Benq W2700, HT3550 User Manual [nl]

Page 1
Digital Projector
Gebruikershandleiding
CinePrime Series l W2700 / HT3550
V1.03
Page 2

Informatie over garantie en auteursrechten

Beperkte garantie
BenQ garandeert dat dit product vrij is van defecten in vakmanschap en materialen, bij normaal gebruik en opslag.
Wanneer u aanspraak wilt maken op de garantie, zal een aankoopbewijs worden gevraagd. Wanneer dit product binnen de garantieperiode defect raakt, is de enige verplichting van BenQ en uw enig verhaal de
vervanging van defecte onderdelen (inclusief werkuren). Om garantieservice te verkrijgen, moet u de leverancier bij wie u het product hebt gekocht, onmiddellijk op de hoogte brengen van eventuele defecten.
Belangrijk: Belangrijk: de bovenstaande garantie vervalt wanneer de klant heeft nagelaten het product te gebruiken overeenkomstig de schriftelijke instructies van BenQ, in het bijzonder de instructies inzake de gebruiksomstandigheden. De vochtigheid moet tussen 10% en 90% liggen, de temperatuur tussen 0°C en 35°C en de projector mag niet worden gebruikt op stoffige plaatsen of op plaatsen hoger dan 4920 voet. Deze garantie verleent u specifieke wettelijke rechten en u kunt andere rechten hebben die verschillen afhankelijk van het land.
Ga voor meer informatie naar www.BenQ.com.
Copyright
Copyright © 2019 BenQ Corporation. Alle rechten voorbehouden. Geen enkel deel van deze publicatie mag worden gereproduceerd, verzonden, overgezet, opgeslagen in een retrievalsysteem of vertaald in enige taal of computertaal, en in geen enkele vorm of op geen enkele wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, magnetisch, optisch, chemisch, handmatig of anderszins, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van BenQ Corporation.
Afstandsverklaring
BenQ Corporation is niet aansprakelijk en geeft geen garanties, uitdrukkelijk noch stilzwijgend, met betrekking tot de inhoud van deze publicatie en wijst specifiek alle garanties van verkoopbaarheid of geschiktheid voor een bepaald doel af. Verder behoudt BenQ Corporation zich het recht voor deze publicatie te herzien en de inhoud ervan af en toe te wijzigen zonder de verplichting enige persoon op de hoogte te brengen van dergelijke herzieningen of wijzigingen.
*DLP, Digital Micromirror Device en DMD zijn handelsmerken van Texas Instruments. Andere merk- en productnamen zijn eigendom van de respectieve bedrijven of organisaties.
Patenten
Ga naar http://patmarking.benq.com/ voor details over de patentdekking van de BenQ-projector.
2 Informatie over garantie en
Page 3
Inhoudsopgave
Informatie over garantie en auteursrechten ..................................................................... 2
Belangrijke veiligheidsinstructies ........................................................................................ 4
Inleiding ................................................................................................................................. 7
Inhoud van de verpakking ......................................................................................................................... 7
Buitenkant van de projector .................................................................................................................... 8
Bedieningselementen en functies............................................................................................................ 9
De projector positioneren ................................................................................................. 11
Een locatie kiezen ..................................................................................................................................... 11
De gewenste beeldgrootte van de projectie instellen..................................................................... 12
De projectielens verplaatsen .................................................................................................................13
De projector monteren ..........................................................................................................................13
Het geprojecteerde beeld aanpassen................................................................................................... 15
Aansluitingen ...................................................................................................................... 16
Bediening ............................................................................................................................. 17
De projector opstarten .......................................................................................................................... 17
De menu's gebruiken............................................................................................................................... 19
Firmware opwaarderen .......................................................................................................................... 19
De projector beveiligen ..........................................................................................................................20
Schakelen tussen ingangssignalen .......................................................................................................... 21
Een presentatie maken vanaf een Medialezer .................................................................................... 22
De projector uitschakelen .....................................................................................................................22
Direct uitschakelen .................................................................................................................................. 22
Menubediening .................................................................................................................... 23
Menu BEELD ............................................................................................................................................. 23
Menu WEERGAVE................................................................................................................................... 27
Menu INSTALLATIE ................................................................................................................................ 28
Menu SYSTEEMINSTLL: Basis ............................................................................................................... 29
Menu SYSTEEMINSTLL: Geavanceerd ................................................................................................ 30
Menu INFORMATIE ................................................................................................................................ 31
Onderhoud .......................................................................................................................... 32
Onderhoud van de projector ................................................................................................................32
Informatie over de lamp .........................................................................................................................32
Problemen oplossen ........................................................................................................... 38
Specificaties ......................................................................................................................... 39
Projectorspecificaties ..............................................................................................................................39
Afmetingen .................................................................................................................................................40
Timingtabel................................................................................................................................................. 41
3 Inhoudsopgave
Page 4

Belangrijke veiligheidsinstructies

Uw projector is ontwikkeld en getest volgens de nieuwste veiligheidsnormen voor IT-apparatuur. Voor een veilig gebruik van dit product dient u echter de instructies in deze handleiding en op het product nauwkeurig op te volgen.
1. Lees deze handleiding aandachtig door voordat u de projector gebruikt. Bewaar de handleiding voor toekomstig gebruik.
2. Kijk tijdens het gebruik niet direct in de lens van de projector. De sterke lichtstraal kan uw ogen beschadigen.
3. Laat reparatie- of
onderhoudswerkzaamheden over aan een bevoegd technicus.
6. In sommige landen is de lijnspanning NIET stabiel. In sommige landen is de netspanning ongelijkmatig. Hoewel deze projector normaal werkt bij een netspanning van 100 tot 240 V (wisselstroom), kan het apparaat uitvallen wanneer zich een stroomstoring of een spanningspiek van ±10 V voordoet. In
gebieden waar de netspanning kan schommelen of uitvallen, is het raadzaam de projector aan te sluiten op een spanningsstabilisator, piekbeveiliging of UPS-systeem (Uninterruptible Power Supply).
7. Plaats geen voorwerpen voor de projectielens als de projector wordt gebruikt. Deze voorwerpen kunnen oververhitten of vervormen of kunnen zelfs brand veroorzaken. Om de lamp tijdelijk uit te schakelen, gebruikt u de inactief-functie.
4. Zorg er altijd voor dat de lenssluiter
(indien aanwezig) is geopend of dat de lensdop (indien aanwezig) is verwijderd wanneer de projectorlamp brandt.
5. De lamp wordt erg heet tijdens het gebruik. Laat de projector ongeveer 45 minuten afkoelen voordat u de lamp vervangt.
4 Belangrijke veiligheidsinstructies
8. Gebruik de lamp niet langer dan de voorgeschreven levensduur. Als u de lamp toch langer gebruikt, kan deze in zeldzame gevallen breken.
Page 5
9. Zorg dat de stekker van de projector uit het stopcontact is verwijderd voordat u de lamp of elektronische onderdelen vervangt.
10. Plaats dit product niet op een onstabiel wagentje, een onstabiele standaard of een wankele tafel. Het product kan vallen en ernstig worden beschadigd.
11. Probeer deze projector niet zelf te demonteren. De onderdelen in het apparaat staan onder hoge spanning die levensgevaarlijk is als u ze aanraakt. Het enige onderdeel dat u zelf mag vervangen, is de lamp die een afneembare afdekking heeft.
U mag nooit andere afdekkingen losmaken of verwijderen. Laat reparaties uitsluitend over aan gekwalificeerde professionele reparateurs.
13. Plaats de projector tijdens gebruik altijd op een vlak, horizontaal oppervlak.
- Maak geen gebruik van de projector als deze gekanteld staat in een hoek van meer dan 10 graden (links naar rechts) of in een hoek van meer dan 15 graden (voor naar achter). Als u de projector gebruikt wanneer deze niet volledig horizontaal staat, werkt deze mogelijk niet optimaal of kan de lamp beschadigd raken.
14. Plaats de projector niet verticaal. De projector kan dan vallen en letsel veroorzaken of beschadigd raken.
15. Ga niet op projector staan of leg er geen voorwerpen op. Dit kan niet alleen schade aan de projector veroorzaken, maar kan ook leiden tot ongevallen en mogelijk letsel.
12. Blokkeer de ventilatieopeningen niet.
- Plaats deze projector niet op een deken, beddengoed of op een ander zacht oppervlak.
- Bedek deze projector niet met een doek of met andere voorwerpen.
- Plaats geen ontvlambare stoffen in de buurt van de projector.
Als de ventilatieopeningen ernstig wordt gehinderd, kan er door oververhitting in de projector brand ontstaan.
16. Wanneer u de projector gebruikt, is het mogelijk dat u warme lucht en een bepaalde geur opmerkt bij het ventilatierooster. Dit is een normaal verschijnsel en geen defect.
5 Belangrijke veiligheidsinstructies
Page 6
17. Plaats geen vloeistoffen in de buurt van of op
3.000 m
(10000 voet)
0 m
(0 voet)
de projector. Als er vloeistof in de projector wordt gemorst, werkt deze mogelijk niet meer. Als de projector nat wordt, moet u de stekker uit het stopcontact trekken en de projector laten controleren door een BenQ-onderhoudstechnicus.
20. Plaats de projector niet in de volgende omgevingen.
- Slecht geventileerde of ingesloten ruimtes. Zorg dat de projector minstens 50 cm van de muur staat en zorg voor voldoende ruimte voor de luchtstroom rondom de projector.
- Plaatsen waar de temperatuur extreem hoog kan oplopen, zoals in een auto met gesloten ramen.
- Erg vochtige, stoffige of rokerige plaatsen die optische componenten mogelijk aantasten. Dit verkort de levensduur van de projector en verdonkert het beeld.
18. Dit product is in staat omgekeerde beelden weer te geven wanneer de projector aan het plafond/de muur is gemonteerd.
- Plaatsen in de buurt van een brandalarm.
- Plaatsen met een omgevingstemperatuur van meer dan 40°C / 104°F.
- Plaatsen die hoger liggen dan 3000 m (10000 voet).
19. Dit apparaat moet worden geaard.
• Hg - Lamp bevat kwik. Behandelen in overeenstemming met de lokale wetten op afvalverwijdering. Zie www.lamprecycle.org.
• Richt nooit een laserstraal van hoog vermogen in de projectielens om schade aan de DLP-chips te voorkomen.
6 Belangrijke veiligheidsinstructies
Page 7

Inleiding

Inhoud van de verpakking

Pak alles voorzichtig uit en controleer of u alle onderstaande items hebt. Wanneer één of meerdere van deze items ontbreken, dient u contact op te nemen met de leverancier.
Standaardaccessoires
Projector
Afstandsbediening met
batterijen
Snelgids Garantiekaart* Voedingskabel
• De meegeleverde accessoires zijn geschikt voor uw regio, maar verschillen mogelijk van de afbeeldingen.
• *De garantiekaart wordt slechts in bepaalde specifieke regio’s geleverd. Raadpleeg uw verkoper voor gedetailleerde informatie.
Optionele accessoires
1. Reservelampset 2. 3D-bril
De batterijen van de afstandsbediening vervangen
1. Druk op de batterijklep en open deze zoals afgebeeld.
2. Verwijder de oude batterijen (indien van toepassing) en plaats twee AAA-batterijen. Zorgen voor de positieve en negatieve eenden correct zijn geplaatst, zoals afgebeeld.
CD met gebruikershandleiding
3. Laatste batterijklep terug tot deze vastklikt.
• Laat de afstandsbediening en batterijen niet achter in een bijzonder warme of vochtige omgeving zoals de keuken, de badkamer, de sauna, de zonnekamer of in een gesloten auto.
• Vervang batterijen alleen door hetzelfde type of een soortgelijk type batterijen, zoals door de fabrikant aanbevolen.
• Gooi de gebruikte batterijen weg conform de aanwijzingen van de fabrikant en de lokale milieuvoorschriften.
• Gooi batterijen nooit in vuur. De batterij kan in dat geval ontploffen.
• Verwijderde batterijen als deze leeg zijn of als u de afstandsbediening langere tijd niet gebruikt. Zo voorkomt u dat de afstandsbediening beschadigd raakt door mogelijke lekkage van de batterij.
7 Inleiding
Page 8

Buitenkant van de projector

5
19
22
20
20
20
2
4
12
13
15
14
17
16
18
2
2
2
2
2
20
20
20
22
2
1
11
21
4
3
6
7
8
10
9
2
1. Lampafdekking
2. Afstelvoetjes
3. Projectielens
4. Externe IR-sensor
12. RS-232-besturingspoort
13. USB Mini-B-aansluiting (voor firmware-upgrades)
14. USB Type-A-poort (USB 3.0: 5 V 1,5 A medialezer/station, firmware download)
5. Extern bedieningspaneel (Zie Bedieningselementen en functies op
pagina 9.)
6. Wiel voor lensverschuiving
7. Zoomring
8. Focusring
9. Sleuf voor Kensington-antidiefstalslot
10. Ventilator (lucht in)
11. Uitgang van 12V DC Activeert externe apparaten zoals een elektrisch scherm of lichtregeling enz.
15. HDMI 1/ HDMI 2 ingangaansluiting (versie
2.0b)
16. USB Type-A-poort (USB 2.0: 2,5 A voeding)
17. SPDIF-uitgang
18. Audio-uitgang
19. Aansluiting netvoeding
20. Gaten voor wandmontage
21. Ventilator (lucht uit)
22. Beveiligingsbalk
8 Inleiding
Page 9

Bedieningselementen en functies

4
3
6
7
2
1
5
2
6
7
1
10 11
13
19
22
23
21
4
2
3
9
12
8
15
16 17
18
20
14
Alle toetsindrukken die in dit document worden beschreven, zijn beschikbaar op de projector of op de afstandsbediening.
Projector en afstandsbediening
1. OK
Bevestigt het geselecteerde item van het OSD-menu.
Als de Keystone OSD verschijnt, houd dan 2 seconden ingedrukt om Keystone te resetten.
2. VOEDING
Hiermee zet u de projector stand-by of schakelt u deze in.
AAN/ Uit
Hiermee zet u de projector stand-by of schakelt u deze in.
3. BACK
Hiermee gaat u terug naar het vorige OSD-menu en slaat u de menu-instellingen op.
4. MENU
Hiermee schakelt u het OSD-menu in.
5. Voedingsindicator/Temperatuurwaarsch uwingslampje/Lampindicator (Zie Indicators op pagina 37.)
6. Pijltoetsen ( , , , )
Indien het On-Screen Display (OSD) menu is geactiveerd, worden deze toetsen gebruikt als richtingspijlen om de gewenste menu-items te selecteren en aanpassen aan te brengen.
Keystone-toetsen ( , )
Toont de correctiepagina voor Keystone.
Volumetoetsen /
Verlaagt of verhoogt het volume van de projector.
7. SOURCE
Geeft de bronselectiebalk weer.
8. Correctie hoek trapezium
Toont het correctiemenu voor Keystone.
9. LUMI EXPERT
Niet ingeschakeld op deze projector.
10.
Schakelt de audio van de projector in en uit.
9 Inleiding
Page 10
11. SOUND MODE
O
n
g
e
v
e
e
r
+
3
0
º
O
n
g
e
v
e
e
r
+
3
0
º
18. CINEMA MASTER
Geeft het menu SOUND MODE weer.
12. Insteltoetsen beeldkwaliteit (BRIGHT,
CONTRAST, COLOR TEMP, COLOR MANAGE, GAMMA, SHARP)
Geeft de instelbalken weer voor aanpassingen van de betreffende waarden voor de beeldkwaliteit.
13. DYNAMIC IRIS
Selecteert een geschikte DYNAMISCHE IRIS uit de aangeboden modi.
14. LIGHT MODE
Selecteert een geschikt vermogen voor de lamp uit de aangeboden modi.
15. LIGHT
Schakelt de verlichting van de afstandsbediening gedurende enige seconden in. Om de verlichting ingeschakeld te houden, drukt u op een andere toets terwijl de verlichting aan is. Druk nogmaals op de toets om de verlichting uit te schakelen.
16. DEFAULT
Standaardwaarden herstellen voor alle instelbalken tijdens het uitvoeren van aanpassingen.
17. TEST PATTERN
Toont het CinemaMaster-menu. Zie
CinemaMaster op pagina 26.
19. HDR
Geeft het menu HDR weer.
20. Volumetoetsen /
Verlaagt of verhoogt het volume van de projector.
21. 3D
Geeft het menu 3D weer.
22. PIC MODE
Geeft het menu Beeldmodus weer.
Als de Keystone OSD verschijnt, houd dan 2 seconden ingedrukt om Automatische keystone in te schakelen.
23. ECO BLANK
Hiermee kunt u de schermafbeelding verbergen.
Plaats geen voorwerpen voor de projectielens als de projector wordt gebruikt. De voorwerpen kunnen heet worden en daardoor vervormd raken of vlam vatten.
Geeft de TEST PATTERN weer.
Bereik van de afstandsbediening
Houd de afstandsbediening in een hoek van maximaal 30 graden ten opzichte van de IR-sensor(en) van de afstandsbediening op de projector voor een correcte werking. De afstand tussen de afstandsbediening en de sensor(en) mag niet meer dan 8 meter (26 voet) bedragen.
Zorg dat er geen obstakels tussen de afstandsbediening en de IR-sensor(en) op de projector staan die de infraroodstraal kunnen hinderen.
• De projector bedienen vanaf de voorzijde • De projector bedienen vanaf de bovenkant
10 Inleiding
Page 11

De projector positioneren

Een locatie kiezen

Voordat u een installatielocatie kiest voor uw projector, moet u rekening houden met de volgende factoren:
• Grootte en positie van uw scherm
• Locatie stopcontact
• Locatie en afstand tussen de projector en de rest van uw apparatuur
U kunt uw projector op de volgende wijzen installeren.
1. Tafel voor
Selecteer deze instelling met de projector op een tafel voor het scherm geplaatst. Als u een snelle opstelling en draagbaarheid wenst, is dit de meest gebruikte opstelling.
3. Plafond voor
Selecteer deze locatie met de projector ondersteboven hangend voor het scherm. Als u de projector aan het plafond wilt bevestigen, kunt u het beste de plafond/wandmontageset van BenQ bij uw leverancier kopen.
2. Tafel achter
Selecteer deze instelling met de projector op een tafel achter het scherm geplaatst. Voor deze opstelling is een speciaal scherm voor projectie achteraan vereist.
4. Plafond achter
Selecteer deze locatie als u de projector ondersteboven achter het scherm installeert. Voor deze opstelling zijn een speciaal scherm voor projectie achter en de muur/wandmontageset van BenQ vereist.
Ga na het inschakelen van de projector naar INSTALLATIE Menu > Projectorpositie en druk op
/ om een instelling te selecteren.
11 De projector positioneren
Page 12
H
B
Projectieafstand
Midden van de lens
Scherm
16:9 schermdiagonaal
Verticale afstand

De gewenste beeldgrootte van de projectie instellen

De afstand van de lens van de projector tot het scherm, de zoominstelling (indien beschikbaar) en het videoformaat zijn allemaal factoren die de grootte van het geprojecteerde beeld bepalen.
Projectie-afmetingen
• De beeldverhouding van het scherm is 16:9 en het geprojecteerde beeld is een beeldverhouding van 16:9
Schermgrootte Afstand vanaf scherm (mm)
Diagonaal
Inch mm (max. zoom) (min. zoom)
30 762 374 664 750 863 976
40 1016 498 886 1001 1151 1302
50 1270 623 1107 1251 1439 1627
60 1524 747 1328 1501 1727 1953
70 1778 872 1550 1751 2015 2278
80 2032 996 1771 2001 2302 2603
90 2286 1121 1992 2251 2590 2929
100 2540 1245 2214 2502 2878 3254
110 2794 1370 2435 2752 3166 3580
120 3048 1494 2657 3002 3454 3905
130 3302 1619 2878 3252 3741 4231
140 3556 1743 3099 3502 4029 4556
150 3810 1868 3321 3752 4317 4881
160 4064 1992 3542 4003 4605 5207
170 4318 2117 3763 4253 4893 5532
180 4572 2241 3985 4503 5180 5858
190 4826 2366 4206 4753 5468 6183
200 5080 2491 4428 5003 5756 6509
210 5334 2615 4649 5253 6044 6834
220 5588 2740 4870 5504 6331 7159
230 5842 2864 5092 5754 6619 7485
240 6096 2989 5313 6004 6907 7810
250 6350 3113 5535 6254 7195 8136
260 6604 3238 5756 6504 7483 8461
270 6858 3362 5977 6754 7770 8787
280 7112 3487 6199 7004 8058 9112
290 7366 3611 6420 7255 8346 9437
300 7620 3736 6641 7505 8634 9763
H (mm) B (mm)
Als u bijvoorbeeld een 120" scherm gebruikt, is de gemiddelde projectieafstand 3454 mm.
12 De projector positioneren
Min lengte
Gemiddeld
Max lengte
Page 13
Als de gemeten projectie-afstand 5000 mm is, is 4893 mm in de kolom "Afstand vanaf scherm (mm)" de
1V
min. 0 V max. 0,1 V
Burau-voor projectie
waarde die het dichtst aanleunt bij uw afstand. Als in deze rij kijkt, ziet u dat een 170" (ongeveer 4,3 meter) scherm vereist is.
• Alle afmetingen zijn benaderingen; deze kunnen afwijken van de eigenlijke maten. BenQ beveelt bij een permanente plaatsing van de projector aan om de projectiegrootte en -afstand eerst ter plaatse met de projector fysiek te testen, zodat u rekening kunt houden met de optische eigenschappen van deze projector. Hierdoor kunt u de precieze bevestigingspositie bepalen die het meest geschikt is voor uw specifieke locatie.
• Om de projectiekwaliteit te optimaliseren, adviseren we om de projectie uit te voeren door de waarden in de niet-grijze cellen aan te houden.
• De waarden in de grijze cellen zijn uitsluitend ter referentie.

De projectielens verplaatsen

• Stop met het draaien aan de instelknop als u een klikkend geluid hoort dat aangeeft dat de knop zijn grens bereikt heeft. Het doordraaien van de knop kan schade veroorzaken.

De projector monteren

Als u de projector wilt bevestigen, is het raadzaam een juiste bevestiging voor BenQ-projectors te gebruiken voor een veilige en stevige montage.
Als u een montageset gebruikt voor een projector die niet van het merk BenQ is, bestaat een veiligheidsrisico dat de projector valt door een slechte bevestiging door het gebruik van de verkeerde diepte of van de verkeerde lengte schroeven.
Voorafgaand aan het monteren van de projector
• U kunt de montageset voor BenQ-projectoren aanschaffen bij de leverancier van uw projector.
• BenQ raadt u aan ook een afzonderlijke met Kensington-slot-compatibele beveiligingskabel aan te schaffen en deze stevig te bevestigen op de sleuf van het Kensington-slot en de voet van de montagebeugel. Deze zal een tweede beveiliging bieden voor het vasthouden van de projector in het geval de bevestiging op de montagebeugel zou loskomen.
• Vraag uw dealer om de projector voor u te installeren. De projector zelf installeren kan leiden tot vallen met letsel als gevolg.
• Volg de noodzakelijke procedures om het vallen van de projector te voorkomen, zoals tijdens een aardbeving.
13 De projector positioneren
Page 14
• De garantie dekt geen productschade veroorzaakt door het monteren van de projector met een
Plafond/wandmontageschroeven: M4 (Max L = 25 mm; Min L = 20 mm)
Eenheid: mm
niet-BenQ-projectormontageset.
• Houd rekening met de omgevingstemperatuur waar de projector aan een plafond/wand wordt gemonteerd. Als een verwarming wordt gebruikt, kan de temperatuur rond het plafond/de muur hoger zijn dan verwacht.
• Lees de gebruikershandleiding voor de montageset betreffende het koppelbereik. Vastdraaien met een hoger koppel dan het aanbevolen bereik kan leiden tot schade aan de projector en vervolgens vallen.
• Zorg ervoor dat het stopcontact zich op een toegankelijke hoogte bevindt zodat u de projector gemakkelijk kunt uitschakelen.
Installatieschema plafond/wandmontage
222,3
,
118 104,3
226 154
57
47,3
49,7175108
,
,
,
14 De projector positioneren
Page 15

Het geprojecteerde beeld aanpassen

Druk op /.
Druk op / .
De projectiehoek aanpassen
Wanneer de projector niet op een horizontaal oppervlak is geplaatst of het scherm en de projector niet loodrecht op elkaar staan, wordt het geprojecteerde beeld trapeziumvormig. Draai aan het verstelvoetje om de horizontale hoek nauwkeuriger in te stellen.
Om de voet in te trekken, draait u het verstelvoetje in tegengestelde richting.
Kijk niet in de lens als de lamp is ingeschakeld. Het felle licht kan uw ogen beschadigen.
Het beeldformaat en de helderheid fijn afstellen
Wijzig de grootte van het geprojecteerde beeld met behulp van de zoomring.
Stel het beeld scherp door de scherpstelring te draaien.
Keystone corrigeren
Keystone verwijst naar de situatie waarbij het geprojecteerde beeld aanzienlijk breder is aan de bovenkant of onderkant. Dit doet zich voor als de projector niet loodrecht ten opzichte van het scherm staat.
Om dit te corrigeren kunt u naast het aanpassen van de hoogte van de projector Automatische keystone of Keystone gebruiken om dit handmatig te corrigeren door een van deze stappen te volgen.
• Met de afstandsbediening of projector
Druk op op de projector of / op de afstandsbediening om de Keystone-correctiepagina te openen. Druk op om de keystone bovenin het beeld te corrigeren. Druk op om de keystone onderin het beeld te corrigeren. Als de Keystone OSD verschijnt, houd dan OK 2 seconden ingedrukt om Keystone te resetten. Als de Keystone OSD verschijnt, houd dan PIC MODE 2 seconden ingedrukt om Automatische keystone in te schakelen.
15 De projector positioneren
Page 16

Aansluitingen

2
2
4
7
2
1
6
8
9
3
5
Laptop of desktopcomputer
12V-trigger voor schermbediening
HDMI-kabel
USB-kabel (type Mini-B naar A)
Audiokabel
SPDIF-kabel
USB-kabel (A naar Micro B Type) aansluiten op de voedingspoort van de draadloze HDMI-dongle.
HDMI draadloze dongle
USB-opslagapparaat voor medialezer, firmware-upgrade
RS232-kabel
1
2
3456789
Luidsprekers
A/V-apparaat
Als u een signaalbron aansluit op de projector, volg dan deze instructies:
1. Schakel alle apparatuur uit voordat u aansluitingen maakt.
2. Gebruik de juiste signaalkabels voor elke bron.
3. Zorg dat de kabels goed zijn geplaatst.
• Niet alle kabels die in de bovenstaande aansluitingen zijn weergegeven, zijn mogelijk met de projector geleverd (zie
Inhoud van de verpakking op pagina 7). Deze kabels zijn verkrijgbaar bij elektronicawinkels.
• De aansluitingsillustraties zijn alleen bedoeld als referentie. De achteraansluitstekkers die beschikbaar zijn op de projector, variëren met elk projectormodel.
• Bij notebooks worden de externe videopoorten vaak niet ingeschakeld wanneer een projector is aangesloten. Gewoonlijk schakelt een toetsencombinatie zoals FN + functietoets de externe weergave in of uit. Druk tegelijk op FN en een van deze toetsen. Raadpleeg de handleiding bij uw notebook voor meer informatie over mogelijke toetsencombinaties.
• Indien het geselecteerde videobeeld niet wordt getoond nadat de projector is opgestart en de juiste video-ingang is geselecteerd, controleer dan of het videobronapparaat is ingeschakeld en correct werkt. Controleer ook of de signaalkabels op de juiste manier zijn aangesloten.
• De ingebouwde luidspreker(s) wordt/worden gedempt wanneer de AUDIO OUT-stekker wordt aangesloten.
• Controleer de baud-ratio van uw computer op 9600 zodat u de projector kunt verbinden met gebruik van een geschikte RS-232-kabel.
16 Aansluitingen
Page 17

Bediening

De projector opstarten

1. Steek de stekker in het stopcontact. Schakel de schakelaar van het stopcontact in (waar aangesloten) De voedingsindicator op de projector licht oranje op zodra de stroom is ingeschakeld.
2. Druk op op de projector of op op de afstandsbediening om de projector te starten. De voedingsindicator knippert groen en blijft groen als de
projector is ingeschakeld.
Het opstarten duurt ongeveer 30 seconden. In de latere fase van het opstarten wordt het opstartlogo geprojecteerd.
Draai zo nodig aan de scherpstelring om de helderheid van het beeld aan te passen.
3. Als u de projector voor de eerste keer inschakelt, verschijnt de setupwizard om u te begeleiden bij de installatie van de projector. Als u dat al hebt gedaan, kunt u deze stap overslaan en doorgaan naar de volgende stap.
• Gebruik de pijltoetsen ( / / / ) op de projector of afstandsbediening om door de menu-items te schuiven.
• Gebruik OK om het geselecteerde menu-item te bevestigen.
Stap 1:
Geef Projectorpositie op.
Meer informatie over de projectorpositie vindt u op
Een locatie kiezen.
Stap 2:
Geef OSD Taal op.
Stap 3:
Geef Verticale keystone op.
17 Bediening
Page 18
Stap 4:
Geef Automatische ingang op.
Selecteer Aan als u wilt dat de projector altijd automatisch zoekt naar beschikbare signalen als de projector wordt ingeschakeld.
U hebt nu de eerste instelling voltooid.
4. Als u om een wachtwoord wordt gevraagd, drukt u op de pijlknoppen om een wachtwoord van zes cijfers in te voeren. Zie De wachtwoordfunctie gebruiken op pagina 20.
5. Schakel alle aangesloten apparatuur in.
6. De projector start het zoeken naar ingangssignalen. Het momenteel gescande ingangssignaal verschijnt. Als de projector geen goed signaal waarneemt, blijft het bericht 'Geen signaal' op het scherm staan totdat een ingangssignaal is gevonden.
U kunt ook op de knop SOURCE drukken om het gewenste ingangssignaal te selecteren. Zie
Schakelen tussen ingangssignalen op pagina 21.
• Gebruik de originele accessoires (bijv. netsnoer) apparaat om mogelijke gevaren, zoals elektrische schok en brand, te voorkomen.
• Als de projector nog warm is van de vorige sessie, blijft de ventilator ongeveer 90 seconden draaien voordat de lamp wordt ingeschakeld.
• De schermopnamen van de Setupwizard zijn uitsluitend als referentie bedoeld en kunnen verschillen van het eigenlijke ontwerp.
• Als de frequentie/resolutie van het ingangssignaal buiten het bereik van de projector valt, wordt het bericht “Buiten bereik” weergegeven op het achtergrondscherm. Selecteer een ingangssignaal dat compatibel is met de resolutie van de projector of stel het ingangssignaal op een lager niveau in. Zie Timingtabel op pagina 41.
• Als gedurende 3 minuten geen signaal is gedetecteerd, gaat de projector automatisch in de opslagmodus .
18 Bediening
Page 19

De menu's gebruiken

2
1
3
4
5
6
142
5
3
6
De projector beschikt over schermmenu's (OSD) waarin u verschillende aanpassingen en instellingen kunt opgeven.
De onderstaande OSD-schermopnamen zijn uitsluitend als referentie bedoeld en kunnen verschillen van het eigenlijke ontwerp.
Hieronder ziet u een overzicht van het OSD-menu.
Pictogram hoofdmenu
Hoofdmenu Status
Submenu
Om het OSD-menu te openen, drukt u op MENU op de projector of de afstandsbediening.
• Gebruik de pijltoetsen ( / ) op de projector of afstandsbediening om door de items in het hoofdmenu te schuiven.
• Gebruik de pijltoetsen ( / ) op de projector of afstandsbediening om door de items in het submenu te schuiven.
• Gebruik de pijltoetsen ( / ) op de projector of afstandsbediening om de instellingen aan te passen of druk op OK op de projector of afstandsbediening om het submenu te openen.
• Druk tweemaal* op MENU op de projector of op de afstandsbediening om het menu te sluiten en de instellingen op te slaan.
*Wanneer u eenmaal drukt, gaat u terug naar het hoofmenu en wanneer u tweemaal drukt, wordt het OSD-menu gesloten.
Huidig ingangssignaal
Druk op BACK om naar de vorige pagina te gaan of af te sluiten.

Firmware opwaarderen

1. Ga naar de website van BenQ en ga naar Product page >
Support > Software om het nieuwste firmware-bestand te
downloaden.
2. Pak het gedownloade bestand uit en sla het bestand met de naam
"update_signed.zip" op de USBs-stick op. (Het wordt aanbevolen om de USB-stick te gebruiken met FAT32-formaat)
3. Plaats de USB-stick in de USB 3.0-poort.
4. Ga naar het menu SYSTEEMSETUP: GEAVANCEERD >
Firmware-upgrade en druk op OK.
5. Klik op Ja om de firmware-versie bij te werken. Houd tijdens
het bijwerken de stroom ingeschakeld tot het bijwerken is voltooid.
19 Bediening
Page 20
6. Als dit bericht verschijnt, is de firmware-upgrade voltooid.

De projector beveiligen

Met een beveiligingskabelvergrendeling
De projector moet op een veilige plaats worden geïnstalleerd om diefstal te voorkomen. Koop anders een slot, zoals een Kensington-slot, om de projector te beveiligen. Op de achterkant van de projector kunt u een sleuf voor het Kensington-slot vinden. Zie item 9 op
pagina 8.
Een Kensington-slot met beveiligingskabel is doorgaans een combinatie van code(s) en slot. Raadpleeg de documentatie van het slot voor meer informatie over het gebruik.
De wachtwoordfunctie gebruiken
Een wachtwoord instellen
1. Ga naar het menu SYSTEEMINSTLL: Geavanceerd > Wachtwoord. Druk op OK. De pagina voor wachtwoordinstelling verschijnt.
2. Markeer Wachtwoord wijzigen en druk op OK.
3. De vier pijlknoppen ( , , , ) staan respectievelijk voor vier cijfers (1, 2, 3, 4). Gebruik de navigatietoetsen om een wachtwoord van zes cijfers in te voeren.
4. Bevestig het nieuwe wachtwoord door dit opnieuw in te voeren. Als het wachtwoord is ingesteld, keert het OSD-menu terug naar de pagina Wachtwoord.
5. Druk om de functie Inschakelblokkering te activeren op / om Inschakelblokkering te markeren en druk op / om Aan te selecteren. Voer het wachtwoord nogmaals in.
• de ingevoerde cijfers worden weergegeven als sterretjes op het scherm. Schrijf het door u gekozen wachtwoord voor of net nadat u het wachtwoord hebt ingevoerd en bewaar het op een veilige plek, zodat u het bij de hand hebt als u het mocht vergeten.
• Wanneer u een wachtwoord hebt ingesteld en de inschakelblokkering is geactiveerd, kan de projector alleen worden gebruikt als het wachtwoord bij elke start van de projector wordt ingevoerd.
Als u het wachtwoord bent vergeten
Als u het verkeerde wachtwoord invoert, verschijnt het foutbericht van het wachtwoord dat hier rechts wordt weergegeven. Hierna volgt het bericht Huidig Wachtwoord Invoeren. Als u het wachtwoord echt hebt vergeten, kunt u de herstelprocedure voor het wachtwoord gebruiken. Zie De procedure voor het oproepen van het
wachtwoord starten op pagina 20.
Wanneer u 5 keer achtereenvolgens een verkeerd wachtwoord invoert, wordt de projector na korte tijd automatisch uitgeschakeld.
De procedure voor het oproepen van het wachtwoord starten
1. Houd OK gedurende 3 seconden ingedrukt. De projector zal vervolgens een gecodeerd nummer weergeven op het scherm.
2. Schrijf het nummer op en schakel de projector uit.
3. Raadpleeg het servicecentrum van BenQ om het nummer te decoderen. U kunt worden gevraagd een bewijs van aankoop voor te leggen om te controleren of u een bevoegde gebruiker van de projector bent.
20 Bediening
Page 21
Het wachtwoord wijzigen
1. Ga naar het menu SYSTEEMINSTLL: Geavanceerd > Wachtwoord > Wachtwoord wijzigen.
2. Druk op OK. Het bericht “Huidig Wachtwoord Invoeren” verschijnt.
3. Voer het oude wachtwoord in.
• Als het wachtwoord juist is, verschijnt een ander bericht “Nieuw Wachtwoord Invoeren”
• Als het wachtwoord niet juist is, verschijnt het foutbericht voor het wachtwoord. Daarna verschijnt het bericht “Huidig Wachtwoord Invoeren” en kunt u het opnieuw proberen. U kunt op BACK drukken om de wijziging te annuleren of een ander wachtwoord proberen.
4. Voer een nieuw wachtwoord in.
5. Bevestig het nieuwe wachtwoord door dit opnieuw in te voeren.
De wachtwoordfunctie uitschakelen
Ga om de wachtwoordbescherming uit te schakelen naar het menu SYSTEEMINSTLL: Geavanceerd > Wachtwoord > Inschakelblokkering en druk op / om Uit te selecteren. Het bericht “Huidig Wachtwoord Invoeren” verschijnt. Voer het huidige wachtwoord in.
• Als het wachtwoord correct is, keert het OSD-menu terug naar de pagina voor wachtwoordinstelling. Wanneer u de projector de volgende keer inschakelt, hoeft u geen wachtwoord meer in te voeren.
• Als het wachtwoord niet juist is, verschijnt het foutbericht voor het wachtwoord. Daarna verschijnt het bericht “Huidig Wachtwoord Invoeren” en kunt u het opnieuw proberen. U kunt op BACK drukken om de wijziging te annuleren of een ander wachtwoord proberen.
Hoewel de wachtwoordfunctie is uitgeschakeld, dient u het oude wachtwoord bij de hand te houden voor het geval u de wachtwoordfunctie ooit weer opnieuw moet activeren door het oude wachtwoord in te voeren.

Schakelen tussen ingangssignalen

De projector kan tegelijkertijd op verschillende apparaten worden aangesloten. De beelden van deze apparaten kunnen echter niet tegelijkertijd op volledig scherm worden weergegeven. Wanneer u opstart, zoekt de projector automatisch de beschikbare signalen.
Zorg ervoor dat het menu SYSTEEMINSTLL: Basis > Automatische ingang is Aan als u wilt dat de projector automatisch naar signalen gaat zoeken.
De bron selecteren:
1. Druk op SOURCE. Er verschijnt een bronselectiebalk.
2. Druk op / tot het gewenste signaal is geselecteerd en druk op OK. Zodra het signaal is gevonden, wordt de informatie over de geselecteerde bron enkele seconden
weergegeven in de hoek van het scherm. Als er meerdere apparaten op de projector zijn aangesloten, herhaal dan stappen 1-2 om een ander signaal te zoeken.
• De helderheid van het geprojecteerde beeld verandert overeenkomstig wanneer u schakelt tussen de verschillende ingangssignalen.
• Voor de beste beeldresultaten moet u een ingangssignaal kiezen en gebruiken dat op de native resolutie van de projector uitvoert. Andere resoluties worden door de projector aangepast, afhankelijk van de instelling "Beeldverhouding". Dit kan enige beeldvervorming of verlies van beeldhelderheid veroorzaken. Zie
Beeldverhouding op pagina 28.
21 Bediening
Page 22

Een presentatie maken vanaf een Medialezer

Via de USB-poort op de projector kunt u door de beeld- en documentbestanden bladeren die zijn opgeslagen op een USB-flashstation dat op de projector is aangesloten. Op die manier wordt een computerbron mogelijk overbodig.
Ondersteunde bestandsindelingen
Video-indeling Audio-indeling Foto-indeling
• MPEG1
• MPEG1/2 Layer1
• JPEG Base-line
• MPEG4
• H.263
• Motion JPEG
• MPEG1/2 Layer2
• FLAC
• JPEG Progressive
• PNG non-interlace
• PNG interlace
• BMP
Bestanden weergeven
1. Steek een USB-flashstation in de MEDIALEZER-aansluiting van de projector.
2. Druk op SOURCE en selecteer Medialezer. De projector geeft de ingebouwde hoofdpagina van de medialezer weer.
3. Druk op /// om te selecteren en druk op OK om de submap te openen of een bestand weer te geven.
4. Druk nadat een bestand is weergegeven op OK om de functiebalk te openen. U kunt op / drukken om de functie te selecteren en op OK om het geselecteerde item uit te voeren.

De projector uitschakelen

1. Druk op op de projector of op op de afstandsbediening waarna een bevestigingsbericht
Verschijnen waarop u moet reageren. Wanneer u niet binnen enkele seconden reageert, verdwijnt het bericht.
2. Druk nogmaals op of . De voedingsindicator knippert oranje en de lamp wordt uitgeschakeld. De ventilatoren blijven nog ongeveer 90 seconden draaien zodat de projector kan afkoelen.
3. Zodra het afkoelen voltooid is, licht de voedingsindicator continu oranje op en stoppen de ventilatoren. Haal de stekker van het netsnoer uit het stopcontact.
• Om de lamp te beschermen, zal de projector niet op opdrachten reageren tijdens het afkoelen.
• Schakel de projector niet direct na het uitschakelen in, omdat een teveel aan warmte de levensduur van de lamp kan verkorten.
• De levensduur van de lamp zal verschillen, afhankelijk van de omgevingsomstandigheden en het gebruik.

Direct uitschakelen

De wisselstroomkabel kan meteen worden uitgetrokken nadat de projector is uitgeschakeld. Om de lamp te beschermen, wacht u ongeveer 10 minuten voordat u de projector opnieuw start. Als u probeert de projector opnieuw op te starten, kunnen de ventilatoren enkele minuten lopen om af te
koelen. Druk in dergelijke gevallen nogmaals op of om de projector te starten nadat de ventilatoren zijn gestopt en de voedingsindicator oranje wordt.
22 Bediening
Page 23

Menubediening

De OSD-menu's kunnen verschillen, afhankelijk van het geselecteerde signaaltype en het model projector dat u gebruikt.
De menuopties zijn beschikbaar wanneer de projector minstens één geldig signaal detecteert. Wanneer er geen apparatuur op de projector is aangesloten of als er geen signaal wordt gedetecteerd, zijn slechts beperkte menuopties beschikbaar.

Menu BEELD

De projector beschikt over verschillende vooraf gedefinieerde beeldmodi zodat u de modus kunt kiezen die het beste past bij uw gebruiksomgeving en het beeldtype van het ingangssignaal.
Helder: Maximaliseert de helderheid van het geprojecteerde beeld. Deze modus is geschikt voor omgevingen waar een uiterst hoge helderheid is vereist, zoals het gebruik van de projector in een goed verlichte kamer.
Vivid TV: Met goed verzadigde kleuren, een goed afgestemde scherpte en een hoger helderheidsniveau, is de modus Vivid TV perfect om films in een woonkamer te bekijken waar enig omgevingslicht voorkomt.
Beeldmodus
Bioscoop: Door aan te vullen met nauwkeurige kleuren en het grootste contrast bij lagere helderheidsniveaus, is de modus Bioscoop geschikt voor het bekijken van films in een omgeving met een beetje omgevingslicht zoals in een woonkamer.
D. bioscoop: Door aan te vullen met het 100% REC709 kleurengamma en het grootste contrast bij lagere helderheidsniveaus, is de modus D.Bioscoop geschikt voor het bekijken van films in een volledig duistere omgeving als in een bioscoop.
Gebruiker: Roept de aangepaste instellingen op, gebaseerd op de momenteel beschikbare beeldmodi. Zie Gebruikermodusbeheer op pagina 24.
ISF nacht: Alleen beschikbaar wanneer ISF is ingeschakeld.
ISF dag: Alleen beschikbaar wanneer ISF is ingeschakeld.
Stilte: Standaard verborgen. Wordt alleen weergegeven als Stilte is ingeschakeld in het menu WEERGAVE.
3D: Is geschikt voor het weergeven van 3D-beelden en 3D-videoclips.
Deze modus is alleen beschikbaar als de functie 3D is ingeschakeld.
HDR10: Levert effecten met een hoog dynamisch bereik met hogere helderheids­en kleurcontrasten. Deze modus is alleen beschikbaar als:
WEERGAVE > HDR: is ingesteld op Auto, en inhoud HDR10 is gedetecteerd.
HLG: Levert hybride lange gamma-effecten door een logaritmische curve toe te voegen met extra helderheid boven de top van het signaal. Deze modus is alleen beschikbaar als:
WEERGAVE > HDR: is ingesteld op Auto, en inhoud HLG is gedetecteerd.
23 Menubediening
Page 24
Gebruikermo dusbeheer
• Instelling laden van
Er is een door de gebruiker te definiëren modus als de momenteel beschikbare beeldkwaliteitstanden niet aan uw wensen voldoen. U kunt een van de beeldmodi als beginpunt gebruiken (behalve Gebruiker) en de instellingen aanpassen.
1. Ga naar BEELD > Beeldmodus.
2. Druk op / om Gebruiker te selecteren.
3. Druk op om Gebruikermodusbeheer te selecteren en druk op OK.
4. Druk op om Instelling laden van te selecteren en druk op OK.
5. Druk op om een beeldmodus te selecteren die het meeste op uw wensen aansluit.
6. Druk op om een submenu-item te selecteren met de items die u wilt veranderen en pas de waarde aan met / . De aanpassingen definiëren de geselecteerde gebruikersmodus.
• Naam van gebruikermodus wijzigen
U kunt Gebruiker wijzigen naar een naam als gemakkelijk geïdentificeerd of begrepen door de gebruikers van deze projector. De nieuwe naam mag tot 9 tekens bevatten, inclusief Engelse letters (A-Z, a-z), cijfers (0-9) en spatie (_).
1. Ga naar BEELD > Beeldmodus > Gebruiker.
2. Druk op om Gebruikermodusbeheer te selecteren en druk op OK.
3. Druk op om Naam van gebruikermodus wijzigen te selecteren en druk op OK.
4. Gebruik / / / en OK om de gewenste tekens in te voeren.
5. Druk op BACK wanneer u klaar bent om uw wijzigingen op te slaan en af te sluiten.
Hoe hoger de waarde, hoe helderder de afbeelding. Stel deze knop zo in, dat de
Helderheid
zwarte gedeelten van het beeld gewoon zwart worden weergegeven en dat er nog details zichtbaar zijn in de donkere gedeelten.
Hoe hoger de waarde, hoe groter het contrast. Gebruik deze optie om het
Contrast
maximale witniveau in te stellen nadat u eerder de Helderheid hebt ingesteld overeenkomstig de geselecteerde ingang en de omgeving.
Lagere instelling levert minder verzadigde kleuren op. Wanneer de instelling te
Kleur
hoog is, worden de kleuren op het beeld te fel, waardoor het beeld onrealistisch wordt.
Tint
Hoe hoger de waarde, hoe groener het beeld. Hoe lager de waarde, hoe roder het beeld.
Scherpte Hoe hoger de waarde, hoe scherper het beeld.
Gammaselectie
Geavanceerd
24 Menubediening
Gamma verwijst naar de relatie tussen invoerbronnen en beeldhelderheid. Kies een gewenste gammamodus uit 1,8/2,0/2,1/2,2/2,3/2,4/2,5/2,6/BenQ.
HDR-helderheid
De projecten kan de helderheidsniveaus van het beeld automatisch aanpassen aan de hand van de invoerbron. U kunt het helderheidsniveau ook handmatig selecteren voor een betere beeldkwaliteit. Met een hogere waarde wordt de afbeelding lichter, met een lagere waarde donkerder.
Page 25
Geavanceerd
ROOD
BLAUW
GROEN
Geel
Cyaan
Magenta
(vervolg)
Kleurtemperatuur
Voor de kleurtemperatuur zijn verschillende voorinstellingen beschikbaar. De beschikbare instellingen kunnen verschillen afhankelijk van het geselecteerde signaaltype.
Voorinstelling: Selecteer een kleurtemperatuur uit Normaal, Koel, Native lamp, of Warm.
U kunt ook een voorkeurs kleurtemperatuur instellen door de volgende opties aan te passen:
Rood effect/Groen effect/Blauw effect: Past de contrastniveaus aan van rood, groen en blauw.
Rode hoek/Groene hoek/Blauwe hoek: Past de helderheidsniveaus aan van rood, groen en blauw.
Kleurbeheer
Deze functie biedt zes reeksen (RGBCMY) kleuren die kunnen worden aangepast. Als u elke kleur selecteert kunt u onafhankelijk het bereik en verzadiging naar wens aanpassen.
Primaire kleur: Selecteert een kleur uit R (rood), G (groen), B (blauw), C (cyaan), M (magenta) of Y (geel).
Tint: Een grotere bereik zal kleuren bevatten met meer proporties van de twee aangrenzende kleuren. Raadpleeg de afbeelding voor de onderlinge relatie tussen de kleuren. Als u bijvoorbeeld Rood kiest en het bereik instelt op 0, wordt alleen puur rood in het geprojecteerde beeld geselecteerd. Het verhogen van het bereik neemt ook rood op dat dicht bij geel en dicht bij magenta ligt.
Verzadiging: Stelt de instellingen af naar uw voorkeur. Het effect van elke aanpassing is onmiddellijk zichtbaar in het beeld. Als u bijvoorbeeld Rood kiest en het bereik instelt op 0, wordt alleen de verzadiging van puur rood beïnvloed.
Verzadiging is de hoeveelheid van die kleur in een videobeeld. Lagere instellingen produceren minder verzadigde kleuren; een instelling van "0" verwijdert alle kleur uit het beeld. Als de verzadiging te hoog is, zal die kleur overweldigend en onrealistisch zijn.
Versterking: Stelt de instellingen af naar uw voorkeur. Het contrastniveau van de geselecteerde primaire kleur wordt beïnvloedt. Het effect van elke aanpassing is onmiddellijk zichtbaar in het beeld.
25 Menubediening
Page 26
CinemaMaster
Kleurverbetering: Hiermee kunt u de verzadiging van kleuren flexibeler verfijnd afstellen. Dit moduleert complexe kleuralgoritmen om verzamelde kleuren, fijne verlopen, tussentinten en subtiele pigmenten feilloos weer te geven.
Huidtint: Biedt een slimme afstelling van de tint om alleen de huidskleur van personen te kalibreren, zonder andere kleuren in het beeld aan te tasten. Dit voorkomt verkleuring van huidskleuren door het licht van de projectiestraal, waarbij elke huidskleur in zijn mooiste tint wordt weergegeven.
Pixel Enhancer 4K: Dit is een super-resolutie-technologie die Full HD radicaal verbetert op het gebied van kleur, contrast en textuur. Het is tevens een verbeteringstechnologie voor details die oppervlaktedetails verfijnt voor levensechte beelden die van het scherm lijken te springen. Gebruikers kunnen de niveaus van de scherpte en de detailverbetering aanpassen voor een optimale weergave.
Motion Enhancer 4K: U kunt deze functie gebruiken om snel bewegende video’s soepel te laten verlopen door opvolgende beelden te vergelijken en daartussen een tussenbeeld te plaatsen.
Geavanceerd (vervolg)
Ruisonderdrukking
Onderdrukt elektrische beeldruis als veroorzaakt door verschillende mediaspelers.
Dynamische iris
Verandert het zwartniveau van het geprojecteerde beeld om het effect van de contrastverhouding te verbeteren.
Brilliant Color
Deze functie maakt gebruik van een nieuw kleurverwerkingsalgoritme en systeemniveauverbeteringen voor een hogere helderheid terwijl de kleuren natuurgetrouwer en levendiger in beeld komen. Het verhoogt de helderheid van de middentonen met meer dan 50%. Middentonen komen veel voor in video's en natuuropnamen, zodat de projector de beelden realistisch en in ware kleuren weergeeft.
Brede kleurengamma
Aangevuld met het DCI-P3 kleurengamma en het grootste contrast bij lagere helderheidsniveaus om 4K HDR-films weer te geven.
Lichtmodus
Selecteert een geschikt vermogen voor de lamp uit de aangeboden modi. Zie De
levensduur van de lamp verlengen op pagina 33.
Huidige beeldmodus resetten
26 Menubediening
Alle aanpassingen die u hebt uitgevoerd in het menu Beeldmodus worden opnieuw ingesteld naar de fabriekswaarden.
Page 27

Menu WEERGAVE

Verbergt de slechte beeldkwaliteit in de vier randen.
Overscanaanp assing
3D
HDR
Hoe groter de waarde is, des te groter deel van het beeld verborgenwordt terwijl het scherm gevuld blijft en geometrisch accuraat is. Instelling 0 betekent dat het beeld voor 100 % wordt weergegeven.
Deze projector beschikt over een 3D-functie waarmee u 3D-films, video's en sportevenementen op een realistischere manier kunt bekijken door de diepte van de beelden weer te geven. U moet een 3D-bril dragen om 3D-beelden te kunnen bekijken.
3D-modus: De standaardinstelling is Auto en de projector kiest automatisch een geschikte 3D-indeling zodra 3D-inhoud gedetecteerd wordt. Als de projector de 3D-indeling niet herkent, kiest u handmatig een 3D-modus volgens uw voorkeur.
3D sync omkeren: Als het 3D-beeld vervormd is, schakelt u deze functie in door te wisselen tussen het beeld voor het linkeroog en het rechteroog voor een comfortabeler 3D-kijkervaring.
De projector ondersteunt HDR beeldbronnen. Hij kan automatisch het dynamische bereik detecteren van de bron voor SDR of HDR10 of HLG, en instellingen optimaliseren om de inhoud met een groter dynamisch bereik te reproduceren. De Beeldmodus kan echter niet worden aangepast na omschakelen naar HDR.
Stilte
Minimaliseert het akoestische geluid. Dit is geschikt bij het kijken naar films waarvoor een ultrastille omgeving nodig is zodat u niet wordt gestoord door het geluid van de projector. Als deze modus gebruikt wordt, veranderen de volgende menufuncties automatisch naar de aangegeven instellingen en worden ze grijs.
• Uit: Om XPR in te schakelen (de beeldresolutie wordt 3840 x 2160.)
• Aan: Om XPR uit te schakelen (de beeldresolutie wordt 1920 x 1080.)
27 Menubediening
Page 28

Menu INSTALLATIE

15:9-beeld
4:3-beeld
16:9-beeld
Projectorposit ie
Automatische keystone
Testpatroon
Beeldverhoud ing
U kunt de projector aan het plafond of achter een scherm installeren, of met een of meerdere spiegels.
Zie Een locatie kiezen op pagina 11.
Corrigeert automatisch alle trapeziumvervorming van het beeld.
Past de beeldgrootte en de focus aan zodat het geprojecteerde beeld niet vervormd is.
Er zijn verschillende opties om de beeldverhouding van het beeld in te stellen afhankelijk van de bron van het ingangssignaal.
Auto: schaalt een beeld verhoudingsgewijs volgens de oorspronkelijke resolutie van de projector in horizontale of verticale breedte.
4:3: Past het beeld zodanig aan dat het in het midden van het scherm wordt weergegeven in een beeldverhouding van 4:3.
12V-trigger
Hoogtemodus
16:9: Past het beeld zodanig aan dat het in het midden van het scherm wordt weergegeven in een beeldverhouding van 16:9.
Er zijn twee 12V-triggers die onafhankelijk van elkaar werken aan de hand van uw behoefte aan installatie-scenario’s.
Aan: Als dit wordt geselecteerd, stuurt de projector een elektronisch signaal bij het inschakelen.
Uit: Als dit wordt geselecteerd, stuurt de projector geen elektronisch signaal bij het inschakelen.
We raden u aan Hoogtemodus te gebruiken wanneer uw omgeving tussen 1500 meter tot 3000 meter boven zeeniveau ligt, met een omgevingstemperatuur tussen 0 en 30 °C.
Het gebruik onder "Hoogtemodus" kan een hoger bedrijfsgeluid van meer decibels veroorzaken vanwege de hogere ventilatorsnelheid die nodig is om de algemene koeling en prestaties van het systeem te verbeteren.
Als u deze projector in andere extreme omstandigheden dan de bovenstaande gebruikt, wordt het apparaat mogelijk automatisch uitgeschakeld om te voorkomen dat de projector oververhit geraakt. Selecteer in dergelijke gevallen de hoogtemodus om deze symptomen te verhelpen. Dit betekent echter niet dat de projector in alle ruwe of extreme omstandigheden kan worden gebruikt.
• Gebruik Hoogtemodus niet als de hoogte tussen 0 en 1500 meter is, met een omgevingstemperatuur tussen 0 en 35°C. De projector zal dan te veel afkoelen als u de modus inschakelt in dergelijke omstandigheden.
28 Menubediening
Page 29

Menu SYSTEEMINSTLL: Basis

Taal Stelt de taal in voor de OSD-menu's (On-Screen Display).
OpstartschermHiermee selecteert u het logoscherm dat wordt weergegeven bij het opstarten van
de projector.
Automatisch uit
Direct inschakelen
Menu-instellin gen
Ingangnaam wijzigen
Automatische ingang
Geluid
Hiermee wordt de projector automatisch uitgeschakeld als gedurende een ingestelde periode geen ingangssignaal wordt gedetecteerd, zodat de levensduur van de lamp niet onnodig wordt verbruikt.
Hiermee schakelt de projector automatisch in zodra stroom door het netsnoer vloeit.
Menupositie: Hiermee stelt u de positie van het OSD-menu in.
Weergaveduur menu: Bepaalt hoe lang het OSD-menu op het scherm blijft nadat u de laatste knop hebt ingedrukt.
Herinnering: Zet de herinneringen aan of uit.
Hernoem de huidige ingangsbron naar uw gewenste naam. Gebruik op de pagina Ingangnaam wijzigen /// OK om de gewenste
tekens in te stellen voor de aangesloten bron. Druk op BACK wanneer u klaar bent om uw wijzigingen op te slaan en af te sluiten.
Hiermee kan de projector automatisch naar een signaal zoeken.
Geluidmodus:
Effectmodus: Deze functie maakt gebruik van de MaxxAudio-technologie voor geluidsverbetering, waarin de Wave-algoritmen zijn opgenomen voor het leveren van geweldige effecten bij bassen en hoge tonen, en om u te voorzien van een indringende geluidservaring als in de bioscoop. De volgende vooraf ingestelde geluidsmodi zijn voorzien: Standaard, Bioscoop, Muziek, Game, Sport en Gebruiker. Met de modus Gebruiker kunt u de geluidsinstellingen personaliseren. Als u de modus Gebruiker selecteert, kunt u handmatige aanpassingen maken met de functie Gebruiker-EQ. Als de functie Geluid uit is geactiveerd en u Geluidmodus aanpast, wordt de functie
Geluid uit uitgeschakeld.
Gebruiker-EQ: Selecteer de gewenste frequentiebanden (100 Hz, 300 Hz,1k Hz, 3k Hz en 10k Hz) om de niveaus aan te passen volgens uw voorkeur. De hier opgegeven instellingen definiëren de modus Gebruiker.
Geluid uit: Schakelt het geluid tijdelijk uit.
Volume: Regelt het volume.
S/PDIF: S/PDIF in- of uitschakelen.
L/R-schakelaar: Het linker en rechter audiokanaal verwisselen.
Beltoon aan/uit: Schakelt de beltoon in of uit als de projector bezig is met opstarten of afsluiten.
De enige manier om Beltoon aan/uit te veranderen is door hier Aan of Uit te kiezen. Het geluid dempen of het geluidsniveau veranderen heeft geen effect op Beltoon aan/uit.
Audio-instellingen resetten: Alle aanpassingen die u hebt uitgevoerd in het menu Geluid worden opnieuw ingesteld naar de fabriekswaarden.
29 Menubediening
Page 30

Menu SYSTEEMINSTLL: Geavanceerd

Lampinstellin gen
HDMI-instelli ngen
Lamptimer herstellen: Zie De lamptimer opnieuw instellen op nul op pagina
36.
Lamptimer: Zie Het aantal lampuren kennen op pagina 32.
• Hdmi-formaat
Selecteert een geschikt kleurformaat voor het optimaliseren van de weergavekwaliteit.
Auto: Selecteert automatisch een geschikte kleurenruimte en grijsniveau voor het binnenkomende HDMI-signaal.
RGB beperkt: Gebruikt het beperkte RGB-bereik 16-235.
RGB volledig: Gebruikt het volledige RGB-bereik 0-255.
YUV beperkt: Gebruikt het beperkte YUV-bereik 16-235.
YUV volledig: Gebruikt het volledige YUV-bereik 0-255.
• Hdmi-equalizer
Past de versterkingsinstellingen van de equalizer aan voor een HDMI-signaal. Hoe hoger de instelling, des te hoger de versterkingswaarde. In geval van meerdere HDMI-poorten op de projector, selecteert u eerst de HDMI-poort voordat u de waarde aanpast.
• HDMI EDID
Wissel HDMI EDID tussen HDMI 1.4 en HDMI 2.0 om compatibiliteitsproblemen op te losen met bepaalde oudere spelers.
Verbeterd: De modus Verbeterd kan wisselen naar HDMI 2.0 EDID.
Standaard: De modus Standaard kan wisselen naar HDMI 1.4 EDID.
• Audio retour (HDMI-1)
Schakel de functie Audio retour in of uit, deze wordt alleen ondersteund door HDMI-1.
Aan: Schakel Audio retour in om geluid door de luidspreker te laten klinken. Als u een ARC (Audio Return Channel) compatibele luidspreker via een HDMI-kabel met de projector verbindt, kan het geluid vanaf de projector uit deze luidspreker klinken.
Uit: De functie Audio retour uitschakelen.
Wachtwoord Zie De wachtwoordfunctie gebruiken op pagina 20.
Als de besturingstoetsen op de projector en de afstandsbediening geblokkeerd zijn, kunnen de instellingen van de projector niet per ongeluk worden veranderd (bijvoorbeeld door kinderen). Als de Toetsblokkering is ingeschakeld,
functioneert geen enkele toets op de projector, behalve de Aan/uit-knop.
Toetsblokkeri ng
LED-indicator
Om de paneeltoetsblokkering vrij te geven, houdt u (rechtertoets) op de projector of afstandsbediening 3 seconden ingedrukt
Als u de projector uitschakelt zonder de paneeltoetsblokkering op te heffen, zijn de paneeltoetsen van de projector nog steeds geblokkeerd als de projector weer wordt ingeschakeld.
U kunt de LED-waarschuwingslampjes uitschakelen. Daarmee voorkomt u lichtverstoring bij het bekijken van beelden in een donkere ruimte.
30 Menubediening
Page 31
Instellingen herstellen
ISF
Zet alle instellingen terug naar de fabrieksinstellingen.
De volgende instellingen blijven behouden: Beeldmodus, Gebruikermodusbeheer,
Helderheid, Contrast, Kleur, Tint, Scherpte, Geavanceerd, Projectorpositie, Geluid, Ingangnaam wijzigen en Wachtwoord.
Het menu ISF-kalibratie is met een wachtwoord beveiligd en alleen toegankelijk voor geautoriseerde ISF-kalibreerders. De ISF (Imaging Science Foundation) heeft zorgvuldig vormgegeven en door de branche erkende normen ontwikkeld voor optimale videoprestaties en heeft een trainingsprogramma ingevoerd voor technici en installateurs die deze normen kunnen gebruiken voor het verkrijgen van een optimale beeldkwaliteit van videoschermen van BenQ. Daarom raden we aan om de instelling en kalibratie te laten uitvoeren door een ISF-gecertificeerde installatietechnicus.
Ga voor meer informatie naar www.imagingscience.com of neem contact op met de verkoper van de projector.
Firmware-upg
Werkt de firmwareversie bij.
rade

Menu INFORMATIE

Ingang: Toont de huidige signaalbron.
BeeldmodusToont de geselecteerde modus in het menu BEELD.
Resolutie: Toont de native resolutie van het ingangssignaal.
Kleursysteem: Toont de indeling van het invoersysteem.
INFORMATIE
Kleurengamma: Als HDR10 is ingeschakeld, wordt ingeschakeld Kleurengamma weergegeven. Als HLG is ingeschakeld, wordt BT. 2020.
Gebruiksduur lamp: Toont het aantal uren dat de lamp is gebruikt.
3D-formaat: Toont de actuele 3D-modus.
Firmware-versie: Toont de firmware-versie van de projector.
Servicecode: Geeft het serienummer van de projector weer.
31 Menubediening
Page 32

Onderhoud

Onderhoud van de projector

De lens reinigen
Reinig de lens als u vuil of stof op het oppervlak opmerkt. Zorg ervoor dat de projector is uitgeschakeld en volledig afgekoeld voordat u de lens schoonmaakt.
• Verwijder stof met een fles met perslucht.
• Bij vuil of vlekken gebruikt u papier voor het reinigen van cameralenzen of bevochtigt u een zachte doek met reinigingsvloeistof voor cameralenzen en veegt u het oppervlak van de lens voorzichtig schoon.
• Gebruik nooit schurende doekjes, alkaline-/zuurhoudende reinigingsproducten, schuurpoeder of vluchtige oplosmiddelen, zoals alcohol, benzeen, thinner of insecticiden. Wanneer u dergelijke materialen gebruikt of als het product langdurig in contact is met rubber of vinyl materialen, kan dit schade veroorzaken aan het projectoroppervlak en het materiaal van de behuizing.
De projectorbehuizing reinigen
Schakel de projector op de correcte manier uit zoals beschreven in De projector uitschakelen op pagina
22 en trek de stekker van het netsnoer uit het stopcontact voordat u de behuizing reinigt.
• Verwijder vuil of stof met een zachte, vezelvrije doek.
• Voor het verwijderen van hardnekkige vlekken gebruikt u een zachte doek, bevochtigd met water en een neutraal schoonmaakmiddel. Veeg vervolgens de behuizing schoon.
Gebruik nooit was, alcohol, benzeen, thinner of andere chemische schoonmaakmiddelen. Hierdoor kan de behuizing beschadigd raken.
De projector opbergen
Volg de aanwijzingen hieronder als u de projector langere tijd wilt opbergen:
• Controleer of de temperatuur en de luchtvochtigheid van de opslagruimte binnen het aanbevolen bereik voor de projector vallen. Zie Specificaties op pagina 39 of neem contact op met uw leverancier voor het bereik.
• Schuif de verstelvoetjes in.
• Haal de batterij uit de afstandsbediening.
• Verpak de projector in de oorspronkelijke of een soortgelijke verpakking.
De projector vervoeren
Het is aanbevolen de projector in de oorspronkelijke of een soortgelijke verpakking te verzenden.

Informatie over de lamp

Het aantal lampuren kennen
De gebruiksduur van de lamp (lampuren) wordt automatisch berekend door de ingebouwde timer wanneer de projector wordt gebruikt. De equivalente gebruiksduur wordt als volgt berekend:
1. Gebruiksduur lamp = (x+y+z) uur, als
Tijd gebruikt in de modus Normaal = x uur Tijd gebruikt in de Eco mode = y uur Tijd gebruikt in SmartEco mode = z uur
32 Onderhoud
Page 33
2. Equivalent lampuren = uur
ө
өːʳʳʳʳʳʳx X+ xY+ xZʳʳ
A’X A’
A’
Y Z
, als X= specificatie levensduur lamp van modus Normaal Y= specificatie levensduur lamp van Eco modus Z= specificatie levensduur lamp van SmartEco Mode A' is de langste specificatie voor de levensduur lamp onder X, Y, Z
Voor Tijd gebruikt in elke lampmodus weergegeven in het OSD-menu:
- Tijd gebruikt wordt opgeteld en naar beneden afgerond naar een geheel getal in Uren
- Als tijd gebruikt minder dan 1 uur is, wordt 0 uur weergegeven. Als u Equivalent lampuren handmatig bewerken, wijkt dit waarschijnlijk af van de waarde in het OSD-menu omdat
het projectorsysteem de Tijd gebruikt voor elke lampmodus berekent in "Minuten afgerond naar een heel getal in uren dat in het OSD-menu wordt weergegeven.
.
" en deze vervolgens naar beneden
Informatie over het aantal lampuren verkrijgen:
1. Ga naar het menu SYSTEEMINSTLL: Geavanceerd > Lampinstellingen en druk op OK. De pagina Lampinstellingen verschijnt.
2. Druk op om Lamptimer te selecteren en druk op OK. De Lamptimer-informatie verschijnt.
U kunt lampinformatie ook zien in het menu INFORMATIE.
De levensduur van de lamp verlengen
• De instellen Lichtmodus
Ga naar het menu BEELD > Geavanceerd > Lichtmodus en selecteer een geschikt vermogen voor de lamp uit de aangeboden modi.
Als u de projector in de modus Economisch of SmartEco instelt, wordt de levensduur van de lamp verlengd.
Lampmodus Beschrijving
Normaal Biedt volledige lamphelderheid
Economisch
SmartEco
Verlaagt de helderheid om de levensduur van de lamp te verlengen en het geluid van de ventilator te verminderen
Past het lampvermogen automatisch aan afhankelijk van het helderheidsniveau van de inhoud terwijl de weergavekwaliteit geoptimaliseerd wordt.
• Instelling Automatisch uit
Via deze functie wordt de projector automatisch uitgeschakeld als er gedurende een ingestelde periode geen ingangssignaal wordt gedetecteerd, zodat de levensduur van de lamp niet onnodig wordt verbruikt.
Ga om Automatisch uit in te stellen naar het menu SYSTEEMINSTLL: Basis > Automatisch uit en druk op / .
De timing van de lampvervanging
Als de Lamp indicator oplicht of een bericht verschijnt dat het tijd wordt om de band te vervangen, neem dan contact op met uw verkoper of ga naar http://www.BenQ.com voordat u een nieuwe lamp installeert. Een oude lamp kan storing in de projector veroorzaken. In sommige gevallen kan de lamp ontploffen.
• De helderheid van het geprojecteerde beeld is afhankelijk van het omgevingslicht en de instellingen voor contrast en helderheid van de geselecteerde ingangssignaal, én van de afstand tot het scherm.
• De helderheid van de lamp neemt na verloop van tijd af en kan verschillen volgens de specificaties van de fabrikant. Dit is normaal en verwachte gedrag.
• Het LAMP-indicatorlichtje en het TEMP-waarschuwingslampje gaan branden als de lamp te heet wordt. Zet de stroom uit en laat de projector 45 minuten afkoelen. Wanneer deze waarschuwingslampjes nog steeds branden nadat de stroom weer is ingeschakeld, dient u contact op te nemen met uw leverancier. Zie Indicators
op pagina 37.
33 Onderhoud
Page 34
De volgende lampwaarschuwingen worden weergegeven om u eraan te herinneren dat u de lamp dient te vervangen.
Installeer een nieuwe lamp voor optimale prestaties. Druk op
OK om het bericht te negeren.
Het wordt ten zeerste aanbevolen dat u de lamp vervangt. De lamp is een verbruiksartikel. De helderheid van de lamp vermindert na verloop van tijd. Dit is normaal voor een dergelijke lamp. U kunt de lamp vervangen als de helderheid aanzienlijk is afgenomen. Druk op
OK om het bericht te negeren.
"XXXX" hangt in de voornoemde meldingen af van de verschillende modellen.
De lamp vervangen
• Om het risico van een elektrische schok te vermijden, dient u altijd de projector uit te schakelen en de stekker van het netsnoer uit het stopcontact te verwijderen voordat u de lamp vervangt.
• Om de kans op brandwonden te verkleinen, dient u de projector gedurende ten minste 45 minuten te laten afkoelen voordat u de lamp vervangt.
• Om de kans op verwondingen aan vingers of schade aan onderdelen binnen in de projector te verkleinen, dient u voorzichtig te werk te gaan wanneer u lampglas verwijdert dat in scherpe stukjes uit elkaar is gespat.
• Om de kans op verwondingen aan vingers en/of een slechtere beeldkwaliteit door aanraking van de lens te verkleinen, mag u uw hand niet in de lege kast steken nadat de lamp is verwijderd.
• Deze lamp bevat kwik. Gooi deze lamp bij het klein chemisch afval overeenkomstig de toepasselijke lokale regelgeving.
• Wij raden u aan een goedgekeurde projectorlamp aan te schaffen als vervanging om de optimale prestaties van de projector te verzekeren.
• Als de lamp wordt vervangen terwijl de projector ondersteboven hangt, moet u controleren of er niemand onder de lampsok staat om het risico op letsels of oogbeschadiging, veroorzaakt door de gebroken lamp, te voorkomen.
• Zorg voor een goede ventilatie bij het verwerken van beschadigde lampen. We raden het gebruik aan van een beademingssysteem, een veiligheidsbril of een gezichtsscherm en om beschermende kleding te dragen zoals handschoenen.
De lamp MOET worden vervangen voordat de projector opnieuw normaal kan functioneren. Druk op
OK om het bericht te negeren.
1. Schakel de voeding uit en koppel de projector los van het stopcontact. Als de lamp heet is, laat u de lamp eerst ongeveer 45 minuten afkoelen om brandwonden te voorkomen.
34 Onderhoud
Page 35
2. Draai de schroef of schroeven los waarmee de lampklep op de zijkant van de projector is vastgezet totdat de klep los komt.
3. Verwijder het deksel.
• Schakel de stroom niet in wanneer het deksel van de lamp geopend is.
• Steek uw vingers niet tussen lamp en de projector. De scherpe randen in de projector kunnen letsel veroorzaken.
4. Verwijder de veiligheidsbeugel.
5. Koppel de lampaansluiting los.
5
4
6. Maak de schroeven los waarmee de lamp is bevestigd.
7. Til de handgreep op zodat deze rechtop staat.
8. Trek met de handgreep de lamp langzaam uit de projector.
• Als u te snel trekt, kan de lamp breken waardoor glasscherven in de projector terecht kunnen komen.
• Plaats de lamp niet binnen het bereik van kinderen of in de buurt van vloeistoffen en ontvlambare materialen.
• Steek uw handen niet in de projector nadat de lamp is verwijderd. De scherpe randen in de projector kunnen letsels veroorzaken. Als u de optische onderdelen in de projector aanraakt, kan dat ongelijke kleurweergave en een vervormde projectie veroorzaken.
9. Plaats de lampaansluiting.
6
7
35 Onderhoud
Page 36
10. Draai de schroeven van de lamp weer vast.
11
10
13
12
11. Zorg dat de handgreep volledig vlak ligt en stevig op zijn plaats zit.
• Een losse schroef kan tot een slechte verbinding leiden, met storingen tot gevolg.
• Draai de schroef niet te vast.
12. Sluit de lampaansluiting aan.
13. Plaats de veiligheidsbeugel weer terug op de bovenkant.
14. Plaats het lampdeksel terug.
15. Maak de schroef waarmee de lampafdekking is bevestigd, vast.
• Een losse schroef kan tot een slechte verbinding leiden, met storingen tot gevolg.
• Draai de schroef niet te vast.
16. Sluit de stroomkabel aan en start de projector.
De lamptimer opnieuw instellen op nul
17. Open het OSD-menu nadat het startlogo is verschenen. Ga naar het menu SYSTEEMINSTLL: Geavanceerd > Lampinstellingen en druk op OK. De pagina Lampinstellingen verschijnt. Markeer Lamptimer herstellen en druk op OK. Er verschijnt een waarschuwingsbericht waarin u wordt gevraagd de lamptimer te herstellen. Markeer Reset en druk op OK. De lamptijd wordt opnieuw ingesteld op "0".
Stel de gebruiksduur van de lamp niet in op nul wanneer de lamp niet is vervangen. Wanneer u dat wel doet, kan dit schade veroorzaken.
36 Onderhoud
Page 37
Indicators
Lampje
Status & beschrijving
Systeemgebeurtenissen
Systeem is in stand-bymodus
Systeem schakelt in
Systeem werkt normaal
Systeem koelt af
Downloaden
Starten kleurenwiel mislukt
Resetten schaler mislukt
Einde levensduur lamp
Lampklep niet gesloten
Inbrandgebeurtenissen
Inbranden aan
: Uit
Inbranden uit
Lampgebeurtenissen
Fout in lamp bij normaal gebruik
Lamp is niet aan
Thermische gebeurtenissen
Fout ventilator 1 (de werkelijke ventilatorsnelheid ligt buiten de gewenste snelheid) Fout ventilator 2 (de werkelijke ventilatorsnelheid ligt buiten de gewenste snelheid) Fout ventilator 3 (de werkelijke ventilatorsnelheid ligt buiten de gewenste snelheid) Fout ventilator 4 (de werkelijke ventilatorsnelheid ligt buiten de gewenste snelheid)
Fout temperatuur 1 (over temperatuurlimiet)
: Oranje AAN : Groen AAN : Rood AAN
: Oranje knipperend : Groen knipperend : Rood knipperend
37 Onderhoud
Page 38

Problemen oplossen

U kunt de projector niet inschakelen.
Oorzaak Oplossing
Het netsnoer levert geen stroom.
Poging om projector opnieuw in te schakelen tijdens het afkoelen.
Geen beeld
Oorzaak Oplossing
Stop het ene uiteinde van het netsnoer in de wisselstroomingang op de projector en het andere uiteinde in het stopcontact. Controleer of het stopcontact is ingeschakeld (indien van toepassing).
Wacht tot de projector volledig is afgekoeld.
De videobron is niet ingeschakeld of niet correct aangesloten.
De projector is niet correct aangesloten op het apparaat van het ingangssignaal.
Het ingangssignaal is verkeerd geselecteerd.
De lensklep is nog gesloten. Open de lensklep.
Onscherp beeld
Oorzaak Oplossing
De projectielens is niet correct scherpgesteld. Pas de scherpstelling van de lens aan met de focusring. De projector en het scherm zijn niet correct
uitgelijnd. De lensklep is nog gesloten. Open de lensklep.
De afstandsbediening werkt niet.
Oorzaak Oplossing
De batterijen zijn leeg. Vervang beide batterijen door nieuwe. Er bevindt zich een voorwerp tussen de
afstandsbediening en de projector.
U bevindt zich te ver van de projector.
Schakel de videobron in en controleer of de signaalkabel correct is aangesloten.
Controleer de aansluiting.
Kies het juiste ingangssignaal met de knop SOURCE op de afstandsbediening.
Pas de projectiehoek, -richting en -hoogte van de projector aan indien nodig.
Verwijder het voorwerp.
Ga niet verder dan 8 meter (26 voet) van de projector staan.
Het wachtwoord is onjuist.
Oorzaak Oplossing
U bent het wachtwoord vergeten.
38 Problemen oplossen
Zie De procedure voor het oproepen van het wachtwoord
starten op pagina 20.
Page 39

Specificaties

Projectorspecificaties

Alle specificaties kunnen zonder voorafgaand bericht worden gewijzigd.
Optische specificaties
Resolutie
3840 x 2160 met XPR 1920 x 1080 zonder XPR
Weergavesysteem
1-CHIP DMD
Lens
F = 1,9 ~ 2,47, f = 12 ~ 15,6 mm
Scherpstelbereik
1,2 m ~ 5,1 m bij groothoek, 1,3 m ~ 4,9 m bij tele
Lamp
245 W-lamp
Zoomfactor
1,3X
Elektrische specificaties
Stroomtoevoer
AC100–240V, 3,4 A, 50-60 Hz (Automatisch)
Stroomverbruik
350 W (max); 0,5 W (stand-by)
Mechanische specificaties
Gewicht
4,2 Kg +
100 g (9,3 lbs + 0,22 lbs)
Uitgangen
Luidspreker
5 watt x 2
Audiosignaaluitgang
Pc-audio-aansluiting x 1 Audiosignaaluitgang
12 V DC x 1: Trigger voor schermbediening
Seriële besturing via RS-232
9-pins x 1
IR-ontvanger x 2
Ingangen
Videosignaalingang
HDMI (2.0b, HDCP 2.2) x 2
Omgevingsvereisten
Bedrijfstemperatuur
0°C–40°C op zeeniveau
Relatieve vochtigheid in bedrijf
10%-90% (zonder condensatie)
Bedrijfshoogte
0-1.499 m bij 0°C-35°C 1500–3000 m op 0°C–30°C (met Hoogtemodus ingeschakeld)
Opslagtemperatuur
-20°C–60°C op zeeniveau
Vochtigheid opslag
10%–90% RH (zonder condensatie)
Hoogte opslag
30°Cbij 0~12.200 m boven zeeniveau
Vervoeren
Originele verpakking of gelijksoortig wordt aanbevolen
Bezig met repareren.
Ga naar de volgende website en kies uw land om het venster voor onderhoudscontacten te openen. http://www.benq.com/welcome
Besturing
USB
Type-A (USB 3.0) x 1: Media lezer/station, Firmware download (5 V 1,5 A) Type-A (USB 2.0) x 1: Voeding (5 V, 2,5 A) Mini-B x 1
39 Specificaties
Page 40

Afmetingen

Eenheid: mm
380
127
263
380 mm (W) x 127 mm (H) x 263 mm (D)
40 Specificaties
Page 41

Timingtabel

Ondersteunde timing voor HDMI (HDCP)-invoer
• PC timings
Verticale
Resolutie Modus
frequentie
(Hz)
VGA_60 59,940 31,469 25,175
640 x 480
720 x 400 720 x 400_70 70,087 31,469 28,3221
800 x 600
1024 x 768
1152 x 864 1152 x 864_75 75 67,5 108
1024 x 576@60Hz
1024 x 600@65Hz
1280 x 720 1280 x 720_60 60 45,000 74,250 V V 1280 x 768 1280 x 768_60 59,870 47,776 79,5 V V
1280 x 800
1280 x 1024
1280 x 960
1360 x 768 1360 x 768_60 60,015 47,712 85,500 V V 1440 x 900 WXGA+_60 59,887 55,935 106,500 V V
1400 x 1050 SXGA+_60 59,978 65,317 121,750 V V 1600 x 1200 UXGA 60,000 75,000 162,000 V V
1680 x 1050 1680 x 1050_60 59,954 65,290 146,250 V V 640 x 480@67Hz MAC13 66,667 35,000 30,240 832 x 624@75Hz MAC16 74,546 49,722 57,280
1024 x 768@75Hz MAC19 75,020 60,241 80,000 1152 x 870@75Hz MAC21 75,06 68,68 100,00
1920 x 1080@60Hz 1920 x 1080_60 60 67,5 148,5 V V
1920 x 1200@60Hz
3840 x 2160
3840 x 2160
VGA_72 72,809 37,861 31,500 VGA_75 75,000 37,500 31,500 VGA_85 85,008 43,269 36,000
SVGA_60 60,317 37,879 40,000 SVGA_72 72,188 48,077 50,000 SVGA_75 75,000 46,875 49,500 SVGA_85 85,061 53,674 56,250
SVGA_120
(Vermindert knipperen)
XGA_60 60,004 48,363 65,000 V V XGA_70 70,069 56,476 75,000 XGA_75 75,029 60,023 78,750 XGA_85 84,997 68,667 94,500
XGA_120 (Vermindert
knipperen)
BenQ timing voor
notebook
BenQ timing voor
notebook
WXGA_60 59,810 49,702 83,500 V V WXGA_75 74,934 62,795 106,500 WXGA_85 84,880 71,554 122,500
WXGA_120
(Vermindert knipperen)
SXGA_60 60,020 63,981 108,000 V V SXGA_75 75,025 79,976 135,000
SXGA_85 85,024 91,146 157,500 1280 x 960_60 60,000 60,000 108 V V 1280 x 960_85 85,002 85,938 148,500
1920 x 1200_60
(Verduisteren
verminderen)
3840 x 2160_30
Voor 4K2K-model
3840 x 2160_60
Voor 4K2K-model
(Alleen ondersteuning
voor HDMI 2.0)
119,854 77,425 83,000
119,989 97,551 115,5
60,00 35,820 46,996
64,995 41,467 51,419
119,909 101,563 146,25
59,95 74,038 154 V V
30 67,5 297
60 135 594
Horizontale
frequentie
(kHz)
Pixelfrequentie
(MHz)
Ondersteunde
3D-formaten
Boven-onder Side-by-side
41 Specificaties
Page 42
De timings die bovenaan worden weergegeven, worden mogelijk niet ondersteund vanwege beperkingen van het EDID-bestand en de grafische VGA-kaart. Het is mogelijk dat sommige timings niet kunnen worden gekozen.
• Video timings
Horizontale
Timing Resolutie
frequentie
(kHz)
480i 720 (1440) x 480 15,73 59,94 27
480p 720 x 480 31,47 59,94 27
576i 720 (1440) x 576 15,63 50 27
576p 720 x 576 31,25 50 27 720/50p 1280 x 720 37,5 50 74,25 V V V 720/60p 1280 x 720 45,00 60 74,25 V V V
1080/24P 1920 x 1080 27 24 74,25 V V V 1080/25P 1920 x 1080 28,13 25 74,25 1080/30P 1920 x 1080 33,75 30 74,25
1080/50i 1920 x 1080 28,13 50 74,25 V 1080/60i 1920 x 1080 33,75 60 74,25 V
1080/50P 1920 x 1080 56,25 50 148,5 V V 1080/60P 1920 x 1080 67,5 60 148,5 V V
3840 x 2160
2160/24P
2160/25P
2160/30P
2160/50P
2160/60P
(alleen ondersteuning
voor HDMI 2.0)
3840 x 2160
(alleen ondersteuning
voor HDMI 2.0)
3840 x 2160
(alleen ondersteuning
voor HDMI 2.0)
3840 x 2160
(alleen ondersteuning
voor HDMI 2.0)
3840 x 2160
(alleen ondersteuning
voor HDMI 2.0)
54 24 297
56,25 25 297
67,5 30 297
112,5 50 594
135 60 594
Verticale
frequentie
(Hz)
Dotklokfre
quentie
(MHz)
Ondersteunde 3D-formaten
Frame
packing
Boven-onderSide-by-side
Kleurdieptetabel
Weergaveformaat
(vernieuwingsfrequentie)
4K/60p (60 Hz)
4K/24p (24 Hz)
Chroma subsampling 8 bit 10 bit 12 bit
04:04:04 Ja Nee Nee 04:02:02 Ja Ja Ja 04:02:00 Ja Ja Ja 04:04:04 Ja Ja Ja 04:02:02 Ja Ja Ja 04:02:00 Ja Ja Ja
42 Specificaties
Loading...