Benq LX710, LX710D, LU710, LU710D, LH710 User Manual [nl]

...
Digitale projector
Gebruikershandleiding
LX710 / LX710D / LU710 / LU710D / LH710 / LH710D LX730 / LX730D / LU930 / LU930D / LH930 / LH930D
V 1.00

Informatie over garantie en auteursrechten

Beperkte garantie
De garantie van BenQ voor dit product heeft betrekking op productie- en materiaalfouten die zich bij normaal gebruik van het apparaat voordoen.
Wanneer u een beroep wilt doen op de garantie, dient u een geldig aankoopbewijs te overleggen. Wanneer dit product tijdens de garantieperiode defect raakt, is BenQ alleen verplicht de defecte onderdelen te vervangen (inclusief arbeidsloon). Om in geval van een defect reparatie- of servicewerkzaamheden te laten uitvoeren die onder de garantie vallen, dient u zich zo snel mogelijk te wenden tot de leverancier bij wie u het product hebt gekocht.
Belangrijk: De bovenstaande garantie vervalt indien de klant heeft nagelaten het product te gebruiken volgens de schriftelijke instructies van BenQ, in het bijzonder de instructies inzake de gebruiksomstandigheden. De vochtigheidsgraad moet tussen 10% en 90% liggen, de temperatuur tussen 0°C en 35°C en de projector mag niet worden gebruikt op stoffige plaatsen of op plaatsen hoger dan 4920 voet. Deze garantie verleent de koper van het apparaat bepaalde rechten, evenals het zogenaamde consumentenrecht, dat echter per land kan verschillen.
Ga voor meer informatie naar www.BenQ.com.
Copyright
Copyright © 2019, by BenQ Corporation. Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden gereproduceerd, verzonden, opgeslagen in een zoeksysteem of vertaald in een andere taal of computertaal, onder geen enkele vorm en op geen enkele wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, magnetisch, optisch, chemisch, handmatig of op andere wijze, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van BenQ Corporation.
Aansprakelijkheid
BenQ Corporation is niet aansprakelijk en geeft geen garanties, uitdrukkelijk noch stilzwijgend, ten aanzien van de inhoud van deze publicatie en wijst alle garanties van verkoopbaarheid of geschiktheid voor een bepaald doel af. BenQ Corporation behoudt zich het recht voor deze publicatie te herzien en de inhoud ervan van tijd tot tijd te wijzigen zonder verplicht te zijn aan enige persoon mededeling van die herzieningen of wijzigingen te doen.
*DLP, Digital Micromirror Device en DMD zijn handelsmerken van Texas Instruments. Andere merk- en productnamen zijn eigendom van de respectieve bedrijven of organisaties.
Patenten
Ga naar http://patmarking.benq.com/ voor details over patenten die de BenQ-projector gebruikt.
2 Informatie over garantie en auteursrechten
Inhoud
Informatie over garantie en auteursrechten ..................................................................... 2
Belangrijke veiligheidsinstructies ........................................................................................ 4
Inleiding ................................................................................................................................. 6
Inhoud van de verpakking ......................................................................................................................... 6
Buitenkant van de projector .................................................................................................................... 8
Bedieningselementen en functies............................................................................................................ 9
De projector positioneren ................................................................................................. 11
Een plek kiezen .........................................................................................................................................11
De gewenste beeldgrootte van de projectie instellen..................................................................... 12
De projector bevestigen .........................................................................................................................16
De projectorpositie aanpassen (LU930/LU930D/LH930/LH930D) ............................................. 18
Het geprojecteerde beeld aanpassen ..................................................................................................19
Aansluitingen ...................................................................................................................... 21
Bediening ............................................................................................................................. 23
De projector opstarten ..........................................................................................................................23
De menu's gebruiken............................................................................................................................... 24
De projector beveiligen ..........................................................................................................................25
Schakelen tussen ingangssignalen .......................................................................................................... 27
De projector besturen in een kabel-lanomgeving ............................................................................27
De projector uitschakelen .....................................................................................................................30
Direct uitschakelen .................................................................................................................................. 31
Menubewerkingen .............................................................................................................. 32
Menu Basis ................................................................................................................................................37
Menu Geavanceerd .............................................................................................................................. 39
Onderhoud .......................................................................................................................... 49
Onderhoud van de projector ................................................................................................................49
Informatie over de lichtbron.................................................................................................................. 50
Problemen oplossen ........................................................................................................... 52
Specificaties ......................................................................................................................... 53
Projectorspecificaties ..............................................................................................................................53
Afmetingen .................................................................................................................................................54
Timingdiagram ........................................................................................................................................... 55
3 Inhoud

Belangrijke veiligheidsinstructies

De projector is ontwikkeld en getest volgens de nieuwste veiligheidsstandaards voor ict-apparatuur. Voor een veilig gebruik van dit product dient u de instructies in de gebruikershandleiding / installatiegids en op de verpakking van het product nauwkeurig op te volgen.
1. Lees de gebruikershandleiding / installatiegids aandachtig door voordat u de projector gaat gebruiken. Bewaar de handleiding voor toekomstig gebruik.
2. Kijk tijdens het projecteren niet rechtstreeks in de lens van de projector. De sterke lichtstraal kan uw ogen beschadigen.
3. Laat reparatie- of onderhoudswerkzaamheden over aan een bevoegd technicus.
4. Zorg er altijd voor dat de lenssluiter (indien aanwezig) is geopend of de lensdop (indien aanwezig) is verwijderd wanneer de lichtbron van de projector brandt.
5. De lichtbron wordt erg heet tijdens het gebruik.
6. In sommige landen is de netspanning NIET stabiel. Hoewel deze projector normaal werkt bij een netspanning van 100 tot 240 V (wisselstroom), kan het apparaat uitvallen wanneer zich een stroomstoring of een spanningspiek van ±10 V voordoet. In gebieden waar dit risico hoog is,
is het raadzaam de projector aan te sluiten op een spanningsstabilisator, piekbeveiliging of UPS-systeem (Uninterruptible Power Supply).
7. Plaats geen voorwerpen voor de projectielens als de projector wordt gebruikt. De voorwerpen kunnen heet worden en daardoor vervormd raken of vlam vatten. Om de lichtbron tijdelijk uit te schakelen, gebruikt u de functie leeg.
8. Gebruik de lichtbronnen niet langer dan de voorgeschreven levensduur.
9. Plaats dit product nooit op een onstabiele ondergrond. Het product kan dan vallen en ernstig worden beschadigd.
10. Open deze projector niet zelf. De onderdelen van het apparaat staan onder hoge, levensgevaarlijke spanning.
U mag nooit andere onderdelen losmaken of verwijderen. Laat reparaties uitsluitend over aan gekwalificeerde professionele reparateurs.
11. Blokkeer het ventilatierooster niet.
- Plaats deze projector niet op een deken, beddengoed of op een ander zacht oppervlak.
- Bedek deze projector niet met een doek of met andere voorwerpen.
- Plaats geen ontvlambare stoffen in de buurt van de projector.
Als het ventilatierooster niet vrij wordt gehouden, kan er door oververhitting in de projector brand ontstaan.
12. Plaats de projector niet verticaal. De projector kan dan vallen en letsel veroorzaken of beschadigd raken.
13. Trap niet op de projector of leg er geen voorwerpen op. Dit kan niet alleen schade aan de projector veroorzaken, maar ook leiden tot ongevallen en mogelijk letsel.
14. Wanneer u de projector gebruikt, neemt u mogelijk warme lucht en een bepaalde geur waar bij het ventilatierooster. Dit is een normaal verschijnsel.
15. Plaats geen vloeistoffen in de buurt van of op de projector. Als er vloeistof in de projector wordt gemorst, werkt deze mogelijk niet meer. Als de projector nat wordt, trekt u de stekker uit het stopcontact en belt u BenQ voor reparaties.
16. Dit apparaat moet worden geaard.
4 Belangrijke veiligheidsinstructies
17. Plaats de projector niet in de volgende ruimtes.
- Slecht geventileerde of gesloten ruimtes. Zorg dat de projector ten minste 50 cm van de muur staat en laat voldoende ruimte vrij rondom de projector.
- Plekken waar de temperatuur extreem hoog kan oplopen, zoals in een auto met gesloten ramen.
- Plekken met veel vocht, stof of rook die optische componenten mogelijk aantasten. Dit verkort de levensduur van de projector en verdonkert het beeld.
- Plekken in de buurt van een brandalarm.
- Plekken met een omgevingstemperatuur hoger dan 40°C / 104°F.
- Plekken die hoger liggen dan 3000 m (10000 voet).
18. Richt nooit een krachtige laserstraal op de projectielens om beschadiging van de DLP-chips te vermijden.
Risicogroep 2
1. Volgens de classificatie van fotobiologische veiligheid van lichtbronnen en lichtbronsystemen valt dit product onder Risicogroep 2, IEC 62471-5:2015.
2. Dit product straalt mogelijk gevaarlijke optische straling uit.
3. Kijk niet direct in de functionerende lichtbron. Dit kan uw ogen beschadigen.
4. Net als bij elke andere felle lichtbron, is het niet raadzaam direct in de straal te kijken.
De lichtbroneenheid van de projector gebruikt een laser.
Waarschuwing over lasers
Dit product is een laserproduct van KLASSE 1 en voldoet aan IEC 60825-1:2014.
LASERSTRAAL, KIJK NIET IN DE STRAAL, LASERPRODUCT VAN KLASSE 1.
Bovenstaande waarschuwingen over de laser staat aan de onderzijde van dit apparaat.
Pas op – Het gebruik van besturingselementen of aanpassingen of prestaties van procedures die afwijken van de hier genoemde, kan resulteren in blootstelling aan gevaarlijke straling.
• Let op dat iemand toezicht houdt op kinderen
en dat kinderen nooit direct in de straal van de projector mogen kijken, ongeacht de afstand tot de projector.
• Let op dat u voorzichtig bent als u voor de
projectielens staat en de projector start met de afstandsbediening.
• Let op dat u geen optische hulpmiddelen
gebruikt in de straal, zoals een verrekijker of telescoop.
5 Belangrijke veiligheidsinstructies

Inleiding

Inhoud van de verpakking

Pak alles voorzichtig uit en controleer of u alle onderstaande items aanwezig zijn. Wanneer een of meerdere van deze items ontbreken, dient u contact op te nemen met de leverancier.
Standaardaccessoires
LX710/LX710D/LU710/ LU710D/LH710/LH710D
Snelgids Garantiekaart* Netsnoer
LX730/LX730D LU930/LU930D/LH930/
LH930D
Projector
Afstandsbediening met
batterijen
Hdmi-kabel
• De meegeleverde accessoires zijn geschikt voor uw regio, maar verschillen mogelijk van die in de afbeeldingen.
• *De garantiekaart wordt slechts in bepaalde regio’s geleverd. Vraag uw verkoper voor gedetailleerde informatie.
Optionele accessoires
1. 3D-bril
2. InstaShow™ (WDC10/WDC20)
3. Draadloze dongles (QCast Mirror)
De batterijen van de afstandsbediening vervangen
1. Druk en schuif de batterijklep weg zoals in de afbeelding is weergegeven.
2. Verwijder de oude batterijen (indien van toepassing) en plaats twee AAA-batterijen. Zorg dat de positieve en negatieve zijdes correct zijn gepositioneerd zoals in de afbeelding is weergegeven.
3. Schuif de batterijklep terug zodat deze op z'n plek klikt.
6 Inleiding
• Laat de afstandsbediening en batterijen niet liggen op plaatsen die extreem warm of vochtig zijn, zoals de keuken, badkamer, sauna, solarium of in een gesloten auto.
• Gebruik alleen dezelfde batterijen of batterijen van hetzelfde type dat door de fabrikant van de batterij wordt aanbevolen.
• Gooi batterijen weg volgens de instructies van de fabrikant en volgens de plaatselijke milieuregelgeving.
• Werp batterijen nooit in vuur. Dit kan een explosie veroorzaken.
• Als de batterijen leeg zijn of als u de afstandsbediening gedurende langere tijd niet gebruikt, verwijdert u de batterijen om beschadiging van de afstandsbediening door lekkende batterijen te voorkomen.
7 Inleiding

Buitenkant van de projector

LX710/LX710D/LU710/ LU710D/LH710/LH710D
LX730/LX730D LU930/LU930D/LH930/
LH930D
1
3
2
4
4
5
6
9
7
7
7
1
3
2
4
4
6
9
7
1
23 24
26
26
26
25 25
26
27
3
2
4
4
9
7
10 12 16
20
14
11 13 15 17 19
18
22
21
8 8 8
28
1. Ventilatie (luchtuitlaat)
2. Focus- en zoomring
3. Projectielens
4. IR-sensor voor afstandsbediening
5. Knoppen voor aanpassen van de lensverschuiving (LINKS/RECHTS, OMHOOG/OMLAAG)
6. Omgevingslichtsensor (ALS)
7. Ventilatie (luchtinlaat)
8. POWER (Aan/uit-indicator)/TEMP
(waarschuwingslampje temperatuur)/LIGHT (Licht-lampje)
(Zie Indicatoren op pagina 51.)
9. Extern besturingspaneel (Zie Bedieningselementen en functies op
pagina 9.)
10. HDMI 1-ingang
11. HDMI 2-ingang
12. USB Type A-poort (5 V/1,5 A energie voor WDC10/QCast Mirror)
13. Component RCA RGB-ingangen
14. Video-ingang
15. Audio-ingangen (L/R)
16. RGB (pc)-signaalingang
17. RGB (pc)-signaaluitgang
18. RS-232-besturingspoort
19. RJ-45 lan-ingang
20. Audio-ingang
21. Audio-uit-aansluiting
22. 12V-trigger
23. Sleuf voor antidiefstalslot
24. Stroomaansluiting
25. Verstelvoetjes
26. Gaten voor wandmontage
27. Beveiligingsbalk
28. InstaShow-openingen
8 Inleiding
*Energie voor WDC20 moet afkomstig zijn van een externe energiebron.

Bedieningselementen en functies

1
3
4
2
6
5
7
Alle toetsindrukken die in dit document zijn beschreven, zijn beschikbaar op de afstandsbediening of op de projector.
10
16 17
18
19 20
11 12 13 14 15
4
8
7
5
6
3 1
9
2
Projector en afstandsbediening
1. MENU
Activeert het schermmenu (OSD).
2. Pijltoetsen ( , , , )
Als het On-Screen Display (OSD)-menu is geactiveerd, gebruikt u deze toetsen als pijltoetsen om de gewenste menu-items te selecteren en om aanpassingen uit te voeren.
Keystonetoetsen ( , )
Opent de pagina voor keystonecorrectie.
Volumetoetsen /
Zet het volume van de projector lager of hoger.
3. BACK
Keert terug naar het vorige OSD-menu, sluit en bewaart de menu-instellingen.
4. AAN/UIT
Dit zet de projector aan of op stand-by.
ON/ Off
Dit zet de projector aan of op stand-by.
5. AUTO
Bepaalt automatisch de beste beeldtimings voor het weergegeven beeld als pc-signaal (analoog RGB) is geselecteerd.
9 Inleiding
6. OK
O
n
g
e
v
e
e
r
+
3
0
º
O
n
g
e
v
e
e
r
+
3
0
º
13. NETWORK
Hiermee bevestigt u het geselecteerde menu-item in het On-Screen Display (OSD)-menu.
7. SOURCE
Opent de ingangselectiebalk.
8. KEYSTONE
Opent de pagina voor keystonecorrectie.
9. PIC MODE
Kies een beschikbare beeldinstellingsmodus.
10.
Schakelt het projectorgeluid in of uit.
11. LIGHT MODE
Kies een beschikbare lichtmodus.
12. ECO BLANK
Hiermee kunt u de schermafbeelding verbergen.
Plaats geen voorwerpen voor de projectielens als de projector wordt gebruikt. De voorwerpen kunnen heet worden en daardoor vervormd raken of vlam vatten.
Geeft het netwerkinstellingenmenu weer.
14. INFO
Toont informatie over de projector.
15. FREEZE
Zet het geprojecteerde beeld stil.
16.
Zet het volume van de projector lager.
17.
Zet het volume van de projector hoger.
18. ZOOM+/ZOOM-
Vergroot of verkleint het geprojecteerde beeld.
19. QUICK INSTALL
Selecteert snel diverse functies om het geprojecteerde beeld aan te passen en toont het testpatroon.
20. ASPECT
Hiermee selecteert u de beeldverhouding.
Effectief bereik van de afstandsbediening
De afstandsbediening moet in een hoek van 30 graden ten opzichte van de IR-sensor van de projector worden gehouden om correct te functioneren. De afstand tussen de afstandsbediening en de sensor(en) mag niet meer dan 8 meter (~ 26 voet) bedragen.
Zorg dat tussen de afstandsbediening en de IR-sensor(en) van de projector geen obstakels liggen die de infraroodstraal kunnen blokkeren.
• De projector bedienen via de voorkant • De projector bedienen via de bovenkant
10 Inleiding

De projector positioneren

Een plek kiezen

Voordat u een plek voor de projector kiest, houdt u rekening met de volgende zaken:
• Formaat en positie van het scherm
• Plek van het stopcontact
• Locatie en afstand tussen de projctor en de rest van de apparatuur
U kunt de projector op de volgende manieren installeren.
1. Tafel voor
Selecteer deze instelling als u de projector op de tafel en voor het scherm installeert. Als u een snelle opstelling en draagbaarheid wenst, is dit de meest gebruikte opstelling.
3. Plafond voor
Selecteer deze instelling als u de projector tegen het plafond en voor het scherm installeert. Als u de projector aan het plafond wilt bevestigen, kunt u het beste de plafondmontageset voor een BenQ Projector bij uw leverancier kopen.
2. Tafel achter
Selecteer deze instelling als u de projector op de tafel en achter het scherm installeert. Voor deze opstelling is een speciaal scherm voor achterwaartse projectie vereist.
4. Plafond achter
Selecteer deze instelling als u de projector tegen het plafond en achter het scherm installeert. Voor deze opstelling zijn een speciaal scherm voor achterwaartse projectie en de plafondmontageset voor een BenQ Projector vereist.
Na het inschakelen van de projector gaat u naar het menu Geavanceerd - Instellingen > Projectorinstallatie > Projectorinstallatie en drukt u op / om een instelling te selecteren.
U kunt dit menu ook openen met QUICK INSTALL op de afstandsbediening.
11 De projector positioneren

De gewenste beeldgrootte van de projectie instellen

H
B
Projectieafstand
Midden van de lens
Scherm
4:3 schermdiagonaal
De afstand van de lens van de projector tot het scherm, de zoominstellingen (indien beschikbaar) en het videoformaat zijn allemaal factoren die de grootte van het geprojecteerde beeld bepalen.
Projectieafmetingen
LX710/LX710D/LX730/LX730D
• De beeldverhouding van het scherm is 4:3 en van het geprojecteerde beeld 4:3
LX710/LX710D
Schermgrootte Projectieafstand (mm)
Diagonaal
Inch mm (max. zoom) (min. zoom)
30 762 457 610 920 1061 1201 34
50 1270 762 1016 1534 1768 2002 57
60 1524 914 1219 1841 2121 2402 69
70 1778 1067 1422 2148 2475 2802 80
80 2032 1219 1626 2455 2829 3202 91
90 2286 1372 1829 2761 3182 3603 103
100 2540 1524 2032 3068 3536 4003 114
110 2794 1676 2235 3375 3889 4403 126
120 3048 1829 2438 3682 4243 4804 137
130 3302 1981 2642 3989 4596 5204 149
140 3556 2134 2845 4296 4950 5604 160
150 3810 2286 3048 4602 5304 6005 171
160 4064 2438 3251 4909 5657 6405 183
170 4318 2591 3454 5216 6011 6805 194
180 4572 2743 3658 5523 6364 7205 206
200 5080 3048 4064 6137 7071 8006 229
250 6350 3810 5080 7671 8839 10008 286
300 7620 4572 6096 9205 10607 12009 343
H (mm) B (mm)
Min. afstand
Gemiddeld
Max. afstand
Verschuiving
(mm)
Als u bijvoorbeeld een scherm van 120 inch gebruikt, is de aanbevolen projectieafstand 4243 mm.
Voor een projectieafstand van 6000 mm is 6005 mm de dichtstbijzijnde waarde in de kolom
"Projectieafstand (mm)". Als u in deze rij kijkt, ziet u dat u hiervoor een scherm van 150'' (ongeveer
3,8 m) nodig hebt.
12 De projector positioneren
LX730/LX730D
H
B
Projectieafstand
Midden van de lens
Scherm
16:10 schermdiagonaal
Schermgrootte Projectieafstand (mm)
Diagonaal
Inch mm (max. zoom) (min. zoom)
30 762 457 610 860 1116 1372 46
50 1270 762 1016 1433 1859 2286 76
60 1524 914 1219 1719 2231 2743 91
70 1778 1067 1422 2006 2603 3200 107
80 2032 1219 1626 2292 2975 3658 122
90 2286 1372 1829 2579 3347 4115 137
100 2540 1524 2032 2865 3719 4572 152
110 2794 1676 2235 3152 4090 5029 168
120 3048 1829 2438 3438 4462 5486 183
130 3302 1981 2642 3725 4834 5944 198
140 3556 2134 2845 4011 5206 6401 213
150 3810 2286 3048 4298 5578 6858 229
200 5080 3048 4064 5730 7437 9144 305
250 6350 3810 5080 7163 9296 11430 381
300 7620 4572 6096 8595 11156 13716 457
H (mm) B (mm)
Min. afstand
Gemiddeld
Max. afstand
Verschuiving
(mm)
Als u bijvoorbeeld een scherm van 120 inch gebruikt, is de aanbevolen projectieafstand 4462 mm.
Voor een projectieafstand van 5000 mm is 4834 mm de dichtstbijzijnde waarde in de kolom
"Projectieafstand (mm)". Als u in deze rij kijkt, ziet u dat u hiervoor een scherm van 130" (ongeveer
3,3 m) nodig hebt.
• Voor een optimale beeldkwaliteit raden we aan dat u projecteert op een gebied dat niet grijs is.
• Alle maten zijn benaderingen en kunnen afwijken van de daadwerkelijke formaten. BenQ beveelt aan, dat bij een permanente plaatsing van de projector de projectiegrootte en -afstand eerst ter plaatse met de projector fysiek te testen, zodat u rekening kunt houden met de optische eigenschappen van deze projector. Hierdoor kunt u de precieze bevestigingspositie bepalen die het beste past in uw specifieke locatie.
LU710/LU710D/LU930/LU930D
13 De projector positioneren
• De beeldverhouding van het scherm is 16:10 en die van het geprojecteerde beeld is 16:10
LU710/LU710D
Schermgrootte Projectieafstand (mm)
Diagonaal
Inch mm (max. zoom) (min. zoom)
30 762 404 646 730 837 943 0
50 1270 673 1077 1217 1395 1572 0
60 1524 808 1292 1460 1674 1887 0
70 1778 942 1508 1704 1953 2201 0
80 2032 1077 1723 1947 2231 2516 0
90 2286 1212 1939 2191 2510 2830 0
100 2540 1346 2154 2434 2789 3145 0
110 2794 1481 2369 2677 3068 3459 0
120 3048 1615 2585 2921 3347 3774 0
130 3302 1750 2800 3164 3626 4088 0
140 3556 1885 3015 3407 3905 4403 0
150 3810 2019 3231 3651 4184 4717 0
200 5080 2692 4308 4868 5579 6289 0
250 6350 3365 5385 6085 6973 7862 0
300 7620 4039 6462 7302 8368 9434 0
H (mm) B (mm)
Min. afstand
Gemiddeld
Max. afstand
Verschuiving
(mm)
Als u bijvoorbeeld een scherm van 120 inch gebruikt, is de aanbevolen projectieafstand 3347 mm.
Voor een projectieafstand van 4000 mm is 3905 mm de dichtstbijzijnde waarde in de kolom
"Projectieafstand (mm)". Als u in deze rij kijkt, ziet u dat u hiervoor een scherm van 140'' (ongeveer
3,6 m) nodig hebt.
LU930/LU930D
Schermgrootte Projectieafstand (mm)
Diagonaal
Inch mm (max. zoom) (min. zoom)
30 762 404 646 879 114 4 1409 0
50 1270 673 1077 1465 1906 2348 0
60 1524 808 1292 1758 2287 2817 0
70 1778 942 1508 2051 2669 3287 0
80 2032 1077 1723 2343 3050 3756 0
90 2286 1212 1939 2636 3431 4226 0
100 2540 1346 2154 2929 3812 4696 0
110 2794 1481 2369 3222 4194 5165 0
120 3048 1615 2585 3515 4575 5635 0
130 3302 1750 2800 3808 4956 6104 0
140 3556 1885 3015 4101 5337 6574 0
150 3810 2019 3231 4394 5719 7043 0
200 5080 2692 4308 5859 7625 9391 0
250 6350 3365 5385 7323 9531 11739 0
300 7620 4039 6462 8788 11437 14087 0
H (mm) B (mm)
Min. afstand
Gemiddeld
Max. afstand
Verschuiving
(mm)
Als u bijvoorbeeld een scherm van 120 inch gebruikt, is de aanbevolen projectieafstand 4575 mm.
Voor een projectieafstand van 4000 mm is 3812 mm de dichtstbijzijnde waarde in de kolom
"Projectieafstand (mm)". Als u in deze rij kijkt, ziet u dat u hiervoor een scherm van 100'' (ongeveer
2,8 m) nodig hebt.
14 De projector positioneren
• Voor een optimale beeldkwaliteit raden we aan dat u projecteert op een gebied dat niet grijs is.
H
B
Projectieafstand
Midden van de lens
Scherm
16:9 schermdiagonaal
Ve rs ch ui v in g
• Alle maten zijn benaderingen en kunnen afwijken van de daadwerkelijke formaten. BenQ beveelt aan, dat bij een permanente plaatsing van de projector de projectiegrootte en -afstand eerst ter plaatse met de projector fysiek te testen, zodat u rekening kunt houden met de optische eigenschappen van deze projector. Hierdoor kunt u de precieze bevestigingspositie bepalen die het beste past in uw specifieke locatie.
LH710/LH710D/LH930/LH930D
• De beeldverhouding van het scherm is 16:9 en van het geprojecteerde beeld 16:9
LH710/LH710D
Schermgrootte Projectieafstand (mm)
Diagonaal
Inch mm (max. zoom) (min. zoom)
30 762 374 664 750 860 970 19
50 1270 623 1107 1251 1433 1616 31
60 1524 747 1328 1501 1720 1939 37
70 1778 872 1550 1751 2007 2263 44
80 2032 996 1771 2001 2293 2586 50
90 2286 1121 1992 2251 2580 2909 56
100 2540 1245 2214 2502 2867 3232 62
110 2794 1370 2435 2752 3154 3555 68
120 3048 1494 2657 3002 3440 3879 75
130 3302 1619 2878 3252 3727 4202 81
140 3556 1743 3099 3502 4014 4525 87
150 3810 1868 3321 3752 4300 4848 93
200 5080 2491 4428 5003 5734 6464 125
250 6350 3113 5535 6254 7167 8080 156
300 7620 3736 6641 7505 8601 9696 187
H (mm) B (mm)
Min. afstand
Gemiddeld
Max. afstand
Verschuiving
(mm)
Als u bijvoorbeeld een scherm van 120 inch gebruikt, is de aanbevolen projectieafstand 3440 mm.
Voor een projectieafstand van 4000 mm is 4014 mm de dichtstbijzijnde waarde in de kolom
"Projectieafstand (mm)". Als u in deze rij kijkt, ziet u dat u hiervoor een scherm van 140'' (ongeveer
3,6 m) nodig hebt.
15 De projector positioneren
LH930/LH930D
Schermgrootte Projectieafstand (mm)
Diagonaal
Inch mm (max. zoom) (min. zoom)
30 762 374 664 903 117 6 1448 0
50 1270 623 1107 1505 1959 2413 0
60 1524 747 1328 1806 2351 2896 0
70 1778 872 1550 2108 2743 3378 0
80 2032 996 1771 2409 3135 3861 0
90 2286 1121 1992 2710 3527 4343 0
100 2540 1245 2214 3011 3918 4826 0
110 2794 1370 2435 3312 4310 5309 0
120 3048 1494 2657 3613 4702 5791 0
130 3302 1619 2878 3914 5094 6274 0
140 3556 1743 3099 4215 5486 6757 0
150 3810 1868 3321 4516 5878 7239 0
200 5080 2491 4428 6022 7837 9652 0
250 6350 3113 5535 7527 9796 12065 0
300 7620 3736 6641 9032 11755 14478 0
H (mm) B (mm)
Min. afstand
Gemiddeld
Max. afstand
Verschuiving
(mm)
Als u bijvoorbeeld een scherm van 120 inch gebruikt, is de aanbevolen projectieafstand 4702 mm.
Voor een projectieafstand van 4000 mm is 3918 mm de dichtstbijzijnde waarde in de kolom
"Projectieafstand (mm)". Als u in deze rij kijkt, ziet u dat u hiervoor een scherm van 100'' (ongeveer
2,5 m) nodig hebt.
• Voor een optimale beeldkwaliteit raden we aan dat u projecteert op een gebied dat niet grijs is.
• Alle maten zijn benaderingen en kunnen afwijken van de daadwerkelijke formaten. BenQ beveelt aan, dat bij een permanente plaatsing van de projector de projectiegrootte en -afstand eerst ter plaatse met de projector fysiek te testen, zodat u rekening kunt houden met de optische eigenschappen van deze projector. Hierdoor kunt u de precieze bevestigingspositie bepalen die het beste past in uw specifieke locatie.

De projector bevestigen

Als u de projector wilt bevestigen, is het raadzaam een gepaste montageset voor BenQ-projectoren te gebruiken voor een veilige en stevige montage.
Als u een montageset van een ander merk dan BenQ gebruikt, bestaat het gevaar dat de projector naar beneden valt omdat het apparaat met de verkeerde schroeven is bevestigd.
Voordat u de projector bevestigt
• U kunt een projectormontageset voor BenQ-projectoren kopen bij de leverancier van uw BenQ-projector.
• BenQ raadt u aan een aparte veiligheidskabel aan te schaffen die compatibel is met het Kensington-slot. Maak deze kabel vast aan de sleuf voor het antidiefstalslot op de projector en aan de houder. Wanneer de projector loskomt van de houder, blijft het apparaat toch veilig zitten.
• Vraag de leverancier om de projector voor u te monteren. Als u de projector zelf monteert, kan de projector vallen en letsel opleveren.
• Neem de benodigde maatregelen om te voorkomen dat de projector naar beneden valt tijdens bijvoorbeeld een aardbeving.
• De garantie dekt geen beschadiging van het product als gevolg van het monteren van de projector met een projectormontageset die niet van BenQ is.
16 De projector positioneren
• Let op de omgevingstemperatuur van de plek waar de projector aan het plafond/wand wordt
Schroef voor plafond/wandmontage: M4 x 8 mm
Eenheid: mm
BenQ plafondmontage CMG3 (5J.JAM10.001) Schroef voor plafondmontage: M4 (max. L = 25 mm; min. L = 20 mm)
Eenheid: mm
bevestigd. Als een verwarming wordt gebruikt, kan de temperatuur bij het plafond hoger zijn dan verwacht.
• Lees de gebruikershandleiding van de montageset voor informatie over de kracht van het draaimoment. Als u de montageset te stevig vastschroeft, kan dit de projector beschadigen waardoor deze uiteindelijk naar beneden kan vallen.
• Zorg dat het stopcontact op een toegankelijke hoogte is, zodat u de projector makkelijk kunt uitschakelen.
Plafond/wandmontage installatiediagram
304
151
576.50
412.3
17 De projector positioneren
De projectorpositie aanpassen
Voo rwa art se tafelprojectie
Voorwaartse plafondprojectie
Verticale verschuiving
Verticale verschuiving
Ver ti cale verschuiving
Hoogte van
geprojecteerd
beeld
Max. 0,6 V
Max. 0,6 V
Max. 0,6 V
Max. 0,6 V
1V
1V
Effectieve projectiepositionering
Max. 0,23 H
Max. 0,23 H
Hoogte van
geprojecteerd
beeld
Breedte van geprojecteerd beeld
1 H
Naar links verschuiven
Naar rechts verschuiven
V: Hoogte van geprojecteerd beeld
H: Breedte van geprojecteerd beeld
(LU930/LU930D/LH930/LH930D)
De projectielens verschuiven
De lensverschuiving zorgt voor flexibiliteit bij de montage van de projector. Hiermee kan de projector afwijkend gepositioneerd worden ten opzichte van de middenas.
De lensverschuiving wordt uitgedrukt als een percentage van de geprojecteerde beeldhoogte of
-breedte. U kunt de knoppen op de projector gebruiken om de projectielens in een richting binnen het toegestane bereik te verschuiven, afhankelijk van de gewenste beeldpositie.
De hoogste of laagste projectiepositie bereiken:
1. Draai (omhoog/omlaag).
2. Als u merkt dat u de limiet bereikt, draait u
u opnieuw aan .
3. Herhaal bovenstaande stappen todat u de gewenste positie bereikt.
(links/rechts) naar links of rechts en draait
• Als u tijdens het aanpassen een "klikgeluid hoort", betekent dit dat u de knop te ver hebt gedraaid. Stop met aanpassen om beschadiging te voorkomen. Draai vervolgens de knop in de andere richting, ten minste één stap voor de klik.
• Als u niet terug kunt draaien, drukt en draait u tegelijkertijd aan de knop.
18 De projector positioneren

Het geprojecteerde beeld aanpassen

LX710/LX710D/LX730/LX730D/ LU710/LU710D/LH710/LH710D
LU930/LU930D/LH930/LH930D
Druk op .
Druk op .
Druk op .
Druk op .
De projectiehoek aanpassen
Wanneer de projector niet op een horizontaal oppervlak wordt geplaatst of het scherm en de projector niet loodrecht op elkaar staan, wordt het geprojecteerde beeld trapeziumvormig weergegeven. U kunt aan het verstelvoetje draaien om de horizontale hoek nauwkeuriger in te stellen.
Trek de voet terug door het verstelvoetje in de andere richting te draaien.
Kijk niet in de lens wanneer de lichtbron brandt. Het felle licht kan schade toebrengen aan uw ogen.
Het beeldformaat en de helderheid fijn afstellen
Wijzig de grootte van het geprojecteerde beeld met behulp van de zoomring.
Stel het beeld scherp door aan de focusring te draaien.
LU930/LU930D/LH930/LH930D
LX710/LX710D/LX730/LX730D/ LU710/LU710D/LH710/LH710D
Keystone corrigeren
Keystone verwijst naar de situatie waarin het geprojecteerde beeld een trapezoïde vorm aanneemt als onder een hoek wordt geprojecteerd.
U corrigeert de trapeziumvormige vervorming door de functie Auto verticale keystone in het menu Geavanceerd - menu Weergave te activeren. Of u corrigeert dit met de volgende stappen.
1. Open de keystonecorrectiepagina met een van de volgende stappen.
• Druk op / op de projector of op de afstandsbediening.
• Druk op QUICK INSTALL op de afstandsbediening. Druk
• Ga neer het menu Geavanceerd - Weergave >
op om 2D-keystone te selecteren en druk op OK.
2D-keystone en druk op OK.
19 De projector positioneren
2. De correctiepagina voor 2D-keystone wordt geopend. Druk op om de keystone bovenin het
Hoek passend
Druk om hoekwaarde te resetten
Afsluiten
beeld te corrigeren. Druk op om de keystone onderin het beeld te corrigeren. Druk op om de keystone rechts in het beeld te corrigeren. Druk op om de keystone links in het beeld te
corrigeren.
3. Als de correctiepagina 2D-keystone verschijnt, kunt u de volgende instellingen veranderen:
• Druk op AUTO om de keystonewaarden te resetten.
• Druk op / om de automatische verticale keystonefunctie uit te schakelen.
Passend in hoek aanpassen
Deze functie is niet beschikbaar als geen ingangssignaal beschikbaar is. Als u deze functie wilt gebruiken zonder ingangssignaal, activeert u eerst Testpatroon.
Pas handmatig de vier hoeken van het beeld aan door de horizontale en verticale waarden in te stellen.
1. Open de pagina om de hoeken aan te passen met een van de volgende stappen.
• Druk op QUICK INSTALL op de afstandsbediening. Druk op om Hoek passend te selecteren en druk op OK.
• Ga neer het menu Geavanceerd - Weergave > Hoek passend en druk op OK.
2. Druk op / / / om een hoek te selecteren en druk op OK.
3. Druk op / om de verticale waarden aan te passen.
4. Druk op / om de horizontale waarden aan te passen.
20 De projector positioneren

Aansluitingen

Laptop of desktopcomputer
Hdmi-kabel
Component Videokabel
Videokabel
Audio-l/r-kabel
VGA-kabel
RS-232-kabel
RJ-45-kabel
Audiokabel
12 V-triggerkabel
1
2
345
6
7
8
9
Luidsprekers
Beeldscherm
AV-apparaat
Volg deze instructies om apparatuur op de projector aan te sluiten:
1. Schakel alle apparatuur uit voordat deze aansluit.
2. Gebruik de juiste signaalkabels voor elke bron.
3. Zorg dat de kabels goed zijn geplaatst.
1 1 2 3 4
5 5 7
6 8
8
9
• Niet alle kabels die in de onderstaande verbindingen zijn weergegeven, worden bij de projector geleverd (zie
Inhoud van de verpakking op pagina 6). Deze kabels zijn verkrijgbaar bij elektronicawinkels.
• Onderstaande afbeeldingen met verbindingen dienen slechts ter illustratie. De aansluitingen op de achterzijde van de projector verschillen per projectormodel.
• Bij notebooks worden de externe videopoorten vaak niet ingeschakeld wanneer een projector is aangesloten. Met de toetsencombinatie FN + functietoets kunt u de externe weergave doorgaans in- of uitschakelen. Druk tegelijkertijd op FN en een van deze toetsen. Raadpleeg de handleiding van het notebook voor meer informatie over mogelijke toetsencombinaties.
• Als het geselecteerde videobeeld niet wordt weergegeven nadat u de projector hebt ingeschakeld en de juiste videobron hebt geselecteerd, controleert u of het videoapparaat is ingeschakeld en goed werkt. Controleer ook of de signaalkabels op de juiste manier zijn aangesloten.
21 Aansluitingen
U dient de projector slechts op een van de volgende videouitgangen aan te sluiten. Elke uitgang levert een andere videokwaliteit.
Aansluiting Beeldkwaliteit
HDMI 1
Component Video
Video
Best
Beter
Normaal
Audioapparaten aansluiten
De projector heeft ingebouwde mono-luidspreker(s) met enkele basisfuncties voor het geluid bij zakelijke presentaties. Deze zijn niet ontworpen, noch bedoel voor het leveren van stereogeluid zoals dit verwacht kan worden in home-theater- of home-cinematoepassingen. Eventuele stereo-geluidssignalen worden omgezet naar monogeluid voor de luidsprekers van de projector.
De geïntegreerde luidsprekers worden gedempt als de AUDIO OUT-aansluiting is aangesloten.
• De projector kan alleen gemengd monogeluid afspelen, zelfs als u een stereo-invoerbron hebt aangesloten.
• Als het geselecteerde videobeeld niet wordt weergegeven nadat u de projector hebt ingeschakeld en de juiste videobron hebt geselecteerd, controleert u of het videoapparaat is ingeschakeld en goed werkt. Controleer ook of de signaalkabels op de juiste manier zijn aangesloten.
22 Aansluitingen

Bediening

De projector opstarten

1. Sluit het netsnoer aan. Schakel het stopcontact in (indien nodig). De Powerindicator op de projector brandt oranje zodra de stroom is ingeschakeld.
2. Druk op op de projector of op op de afstandsbediening om de projector te starten. De
powerindicator knippert groen en blijft groen als de projector is ingeschakeld.
Het opstarten duurt ongeveer 30 seconden. In de latere fase van het opstarten wordt het opstartlogo weergegeven.
Draai zo nodig aan de focusring om de helderheid van het beeld aan te passen.
3. Als de projector voor het eerst wordt geactiveerd, kies dan uw OSD-taal door de instructies op het scherm te volgen.
4. Als u om een wachtwoord wordt gevraagd, drukt u op de pijltoetsen om een wachtwoord van 6 cijfers in te voeren. Zie De wachtwoordbeveiliging gebruiken op
pagina 25.
5. Schakel alle aangesloten apparatuur in.
6. De projector zoekt naar ingangssignalen. Het huidige ingangssignaal dat gescand wordt verschijnt. Als de projector geen goed signaal waarneemt, blijft het bericht "Geen signaal" op het scherm staan totdat er een ingangssignaal wordt gevonden.
U kunt ook op SOURCE drukken om het gewenste ingangssignaal te selecteren. Zie Schakelen
tussen ingangssignalen op pagina 27.
• Gebruik de originele accessoires (zoals het netsnoer) om mogelijk gevaar, zoals een elektrische schok of brand, te voorkomen.
• Als de projector nog warm is van de vorige sessie, gaat de ventilator ongeveer 90 seconden draaien voordat de lichtbron wordt ingeschakeld.
• De Setupwizard-afbeeldingen dienen slechts ter referentie en kunnen afwijken van het daadwerkelijke ontwerp.
• Als de frequentie/resolutie van het ingangssignaal buiten het bereik van de projector valt, wordt het bericht "Buiten bereik" weergegeven op een leeg scherm. Selecteer een ingangssignaal dat compatibel is met de resolutie van de projector of stel het ingangssignaal op een lager niveau in. Zie Timingdiagram op pagina 55.
• Als gedurende 3 minuten geen signaal wordt gedetecteerd, wordt automatisch de spaarmodus geactiveerd.
23 Bediening

De menu's gebruiken

Beeld
Beeldmodus
Helderheid
Contrast
Kleur
Tint
Scherpte
Uit
Referentiemodus
1
7
6
Brilliant Color
Geavanceerde kleurinstellingen
Weergave
Netwerk
Instellingen
Informatie
Invoeren Afsluiten
Ter ug
Presentatie
Presentatie
Beeld resetten
Systeem
2
3
4
5
LumiExpert
1526374
De projector beschikt over 2 soorten schermmenu's (OSD) waarin u de instellingen kunt aanpassen.
• OSD-menu Basis: biedt de belangrijkste menufuncties. (Zie Menu Basis op pagina 37)
• OSD-menu Geavanceerd: biedt de alle menufuncties. (Zie Menu Geavanceerd op pagina 39)
U opent het OSD-menu door op MENU op de projector of afstandsbediening te drukken.
• Navigeer door de menu-items met de pijltoetsen ( / / / ) op de projector of afstandsbediening.
• Gebruik OK op de projector of afstandsbediening om het geselecteerde menu-item te bevestigen.
De eerste keer dat u de projector gebruikt (na het voltooien van de eerste instellingen), verschijnt het OSD-menu Geavanceerd.
Onderstaande OSD-afbeeldingen dienen slechts ter referentie en kunnen afwijken van de daadwerkelijke OSD.
Hieronder ziet u een overzicht van het OSD-menu Geavanceerd.
Hoofd­menu en hoofdmenu­pictogram
Druk op BACK om terug te keren naar de vorige pagina. Druk op MENU om terug naar de
Submenu
vorige pagina te gaan of af te
sluiten. Huidig ingangssig-
Status naal Druk op OK om het menu te openen.
Als u van het OSD-menu Geavanceerd naar het OSD-menu Basis wilt schakelen, volgt u onderstaande instructies:
1. Ga neer het menu Geavanceerd - Systeem > Menu-instellingen en druk op OK.
2. Kies Menutype en OK.
3. Druk op / om Basis te selecteren. De volgende keer dat u de projector inschakelt, kunt u het OSD-menu Basis openen door op MENU te drukken.
24 Bediening
Hieronder ziet u een overzicht van het OSD-menu Basis.
Menu Basis
Draadloos lan
Helderheid
Beeldverhouding
2
1
2
6
Lichtmodus
Beeldmodus
Volume
Informatie
Menutype
Auto
Presentatie
Dimmen
Invoeren
Afsluiten
5
3
4
1
4
253
6
Voer nieuw wachtwoord in
Ter ug
Menutype
Druk op OK om het menu te openen.
Hoofdmenu Status
Druk op MENU om Huidig ingangssignaal
terug naar de vorige
pagina te gaan of af
te sluiten.
Op dezelfde manier schakelt u van het OSD-menu Basis naar het OSD-menu Geavanceerd. Volg de onderstaande instructies:
1. Ga naar Menu Basis > Menutype.
2. Druk op OK en druk op / om Geavanceerd te selecteren. De volgende keer dat u de projector inschakelt, kunt u het OSD-menu Geavanceerd openen door op MENU te drukken.

De projector beveiligen

Een veiligheidskabelslot gebruiken
De projector moet op een veilige plek worden geïnstalleerd om diefstal te voorkomen. Of schaf een slot aan, bijvoorbeeld een Kensington-slot, om de projector te beveiligen. U ziet aan de achterkant van de projector een sleuf voor een antidiefstalslot. Zie item 23 op pagina 8.
Een Kensington veiligheidskabelslot is meestal een combinatie van sleutel(s) en slot. Zie de documentatie van het slot voor meer informatie over het gebruik.
De wachtwoordbeveiliging gebruiken
Een wachtwoord instellen
1. Ga naar het menu Geavanceerd - Instellingen > Beveiligingsinstellingen. Druk op OK. De pagina Beveiligingsinstellingen wordt weergegeven.
2. Selecteer Wachtwoord wijzigen en druk op OK.
3. De vier pijltoetsen ( , , , ) vertegenwoordigen de 4 cijfers (1, 2, 3, 4). Druk, afhankelijk van het gewenste wachtwoord, op de pijltoetsen op afstandsbediening om de zes cijfers van het wachtwoord in te voeren.
4. Bevestig het nieuwe wachtwoord door het nieuwe wachtwoord opnieuw in te voeren. Als het wachtwoord is ingesteld, keert het OSD-menu terug naar de pagina Beveiligingsinstellingen.
5. Activeer de functie Inschakelblokkering door op / te drukken om Inschakelblokkering te markeren en druk op OK. Druk op / om Aan te selecteren. Voer het wachtwoord nogmaals in.
25 Bediening
• De ingevoerde cijfers worden als sterretjes op het scherm weergegeven. Schrijf het door u gekozen wachtwoord
Wachtwoordfout
Probeer het opnieuw.
Noteer de terugroepcode en neem contact op met de BenQ-klantenservice.
Terugroepcode:
Wachtwoord herstellen
Ter ug
van te voren of net nadat u het wachtwoord hebt ingevoerd op, zodat u het altijd kunt opzoeken, mocht u het vergeten.
• Als u een wachtwoord hebt ingesteld en de inschakelblokkering is geactiveerd, kunt u de projector alleen gebruiken als het wachtwoord wordt ingevoerd. Telkens wanneer u de projector start, moet u het wachtwoord opgeven.
Als u het wachtwoord bent vergeten
Als u een onjuist wachtwoord invoert, verschijnt een foutmelding voor het wachtwoord en verschijnt vervolgens de melding Voer huidig wachtwoord in. Als u het wachtwoord echt niet meer weet, gebruikt u de wachtwoordherstelprocedure. Zie De procedure voor het
herstellen van het wachtwoord starten op pagina 26.
Wanneer u 5 keer achter elkaar het verkeerde wachtwoord invoert, wordt de projector na korte tijd automatisch uitgeschakeld.
De procedure voor het herstellen van het wachtwoord starten
1. Houd AUTO 3 seconden ingedrukt. De projector laat op het scherm een code zien.
2. Schrijf het nummer op en schakel de projector uit.
3. Neem contact op met de klantenservice van BenQ in uw land om het nummer te decoderen. Mogelijk wordt u gevraagd om een bewijs van aankoop te overleggen om te controleren of u bevoegd bent de projector te gebruiken.
Het wachtwoord wijzigen
1. Ga naar het menu Geavanceerd - Instellingen > Beveiligingsinstellingen > Wachtwoord wijzigen.
2. Druk op OK. Het bericht "Voer huidig wachtwoord in" verschijnt.
3. Voer het oude wachtwoord in.
• Als het wachtwoord juist is, verschijnt het bericht "Voer nieuw wachtwoord in".
• Als het wachtwoord niet juist is, verschijnt een foutmelding voor het wachtwoord op het scherm. Daarna verschijnt het bericht "Voer huidig wachtwoord in" en kunt u het opnieuw proberen. U kunt op BACK drukken om de wijziging te annuleren of om een ander wachtwoord te proberen.
4. Voer een nieuw wachtwoord in.
5. Bevestig het nieuwe wachtwoord door het nieuwe wachtwoord opnieuw in te voeren.
De wachtwoordfunctie uitschakelen
Schakel de wachtwoordbeveiliging uit door naar het menu Geavanceerd - Instellingen >
Beveiligingsinstellingen > Inschakelblokkering te gaan en druk op OK. Druk op / om Uit te selecteren. Het bericht "Voer huidig wachtwoord in" verschijnt. Voer het huidige wachtwoord in.
• Als het juiste wachtwoord is ingevoerd, keert het OSD-menu terug naar de pagina Beveiligingsinstellingen. U hoeft de volgende keer dat u de projector inschakelt geen wachtwoord meer in te voeren.
• Als het wachtwoord niet juist is, verschijnt een foutmelding voor het wachtwoord op het scherm. Daarna verschijnt het bericht "Voer huidig wachtwoord in" en kunt u het opnieuw proberen.
26 Bediening
U kunt op BACK drukken om de wijziging te annuleren of om een ander wachtwoord te
Bron
proberen.
Hoewel de wachtwoordfunctie is uitgeschakeld, dient u het oude wachtwoord bij de hand te houden voor het geval dat u de wachtwoordfunctie ooit weer moet inschakelen door het oude wachtwoord in te voeren.

Schakelen tussen ingangssignalen

De projector kan tegelijkertijd op verschillende apparaten worden aangesloten. De beelden van deze apparaten kunnen echter niet tegelijkertijd op volledig scherm worden weergegeven. Tijdens het opstarten zoekt de projector automatisch beschikbare signalen.
Zorg dat het menu Geavanceerd - Instellingen > Ingang automatisch zoeken is ingesteld op Aan als u wilt dat de projector automatisch signalen zoekt.
De ingang selecteren:
1. Druk op SOURCE. Een ingangselectiebalk verschijnt dan.
2. Druk op / totdat het gewenste signaal is geselecteerd en druk op OK.
Zodra het signaal is gevonden, wordt de informatie over de geselecteerde ingang een aantal seconden in de hoek van het scherm weergegeven. Als er meerdere apparaten op de projector zijn aangesloten, herhaal dan stappen 1-2 om een ander signaal te zoeken.
• De helderheid van het geprojecteerde beeld verandert tijdens het schakelen tussen de verschillende ingangssignalen.
• Voor de beste beeldresultaten, kiest u een ingangssignaal dat ook gebruik maakt van de eigenresolutie van de projector. Andere resoluties worden door de projector aangepast, afhankelijk van de instelling "beeldverhouding", waardoor enige beeldvervorming of verlies van beeldkwaliteit kan optreden. Zie Beeldverhouding op pagina 37.

De projector besturen in een kabel-lanomgeving

Kabel-lan zorgt ervoor dat u de projector vanaf een computer kunt besturen via een webbrowser, als de computer en de projector beide correct op hetzelfde lokale netwerk zijn aangesloten.
Het kabel-lan configureren
Als u in een dhcp-omgeving bent:
1. Pak een RJ45-kabel en sluit deze aan op de RJ45-lan-ingang van de projector en op de RJ45-poort.
Als u de RJ45-kabel gebruikt, zorgt u ervoor dat de kabels niet verstrikt raken aangezien dit kan resulteren in storing of onderbreking van het signaal.
2. Zorg dat het menu type Geavanceerd is. Zie De menu's gebruiken op pagina 24 voor informatie over het OSD-menu Geavanceerd.
3. Ga naar Geavanceerd - Netwerk.
4. Selecteer Kabel-lan en druk op OK. De pagina Kabel-lan wordt geopend.
5. Druk op / om DHCP te markeren en druk op / om Aan te selecteren.
6. Druk op / om Toepassen te selecteren en druk op OK.
7. Ga terug naar de pagina Netwerk.
8. Druk op / om AMX-apparaat detecteren te markeren en druk op / om Aan of Uit te selecteren. Als AMX-apparaat detecteren op Aan staat, kan de projector door de AMX-controller worden gedetecteerd.
27 Bediening
9. Wacht ongeveer 15 - 20 seconden en open de pagina Kabel-lan opnieuw.
i
ii
10. De instellingen voor IP-adres, Subnetmasker, Standaardgateway en Dns-server worden weergegeven. Schrijf het ip-adres op dat in de rij IP-adres te zien is.
Als het IP-adres niet te zien is, vraag dit dan aan uw systeembeheerder.
Als u niet in een dhcp-omgeving bent:
1. Herhaal bovenstaande stappen 1-4.
2. Druk op / om DHCP te markeren en druk op / om Uit te selecteren.
3. Vraag uw systeembeheerder naar informatie over de instellingen IP-adres, Subnetmasker, Standaardgateway en Dns-server.
4. Druk op / om het item te kiezen dat u wilt wijzigen en druk op OK.
5. Druk op / om de cursor te verplaatsen en druk vervolgens op / om de waarde in te voeren.
6. Druk op OK om de instelling op te slaan. Als u de instelling niet wilt opslaan, drukt u op BACK.
7. Druk op BACK om terug te keren naar de pagina Kabel-lan, druk op / om AMX-apparaat detecteren te selecteren en druk op / om Aan of Uit te selecteren.
8. Druk op BACK om het menu af te sluiten.
De projector op afstand bedienen via een webbrowser
Zodra u het juiste ip-adres van de projector hebt en de projector op stand-by staat, kunt u de projector vanaf elke computer in hetzelfde lokale netwerk bedienen.
1. Voer in de adresbalk van de browser het adres in van de projector en druk op Go (Gaan).
2. De pagina voor externe netwerkbesturing wordt geopend. Op deze pagina kunt u de projector besturen alsof u de afstandsbediening of paneeltoetsen van de projector gebruikt.
28 Bediening
• Menu (MENU) • Auto PC (AUTO)Zie Projector en afstandsbediening op pagina 9
i
ii
iv
iii
ii
v
OK • Input (Ingang)
voor details.
(SOURCE)
• ( ) • ( )
• •
• Blank (Leeg) (ECO BLANK)
Schakel naar een ander ingangsignaal door op het gewenste signaal te klikken.
De lijst met ingangen is afhankelijk van de aansluitingen van de projector. ''Video'' staat voor het Videosignaal.
Op de pagina Tools (Hulpmiddelen) kunt u de projector beheren, de Netwerk-instellingen instellen en toegang via extern netwerkbeheer op deze projector beveiligen.
i. U kunt de projector een naam geven, bijhouden op welke plek hij staat en wie de projector
beheert. ii. U kunt de Netwerk-instellingen aanpassen. iii. Eenmaal ingesteld, is de toegang tot de projector via extern netwerkgebruik beveiligd met een
wachtwoord. iv. Eenmaal ingesteld, is toegang tot de pagina Tools (Hulpmiddelen) beveiligd met een wachtwoord.
Zodra aanpassingen zijn aangebracht, drukt u op de knop Send (Verzenden) en de gegevens worden opgeslagen op de projector.
v. Druk op Exit (Afsluiten) om terug te gaan naar de pagina extern netwerkgebruik.
Let op de lengtelimieten (inclusief spaties en leestekens) in onderstaande lijst:
Caterogie-item Invoerlengte Maximum aantal tekens
IP Address (IP-adres) 15
Crestron Control
IP ID (IP-id) 4
Port (Poort) 5
Projector
Projector Name (Projectornaam)
Location (Locatie) 22
22
Assigned To (Toegekend aan) 22
29 Bediening
DHCP (Enabled) (DHCP
Druk op Exit (Afsluiten) om terug te
gaan naar de pagina voor extern
netwerkgebruik.
(ingeschakeld))
IP Address (IP-adres) 15
Network Configuration
(Netwerkconfiguratie)
Subnet Mask (Subnetmasker) 15
Default Gateway
(Standaardgateway)
DNS Server (Dns-server) 15
Enabled (Ingeschakeld) (niet beschikbaar)
User Password
(Gebruikerswachtwoord)
New Password (Nieuw
wachtwoord)
Confirm (Bevestigen) 15
Enabled (Ingeschakeld) (niet beschikbaar)
Admin Password
(Beheerderswachtwoord)
New Password (Nieuw
wachtwoord)
Confirm (Bevestigen) 15
Op de pagina Info staat de informatie en status van deze projector.
(niet beschikbaar)
15
15
15
Ga naar http://www.crestron.com en www.crestron.com/getroomview voor meer informatie.

De projector uitschakelen

1. Druk op op de projector of op op de afstandsbediening en er verschijnt een melding die om
een bevestiging vraagt. Wanneer u niet binnen enkele seconden reageert, verdwijnt het bericht.
2. Druk nogmaals op of . De powerindicator knippert oranje en de lichtbron wordt uitgeschakeld. De ventilatoren blijven nog ongeveer 90 seconden draaien zodat de projector kan afkoelen.
3. Zodra het afkoelen klaar is, brandt de powerindicator oranje en stoppen de ventilatoren. Trek de stekker van het netsnoer uit het stopcontact.
• Ter bescherming van de lichtbron reageert de projector niet op opdrachten tijdens het afkoelen.
• Probeer de projector niet onmiddellijk weer in te schakelen als deze net is uitgeschakeld, aangezien grote hitte nadelig is voor de levensduur van de lichtbron.
• De daadwerkelijk levensduur van de lichtbron is afhankelijk van de omgevingsomstandigheden en het gebruik.
30 Bediening

Direct uitschakelen

De stroomkabel kan direct nadat de projector is uitgeschakeld, worden losgekoppeld. Bescherm de lichtbron door ongeveer 10 minuten te wachten voordat u de projector weer inschakelt. Als u de projector weer probeert in te schakelen, kunnen de ventilatoren enkele minuten blijven draaien om de
projector af te koelen. Mocht dit gebeuren, druk dan nogmaals op of op om de projector te starten nadat de ventilatoren zijn gestopt en oranje brandt.
31 Bediening

Menubewerkingen

De schermmenu (OSD)'s verschillen afhankelijk van het geselecteerde signaaltype en het projectormodel.
De menu-items zijn beschikbaar wanneer de projector minstens één goed signaal detecteert. Wanneer geen apparatuur op de projector is aangesloten of geen signaal wordt waargenomen, zijn beperkte menuopties beschikbaar.
Menu Basis
Hoofdmenu Opties Helderheid Beeldverhouding Auto/Reëel/4:3/16:9/16:10
0~50~100
Beeldmodus
Volume Lichtmodus Normaal/Economisch/Dimmen/Aangepast LumiExpert-niveau
Informatie
Menutype Basis/Geavanceerd
Helder/Presentatie/Infographic/Video/sRGB/ (3D)/Gebruiker 1/Gebruiker 2
0~5~10
-2~0~2 Native resolutie Gedetecteerde resolutie Bron Beeldmodus Lichtmodus 3D-formaat Kleursysteem Gebruikstijd van lichtbron Firmware-versie Servicecode
32 Menubewerkingen
Menu Geavanceerd
Hoofdmenu Submenu Opties
Helder/Presentatie/Infographic/
Beeldmodus
Video/sRGB/(3D)/Gebruiker 1/ Gebruiker 2
Beeld
Referentiemodus
Helderheid Contrast Kleur Scherpte Brilliant Color Aan/Uit
Kleurtempera­tuur
Kleurtempera­tuur afstemmen
Geavanceerde kleurinstellingen
Helder/Presentatie/Infographic/ Video/sRGB/(3D) 0~50~100
-50~0~50
-50~0~50 0~15~31
Koel/Normaal/Warm
R-versterking (0~50~100) G-versterking (0~50~100) B-versterking (0~50~100) R-verschuiving (-50~0~50) G-verschuiving (-50~0~50) B-verschuiving (-50~0~50) R (Primaire kleur/Schakering/
Verzadiging/Versterking) G (Primaire kleur/Schakering/
Verzadiging/Versterking) B (Primaire kleur/Schakering/
Kleurbeheer
Wandkleur
LumiExpert Aan/Uit
LumiExpert (LX730/LX730D/ LU930/LU930D/ LH930/LH930D)
Beeld resetten Resetten/Annuleren
LumiExpert-niv eau
Handmatige kalibratie
Verzadiging/Versterking) C (Primaire kleur/Schakering/
Verzadiging/Versterking) M (Primaire kleur/Schakering/
Verzadiging/Versterking) Y (Primaire kleur/Schakering/
Verzadiging/Versterking) Uit/Lichtgeel/Roze/Lichtgroen/
Blauw/Schoolbord
-2~0~2
Status van handmatige kalibratie Kalibreren Handm. kalibratie resetten
33 Menubewerkingen
Hoofdmenu Submenu Opties
Beeldverhouding Auto/Reëel/4:3/16:9/16:10
H: -30~0~30
2D-keystone
V: -40~0~40
Hoek passend
Weergave
Testpatroon
Pc & YPbPr-component afstemmen
Positie
3D-modus
3D-sync
3D
omkeren 3D-instellingen
toepassen 3D-instellingen
opslaan
Hdmi-formaat
Digitale zoom
Uit/Grid W/Grid R/Grid G/ RGB Ramps
Fase Horizontale afmeting
H: -5~0~5 V: -5~0~5
Auto/Boven-onder/Frame opeenvolgend/Frame-packing/
Naast elkaar/Uit
Uitschakelen/Omkeren
3D-instellingen 1/3D-instellingen 2/3D-instellingen 3/Uit
3D-instellingen 1/3D-instellingen 2/3D-instellingen 3
Auto/RGB beperkt/RGB volledig/ YUV beperkt/YUV volledig PC: 1,0X/2,0X
Video: 1,0X/1,8X
Netwerk
Digitaal
0,75X~1,0X
Aanpassingsmodi
Beeldgrootte aanpassen
verkleinen en verschuiven
Bovenkant
Blanco maken
Onder Links Rechts
Dig-lensverschuiving (LU710/LU710D/LU930/LU930D/LH710/LH710D/LH930/LH930D)
Weergave resetten Resetten/Annuleren
Status DHCP Aan/Uit IP-adres
Kabel-lan
Subnetmasker Standaardgateway Dns-server
Toepassen AMX-apparaat detecteren Aan/Uit MAC-adres (kabel)
34 Menubewerkingen
Hoofdmenu Submenu Opties
Instellingen
Projectorinstallatie
Externe ontvanger
Tafel voor/Tafel achter/Plafond achter/Plafond voor
Voorkant/Bovenkant/
Voorkant+Bovenkant Ingang automatisch zoeken Aan/Uit Auto-sync Aan/Uit Dynamisch dimmen Aan/Uit
Normaal/Economisch/Dimmen/
Lichtinstellingen
Lichtmodus
Aangepast
Aangepaste helderheid
Gebruikstijd van lichtbron
Inactief-timer
Uitschakelen/5 min/10 min/
15 min/20 min/25 min/30 min
Herinnering Aan/Uit Hoogtemodus Aan/Uit
Gebruiksinstel­lingen
Instellingen
Direct inschakelen
Inschakelen bij signaal
voor in/uitschakelen
Automatisch uitschakelen
Uitschakeltimer
12 V trigger Aan/Uit
Beveiligingsin­stellingen
Baudrate
Schermtoets­blokkering
Wachtwoord wijzigen Inschakelblok-
kering
HDMI 1
Aan/Uit
Aan/Uit
9600/14400/19200/38400/57600/
115200
Auto/Lager/Laag/Gemiddeld/
Hoog/Hoger Hdmi-equalizer
HDMI 2
Auto/Lager/Laag/Gemiddeld/
Hoog/Hoger USB-aan/uitschakelaar Aan/Uit Instellingen
resetten
Resetten/Annuleren
35 Menubewerkingen
Hoofdmenu Submenu Opties
Taal
Stand-bymodus Eco/Netwerk/Normaal Net-
Stand-by-instel­lingen
werkstand-bym odus auto uit
Beeld­scherm-uit
Uit/20 min/1 uur/2 uur/3 uur/6 uur
Aan/Uit
Systeem
Uit/Audio-in/Audio L/R/HDMI 1/ HDMI 2
Achtergrondin­stellingen
Audio pass-through
Achtergrond Grijs/BenQ/Zwart/Blauw/Paars Beginscherm BenQ/Zwart/Blauw Menutype Basis/Geavanceerd
Menu-instellin­gen
Weergaveduur menu
5 sec/10 sec/20 sec/30 sec/Altijd
Dempen Aan/Uit
Geluidsinstellin­gen
Volume Beltoon
in/uitschakelen Ondertitels
inschakelen
0~5~10
Aan/Uit
Aan/Uit
Ondertitels
Ondertitelver­sie
Weergaveresolutie-schakelaar (LU710/LU710D/LU930/LU930D)
OT1/OT2/OT3/OT4
WUXGA/1080P
Fabriekswaarden Resetten/Annuleren Systeem
resetten
Resetten/Annuleren
Informatie
36 Menubewerkingen
Native resolutie Gedetecteerde resolutie Bron Beeldmodus Lichtmodus 3D-formaat Kleursysteem Gebruikstijd van lichtbron Firmware-versie Servicecode

Menu Basis

15:9-beeld
(LX710/LX710D/ LX730/LX730D)
(LU710/LU710D/ LU930/LU930D)
(LH710/LH710D/ LH930/LH930D)
4:3-beeld
16:9-beeld
4:3-beeld
16:9-beeld
16:10-beeld
Helderheid
Beeldverhou­ding
Hoe hoger de waarde, hoe helderder de afbeelding. Stel deze knop zo in dat de zwarte gedeelten van het beeld echt zwart worden weergegeven en er nog details zichtbaar zijn in de donkere gedeelten.
Er zijn diverse opties voor het instellen van de beeldverhouding, afhankelijk van het apparaat waarvan het signaal afkomstig is.
Auto: De verhouding van het beeld wordt aangepast aan de eigen resolutie van de projector in de horizontale of verticale breedte.
Reëel: Projecteert een beeld in de oorspronkelijke resolutie en de grootte wordt aangepast binnen het weergavegebied. Voor ingangssignalen met een lagere resolutie wordt het geprojecteerde beeld op de originele grootte weergegeven.
4:3: Past het beeld zodanig aan dat het in het midden van het scherm wordt weergegeven in een beeldverhouding van 4:3.
16:9: Past het beeld zodanig aan dat het in het midden van het scherm wordt weergegeven in een beeldverhouding van 16:9.
16:10: Past het beeld zodanig aan dat het in het midden van het scherm wordt weergegeven in een beeldverhouding van 16:10.
37 Menubewerkingen
Beeldmodus
De projector beschikt over verschillende beeldmodi waaruit u de modus kunt kiezen die het beste past bij uw gebruiksomgeving en het beeldtype van het ingangssignaal.
Helder: maximaliseert de helderheid van het geprojecteerde beeld. Deze optie is geschikt voor omgevingen waar een uiterst hoge helderheid is vereist, bijv. in een goed verlichte kamer.
Presentatie: is ontworpen voor presentaties. De helderheid primeert in deze modus opdat de kleuren overeenkomen met die van de pc of notebook.
Infographic: is perfect voor presentaties met een combinatie van tekst en afbeeldingen omwille van zijn hoge kleurhelderheid en een betere kleurgradatie om details duidelijker te zien.
Video: is geschikt voor video's in een omgeving met omgevingslicht. Dynamische kleurdetails worden behouden dankzij de verbeteringstechnologie van BenQ.
sRGB: in deze modus worden de RGB-kleuren zo zuiver mogelijk weergegeven, waardoor de beelden levensecht worden, ongeacht de helderheidinstellingen. De modus is geschikt voor het bekijken van foto's die zijn gemaakt met een sRGB-compatibele en correct gekalibreerde camera, en voor het bekijken van grafische toepassingen en tekenprogramma's zoals AutoCAD.
3D: is geschikt voor 3D-beelden en 3D-videofragmenten.
Gebruiker 1/Gebruiker 2: Roept de aangepaste instellingen op, gebaseerd op de momenteel beschikbare beeldmodi. Zie Referentiemodus op pagina 39.
Volume Past het geluidsniveau aan.
Lichtmodus Zie Instellen van de Lichtmodus op pagina 50.
Native resolutie: toont de eigenresolutie van de projector.
Gedetecteerde resolutie: geeft de eigenresolutie van het ingangssignaal weer.
Bron: geeft de huidige signaalbron weer.
Beeldmodus: geeft de geselecteerde modus in het menu Beeld weer.
Lichtmodus: geeft de geselecteerde modus in het menu Lichtinstellingen weer.
Informatie
3D-formaat: geeft de huidige 3D-modus aan.
Kleursysteem: geeft de indeling van het ingangsysteem aan.
Gebruikstijd van lichtbron: geeft het aantal uur weer dat de lichtbron is gebruikt.
Firmware-versie: toont de firmware-versie van de projector.
Servicecode: toont het serienummer van de projector.
Menutype
38 Menubewerkingen
Schakelt naar het OSD-menu Geavanceerd. Zie De menu's gebruiken op pagina
24.

Menu Geavanceerd

Beeld
De projector beschikt over verschillende beeldmodi waaruit u de modus kunt kiezen die het beste past bij uw gebruiksomgeving en het beeldtype van het ingangssignaal.
Helder: maximaliseert de helderheid van het geprojecteerde beeld. Deze optie is geschikt voor omgevingen waar een uiterst hoge helderheid is vereist, bijv. in een goed verlichte kamer.
Presentatie: is ontworpen voor presentaties. De helderheid primeert in deze modus opdat de kleuren overeenkomen met die van de pc of notebook.
Infographic: is perfect voor presentaties met een combinatie van tekst en afbeeldingen omwille van zijn hoge kleurhelderheid en een betere kleurgradatie
Beeldmodus
om details duidelijker te zien.
Video: is geschikt voor video's in een omgeving met omgevingslicht. Dynamische kleurdetails worden behouden dankzij de verbeteringstechnologie van BenQ.
sRGB: in deze modus worden de RGB-kleuren zo zuiver mogelijk weergegeven, waardoor de beelden levensecht worden, ongeacht de helderheidinstellingen. De modus is geschikt voor het bekijken van foto's die zijn gemaakt met een sRGB-compatibele en correct gekalibreerde camera, en voor het bekijken van grafische toepassingen en tekenprogramma's zoals AutoCAD.
Referentie­modus
Helderheid
Contrast
3D: is geschikt voor 3D-beelden en 3D-videofragmenten.
Gebruiker 1/Gebruiker 2: Roept de aangepaste instellingen op, gebaseerd op de momenteel beschikbare beeldmodi. Zie Referentiemodus op pagina 39.
Er zijn twee door de gebruiker te definiëren modi als de momenteel beschikbare beeldkwaliteitstanden niet aan uw wensen voldoen. U kunt een van de beeldmodi als beginpunt gebruiken (behalve Gebruiker 1/Gebruiker 2) en de instellingen aanpassen.
1. Ga naar Beeld > Beeldmodus.
2. Druk op / om Gebruiker 1 of Gebruiker 2 te selecteren.
3. Druk op om Referentiemodus te markeren en druk op / om een
beeldmodus te kiezen die uw eisen het dichtst benadert.
4. Druk op om een submenu-item te selecteren dat kan worden veranderd en
pas de waarde aan. De aanpassingen worden opgenomen in de geselecteerde gebruikersmodus.
Hoe hoger de waarde, hoe helderder de afbeelding. Stel deze knop zo in dat de zwarte gedeelten van het beeld echt zwart worden weergegeven en er nog details zichtbaar zijn in de donkere gedeelten.
Hoe hoger de waarde, hoe groter het contrast. Gebruik deze optie om het maximale witniveau in te stellen nadat u eerder de Helderheid hebt ingesteld die past bij de geselecteerde ingang en de omgeving.
Kleur
Lagere instelling levert minder verzadigde kleuren op. Als de instelling te hoog staat, worden de kleuren op het beeld te fel, waardoor het beeld onrealistisch wordt.
39 Menubewerkingen
Tint
ROOD
BLAUW
GROEN
Geel
Cyaan
Magenta
Hoe hoger de waarde, hoe groener het beeld. Hoe lager de waarde, hoe roder het beeld.
Scherpte Hoe hoger de waarde, hoe scherper het beeld.
Deze functie maakt gebruik van een nieuw kleurverwerkingsalgoritme en systeemniveauverbeteringen voor een hogere helderheid terwijl de kleuren getrouwer en pakkender in beeld komen. Het verhoogt de helderheid van de
Brilliant Color
middentonen met meer dan 50%. Middentonen komen veel voor in video's en natuurlijke scènes, zodat de projector de beelden realistisch en natuurgetrouw weergeeft. Als u beelden van deze kwaliteit wilt, kies dan Aan. Als Uit is geselecteerd, is de functie Kleurtemperatuur niet beschikbaar.
Kleurtemperatuur
Er zijn diverse voorinstellingen voor kleurtemperatuur beschikbaar. De beschikbare instellingen variëren op basis van het geselecteerde signaaltype.
Normaal: de witte kleur behoudt de normale schakering.
Koel: maakt het beeld blauwachtig wit.
Warm: maakt het beeld roodachtig wit.
Kleurtemperatuur afstemmen
U kunt ook een voorkeurskleurtemperatuur instellen door de volgende opties aan te passen.
Geavan­ceerde kleu­rinstellingen
R-versterking/G-versterking/B-versterking: past de contrastniveaus van Rood, Groen en Blauw aan.
R-verschuiving/G-verschuiving/B-verschuiving: past de helderheidniveaus van Rood, Groen en Blauw aan.
Kleurbeheer
Deze functie heeft zes kleurreeksen (RGBCMY) die kunnen worden aangepast. Als u elke kleur selecteert, kunt u onafhankelijk het bereik en verzadiging naar wens aanpassen.
Primaire kleur: selecteert een kleur uit R (Rood), G (Groen), B (Blauw), C (Cyaan), M (Magenta) of Y (Geel).
Schakering: Tint wordt gebruikt om de kleurbalans aan te passen. Een verhoging van de waarde omvat de kleuren die bestaan uit meer kenmerken van links naastliggende kleuren. Verlaag de waarde om het effect rechtsom uit te voeren. Zie de afbeelding om te zien hoe de kleuren samenhangen. Als u bijvoorbeeld Rood kiest en de waarde instelt op 0, wordt alleen puur rood in het geprojecteerde beeld geselecteerd. Als u de waarde verhoogt, wordt rood in de buurt van geel opgenomen. Als u de waarde verlaagt, wordt rood in de buurt van magenta opgenomen.
40 Menubewerkingen
Geavan­ceerde kleu­rinstellingen
Verza digi ng: past de waarden naar wens aan. Elke aangebrachte aanpassing is direct terug te vinden in het beeld. Als u bijvoorbeeld Rood kiest en het bereik instelt op 0, wordt alleen de verzadiging van puur rood beïnvloed.
Verzadiging is de hoeveelheid van die kleur in een videobeeld. Lagere instellingen produceren minder verzadigde kleuren; een instelling van "0" verwijdert de betreffende kleur volledig uit het beeld. Als de verzadiging te hoog is, wordt de betreffende kleur te sterk en onrealistisch.
Versterking: past de waarden naar wens aan. Het contrastniveau van de gekozen primaire kleur wordt beïnvloed. Elke aangebrachte aanpassing is direct terug te vinden in het beeld.
Wandkleur
Corrigeert de kleur van het geprojecteerde beeld als het projectieoppervlak, bijvoorbeeld een geverfde muur, niet wit is. De functie Wandkleur kan dan de kleur van het geprojecteerde beeld corrigeren zodat eventueel kleurverschil tussen het oorspronkelijke en het geprojecteerde beeld zoveel mogelijk wordt beperkt. U kunt uit diverse vooraf ingestelde kleuren kiezen: Lichtgeel, Roze, Lichtgroen, Blauw en Schoolbord.
LumiExpert: als deze functie is ingeschakeld, detecteert de projector actief het omgevingslicht en past automatisch de gebalanceerde visuele helderheid toe voor een optimale weergave.
LumiExpert
Beeld resetten
Deze functie is niet beschikbaar als de Beeldmodus is ingesteld op Helder of 3D.
LumiExpert-niveau: past de gammaverschuiving aan.
Handmatige kalibratie: u kunt de kalibratie zelf uitvoeren op basis van de helderheid van de omgeving.
Status van handmatige kalibratie: toont de status van de handmatige kalibratie.
Kalibreren: activeer dit item om de kalibratie te starten.
Handm. kalibratie resetten: herstelt de fabriekswaarden van de gammaverschuiving.
Herstelt alle aanpassingen die zijn aangebracht in het menu Beeld naar de standaard fabriekswaarden.
41 Menubewerkingen
Weergave
15:9-beeld
(LX710/LX710D/ LX730/LX730D)
(LU710/LU710D/ LU930/LU930D)
(LH710/LH710D/ LH930/LH930D)
4:3-beeld
16:9-beeld
4:3-beeld
16:9-beeld
16:10-beeld
Beeldverhou­ding
Er zijn diverse opties voor het instellen van de beeldverhouding, afhankelijk van het apparaat waarvan het signaal afkomstig is.
Auto: De verhouding van het beeld wordt aangepast aan de eigen resolutie van de projector in de horizontale of verticale breedte.
Reëel: Projecteert een beeld in de oorspronkelijke resolutie en de grootte wordt aangepast binnen het weergavegebied. Voor ingangssignalen met een lagere resolutie wordt het geprojecteerde beeld op de originele grootte weergegeven.
4:3: Past het beeld zodanig aan dat het in het midden van het scherm wordt weergegeven in een beeldverhouding van 4:3.
16:9: Past het beeld zodanig aan dat het in het midden van het scherm wordt weergegeven in een beeldverhouding van 16:9.
16:10: Past het beeld zodanig aan dat het in het midden van het scherm wordt weergegeven in een beeldverhouding van 16:10.
Keystone
Deze functie biedt handmatige 2D-keystone-aanpassing en automatische verticale keystone-aanpassing. Zie Keystone corrigeren op pagina 19.
Hoek passend Zie Passend in hoek aanpassen op pagina 20.
Ingebouwde afbeeldingen om te controleren of het geprojecteerde beeld niet is vervormd.
Testpatroon
Fase: hiermee past u de klokfase aan om vervorming
Pc & YPbPr-com­ponent afstemmen
van het beeld te verminderen. Deze functie is alleen beschikbaar als pc-signaal (analoog RGB) of YPbPr is geselecteerd.
Horizontale afmeting: stelt de horizontale breedte van het beeld in. Deze functie is alleen beschikbaar als pc-signaal (analoog RGB) is geselecteerd.
De pagina wordt weergegeven waarop u de positie kunt aanpassen. U verplaatst het
Positie
geprojecteerde beeld met de richtingspijlen. Deze functie is alleen beschikbaar als pc-signaal (analoog RGB) is geselecteerd.
42 Menubewerkingen
3D
Deze projector bevat een 3D-functie waarmee u kunt genieten van films, video's en sportprogramma's in 3D, die nog realistischer lijken als ze via hdmi worden weergegeven. Draag een 3D-bril om van de 3D-beelden te kunnen genieten.
3D-modus: de standaardinstelling is Uit. Als u wilt dat de projector automatisch een geschikt 3D-formaat kiest als 3D-beelden worden gedetecteerd, kiest u Auto. Als de projector het 3D-formaat niet kan herkennen, drukt u op / om een 3D-modus te kiezen uit Boven-onder, Frame opeenvolgend, Frame-packing en Naast elkaar.
Als de 3D-functie is geactiveerd:
• De helderheid van het geprojecteerde beeld wordt verminderd.
• De volgende instellingen kunnen niet worden aangepast: Beeldmodus, Referentiemodus.
• De Keystone kan alleen in beperkte mate worden aangepast.
3D-sync omkeren: als u merkt dat de beelddiepte is omgedraaid, schakel dan deze functie in om het probleem te verhelpen.
3D-instellingen toepassen: zodra de 3D-instellingen zijn opgeslagen, kunt u ze activeren door ze als een reeks opgeslagen 3D-instellingen te selecteren. Eenmaal toegepast speelt de projector de ontvangen 3D-content automatisch af als deze overeenkomt met de opgeslagen 3D-instellingen.
Hdmi-formaat
Alleen de reeks(en) met 3D-instellingen met onthouden gegevens is (zijn) beschikbaar.
3D-instellingen opslaan: als de 3D-content correct wordt weergegeven nadat de aanpassingen zijn gemaakt, schakelt u deze functie in en kiest u een reeks 3D-instellingen om de actuele 3D-instellingen op te slaan.
Selecteer een geschikt kleurformaat voor een optimale beeldkwaliteit.
Auto: selecteert automatisch een geschikte kleurruimte en grijsniveau voor het inkomende HDMI-signaal.
RGB beperkt: maakt gebruik van het beperkte bereik RGB 16-235.
• RGB volledig: maakt gebruik van het volledige bereik RGB 0-255.
YUV beperkt: maakt gebruik van het beperkte bereik YUV 16-235.
• YUV volledig: maakt gebruik van het volledige bereik YUV 0-255.
43 Menubewerkingen
Beeldgrootte aanpassen
Digitale zoom
Hiermee vergroot of verkleint u het geprojecteerde beeld.
1. Als de aanpassingsbalk zichtbaar is, drukt u herhaaldelijk op / om het beeld te verkleinen of vergroten naar een gewenst formaat.
2. Druk op OK om de panmodus te openen.
3. Druk op de pijltoetsen ( , , , ) op de projector of op de afstandsbediening om door het beeld te navigeren.
Het beeld kan alleen worden verschoven nadat het is vergroot. U kunt het beeld verder uitvergroten terwijl u details zoekt.
Digitaal verkleinen en verschuiven
Verkleint en/of verschuift het geprojecteerde beeld.
1. Als de aanpassingsbalk zichtbaar is, drukt u herhaaldelijk op / om het beeld te verkleinen of vergroten naar een gewenst formaat.
2. Druk op OK om digitaal verschuiven te activeren.
3. Als digitaal verschuiven is geactiveerd, drukt u op de richtingspijlen ( , , ,
) om het beeld te verschuiven.
Dig-lensver­schuiving
4. Herstel de oorspronkelijke beeldgrootte door op AUTO te drukken.
Het beeld kan alleen worden verschuifd als het is verkleind.
Blanco maken
Maakt een deel van het geprojecteerde beeld blanco.
1. Kies eerst de Aanpassingsmodi door op / te drukken.
2. Druk op / om het gebied te selecteren dat u wilt aanpassen en druk op
/ om het bereik aan te passen.
Activeer de functie Alle blanking-instellingen resetten om de fabriekswaarden van alle functies in het menu Blanco maken te herstellen. Druk op AUTO om de waarden van het geselecteerde item te wissen (behalve Aanpassingsmodi).
Zodra de pagina Dig-lensverschuiving verschijnt, drukt u op / om het geprojecteerde beeld te verschuiven.
Deze functie is in de volgende omstandigheden niet beschikbaar: Beeldmodus is 3D;
Weergaveresolutie-schakelaar is WUXGA.
Weer gave resetten
44 Menubewerkingen
Herstelt alle aanpassingen die zijn aangebracht in het menu Weergave naar de standaard fabriekswaarden.
Netwerk
Kabel-lan Zie De projector besturen in een kabel-lanomgeving op pagina 27.
AMX-apparaat detecteren
MAC-adres (kabel)
Instellingen
Projectorin­stallatie
Externe ontvanger
Ingang automatisch zoeken
Auto-sync
Dynamisch dimmen
als deze functie Aan staat, kan de projector door de AMX-controller worden gedetecteerd.
toont het mac-adres van deze projector.
U kunt de projector tegen het plafond of achter een scherm installeren of met een of meerdere spiegels. Zie Een plek kiezen op pagina 11.
Hiermee kunt u alle externe ontvangers of één specifieke externe ontvanger inschakelen op de projector.
Hiermee kan de projector automatisch een signaal zoeken.
Aan: hiermee bepaalt de projector automatisch de beste beeldtimings voor het weergegeven beeld als pc-signaal (analoog RGB) is geselecteerd en op AUTO wordt gedrukt.
Uit: de projector reageert niet als op AUTO wordt gedrukt.
Hiermee kan de projector automatisch de videobeelden detecteren en het contrast in donkere scènes verbeteren.
Lichtinstellin­gen
Lichtmodus: zie Instellen van de Lichtmodus op pagina 50.
Aangepaste helderheid: is uitsluitend beschikbaar als Lichtmodus is ingesteld op Aangepast.
Gebruikstijd van lichtbron: geeft het aantal uur weer dat de lichtbron is gebruikt.
45 Menubewerkingen
Inactief-timer
Stelt in hoeveel tijd moet verstrijken met geen inactiviteit op een zwart beeld. Als de ingestelde tijd is verstreken, wordt het beeld hersteld. Wanneer de huidige tijdsduur niet overeenkomt met uw wensen, selecteert u Uitschakelen. Ongeacht of Inactief-timer is geactiveerd of uitgeschakeld, kunt u op de meeste toetsen op de projector of afstandsbediening drukken om het beeld te herstellen.
Herinnering
zet de herinneringen aan of uit.
Hoogtemodus
Als u de projector op een hoogte van 1500 - 3000 m boven zeeniveau gebruikt, en de temperatuur tussen 0°C - 30°C ligt, wordt aanbevolen de Hoogtemodus te gebruiken.
Tijdens het gebruik van de "Hoogtemodus" wordt wellicht meer geluid geproduceerd omdat de ventilatoren sneller moeten draaien voor een betere koeling en optimale prestaties.
Als u de projector in andere dan deze extreme omstandigheden gebruikt, wordt het apparaat mogelijk automatisch uitgeschakeld om te voorkomen dat de projector oververhit geraakt. Selecteer de hoogtemodus om te voorkomen dat de projector automatisch wordt uitgeschakeld. Dit betekent echter niet dat de projector in alle ruwe of extreme omstandigheden kan worden gebruikt.
Gebruiksinstel­lingen
Gebruik Hoogtemodus niet als uw hoogte tussen 0 en 1500 m ligt en de temperatuur tussen 0°C en 35°C is. Als u onder zulke omstandigheden de modus inschakelt, wordt de projector te ver afgekoeld.
Instellingen voor in/uitschakelen
Direct inschakelen: hiermee kan de projector automatisch inschakelen zodra er stroom staat op de stroomkabel.
Inschakelen bij signaal: bepaalt of de projector direct wordt ingeschakeld
zonder op AAN/UIT of ON te drukken als de projector op stand-by staat en een signaal van 5 V op de vga-kabel of hdmi-kabel wordt gedetecteerd.
Automatisch uitschakelen: hiermee wordt de projector automatisch uitgeschakeld als er gedurende een ingestelde periode geen ingangssignaal wordt gedetecteerd, zodat de lichtbron niet onnodig energie verbruikt.
Uitschakeltimer: stelt de timer voor automatisch uitschakelen in.
12 V trigger
Er is één 12 V-trigger die onafhankelijk functioneert en die u naar eigen inzicht kunt installeren.
Uit: als dit is geselecteerd, verstuurt de projector geen elektronisch signaal als deze wordt ingeschakeld.
Aan: de projector stuurt een laag naar hoog elektronisch signaal als de projector
46 Menubewerkingen
wordt ingeschakeld, en een hoog naar laag signaal als de projector wordt uitgeschakeld.
Beveiligingsin­stellingen
Baudrate
Hdmi-equali­zer
Zie De wachtwoordbeveiliging gebruiken op pagina 25.
Kies een baudrate die identiek is aan die van de computer, zodat u de projector via een geschikte RS-232-kabel kunt aansluiten en de firmware van de projector kunt updaten of downloaden. Deze functie is bedoeld voor gekwalificeerde reparateurs.
Past de versterkingsinstellingen van de equalizer aan voor een HDMI-signaal. Hoe hoger de instelling, hoe hoger de versterking. Als de projector over meer dan een HDMI-poort beschikt, selecteert u eerst de HDMI-poort voordat u de waarde aanpast.
USB-aan/uit­schakelaar
Instellingen resetten
Schakelt de 5 V-voedingsuitvoer van "Type A-aansluiting" in of uit. Kies Aan om deze functie in te schakelen.
Herstelt alle aanpassingen die zijn aangebracht in het menu Instellingen naar de standaard fabriekswaarden.
Systeem
Taal Hiermee stelt u de taal van de On-Screen Display (OSD)-menu's in.
• Stand-bymodus
Eco: de projector blijft in de normale stand-bymodus met een energieverbruik van minder dan 0,5 W.
Netwerk: de projector blijft in de netwerkstand-bymodus met een energieverbruik van minder dan 2 W.
Normaal: hiermee kan de projector in stand-bymodus netwerkfuncties, beeldscherm-uit en audio pass-through activeren.
Netwerkstand-bymodus auto uit: Hiermee kan de projector de
Stand-by-instel­lingen
netwerkfunctie uitschakelen na een bepaalde tijd nadat de stand-bymodus is geactiveerd. Als bijvoorbeeld 20 min is geselecteerd, blijft de netwerkfunctie van de projector nog 20 minuten geactiveerd nadat de stand-bymodus is geactiveerd. Als 20 minuten voorbij zijn, activeert de projector de normale stand-bymodus.
Achtergrondin­stellingen
Menu-instellin­gen
Beeldscherm-uit: hiermee kan de projector een vga-signaal uitvoeren in de stand-bymodus en als de PC-aansluiting en de MONITOR OUT-aansluiting correct zijn aangesloten.
Audio pass-through: de projector kan in de stand-bystand een geluid afspelen als op de aansluitingen randapparatuur is aangesloten. Druk op / om de gewenste bron te kiezen. Zie Aansluitingen op pagina 21 voor meer informatie over aansluitingen.
Achtergrond: stelt de achtergrondkleur van de projector in.
Beginscherm: hiermee selecteert u het logoscherm dat wordt weergegeven bij het opstarten van de projector.
Menutype: schakelt naar het OSD-menu Basis.
Weergaveduur menu: bepaalt hoe lang het OSD op het scherm wordt weergegeven nadat u op de knop hebt gedrukt.
47 Menubewerkingen
Geluidsinstellin­gen
Dempen: schakelt het geluid tijdelijk uit.
Volume: past het geluidsniveau aan.
Beltoon in/uitschakelen: schakelt de beltoon uit tijdens het opstarten of uitschakelen van de projector.
De enige manier om Beltoon in/uitschakelen te veranderen is het instellen van Aan of Uit hier. Het dempen van het geluid of aanpassen van het geluidsniveau heeft geen invloed op de Beltoon in/uitschakelen.
Ondertitels inschakelen: activeer de functie door Aan te kiezen als het geselecteerde ingangssignaal ondertitels bevat.
Ondertitels
Weergavereso­lutie-schake­laar (LU710/LU710D
/
LU930/LU930D)
Fabriekswaar­den
Systeem resetten
Ondertitels: Plaatst de dialoog, verhaallijn en geluidseffecten van tv-programma's en video's die ondertiteling bevatten, op het scherm (in de programmagids wordt dit vaak aangegeven met "CC").
Ondertitelversie: selecteert een gewenste ondertitelmodus. Bekijk ondertitels door OT1, OT2, OT3 of OT4 te kiezen (OT1 toont ondertitels in de primaire taal van uw regio).
Schakelt de eigenresolutie van deze projector in op WUXGA of 1080P.
Zet alle instellingen terug op de fabrieksinstellingen.
De volgende instellingen blijven behouden: Keystone, Projectorinstallatie, Gebruikstijd van lichtbron Hoogtemodus, Beveiligingsinstellingen, Baudrate.
Herstelt alle aanpassingen die zijn aangebracht in het menu Systeem naar de standaard fabriekswaarden.
Informatie
Native resolutie: toont de eigenresolutie van de projector.
Gedetecteerde resolutie: geeft de eigenresolutie van het ingangssignaal weer.
Bron: geeft de huidige signaalbron weer.
Beeldmodus: geeft de geselecteerde modus in het menu Beeld weer.
Lichtmodus: geeft de geselecteerde modus in het menu Lichtinstellingen
Informatie
3D-formaat: geeft de huidige 3D-modus aan.
Kleursysteem: geeft de indeling van het ingangsysteem aan.
Gebruikstijd van lichtbron: geeft het aantal uur weer dat de lichtbron is
Firmware-versie: toont de firmware-versie van de projector.
48 Menubewerkingen
weer.
gebruikt.

Onderhoud

Onderhoud van de projector

De lens reinigen
Reinig de lens als u vuil of stof op het oppervlak ziet. Schakel de projector uit en laat de projector volledig afkoelen voordat u de lens reinigt.
• Verwijder stof met een fles met gecomprimeerde lucht.
• Bij vuil of vlekken gebruikt u papier voor het reinigen van cameralenzen of bevochtigt u een zachte doek met reinigingsvloeistof voor cameralenzen en veegt u het oppervlak van de lens voorzichtig schoon.
• Gebruik nooit een schuursponsje, reinigingsmiddel met alkaline/zuur, schuurmiddel of vluchtig oplosmiddel, zoals alcohol, wasbenzine, thinner of insecticide. Het gebruik van zulke stoffen of langdurig contact met materiaal van rubber of vinyl, kan resulteren in beschadiging van het oppervlak en behuizing van de projector.
De projectorbehuizing reinigen
Schakel de projector op de correcte manier uit (zie De projector uitschakelen op pagina 30) en trek de stekker van het netsnoer uit het stopcontact voordat u de behuizing reinigt.
• Verwijder vuil of stof met een zachte, pluisvrije doek.
• Voor het verwijderen van hardnekkige vlekken gebruikt u een zachte doek die u hebt bevochtigd met water en een neutraal schoonmaakmiddel. Veeg hiermee de behuizing schoon.
Gebruik nooit was, alcohol, benzine, verdunner of andere chemische schoonmaakmiddelen. Hierdoor kan de behuizing beschadigd raken.
De projector opbergen
Volg de aanwijzingen hieronder als u de projector langere tijd wilt opbergen:
• Zorg dat de temperatuur en de luchtvochtigheid van de opslagruimte binnen het aanbevolen bereik voor de projector vallen. Zie Specificaties op pagina 53 of neem contact op met uw leverancier voor het bereik.
• Schuif de verstelvoetjes in.
• Haal de batterijen uit de afstandsbediening.
• Verpak de projector in de oorspronkelijke of een soortgelijke verpakking.
De projector vervoeren
Het wordt aanbevolen dat de projector in de oorspronkelijke of een gelijkwaardige verpakking wordt getransporteerd.
49 Onderhoud

Informatie over de lichtbron

De gebruikstijd van de lichtbron weergeven
De gebruiksduur van de lichtbron (in uren) wordt automatisch berekend door de ingebouwde timer als de projector wordt gebruikt. De equivalente gebruiksduur van de lichtbron wordt als volgt berekend:
Gebruikstijd lichtbron = (aantal uren in de modus Normaal) + (aantal uren in de modus Economisch) + (aantal uren in de modus Dimmen) + (aantal uren in de modus Aangepast)
Totaal (equivalent) aantal lichtbronuren = 1,0 x (aantal uren in de modus Normaal) + 1,0 x (aantal uren in de modus Economisch) + 1,0 x (aantal uren in de modus Dimmen) + 1,0 x (aantal uren in de modus Aangepast)
Informatie over de gebruikstijd van de lichtbron weergeven:
1. Ga neer het menu Geavanceerd - Instellingen > Lichtinstellingen en druk op OK. De pagina Lichtinstellingen wordt weergegeven.
2. Druk op om Gebruikstijd van lichtbron te selecteren en druk op OK. De Gebruikstijd van lichtbron-informatie wordt geopend.
U kunt de informatie over de lichtbron ook zien in het menu Informatie.
De levensduur van de lichtbron optimaliseren
• Instellen van de Lichtmodus
Ga naar het menu Geavanceerd - Instellingen > Lichtinstellingen > Lichtmodus en selecteer een geschikt lichtbronvermogen uit de beschikbare modi.
Schakel de projector in de modus Economisch, Dimmen of Aangepast om de levensduur van de lichtbron te verlengen.
Lichtbronmodus Beschrijving
Normaal Voor een lichtbron op volle helderheid
Economisch
Dimmen Een lagere helderheid zorgt voor een langere levensduur van de lichtbron
Aangepast
Beperkt de helderheid om de levensduur van de lichtbron te verlengen en het geruis van de ventilator te verminderen
Activeert de aanpassingsbalk van de lichtbronhelderheid zodat u de instelling naar wens kunt aanpassen
• Instellen van Automatisch uitschakelen
Via deze functie wordt de projector automatisch uitgeschakeld als er gedurende een ingestelde periode geen ingangssignaal wordt gedetecteerd, zodat de levensduur van de lichtbron niet onnodig wordt verbruikt.
Stel Automatisch uitschakelen in via het menu Geavanceerd - Instellingen > Gebruiksinstellingen > Instellingen voor in/uitschakelen > Automatisch uitschakelen en druk op / .
• De helderheid van het geprojecteerde beeld is afhankelijk van het omgevingslicht en de instellingen voor contrast en helderheid van de geselecteerde ingangssignaal, én van de afstand tot het scherm.
• De helderheid van de lichtbron neemt na verloop van tijd af en verschilt per fabrikant. Dit is normaal en geanticipeerd gedrag.
50 Onderhoud
Indicatoren
Licht
Status en beschrijving
Situaties gerelateerd aan de stroomtoevoer
Stand-bymodus
Opstarten
Normale werking
Afkoelen bij normaal uitschakelen
Downloaden
Starten van CW mislukt
Starten van fosforwiel is mislukt
Inbranden AAN
Inbranden UIT
Lichtbrongebeurtenissen
Levensduur van lichtbron is verstreken
: Uit
Lichtbronstoring bij normaal gebruik
Lichtbron brandt niet
Situaties gerelateerd aan de temperatuur
Storing bij ventilator 1 (de daadwerkelijke snelheid van de ventilator wijkt af van de gewenste snelheid) Storing bij ventilator 2 (de daadwerkelijke snelheid van de ventilator wijkt af van de gewenste snelheid) Storing bij ventilator 3 (de daadwerkelijke snelheid van de ventilator wijkt af van de gewenste snelheid) Storing bij ventilator 4 (de daadwerkelijke snelheid van de ventilator wijkt af van de gewenste snelheid) Storing bij ventilator 5 (de daadwerkelijke snelheid van de ventilator wijkt af van de gewenste snelheid) Storing bij ventilator 6 (de daadwerkelijke snelheid van de ventilator wijkt af van de gewenste snelheid) Storing bij temperatuur 1 (overschrijding van temperatuurlimiet)
: oranje aan : groen aan : rood aan
: oranje knippert : groen knippert : rood knippert
51 Onderhoud

Problemen oplossen

U kunt de projector niet inschakelen.
Oorzaak Oplossing
Het netsnoer levert geen stroom.
Tijdens het afkoelproces is geprobeerd de projector weer in te schakelen.
Geen beeld
Oorzaak Oplossing
Stop het ene uiteinde van het netsnoer in de netsnoeraansluiting op de projector en het andere uiteinde in het stopcontact. Zorg dat het stopcontact is ingeschakeld (indien van toepassing).
Wacht tot de projector volledig is afgekoeld.
De videobron is niet ingeschakeld of niet correct aangesloten.
De projector is niet correct aangesloten op de invoerbron.
Het ingangssignaal is verkeerd geselecteerd.
De lensklep is nog gesloten. Open de lensklep.
Onscherp beeld
Oorzaak Oplossing
De projectielens is niet correct scherpgesteld. Pas de scherpstelling van de lens aan met de focusring.
De projector en het scherm staan scheef.
De lensklep is nog gesloten. Open de lensklep.
De afstandsbediening werkt niet.
Oorzaak Oplossing
De batterijen zijn leeg. Vervang beide batterijen met nieuwe. Er bevindt zich een voorwerp tussen de
afstandsbediening en de projector.
U bevindt zich te ver van de projector.
Schakel de videobron in en controleer of de signaalkabel correct is aangesloten.
Controleer de aansluiting.
Selecteer het correcte ingangssignaal met de SOURCE-toets.
Pas indien nodig de projectiehoek, -richting en -hoogte van de projector aan.
Verw i jd e r h et o bs ta k e l .
Ga niet verder dan 8 meter (26 voet) van de projector staan.
Het wachtwoord is onjuist.
Oorzaak Oplossing
U bent het wachtwoord vergeten.
52 Problemen oplossen
Zie De procedure voor het herstellen van het wachtwoord
starten op pagina 26.

Specificaties

Projectorspecificaties

Alle specificaties kunnen zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd.
Optisch
Resolutie
LX710/LX710D/LX730/LX730D: 1024 x 768 XGA LU710/LU710D/LU930/LU930D: 1920 x 1200 WUXGA LH710/LH710D/LH930/LH930D: 1920 x 1080 1080p
Weergavesysteem
1-CHIP DMD
Objectief
LX710/LX710D: F = 2,59 ~ 2,87, f = 16,88 ~ 21,88 mm LX730/LX730D: F = 2,45 ~ 3,07, f = 15,75 ~ 25,1 mm LU710/LU710D: F = 1,94 ~ 2,07, f = 11,9 ~ 15,5 mm LH710/LH710D: F = 1,94 ~ 2,12, f = 11,9 ~ 15,5 mm LU930/LU930D/LH930/LH930D:
F = 1,81 ~ 2,1, f = 14,3 ~ 22,9 mm
Open focusbereik
LX710/LX710D: 1,84 – 5,52 m @ breed, 2,40 – 7,2 m @ tele LX730/LX730D: 1,72 – 4,30 m @ breed, 2,74 – 6,86 m @ tele LU710/LU710D: 1,46 – 4,87 m @ breed, 1,89 – 6,29 m @ tele LU930/LU930D: 1,76 – 5,86 m @ breed, 2,82 – 9,39 m @ tele LH710/LH710D: 1,50 – 5,00 m @ breed, 1,94 – 6,46 m @ tele LH930/LH930D: 1,81 – 6,02 m @ breed, 2,90 – 9,65 m @ tele
Lichtbron
Laser
Elektrisch
Voeding / Stroomverbruik
LX710/LX710D/LU710/LU710D/LH710/LH710D: AC100-240 V, 3,8 A, 50-60 Hz (automatisch) / 392 W (max); < 0,5 W (stand-by) LX730/LX730D/LU930/LU930D/LH930/LH930D: AC100-240 V, 5,2 A, 50-60 Hz (automatisch) / 475 W (max); < 0,5 W (stand-by)
Mechanisch
Gewicht
6,3 Kg (13,0 lbs)
Uitgangen
RGB-uitgang
D-Sub 15-pins (contrastekker) x 1
Luidspreker
10 Watt x 1
Audiosignaaluitgang
PC-audio-aansluiting x 1
Bediening
Usb
Type-A x 1 (5 V/1,5 A)
RS-232 seriële besturing
9 pins x 1
Lan-besturing
RJ45 x 1
12V-trigger x 1
IR-ontvanger x 2
Ingangen
Computeringang
RGB-ingang
D-Sub 15-pins (contrastekker) x 1
Video-ingangssignaal
VIDEO
RCA-aansluiting x 1
SD/HDTV-signaalingang
Analoog - Component RCA RGB x 1 Digitaal - HDMI x 2
Audio-ingangssignaal
PC-audio-aansluiting x 1 RCA audio-aansluiting (L/R) x 1
Omgevingsvereisten
Bedrijfstemperatuur
0°C–40°C op zeeniveau
Relatieve vochtigheid van omgeving
10%–90% (zonder condens)
Bedrijfshoogte
0–1499 m bij 0°C–35°C 1500–3000 m bij 0°C–30°C (met Hoogtemodus aan)
Opslagtemperatuur
-20°C–60°C op zeeniveau
Opslagvochtigheid
10%–90% RLV (zonder condens)
Opslaghoogte
30°C @ 0~12.200 m boven zeeniveau
Transport
Originele verpakking of gelijksoortig wordt aanbevolen
Reparatie
Ga naar onderstaande website en kies uw land voor de contactgegevens. http://www.benq.com/welcome
53 Specificaties

Afmetingen

9
351.49
275.8
151
414.10
110.4
166.46
78.23
71.42
304
279.1
Eenheid: mm
414 mm (B) x 166 mm (H) x 351 mm (D)
54 Specificaties

Timingdiagram

Ondersteunde timing voor pc-signaal
Ver ti cale
Resolutie Modus
frequentie
(Hz)
720 x 400 720 x 400_70 70,087 31,469 28,3221
VGA_60 59,940 31,469 25,175 Ondersteund Ondersteund Ondersteund
640 x 480
800 x 600
1024 x 768
1152 x 864 1152 x 864_75 75 67,5 108
1024 x 576
1024 x 600
1280 x 720 1280 x 720_60 60 45,000 74,250 Ondersteund Ondersteund Ondersteund 1280 x 768 1280 x 768_60 59,87 47,776 79,5 Ondersteund Ondersteund Ondersteund
1280 x 800
1280 x 1024
1280 x 960
1360 x 768 1360 x 768_60 60,015 47,712 85,5 Ondersteund Ondersteund
1440 x 900 WXGA+_60 59,887 55,935 106,500 Ondersteund Ondersteund 1400 x 1050 SXGA+_60 59,978 65,317 121,750 Ondersteund 1600 x 1200 UXGA 60,000 75,000 162,000 Ondersteund Ondersteund 1680 x 1050 1680 x 1050_60 59,954 65,290 146,250 Ondersteund Ondersteund
640 x 480@67 Hz MAC13 66,667 35,000 30,240
832 x 624@75 Hz MAC16 74,546 49,722 57,280 1024 x 768@75 Hz MAC19 74,93 60,241 80,000 1152 x 870@75 Hz MAC21 75,060 68,680 100,000
VGA_72 72,809 37,861 31,500 VGA_75 75,000 37,500 31,500
VGA_85 85,008 43,269 36,000 SVGA_60 60,317 37,879 40,000 Ondersteund Ondersteund Ondersteund SVGA_72 72,188 48,077 50,000 SVGA_75 75,000 46,875 49,500 SVGA_85 85,061 53,674 56,250
SVGA_120
(Reduce Blanking)
XGA_60 60,004 48,363 65,000 Ondersteund Ondersteund Ondersteund
XGA_70 70,069 56,476 75,000
XGA_75 75,029 60,023 78,750
XGA_85 84,997 68,667 94,500
XGA_120 (Reduce
Blanking)
BenQ
Notebook_timing
BenQ
Notebook_timing
WXGA_60 59,810 49,702 83,500 Ondersteund Ondersteund Ondersteund WXGA_75 74,934 62,795 106,500 WXGA_85 84,880 71,554 122,500
WXGA_120
(Reduce Blanking)
SXGA_60 60,020 63,981 108,000 Ondersteund Ondersteund SXGA_75 75,025 79,976 135,000 SXGA_85 85,024 91,146 157,500
1280 x 960_60 60,000 60,000 108,000 Ondersteund Ondersteund 1280 x 960_85 85,002 85,938 148,500
119,854 77,425 83,000 Ondersteund
119,989 97,551 115,5 Ondersteund
60,0 35,820 46,966
64,995 41,467 51,419
119,909 101,563 146,25 Ondersteund
Horizontale
frequentie
(kHz)
Pixelfre-
quentie
(MHz)
Ondersteund 3D-formaat
Frame
opeenvol-
Boven-onder
gend
Naast
elkaar
Bovenstaande timingen worden eventueel niet ondersteund vanwege beperkingen van EDID-bestanden of beperkingen van de VGA-videokaart. Wellicht kunnen bepaalde timingen niet worden gekozen.
55 Specificaties
Ondersteunde timing voor HDMI (HDCP)-ingang
• PC-timings
Ver ti cale
Resolutie Modus
frequentie
(Hz)
VGA_60 59,940 31,469 25,175 Ondersteund Ondersteund Ondersteund
640 x 480
720 x 400 720 x 400_70 70,087 31,469 28,3221
800 x 600
1024 x 768
1152 x 864 1152 x 864_75 75 67,5 108 1280 x 768 1280 x 768_60 59,87 47,776 79,5
1024 x 576
1024 x 600
1280 x 720 1280 x 720_60 60 45,000 74,250 Ondersteund Ondersteund Ondersteund 1280 x 768 1280 x 768_60 59,870 47,776 79,5 Ondersteund Ondersteund Ondersteund
1280 x 800
1280 x 1024
1280 x 960
1360 x 768 1360 x 768_60 60,015 47,712 85,500 Ondersteund Ondersteund
1440 x 900 WXGA+_60 59,887 55,935 106,500 Ondersteund Ondersteund 1400 x 1050 SXGA+_60 59,978 65,317 121,750 Ondersteund Ondersteund 1600 x 1200 UXGA 60,000 75,000 162,000 Ondersteund Ondersteund 1680 x 1050 1680 x 1050_60 59,954 65,290 146,250 Ondersteund Ondersteund
640 x 480@67 Hz MAC13 66,667 35,000 30,240
832 x 624@75 Hz MAC16 74,546 49,722 57,280 1024 x 768@75 Hz MAC19 75,020 60,241 80,000 1152 x 870@75 Hz MAC21 75,06 68,68 100,00
1920 x 1080@60 Hz 1920 x 1080_60 60 67,5 148,5 Ondersteund Ondersteund
1920 x 1200@60 Hz
VGA_72 72,809 37,861 31,500 VGA_75 75,000 37,500 31,500 VGA_85 85,008 43,269 36,000
SVGA_60 60,317 37,879 40,000 Ondersteund Ondersteund Ondersteund SVGA_72 72,188 48,077 50,000 SVGA_75 75,000 46,875 49,500 SVGA_85 85,061 53,674 56,250
SVGA_120 (Reduce
Blanking)
XGA_60 60,004 48,363 65,000 Ondersteund Ondersteund Ondersteund XGA_70 70,069 56,476 75,000 XGA_75 75,029 60,023 78,750 XGA_85 84,997 68,667 94,500
XGA_120 (Reduce
Blanking)
BenQ Notebook
Timing
BenQ Notebook
Timing
WXGA_60 59,810 49,702 83,500 Ondersteund Ondersteund Ondersteund WXGA_75 74,934 62,795 106,500 WXGA_85 84,880 71,554 122,500
WXGA_120
(Reduce Blanking)
SXGA_60 60,020 63,981 108,000 Ondersteund Ondersteund SXGA_75 75,025 79,976 135,000
SXGA_85 85,024 91,146 157,500 1280 x 960_60 60,000 60,000 108 Ondersteund Ondersteund 1280 x 960_85 85,002 85,938 148,500
1920 x 1200_60
(Reduce Blanking)
119,854 77,425 83,000 Ondersteund
119,989 97,551 115,5 Ondersteund
60,00 35,820 46,996
64,995 41,467 51,419
119,909 101,563 146,25 Ondersteund
59,950 74,038 154,0000 Ondersteund Ondersteund
Horizontale
frequentie
(kHz)
Pixelfre-
quentie
(MHz)
Ondersteund 3D-formaat
Frame
opeenvol-
Boven-onder
gend
Naast
elkaar
Bovenstaande timingen worden eventueel niet ondersteund vanwege beperkingen van EDID-bestanden of beperkingen van de VGA-videokaart. Wellicht kunnen bepaalde timingen niet worden gekozen.
56 Specificaties
• Videotimings
Ver ti cale
Timing Resolutie
frequentie
(Hz)
480i 720 x 480 59,94 15,73 27 Ondersteund
480p 720 x 480 59,94 31,47 27 Ondersteund
576i 720 x 576 50 15,63 27
576p 720 x 576 50 31,25 27 720/50p 1280 x 720 50 37,5 74,25 Ondersteund Ondersteund Ondersteund 720/60p 1280 x 720 60 45,00 74,25 Ondersteund Ondersteund Ondersteund Ondersteund
1080/24P 1920 x 1080 24 27 74,25 Ondersteund Ondersteund Ondersteund 1080/25P 1920 x 1080 25 28,13 74,25 1080/30P 1920 x 1080 30 33,75 74,25
1080/50i 1920 x 1080 50 28,13 74,25 Ondersteund
1080/60i 1920 x 1080 60 33,75 74,25 Ondersteund 1080/50P 1920 x 1080 50 56,25 148,5 Ondersteund Ondersteund 1080/60P 1920 x 1080 60 67,5 148,5 Ondersteund Ondersteund
Horizontale
frequentie
(kHz)
Pixelfre-
quentie
(MHz)
Frame
opeenvol-
gend
Ondersteund 3D-formaat
Frame-pac-
king
Boven-onder
Naast
elkaar
Ondersteunde timing voor component-YPbPr-ingang
Ondersteund
Timing Resolutie
480i 720 x 480 59,94 15,73 13,5 Ondersteund
480p 720 x 480 59,94 31,47 27 Ondersteund
576i 720 x 576 50 15,63 13,5
576p 720 x 576 50 31,25 27 720/50p 1280 x 720 50 37,5 74,25 720/60p 1280 x 720 60 45,00 74,25 Ondersteund
1080/50i 1920 x 1080 50 28,13 74,25
1080/60i 1920 x 1080 60 33,75 74,25 1080/24P 1920 x 1080 24 27 74,25 1080/25P 1920 x 1080 25 28,13 74,25 1080/30P 1920 x 1080 30 33,75 74,25 1080/50P 1920 x 1080 50 56,25 148,5 1080/60P 1920 x 1080 60 67,5 148,5
Verticale frequentie
(Hz)
Horizontale
frequentie (kHz)
Pixelfrequentie
(MHz)
3D-formaat
Frame
opeenvolgend
Een signaal van 1080i(1125i)@60 Hz of 1080i(1125i)@50 Hz kan resulteren in een licht trillend beeld.
Ondersteunde timing voor Video- en S-Video-ingang
Videomodus
NTSC 15,73 60 3,58 Ondersteund
PAL 15,63 50 4,43
SECAM 15,63 50 4,25 of 4,41
PAL-M 15,73 60 3,58 PAL-N 15,63 50 3,58
PAL-60 15,73 60 4,43
NTSC4,43 15,73 60 4,43
Horizontale frequentie
(kHz)
Verticale frequentie
(Hz)
Frequentie
kleursubdrager
(MHz)
Ondersteund
3D-formaat
Frame
opeenvolgend
57 Specificaties
Loading...