De garantie van BenQ voor dit product heeft betrekking op productie- en materiaalfouten die zich bij
normaal gebruik van het apparaat voordoen.
Wanneer u een beroep wilt doen op de garantie, dient u een geldig aankoopbewijs te overleggen.
Wanneer dit product tijdens de garantieperiode defect raakt, is BenQ alleen verplicht de defecte
onderdelen te vervangen (inclusief arbeidsloon). Om in geval van een defect reparatie- of
servicewerkzaamheden te laten uitvoeren die onder de garantie vallen, dient u zich zo snel mogelijk te
wenden tot de leverancier bij wie u het product hebt gekocht.
Belangrijk: De bovenstaande garantie vervalt indien de klant heeft nagelaten het product te gebruiken
volgens de schriftelijke instructies van BenQ, in het bijzonder de instructies inzake de
gebruiksomstandigheden. De vochtigheidsgraad moet tussen 10% en 90% liggen, de temperatuur tussen
0°C en 40°C en de projector mag niet worden gebruikt op stoffige plaatsen of op plaatsen hoger dan
3000 m (gebruikt in de Hoogtemodus). Deze garantie verleent de koper van het apparaat bepaalde
rechten, evenals het zogenaamde consumentenrecht, dat echter per land kan verschillen.
BenQ Corporation is niet aansprakelijk en geeft geen garanties, uitdrukkelijk noch stilzwijgend, ten
aanzien van de inhoud van deze publicatie en wijst alle garanties van verkoopbaarheid of geschiktheid
voor een bepaald doel af. BenQ Corporation behoudt zich het recht voor deze publicatie te herzien en
de inhoud ervan van tijd tot tijd te wijzigen zonder verplicht te zijn aan enige persoon mededeling van
die herzieningen of wijzigingen te doen.
*DLP, Digital Micromirror Device en DMD zijn handelsmerken van Texas Instruments. Andere merk- en
productnamen zijn eigendom van de respectieve bedrijven of organisaties.
Patenten
Ga naar http://patmarking.benq.com/ voor details over gedekte patenten van de BenQ-projector.
2 Informatie over garantie en auteursrechten
Page 3
Inhoud
Informatie over garantie en auteursrechten ..................................................................... 2
Een plek kiezen .........................................................................................................................................13
Waarschuwing over afkoelen ................................................................................................................13
De gewenste beeldgrootte van de projectie instellen..................................................................... 14
De projector bevestigen......................................................................................................................... 16
De projectorpositie aanpassen.............................................................................................................. 17
Het geprojecteerde beeld aanpassen................................................................................................... 18
Menu BEELD ...........................................................................................................................................26
Menu WEERGAVE............................................................................................................................... 31
Menu INSTALLATIE ..........................................................................................................................32
Menu SYSTEEMINSTLL: BASIS ................................................................................................... 34
Menu SYSTEEMINSTLL: GEAVANCEERD ............................................................................ 35
Menu INFORMATIE ............................................................................................................................36
De projector is ontwikkeld en getest volgens de nieuwste veiligheidsstandaards voor ict-apparatuur.
Voor een veilig gebruik van dit product dient u de instructies in de gebruikershandleiding / installatiegids
en op de verpakking van het product nauwkeurig op te volgen.
1. Lees de gebruikershandleiding / installatiegids aandachtig door voordat u de projector gaat gebruiken. Bewaar de handleiding voor toekomstig gebruik.
2. Kijk tijdens het projecteren niet rechtstreeks in de lens van de projector. De sterke
lichtstraal kan uw ogen beschadigen.
3. Laat reparatie- of onderhoudswerkzaamheden over aan een bevoegd technicus.
4. Zorg er altijd voor dat de lenssluiter (indien aanwezig) is geopend of de lensdop (indien aanwezig) is verwijderd wanneer de lichtbron van de projector brandt.
5. De lichtbron wordt erg heet tijdens het gebruik.
6. In sommige landen is de netspanning NIET stabiel. Hoewel deze projector normaal werkt bij een
netspanning van 100 tot 240 V (wisselstroom), kan het apparaat uitvallen wanneer zich een
stroomstoring of een spanningspiek van ±10 V voordoet. In gebieden waar dit risico hoog is,
is het raadzaam de projector aan te sluiten op een spanningsstabilisator,
piekbeveiliging of UPS-systeem (Uninterruptible Power Supply).
7. Plaats geen voorwerpen voor de projectielens als de projector wordt gebruikt. De voorwerpen
kunnen heet worden en daardoor vervormd raken of vlam vatten. Om de lichtbron tijdelijk uit te
schakelen, gebruikt u de functie leeg.
8. Gebruik de lichtbronnen niet langer dan de voorgeschreven levensduur.
9. Plaats dit product nooit op een onstabiele ondergrond. Het product kan dan vallen en ernstig
worden beschadigd.
10. Open deze projector niet zelf. De onderdelen van het apparaat staan onder hoge, levensgevaarlijke
spanning.
U mag nooit andere onderdelen losmaken of verwijderen. Laat reparaties uitsluitend over aan
gekwalificeerde professionele reparateurs.
11. Blokkeer het ventilatierooster niet.
- Plaats deze projector niet op een deken, beddengoed of op een ander zacht oppervlak.
- Bedek deze projector niet met een doek of met andere voorwerpen.
- Plaats geen ontvlambare stoffen in de buurt van de projector.
Als het ventilatierooster niet vrij wordt gehouden, kan er door oververhitting in de projector brand
ontstaan.
12. Plaats de projector niet verticaal. De projector kan dan vallen en letsel veroorzaken of beschadigd
raken.
13. Trap niet op de projector of leg er geen voorwerpen op. Dit kan niet alleen schade aan de
projector veroorzaken, maar ook leiden tot ongevallen en mogelijk letsel.
14. Wanneer u de projector gebruikt, neemt u mogelijk warme lucht en een bepaalde geur waar bij het
ventilatierooster. Dit is een normaal verschijnsel.
15. Plaats geen vloeistoffen in de buurt van of op de projector. Als er vloeistof in de projector wordt
gemorst, werkt deze mogelijk niet meer. Als de projector nat wordt, trekt u de stekker uit het
stopcontact en belt u BenQ voor reparaties.
16. Dit apparaat moet worden geaard.
4 Belangrijke veiligheidsinstructies
Page 5
17. Plaats de projector niet in de volgende ruimtes.
- Slecht geventileerde of gesloten ruimtes. Zorg dat de projector ten minste 50 cm van de muur staat en laat voldoende
ruimte vrij rondom de projector.
- Plekken waar de temperatuur extreem hoog kan oplopen, zoals in een auto met gesloten ramen.
- Plekken met veel vocht, stof of rook die optische componenten mogelijk aantasten. Dit verkort de levensduur van de
projector en verdonkert het beeld.
- Plekken in de buurt van een brandalarm.
- Plekken met een omgevingstemperatuur hoger dan 40°C / 104°F.
- Plekken die hoger liggen dan 3000 m (10000 voet).
Risicogroep 2
1. Volgens de classificatie van fotobiologische
veiligheid van lichtbronnen en
lichtbronsystemen valt dit product onder
Risicogroep 2, IEC 62471-5:2015.
2. Dit product straalt mogelijk gevaarlijke
optische straling uit.
3. Kijk niet direct in de functionerende
lichtbron. Dit kan uw ogen beschadigen.
4. Net als bij elke andere felle lichtbron, is het
niet raadzaam direct in de straal te kijken.
De lichtbroneenheid van de projector gebruikt
een laser.
Waarschuwing over lasers
Dit product is een laserproduct van KLASSE 1 en
voldoet aan IEC 60825-1:2014.
LASERSTRAAL, KIJK NIET IN DE STRAAL,
LASERPRODUCT VAN KLASSE 1.
5 Belangrijke veiligheidsinstructies
Page 6
Inleiding
Inhoud van de verpakking
Pak alles voorzichtig uit en controleer of u alle onderstaande items aanwezig zijn. Wanneer een of
meerdere van deze items ontbreken, dient u contact op te nemen met de leverancier.
Standaardaccessoires
Projector
De meegeleverde accessoires zijn geschikt voor uw regio, maar verschillen mogelijk van die in de afbeeldingen.
Optionele accessoires
1. Plafondmontage CMG3
2. 3D-bril
3. InstaShow™ (WDC10)
Afstandsbediening en
batterijen
InstallatiegidsNetsnoer
6 Inleiding
Page 7
Buitenkant van de projector
2
5
6
4
3
7
16
17
18
19
19
5
5
16
1616
18
19
19
5
5
2
8
3
9
15
5
5
2
11
1
5
1314
2020
10
12
1. Ventilatie (warme lucht uit)
2. IR-sensor voor afstandsbediening
3. Zoomring
12. Stroomaansluiting
13. POWER (Power-lampje)/TEMP
(Waarschuwingslampje temperatuur)/LIGHT
(Licht-lampje)
4. Focusring
5. Verstelvoetjes
6. Projectielens
7. Lensklep
8. Knoppen voor aanpassen van de
lensverschuiving (LINKS/RECHTS,
OMHOOG/OMLAAG)
(Zie LED-indicatoren op pagina 39.)
14. Filterafdekking
15. Extern besturingspaneel
(Zie Besturingspaneel op pagina 8.)
16. Gaten voor plafondmontage
17. Beveiligingsbalk
18. Projectorhouder
9. Ventilatie (koele lucht in)
10. Besturingsaansluitingen (Zie
Besturingsaansluitingen op pagina 9.)
11. Sleuf voor Kensington-slot
19. Montageopeningen van derden
20. InstaShow-openingen
7 Inleiding
Page 8
Besturingspaneel
3
2
2
2
1
4
5
7
2
6
1. MENU
Activeert het schermmenu (OSD).
2. Pijltoetsen (, , , )
Als het On-Screen Display (OSD)-menu is
geactiveerd, gebruikt u deze toetsen als
pijltoetsen om de gewenste menu-items te
selecteren en om aanpassingen uit te voeren.
Keystonetoetsen (, )
Opent de pagina voor keystonecorrectie.
Vol um etoe tse n (, )
Zet het volume van de projector lager of
hoger.
3. AAN/UIT
Dit zet de projector aan of op stand-by.
4. BACK
Keert terug naar het vorige OSD-menu, sluit
en bewaart de menu-instellingen.
5. AUTO
Bepaalt automatisch de beste beeldtimings
voor het weergegeven beeld als pc-signaal
(analoog RGB) is geselecteerd.
6. OK
Hiermee bevestigt u het geselecteerde
menu-item in het On-Screen Display
(OSD)-menu.
7. SOURCE
Opent de ingangselectiebalk.
Alle toetsindrukken die in dit document zijn beschreven, zijn beschikbaar op de afstandsbediening of op de
projector.
8 Inleiding
Page 9
Besturingsaansluitingen
135
261084
12
1113
79
1415
1. WIRED REMOTE
Voor het aansluiten van een
afstandsbedieningen met een kabel.
2. RS232
Standaard 9-pin D-sub-interface om een
pc-besturingssysteem aan te sluiten en voor
projectoronderhoud.
3. USB MINI-B
Alleen voor firmware-upgrade.
4. USB TYPE A
Ondersteunt 5 V / 2 A-uitvoer.
5. LAN
Hierop kunt u een RJ45
Cat5/Cat6-Ethernetkabel aansluiten om de
projector via een netwerk te besturen.
6. HDBaseT
Hierop kunt u een RJ45 Cat5/Cat6-kabel
aansluiten voor ongecomprimeerde
high-definition video (HD).
7. HDMI 1 (HDCP2.2)
Verbinding voor HDMI-bron (4K).
9. MONITOR OUT
Verbinding voor andere weergaveapparatuur
voor gecombineerde weergave. (gebruikt met
een PC IN-poort.)
10. PC IN
15-pin VGA-poort om een RGB-bron of pc
aan te sluiten.
11. AUDIO IN
Aansluiting voor een audio-ingang via een
audiokabel. (gebruikt met een PC IN-poort.)
12. AUDIO OUT
Aansluiting voor een luidspreker of headset.
13. 12V TRIGGER
Activeert externe apparatuur, zoals een
elektrisch scherm of lichtbesturing, enz.
14. HDMI 3
Verbinding voor HDMI-bron.
15. HDMI OUT
Verbinding voor andere weergaveapparatuur
voor gecombineerde weergave. (gebruikt met
een HDMI 3-poort.)
8. HDMI 2
Verbinding voor HDMI-bron.
9 Inleiding
Page 10
Afstandsbediening
14
15
17
18
20
21
22
16
13
19
23
2
1
5
6
3
8
4
9
12
11
7
10
6. OK
Hiermee bevestigt u het geselecteerde
menu-item in het On-Screen Display
(OSD)-menu.
7. BACK
Keert terug naar het vorige OSD-menu, sluit
en bewaart de menu-instellingen.
8. MENU
Activeert het schermmenu (OSD).
9. MUTE
Schakelt het projectorgeluid in of uit.
10. Numerieke toetsen
Voor het invoeren van cijfers om de ID van de
afstandsbediening in te stellen. Numerieke
toetsen 1, 2, 3, 4 kunnen niet worden
ingedrukt om een wachtwoord in te voeren.
1. ON/ OFF
Dit zet de projector aan of op stand-by.
2. SOURCE
Opent de ingangselectiebalk.
3. ASPECT
Hiermee selecteert u de beeldverhouding.
4. PICTURE
Kies een beschikbare beeldinstellingsmodus.
5. Pijltoetsen (, , , )
Als het On-Screen Display (OSD)-menu is
geactiveerd, gebruikt u deze toetsen als
pijltoetsen om de gewenste menu-items te
selecteren en om aanpassingen uit te voeren.
Keystonetoetsen (, )
11. ALL
Houd ID SET ingedrukt totdat de
ID-instellingsindicator gaat branden. Druk op
ALL om de huidige ID-instelling van de
afstandsbediening te wissen. De ID wordt
gewist als u ziet dat de ID-instellingsindicator
gaat knipperen en vervolgens uit gaat.
12. ZOOM+/ZOOM-
Geen functie.
13. ID-instellingsindicator
14. QUICK INSTALL
Geen functie.
15. INFO
Toont informatie over de projector.
16. LIGHT SOURCE
Selecteert een geschikt lichtbronvermogen uit
de beschikbare modi.
17. AUTO
Bepaalt automatisch de beste timings voor het
beeld.
Opent de pagina voor keystonecorrectie.
Volumetoetsen (-, +)
Zet het volume van de projector lager of
hoger.
10 Inleiding
Page 11
18. BLANK
O
n
g
e
v
e
e
r
+
3
0
º
O
ng
e
v
e
er
+
3
0º
21. 3D
Hiermee kunt u de schermafbeelding
verbergen.
Plaats geen voorwerpen voor de projectielens
als de projector wordt gebruikt. De
voorwerpen kunnen heet worden en daardoor
vervormd raken of vlam vatten.
19. LIGHT
Zet de verlichting van de afstandsbediening
een aantal seconden aan. Druk, terwijl de
verlichting aan is, op een andere toets om de
verlichting aan te houden. Druk nogmaals op
de toets om de verlichting uit te schakelen.
20. ID SET
Stelt de code in voor deze afstandsbediening.
Houd ID SET ingedrukt totdat de
ID-instellingsindicator gaat branden. Voer de
ID in voor de afstandsbediening (tussen
01~99). De afstandsbediening-ID moet
dezelfde zijn als de corresponderende
projector-ID. De ID is opgeslagen als u ziet dat
de ID-instellingsindicator knippert en
vervolgens uit gaat.
Geen functie.
22. FREEZE
Geen functie.
23. PAG E+/PAG E-
Geen functie.
Effectief bereik van de afstandsbediening
De afstandsbediening moet in een hoek van 30 graden ten opzichte van de IR-sensor van de projector
worden gehouden om correct te functioneren. De afstand tussen de afstandsbediening en de sensor(en)
mag niet meer dan 8 meter (~ 26 voet) bedragen.
Zorg dat tussen de afstandsbediening en de IR-sensor(en) van de projector geen obstakels liggen die de
infraroodstraal kunnen blokkeren.
• De projector bedienen via de voorkant• De projector bedienen via de achterkant
11 Inleiding
Page 12
De batterijen van de afstandsbediening vervangen
1. Druk en schuif de batterijklep weg zoals in de afbeelding is
weergegeven.
2. Verwijder de oude batterijen (indien van toepassing) en
plaats twee AAA-batterijen. Zorg dat de positieve en
negatieve zijdes correct zijn gepositioneerd zoals in de
afbeelding is weergegeven.
3. Schuif de batterijklep terug zodat deze op z'n plek klikt.
• Laat de afstandsbediening en batterijen niet liggen op plaatsen die extreem warm of vochtig zijn, zoals de keuken,
badkamer, sauna, solarium of in een gesloten auto.
• Gebruik alleen dezelfde batterijen of batterijen van hetzelfde type dat door de fabrikant van de batterij wordt
aanbevolen.
• Gooi batterijen weg volgens de instructies van de fabrikant en volgens de plaatselijke milieuregelgeving.
• Werp batterijen nooit in vuur. Dit kan een explosie veroorzaken.
• Als de batterijen leeg zijn of als u de afstandsbediening gedurende langere tijd niet gebruikt, verwijdert u de
batterijen om beschadiging van de afstandsbediening door lekkende batterijen te voorkomen.
12 Inleiding
Page 13
Installatie
Luchtinlaat
Luchtinlaat
Luchtuitlaat
Luchtuitlaat
50 cm
ruimte
70 cm
ruimte
50 cm
ruimte
50 cm
ruimte
30 cm
ruimte
50 cm
ruimte
Minimaal 100 mm
Een plek kiezen
Voordat u een plek voor de projector kiest, houdt u rekening met de volgende zaken:
• Formaat en positie van het scherm
• Plek van het stopcontact
• Locatie en afstand tussen de projctor en de rest van de apparatuur
U kunt de projector op de volgende manieren installeren: Tafel voor, Plafond voor, Plafond achter, Tafel achter. (Zie Projectorpositie op pagina 32.)
De projector kan in de volgende hoeken worden geïnstalleerd:
360-graden projectie
De installatie van de projector moet voorzichtig worden uitgevoerd. Door een onvolledige of onjuiste installatie kan
de projector vallen, wat kan resulteren in persoonlijk letsel of beschadiging van eigendom.
Waarschuwing over afkoelen
VentilatieWaarschuwing over installatie
Zorg dat rond de projector voldoende ruimte is voor de ventilatie
van de projector. Zie onderstaande afbeelding:
• Taf e l• Taf e l
• Plafond• Gestapeld
• Gebruik de projector niet in een slecht geventileerde of gesloten ruimte.
• De levensduur van de lichtbron kan negatief worden beïnvloed als de projector gekanteld wordt gebruikt op een
hoek van meer dan +
15 graden.
13 Installatie
Page 14
De gewenste beeldgrootte van de projectie instellen
H
B
Projectieafstand
Midden van de lens
Scherm
16:9 schermdiagonaal
De afstand van de lens van de projector tot het scherm, de zoominstellingen en het videoformaat zijn
allemaal factoren die de grootte van het geprojecteerde beeld bepalen.
Projectieafmetingen
De beeldverhouding van het scherm is 16:9 en van het geprojecteerde beeld 16:9
LK952
SchermgrootteAfstand tot scherm (mm)
Diagonaal
Inchmm(max. zoom)(min. zoom)
3076266437490311761448
B (mm)H (mm)
Min lengte
Gemiddeld
Max lengte
401016886498120415671930
50127011 07623150519592413
6015241328747180623512896
802032 1771 996 2409 3135 3861
902286 1992 1121 2710 3527 4343
1002540 2214 1245 3011 3918 4826
1102794 2435 1370 3312 4310 5309
1203048 2657 1494 3613 4702 5791
1303302 2878 1619 3914 5094 6274
1403556 3099 1743 4215 5486 6757
1503810 3321 1868 4516 5878 7239
1604064 3542 1992 4817 6269 7722
1704318 3763 2117 5118 6661 8204
1804572 3985 2241 5419 7053 8687
1904826 4206 2366 5720 7445 9170
2005080 4428 2491 6022 7837 9652
2506350 5535 3113 7527 9796 12065
3007620 6641 3736 9032 11755 14478
14 Installatie
Page 15
LK953ST
SchermgrootteAfstand tot scherm (mm)
Diagonaal
Inchmm(max. zoom)(min. zoom)
30762664374538565591
401016886498717753788
5012701107623897941985
6015241328747107611291182
802032 1771 996 1435 1505 1576
902286 1992 1121 1614 1694 1773
1002540 2214 1245 1793 1882 1970
1102794 2435 1370 1972 2070 2167
1203048 2657 1494 2152 2258 2364
1303302 2878 1619 2331 2446 2561
1403556 3099 1743 2510 2634 2758
1503810 3321 1868 2690 2823 2955
B (mm)H (mm)
Min lengte
Gemiddeld
Max lengte
1604064 3542 1992 2869 3011 3152
1704318 3763 2117 3048 3199 3349
1804572 3985 2241 3228 3387 3547
1904826 4206 2366 3407 3575 3744
2005080 4428 2491 3586 3763 3941
2506350 5535 3113 4483 4704 4926
3007620 6641 3736 5380 5645 5911
• Voor een optimale beeldkwaliteit raden we aan dat u projecteert op een gebied dat niet grijs is.
• Alle maten zijn benaderingen en kunnen afwijken van de daadwerkelijke formaten.
BenQ beveelt aan, dat bij een permanente plaatsing van de projector de projectiegrootte en -afstand eerst ter
plaatse met de projector fysiek te testen, zodat u rekening kunt houden met de optische eigenschappen van deze
projector. Hierdoor kunt u de precieze bevestigingspositie bepalen die het beste past in uw specifieke locatie.
• De plafondmontage moet worden uitgevoerd door een gekwalificeerde monteur. Neem contact op met de dealer
voor meer informatie. Het wordt niet aangeraden de projector zelf te installeren.
• Gebruik de projector uitsluitend op een stevig, recht oppervlak. Als de projector valt kan dit resulteren in ernstig
letsel en beschadiging.
• Gebruik de projector niet in een omgeving met extreme temperaturen. De projector moet worden gebruikt op
een temperatuur tussen 0 graden Celsius (32 graden Fahrenheit) en 104 degrees Fahrenheit (40 graden Celsius).
• Het scherm kan beschadigd raken als de projector wordt blootgesteld aan vocht, stof of rook.
• Dek de ventilatie-openingen van de projector niet af. Er is voldoende ventilatie nodig om de warmte af te laten
vloeien. De projector kan beschadigd raken als de ventilatie-openingen worden afgedekt.
15 Installatie
Page 16
De projector bevestigen
Als u de projector wilt bevestigen, is het raadzaam een gepaste montageset voor BenQ-projectoren te
gebruiken voor een veilige en stevige montage.
Als u een montageset van een ander merk dan BenQ gebruikt, bestaat het gevaar dat de projector naar
beneden valt omdat het apparaat met de verkeerde schroeven is bevestigd.
Voordat u de projector bevestigt
• U kunt een projectormontageset voor BenQ-projectoren kopen bij de leverancier van uw
BenQ-projector.
• BenQ raadt u aan een aparte veiligheidskabel aan te schaffen. Maak deze kabel vast aan de
veligheidsbalk op de projector en aan de houder. Wanneer de projector loskomt van de houder, blijft
het apparaat toch veilig zitten.
• Vraag de leverancier om de projector voor u te monteren. Als u de projector zelf monteert, kan de
projector vallen en letsel opleveren.
• Neem de benodigde maatregelen om te voorkomen dat de projector naar beneden valt tijdens
bijvoorbeeld een aardbeving.
• De garantie dekt geen beschadiging van het product als gevolg van het monteren van de projector met
een projectormontageset die niet van BenQ is.
• Let op de omgevingstemperatuur van de plek waar de projector aan het plafond wordt bevestigd. Als
een verwarming wordt gebruikt, kan de temperatuur bij het plafond hoger zijn dan verwacht.
• Lees de gebruikershandleiding van de montageset voor informatie over de kracht van het
draaimoment. Als u de montageset te stevig vastschroeft, kan dit de projector beschadigen waardoor
deze uiteindelijk naar beneden kan vallen.
• Zorg dat het stopcontact op een toegankelijke hoogte is, zodat u de projector makkelijk kunt
uitschakelen.
16 Installatie
Page 17
De projectorpositie aanpassen
Voo rwa art se
tafelprojectie
Voorwaartse
plafondprojectie
Verticale verschuiving
Verticale verschuiving
Verticale verschuiving
Hoogte van
geprojecteerd
beeld
Max. 0,6 V
Max. 0,6 V
Max. 0,6 V
Max. 0,6 V
1 V
1 V
Effectieve projectiepositionering
Max.
0,23 H
Max.
0,23 H
Hoogte van
geprojecteerd
beeld
Breedte van geprojecteerd beeld
1 H
Naar links
verschuiven
Naar rechts
verschuiven
V: Hoogte van geprojecteerd beeld
H: Breedte van geprojecteerd beeld
De projectielens verschuiven
De lensverschuiving zorgt voor flexibiliteit bij de montage van de projector. Hiermee kan de projector
afwijkend gepositioneerd worden ten opzichte van de middenas.
De lensverschuiving wordt uitgedrukt als een percentage van de geprojecteerde beeldhoogte
of -breedte. U kunt de knoppen op de projector gebruiken om de projectielens in een richting binnen
het toegestane bereik te verschuiven, afhankelijk van de gewenste beeldpositie.
• Het aanpassen van de lensverschuiving heeft geen invloed op de beeldkwaliteit.
• Stop met draaien aan de aanpassingsknop als u een klik hoort. Dit geeft namelijk aan dat de knop niet meer verder
kan. Als u de knop doordraait kan deze beschadigen.
17 Installatie
Page 18
Het geprojecteerde beeld aanpassen
Druk op.
Druk op .
De projectiehoek aanpassen
Wanneer de projector niet op een horizontaal
oppervlak wordt geplaatst of het scherm en de
projector niet loodrecht op elkaar staan, wordt het
geprojecteerde beeld trapeziumvormig
weergegeven. U kunt aan het verstelvoetje draaien
om de horizontale hoek nauwkeuriger in te stellen.
Trek de voet terug door het verstelvoetje in de
andere richting te draaien.
Kijk niet in de lens wanneer de lichtbron brandt. Het felle licht kan schade toebrengen aan uw ogen.
Het beeldformaat en de helderheid fijn afstellen
1. Wijzig de grootte van het geprojecteerde
beeld met behulp van de zoomring.
2. Stel het beeld scherp door aan de focusring te
draaien.
Keystone corrigeren
Deze functie is niet beschikbaar als geen ingangssignaal beschikbaar is. Als u deze functie wilt gebruiken zonder
ingangssignaal, activeert u eerst Testpatroon.
Keystone verwijst naar de situatie waarin het geprojecteerde beeld een trapezoïde vorm aanneemt als
onder een hoek wordt geprojecteerd.
Corrigeer dit handmatig via deze stappen.
1. Open de keystonecorrectiepagina met een van de volgende
stappen.
• Druk op / op de projector of op de afstandsbediening.
• Ga naar INSTALLATIE > Keystone en druk op OK.
2. De correctiepagina voor Keystone wordt geopend. Druk op om de keystone bovenin het
beeld te corrigeren. Druk op om de keystone onderin het beeld te corrigeren.
3. Als de correctiepagina Keystone verschijnt, kunt u de volgende instellingen veranderen:
• Druk op OK om de keystonewaarden te resetten.
18 Installatie
Page 19
Aansluitingen
5534
7
211
16
6
6
Laptop of desktopcomputer
AV-apparaat
Hdmi-kabel
RS232-kabel
RJ-45-kabel
HDBaseT
matrix-switcher
VGA-kabel
Audiokabel
Elektrisch scherm,
e.d.
1
23456
7
Beeldscherm
Voordat u iets aansluit, leest u de gebruiksinstructies zorgvuldig door voor informatie over het
aansluiten van het externe apparaat. Volg deze instructies om apparatuur op de projector aan te sluiten:
1. Schakel alle apparatuur uit voordat deze aansluit.
2. Gebruik de juiste signaalkabels voor elke bron.
3. Zorg dat de kabels goed zijn geplaatst.
19 Aansluitingen
Page 20
• Niet alle kabels die in de onderstaande verbindingen zijn weergegeven, worden bij de projector geleverd (zie
Inhoud van de verpakking op pagina 6). Deze kabels zijn verkrijgbaar bij elektronicawinkels.
• Onderstaande afbeeldingen met verbindingen dienen slechts ter illustratie.
• Voordat een kabel op de projector wordt verbonden of met een apparaat dat met de projector is verbonden, raakt
u een metalen voorwerp aan om statische elektriciteit van uw lichaam te verwijderen.
• Gebruik geen kabels die langer zijn dan noodzakelijk om de projector te verbinden of met een apparaat dat met de
projector is verbonden. Als u een langere kabel gebruikt die is opgerold, functioneert deze als een antenne
waardoor de kabel gevoeliger is voor ruis.
• Als u kabels verbindt, verbindt u eerst de GND-kabel (aarde) en plaatst u vervolgens de signaalstekkers van het
apparaat.
• Bij notebooks worden de externe videopoorten vaak niet ingeschakeld wanneer een projector is aangesloten. Met
de toetsencombinatie FN + functietoets kunt u de externe weergave doorgaans in- of uitschakelen. Druk
tegelijkertijd op FN en een van deze toetsen. Raadpleeg de handleiding van het notebook voor meer informatie
over mogelijke toetsencombinaties.
• Als het geselecteerde videobeeld niet wordt weergegeven nadat u de projector hebt ingeschakeld en de juiste
videobron hebt geselecteerd, controleert u of het videoapparaat is ingeschakeld en goed werkt. Controleer ook of
de signaalkabels op de juiste manier zijn aangesloten.
U dient de projector slechts op een van de volgende videouitgangen aan te sluiten. Elke uitgang levert
een andere videokwaliteit.
HDMI 1 (HDCP2.2)/
HDMI 2/HDMI 3
PC IN
AansluitingBeeldkwaliteit
Best
Normaal
20 Aansluitingen
Page 21
Bediening
De projector opstarten
1. Sluit het netsnoer aan. Schakel het stopcontact in (indien
nodig). De Powerindicator op de projector brandt oranje
zodra de stroom is ingeschakeld.
2. Druk op op de projector of op op de
afstandsbediening om de projector te starten. De
powerindicator knippert groen en blijft groen als de
projector is ingeschakeld.
Het opstarten duurt ongeveer 30 seconden. In de latere
fase van het opstarten wordt het opstartlogo
weergegeven.
Draai zo nodig aan de focusring om de helderheid van het beeld aan te passen.
3. Als dit de eerste keer is dat u de projector inschakelt, helpt de setupwizard u met het instellen van
de projector. Als dit al is uitgevoerd, slaat u deze stap over en gaat u naar de volgende stap.
• Navigeer door de menu-items met de pijltoetsen (///) op de projector of
afstandsbediening.
• Bevestig het geselecteerde menu-item met OK.
Stap 1:
Geef de Projectorpositie aan.
Zie Een plek kiezen voor meer informatie over het
positioneren van de projector.
Stap 2:
Geef de OSD-Taal aan.
Stap 3:
Geef de Auto-ingang aan.
Selecteer Aan en de projector zoekt altijd
automatisch naar beschikbare signalen als de
projector wordt ingeschakeld.
De eerste instellingen zijn nu voltooid.
21 Bediening
Page 22
4. Als u om een wachtwoord wordt gevraagd, drukt u op de pijltoetsen om een wachtwoord van
BEELD
Beeldmodus
Gebruikermod.beheer
Contrast
Tint
Scherpte
Geavanceerd
Actuele beeldmod. resetten
Bioscoop
50
50
Afsluiten
PC
Kleur
Helderheid
2
3
4
1
5
6
50
50
5
1
4
2
5
3
6
6 cijfers in te voeren. Zie De wachtwoordbeveiliging gebruiken op pagina 23.
5. Schakel alle aangesloten apparatuur in.
6. De projector zoekt naar ingangssignalen. Het huidige ingangssignaal dat gescand wordt verschijnt.
Als de projector geen goed signaal waarneemt, blijft het bericht "Geen signaal" op het scherm staan
totdat er een ingangssignaal wordt gevonden.
U kunt ook op SOURCE drukken om het gewenste ingangssignaal te selecteren. Zie Schakelen
tussen ingangssignalen op pagina 25.
• Gebruik de originele accessoires (zoals het netsnoer) om mogelijk gevaar, zoals een elektrische schok of brand,
te voorkomen.
• De Setupwizard-afbeeldingen dienen slechts ter referentie en kunnen afwijken van het daadwerkelijke ontwerp.
• Als de frequentie/resolutie van het ingangssignaal buiten het bereik van de projector valt, wordt het bericht
"Buiten bereik"weergegeven op een leeg scherm. Selecteer een ingangssignaal dat compatibel is met de resolutie
van de projector of stel het ingangssignaal op een lager niveau in. Zie Timingdiagram op pagina 43.
• Als gedurende 3 minuten geen signaal wordt gedetecteerd, wordt automatisch de spaarmodus geactiveerd.
De menu's gebruiken
De projector beschikt over schermmenu's (OSD) waarin u de instellingen kunt aanpassen.
Onderstaande OSD-afbeeldingen dienen slechts ter referentie en kunnen afwijken van de daadwerkelijke OSD.
Hieronder ziet u een overzicht van het OSD-menu.
Hoofdmenupictogram
Huidig ingangssignaal
HoofdmenuStatus
Druk op BACK om
Submenu
terug naar de vorige
pagina te gaan of af
te sluiten.
U opent het OSD-menu door op MENU op de projector of afstandsbediening te drukken.
• Navigeer door de menu-items met de pijltoetsen ( / // ) op de projector of afstandsbediening.
• Gebruik OK op de projector of afstandsbediening om het geselecteerde menu-item te bevestigen.
22 Bediening
Page 23
De projector beveiligen
NIEUW WACHTWOORD INVOEREN
Terug
Wachtwoordfout
Probeer het opnieuw.
Een veiligheidskabelslot gebruiken
De projector moet op een veilige plek worden geïnstalleerd om diefstal te voorkomen. Of schaf een
slot aan, bijvoorbeeld een Kensington-slot, om de projector te beveiligen. U ziet aan de achterkant van
de projector een sleuf voor een Kensingtonslot. Zie item 11 op pagina 7.
Een Kensington veiligheidskabelslot is meestal een combinatie van sleutel(s) en slot. Zie de
documentatie van het slot voor meer informatie over het gebruik.
De wachtwoordbeveiliging gebruiken
Een wachtwoord instellen
1. Ga naar SYSTEEMINSTLL: GEAVANCEERD > Wachtwoord. Druk op OK. De pagina
Beveiligingsins Tellingen wordt weergegeven.
2. Selecteer Wachtwoord wijzigen en druk op OK.
3. De vier pijltoetsen ( , , , ) vertegenwoordigen de
4 cijfers (1, 2, 3, 4). Druk, afhankelijk van het gewenste
wachtwoord, op de pijltoetsen op afstandsbediening om
de zes cijfers van het wachtwoord in te voeren.
4. Bevestig het nieuwe wachtwoord door het nieuwe
wachtwoord opnieuw in te voeren.
Als het wachtwoord is ingesteld, keert het OSD-menu
terug naar de pagina Beveiligingsins Tellingen.
5. Activeer de functie Inschakelblokkering door op / te drukken om Inschakelblokkering te
markeren en druk op / om Aan te selecteren. Voer het wachtwoord nogmaals in.
• De ingevoerde cijfers worden als sterretjes op het scherm weergegeven. Schrijf het door u gekozen wachtwoord
van te voren of net nadat u het wachtwoord hebt ingevoerd op, zodat u het altijd kunt opzoeken, mocht u het
vergeten.
• Als u een wachtwoord hebt ingesteld en de inschakelblokkering is geactiveerd, kunt u de projector alleen
gebruiken als het wachtwoord wordt ingevoerd. Telkens wanneer u de projector start, moet u het wachtwoord
opgeven.
Als u het wachtwoord bent vergeten
Als u een onjuist wachtwoord invoert, verschijnt een
foutmelding voor het wachtwoord en verschijnt vervolgens
de melding Voer huidig wachtwoord in. Als u het
wachtwoord echt niet meer weet, gebruikt u de
wachtwoordherstelprocedure. Zie De procedure voor het
herstellen van het wachtwoord starten op pagina 24.
Wanneer u 5 keer achter elkaar het verkeerde wachtwoord
invoert, wordt de projector na korte tijd automatisch uitgeschakeld.
23 Bediening
Page 24
De procedure voor het herstellen van het wachtwoord starten
Noteer de code en neem contact op
met de BenQ-kl antenservice.
Terugroepcode:
255 255 255 255
Wachtwoord herstellen
Afsluiten
1. Houd OK 3 seconden ingedrukt. De projector laat op het
scherm een code zien.
2. Schrijf het nummer op en schakel de projector uit.
3. Neem contact op met de klantenservice van BenQ in uw
land om het nummer te decoderen. Mogelijk wordt u
gevraagd om een bewijs van aankoop te overleggen om
te controleren of u bevoegd bent de projector te
gebruiken.
Het wachtwoord wijzigen
1. Ga naar SYSTEEMINSTLL: GEAVANCEERD > Wachtwoord > Wachtwoord wijzigen.
2. Druk op OK. Het bericht "Voer huidig wachtwoord in" verschijnt.
3. Voer het oude wachtwoord in.
• Als het wachtwoord juist is, verschijnt het bericht "Voer nieuw wachtwoord in".
• Als het wachtwoord niet juist is, verschijnt een foutmelding voor het wachtwoord op het scherm.
Daarna verschijnt het bericht "Voer huidig wachtwoord in" en kunt u het opnieuw proberen.
U kunt op BACK drukken om de wijziging te annuleren of om een ander wachtwoord te
proberen.
4. Voer een nieuw wachtwoord in.
5. Bevestig het nieuwe wachtwoord door het nieuwe wachtwoord opnieuw in te voeren.
De wachtwoordfunctie uitschakelen
Schakel de wachtwoordbeveiliging uit door naar SYSTEEMINSTLL: GEAVANCEERD >
Wachtwoord > Inschakelblokkering te gaan en druk op / om Uit te selecteren. Het bericht
"Voer huidig wachtwoord in" verschijnt. Voer het huidige wachtwoord in.
• Als het juiste wachtwoord is ingevoerd, keert het OSD-menu terug naar de pagina
Beveiligingsins Tellingen. U hoeft de volgende keer dat u de projector inschakelt geen
wachtwoord meer in te voeren.
• Als het wachtwoord niet juist is, verschijnt een foutmelding voor het wachtwoord op het scherm.
Daarna verschijnt het bericht "Voer huidig wachtwoord in" en kunt u het opnieuw proberen.
U kunt op BACK drukken om de wijziging te annuleren of om een ander wachtwoord te
proberen.
Hoewel de wachtwoordfunctie is uitgeschakeld, dient u het oude wachtwoord bij de hand te houden voor het geval
dat u de wachtwoordfunctie ooit weer moet inschakelen door het oude wachtwoord in te voeren.
24 Bediening
Page 25
Schakelen tussen ingangssignalen
HDMI1
HDMI2
PC
Ingang
HDBaseT
HDMI3
De projector kan tegelijkertijd op verschillende apparaten worden
aangesloten. De beelden van deze apparaten kunnen echter niet
tegelijkertijd op volledig scherm worden weergegeven. Tijdens het
opstarten zoekt de projector automatisch beschikbare signalen.
Zorg dat de functie in het menu SYSTEEMINSTLL: BASIS >
Auto-ingang is ingesteld op Aan als u wilt dat de projector
automatisch signalen zoekt.
De ingang selecteren:
1. Druk op SOURCE. Een ingangselectiebalk verschijnt dan.
2. Druk op / totdat het gewenste signaal is geselecteerd en druk
op OK.
Zodra het signaal is gevonden, wordt de informatie over de
geselecteerde ingang een aantal seconden in de hoek van het
scherm weergegeven. Als er meerdere apparaten op de projector zijn aangesloten, herhaal dan
stappen 1-2 om een ander signaal te zoeken.
• De helderheid van het geprojecteerde beeld verandert tijdens het schakelen tussen de verschillende
ingangssignalen.
• Voor de beste beeldresultaten, kiest u een ingangssignaal dat ook gebruik maakt van de eigenresolutie van de
projector. Andere resoluties worden door de projector aangepast, afhankelijk van de instelling "beeldverhouding",
waardoor enige beeldvervorming of verlies van beeldkwaliteit kan optreden. Zie Beeldverhouding op pagina 32.
De projector uitschakelen
1. Druk op en er verschijnt een melding die u om een
bevestiging vraagt. Wanneer u niet binnen enkele
seconden reageert, verdwijnt het bericht.
2. Druk nogmaals op . De POWER (Power-lampje)
knippert oranje en de lichtbron van de projector wordt
uitgeschakeld.
3. Zodra het afkoelen klaar is, brandt POWER (Power-lampje) oranje en stoppen de ventilatoren.
Trek de stekker van het netsnoer uit het stopcontact.
• Ter bescherming van de lichtbron reageert de projector niet op opdrachten tijdens het afkoelen.
• Druk nogmaals op om de projector te starten nadat de POWER (Power-lampje) oranje wordt.
25 Bediening
Page 26
Menubewerkingen
De schermmenu (OSD)'s verschillen afhankelijk van het geselecteerde signaaltype en het
projectormodel.
De menu-items zijn beschikbaar wanneer de projector minstens één goed signaal detecteert. Wanneer
geen apparatuur op de projector is aangesloten of geen signaal wordt waargenomen, zijn beperkte
menuopties beschikbaar.
Menu BEELD
De projector beschikt over verschillende beeldmodi waaruit u de modus kunt
kiezen die het beste past bij uw gebruiksomgeving en het beeldtype van het
ingangssignaal.
• Helder: maximaliseert de helderheid van het geprojecteerde beeld. Deze optie
is geschikt voor omgevingen waar een uiterst hoge helderheid is vereist, bijv. in
een goed verlichte kamer.
• PRESN: is ontworpen voor presentaties. De helderheid primeert in deze
modus opdat de kleuren overeenkomen met die van de pc of notebook.
• sRGB: in deze modus worden de RGB-kleuren zo zuiver mogelijk weergegeven,
waardoor de beelden levensecht worden, ongeacht de helderheidinstellingen. De
modus is geschikt voor het bekijken van foto's die zijn gemaakt met een
sRGB-compatibele en correct gekalibreerde camera, en voor het bekijken van
Beeldmodus
grafische toepassingen en tekenprogramma's zoals AutoCAD.
• Levendig: Met goed gebalanceerde kleurtinten en contrast bij lage helderheid, is
dit met name geschikt voor films in een volledig donkere omgeving (zoals in een
bioscoop).
• DICO-S: Volg de standaard van DICOM om de parameter van het grijsniveau te
achterhalen.
• Gebruiker 1/Gebruiker 2: Roept de aangepaste instellingen op, gebaseerd op
de momenteel beschikbare beeldmodi. Zie Gebruikermod.beheer op pagina 27.
• HDR: Levert HDR-effecten (High Dynamic Range) met meer helderheid en
hoger contrast voor kleuren. Deze modus is alleen beschikbaar als:
• WEERGAVE > HDR is ingesteld op Auto en HDR-beelden worden
gedetecteerd.
• WEERGAVE > HDR-menu is ingesteld op HDR.
26 Menubewerkingen
Page 27
Er zijn twee door de gebruiker te definiëren modi als de momenteel beschikbare
beeldkwaliteitstanden niet aan uw wensen voldoen. U kunt een van de beeldmodi
als beginpunt gebruiken (behalve Gebruiker 1/Gebruiker 2) en de instellingen
aanpassen.
• Inst. laden vanaf
1. Ga naar BEELD > Beeldmodus.
2. Druk op / om Gebruiker 1 of Gebruiker 2 te selecteren.
3. Druk op om Gebruikermod.beheer te selecteren en druk op OK. De
pagina Gebruikermod.beheer wordt geopend.
4. Kies Inst. laden vanaf en druk op OK.
5. Druk op / om een beeldmodus te kiezen die uw wensen het dichtst
benadert.
6. Druk op OK en BACK om terug te keren naar het menu BEELD.
Gebruikermod.
beheer
Helderheid
7. Druk op om de items in het submenu die u wilt veranderen te selecteren
en pas de waardes aan door op / te drukken. De aanpassingen worden
opgenomen in de geselecteerde gebruikersmodus.
• Gebr.mod.naam wz
Kies dit om de namen van de aangepaste beeldmodi te wijzigen (Gebruiker 1 of
Gebruiker 2). De nieuwe naam kan maximaal 9 tekens bevatten, waaronder
letters (A-Z, a-z), cijfers (0-9) en spaties (_).
1. Ga naar BEELD > Beeldmodus.
2. Druk op / om Gebruiker 1 of Gebruiker 2 te selecteren.
3. Druk op om Gebruikermod.beheer te selecteren en druk op OK. De
pagina Gebruikermod.beheer wordt geopend.
4. Druk op om Gebr.mod.naam wz te selecteren en druk op OK. De
pagina Gebr.mod.naam wz wordt geopend.
5. Selecteer de gewenste tekens met // / .
6. Als u klaar bent, drukt u op OK en BACK om af te sluiten.
Hoe hoger de waarde, hoe helderder de afbeelding. Stel deze knop zo in dat de
zwarte gedeelten van het beeld echt zwart worden weergegeven en er nog details
zichtbaar zijn in de donkere gedeelten.
Hoe hoger de waarde, hoe groter het contrast. Gebruik deze optie om het
Contrast
maximale witniveau in te stellen nadat u eerder de Helderheid hebt ingesteld die
past bij de geselecteerde ingang en de omgeving.
Lagere instelling levert minder verzadigde kleuren op. Als de instelling te hoog
Kleur
staat, worden de kleuren op het beeld te fel, waardoor het beeld onrealistisch
wordt.
Tint
Hoe hoger de waarde, hoe groener het beeld. Hoe lager de waarde, hoe roder
het beeld.
ScherpteHoe hoger de waarde, hoe scherper het beeld.
27 Menubewerkingen
Page 28
Geavanceerd
Hoge Helderheid
Laag Contrast
Lage Helderheid
Hoog Contrast
1,8 2,0 2,1 2,2 2,3 2,4 2,5 2,6 2,8 BenQ
NormaalDe witte kleur behoudt de normale schakering.
KoelMaakt het beeld blauwachtig wit.
Standaard
temp.
Met de oorspronkelijke kleurtemperatuur van de lichtbron en
hogere helderheid. Deze instelling is geschikt voor
omgevingen waar een uiterst hoge helderheid is vereist, bijv.
in een goed verlichte kamer.
WarmMaakt het beeld roodachtig wit.
• Gammaselectie
Gamma verwijst naar de verhouding tussen de helderheid van ingangssignaal en
beeld.
• 1,8/2,0/2,1/BenQ: Kies deze waardes naar wens.
• 2,2/2,3: verhoogt de gemiddelde helderheid van het beeld. Met name
geschikt voor verlichte omgevingen, vergaderkamers of huiskamers.
• 2,4: Met name geschikt voor films in een donkere omgeving.
• 2,6/DICOM: Beste voor het weergeven van films met veel donkere scènes.
• HDR-helderheid
De projector kan het helderheidsniveau van het beeld automatisch aanpassen op
basis van het ingangssignaal. U kunt het helderheidsniveau ook handmatig instellen
om een de beeldkwaliteit te verbeteren. Bij een hogere waarde wordt het beeld
helderder. Bij een lagere waarde wordt het beeld donkerder.
• Kleurtemperatuur
• Voorinstelling: Er zijn diverse voorinstellingen voor kleurtemperatuur
beschikbaar. De beschikbare instellingen variëren op basis van het
geselecteerde signaaltype.
U kunt ook een voorkeurskleurtemperatuur instellen door de volgende opties aan
te passen.
• R-versterking/G-versterking/B-versterking: past de contrastniveaus
van Rood, Groen en Blauw aan.
• R-verschuiving/G-verschuiving/B-verschuiving: past de
helderheidniveaus van Rood, Groen en Blauw aan.
28 Menubewerkingen
Page 29
Geavanceerd
ROOD
BLAUW
GROEN
Geel
Cyaan
Magenta
(vervolg)
• Beeld vastleggen
Kleurbeheer heeft zes reeksen (RGBCMY) kleuren die kunnen worden aangepast.
Als u elke kleur selecteert, kunt u onafhankelijk het bereik en verzadiging naar
wens aanpassen.
• Primaire kleur: Selecteer een kleur uit Rood, Geel, Groen, Cyaan, Blauw
of Magenta.
• Tint: een verhoging van het bereik omvat de
kleuren die de twee naastliggende kleuren
bevatten. Zie de afbeelding om te zien hoe de
kleuren samenhangen.
Als u bijvoorbeeld Rood kiest en het bereik
instelt op 0, wordt alleen puur rood in het
geprojecteerde beeld geselecteerd. Het
verhogen van het bereik neemt ook rood op
dat dicht bij geel en dicht bij magenta ligt.
• Versterking: past de waarden naar wens aan.
Het contrastniveau van de gekozen primaire kleur wordt beïnvloed. Elke
aangebrachte aanpassing is direct terug te vinden in het beeld.
• Verzadiging: past de waarden naar wens aan. Elke aangebrachte aanpassing
is direct terug te vinden in het beeld. Als u bijvoorbeeld Rood kiest en het
bereik instelt op 0, wordt alleen de verzadiging van puur rood beïnvloed.
Verzadiging is de hoeveelheid van die kleur in een videobeeld. Lagere instellingen produceren
minder verzadigde kleuren; een instelling van "0" verwijdert de betreffende kleur volledig uit het
beeld. Als de verzadiging te hoog is, wordt de betreffende kleur te sterk en onrealistisch.
29 Menubewerkingen
Page 30
Geavanceerd
(vervolg)
• Kleurengamma
Kleurengamma verwijst het kleurbereik dat door een apparaat kan worden
weergegeven. Er worden verschillende standaarden gebruikt met verschillende
niveaus voor kleurgamma, zoals CIE 1976, sRGB, Adobe RGB, NTSC, enz.
Als u op deze projector Auto selecteert, wordt automatisch het meest geschikte
kleurgamma toegepast op de beeldbron. U kunt ook naar eigen inzicht BT. 709,
BT. 2020 of DCI-P3 kiezen.
• CinemaMaster
• Color Enhancer: Hiermee kunt u de verzadiging van kleuren nog flexibeler
aanpassen. Het moduleert comlexe kleuralgoritmes om foutloos verzadigde
kleuren, fijne kleurschakeringen, tussenliggende tinten en subtiele pigmenten
te renderen.
• Huidtint: Levert een kleine aanpassing van alleen de tint om de huidskleur
van personen te ijken, en niet voor andere kleuren in de afbeelding. Het
voorkomt het verliezen van kleur van huidtinten in het licht van de
projectiestraal, waardoor elke huidtint in de mooiste kleurschakering wordt
weergegeven.
• Pixel Enhancer 4K: Het is een technologie voor superresoluties die Full
HD-content radicaal verbetert wat betreft kleur, contrast en textuur.
Daarnaast is het een technologie voor verbetering van details die
oppervlaktedetails verfijnt voor natuurgetrouwe afbeeldingen die van het
scherm af knallen. Gebruikers kunnen de scherpte en detailverbetering
aanpassen voor optimaal kijkplezier.
• DCTI/DLTI: Geavanceerde algoritmes verbeteren kleur en lichtuitvoer
significant voor beelden met contrasterende kleuren of heldere en donkere
vlakken. DCTI verhoogt de levendigheid van kleuren voor drastische
overgangen zonder storingsruis. DLTI vermindert de ruis van snel
veranderingen door verschil in luminantie voor optimale helderheid en
contrast. Het resultaat is een beeldkwaliteit met extreme beelddiepte en
kleurprestaties.
• Ruisonderdrukking: vermindert elektrische ruis in het beeld die veroorzaakt
• Lichtbronmodus: Selecteert een geschikt lichtbronvermogen uit de
Alle aanpassingen die zijn aangebracht voor de geselecteerde Beeldmodus (geldt
ook voor de vooraf ingestelde modi, Gebruiker 1 en Gebruiker 2) worden
Actuele
beeldmod.
hersteld naar de standaard fabriekswaardes.
1. Druk op OK. Er wordt een bevestiging weergegeven.
resetten
2. Druk op / om
30 Menubewerkingen
wordt door verschillende mediaspelers. Hoe hoger de waarde, hoe minder ruis.
beschikbare modi. Zie Instellen van de Lichtbronmodus op pagina 38.
Reset te selecteren en druk op OK. De
fabrieksinstellingen voor de beeldmodus worden hersteld.
Page 31
Menu WEERGAVE
De pagina wordt weergegeven waarop u de positie kunt aanpassen. U verplaatst het
Beeldpositie
Overscanaanp
assing
PC-tuning
HDR
geprojecteerde beeld met de richtingspijlen. Deze functie is alleen beschikbaar als
pc-signaal (analoog RGB) is geselecteerd.
Verbergt de slechte beeldkwaliteit in de vier randen.
Hoe hoger de waarde, hoe meer van het beeld wordt verborgen, terwijl het scherm
gevuld en geometrisch kloppend blijft. Instelling 0 betekent dat 100% van het beeld
wordt weergegeven.
• Horizontale afmeting: stelt de horizontale breedte van het beeld in.
• Fase: hiermee past u de klokfase aan om vervorming
van het beeld te verminderen.
• Auto: past de fase en frequentie automatisch aan.
Deze functies zijn alleen beschikbaar als het pc-signaal is geselecteerd.
De projector ondersteunt HDR-beeldbronnen. De projector kan automatisch het
dynamische bereik van de bron detecteren en instellingen optimaliseren om inhoud
onder verschillende belichtingsomstandigheden weer te geven. Als het
ingangssignaal niet met dynamisch bereik wordt gedefinieerd, kunt u in plaats
hiervan ook handmatig HDR of SDR kiezen.
Stilte
Als deze functie is ingeschakeld:
• De akoestische ruis wordt geminimaliseerd.
• De weergaveresolutie wordt ingesteld op 1920 x 1080.
31 Menubewerkingen
Page 32
Menu INSTALLATIE
15:9-beeld
4:3-beeld
16:9-beeld
16:10-beeld
• Tafel voor
Selecteer deze instelling als u de projector op de
tafel en voor het scherm installeert. Als u een snelle
opstelling en draagbaarheid wenst, is dit de meest
gebruikte opstelling.
• Plafond voor
Selecteer deze instelling als u de projector tegen het
plafond en voor het scherm installeert. Als u de
projector aan het plafond wilt bevestigen, kunt u het
beste de plafondmontageset voor een BenQ
Projectorpositie
Projector bij uw leverancier kopen.
• Plafond achter
Selecteer deze instelling als u de projector tegen het
plafond en achter het scherm installeert. Voor deze
opstelling zijn een speciaal scherm voor
achterwaartse projectie en de plafondmontageset
voor een BenQ Projector vereist.
Testpatroon
Beeldverhouding
• Tafel achter
Selecteer deze instelling als u de projector op de tafel
en achter het scherm installeert. Voor deze opstelling
is een speciaal scherm voor achterwaartse projectie
vereist.
Past de beeldgrootte en de focus aan zodat het
geprojecteerde beeld niet vervormd is.
Er zijn diverse opties voor het instellen van de beeldverhouding, afhankelijk van het
apparaat waarvan het signaal afkomstig is.
• Auto: De verhouding van het beeld wordt aangepast
aan de eigen resolutie van de projector in de
horizontale of verticale breedte.
• 4:3: Past het beeld zodanig aan dat het in het midden
van het scherm wordt weergegeven in een
beeldverhouding van 4:3.
• 16:9: Past het beeld zodanig aan dat het in het midden
van het scherm wordt weergegeven in een
beeldverhouding van 16:9.
• 16:10: Past het beeld zodanig aan dat het in het
midden van het scherm wordt weergegeven in een
beeldverhouding van 16:10.
32 Menubewerkingen
Page 33
12V-trigger
Er is één 12 V-trigger die onafhankelijk functioneert en die u naar eigen inzicht kunt
installeren.
• Uit: Als dit is geselecteerd, verstuurt de projector geen elektronisch signaal
als deze wordt ingeschakeld.
• Aan: De projector stuurt een laag naar hoog elektronisch signaal als de
projector wordt ingeschakeld, en een hoog naar laag signaal als de projector
wordt uitgeschakeld.
Led-indicator
Hoogtemodus
KeystoneZie Keystone corrigeren op pagina 18.
Selecteer dit om de led-waarschuwingslampjes uit te schakelen. Dit voorkomt
lichtstoring als u beelden bekijkt in een donkere ruimte.
Als u de projector op een hoogte van 1500 - 3000 m boven zeeniveau gebruikt, en
de temperatuur tussen 0°C - 30°C ligt, wordt aanbevolen de Hoogtemodus in te
schakelen.
U kunt ook Auto selecteren, waardoor de projector automatisch de hoogte
detecteert en een herinnering weergeeft voor het eventueel aanpassen van de
instelling.
Tijdens het gebruik van de "Hoogtemodus" wordt wellicht meer geluid
geproduceerd omdat de ventilatoren sneller moeten draaien voor een betere
koeling en optimale prestaties.
Als u de projector in andere dan deze extreme omstandigheden gebruikt, wordt het
apparaat mogelijk automatisch uitgeschakeld om te voorkomen dat de projector
oververhit geraakt. Selecteer de hoogtemodus om te voorkomen dat de projector
automatisch wordt uitgeschakeld. Dit betekent echter niet dat de projector in alle
ruwe of extreme omstandigheden kan worden gebruikt.
Stelt het projector-ID van deze projector in (tussen 01~99). Als meerdere
aangrenzende projectors tegelijkertijd worden gebruikt, verandert u de
projector-ID-codes om storing met andere afstandsbedieningen te voorkomen. Als
de Projector-ID is ingesteld, schakelt u naar dezelfde ID voor de afstandsbediening
om deze projector te kunnen bedienen. Zie Afstandsbediening op pagina 10
Projector
ID-instelling
Stel de ID in
1. Houd ID SET ingedrukt totdat de ID-instellingsindicator gaat branden.
2. Voer de ID in voor de afstandsbediening (tussen 01~99). De
afstandsbediening-ID moet dezelfde zijn als de corresponderende projector-ID.
3. De ID is opgeslagen als u ziet dat de ID-instellingsindicator gaat knipperen en
vervolgens uit gaat.
De ID wissen
1. Houd ID SET ingedrukt totdat de ID-instellingsindicator gaat branden.
2. Druk op ALL om de huidige ID-instelling van de afstandsbediening te wissen.
3. De ID wordt gewist als u ziet dat de ID-instellingsindicator gaat knipperen en
vervolgens uit gaat.
33 Menubewerkingen
Page 34
Menu SYSTEEMINSTLL: BASIS
TaalHiermee stelt u de taal van de On-Screen Display (OSD)-menu's in.
Achtergrondkleur
Opstartscherm
Gebruiksinstellingen
Menu-instellingen
Stelt de achtergrondkleur van de projector in.
Hiermee selecteert u het logoscherm dat wordt weergegeven bij het opstarten van
de projector.
• Auto uit: Hiermee wordt de projector automatisch uitgeschakeld als er
gedurende een ingestelde periode geen ingangssignaal wordt gedetecteerd, zodat
de lichtbron niet onnodig energie verbruikt.
• Direct inschakelen: hiermee kan de projector automatisch inschakelen zodra er
stroom staat op de stroomkabel.
• Inschakelen bij signaal: bepaalt of de projector direct wordt ingeschakeld
zonder op AAN/UIT of ON te drukken als de projector op stand-by
staat en een vga-signaal wordt gedetecteerd.
• Menupositie: hiermee stelt u de positie van het OSD-menu in.
• Weergaveduur menu: bepaalt hoe lang het OSD op het scherm wordt
weergegeven nadat u op de knop hebt gedrukt.
• Herinnering: zet de herinneringen aan of uit.
Past de naam van het actuele ingangssignaal aan.
Wijzig bronn.
Op de pagina Wijzig bronn. selecteert u de gewenste tekens voor het
aangesloten ingangssignaal met / / / .
Als u klaar bent, drukt u op OK om de wijzigingen op te slaan.
Auto-ingangHiermee kan de projector automatisch een signaal zoeken.
• Geluid uit: schakelt het geluid tijdelijk uit.
• Volume: past het geluidsniveau aan.
• Beltoon aan/uit: schakelt de beltoon uit tijdens het opstarten of uitschakelen
Geluidsinstel-
van de projector.
lingen
De enige manier om Beltoon aan/uit te veranderen is het instellen van Aan of Uit hier. Het
dempen van het geluid of aanpassen van het geluidsniveau heeft geen invloed op de Beltoon aan/uit.
34 Menubewerkingen
Page 35
Menu SYSTEEMINSTLL: GEAVANCEERD
Lichtbroninformatie
• Lichtbrontimer: zie De gebruikstijd van de lichtbron weergeven op pagina
38.
• HDMI-bereik
Selecteert een geschikt RGB-kleurbereik om de kleurgetrouwheid te corrigeren.
• Auto: Selecteert automatisch een geschikt kleurbereik voor het
Hdmi-instellingen
inkomende HDMI-signaal.
• RGB beperkt: Maakt gebruik van het beperkte bereik RGB 16-235.
• RGB volledig: Maakt gebruik van het volledige bereik RGB 0-255.
• YUV beperkt: Maakt gebruik van het beperkte bereik YUV 16-235.
• YUV volledig: Maakt gebruik van het volledige bereik YUV 0-255.
WachtwoordZie De wachtwoordbeveiliging gebruiken op pagina 23.
Als de toetsen op de projector en de afstandsbediening zijn geblokkeerd, kunnen
de instellingen van de projector niet per ongeluk worden veranderd
(bijvoorbeeld door kinderen). Als de Toetsenvergrendeling is ingeschakeld,
functioneert geen enkele toets op de projector, behalve AAN/UIT.
Toetsenvergrendeling
U kunt de toetsblokkering opheffen door (de rechtertoets) op de projector
of afstandsbediening gedurende 3 seconden ingedrukt te houden.
Netwerkinstellingen
HDBaseT-standby-instelling
Seriële-poortinstelling
Instellingen
herstellen
Als u de projector uitschakelt zonder de paneeltoetsblokkering op te heffen, zijn de
paneeltoetsen van de projector nog steeds geblokkeerd als de projector weer wordt
ingeschakeld.
• Beeldmodus: geeft de geselecteerde modus in het menu BEELD weer.
• HDR: Geeft de HDR-status weer.
• Resolutie: geeft de eigenresolutie van het ingangssignaal weer.
Huidige
systeemstatus
• Kleursysteem: geeft de indeling van het ingangsysteem aan.
• Kleurengamma: toont het kleurengamma.
• Gebruikstijd van lichtbron: geeft het aantal uur weer dat de lichtbron is
gebruikt.
• Firmware-versie: toont de firmware-versie van de projector.
• Projector ID: toont het ID-nummer van de projector.
36 Menubewerkingen
Page 37
Onderhoud
Onderhoud van de projector
De lens reinigen
Reinig de lens als u vuil of stof op het oppervlak ziet. Schakel de projector uit en laat de projector
volledig afkoelen voordat u de lens reinigt.
• Verwijder stof met een fles met gecomprimeerde lucht.
• Bij vuil of vlekken gebruikt u papier voor het reinigen van cameralenzen of bevochtigt u een zachte
doek met reinigingsvloeistof voor cameralenzen en veegt u het oppervlak van de lens voorzichtig
schoon.
• Gebruik nooit een schuursponsje, reinigingsmiddel met alkaline/zuur, schuurmiddel of vluchtig
oplosmiddel, zoals alcohol, wasbenzine, thinner of insecticide. Het gebruik van zulke stoffen of
langdurig contact met materiaal van rubber of vinyl, kan resulteren in beschadiging van het oppervlak
en behuizing van de projector.
De projectorbehuizing reinigen
Schakel de projector op de correcte manier uit (zie De projector uitschakelen op pagina 25) en trek de
stekker van het netsnoer uit het stopcontact voordat u de behuizing reinigt.
• Verwijder vuil of stof met een zachte, pluisvrije doek.
• Voor het verwijderen van hardnekkige vlekken gebruikt u een zachte doek die u hebt bevochtigd met
water en een neutraal schoonmaakmiddel. Veeg hiermee de behuizing schoon.
Gebruik nooit was, alcohol, benzine, verdunner of andere chemische schoonmaakmiddelen. Hierdoor kan de
behuizing beschadigd raken.
De projector opbergen
Volg de aanwijzingen hieronder als u de projector langere tijd wilt opbergen.
• Zorg dat de temperatuur en de luchtvochtigheid van de opslagruimte binnen het aanbevolen bereik
voor de projector vallen. ZieSpecificaties op pagina 41 of neem contact op met uw leverancier voor
het bereik.
• Schuif de verstelvoetjes in.
• Haal de batterijen uit de afstandsbediening.
• Verpak de projector in de oorspronkelijke of een soortgelijke verpakking.
De projector vervoeren
Het wordt aanbevolen dat de projector in de oorspronkelijke of een gelijkwaardige verpakking wordt
getransporteerd.
37 Onderhoud
Page 38
Informatie over de lichtbron
Lichtbronmodus
Economisch
Dimmen
Normaal
Aangepast
Terug
De gebruikstijd van de lichtbron weergeven
De gebruiksduur van de lichtbron (in uren) wordt automatisch berekend door de ingebouwde timer als
de projector wordt gebruikt. De equivalente gebruiksduur van de lichtbron wordt als volgt berekend:
Gebruikstijd lichtbron = (aantal uren in de modus Normaal) + (aantal uren in de modus Economisch)
+ (aantal uren in de modus Dimmen) + (aantal uren in de modus Aangepast)
Totaal (equivalent) aantal lichtbronuren = 1,0 x (aantal uren in de modus Normaal) + 1,0 x (aantal uren
in de modus Economisch) + 1,0 x (aantal uren in de modus Dimmen) + 1,0 x (aantal uren in de
modus Aangepast)
Informatie over de gebruikstijd van de lichtbron weergeven:
1. Ga naar SYSTEEMINSTLL: GEAVANCEERD > Lichtbroninformatie en druk op OK. De
pagina Lichtbroninformatie wordt weergegeven.
2. Druk op om Lichtbrontimer te selecteren en druk op OK. De Lichtbrontimer wordt
weergegeven.
U kunt de informatie over de lichtbron ook zien in het menu INFORMATIE.
De levensduur van de lichtbron optimaliseren
• Instellen van de Lichtbronmodus
Ga naar BEELD > Geavanceerd > Lichtbronmodus > Lichtbronmodus of druk op LIGHT
SOURCE op de afstandsbediening om uit de beschikbare modi een geschikt lichtbronmodus te kiezen.
Lichtbronmodus Beschrijving
NormaalVoor een lichtbron op volle helderheid
Economisch
Beperkt de helderheid om de levensduur van de lichtbron te verlengen en het geruis van
de ventilator te verminderen
DimmenEen lagere helderheid zorgt voor een langere levensduur van de lichtbron
Aangepast
Toont de aanpassingsbalk van de lichtbronhelderheid zodat u de instelling naar wens kunt
aanpassen
• Instellen van Automatisch uitschakelen
Via deze functie wordt de projector automatisch uitgeschakeld als er gedurende een ingestelde periode
geen ingangssignaal wordt gedetecteerd, zodat de levensduur van de lichtbron niet onnodig wordt
verbruikt.
Stel Automatisch uitschakelen in door naar SYSTEEMINSTLL: BASIS >
Gebruiksinstellingen > Auto uit te gaan en druk op /.
• De helderheid van het geprojecteerde beeld is afhankelijk van het omgevingslicht en de instellingen voor contrast
en helderheid van de geselecteerde ingangssignaal, én van de afstand tot het scherm.
• De helderheid van de lichtbron neemt na verloop van tijd af en verschilt per fabrikant. Dit is normaal en
geanticipeerd gedrag.
38 Onderhoud
Page 39
LED-indicatoren
Lampje
Status en beschrijving
Situaties gerelateerd aan de stroomtoevoer
Stand-bymodus
Opstarten
Normale werking
Afkoelen bij normaal uitschakelen
Downloaden
Starten van kleurwiel is mislukt
Starten van fosforwiel is mislukt
Opnieuw instellen van de schaler is mislukt
Inbranden AAN
Inbranden UIT
Lichtbrongebeurtenissen
Levensduur van lichtbron is verstreken
Lichtbronstoring bij normaal gebruik
Lichtbron brandt niet
Situaties gerelateerd aan de temperatuur
Storing bij ventilator 1 (de daadwerkelijke snelheid van de ventilator
wijkt af van de gewenste snelheid)
Storing bij ventilator 2 (de daadwerkelijke snelheid van de ventilator
wijkt af van de gewenste snelheid)
Storing bij ventilator 3 (de daadwerkelijke snelheid van de ventilator
wijkt af van de gewenste snelheid)
Storing bij ventilator 4 (de daadwerkelijke snelheid van de ventilator
wijkt af van de gewenste snelheid)
Storing bij ventilator 5 (de daadwerkelijke snelheid van de ventilator
wijkt af van de gewenste snelheid)
Storing bij ventilator 6 (de daadwerkelijke snelheid van de ventilator
wijkt af van de gewenste snelheid)
Storing bij ventilator 7 (de daadwerkelijke snelheid van de ventilator
wijkt af van de gewenste snelheid)
Storing bij ventilator 8 (de daadwerkelijke snelheid van de ventilator
wijkt af van de gewenste snelheid)
: Uit
Storing bij temperatuur 1 (overschrijding van temperatuurlimiet)
: oranje aan: groen aan: rood aan
: oranje knippert: groen knippert: rood knippert
39 Onderhoud
Page 40
Problemen oplossen
U kunt de projector niet inschakelen.
OorzaakOplossing
Het netsnoer levert geen stroom.
Tijdens het afkoelproces is geprobeerd de
projector weer in te schakelen.
Geen beeld
OorzaakOplossing
Stop het ene uiteinde van het netsnoer in de
netsnoeraansluiting op de projector en het andere uiteinde
in het stopcontact. Zorg dat het stopcontact is ingeschakeld
(indien van toepassing).
Wacht tot de projector volledig is afgekoeld.
De videobron is niet ingeschakeld of niet correct
aangesloten.
De projector is niet correct aangesloten op de
invoerbron.
Het ingangssignaal is verkeerd geselecteerd.
De lensklep is nog gesloten.Open de lensklep.
Onscherp beeld
OorzaakOplossing
De projectielens is niet correct scherpgesteld.Pas de scherpstelling van de lens aan met de focusring.
De projector en het scherm staan scheef.
De lensklep is nog gesloten.Open de lensklep.
De afstandsbediening werkt niet.
OorzaakOplossing
De batterijen zijn leeg.Vervang beide batterijen met nieuwe.
Er bevindt zich een voorwerp tussen de
afstandsbediening en de projector.
U bevindt zich te ver van de projector.
Schakel de videobron in en controleer of de signaalkabel
correct is aangesloten.
Controleer de aansluiting.
Selecteer het correcte ingangssignaal met de
SOURCE-toets.
Pas indien nodig de projectiehoek, -richting en -hoogte van
de projector aan.
Verw i jd e r h et o bs takel .
Ga niet verder dan 8 meter (26 voet) van de projector
staan.
Het wachtwoord is onjuist.
OorzaakOplossing
U bent het wachtwoord vergeten.
40 Problemen oplossen
Zie De procedure voor het herstellen van het wachtwoord
starten op pagina 24.
Page 41
Specificaties
Projectorspecificaties
Alle specificaties kunnen zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd.
Optisch
Resolutie
1920 (H) x 1080 (V) native
4K UHD op scherm
Weergavesysteem
1-CHIP DMD
Objectief
LK952:
F = 1,81 tot 2,1, f = 14,3 tot 22,9 mm
LK953ST:
F = 1,83 tot 1,86, f = 8,6 tot 9,4 mm
Open focusbereik
LK952:
-
6 m @ breed,
1,8
–9,60 m
2,88
LK953ST:
-
3,58 m @ breed,
1,07
–3,94 m
1,18
Lichtbron
Laserdiode
Elektrisch
Voeding
AC100-240 V, 5,8 A, 50-60 Hz (automatisch)
Stroomverbruik
585 W (max); < 0,5 W (stand-by)
Mechanisch
@ tele
@ tele
Bediening
RS-232 seriële besturing
9 pins x 1
Lan-besturing
RJ45 x 1
IR-ontvanger x 2
Afstandsbediening met kabel x 1
12 V-trigger voeding 12 V / 0,5 A x 1
Ingangen
Computeringang
RGB-ingang
D-Sub 15-pins (contrastekker) x 1
Video-ingangssignaal
Analoog
Component RCA-aansluiting x 3 (via
RGB-ingang)
Digitaal
HDMI (2.2a) x 1; HDMI (HDCP 1.4) x 2
Audio-ingangssignaal
PC-audio-aansluiting x 1
Usb
Mini Type B x 1; Type-A voeding 5 V / 2 A x 1
HDBaseT RX x 1
Omgevingsvereisten
Gewicht
10,1 Kg (22,27 lbs)
Uitgangen
RGB-uitgang
D-Sub 15-pins (contrastekker) x 1
HDMI-uitgang x 1
Audiosignaal-uitgang x 1
Luidspreker
(Stereo) 10 Watt x 1
Bedrijfstemperatuur
0°C–40°C op zeeniveau
Opslagtemperatuur
-20°C–60°C op zeeniveau
Relatieve vochtigheid in bedrijf/in opslag
10%–90% (zonder condens)
Bedrijfshoogte
0–1499 m bij 0°C–35°C
1500–3000 m bij 0°C–30°C (met
Hoogtemodus aan)
41 Specificaties
Page 42
Afmetingen
490
122
159
84.50
90.70
13
380
330
315.8
169.5
115.48
15.29
73.57
12
384
363
277
160
169.5
Eenheid: mm
A
BB
B
A
A
A
B
277.00
160.00
427.30
591.50
383.00
169.50
A: BenQ plafondmontage CMG3 (5J.JAM10.001)
Schroef voor plafondmontage: M4
(max. L = 25 mm; min. L = 20 mm)
B: Montageopeningen van derden
Schroef: M6 (max. L = 8 mm)
Eenheid: mm
490 mm (B) x 159 mm (H) x 380 mm (D)
Afbeelding voor plafondmontage
42 Specificaties
Page 43
Timingdiagram
Ondersteunde timing voor PC-signaal
ResolutieModus
VGA_6059,94031,46925,175
640 x 480
720 x 400720 x 400_7070,08731,46928,3221
800 x 600
SVGA_120 (Reduce Blanking)119,85477,42583,000
1024 x 768
XGA_120 (Reduce Blanking)119,98997,551115,5
1152 x 8641152 x 864_757567,5108
1024 x 576BenQ Notebook_timing60,035,82046,966
1024 x 600BenQ Notebook_timing64,99541,46751,419
1280 x 7201280 x 720_606045,00074,250
1280 x 7681280 x 768_6059,8747,77679,5
1280 x 800
WXGA_120 (Reduce Blanking)119,909101,563146,25
1280 x 1024
1280 x 960
1360 x 7681360 x 768_6060,01547,71285,5
1400 x 1050SXGA+_6059,97865,317121,750
1440 x 900WXGA+_6059,88755,935106,500
1600 x 1200UXGA60,00075,000162,000
1680 x 10501680 x 1050_6059,95465,290146,250
640 x 480@67 HzMAC1366,66735,00030,240
832 x 624@75 HzMAC1674,54649,72257,280
SXGA_8585,02491,146157,500
1280 x 960_6060,00060,000108,000
1280 x 960_8585,00285,938148,500
Vert ic al e
frequentie (Hz)
Horizontale
frequentie (kHz)
Pixelfrequentie
(MHz)
Bovenstaande timingen worden eventueel niet ondersteund vanwege beperkingen van EDID-bestanden of
beperkingen van de VGA-videokaart. Wellicht kunnen bepaalde timingen niet worden gekozen.
43 Specificaties
Page 44
Ondersteunde timing voor HDMI (HDCP)-ingang
• PC-timings
ResolutieModus
VGA_6059,940 31,469 25,175
640 x 480
720 x 400720 x 400_7070,08731,46928,3221
800 x 600
SVGA_120 (Reduce Blanking)119,85477,42583,000
1024 x 768
XGA_120 (Reduce Blanking)119,98997,551115,5
1152 x 8641152 x 864_7575,0067,500108,000
1024 x 576BenQ Notebook Timing60,0035,82046,996
1024 x 600BenQ Notebook Timing64,99541,46751,419
1280 x 7201280 x 720_606045,00074,250
1280 x 7681280 x 768_6059,87047,77679,5
1280 x 800
WXGA_120 (Reduce Blanking)119,909101,563146,25
1280 x 1024
1280 x 960
1360 x 7681360 x 768_6060,01547,71285,500
1440 x 900WXGA+_6059,88755,935106,500
1400 x 1050SXGA+_6059,97865,317121,750
1600 x 1200UXGA60,00075,000 162,000
1680 x 10501680 x 1050_6059,95465,290146,250
640 x 480@67 HzMAC1366,66735,00030,240
832 x 624@75 HzMAC1674,54649,72257,280
1024 x 768@75 HzMAC1975,02060,24180,000
1152 x 870@75 HzMAC2175,0668,68100,00
1920 x 1080@60 Hz1920 x 1080_606067,5148,5
1920 x 1200@60 Hz1920 x 1200_60 (Reduce Blanking) 59,95074,038154,0000
1920 x 1080 (VESA)1920 x 1080_60 (voor Auditorium-model)59,96367,158173
1920 x 1080@
120 Hz
3840 x 21603840 x 2160_30 voor 4K2K-model3067,5297
3840 x 2160
1920 x 1080_120 (alleen via HDMI 2.0)120,000135,000297
SXGA_8585,02491,146157,500
1280 x 960_6060,00060,000108
1280 x 960_8585,00285,938148,500
(alleen via HDMI 2.0)
Ver ti cale
frequentie (Hz)
60135594
Horizontale
frequentie (kHz)
Pixelfrequentie
(MHz)
Bovenstaande timingen worden eventueel niet ondersteund vanwege beperkingen van EDID-bestanden of
beperkingen van de VGA-videokaart. Wellicht kunnen bepaalde timingen niet worden gekozen.
44 Specificaties
Page 45
• Videotimings
TimingResolutie
480i720 (1440) x 48059,9415,7327
480p720 x 48059,9431,4727
576i720 (1440) x 5765015,6327
576p720 x 5765031,2527
720/50p1280 x 7205037,574,25
720/60p1280 x 7206045,0074,25
1080/24P1920 x 1080242774,25
1080/25P1920 x 10802528,1374,25
1080/30P1920 x 10803033,7574,25
1080/50i1920 x 10805028,1374,25
1080/60i1920 x 10806033,7574,25
1080/50P1920 x 10805056,25148,5
1080/60P1920 x 10806067,5148,5
2160/24P3840 x 2160 (alleen via HDMI 2.0)2454297
2160/25P3840 x 2160 (alleen via HDMI 2.0)2556,25297
2160/30P3840 x 2160 (alleen via HDMI 2.0)3067,5297
2160/50P3840 x 2160 (alleen via HDMI 2.0)50112,5594
2160/60P3840 x 2160 (alleen via HDMI 2.0)60135594
Ver ti cale
frequentie (Hz)
Horizontale
frequentie (kHz)
Pixelfrequentie
(MHz)
45 Specificaties
Page 46
Ondersteunde timing voor HDBaseT-ingang
• PC-timings
ResolutieModus
VGA_6059,940 31,469 25,175
640 x 480
720 x 400720 x 400_7070,08731,46928,3221
800 x 600
SVGA_120 (Reduce Blanking)119,85477,42583,000
1024 x 768
XGA_120 (Reduce Blanking)119,98997,551115,500
1152 x 8641152 x 864_7575,0067,5108,000
1024 x 576@60 HzBenQ Notebook Timing60,0035,82046,996
1024 x 600@65 HzBenQ Notebook Timing64,99541,46751,419
1280 x 7201280 x 720_606045,00074,250
1280 x 7681280 x 768_6059,87047,77679,5
1280 x 800
1280 x 1024
1280 x 960
1360 x 7681360 x 768_6060,01547,71285,500
1440 x 900WXGA+_6059,88755,935106,500
1400 x 1050SXGA+_6059,97865,317121,750
1600 x 1200UXGA60,00075,000 162,000
1680 x 10501680 x 1050_6059,95465,290146,250
640 x 480@67 HzMAC1366,66735,00030,240
832 x 624@75 HzMAC1674,54649,72257,280
1024 x 768@75 HzMAC1975,02060,24180,000
1152 x 870@75 HzMAC2175,0668,68100,00
1280 x 960_6060,00060,000108
1280 x 960_8585,00285,938148,500
Blanking)
Vert ic al e
frequentie (Hz)
119,909101,563146,25
59,9574,038154
Horizontale
frequentie (kHz)
Pixelfrequentie
(MHz)
Bovenstaande timingen worden eventueel niet ondersteund vanwege beperkingen van EDID-bestanden of
beperkingen van de VGA-videokaart. Wellicht kunnen bepaalde timingen niet worden gekozen.
46 Specificaties
Page 47
• Videotimings
TimingResolutie
480i720 (1440) x 48059,9415,7327
480p720 (1440) x 48059,9431,4727
576i720 x 5765015,6327
576p720 x 5765031,2527
720/50p1280 x 7205037,574,25
720/60p1280 x 7206045,0074,25
1080/24P1920 x 1080242774,25
1080/25P1920 x 10802528,1374,25
1080/30P1920 x 10803033,7574,25
1080/50i1920 x 10805028,1374,25
1080/60i1920 x 10806033,7574,25
1080/50P1920 x 10805056,25148,5
1080/60P1920 x 1080 6067,5148,5
2160/24P3840 x 21605424297
2160/25P3840 x 216056,2525297
2160/30P3840 x 216067,530297
2160/50P3840 x 2160112,550594
2160/60P3840 x 216013560594