenu-item te selecteren dat kan worden veranderd en
pas de waarde aan. De aanpassingen worden opgenomen in de geselecteerde
gebruikersmodus.
Hoe hoger de waarde, hoe helderder de afbeelding. Stel deze knop zo in dat de
zwarte gedeelten van het beeld echt zwart worden weergegeven en er nog details
zichtbaar zijn in de donkere gedeelten.
Hoe hoger de waarde, hoe groter het contrast. Gebruik deze optie om het
maximale witniveau in te stellen nadat u eerder de Helderheid hebt ingesteld die
past bij de geselecteerde ingang en de omgeving.
Kleur
Lagere instelling levert minder verzadigde kleuren op. Als de instelling te hoog staat,
worden de kleuren op het beeld te fel, waardoor het beeld onrealistisch wordt.
39 Menubewerkingen
Tint
ROOD
BLAUW
GROEN
Geel
Cyaan
Magenta
Hoe hoger de waarde, hoe groener het beeld. Hoe lager de waarde, hoe roder het
beeld.
ScherpteHoe hoger de waarde, hoe scherper het beeld.
Deze functie maakt gebruik van een nieuw kleurverwerkingsalgoritme en
systeemniveauverbeteringen voor een hogere helderheid terwijl de kleuren
getrouwer en pakkender in beeld komen. Het verhoogt de helderheid van de
Brilliant Color
middentonen met meer dan 50%. Middentonen komen veel voor in video's en
natuurlijke scènes, zodat de projector de beelden realistisch en natuurgetrouw
weergeeft. Als u beelden van deze kwaliteit wilt, kies dan Aan.
Als Uit is geselecteerd, is de functie Kleurtemperatuur niet beschikbaar.
Kleurtemperatuur
Er zijn diverse voorinstellingen voor kleurtemperatuur beschikbaar. De beschikbare
instellingen variëren op basis van het geselecteerde signaaltype.
• Normaal: de witte kleur behoudt de normale schakering.
• Koel: maakt het beeld blauwachtig wit.
• Warm: maakt het beeld roodachtig wit.
Kleurtemperatuur afstemmen
U kunt ook een voorkeurskleurtemperatuur instellen door de volgende opties aan
te passen.
Geavanceerde kleurinstellingen
• R-versterking/G-versterking/B-versterking: past de contrastniveaus van
Rood, Groen en Blauw aan.
• R-verschuiving/G-verschuiving/B-verschuiving: past de
helderheidniveaus van Rood, Groen en Blauw aan.
Kleurbeheer
Deze functie heeft zes kleurreeksen (RGBCMY) die kunnen worden aangepast. Als
u elke kleur selecteert, kunt u onafhankelijk het bereik en verzadiging naar wens
aanpassen.
• Primaire kleur: selecteert een kleur uit R (Rood), G (Groen), B (Blauw), C
(Cyaan), M (Magenta) of Y (Geel).
• Schakering: Tint wordt gebruikt om de
kleurbalans aan te passen. Een verhoging van de
waarde omvat de kleuren die bestaan uit meer
kenmerken van links naastliggende kleuren.
Verlaag de waarde om het effect rechtsom uit te
voeren. Zie de afbeelding om te zien hoe de
kleuren samenhangen.
Als u bijvoorbeeld Rood kiest en de waarde
instelt op 0, wordt alleen puur rood in het
geprojecteerde beeld geselecteerd. Als u de
waarde verhoogt, wordt rood in de buurt van geel opgenomen. Als u de
waarde verlaagt, wordt rood in de buurt van magenta opgenomen.
40 Menubewerkingen
Geavanceerde kleurinstellingen
• Verza digi ng: past de waarden naar wens aan. Elke aangebrachte aanpassing is
direct terug te vinden in het beeld. Als u bijvoorbeeld Rood kiest en het bereik
instelt op 0, wordt alleen de verzadiging van puur rood beïnvloed.
Verzadiging is de hoeveelheid van die kleur in een videobeeld. Lagere instellingen produceren
minder verzadigde kleuren; een instelling van "0" verwijdert de betreffende kleur volledig uit het
beeld. Als de verzadiging te hoog is, wordt de betreffende kleur te sterk en onrealistisch.
• Versterking: past de waarden naar wens aan. Het contrastniveau van de
gekozen primaire kleur wordt beïnvloed. Elke aangebrachte aanpassing is
direct terug te vinden in het beeld.
Wandkleur
Corrigeert de kleur van het geprojecteerde beeld als het projectieoppervlak,
bijvoorbeeld een geverfde muur, niet wit is. De functie Wandkleur kan dan de kleur
van het geprojecteerde beeld corrigeren zodat eventueel kleurverschil tussen het
oorspronkelijke en het geprojecteerde beeld zoveel mogelijk wordt beperkt. U kunt
uit diverse vooraf ingestelde kleuren kiezen: Lichtgeel, Roze, Lichtgroen, Blauw en Schoolbord.
• LumiExpert: als deze functie is ingeschakeld, detecteert de projector actief het
omgevingslicht en past automatisch de gebalanceerde visuele helderheid toe voor
een optimale weergave.
LumiExpert
Beeld
resetten
Deze functie is niet beschikbaar als de Beeldmodus is ingesteld op Helder of 3D.
• LumiExpert-niveau: past de gammaverschuiving aan.
• Handmatige kalibratie: u kunt de kalibratie zelf uitvoeren op basis van de
helderheid van de omgeving.
• Status van handmatige kalibratie: toont de status van de handmatige
kalibratie.
• Kalibreren: activeer dit item om de kalibratie te starten.
• Handm. kalibratie resetten: herstelt de fabriekswaarden van de
gammaverschuiving.
Herstelt alle aanpassingen die zijn aangebracht in het menu Beeld naar de
standaard fabriekswaarden.
41 Menubewerkingen
Weergave
15:9-beeld
(LX710/LX710D/
LX730/LX730D)
(LU710/LU710D/
LU930/LU930D)
(LH710/LH710D/
LH930/LH930D)
4:3-beeld
16:9-beeld
4:3-beeld
16:9-beeld
16:10-beeld
Beeldverhouding
Er zijn diverse opties voor het instellen van de beeldverhouding, afhankelijk van het
apparaat waarvan het signaal afkomstig is.
• Auto: De verhouding van het
beeld wordt aangepast aan de
eigen resolutie van de projector in
de horizontale of verticale
breedte.
• Reëel: Projecteert een beeld in
de oorspronkelijke resolutie en de
grootte wordt aangepast binnen
het weergavegebied. Voor
ingangssignalen met een lagere
resolutie wordt het
geprojecteerde beeld op de
originele grootte weergegeven.
• 4:3: Past het beeld zodanig aan dat
het in het midden van het scherm
wordt weergegeven in een
beeldverhouding van 4:3.
• 16:9: Past het beeld zodanig aan
dat het in het midden van het
scherm wordt weergegeven in een
beeldverhouding van 16:9.
• 16:10: Past het beeld zodanig aan
dat het in het midden van het
scherm wordt weergegeven in een
beeldverhouding van 16:10.
Keystone
Deze functie biedt handmatige 2D-keystone-aanpassing en automatische verticale
keystone-aanpassing. Zie Keystone corrigeren op pagina 19.
Hoek passendZie Passend in hoek aanpassen op pagina 20.
Ingebouwde afbeeldingen om te controleren of het
geprojecteerde beeld niet is vervormd.
Testpatroon
• Fase: hiermee past u de klokfase aan om vervorming
Pc &
YPbPr-component
afstemmen
van het beeld te verminderen. Deze functie is alleen
beschikbaar als pc-signaal (analoog RGB) of YPbPr is
geselecteerd.
• Horizontale afmeting: stelt de horizontale breedte van het beeld in. Deze
functie is alleen beschikbaar als pc-signaal (analoog RGB) is geselecteerd.
De pagina wordt weergegeven waarop u de positie kunt aanpassen. U verplaatst het
Positie
geprojecteerde beeld met de richtingspijlen. Deze functie is alleen beschikbaar als
pc-signaal (analoog RGB) is geselecteerd.
42 Menubewerkingen
3D
Deze projector bevat een 3D-functie waarmee u kunt genieten van films, video's en
sportprogramma's in 3D, die nog realistischer lijken als ze via hdmi worden
weergegeven. Draag een 3D-bril om van de 3D-beelden te kunnen genieten.
• 3D-modus: de standaardinstelling is Uit. Als u wilt dat de projector automatisch
een geschikt 3D-formaat kiest als 3D-beelden worden gedetecteerd, kiest u
Auto. Als de projector het 3D-formaat niet kan herkennen, drukt u op / om
een 3D-modus te kiezen uit Boven-onder, Frame opeenvolgend,
Frame-packing en Naast elkaar.
Als de 3D-functie is geactiveerd:
• De helderheid van het geprojecteerde beeld wordt verminderd.
• De volgende instellingen kunnen niet worden aangepast: Beeldmodus, Referentiemodus.
• De Keystone kan alleen in beperkte mate worden aangepast.
• 3D-sync omkeren: als u merkt dat de beelddiepte is omgedraaid, schakel dan
deze functie in om het probleem te verhelpen.
• 3D-instellingen toepassen: zodra de 3D-instellingen zijn opgeslagen, kunt u ze
activeren door ze als een reeks opgeslagen 3D-instellingen te selecteren. Eenmaal
toegepast speelt de projector de ontvangen 3D-content automatisch af als deze
overeenkomt met de opgeslagen 3D-instellingen.
Hdmi-formaat
Alleen de reeks(en) met 3D-instellingen met onthouden gegevens is (zijn) beschikbaar.
• 3D-instellingen opslaan: als de 3D-content correct wordt weergegeven nadat
de aanpassingen zijn gemaakt, schakelt u deze functie in en kiest u een reeks
3D-instellingen om de actuele 3D-instellingen op te slaan.
Selecteer een geschikt kleurformaat voor een optimale beeldkwaliteit.
• Auto: selecteert automatisch een geschikte kleurruimte en grijsniveau voor het
inkomende HDMI-signaal.
• RGB beperkt: maakt gebruik van het beperkte bereik RGB 16-235.
• RGB volledig: maakt gebruik van het volledige bereik RGB 0-255.
• YUV beperkt: maakt gebruik van het beperkte bereik YUV 16-235.
• YUV volledig: maakt gebruik van het volledige bereik YUV 0-255.
43 Menubewerkingen
Beeldgrootte
aanpassen
Digitale zoom
Hiermee vergroot of verkleint u het geprojecteerde beeld.
1. Als de aanpassingsbalk zichtbaar is, drukt u herhaaldelijk op / om het beeld
te verkleinen of vergroten naar een gewenst formaat.
2. Druk op OK om de panmodus te openen.
3. Druk op de pijltoetsen ( , , , ) op de projector of op de
afstandsbediening om door het beeld te navigeren.
Het beeld kan alleen worden verschoven nadat het is vergroot. U kunt het beeld verder uitvergroten
terwijl u details zoekt.
Digitaal verkleinen en verschuiven
Verkleint en/of verschuift het geprojecteerde beeld.
1. Als de aanpassingsbalk zichtbaar is, drukt u herhaaldelijk op / om het beeld
te verkleinen of vergroten naar een gewenst formaat.
2. Druk op OK om digitaal verschuiven te activeren.
3. Als digitaal verschuiven is geactiveerd, drukt u op de richtingspijlen ( , , ,
) om het beeld te verschuiven.
Dig-lensverschuiving
4. Herstel de oorspronkelijke beeldgrootte door op AUTO te drukken.
Het beeld kan alleen worden verschuifd als het is verkleind.
Blanco maken
Maakt een deel van het geprojecteerde beeld blanco.
1. Kies eerst de Aanpassingsmodi door op / te drukken.
2. Druk op / om het gebied te selecteren dat u wilt aanpassen en druk op
/ om het bereik aan te passen.
Activeer de functie Alle blanking-instellingen resetten om de fabriekswaarden van alle functies
in het menu Blanco maken te herstellen. Druk op AUTO om de waarden van het geselecteerde
item te wissen (behalve Aanpassingsmodi).
Zodra de pagina Dig-lensverschuiving verschijnt, drukt u op / om het
geprojecteerde beeld te verschuiven.
Deze functie is in de volgende omstandigheden niet beschikbaar: Beeldmodus is 3D;
Weergaveresolutie-schakelaar is WUXGA.
Weer gave
resetten
44 Menubewerkingen
Herstelt alle aanpassingen die zijn aangebracht in het menu Weergave naar de
standaard fabriekswaarden.
Netwerk
Kabel-lanZie De projector besturen in een kabel-lanomgeving op pagina 27.
AMX-apparaat
detecteren
MAC-adres
(kabel)
Instellingen
Projectorinstallatie
Externe
ontvanger
Ingang
automatisch
zoeken
Auto-sync
Dynamisch
dimmen
als deze functie Aan staat, kan de projector door de AMX-controller worden
gedetecteerd.
toont het mac-adres van deze projector.
U kunt de projector tegen het plafond of achter een scherm installeren of met een
of meerdere spiegels. Zie Een plek kiezen op pagina 11.
Hiermee kunt u alle externe ontvangers of één specifieke externe ontvanger
inschakelen op de projector.
Hiermee kan de projector automatisch een signaal zoeken.
• Aan: hiermee bepaalt de projector automatisch de beste beeldtimings voor het
weergegeven beeld als pc-signaal (analoog RGB) is geselecteerd en op AUTO
wordt gedrukt.
• Uit: de projector reageert niet als op AUTO wordt gedrukt.
Hiermee kan de projector automatisch de videobeelden detecteren en het
contrast in donkere scènes verbeteren.
Lichtinstellingen
• Lichtmodus: zie Instellen van de Lichtmodus op pagina 50.
• Aangepaste helderheid: is uitsluitend beschikbaar als Lichtmodus is
ingesteld op Aangepast.
• Gebruikstijd van lichtbron: geeft het aantal uur weer dat de lichtbron is
gebruikt.
45 Menubewerkingen
Inactief-timer
Stelt in hoeveel tijd moet verstrijken met geen inactiviteit op een zwart beeld. Als
de ingestelde tijd is verstreken, wordt het beeld hersteld. Wanneer de huidige
tijdsduur niet overeenkomt met uw wensen, selecteert u Uitschakelen.
Ongeacht of Inactief-timer is geactiveerd of uitgeschakeld, kunt u op de meeste
toetsen op de projector of afstandsbediening drukken om het beeld te herstellen.
Herinnering
zet de herinneringen aan of uit.
Hoogtemodus
Als u de projector op een hoogte van 1500 - 3000 m boven zeeniveau gebruikt, en
de temperatuur tussen 0°C - 30°C ligt, wordt aanbevolen de Hoogtemodus te
gebruiken.
Tijdens het gebruik van de "Hoogtemodus" wordt wellicht meer geluid
geproduceerd omdat de ventilatoren sneller moeten draaien voor een betere
koeling en optimale prestaties.
Als u de projector in andere dan deze extreme omstandigheden gebruikt, wordt
het apparaat mogelijk automatisch uitgeschakeld om te voorkomen dat de
projector oververhit geraakt. Selecteer de hoogtemodus om te voorkomen dat de
projector automatisch wordt uitgeschakeld. Dit betekent echter niet dat de
projector in alle ruwe of extreme omstandigheden kan worden gebruikt.
Gebruiksinstellingen
Gebruik Hoogtemodus niet als uw hoogte tussen 0 en 1500 m ligt en de temperatuur tussen 0°C
en 35°C is. Als u onder zulke omstandigheden de modus inschakelt, wordt de projector te ver
afgekoeld.
Instellingen voor in/uitschakelen
• Direct inschakelen: hiermee kan de projector automatisch inschakelen zodra
er stroom staat op de stroomkabel.
• Inschakelen bij signaal: bepaalt of de projector direct wordt ingeschakeld
zonder op AAN/UIT of ON te drukken als de projector op stand-by
staat en een signaal van 5 V op de vga-kabel of hdmi-kabel wordt gedetecteerd.
• Automatisch uitschakelen: hiermee wordt de projector automatisch
uitgeschakeld als er gedurende een ingestelde periode geen ingangssignaal wordt
gedetecteerd, zodat de lichtbron niet onnodig energie verbruikt.
• Uitschakeltimer: stelt de timer voor automatisch uitschakelen in.
12 V trigger
Er is één 12 V-trigger die onafhankelijk functioneert en die u naar eigen inzicht
kunt installeren.
• Uit: als dit is geselecteerd, verstuurt de projector geen elektronisch signaal als
deze wordt ingeschakeld.
• Aan: de projector stuurt een laag naar hoog elektronisch signaal als de projector
46 Menubewerkingen
wordt ingeschakeld, en een hoog naar laag signaal als de projector wordt
uitgeschakeld.
Beveiligingsinstellingen
Baudrate
Hdmi-equalizer
Zie De wachtwoordbeveiliging gebruiken op pagina 25.
Kies een baudrate die identiek is aan die van de computer, zodat u de projector via
een geschikte RS-232-kabel kunt aansluiten en de firmware van de projector kunt
updaten of downloaden. Deze functie is bedoeld voor gekwalificeerde reparateurs.
Past de versterkingsinstellingen van de equalizer aan voor een HDMI-signaal. Hoe
hoger de instelling, hoe hoger de versterking. Als de projector over meer dan een
HDMI-poort beschikt, selecteert u eerst de HDMI-poort voordat u de waarde
aanpast.
USB-aan/uitschakelaar
Instellingen
resetten
Schakelt de 5 V-voedingsuitvoer van "Type A-aansluiting" in of uit. Kies Aan om
deze functie in te schakelen.
Herstelt alle aanpassingen die zijn aangebracht in het menu Instellingen naar de
standaard fabriekswaarden.
Systeem
TaalHiermee stelt u de taal van de On-Screen Display (OSD)-menu's in.
• Stand-bymodus
• Eco: de projector blijft in de normale stand-bymodus met een
energieverbruik van minder dan 0,5 W.
• Netwerk: de projector blijft in de netwerkstand-bymodus met een
energieverbruik van minder dan 2 W.
• Normaal: hiermee kan de projector in stand-bymodus netwerkfuncties,
beeldscherm-uit en audio pass-through activeren.
• Netwerkstand-bymodus auto uit: Hiermee kan de projector de
Stand-by-instellingen
netwerkfunctie uitschakelen na een bepaalde tijd nadat de stand-bymodus is
geactiveerd. Als bijvoorbeeld 20 min is geselecteerd, blijft de netwerkfunctie van
de projector nog 20 minuten geactiveerd nadat de stand-bymodus is geactiveerd.
Als 20 minuten voorbij zijn, activeert de projector de normale stand-bymodus.
Achtergrondinstellingen
Menu-instellingen
• Beeldscherm-uit: hiermee kan de projector een vga-signaal uitvoeren in de
stand-bymodus en als de PC-aansluiting en de MONITOR OUT-aansluiting
correct zijn aangesloten.
• Audio pass-through: de projector kan in de stand-bystand een geluid afspelen
als op de aansluitingen randapparatuur is aangesloten. Druk op / om de
gewenste bron te kiezen. Zie Aansluitingen op pagina 21 voor meer informatie
over aansluitingen.
• Achtergrond: stelt de achtergrondkleur van de projector in.
• Beginscherm: hiermee selecteert u het logoscherm dat wordt weergegeven
bij het opstarten van de projector.
• Menutype: schakelt naar het OSD-menu Basis.
• Weergaveduur menu: bepaalt hoe lang het OSD op het scherm wordt
weergegeven nadat u op de knop hebt gedrukt.
47 Menubewerkingen
Geluidsinstellingen
• Dempen: schakelt het geluid tijdelijk uit.
• Volume: past het geluidsniveau aan.
• Beltoon in/uitschakelen: schakelt de beltoon uit tijdens het opstarten of
uitschakelen van de projector.
De enige manier om Beltoon in/uitschakelen te veranderen is het instellen van Aan of Uit
hier. Het dempen van het geluid of aanpassen van het geluidsniveau heeft geen invloed op de
Beltoon in/uitschakelen.
• Ondertitels inschakelen: activeer de functie door Aan te kiezen als het
geselecteerde ingangssignaal ondertitels bevat.
Ondertitels
Weergaveresolutie-schakelaar
(LU710/LU710D
/
LU930/LU930D)
Fabriekswaarden
Systeem
resetten
Ondertitels: Plaatst de dialoog, verhaallijn en geluidseffecten van tv-programma's en video's die
ondertiteling bevatten, op het scherm (in de programmagids wordt dit vaak aangegeven met
"CC").
• Ondertitelversie: selecteert een gewenste ondertitelmodus. Bekijk
ondertitels door OT1, OT2, OT3 of OT4 te kiezen (OT1 toont ondertitels in
de primaire taal van uw regio).
Schakelt de eigenresolutie van deze projector in op WUXGA of 1080P.
Zet alle instellingen terug op de fabrieksinstellingen.
De volgende instellingen blijven behouden: Keystone, Projectorinstallatie, Gebruikstijd van lichtbronHoogtemodus, Beveiligingsinstellingen, Baudrate.
Herstelt alle aanpassingen die zijn aangebracht in het menu Systeem naar de
standaard fabriekswaarden.
Informatie
• Native resolutie: toont de eigenresolutie van de projector.
• Gedetecteerde resolutie: geeft de eigenresolutie van het ingangssignaal weer.
• Bron: geeft de huidige signaalbron weer.
• Beeldmodus: geeft de geselecteerde modus in het menu Beeld weer.
• Lichtmodus: geeft de geselecteerde modus in het menu Lichtinstellingen
Informatie
• 3D-formaat: geeft de huidige 3D-modus aan.
• Kleursysteem: geeft de indeling van het ingangsysteem aan.
• Gebruikstijd van lichtbron: geeft het aantal uur weer dat de lichtbron is
• Firmware-versie: toont de firmware-versie van de projector.
48 Menubewerkingen
weer.
gebruikt.
Onderhoud
Onderhoud van de projector
De lens reinigen
Reinig de lens als u vuil of stof op het oppervlak ziet. Schakel de projector uit en laat de projector
volledig afkoelen voordat u de lens reinigt.
• Verwijder stof met een fles met gecomprimeerde lucht.
• Bij vuil of vlekken gebruikt u papier voor het reinigen van cameralenzen of bevochtigt u een zachte
doek met reinigingsvloeistof voor cameralenzen en veegt u het oppervlak van de lens voorzichtig
schoon.
• Gebruik nooit een schuursponsje, reinigingsmiddel met alkaline/zuur, schuurmiddel of vluchtig
oplosmiddel, zoals alcohol, wasbenzine, thinner of insecticide. Het gebruik van zulke stoffen of
langdurig contact met materiaal van rubber of vinyl, kan resulteren in beschadiging van het oppervlak
en behuizing van de projector.
De projectorbehuizing reinigen
Schakel de projector op de correcte manier uit (zie De projector uitschakelen op pagina 30) en trek de
stekker van het netsnoer uit het stopcontact voordat u de behuizing reinigt.
• Verwijder vuil of stof met een zachte, pluisvrije doek.
• Voor het verwijderen van hardnekkige vlekken gebruikt u een zachte doek die u hebt bevochtigd met
water en een neutraal schoonmaakmiddel. Veeg hiermee de behuizing schoon.
Gebruik nooit was, alcohol, benzine, verdunner of andere chemische schoonmaakmiddelen. Hierdoor kan de
behuizing beschadigd raken.
De projector opbergen
Volg de aanwijzingen hieronder als u de projector langere tijd wilt opbergen:
• Zorg dat de temperatuur en de luchtvochtigheid van de opslagruimte binnen het aanbevolen bereik
voor de projector vallen. ZieSpecificaties op pagina 53 of neem contact op met uw leverancier voor
het bereik.
• Schuif de verstelvoetjes in.
• Haal de batterijen uit de afstandsbediening.
• Verpak de projector in de oorspronkelijke of een soortgelijke verpakking.
De projector vervoeren
Het wordt aanbevolen dat de projector in de oorspronkelijke of een gelijkwaardige verpakking wordt
getransporteerd.
49 Onderhoud
Informatie over de lichtbron
De gebruikstijd van de lichtbron weergeven
De gebruiksduur van de lichtbron (in uren) wordt automatisch berekend door de ingebouwde timer als
de projector wordt gebruikt. De equivalente gebruiksduur van de lichtbron wordt als volgt berekend:
Gebruikstijd lichtbron = (aantal uren in de modus Normaal) + (aantal uren in de modus Economisch)
+ (aantal uren in de modus Dimmen) + (aantal uren in de modus Aangepast)
Totaal (equivalent) aantal lichtbronuren = 1,0 x (aantal uren in de modus Normaal) + 1,0 x (aantal uren
in de modus Economisch) + 1,0 x (aantal uren in de modus Dimmen) + 1,0 x (aantal uren in de
modus Aangepast)
Informatie over de gebruikstijd van de lichtbron weergeven:
1. Ga neer het menu Geavanceerd - Instellingen > Lichtinstellingen en druk op OK. De pagina Lichtinstellingen wordt weergegeven.
2. Druk op om Gebruikstijd van lichtbron te selecteren en druk op OK. De Gebruikstijd van lichtbron-informatie wordt geopend.
U kunt de informatie over de lichtbron ook zien in het menu Informatie.
De levensduur van de lichtbron optimaliseren
• Instellen van de Lichtmodus
Ga naar het menu Geavanceerd - Instellingen > Lichtinstellingen > Lichtmodus en selecteer
een geschikt lichtbronvermogen uit de beschikbare modi.
Schakel de projector in de modus Economisch, Dimmen of Aangepast om de levensduur van de
lichtbron te verlengen.
LichtbronmodusBeschrijving
NormaalVoor een lichtbron op volle helderheid
Economisch
DimmenEen lagere helderheid zorgt voor een langere levensduur van de lichtbron
Aangepast
Beperkt de helderheid om de levensduur van de lichtbron te verlengen en het
geruis van de ventilator te verminderen
Activeert de aanpassingsbalk van de lichtbronhelderheid zodat u de instelling naar
wens kunt aanpassen
• Instellen van Automatisch uitschakelen
Via deze functie wordt de projector automatisch uitgeschakeld als er gedurende een ingestelde periode
geen ingangssignaal wordt gedetecteerd, zodat de levensduur van de lichtbron niet onnodig wordt
verbruikt.
Stel Automatisch uitschakelen in via het menuGeavanceerd - Instellingen >
Gebruiksinstellingen > Instellingen voor in/uitschakelen > Automatisch uitschakelen en
druk op /.
• De helderheid van het geprojecteerde beeld is afhankelijk van het omgevingslicht en de instellingen voor contrast
en helderheid van de geselecteerde ingangssignaal, én van de afstand tot het scherm.
• De helderheid van de lichtbron neemt na verloop van tijd af en verschilt per fabrikant. Dit is normaal en
geanticipeerd gedrag.
50 Onderhoud
Indicatoren
Licht
Status en beschrijving
Situaties gerelateerd aan de stroomtoevoer
Stand-bymodus
Opstarten
Normale werking
Afkoelen bij normaal uitschakelen
Downloaden
Starten van CW mislukt
Starten van fosforwiel is mislukt
Inbranden AAN
Inbranden UIT
Lichtbrongebeurtenissen
Levensduur van lichtbron is verstreken
: Uit
Lichtbronstoring bij normaal gebruik
Lichtbron brandt niet
Situaties gerelateerd aan de temperatuur
Storing bij ventilator 1 (de daadwerkelijke snelheid van de
ventilator wijkt af van de gewenste snelheid)
Storing bij ventilator 2 (de daadwerkelijke snelheid van de
ventilator wijkt af van de gewenste snelheid)
Storing bij ventilator 3 (de daadwerkelijke snelheid van de
ventilator wijkt af van de gewenste snelheid)
Storing bij ventilator 4 (de daadwerkelijke snelheid van de
ventilator wijkt af van de gewenste snelheid)
Storing bij ventilator 5 (de daadwerkelijke snelheid van de
ventilator wijkt af van de gewenste snelheid)
Storing bij ventilator 6 (de daadwerkelijke snelheid van de
ventilator wijkt af van de gewenste snelheid)
Storing bij temperatuur 1 (overschrijding van
temperatuurlimiet)
: oranje aan: groen aan: rood aan
: oranje knippert: groen knippert: rood knippert
51 Onderhoud
Problemen oplossen
U kunt de projector niet inschakelen.
OorzaakOplossing
Het netsnoer levert geen stroom.
Tijdens het afkoelproces is geprobeerd de
projector weer in te schakelen.
Geen beeld
OorzaakOplossing
Stop het ene uiteinde van het netsnoer in de
netsnoeraansluiting op de projector en het andere uiteinde
in het stopcontact. Zorg dat het stopcontact is ingeschakeld
(indien van toepassing).
Wacht tot de projector volledig is afgekoeld.
De videobron is niet ingeschakeld of niet correct
aangesloten.
De projector is niet correct aangesloten op de
invoerbron.
Het ingangssignaal is verkeerd geselecteerd.
De lensklep is nog gesloten.Open de lensklep.
Onscherp beeld
OorzaakOplossing
De projectielens is niet correct scherpgesteld.Pas de scherpstelling van de lens aan met de focusring.
De projector en het scherm staan scheef.
De lensklep is nog gesloten.Open de lensklep.
De afstandsbediening werkt niet.
OorzaakOplossing
De batterijen zijn leeg.Vervang beide batterijen met nieuwe.
Er bevindt zich een voorwerp tussen de
afstandsbediening en de projector.
U bevindt zich te ver van de projector.
Schakel de videobron in en controleer of de signaalkabel
correct is aangesloten.
Controleer de aansluiting.
Selecteer het correcte ingangssignaal met de
SOURCE-toets.
Pas indien nodig de projectiehoek, -richting en -hoogte van
de projector aan.
Verw i jd e r h et o bs ta k e l .
Ga niet verder dan 8 meter (26 voet) van de projector
staan.
Het wachtwoord is onjuist.
OorzaakOplossing
U bent het wachtwoord vergeten.
52 Problemen oplossen
Zie De procedure voor het herstellen van het wachtwoord
starten op pagina 26.
Specificaties
Projectorspecificaties
Alle specificaties kunnen zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd.
Optisch
Resolutie
LX710/LX710D/LX730/LX730D: 1024 x 768 XGA
LU710/LU710D/LU930/LU930D: 1920 x 1200 WUXGA
LH710/LH710D/LH930/LH930D: 1920 x 1080 1080p
Weergavesysteem
1-CHIP DMD
Objectief
LX710/LX710D: F = 2,59 ~ 2,87, f = 16,88 ~ 21,88 mm
LX730/LX730D: F = 2,45 ~ 3,07, f = 15,75 ~ 25,1 mm
LU710/LU710D: F = 1,94 ~ 2,07, f = 11,9 ~ 15,5 mm
LH710/LH710D: F = 1,94 ~ 2,12, f = 11,9 ~ 15,5 mm
LU930/LU930D/LH930/LH930D:
F = 1,81 ~ 2,1, f = 14,3 ~ 22,9 mm
Open focusbereik
LX710/LX710D:
1,84 – 5,52 m @ breed, 2,40 – 7,2 m @ tele
LX730/LX730D:
1,72 – 4,30 m @ breed, 2,74 – 6,86 m @ tele
LU710/LU710D:
1,46 – 4,87 m @ breed, 1,89 – 6,29 m @ tele
LU930/LU930D:
1,76 – 5,86 m @ breed, 2,82 – 9,39 m @ tele
LH710/LH710D:
1,50 – 5,00 m @ breed, 1,94 – 6,46 m @ tele
LH930/LH930D:
1,81 – 6,02 m @ breed, 2,90 – 9,65 m @ tele
Lichtbron
Laser
Elektrisch
Voeding / Stroomverbruik
LX710/LX710D/LU710/LU710D/LH710/LH710D:
AC100-240 V, 3,8 A, 50-60 Hz (automatisch) /
392 W (max); < 0,5 W (stand-by)
LX730/LX730D/LU930/LU930D/LH930/LH930D:
AC100-240 V, 5,2 A, 50-60 Hz (automatisch) /
475 W (max); < 0,5 W (stand-by)
Mechanisch
Gewicht
6,3 Kg (13,0 lbs)
Uitgangen
RGB-uitgang
D-Sub 15-pins (contrastekker) x 1
Luidspreker
10 Watt x 1
Audiosignaaluitgang
PC-audio-aansluiting x 1
Bediening
Usb
Type-A x 1 (5 V/1,5 A)
RS-232 seriële besturing
9 pins x 1
Lan-besturing
RJ45 x 1
12V-trigger x 1
IR-ontvanger x 2
Ingangen
Computeringang
RGB-ingang
D-Sub 15-pins (contrastekker) x 1
Video-ingangssignaal
VIDEO
RCA-aansluiting x 1
SD/HDTV-signaalingang
Analoog - Component RCA RGB x 1
Digitaal - HDMI x 2
Audio-ingangssignaal
PC-audio-aansluiting x 1
RCA audio-aansluiting (L/R) x 1
Omgevingsvereisten
Bedrijfstemperatuur
0°C–40°C op zeeniveau
Relatieve vochtigheid van omgeving
10%–90% (zonder condens)
Bedrijfshoogte
0–1499 m bij 0°C–35°C
1500–3000 m bij 0°C–30°C (met
Hoogtemodus aan)
Opslagtemperatuur
-20°C–60°C op zeeniveau
Opslagvochtigheid
10%–90% RLV (zonder condens)
Opslaghoogte
30°C @ 0~12.200 m boven zeeniveau
Transport
Originele verpakking of gelijksoortig wordt
aanbevolen
Reparatie
Ga naar onderstaande website en kies uw land voor
de contactgegevens. http://www.benq.com/welcome
1280 x 7201280 x 720_606045,00074,250Ondersteund Ondersteund Ondersteund
1280 x 7681280 x 768_6059,8747,77679,5OndersteundOndersteund Ondersteund
1280 x 800
1280 x 1024
1280 x 960
1360 x 7681360 x 768_6060,01547,71285,5Ondersteund Ondersteund
1440 x 900WXGA+_6059,88755,935106,500Ondersteund Ondersteund
1400 x 1050SXGA+_6059,97865,317121,750Ondersteund
1600 x 1200UXGA60,00075,000162,000Ondersteund Ondersteund
1680 x 10501680 x 1050_6059,95465,290146,250Ondersteund Ondersteund
640 x 480@67 HzMAC1366,66735,00030,240
832 x 624@75 HzMAC1674,54649,72257,280
1024 x 768@75 HzMAC1974,9360,24180,000
1152 x 870@75 HzMAC2175,06068,680100,000
1280 x 960_6060,00060,000108,000Ondersteund Ondersteund
1280 x 960_8585,00285,938148,500
119,85477,42583,000Ondersteund
119,98997,551115,5Ondersteund
60,035,82046,966
64,99541,46751,419
119,909101,563146,25Ondersteund
Horizontale
frequentie
(kHz)
Pixelfre-
quentie
(MHz)
Ondersteund 3D-formaat
Frame
opeenvol-
Boven-onder
gend
Naast
elkaar
Bovenstaande timingen worden eventueel niet ondersteund vanwege beperkingen van EDID-bestanden of
beperkingen van de VGA-videokaart. Wellicht kunnen bepaalde timingen niet worden gekozen.
1152 x 8641152 x 864_757567,5108
1280 x 7681280 x 768_6059,8747,77679,5
1024 x 576
1024 x 600
1280 x 7201280 x 720_606045,00074,250Ondersteund Ondersteund Ondersteund
1280 x 7681280 x 768_6059,87047,77679,5Ondersteund Ondersteund Ondersteund
1280 x 800
1280 x 1024
1280 x 960
1360 x 7681360 x 768_6060,01547,71285,500Ondersteund Ondersteund
1440 x 900WXGA+_6059,88755,935106,500Ondersteund Ondersteund
1400 x 1050SXGA+_6059,97865,317121,750Ondersteund Ondersteund
1600 x 1200UXGA60,00075,000 162,000Ondersteund Ondersteund
1680 x 10501680 x 1050_6059,95465,290146,250Ondersteund Ondersteund
640 x 480@67 HzMAC1366,66735,00030,240
832 x 624@75 HzMAC1674,54649,72257,280
1024 x 768@75 HzMAC1975,02060,24180,000
1152 x 870@75 HzMAC2175,0668,68100,00
1920 x 1080@60 Hz1920 x 1080_606067,5148,5Ondersteund Ondersteund
SXGA_8585,02491,146157,500
1280 x 960_6060,00060,000108Ondersteund Ondersteund
1280 x 960_8585,00285,938148,500
1920 x 1200_60
(Reduce Blanking)
119,85477,42583,000Ondersteund
119,98997,551115,5Ondersteund
60,0035,82046,996
64,99541,46751,419
119,909101,563146,25Ondersteund
59,95074,038154,0000Ondersteund Ondersteund
Horizontale
frequentie
(kHz)
Pixelfre-
quentie
(MHz)
Ondersteund 3D-formaat
Frame
opeenvol-
Boven-onder
gend
Naast
elkaar
Bovenstaande timingen worden eventueel niet ondersteund vanwege beperkingen van EDID-bestanden of
beperkingen van de VGA-videokaart. Wellicht kunnen bepaalde timingen niet worden gekozen.
56 Specificaties
• Videotimings
Ver ti cale
TimingResolutie
frequentie
(Hz)
480i720 x 48059,9415,7327Ondersteund
480p720 x 48059,9431,4727Ondersteund
576i720 x 5765015,6327
576p720 x 5765031,2527
720/50p1280 x 7205037,574,25OndersteundOndersteund Ondersteund
720/60p1280 x 7206045,0074,25Ondersteund OndersteundOndersteund Ondersteund
1080/24P 1920 x 1080242774,25OndersteundOndersteund Ondersteund
1080/25P 1920 x 10802528,1374,25
1080/30P 1920 x 10803033,7574,25
1080/50i1920 x 10805028,1374,25Ondersteund
1080/60i1920 x 10806033,7574,25Ondersteund
1080/50P 1920 x 10805056,25148,5Ondersteund Ondersteund
1080/60P 1920 x 1080 6067,5148,5Ondersteund Ondersteund
Horizontale
frequentie
(kHz)
Pixelfre-
quentie
(MHz)
Frame
opeenvol-
gend
Ondersteund 3D-formaat
Frame-pac-
king
Boven-onder
Naast
elkaar
Ondersteunde timing voor component-YPbPr-ingang
Ondersteund
TimingResolutie
480i720 x 48059,9415,7313,5Ondersteund
480p720 x 48059,9431,4727Ondersteund
576i720 x 5765015,6313,5
576p720 x 5765031,2527
720/50p1280 x 7205037,574,25
720/60p1280 x 7206045,0074,25Ondersteund
1080/50i1920 x 10805028,1374,25
1080/60i1920 x 10806033,7574,25
1080/24P1920 x 1080242774,25
1080/25P1920 x 10802528,1374,25
1080/30P1920 x 10803033,7574,25
1080/50P1920 x 10805056,25148,5
1080/60P1920 x 10806067,5148,5
Verticale frequentie
(Hz)
Horizontale
frequentie (kHz)
Pixelfrequentie
(MHz)
3D-formaat
Frame
opeenvolgend
Een signaal van 1080i(1125i)@60 Hz of 1080i(1125i)@50 Hz kan resulteren in een licht trillend beeld.
Ondersteunde timing voor Video- en S-Video-ingang
Videomodus
NTSC15,73603,58Ondersteund
PAL15,63504,43
SECAM15,63504,25 of 4,41
PAL-M15,73603,58
PAL-N15,63503,58
PAL-6015,73604,43
NTSC4,4315,73604,43
Horizontale frequentie
(kHz)
Verticale frequentie
(Hz)
Frequentie
kleursubdrager
(MHz)
Ondersteund
3D-formaat
Frame
opeenvolgend
57 Specificaties
Loading...
+ hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.