Benq LK953ST, LK952 User Manual [nl]

Page 1
Digitale projector
Gebruikershandleiding
Installatie van projector I LK952 / LK953ST
V 1.00
Page 2

Informatie over garantie en auteursrechten

Beperkte garantie
De garantie van BenQ voor dit product heeft betrekking op productie- en materiaalfouten die zich bij normaal gebruik van het apparaat voordoen.
Wanneer u een beroep wilt doen op de garantie, dient u een geldig aankoopbewijs te overleggen. Wanneer dit product tijdens de garantieperiode defect raakt, is BenQ alleen verplicht de defecte onderdelen te vervangen (inclusief arbeidsloon). Om in geval van een defect reparatie- of servicewerkzaamheden te laten uitvoeren die onder de garantie vallen, dient u zich zo snel mogelijk te wenden tot de leverancier bij wie u het product hebt gekocht.
Belangrijk: De bovenstaande garantie vervalt indien de klant heeft nagelaten het product te gebruiken volgens de schriftelijke instructies van BenQ, in het bijzonder de instructies inzake de gebruiksomstandigheden. De vochtigheidsgraad moet tussen 10% en 90% liggen, de temperatuur tussen 0°C en 40°C en de projector mag niet worden gebruikt op stoffige plaatsen of op plaatsen hoger dan 3000 m (gebruikt in de Hoogtemodus). Deze garantie verleent de koper van het apparaat bepaalde rechten, evenals het zogenaamde consumentenrecht, dat echter per land kan verschillen.
Ga voor meer informatie naar www.BenQ.com.
Copyright
Copyright © 2018, by BenQ Corporation. Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden gereproduceerd, verzonden, opgeslagen in een zoeksysteem of vertaald in een andere taal of computertaal, onder geen enkele vorm en op geen enkele wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, magnetisch, optisch, chemisch, handmatig of op andere wijze, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van BenQ Corporation.
Aansprakelijkheid
BenQ Corporation is niet aansprakelijk en geeft geen garanties, uitdrukkelijk noch stilzwijgend, ten aanzien van de inhoud van deze publicatie en wijst alle garanties van verkoopbaarheid of geschiktheid voor een bepaald doel af. BenQ Corporation behoudt zich het recht voor deze publicatie te herzien en de inhoud ervan van tijd tot tijd te wijzigen zonder verplicht te zijn aan enige persoon mededeling van die herzieningen of wijzigingen te doen.
*DLP, Digital Micromirror Device en DMD zijn handelsmerken van Texas Instruments. Andere merk- en productnamen zijn eigendom van de respectieve bedrijven of organisaties.
Patenten
Ga naar http://patmarking.benq.com/ voor details over gedekte patenten van de BenQ-projector.
2 Informatie over garantie en auteursrechten
Page 3
Inhoud
Informatie over garantie en auteursrechten ..................................................................... 2
Belangrijke veiligheidsinstructies ........................................................................................ 4
Inleiding ................................................................................................................................. 6
Inhoud van de verpakking ......................................................................................................................... 6
Buitenkant van de projector .................................................................................................................... 7
Besturingspaneel ......................................................................................................................................... 8
Besturingsaansluitingen ............................................................................................................................. 9
Afstandsbediening .....................................................................................................................................10
Installatie ............................................................................................................................. 13
Een plek kiezen .........................................................................................................................................13
Waarschuwing over afkoelen ................................................................................................................13
De gewenste beeldgrootte van de projectie instellen..................................................................... 14
De projector bevestigen......................................................................................................................... 16
De projectorpositie aanpassen.............................................................................................................. 17
Het geprojecteerde beeld aanpassen................................................................................................... 18
Aansluitingen ...................................................................................................................... 19
Bediening ............................................................................................................................. 21
De projector opstarten ..........................................................................................................................21
De menu's gebruiken ............................................................................................................................... 22
De projector beveiligen .......................................................................................................................... 23
Schakelen tussen ingangssignalen .......................................................................................................... 25
De projector uitschakelen .....................................................................................................................25
Menubewerkingen .............................................................................................................. 26
Menu BEELD ...........................................................................................................................................26
Menu WEERGAVE............................................................................................................................... 31
Menu INSTALLATIE ..........................................................................................................................32
Menu SYSTEEMINSTLL: BASIS ................................................................................................... 34
Menu SYSTEEMINSTLL: GEAVANCEERD ............................................................................ 35
Menu INFORMATIE ............................................................................................................................36
Onderhoud .......................................................................................................................... 37
Onderhoud van de projector ................................................................................................................37
Informatie over de lichtbron.................................................................................................................. 38
LED-indicatoren........................................................................................................................................ 39
Problemen oplossen ........................................................................................................... 40
Specificaties ......................................................................................................................... 41
Projectorspecificaties ..............................................................................................................................41
Afmetingen .................................................................................................................................................42
Timingdiagram ........................................................................................................................................... 43
RS232-opdracht ........................................................................................................................................ 48
3 Inhoud
Page 4

Belangrijke veiligheidsinstructies

De projector is ontwikkeld en getest volgens de nieuwste veiligheidsstandaards voor ict-apparatuur. Voor een veilig gebruik van dit product dient u de instructies in de gebruikershandleiding / installatiegids en op de verpakking van het product nauwkeurig op te volgen.
1. Lees de gebruikershandleiding / installatiegids aandachtig door voordat u de projector gaat gebruiken. Bewaar de handleiding voor toekomstig gebruik.
2. Kijk tijdens het projecteren niet rechtstreeks in de lens van de projector. De sterke lichtstraal kan uw ogen beschadigen.
3. Laat reparatie- of onderhoudswerkzaamheden over aan een bevoegd technicus.
4. Zorg er altijd voor dat de lenssluiter (indien aanwezig) is geopend of de lensdop (indien aanwezig) is verwijderd wanneer de lichtbron van de projector brandt.
5. De lichtbron wordt erg heet tijdens het gebruik.
6. In sommige landen is de netspanning NIET stabiel. Hoewel deze projector normaal werkt bij een netspanning van 100 tot 240 V (wisselstroom), kan het apparaat uitvallen wanneer zich een stroomstoring of een spanningspiek van ±10 V voordoet. In gebieden waar dit risico hoog is,
is het raadzaam de projector aan te sluiten op een spanningsstabilisator, piekbeveiliging of UPS-systeem (Uninterruptible Power Supply).
7. Plaats geen voorwerpen voor de projectielens als de projector wordt gebruikt. De voorwerpen kunnen heet worden en daardoor vervormd raken of vlam vatten. Om de lichtbron tijdelijk uit te schakelen, gebruikt u de functie leeg.
8. Gebruik de lichtbronnen niet langer dan de voorgeschreven levensduur.
9. Plaats dit product nooit op een onstabiele ondergrond. Het product kan dan vallen en ernstig worden beschadigd.
10. Open deze projector niet zelf. De onderdelen van het apparaat staan onder hoge, levensgevaarlijke spanning.
U mag nooit andere onderdelen losmaken of verwijderen. Laat reparaties uitsluitend over aan gekwalificeerde professionele reparateurs.
11. Blokkeer het ventilatierooster niet.
- Plaats deze projector niet op een deken, beddengoed of op een ander zacht oppervlak.
- Bedek deze projector niet met een doek of met andere voorwerpen.
- Plaats geen ontvlambare stoffen in de buurt van de projector.
Als het ventilatierooster niet vrij wordt gehouden, kan er door oververhitting in de projector brand ontstaan.
12. Plaats de projector niet verticaal. De projector kan dan vallen en letsel veroorzaken of beschadigd raken.
13. Trap niet op de projector of leg er geen voorwerpen op. Dit kan niet alleen schade aan de projector veroorzaken, maar ook leiden tot ongevallen en mogelijk letsel.
14. Wanneer u de projector gebruikt, neemt u mogelijk warme lucht en een bepaalde geur waar bij het ventilatierooster. Dit is een normaal verschijnsel.
15. Plaats geen vloeistoffen in de buurt van of op de projector. Als er vloeistof in de projector wordt gemorst, werkt deze mogelijk niet meer. Als de projector nat wordt, trekt u de stekker uit het stopcontact en belt u BenQ voor reparaties.
16. Dit apparaat moet worden geaard.
4 Belangrijke veiligheidsinstructies
Page 5
17. Plaats de projector niet in de volgende ruimtes.
- Slecht geventileerde of gesloten ruimtes. Zorg dat de projector ten minste 50 cm van de muur staat en laat voldoende ruimte vrij rondom de projector.
- Plekken waar de temperatuur extreem hoog kan oplopen, zoals in een auto met gesloten ramen.
- Plekken met veel vocht, stof of rook die optische componenten mogelijk aantasten. Dit verkort de levensduur van de projector en verdonkert het beeld.
- Plekken in de buurt van een brandalarm.
- Plekken met een omgevingstemperatuur hoger dan 40°C / 104°F.
- Plekken die hoger liggen dan 3000 m (10000 voet).
Risicogroep 2
1. Volgens de classificatie van fotobiologische veiligheid van lichtbronnen en lichtbronsystemen valt dit product onder Risicogroep 2, IEC 62471-5:2015.
2. Dit product straalt mogelijk gevaarlijke optische straling uit.
3. Kijk niet direct in de functionerende lichtbron. Dit kan uw ogen beschadigen.
4. Net als bij elke andere felle lichtbron, is het niet raadzaam direct in de straal te kijken.
De lichtbroneenheid van de projector gebruikt een laser.
Waarschuwing over lasers
Dit product is een laserproduct van KLASSE 1 en voldoet aan IEC 60825-1:2014.
LASERSTRAAL, KIJK NIET IN DE STRAAL, LASERPRODUCT VAN KLASSE 1.
5 Belangrijke veiligheidsinstructies
Page 6

Inleiding

Inhoud van de verpakking

Pak alles voorzichtig uit en controleer of u alle onderstaande items aanwezig zijn. Wanneer een of meerdere van deze items ontbreken, dient u contact op te nemen met de leverancier.
Standaardaccessoires
Projector
De meegeleverde accessoires zijn geschikt voor uw regio, maar verschillen mogelijk van die in de afbeeldingen.
Optionele accessoires
1. Plafondmontage CMG3
2. 3D-bril
3. InstaShow™ (WDC10)
Afstandsbediening en
batterijen
Installatiegids Netsnoer
6 Inleiding
Page 7

Buitenkant van de projector

2
5
6
4
3
7
16
17
18
19
19
5
5
16
1616
18
19
19
5
5
2
8
3
9
15
5 5
2
11
1
5
13 14
20 20
10
12
1. Ventilatie (warme lucht uit)
2. IR-sensor voor afstandsbediening
3. Zoomring
12. Stroomaansluiting
13. POWER (Power-lampje)/TEMP (Waarschuwingslampje temperatuur)/LIGHT (Licht-lampje)
4. Focusring
5. Verstelvoetjes
6. Projectielens
7. Lensklep
8. Knoppen voor aanpassen van de lensverschuiving (LINKS/RECHTS, OMHOOG/OMLAAG)
(Zie LED-indicatoren op pagina 39.)
14. Filterafdekking
15. Extern besturingspaneel (Zie Besturingspaneel op pagina 8.)
16. Gaten voor plafondmontage
17. Beveiligingsbalk
18. Projectorhouder
9. Ventilatie (koele lucht in)
10. Besturingsaansluitingen (Zie
Besturingsaansluitingen op pagina 9.)
11. Sleuf voor Kensington-slot
19. Montageopeningen van derden
20. InstaShow-openingen
7 Inleiding
Page 8

Besturingspaneel

3
2
2
2
1
4
5
7
2 6
1. MENU
Activeert het schermmenu (OSD).
2. Pijltoetsen ( , , , )
Als het On-Screen Display (OSD)-menu is geactiveerd, gebruikt u deze toetsen als pijltoetsen om de gewenste menu-items te selecteren en om aanpassingen uit te voeren.
Keystonetoetsen (, )
Opent de pagina voor keystonecorrectie.
Vol um etoe tse n (, )
Zet het volume van de projector lager of hoger.
3. AAN/UIT
Dit zet de projector aan of op stand-by.
4. BACK
Keert terug naar het vorige OSD-menu, sluit en bewaart de menu-instellingen.
5. AUTO
Bepaalt automatisch de beste beeldtimings voor het weergegeven beeld als pc-signaal (analoog RGB) is geselecteerd.
6. OK
Hiermee bevestigt u het geselecteerde menu-item in het On-Screen Display (OSD)-menu.
7. SOURCE
Opent de ingangselectiebalk.
Alle toetsindrukken die in dit document zijn beschreven, zijn beschikbaar op de afstandsbediening of op de projector.
8 Inleiding
Page 9

Besturingsaansluitingen

1 3 5
2 6 1084
12
11 13
7 9
14 15
1. WIRED REMOTE
Voor het aansluiten van een afstandsbedieningen met een kabel.
2. RS232
Standaard 9-pin D-sub-interface om een pc-besturingssysteem aan te sluiten en voor projectoronderhoud.
3. USB MINI-B
Alleen voor firmware-upgrade.
4. USB TYPE A
Ondersteunt 5 V / 2 A-uitvoer.
5. LAN
Hierop kunt u een RJ45 Cat5/Cat6-Ethernetkabel aansluiten om de projector via een netwerk te besturen.
6. HDBaseT
Hierop kunt u een RJ45 Cat5/Cat6-kabel aansluiten voor ongecomprimeerde high-definition video (HD).
7. HDMI 1 (HDCP2.2)
Verbinding voor HDMI-bron (4K).
9. MONITOR OUT
Verbinding voor andere weergaveapparatuur voor gecombineerde weergave. (gebruikt met een PC IN-poort.)
10. PC IN
15-pin VGA-poort om een RGB-bron of pc aan te sluiten.
11. AUDIO IN
Aansluiting voor een audio-ingang via een audiokabel. (gebruikt met een PC IN-poort.)
12. AUDIO OUT
Aansluiting voor een luidspreker of headset.
13. 12V TRIGGER
Activeert externe apparatuur, zoals een elektrisch scherm of lichtbesturing, enz.
14. HDMI 3
Verbinding voor HDMI-bron.
15. HDMI OUT
Verbinding voor andere weergaveapparatuur voor gecombineerde weergave. (gebruikt met een HDMI 3-poort.)
8. HDMI 2
Verbinding voor HDMI-bron.
9 Inleiding
Page 10

Afstandsbediening

14 15
17 18
20 21 22
16
13
19
23
2
1
5
6
3
8
4
9
12
11
7
10
6. OK
Hiermee bevestigt u het geselecteerde menu-item in het On-Screen Display (OSD)-menu.
7. BACK
Keert terug naar het vorige OSD-menu, sluit en bewaart de menu-instellingen.
8. MENU
Activeert het schermmenu (OSD).
9. MUTE
Schakelt het projectorgeluid in of uit.
10. Numerieke toetsen
Voor het invoeren van cijfers om de ID van de afstandsbediening in te stellen. Numerieke toetsen 1, 2, 3, 4 kunnen niet worden ingedrukt om een wachtwoord in te voeren.
1. ON/ OFF
Dit zet de projector aan of op stand-by.
2. SOURCE
Opent de ingangselectiebalk.
3. ASPECT
Hiermee selecteert u de beeldverhouding.
4. PICTURE
Kies een beschikbare beeldinstellingsmodus.
5. Pijltoetsen ( , , , )
Als het On-Screen Display (OSD)-menu is geactiveerd, gebruikt u deze toetsen als pijltoetsen om de gewenste menu-items te selecteren en om aanpassingen uit te voeren.
Keystonetoetsen ( , )
11. ALL
Houd ID SET ingedrukt totdat de ID-instellingsindicator gaat branden. Druk op ALL om de huidige ID-instelling van de afstandsbediening te wissen. De ID wordt gewist als u ziet dat de ID-instellingsindicator gaat knipperen en vervolgens uit gaat.
12. ZOOM+/ZOOM-
Geen functie.
13. ID-instellingsindicator
14. QUICK INSTALL
Geen functie.
15. INFO
Toont informatie over de projector.
16. LIGHT SOURCE
Selecteert een geschikt lichtbronvermogen uit de beschikbare modi.
17. AUTO
Bepaalt automatisch de beste timings voor het beeld.
Opent de pagina voor keystonecorrectie.
Volumetoetsen (-, +)
Zet het volume van de projector lager of hoger.
10 Inleiding
Page 11
18. BLANK
O
n
g
e
v
e
e
r
+
3
0
º
O
ng
e
v
e
er
+
3
21. 3D
Hiermee kunt u de schermafbeelding verbergen.
Plaats geen voorwerpen voor de projectielens als de projector wordt gebruikt. De voorwerpen kunnen heet worden en daardoor vervormd raken of vlam vatten.
19. LIGHT
Zet de verlichting van de afstandsbediening een aantal seconden aan. Druk, terwijl de verlichting aan is, op een andere toets om de verlichting aan te houden. Druk nogmaals op de toets om de verlichting uit te schakelen.
20. ID SET
Stelt de code in voor deze afstandsbediening. Houd ID SET ingedrukt totdat de ID-instellingsindicator gaat branden. Voer de ID in voor de afstandsbediening (tussen 01~99). De afstandsbediening-ID moet dezelfde zijn als de corresponderende projector-ID. De ID is opgeslagen als u ziet dat de ID-instellingsindicator knippert en vervolgens uit gaat.
Geen functie.
22. FREEZE
Geen functie.
23. PAG E+/PAG E-
Geen functie.
Effectief bereik van de afstandsbediening
De afstandsbediening moet in een hoek van 30 graden ten opzichte van de IR-sensor van de projector worden gehouden om correct te functioneren. De afstand tussen de afstandsbediening en de sensor(en) mag niet meer dan 8 meter (~ 26 voet) bedragen.
Zorg dat tussen de afstandsbediening en de IR-sensor(en) van de projector geen obstakels liggen die de infraroodstraal kunnen blokkeren.
• De projector bedienen via de voorkant • De projector bedienen via de achterkant
11 Inleiding
Page 12
De batterijen van de afstandsbediening vervangen
1. Druk en schuif de batterijklep weg zoals in de afbeelding is weergegeven.
2. Verwijder de oude batterijen (indien van toepassing) en plaats twee AAA-batterijen. Zorg dat de positieve en negatieve zijdes correct zijn gepositioneerd zoals in de afbeelding is weergegeven.
3. Schuif de batterijklep terug zodat deze op z'n plek klikt.
• Laat de afstandsbediening en batterijen niet liggen op plaatsen die extreem warm of vochtig zijn, zoals de keuken, badkamer, sauna, solarium of in een gesloten auto.
• Gebruik alleen dezelfde batterijen of batterijen van hetzelfde type dat door de fabrikant van de batterij wordt aanbevolen.
• Gooi batterijen weg volgens de instructies van de fabrikant en volgens de plaatselijke milieuregelgeving.
• Werp batterijen nooit in vuur. Dit kan een explosie veroorzaken.
• Als de batterijen leeg zijn of als u de afstandsbediening gedurende langere tijd niet gebruikt, verwijdert u de batterijen om beschadiging van de afstandsbediening door lekkende batterijen te voorkomen.
12 Inleiding
Page 13

Installatie

Luchtinlaat
Luchtinlaat
Luchtuitlaat
Luchtuitlaat
50 cm ruimte
70 cm ruimte
50 cm ruimte
50 cm ruimte
30 cm ruimte
50 cm ruimte
Minimaal 100 mm

Een plek kiezen

Voordat u een plek voor de projector kiest, houdt u rekening met de volgende zaken:
• Formaat en positie van het scherm
• Plek van het stopcontact
• Locatie en afstand tussen de projctor en de rest van de apparatuur
U kunt de projector op de volgende manieren installeren: Tafel voor, Plafond voor, Plafond achter, Tafel achter. (Zie Projectorpositie op pagina 32.)
De projector kan in de volgende hoeken worden geïnstalleerd:
360-graden projectie
De installatie van de projector moet voorzichtig worden uitgevoerd. Door een onvolledige of onjuiste installatie kan de projector vallen, wat kan resulteren in persoonlijk letsel of beschadiging van eigendom.

Waarschuwing over afkoelen

Ventilatie Waarschuwing over installatie
Zorg dat rond de projector voldoende ruimte is voor de ventilatie van de projector. Zie onderstaande afbeelding:
• Taf e l • Taf e l
• Plafond • Gestapeld
• Gebruik de projector niet in een slecht geventileerde of gesloten ruimte.
• De levensduur van de lichtbron kan negatief worden beïnvloed als de projector gekanteld wordt gebruikt op een hoek van meer dan +
15 graden.
13 Installatie
Page 14

De gewenste beeldgrootte van de projectie instellen

H
B
Projectieafstand
Midden van de lens
Scherm
16:9 schermdiagonaal
De afstand van de lens van de projector tot het scherm, de zoominstellingen en het videoformaat zijn allemaal factoren die de grootte van het geprojecteerde beeld bepalen.
Projectieafmetingen
De beeldverhouding van het scherm is 16:9 en van het geprojecteerde beeld 16:9
LK952
Schermgrootte Afstand tot scherm (mm)
Diagonaal
Inch mm (max. zoom) (min. zoom)
30 762 664 374 903 1176 1448
B (mm) H (mm)
Min lengte
Gemiddeld
Max lengte
40 1016 886 498 1204 1567 1930
50 1270 11 07 623 1505 1959 2413
60 1524 1328 747 1806 2351 2896
80 2032 1771 996 2409 3135 3861
90 2286 1992 1121 2710 3527 4343
100 2540 2214 1245 3011 3918 4826
110 2794 2435 1370 3312 4310 5309
120 3048 2657 1494 3613 4702 5791
130 3302 2878 1619 3914 5094 6274
140 3556 3099 1743 4215 5486 6757
150 3810 3321 1868 4516 5878 7239
160 4064 3542 1992 4817 6269 7722
170 4318 3763 2117 5118 6661 8204
180 4572 3985 2241 5419 7053 8687
190 4826 4206 2366 5720 7445 9170
200 5080 4428 2491 6022 7837 9652
250 6350 5535 3113 7527 9796 12065
300 7620 6641 3736 9032 11755 14478
14 Installatie
Page 15
LK953ST
Schermgrootte Afstand tot scherm (mm)
Diagonaal
Inch mm (max. zoom) (min. zoom)
30 762 664 374 538 565 591
40 1016 886 498 717 753 788
50 1270 1107 623 897 941 985
60 1524 1328 747 1076 1129 1182
80 2032 1771 996 1435 1505 1576
90 2286 1992 1121 1614 1694 1773
100 2540 2214 1245 1793 1882 1970
110 2794 2435 1370 1972 2070 2167
120 3048 2657 1494 2152 2258 2364
130 3302 2878 1619 2331 2446 2561
140 3556 3099 1743 2510 2634 2758
150 3810 3321 1868 2690 2823 2955
B (mm) H (mm)
Min lengte
Gemiddeld
Max lengte
160 4064 3542 1992 2869 3011 3152
170 4318 3763 2117 3048 3199 3349
180 4572 3985 2241 3228 3387 3547
190 4826 4206 2366 3407 3575 3744
200 5080 4428 2491 3586 3763 3941
250 6350 5535 3113 4483 4704 4926
300 7620 6641 3736 5380 5645 5911
Voor een optimale beeldkwaliteit raden we aan dat u projecteert op een gebied dat niet grijs is.
• Alle maten zijn benaderingen en kunnen afwijken van de daadwerkelijke formaten. BenQ beveelt aan, dat bij een permanente plaatsing van de projector de projectiegrootte en -afstand eerst ter plaatse met de projector fysiek te testen, zodat u rekening kunt houden met de optische eigenschappen van deze projector. Hierdoor kunt u de precieze bevestigingspositie bepalen die het beste past in uw specifieke locatie.
• De plafondmontage moet worden uitgevoerd door een gekwalificeerde monteur. Neem contact op met de dealer voor meer informatie. Het wordt niet aangeraden de projector zelf te installeren.
• Gebruik de projector uitsluitend op een stevig, recht oppervlak. Als de projector valt kan dit resulteren in ernstig letsel en beschadiging.
• Gebruik de projector niet in een omgeving met extreme temperaturen. De projector moet worden gebruikt op een temperatuur tussen 0 graden Celsius (32 graden Fahrenheit) en 104 degrees Fahrenheit (40 graden Celsius).
• Het scherm kan beschadigd raken als de projector wordt blootgesteld aan vocht, stof of rook.
• Dek de ventilatie-openingen van de projector niet af. Er is voldoende ventilatie nodig om de warmte af te laten vloeien. De projector kan beschadigd raken als de ventilatie-openingen worden afgedekt.
15 Installatie
Page 16

De projector bevestigen

Als u de projector wilt bevestigen, is het raadzaam een gepaste montageset voor BenQ-projectoren te gebruiken voor een veilige en stevige montage.
Als u een montageset van een ander merk dan BenQ gebruikt, bestaat het gevaar dat de projector naar beneden valt omdat het apparaat met de verkeerde schroeven is bevestigd.
Voordat u de projector bevestigt
• U kunt een projectormontageset voor BenQ-projectoren kopen bij de leverancier van uw BenQ-projector.
• BenQ raadt u aan een aparte veiligheidskabel aan te schaffen. Maak deze kabel vast aan de veligheidsbalk op de projector en aan de houder. Wanneer de projector loskomt van de houder, blijft het apparaat toch veilig zitten.
• Vraag de leverancier om de projector voor u te monteren. Als u de projector zelf monteert, kan de projector vallen en letsel opleveren.
• Neem de benodigde maatregelen om te voorkomen dat de projector naar beneden valt tijdens bijvoorbeeld een aardbeving.
• De garantie dekt geen beschadiging van het product als gevolg van het monteren van de projector met een projectormontageset die niet van BenQ is.
• Let op de omgevingstemperatuur van de plek waar de projector aan het plafond wordt bevestigd. Als een verwarming wordt gebruikt, kan de temperatuur bij het plafond hoger zijn dan verwacht.
• Lees de gebruikershandleiding van de montageset voor informatie over de kracht van het draaimoment. Als u de montageset te stevig vastschroeft, kan dit de projector beschadigen waardoor deze uiteindelijk naar beneden kan vallen.
• Zorg dat het stopcontact op een toegankelijke hoogte is, zodat u de projector makkelijk kunt uitschakelen.
16 Installatie
Page 17

De projectorpositie aanpassen

Voo rwa art se tafelprojectie
Voorwaartse plafondprojectie
Verticale verschuiving
Verticale verschuiving
Verticale verschuiving
Hoogte van
geprojecteerd
beeld
Max. 0,6 V
Max. 0,6 V
Max. 0,6 V
Max. 0,6 V
1 V
1 V
Effectieve projectiepositionering
Max. 0,23 H
Max. 0,23 H
Hoogte van
geprojecteerd
beeld
Breedte van geprojecteerd beeld
1 H
Naar links verschuiven
Naar rechts verschuiven
V: Hoogte van geprojecteerd beeld
H: Breedte van geprojecteerd beeld
De projectielens verschuiven
De lensverschuiving zorgt voor flexibiliteit bij de montage van de projector. Hiermee kan de projector afwijkend gepositioneerd worden ten opzichte van de middenas.
De lensverschuiving wordt uitgedrukt als een percentage van de geprojecteerde beeldhoogte of -breedte. U kunt de knoppen op de projector gebruiken om de projectielens in een richting binnen het toegestane bereik te verschuiven, afhankelijk van de gewenste beeldpositie.
• Het aanpassen van de lensverschuiving heeft geen invloed op de beeldkwaliteit.
• Stop met draaien aan de aanpassingsknop als u een klik hoort. Dit geeft namelijk aan dat de knop niet meer verder kan. Als u de knop doordraait kan deze beschadigen.
17 Installatie
Page 18

Het geprojecteerde beeld aanpassen

Druk op .
Druk op .
De projectiehoek aanpassen
Wanneer de projector niet op een horizontaal oppervlak wordt geplaatst of het scherm en de projector niet loodrecht op elkaar staan, wordt het geprojecteerde beeld trapeziumvormig weergegeven. U kunt aan het verstelvoetje draaien om de horizontale hoek nauwkeuriger in te stellen.
Trek de voet terug door het verstelvoetje in de andere richting te draaien.
Kijk niet in de lens wanneer de lichtbron brandt. Het felle licht kan schade toebrengen aan uw ogen.
Het beeldformaat en de helderheid fijn afstellen
1. Wijzig de grootte van het geprojecteerde beeld met behulp van de zoomring.
2. Stel het beeld scherp door aan de focusring te draaien.
Keystone corrigeren
Deze functie is niet beschikbaar als geen ingangssignaal beschikbaar is. Als u deze functie wilt gebruiken zonder ingangssignaal, activeert u eerst Testpatroon.
Keystone verwijst naar de situatie waarin het geprojecteerde beeld een trapezoïde vorm aanneemt als onder een hoek wordt geprojecteerd.
Corrigeer dit handmatig via deze stappen.
1. Open de keystonecorrectiepagina met een van de volgende stappen.
• Druk op / op de projector of op de afstandsbediening.
• Ga naar INSTALLATIE > Keystone en druk op OK.
2. De correctiepagina voor Keystone wordt geopend. Druk op om de keystone bovenin het beeld te corrigeren. Druk op om de keystone onderin het beeld te corrigeren.
3. Als de correctiepagina Keystone verschijnt, kunt u de volgende instellingen veranderen:
• Druk op OK om de keystonewaarden te resetten.
18 Installatie
Page 19

Aansluitingen

553 4
7
2 1 1
1 6
6
6
Laptop of desktopcomputer
AV-apparaat
Hdmi-kabel
RS232-kabel
RJ-45-kabel
HDBaseT matrix-switcher
VGA-kabel
Audiokabel
Elektrisch scherm, e.d.
1
23456
7
Beeldscherm
Voordat u iets aansluit, leest u de gebruiksinstructies zorgvuldig door voor informatie over het aansluiten van het externe apparaat. Volg deze instructies om apparatuur op de projector aan te sluiten:
1. Schakel alle apparatuur uit voordat deze aansluit.
2. Gebruik de juiste signaalkabels voor elke bron.
3. Zorg dat de kabels goed zijn geplaatst.
19 Aansluitingen
Page 20
• Niet alle kabels die in de onderstaande verbindingen zijn weergegeven, worden bij de projector geleverd (zie
Inhoud van de verpakking op pagina 6). Deze kabels zijn verkrijgbaar bij elektronicawinkels.
• Onderstaande afbeeldingen met verbindingen dienen slechts ter illustratie.
• Voordat een kabel op de projector wordt verbonden of met een apparaat dat met de projector is verbonden, raakt u een metalen voorwerp aan om statische elektriciteit van uw lichaam te verwijderen.
• Gebruik geen kabels die langer zijn dan noodzakelijk om de projector te verbinden of met een apparaat dat met de projector is verbonden. Als u een langere kabel gebruikt die is opgerold, functioneert deze als een antenne waardoor de kabel gevoeliger is voor ruis.
• Als u kabels verbindt, verbindt u eerst de GND-kabel (aarde) en plaatst u vervolgens de signaalstekkers van het apparaat.
• Bij notebooks worden de externe videopoorten vaak niet ingeschakeld wanneer een projector is aangesloten. Met de toetsencombinatie FN + functietoets kunt u de externe weergave doorgaans in- of uitschakelen. Druk tegelijkertijd op FN en een van deze toetsen. Raadpleeg de handleiding van het notebook voor meer informatie over mogelijke toetsencombinaties.
• Als het geselecteerde videobeeld niet wordt weergegeven nadat u de projector hebt ingeschakeld en de juiste videobron hebt geselecteerd, controleert u of het videoapparaat is ingeschakeld en goed werkt. Controleer ook of de signaalkabels op de juiste manier zijn aangesloten.
U dient de projector slechts op een van de volgende videouitgangen aan te sluiten. Elke uitgang levert een andere videokwaliteit.
HDMI 1 (HDCP2.2)/
HDMI 2/HDMI 3
PC IN
Aansluiting Beeldkwaliteit
Best
Normaal
20 Aansluitingen
Page 21

Bediening

De projector opstarten

1. Sluit het netsnoer aan. Schakel het stopcontact in (indien nodig). De Powerindicator op de projector brandt oranje zodra de stroom is ingeschakeld.
2. Druk op op de projector of op op de afstandsbediening om de projector te starten. De
powerindicator knippert groen en blijft groen als de projector is ingeschakeld.
Het opstarten duurt ongeveer 30 seconden. In de latere fase van het opstarten wordt het opstartlogo weergegeven.
Draai zo nodig aan de focusring om de helderheid van het beeld aan te passen.
3. Als dit de eerste keer is dat u de projector inschakelt, helpt de setupwizard u met het instellen van de projector. Als dit al is uitgevoerd, slaat u deze stap over en gaat u naar de volgende stap.
• Navigeer door de menu-items met de pijltoetsen ( ///) op de projector of afstandsbediening.
• Bevestig het geselecteerde menu-item met OK.
Stap 1:
Geef de Projectorpositie aan.
Zie Een plek kiezen voor meer informatie over het positioneren van de projector.
Stap 2:
Geef de OSD-Taal aan.
Stap 3:
Geef de Auto-ingang aan.
Selecteer Aan en de projector zoekt altijd automatisch naar beschikbare signalen als de projector wordt ingeschakeld.
De eerste instellingen zijn nu voltooid.
21 Bediening
Page 22
4. Als u om een wachtwoord wordt gevraagd, drukt u op de pijltoetsen om een wachtwoord van
BEELD
Beeldmodus
Gebruikermod.beheer
Contrast
Tint
Scherpte
Geavanceerd
Actuele beeldmod. resetten
Bioscoop
50
50
Afsluiten
PC
Kleur
Helderheid
2
3
4
1
5
6
50
50
5
1
4
2
5
3
6
6 cijfers in te voeren. Zie De wachtwoordbeveiliging gebruiken op pagina 23.
5. Schakel alle aangesloten apparatuur in.
6. De projector zoekt naar ingangssignalen. Het huidige ingangssignaal dat gescand wordt verschijnt. Als de projector geen goed signaal waarneemt, blijft het bericht "Geen signaal" op het scherm staan totdat er een ingangssignaal wordt gevonden.
U kunt ook op SOURCE drukken om het gewenste ingangssignaal te selecteren. Zie Schakelen
tussen ingangssignalen op pagina 25.
• Gebruik de originele accessoires (zoals het netsnoer) om mogelijk gevaar, zoals een elektrische schok of brand, te voorkomen.
• De Setupwizard-afbeeldingen dienen slechts ter referentie en kunnen afwijken van het daadwerkelijke ontwerp.
• Als de frequentie/resolutie van het ingangssignaal buiten het bereik van de projector valt, wordt het bericht "Buiten bereik" weergegeven op een leeg scherm. Selecteer een ingangssignaal dat compatibel is met de resolutie van de projector of stel het ingangssignaal op een lager niveau in. Zie Timingdiagram op pagina 43.
• Als gedurende 3 minuten geen signaal wordt gedetecteerd, wordt automatisch de spaarmodus geactiveerd.

De menu's gebruiken

De projector beschikt over schermmenu's (OSD) waarin u de instellingen kunt aanpassen.
Onderstaande OSD-afbeeldingen dienen slechts ter referentie en kunnen afwijken van de daadwerkelijke OSD.
Hieronder ziet u een overzicht van het OSD-menu.
Hoofdmenupic­togram
Huidig ingangssignaal
Hoofdmenu Status
Druk op BACK om
Submenu
terug naar de vorige pagina te gaan of af te sluiten.
U opent het OSD-menu door op MENU op de projector of afstandsbediening te drukken.
• Navigeer door de menu-items met de pijltoetsen ( / / / ) op de projector of afstandsbediening.
• Gebruik OK op de projector of afstandsbediening om het geselecteerde menu-item te bevestigen.
22 Bediening
Page 23

De projector beveiligen

NIEUW WACHTWOORD INVOEREN
Terug
Wachtwoordfout
Probeer het opnieuw.
Een veiligheidskabelslot gebruiken
De projector moet op een veilige plek worden geïnstalleerd om diefstal te voorkomen. Of schaf een slot aan, bijvoorbeeld een Kensington-slot, om de projector te beveiligen. U ziet aan de achterkant van de projector een sleuf voor een Kensingtonslot. Zie item 11 op pagina 7.
Een Kensington veiligheidskabelslot is meestal een combinatie van sleutel(s) en slot. Zie de documentatie van het slot voor meer informatie over het gebruik.
De wachtwoordbeveiliging gebruiken
Een wachtwoord instellen
1. Ga naar SYSTEEMINSTLL: GEAVANCEERD > Wachtwoord. Druk op OK. De pagina Beveiligingsins Tellingen wordt weergegeven.
2. Selecteer Wachtwoord wijzigen en druk op OK.
3. De vier pijltoetsen ( , , , ) vertegenwoordigen de 4 cijfers (1, 2, 3, 4). Druk, afhankelijk van het gewenste wachtwoord, op de pijltoetsen op afstandsbediening om de zes cijfers van het wachtwoord in te voeren.
4. Bevestig het nieuwe wachtwoord door het nieuwe wachtwoord opnieuw in te voeren. Als het wachtwoord is ingesteld, keert het OSD-menu terug naar de pagina Beveiligingsins Tellingen.
5. Activeer de functie Inschakelblokkering door op / te drukken om Inschakelblokkering te markeren en druk op / om Aan te selecteren. Voer het wachtwoord nogmaals in.
• De ingevoerde cijfers worden als sterretjes op het scherm weergegeven. Schrijf het door u gekozen wachtwoord van te voren of net nadat u het wachtwoord hebt ingevoerd op, zodat u het altijd kunt opzoeken, mocht u het vergeten.
• Als u een wachtwoord hebt ingesteld en de inschakelblokkering is geactiveerd, kunt u de projector alleen gebruiken als het wachtwoord wordt ingevoerd. Telkens wanneer u de projector start, moet u het wachtwoord opgeven.
Als u het wachtwoord bent vergeten
Als u een onjuist wachtwoord invoert, verschijnt een foutmelding voor het wachtwoord en verschijnt vervolgens de melding Voer huidig wachtwoord in. Als u het wachtwoord echt niet meer weet, gebruikt u de wachtwoordherstelprocedure. Zie De procedure voor het
herstellen van het wachtwoord starten op pagina 24.
Wanneer u 5 keer achter elkaar het verkeerde wachtwoord invoert, wordt de projector na korte tijd automatisch uitgeschakeld.
23 Bediening
Page 24
De procedure voor het herstellen van het wachtwoord starten
Noteer de code en neem contact op met de BenQ-kl antenservice.
Terugroepcode:
255 255 255 255
Wachtwoord herstellen
Afsluiten
1. Houd OK 3 seconden ingedrukt. De projector laat op het scherm een code zien.
2. Schrijf het nummer op en schakel de projector uit.
3. Neem contact op met de klantenservice van BenQ in uw land om het nummer te decoderen. Mogelijk wordt u gevraagd om een bewijs van aankoop te overleggen om te controleren of u bevoegd bent de projector te gebruiken.
Het wachtwoord wijzigen
1. Ga naar SYSTEEMINSTLL: GEAVANCEERD > Wachtwoord > Wachtwoord wijzigen.
2. Druk op OK. Het bericht "Voer huidig wachtwoord in" verschijnt.
3. Voer het oude wachtwoord in.
• Als het wachtwoord juist is, verschijnt het bericht "Voer nieuw wachtwoord in".
• Als het wachtwoord niet juist is, verschijnt een foutmelding voor het wachtwoord op het scherm. Daarna verschijnt het bericht "Voer huidig wachtwoord in" en kunt u het opnieuw proberen. U kunt op BACK drukken om de wijziging te annuleren of om een ander wachtwoord te proberen.
4. Voer een nieuw wachtwoord in.
5. Bevestig het nieuwe wachtwoord door het nieuwe wachtwoord opnieuw in te voeren.
De wachtwoordfunctie uitschakelen
Schakel de wachtwoordbeveiliging uit door naar SYSTEEMINSTLL: GEAVANCEERD >
Wachtwoord > Inschakelblokkering te gaan en druk op / om Uit te selecteren. Het bericht "Voer huidig wachtwoord in" verschijnt. Voer het huidige wachtwoord in.
• Als het juiste wachtwoord is ingevoerd, keert het OSD-menu terug naar de pagina Beveiligingsins Tellingen. U hoeft de volgende keer dat u de projector inschakelt geen wachtwoord meer in te voeren.
• Als het wachtwoord niet juist is, verschijnt een foutmelding voor het wachtwoord op het scherm. Daarna verschijnt het bericht "Voer huidig wachtwoord in" en kunt u het opnieuw proberen. U kunt op BACK drukken om de wijziging te annuleren of om een ander wachtwoord te proberen.
Hoewel de wachtwoordfunctie is uitgeschakeld, dient u het oude wachtwoord bij de hand te houden voor het geval dat u de wachtwoordfunctie ooit weer moet inschakelen door het oude wachtwoord in te voeren.
24 Bediening
Page 25

Schakelen tussen ingangssignalen

HDMI1
HDMI2
PC
Ingang
HDBaseT
HDMI3
De projector kan tegelijkertijd op verschillende apparaten worden aangesloten. De beelden van deze apparaten kunnen echter niet tegelijkertijd op volledig scherm worden weergegeven. Tijdens het opstarten zoekt de projector automatisch beschikbare signalen.
Zorg dat de functie in het menu SYSTEEMINSTLL: BASIS > Auto-ingang is ingesteld op Aan als u wilt dat de projector automatisch signalen zoekt.
De ingang selecteren:
1. Druk op SOURCE. Een ingangselectiebalk verschijnt dan.
2. Druk op / totdat het gewenste signaal is geselecteerd en druk op OK.
Zodra het signaal is gevonden, wordt de informatie over de geselecteerde ingang een aantal seconden in de hoek van het scherm weergegeven. Als er meerdere apparaten op de projector zijn aangesloten, herhaal dan stappen 1-2 om een ander signaal te zoeken.
• De helderheid van het geprojecteerde beeld verandert tijdens het schakelen tussen de verschillende ingangssignalen.
• Voor de beste beeldresultaten, kiest u een ingangssignaal dat ook gebruik maakt van de eigenresolutie van de projector. Andere resoluties worden door de projector aangepast, afhankelijk van de instelling "beeldverhouding", waardoor enige beeldvervorming of verlies van beeldkwaliteit kan optreden. Zie Beeldverhouding op pagina 32.

De projector uitschakelen

1. Druk op en er verschijnt een melding die u om een bevestiging vraagt. Wanneer u niet binnen enkele seconden reageert, verdwijnt het bericht.
2. Druk nogmaals op . De POWER (Power-lampje) knippert oranje en de lichtbron van de projector wordt uitgeschakeld.
3. Zodra het afkoelen klaar is, brandt POWER (Power-lampje) oranje en stoppen de ventilatoren. Trek de stekker van het netsnoer uit het stopcontact.
• Ter bescherming van de lichtbron reageert de projector niet op opdrachten tijdens het afkoelen.
• Druk nogmaals op om de projector te starten nadat de POWER (Power-lampje) oranje wordt.
25 Bediening
Page 26

Menubewerkingen

De schermmenu (OSD)'s verschillen afhankelijk van het geselecteerde signaaltype en het projectormodel.
De menu-items zijn beschikbaar wanneer de projector minstens één goed signaal detecteert. Wanneer geen apparatuur op de projector is aangesloten of geen signaal wordt waargenomen, zijn beperkte menuopties beschikbaar.

Menu BEELD

De projector beschikt over verschillende beeldmodi waaruit u de modus kunt kiezen die het beste past bij uw gebruiksomgeving en het beeldtype van het ingangssignaal.
Helder: maximaliseert de helderheid van het geprojecteerde beeld. Deze optie is geschikt voor omgevingen waar een uiterst hoge helderheid is vereist, bijv. in een goed verlichte kamer.
PRESN: is ontworpen voor presentaties. De helderheid primeert in deze modus opdat de kleuren overeenkomen met die van de pc of notebook.
sRGB: in deze modus worden de RGB-kleuren zo zuiver mogelijk weergegeven, waardoor de beelden levensecht worden, ongeacht de helderheidinstellingen. De modus is geschikt voor het bekijken van foto's die zijn gemaakt met een sRGB-compatibele en correct gekalibreerde camera, en voor het bekijken van
Beeldmodus
grafische toepassingen en tekenprogramma's zoals AutoCAD.
Levendig: Met goed gebalanceerde kleurtinten en contrast bij lage helderheid, is dit met name geschikt voor films in een volledig donkere omgeving (zoals in een bioscoop).
DICO-S: Volg de standaard van DICOM om de parameter van het grijsniveau te achterhalen.
Gebruiker 1/Gebruiker 2: Roept de aangepaste instellingen op, gebaseerd op de momenteel beschikbare beeldmodi. Zie Gebruikermod.beheer op pagina 27.
HDR: Levert HDR-effecten (High Dynamic Range) met meer helderheid en hoger contrast voor kleuren. Deze modus is alleen beschikbaar als:
WEERGAVE > HDR is ingesteld op Auto en HDR-beelden worden gedetecteerd.
WEERGAVE > HDR-menu is ingesteld op HDR.
26 Menubewerkingen
Page 27
Er zijn twee door de gebruiker te definiëren modi als de momenteel beschikbare beeldkwaliteitstanden niet aan uw wensen voldoen. U kunt een van de beeldmodi als beginpunt gebruiken (behalve Gebruiker 1/Gebruiker 2) en de instellingen aanpassen.
Inst. laden vanaf
1. Ga naar BEELD > Beeldmodus.
2. Druk op / om Gebruiker 1 of Gebruiker 2 te selecteren.
3. Druk op om Gebruikermod.beheer te selecteren en druk op OK. De pagina Gebruikermod.beheer wordt geopend.
4. Kies Inst. laden vanaf en druk op OK.
5. Druk op / om een beeldmodus te kiezen die uw wensen het dichtst benadert.
6. Druk op OK en BACK om terug te keren naar het menu BEELD.
Gebruikermod. beheer
Helderheid
7. Druk op om de items in het submenu die u wilt veranderen te selecteren en pas de waardes aan door op / te drukken. De aanpassingen worden opgenomen in de geselecteerde gebruikersmodus.
Gebr.mod.naam wz
Kies dit om de namen van de aangepaste beeldmodi te wijzigen (Gebruiker 1 of Gebruiker 2). De nieuwe naam kan maximaal 9 tekens bevatten, waaronder letters (A-Z, a-z), cijfers (0-9) en spaties (_).
1. Ga naar BEELD > Beeldmodus.
2. Druk op / om Gebruiker 1 of Gebruiker 2 te selecteren.
3. Druk op om Gebruikermod.beheer te selecteren en druk op OK. De pagina Gebruikermod.beheer wordt geopend.
4. Druk op om Gebr.mod.naam wz te selecteren en druk op OK. De pagina Gebr.mod.naam wz wordt geopend.
5. Selecteer de gewenste tekens met / / / .
6. Als u klaar bent, drukt u op OK en BACK om af te sluiten.
Hoe hoger de waarde, hoe helderder de afbeelding. Stel deze knop zo in dat de zwarte gedeelten van het beeld echt zwart worden weergegeven en er nog details zichtbaar zijn in de donkere gedeelten.
Hoe hoger de waarde, hoe groter het contrast. Gebruik deze optie om het
Contrast
maximale witniveau in te stellen nadat u eerder de Helderheid hebt ingesteld die past bij de geselecteerde ingang en de omgeving.
Lagere instelling levert minder verzadigde kleuren op. Als de instelling te hoog
Kleur
staat, worden de kleuren op het beeld te fel, waardoor het beeld onrealistisch wordt.
Tint
Hoe hoger de waarde, hoe groener het beeld. Hoe lager de waarde, hoe roder het beeld.
Scherpte Hoe hoger de waarde, hoe scherper het beeld.
27 Menubewerkingen
Page 28
Geavanceerd
Hoge Helderheid
Laag Contrast
Lage Helderheid
Hoog Contrast
1,8 2,0 2,1 2,2 2,3 2,4 2,5 2,6 2,8 BenQ
Normaal De witte kleur behoudt de normale schakering. Koel Maakt het beeld blauwachtig wit.
Standaard temp.
Met de oorspronkelijke kleurtemperatuur van de lichtbron en hogere helderheid. Deze instelling is geschikt voor omgevingen waar een uiterst hoge helderheid is vereist, bijv. in een goed verlichte kamer.
Warm Maakt het beeld roodachtig wit.
Gammaselectie
Gamma verwijst naar de verhouding tussen de helderheid van ingangssignaal en beeld.
1,8/2,0/2,1/BenQ: Kies deze waardes naar wens.
2,2/2,3: verhoogt de gemiddelde helderheid van het beeld. Met name geschikt voor verlichte omgevingen, vergaderkamers of huiskamers.
2,4: Met name geschikt voor films in een donkere omgeving.
2,6/DICOM: Beste voor het weergeven van films met veel donkere scènes.
HDR-helderheid
De projector kan het helderheidsniveau van het beeld automatisch aanpassen op basis van het ingangssignaal. U kunt het helderheidsniveau ook handmatig instellen om een de beeldkwaliteit te verbeteren. Bij een hogere waarde wordt het beeld helderder. Bij een lagere waarde wordt het beeld donkerder.
Kleurtemperatuur
Voorinstelling: Er zijn diverse voorinstellingen voor kleurtemperatuur beschikbaar. De beschikbare instellingen variëren op basis van het geselecteerde signaaltype.
U kunt ook een voorkeurskleurtemperatuur instellen door de volgende opties aan te passen.
R-versterking/G-versterking/B-versterking: past de contrastniveaus van Rood, Groen en Blauw aan.
R-verschuiving/G-verschuiving/B-verschuiving: past de helderheidniveaus van Rood, Groen en Blauw aan.
28 Menubewerkingen
Page 29
Geavanceerd
ROOD
BLAUW
GROEN
Geel
Cyaan
Magenta
(vervolg)
Beeld vastleggen
Kleurbeheer heeft zes reeksen (RGBCMY) kleuren die kunnen worden aangepast. Als u elke kleur selecteert, kunt u onafhankelijk het bereik en verzadiging naar wens aanpassen.
Primaire kleur: Selecteer een kleur uit Rood, Geel, Groen, Cyaan, Blauw of Magenta.
Tint: een verhoging van het bereik omvat de kleuren die de twee naastliggende kleuren bevatten. Zie de afbeelding om te zien hoe de kleuren samenhangen. Als u bijvoorbeeld Rood kiest en het bereik instelt op 0, wordt alleen puur rood in het geprojecteerde beeld geselecteerd. Het verhogen van het bereik neemt ook rood op dat dicht bij geel en dicht bij magenta ligt.
Versterking: past de waarden naar wens aan. Het contrastniveau van de gekozen primaire kleur wordt beïnvloed. Elke aangebrachte aanpassing is direct terug te vinden in het beeld.
Verzadiging: past de waarden naar wens aan. Elke aangebrachte aanpassing is direct terug te vinden in het beeld. Als u bijvoorbeeld Rood kiest en het bereik instelt op 0, wordt alleen de verzadiging van puur rood beïnvloed.
Verzadiging is de hoeveelheid van die kleur in een videobeeld. Lagere instellingen produceren minder verzadigde kleuren; een instelling van "0" verwijdert de betreffende kleur volledig uit het beeld. Als de verzadiging te hoog is, wordt de betreffende kleur te sterk en onrealistisch.
29 Menubewerkingen
Page 30
Geavanceerd (vervolg)
Kleurengamma
Kleurengamma verwijst het kleurbereik dat door een apparaat kan worden weergegeven. Er worden verschillende standaarden gebruikt met verschillende niveaus voor kleurgamma, zoals CIE 1976, sRGB, Adobe RGB, NTSC, enz.
Als u op deze projector Auto selecteert, wordt automatisch het meest geschikte kleurgamma toegepast op de beeldbron. U kunt ook naar eigen inzicht BT. 709, BT. 2020 of DCI-P3 kiezen.
CinemaMaster
Color Enhancer: Hiermee kunt u de verzadiging van kleuren nog flexibeler aanpassen. Het moduleert comlexe kleuralgoritmes om foutloos verzadigde kleuren, fijne kleurschakeringen, tussenliggende tinten en subtiele pigmenten te renderen.
Huidtint: Levert een kleine aanpassing van alleen de tint om de huidskleur van personen te ijken, en niet voor andere kleuren in de afbeelding. Het voorkomt het verliezen van kleur van huidtinten in het licht van de projectiestraal, waardoor elke huidtint in de mooiste kleurschakering wordt weergegeven.
Pixel Enhancer 4K: Het is een technologie voor superresoluties die Full HD-content radicaal verbetert wat betreft kleur, contrast en textuur. Daarnaast is het een technologie voor verbetering van details die oppervlaktedetails verfijnt voor natuurgetrouwe afbeeldingen die van het scherm af knallen. Gebruikers kunnen de scherpte en detailverbetering aanpassen voor optimaal kijkplezier.
DCTI/DLTI: Geavanceerde algoritmes verbeteren kleur en lichtuitvoer significant voor beelden met contrasterende kleuren of heldere en donkere vlakken. DCTI verhoogt de levendigheid van kleuren voor drastische overgangen zonder storingsruis. DLTI vermindert de ruis van snel veranderingen door verschil in luminantie voor optimale helderheid en contrast. Het resultaat is een beeldkwaliteit met extreme beelddiepte en kleurprestaties.
Ruisonderdrukking: vermindert elektrische ruis in het beeld die veroorzaakt
Lichtbronmodus: Selecteert een geschikt lichtbronvermogen uit de
Alle aanpassingen die zijn aangebracht voor de geselecteerde Beeldmodus (geldt ook voor de vooraf ingestelde modi, Gebruiker 1 en Gebruiker 2) worden
Actuele beeldmod.
hersteld naar de standaard fabriekswaardes.
1. Druk op OK. Er wordt een bevestiging weergegeven.
resetten
2. Druk op / om
30 Menubewerkingen
wordt door verschillende mediaspelers. Hoe hoger de waarde, hoe minder ruis.
beschikbare modi. Zie Instellen van de Lichtbronmodus op pagina 38.
Reset te selecteren en druk op OK. De
fabrieksinstellingen voor de beeldmodus worden hersteld.
Page 31

Menu WEERGAVE

De pagina wordt weergegeven waarop u de positie kunt aanpassen. U verplaatst het
Beeldpositie
Overscanaanp assing
PC-tuning
HDR
geprojecteerde beeld met de richtingspijlen. Deze functie is alleen beschikbaar als pc-signaal (analoog RGB) is geselecteerd.
Verbergt de slechte beeldkwaliteit in de vier randen.
Hoe hoger de waarde, hoe meer van het beeld wordt verborgen, terwijl het scherm gevuld en geometrisch kloppend blijft. Instelling 0 betekent dat 100% van het beeld wordt weergegeven.
Horizontale afmeting: stelt de horizontale breedte van het beeld in.
Fase: hiermee past u de klokfase aan om vervorming van het beeld te verminderen.
Auto: past de fase en frequentie automatisch aan.
Deze functies zijn alleen beschikbaar als het pc-signaal is geselecteerd.
De projector ondersteunt HDR-beeldbronnen. De projector kan automatisch het dynamische bereik van de bron detecteren en instellingen optimaliseren om inhoud onder verschillende belichtingsomstandigheden weer te geven. Als het ingangssignaal niet met dynamisch bereik wordt gedefinieerd, kunt u in plaats hiervan ook handmatig HDR of SDR kiezen.
Stilte
Als deze functie is ingeschakeld:
• De akoestische ruis wordt geminimaliseerd.
• De weergaveresolutie wordt ingesteld op 1920 x 1080.
31 Menubewerkingen
Page 32

Menu INSTALLATIE

15:9-beeld
4:3-beeld
16:9-beeld
16:10-beeld
Tafel voor
Selecteer deze instelling als u de projector op de tafel en voor het scherm installeert. Als u een snelle opstelling en draagbaarheid wenst, is dit de meest gebruikte opstelling.
Plafond voor
Selecteer deze instelling als u de projector tegen het plafond en voor het scherm installeert. Als u de projector aan het plafond wilt bevestigen, kunt u het beste de plafondmontageset voor een BenQ
Projectorposi­tie
Projector bij uw leverancier kopen.
Plafond achter
Selecteer deze instelling als u de projector tegen het plafond en achter het scherm installeert. Voor deze opstelling zijn een speciaal scherm voor achterwaartse projectie en de plafondmontageset voor een BenQ Projector vereist.
Testpatroon
Beeldverhou­ding
Tafel achter
Selecteer deze instelling als u de projector op de tafel en achter het scherm installeert. Voor deze opstelling is een speciaal scherm voor achterwaartse projectie vereist.
Past de beeldgrootte en de focus aan zodat het geprojecteerde beeld niet vervormd is.
Er zijn diverse opties voor het instellen van de beeldverhouding, afhankelijk van het apparaat waarvan het signaal afkomstig is.
Auto: De verhouding van het beeld wordt aangepast aan de eigen resolutie van de projector in de horizontale of verticale breedte.
4:3: Past het beeld zodanig aan dat het in het midden van het scherm wordt weergegeven in een beeldverhouding van 4:3.
16:9: Past het beeld zodanig aan dat het in het midden van het scherm wordt weergegeven in een beeldverhouding van 16:9.
16:10: Past het beeld zodanig aan dat het in het midden van het scherm wordt weergegeven in een beeldverhouding van 16:10.
32 Menubewerkingen
Page 33
12V-trigger
Er is één 12 V-trigger die onafhankelijk functioneert en die u naar eigen inzicht kunt installeren.
Uit: Als dit is geselecteerd, verstuurt de projector geen elektronisch signaal als deze wordt ingeschakeld.
Aan: De projector stuurt een laag naar hoog elektronisch signaal als de projector wordt ingeschakeld, en een hoog naar laag signaal als de projector wordt uitgeschakeld.
Led-indicator
Hoogtemodus
Keystone Zie Keystone corrigeren op pagina 18.
Selecteer dit om de led-waarschuwingslampjes uit te schakelen. Dit voorkomt lichtstoring als u beelden bekijkt in een donkere ruimte.
Als u de projector op een hoogte van 1500 - 3000 m boven zeeniveau gebruikt, en de temperatuur tussen 0°C - 30°C ligt, wordt aanbevolen de Hoogtemodus in te schakelen.
U kunt ook Auto selecteren, waardoor de projector automatisch de hoogte detecteert en een herinnering weergeeft voor het eventueel aanpassen van de instelling.
Tijdens het gebruik van de "Hoogtemodus" wordt wellicht meer geluid geproduceerd omdat de ventilatoren sneller moeten draaien voor een betere koeling en optimale prestaties.
Als u de projector in andere dan deze extreme omstandigheden gebruikt, wordt het apparaat mogelijk automatisch uitgeschakeld om te voorkomen dat de projector oververhit geraakt. Selecteer de hoogtemodus om te voorkomen dat de projector automatisch wordt uitgeschakeld. Dit betekent echter niet dat de projector in alle ruwe of extreme omstandigheden kan worden gebruikt.
Stelt het projector-ID van deze projector in (tussen 01~99). Als meerdere aangrenzende projectors tegelijkertijd worden gebruikt, verandert u de projector-ID-codes om storing met andere afstandsbedieningen te voorkomen. Als de Projector-ID is ingesteld, schakelt u naar dezelfde ID voor de afstandsbediening om deze projector te kunnen bedienen. Zie Afstandsbediening op pagina 10
Projector ID-instelling
Stel de ID in
1. Houd ID SET ingedrukt totdat de ID-instellingsindicator gaat branden.
2. Voer de ID in voor de afstandsbediening (tussen 01~99). De afstandsbediening-ID moet dezelfde zijn als de corresponderende projector-ID.
3. De ID is opgeslagen als u ziet dat de ID-instellingsindicator gaat knipperen en vervolgens uit gaat.
De ID wissen
1. Houd ID SET ingedrukt totdat de ID-instellingsindicator gaat branden.
2. Druk op ALL om de huidige ID-instelling van de afstandsbediening te wissen.
3. De ID wordt gewist als u ziet dat de ID-instellingsindicator gaat knipperen en vervolgens uit gaat.
33 Menubewerkingen
Page 34

Menu SYSTEEMINSTLL: BASIS

Taal Hiermee stelt u de taal van de On-Screen Display (OSD)-menu's in.
Achtergrond­kleur
Opstart­scherm
Gebruiksin­stellingen
Menu-instel­lingen
Stelt de achtergrondkleur van de projector in.
Hiermee selecteert u het logoscherm dat wordt weergegeven bij het opstarten van de projector.
Auto uit: Hiermee wordt de projector automatisch uitgeschakeld als er gedurende een ingestelde periode geen ingangssignaal wordt gedetecteerd, zodat de lichtbron niet onnodig energie verbruikt.
Direct inschakelen: hiermee kan de projector automatisch inschakelen zodra er stroom staat op de stroomkabel.
Inschakelen bij signaal: bepaalt of de projector direct wordt ingeschakeld
zonder op AAN/UIT of ON te drukken als de projector op stand-by staat en een vga-signaal wordt gedetecteerd.
Menupositie: hiermee stelt u de positie van het OSD-menu in.
Weergaveduur menu: bepaalt hoe lang het OSD op het scherm wordt weergegeven nadat u op de knop hebt gedrukt.
Herinnering: zet de herinneringen aan of uit.
Past de naam van het actuele ingangssignaal aan.
Wijzig bronn.
Op de pagina Wijzig bronn. selecteert u de gewenste tekens voor het aangesloten ingangssignaal met / / / .
Als u klaar bent, drukt u op OK om de wijzigingen op te slaan.
Auto-ingang Hiermee kan de projector automatisch een signaal zoeken.
Geluid uit: schakelt het geluid tijdelijk uit.
Volume: past het geluidsniveau aan.
Beltoon aan/uit: schakelt de beltoon uit tijdens het opstarten of uitschakelen
Geluidsinstel-
van de projector.
lingen
De enige manier om Beltoon aan/uit te veranderen is het instellen van Aan of Uit hier. Het dempen van het geluid of aanpassen van het geluidsniveau heeft geen invloed op de Beltoon aan/uit.
34 Menubewerkingen
Page 35

Menu SYSTEEMINSTLL: GEAVANCEERD

Lichtbroninfor­matie
Lichtbrontimer: zie De gebruikstijd van de lichtbron weergeven op pagina
38.
HDMI-bereik
Selecteert een geschikt RGB-kleurbereik om de kleurgetrouwheid te corrigeren.
Auto: Selecteert automatisch een geschikt kleurbereik voor het
Hdmi-instellin­gen
inkomende HDMI-signaal.
RGB beperkt: Maakt gebruik van het beperkte bereik RGB 16-235.
RGB volledig: Maakt gebruik van het volledige bereik RGB 0-255.
YUV beperkt: Maakt gebruik van het beperkte bereik YUV 16-235.
YUV volledig: Maakt gebruik van het volledige bereik YUV 0-255.
Wachtwoord Zie De wachtwoordbeveiliging gebruiken op pagina 23.
Als de toetsen op de projector en de afstandsbediening zijn geblokkeerd, kunnen de instellingen van de projector niet per ongeluk worden veranderd (bijvoorbeeld door kinderen). Als de Toetsenvergrendeling is ingeschakeld,
functioneert geen enkele toets op de projector, behalve AAN/UIT.
Toetsenvergren­deling
U kunt de toetsblokkering opheffen door (de rechtertoets) op de projector of afstandsbediening gedurende 3 seconden ingedrukt te houden.
Netwerkinstel­lingen
HDBaseT-stand­by-instelling
Seriële-poortin­stelling
Instellingen herstellen
Als u de projector uitschakelt zonder de paneeltoetsblokkering op te heffen, zijn de paneeltoetsen van de projector nog steeds geblokkeerd als de projector weer wordt ingeschakeld.
Kabel-lan: Zie BenQ Netwerkprojector Handleiding.
AMX-apparaat detecteren: Als deze functie Aan staat, kan de projector door de AMX-controller worden gedetecteerd.
Netwerkstand-by: Als deze functie Aan staat, is de netwerkfunctie van de projector beschikbaar als de projector op stand-by staat.
MAC-adres: toont het mac-adres van deze projector.
Als deze functie is ingesteld op Aan, wordt de projector automatisch ingeschakeld als een RS232- of IR-inschakelsignaal wordt ontvangen.
Druk op / om de seriële poort te selecteren.
Zet alle instellingen terug op de fabrieksinstellingen.
De volgende instellingen blijven behouden: Beeldmodus, Gebruikermod.beheer,
Helderheid, Contrast, Kleur, Tint, Scherpte, Geavanceerd, Projectorpositie, Wijzig bronn., Wachtwoord en Netwerkinstellingen.
35 Menubewerkingen
Page 36

Menu INFORMATIE

Ingang: geeft de huidige signaalbron weer.
Beeldmodus: geeft de geselecteerde modus in het menu BEELD weer.
HDR: Geeft de HDR-status weer.
Resolutie: geeft de eigenresolutie van het ingangssignaal weer.
Huidige systeemstatus
Kleursysteem: geeft de indeling van het ingangsysteem aan.
Kleurengamma: toont het kleurengamma.
Gebruikstijd van lichtbron: geeft het aantal uur weer dat de lichtbron is gebruikt.
Firmware-versie: toont de firmware-versie van de projector.
Projector ID: toont het ID-nummer van de projector.
36 Menubewerkingen
Page 37

Onderhoud

Onderhoud van de projector

De lens reinigen
Reinig de lens als u vuil of stof op het oppervlak ziet. Schakel de projector uit en laat de projector volledig afkoelen voordat u de lens reinigt.
• Verwijder stof met een fles met gecomprimeerde lucht.
• Bij vuil of vlekken gebruikt u papier voor het reinigen van cameralenzen of bevochtigt u een zachte doek met reinigingsvloeistof voor cameralenzen en veegt u het oppervlak van de lens voorzichtig schoon.
• Gebruik nooit een schuursponsje, reinigingsmiddel met alkaline/zuur, schuurmiddel of vluchtig oplosmiddel, zoals alcohol, wasbenzine, thinner of insecticide. Het gebruik van zulke stoffen of langdurig contact met materiaal van rubber of vinyl, kan resulteren in beschadiging van het oppervlak en behuizing van de projector.
De projectorbehuizing reinigen
Schakel de projector op de correcte manier uit (zie De projector uitschakelen op pagina 25) en trek de stekker van het netsnoer uit het stopcontact voordat u de behuizing reinigt.
• Verwijder vuil of stof met een zachte, pluisvrije doek.
• Voor het verwijderen van hardnekkige vlekken gebruikt u een zachte doek die u hebt bevochtigd met water en een neutraal schoonmaakmiddel. Veeg hiermee de behuizing schoon.
Gebruik nooit was, alcohol, benzine, verdunner of andere chemische schoonmaakmiddelen. Hierdoor kan de behuizing beschadigd raken.
De projector opbergen
Volg de aanwijzingen hieronder als u de projector langere tijd wilt opbergen.
• Zorg dat de temperatuur en de luchtvochtigheid van de opslagruimte binnen het aanbevolen bereik voor de projector vallen. Zie Specificaties op pagina 41 of neem contact op met uw leverancier voor het bereik.
• Schuif de verstelvoetjes in.
• Haal de batterijen uit de afstandsbediening.
• Verpak de projector in de oorspronkelijke of een soortgelijke verpakking.
De projector vervoeren
Het wordt aanbevolen dat de projector in de oorspronkelijke of een gelijkwaardige verpakking wordt getransporteerd.
37 Onderhoud
Page 38

Informatie over de lichtbron

Lichtbronmodus
Economisch
Dimmen
Normaal
Aangepast
Terug
De gebruikstijd van de lichtbron weergeven
De gebruiksduur van de lichtbron (in uren) wordt automatisch berekend door de ingebouwde timer als de projector wordt gebruikt. De equivalente gebruiksduur van de lichtbron wordt als volgt berekend:
Gebruikstijd lichtbron = (aantal uren in de modus Normaal) + (aantal uren in de modus Economisch) + (aantal uren in de modus Dimmen) + (aantal uren in de modus Aangepast)
Totaal (equivalent) aantal lichtbronuren = 1,0 x (aantal uren in de modus Normaal) + 1,0 x (aantal uren in de modus Economisch) + 1,0 x (aantal uren in de modus Dimmen) + 1,0 x (aantal uren in de modus Aangepast)
Informatie over de gebruikstijd van de lichtbron weergeven:
1. Ga naar SYSTEEMINSTLL: GEAVANCEERD > Lichtbroninformatie en druk op OK. De pagina Lichtbroninformatie wordt weergegeven.
2. Druk op om Lichtbrontimer te selecteren en druk op OK. De Lichtbrontimer wordt weergegeven.
U kunt de informatie over de lichtbron ook zien in het menu INFORMATIE.
De levensduur van de lichtbron optimaliseren
• Instellen van de Lichtbronmodus
Ga naar BEELD > Geavanceerd > Lichtbronmodus > Lichtbronmodus of druk op LIGHT
SOURCE op de afstandsbediening om uit de beschikbare modi een geschikt lichtbronmodus te kiezen.
Lichtbronmodus Beschrijving
Normaal Voor een lichtbron op volle helderheid
Economisch
Beperkt de helderheid om de levensduur van de lichtbron te verlengen en het geruis van de ventilator te verminderen
Dimmen Een lagere helderheid zorgt voor een langere levensduur van de lichtbron
Aangepast
Toont de aanpassingsbalk van de lichtbronhelderheid zodat u de instelling naar wens kunt aanpassen
• Instellen van Automatisch uitschakelen
Via deze functie wordt de projector automatisch uitgeschakeld als er gedurende een ingestelde periode geen ingangssignaal wordt gedetecteerd, zodat de levensduur van de lichtbron niet onnodig wordt verbruikt.
Stel Automatisch uitschakelen in door naar SYSTEEMINSTLL: BASIS > Gebruiksinstellingen > Auto uit te gaan en druk op / .
• De helderheid van het geprojecteerde beeld is afhankelijk van het omgevingslicht en de instellingen voor contrast en helderheid van de geselecteerde ingangssignaal, én van de afstand tot het scherm.
• De helderheid van de lichtbron neemt na verloop van tijd af en verschilt per fabrikant. Dit is normaal en geanticipeerd gedrag.
38 Onderhoud
Page 39

LED-indicatoren

Lampje
Status en beschrijving
Situaties gerelateerd aan de stroomtoevoer
Stand-bymodus
Opstarten
Normale werking
Afkoelen bij normaal uitschakelen
Downloaden
Starten van kleurwiel is mislukt
Starten van fosforwiel is mislukt
Opnieuw instellen van de schaler is mislukt
Inbranden AAN
Inbranden UIT
Lichtbrongebeurtenissen
Levensduur van lichtbron is verstreken
Lichtbronstoring bij normaal gebruik
Lichtbron brandt niet
Situaties gerelateerd aan de temperatuur
Storing bij ventilator 1 (de daadwerkelijke snelheid van de ventilator wijkt af van de gewenste snelheid)
Storing bij ventilator 2 (de daadwerkelijke snelheid van de ventilator wijkt af van de gewenste snelheid)
Storing bij ventilator 3 (de daadwerkelijke snelheid van de ventilator wijkt af van de gewenste snelheid) Storing bij ventilator 4 (de daadwerkelijke snelheid van de ventilator wijkt af van de gewenste snelheid) Storing bij ventilator 5 (de daadwerkelijke snelheid van de ventilator wijkt af van de gewenste snelheid) Storing bij ventilator 6 (de daadwerkelijke snelheid van de ventilator wijkt af van de gewenste snelheid) Storing bij ventilator 7 (de daadwerkelijke snelheid van de ventilator wijkt af van de gewenste snelheid) Storing bij ventilator 8 (de daadwerkelijke snelheid van de ventilator wijkt af van de gewenste snelheid)
: Uit
Storing bij temperatuur 1 (overschrijding van temperatuurlimiet)
: oranje aan : groen aan : rood aan
: oranje knippert : groen knippert : rood knippert
39 Onderhoud
Page 40

Problemen oplossen

U kunt de projector niet inschakelen.
Oorzaak Oplossing
Het netsnoer levert geen stroom.
Tijdens het afkoelproces is geprobeerd de projector weer in te schakelen.
Geen beeld
Oorzaak Oplossing
Stop het ene uiteinde van het netsnoer in de netsnoeraansluiting op de projector en het andere uiteinde in het stopcontact. Zorg dat het stopcontact is ingeschakeld (indien van toepassing).
Wacht tot de projector volledig is afgekoeld.
De videobron is niet ingeschakeld of niet correct aangesloten.
De projector is niet correct aangesloten op de invoerbron.
Het ingangssignaal is verkeerd geselecteerd.
De lensklep is nog gesloten. Open de lensklep.
Onscherp beeld
Oorzaak Oplossing
De projectielens is niet correct scherpgesteld. Pas de scherpstelling van de lens aan met de focusring.
De projector en het scherm staan scheef.
De lensklep is nog gesloten. Open de lensklep.
De afstandsbediening werkt niet.
Oorzaak Oplossing
De batterijen zijn leeg. Vervang beide batterijen met nieuwe. Er bevindt zich een voorwerp tussen de
afstandsbediening en de projector.
U bevindt zich te ver van de projector.
Schakel de videobron in en controleer of de signaalkabel correct is aangesloten.
Controleer de aansluiting.
Selecteer het correcte ingangssignaal met de SOURCE-toets.
Pas indien nodig de projectiehoek, -richting en -hoogte van de projector aan.
Verw i jd e r h et o bs takel .
Ga niet verder dan 8 meter (26 voet) van de projector staan.
Het wachtwoord is onjuist.
Oorzaak Oplossing
U bent het wachtwoord vergeten.
40 Problemen oplossen
Zie De procedure voor het herstellen van het wachtwoord
starten op pagina 24.
Page 41

Specificaties

Projectorspecificaties

Alle specificaties kunnen zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd.
Optisch
Resolutie
1920 (H) x 1080 (V) native 4K UHD op scherm
Weergavesysteem
1-CHIP DMD
Objectief
LK952: F = 1,81 tot 2,1, f = 14,3 tot 22,9 mm LK953ST: F = 1,83 tot 1,86, f = 8,6 tot 9,4 mm
Open focusbereik
LK952:
-
6 m @ breed,
1,8
–9,60 m
2,88 LK953ST:
-
3,58 m @ breed,
1,07
–3,94 m
1,18
Lichtbron
Laserdiode
Elektrisch
Voeding
AC100-240 V, 5,8 A, 50-60 Hz (automatisch)
Stroomverbruik
585 W (max); < 0,5 W (stand-by)
Mechanisch
@ tele
@ tele
Bediening
RS-232 seriële besturing
9 pins x 1
Lan-besturing
RJ45 x 1
IR-ontvanger x 2
Afstandsbediening met kabel x 1
12 V-trigger voeding 12 V / 0,5 A x 1
Ingangen
Computeringang
RGB-ingang
D-Sub 15-pins (contrastekker) x 1
Video-ingangssignaal
Analoog
Component RCA-aansluiting x 3 (via
RGB-ingang)
Digitaal
HDMI (2.2a) x 1; HDMI (HDCP 1.4) x 2
Audio-ingangssignaal
PC-audio-aansluiting x 1
Usb
Mini Type B x 1; Type-A voeding 5 V / 2 A x 1
HDBaseT RX x 1
Omgevingsvereisten
Gewicht
10,1 Kg (22,27 lbs)
Uitgangen
RGB-uitgang
D-Sub 15-pins (contrastekker) x 1
HDMI-uitgang x 1
Audiosignaal-uitgang x 1
Luidspreker
(Stereo) 10 Watt x 1
Bedrijfstemperatuur
0°C–40°C op zeeniveau
Opslagtemperatuur
-20°C–60°C op zeeniveau
Relatieve vochtigheid in bedrijf/in opslag
10%–90% (zonder condens)
Bedrijfshoogte
0–1499 m bij 0°C–35°C 1500–3000 m bij 0°C–30°C (met Hoogtemodus aan)
41 Specificaties
Page 42

Afmetingen

490
122
159
84.50
90.70
13
380
330
315.8
169.5
115.48
15.29
73.57
12
384
363
277
160
169.5
Eenheid: mm
A
B B
B
A
A
A
B
277.00
160.00
427.30
591.50
383.00
169.50
A: BenQ plafondmontage CMG3 (5J.JAM10.001) Schroef voor plafondmontage: M4 (max. L = 25 mm; min. L = 20 mm)
B: Montageopeningen van derden Schroef: M6 (max. L = 8 mm)
Eenheid: mm
490 mm (B) x 159 mm (H) x 380 mm (D)
Afbeelding voor plafondmontage
42 Specificaties
Page 43

Timingdiagram

Ondersteunde timing voor PC-signaal
Resolutie Modus
VGA_60 59,940 31,469 25,175
640 x 480
720 x 400 720 x 400_70 70,087 31,469 28,3221
800 x 600
SVGA_120 (Reduce Blanking) 119,854 77,425 83,000
1024 x 768
XGA_120 (Reduce Blanking) 119,989 97,551 115,5
1152 x 864 1152 x 864_75 75 67,5 108 1024 x 576 BenQ Notebook_timing 60,0 35,820 46,966 1024 x 600 BenQ Notebook_timing 64,995 41,467 51,419 1280 x 720 1280 x 720_60 60 45,000 74,250 1280 x 768 1280 x 768_60 59,87 47,776 79,5
1280 x 800
WXGA_120 (Reduce Blanking) 119,909 101,563 146,25
1280 x 1024
1280 x 960
1360 x 768 1360 x 768_60 60,015 47,712 85,5
1400 x 1050 SXGA+_60 59,978 65,317 121,750
1440 x 900 WXGA+_60 59,887 55,935 106,500
1600 x 1200 UXGA 60,000 75,000 162,000
1680 x 1050 1680 x 1050_60 59,954 65,290 146,250 640 x 480@67 Hz MAC13 66,667 35,000 30,240 832 x 624@75 Hz MAC16 74,546 49,722 57,280
1024 x 768@75 Hz MAC19 74,93 60,241 80,000
1152 x 870@75 Hz MAC21 75,060 68,680 100,000
VGA_72 72,809 37,861 31,500 VGA_75 75,000 37,500 31,500 VGA_85 85,008 43,269 36,000
SVGA_60 60,317 37,879 40,000 SVGA_72 72,188 48,077 50,000 SVGA_75 75,000 46,875 49,500 SVGA_85 85,061 53,674 56,250
XGA_60 60,004 48,363 65,000 XGA_70 70,069 56,476 75,000 XGA_75 75,029 60,023 78,750 XGA_85 84,997 68,667 94,500
WXGA_60 59,810 49,702 83,500 WXGA_75 74,934 62,795 106,500 WXGA_85 84,880 71,554 122,500
SXGA_60 60,020 63,981 108,000 SXGA_75 75,025 79,976 135,000
SXGA_85 85,024 91,146 157,500 1280 x 960_60 60,000 60,000 108,000 1280 x 960_85 85,002 85,938 148,500
Vert ic al e
frequentie (Hz)
Horizontale
frequentie (kHz)
Pixelfrequentie
(MHz)
Bovenstaande timingen worden eventueel niet ondersteund vanwege beperkingen van EDID-bestanden of beperkingen van de VGA-videokaart. Wellicht kunnen bepaalde timingen niet worden gekozen.
43 Specificaties
Page 44
Ondersteunde timing voor HDMI (HDCP)-ingang
• PC-timings
Resolutie Modus
VGA_60 59,940 31,469 25,175
640 x 480
720 x 400 720 x 400_70 70,087 31,469 28,3221
800 x 600
SVGA_120 (Reduce Blanking) 119,854 77,425 83,000
1024 x 768
XGA_120 (Reduce Blanking) 119,989 97,551 115,5 1152 x 864 1152 x 864_75 75,00 67,500 108,000 1024 x 576 BenQ Notebook Timing 60,00 35,820 46,996 1024 x 600 BenQ Notebook Timing 64,995 41,467 51,419 1280 x 720 1280 x 720_60 60 45,000 74,250 1280 x 768 1280 x 768_60 59,870 47,776 79,5
1280 x 800
WXGA_120 (Reduce Blanking) 119,909 101,563 146,25
1280 x 1024
1280 x 960
1360 x 768 1360 x 768_60 60,015 47,712 85,500 1440 x 900 WXGA+_60 59,887 55,935 106,500
1400 x 1050 SXGA+_60 59,978 65,317 121,750 1600 x 1200 UXGA 60,000 75,000 162,000
1680 x 1050 1680 x 1050_60 59,954 65,290 146,250 640 x 480@67 Hz MAC13 66,667 35,000 30,240 832 x 624@75 Hz MAC16 74,546 49,722 57,280
1024 x 768@75 Hz MAC19 75,020 60,241 80,000
1152 x 870@75 Hz MAC21 75,06 68,68 100,00 1920 x 1080@60 Hz 1920 x 1080_60 60 67,5 148,5 1920 x 1200@60 Hz 1920 x 1200_60 (Reduce Blanking) 59,950 74,038 154,0000 1920 x 1080 (VESA) 1920 x 1080_60 (voor Auditorium-model) 59,963 67,158 173
1920 x 1080@
120 Hz
3840 x 2160 3840 x 2160_30 voor 4K2K-model 30 67,5 297
3840 x 2160
1920 x 1080_120 (alleen via HDMI 2.0) 120,000 135,000 297
3840 x 2160_60 voor 4K2K-model
VGA_72 72,809 37,861 31,500 VGA_75 75,000 37,500 31,500 VGA_85 85,008 43,269 36,000
SVGA_60 60,317 37,879 40,000 SVGA_72 72,188 48,077 50,000 SVGA_75 75,000 46,875 49,500 SVGA_85 85,061 53,674 56,250
XGA_60 60,004 48,363 65,000 XGA_70 70,069 56,476 75,000 XGA_75 75,029 60,023 78,750 XGA_85 84,997 68,667 94,500
WXGA_60 59,810 49,702 83,500 WXGA_75 74,934 62,795 106,500 WXGA_85 84,880 71,554 122,500
SXGA_60 60,020 63,981 108,000 SXGA_75 75,025 79,976 135,000
SXGA_85 85,024 91,146 157,500 1280 x 960_60 60,000 60,000 108 1280 x 960_85 85,002 85,938 148,500
(alleen via HDMI 2.0)
Ver ti cale
frequentie (Hz)
60 135 594
Horizontale
frequentie (kHz)
Pixelfrequentie
(MHz)
Bovenstaande timingen worden eventueel niet ondersteund vanwege beperkingen van EDID-bestanden of beperkingen van de VGA-videokaart. Wellicht kunnen bepaalde timingen niet worden gekozen.
44 Specificaties
Page 45
• Videotimings
Timing Resolutie
480i 720 (1440) x 480 59,94 15,73 27
480p 720 x 480 59,94 31,47 27
576i 720 (1440) x 576 50 15,63 27
576p 720 x 576 50 31,25 27 720/50p 1280 x 720 50 37,5 74,25 720/60p 1280 x 720 60 45,00 74,25
1080/24P 1920 x 1080 24 27 74,25 1080/25P 1920 x 1080 25 28,13 74,25 1080/30P 1920 x 1080 30 33,75 74,25
1080/50i 1920 x 1080 50 28,13 74,25
1080/60i 1920 x 1080 60 33,75 74,25 1080/50P 1920 x 1080 50 56,25 148,5 1080/60P 1920 x 1080 60 67,5 148,5 2160/24P 3840 x 2160 (alleen via HDMI 2.0) 24 54 297 2160/25P 3840 x 2160 (alleen via HDMI 2.0) 25 56,25 297 2160/30P 3840 x 2160 (alleen via HDMI 2.0) 30 67,5 297 2160/50P 3840 x 2160 (alleen via HDMI 2.0) 50 112,5 594 2160/60P 3840 x 2160 (alleen via HDMI 2.0) 60 135 594
Ver ti cale
frequentie (Hz)
Horizontale
frequentie (kHz)
Pixelfrequentie
(MHz)
45 Specificaties
Page 46
Ondersteunde timing voor HDBaseT-ingang
• PC-timings
Resolutie Modus
VGA_60 59,940 31,469 25,175
640 x 480
720 x 400 720 x 400_70 70,087 31,469 28,3221
800 x 600
SVGA_120 (Reduce Blanking) 119,854 77,425 83,000
1024 x 768
XGA_120 (Reduce Blanking) 119,989 97,551 115,500
1152 x 864 1152 x 864_75 75,00 67,5 108,000 1024 x 576@60 Hz BenQ Notebook Timing 60,00 35,820 46,996 1024 x 600@65 Hz BenQ Notebook Timing 64,995 41,467 51,419
1280 x 720 1280 x 720_60 60 45,000 74,250
1280 x 768 1280 x 768_60 59,870 47,776 79,5
1280 x 800
1280 x 1024
1280 x 960
1360 x 768 1360 x 768_60 60,015 47,712 85,500
1440 x 900 WXGA+_60 59,887 55,935 106,500
1400 x 1050 SXGA+_60 59,978 65,317 121,750 1600 x 1200 UXGA 60,000 75,000 162,000
1680 x 1050 1680 x 1050_60 59,954 65,290 146,250 640 x 480@67 Hz MAC13 66,667 35,000 30,240 832 x 624@75 Hz MAC16 74,546 49,722 57,280
1024 x 768@75 Hz MAC19 75,020 60,241 80,000 1152 x 870@75 Hz MAC21 75,06 68,68 100,00
1920 x 1080@60 Hz 1920 x 1080_60 60 67,5 148,5
1920 x 1200
1920 x 1200_60 (Reduce
VGA_72 72,809 37,861 31,500 VGA_75 75,000 37,500 31,500 VGA_85 85,008 43,269 36,000
SVGA_60 60,317 37,879 40,000 SVGA_72 72,188 48,077 50,000 SVGA_75 75,000 46,875 49,500 SVGA_85 85,061 53,674 56,250
XGA_60 60,004 48,363 65,000 XGA_70 70,069 56,476 75,000 XGA_75 75,029 60,023 78,750 XGA_85 84,997 68,667 94,500
WXGA_60 59,810 49,702 83,500 WXGA_75 74,934 62,795 106,500 WXGA_85 84,880 71,554 122,500
WXGA_120 (Reduce
Blanking) SXGA_60 60,020 63,981 108,000 SXGA_75 75,025 79,976 135,000 SXGA_85 85,024 91,146 157,500
1280 x 960_60 60,000 60,000 108 1280 x 960_85 85,002 85,938 148,500
Blanking)
Vert ic al e
frequentie (Hz)
119,909 101,563 146,25
59,95 74,038 154
Horizontale
frequentie (kHz)
Pixelfrequentie
(MHz)
Bovenstaande timingen worden eventueel niet ondersteund vanwege beperkingen van EDID-bestanden of beperkingen van de VGA-videokaart. Wellicht kunnen bepaalde timingen niet worden gekozen.
46 Specificaties
Page 47
• Videotimings
Timing Resolutie
480i 720 (1440) x 480 59,94 15,73 27
480p 720 (1440) x 480 59,94 31,47 27
576i 720 x 576 50 15,63 27
576p 720 x 576 50 31,25 27 720/50p 1280 x 720 50 37,5 74,25 720/60p 1280 x 720 60 45,00 74,25
1080/24P 1920 x 1080 24 27 74,25 1080/25P 1920 x 1080 25 28,13 74,25 1080/30P 1920 x 1080 30 33,75 74,25
1080/50i 1920 x 1080 50 28,13 74,25
1080/60i 1920 x 1080 60 33,75 74,25 1080/50P 1920 x 1080 50 56,25 148,5 1080/60P 1920 x 1080 60 67,5 148,5 2160/24P 3840 x 2160 54 24 297 2160/25P 3840 x 2160 56,25 25 297 2160/30P 3840 x 2160 67,5 30 297 2160/50P 3840 x 2160 112,5 50 594 2160/60P 3840 x 2160 135 60 594
Verticale frequentie
(Hz)
Horizontale
frequentie (kHz)
Pixelfrequentie
(MHz)
47 Specificaties
Page 48

RS232-opdracht

RS232 - pintoekenning
Nr. Seriëel Nr. Seriëel
1NC 6NC 2RX 7RTSZ 3TX 8CTSZ 4NC 9NC 5GND
Functie Ty p e Bediening ASCII
Schrijven Inschakelen <CR>*pow=on#<CR>
Energie
Ingangsselectie
Audiobeheer
Beeldmodus
Schrijven Uitschakelen <CR>*pow=off#<CR> Lezen Energiestatus <CR>*pow=?#<CR> Schrijven COMPUTER <CR>*sour=RGB#<CR> Schrijven HDMI <CR>*sour=hdmi#<CR> Schrijven HDMI 2 <CR>*sour=hdmi2#<CR> Schrijven HDMI 3 <CR>*sour=hdmi3#<CR> Schrijven HDBaseT <CR>*sour=hdbaset#<CR> Lezen Huidige ingang <CR>*sour=?#<CR> Schrijven Dempen aan <CR>*mute=on#<CR> Schrijven Dempen uit <CR>*mute=off#<CR> Lezen Dempstatus <CR>*mute=?#<CR> Schrijven Volume + <CR>*vol=+#<CR> Schrijven Volume - <CR>*vol=-#<CR> Schrijven Volumeniveau voor klant <CR>*vol=value#<CR> Lezen Volumestatus <CR>*vol=?#<CR> Schrijven Presentatie <CR>*appmod=preset#<CR> Schrijven sRGB <CR>*appmod=srgb#<CR> Schrijven Helder <CR>*appmod=bright#<CR> Schrijven DICOM <CR>*appmod=dicom#<CR> Schrijven Levendig <CR>*appmod=vivid#<CR> Schrijven Gebruiker 1 <CR>*appmod=user1#<CR> Schrijven Gebruiker 2 <CR>*appmod=user2#<CR> Lezen Beeldmodus <CR>*appmod=?#<CR>
12345
6789
48 Specificaties
Page 49
Functie Ty p e Bediening ASCII
Schrijven Contrast + <CR>*con=+#<CR> Schrijven Contrast - <CR>*con=-#<CR> Lezen Contrastwaarde <CR>*con=?#<CR> Schrijven Helderheid + <CR>*bri=+#<CR> Schrijven Helderheid - <CR>*bri=-#<CR> Lezen Helderheidwaarde <CR>*bri=?#<CR> Schrijven Kleur + <CR>*color=+#<CR> Schrijven Kleur - <CR>*color=-#<CR> Lezen Kleurwaarde <CR>*color=?#<CR> Schrijven Scherpte + <CR>*sharp=+#<CR> Schrijven Scherpte - <CR>*sharp=-#<CR>
Beeldinstelling
Gebruiksinstellin­gen
Lampbesturing
Lezen Scherptewaarde <CR>*sharp=?#<CR> Schrijven Kleurtemperatuur-warm <CR>*ct=warm#<CR> Schrijven Kleurtemperatuur-normaal <CR>*ct=normal#<CR> Schrijven Kleurtemperatuur - koel <CR>*ct=cool#<CR> Schrijven Kleurtemperatuur - standaardtemp. <CR>*ct=native#<CR> Lezen Kleurtemperatuurstatus <CR>*ct=?#<CR> Schrijven Beeldverhouding 4:3 <CR>*asp=4:3#<CR> Schrijven Beeldverhouding 16:9 <CR>*asp=16:9#<CR> Schrijven Beeldverhouding 16:10 <CR>*asp=16:10#<CR> Schrijven Beeldverhouding automatisch <CR>*asp=AUTO#<CR> Schrijven Beeldverhouding Reëel <CR>*asp=REAL#<CR> Lezen Beeldverhoudingstatus <CR>*asp=?#<CR> Schrijven Auto <CR>*auto#<CR> Schrijven Projectorpositie - tafel voor <CR>*pp=FT#<CR> Schrijven Projectorpositie - tafel achter <CR>*pp=RE#<CR> Schrijven Projectorpositie - plafond achter <CR>*pp=RC#<CR> Schrijven Projectorpositie - plafond voor <CR>*pp=FC#<CR> Schrijven Snel automatisch zoeken <CR>*QAS=on#<CR> Schrijven Snel automatisch zoeken <CR>*QAS=off#<CR> Lezen Status van snel automatisch zoeken <CR>*QAS=?#<CR> Lezen Projectorpositiestatus <CR>*pp=?#<CR> Schrijven Direct inschakelen - aan <CR>*directpower=on#<CR> Schrijven Direct inschakelen - uit <CR>*directpower=off#<CR> Lezen Direct inschakelen - status <CR>*directpower=?#<CR> Schrijven Stand-by-instellingen - netwerk aan <CR>*standbynet=on#<CR> Schrijven Stand-by-instellingen - netwerk uit <CR>*standbynet=off#<CR>
Lezen
Lezen Lamp <CR>*ltim=?#<CR> Schrijven Normale modus <CR>*lampm=lnor#<CR> Schrijven Ecomodus <CR>*lampm=eco#<CR> Schrijven Dimmodus <CR>*lampm=dimming#<CR> Schrijven Aangepaste modus <CR>*lampm=custom#<CR>
Schrijven
Lezen
Lezen Lampmodusstatus <CR>*lampm=?#<CR>
Stand-by-instellingen ­netwerkstatus
Lichtniveau voor aangepaste modus
Status van lichtniveau voor aangepaste modus
<CR>*standbynet=?#<CR>
<CR>*lampcustom=value#<CR>
<CR>*lampcustom=?#<CR>
49 Specificaties
Page 50
Functie Ty p e Bediening ASCII
Lezen Modelnaam <CR>*modelname=?#<CR> Schrijven Leeg aan <CR>*blank=on#<CR> Schrijven Leeg uit <CR>*blank=off#<CR> Lezen Leegstatus <CR>*blank=?#<CR> Schrijven Menu aan <CR>*menu=on#<CR> Schrijven Menu uit <CR>*menu=off#<CR> Schrijven Omhoog <CR>*up#<CR> Schrijven Omlaag <CR>*down#<CR> Schrijven Rechts <CR>*right#<CR>
Diverse
Schrijven Links <CR>*left#<CR> Schrijven Enter / OK <CR>*enter#<CR> Schrijven AMX-apparaat detecteren - aan <CR>*amxdd=on#<CR> Schrijven AMX-apparaat detecteren - uit <CR>*amxdd=off#<CR>
Lezen
Lezen MAC-adres <CR>*macaddr=?#<CR> Schrijven Hoogtemodus aan <CR>*Highaltitude=on#<CR> Schrijven Hoogtemodus uit <CR>*Highaltitude=off#<CR> Lezen Hoogtemodusstatus <CR>*Highaltitude=?#<CR>
Status van AMX-apparaat detecteren
<CR>*amxdd=?#<CR>
50 Specificaties
Loading...