Benq GP3 User Manual [nl]

n
Joybee GP3 Mini-projector
ebruikershandleidi

Inhoudsopgave

Belangrijke
Inleiding......................... 7
Kenmerken van de projector................. 7
Inhoud van de verpakking .......................8
Buitenkant van de projector.................10
Bedieningselementen en functies.........11
De projector
positioneren................ 18
De gewenste beeldgrootte van de
projectie instellen....................................18
Aansluitingen.............. 20
De voeding aansluiten ............................20
Een computer aansluiten .......................25
Videobronapparaten aansluiten ...........27
Een HDMI-bronapparaat aansluiten....28
Een Component video-bronapparaat
aansluiten ..................................................29
Een composiet videoapparaat
aansluiten ..................................................30
Een iPhone of iPod aansluiten ..............31
Een externe luidspreker aansluiten.....32
Een draadloze dongle aansluiten..........32
Een extern opslagapparaat aansluiten 33
Geluid via de projector weergeven ....35
De projector opstarten .........................36
Schakelen tussen ingangssignalen.........36
Het geprojecteerde beeld aanpassen .37
Het beeld verbergen ..............................39
De projector beveiligen.........................39
De beeldverhouding selecteren...........41
Het beeld optimaliseren ........................42
Gebruik op grote hoogte......................44
Het geluid aanpassen..............................45
Firmwareupgrade.................................... 47
Het weergavemenu van de projector
aanpassen.................................................. 47
Bestanden afspelen met iPhone/iPod . 48 Pop-up menu's van iPhone/iPod
gebruiken.................................................. 56
Afbeeldingen weergeven met pc en
video-bronapparaten ............................. 59
PC/Video pop-upmenu's gebruiken.... 60
Bestanden weergeven vanaf intern
geheugen, USB-stick en SD-kaart ....... 63
USB-streaming gebruiken ..................... 72
Draadloos streaming gebruiken .......... 74
Instellingen-menu....................................83
De projector uitschakelen.................... 91
Onderhoud ................. 92
Onderhoud van de projector .............. 92
Problemen oplossen .. 94
Specificaties ................ 95
Projectorspecificaties............................. 95
Afmetingen ............................................... 97
Timingtabel............................................... 97
Ondersteunde timing voor
HDMI-ingang............................................ 98
Informatie over garantie
en auteursrechten.... 100
Inhoudsopgave2

Belangrijke veiligheidsinstructies

Uw projector is ontwikkeld en getest volgens de nieuwste veiligheidsnormen voor IT­apparatuur. Voor een veilig gebruik van dit product dient u echter de instructies in deze handleiding en op het product nauwkeurig op te volgen.
Veiligheidsinstructies
1. Lees deze handleiding aandachtig door voordat u de projector gebruikt. Bewaar de
handleiding voor toekomstig gebruik.
2. Kijk tijdens het gebruik niet
direct in de lens van de projector. De sterke lichtstraal kan
uw ogen beschadigen.
4. In sommige landen is de lijnspanning NIET stabiel. Deze projector is ontworpen om veilig te werken een voedingsspanning van 19 gelijkstroom, maar het apparaat kan uitvallen wanneer zich een stroomstoring of een spanningspiek van ±10 V voordoet. In gebieden waar de
netspanning kan schommelen of uitvallen, is het raadzaam de projector aan te sluiten op een spanningsstabilisator, piekbeveiliging of UPS-systeem (Uninterruptible Power Supply).
3. Laat reparatie- of onderhoudswerkzaamheden over aan een bevoegd technicus.
5. Plaats geen voorwerpen voor de projectielens als de projector wordt gebruikt. Deze voorwerpen kunnen oververhitten of vervormen of kunnen zelfs brand veroorzaken.
Belangrijke veiligheidsinstructies 3
Veiligheidsinstructies (vervolg)
6. Vervang elektronische onderdelen uitsluitend als de projector niet op het lichtnet is aangesloten.
7. Plaats dit product niet op een onstabiel wagentje, een onstabiele standaard of een wankele tafel. Het product kan vallen en ernstig worden beschadigd.
8. Probeer deze projector niet zelf te demonteren. De onderdelen in het apparaat staan onder hoge spanning die levensgevaarlijk is als u ze aanraakt. Laat reparaties uitsluitend over aan gekwalificeerde professionele reparateurs.
9. Wanneer u de projector gebruikt, is het mogelijk dat u warme lucht en een bepaalde geur opmerkt bij het ventilatierooster. Dit is een normaal verschijnsel en geen defect.
10. Plaats de projector niet in de volgende omgevingen.
- Slecht geventileerde of ingesloten ruimtes. Zorg dat de projector minstens 50 cm van de muur staat en zorg voor voldoende ruimte voor de luchtstroom rondom de projector.
- Plaatsen waar de temperatuur extreem hoog kan oplopen, zoals in een auto met gesloten ramen.
- Erg vochtige, stoffige of rokerige plaatsen die optische componenten mogelijk aantasten. Dit verkort de levensduur van de projector en verdonkert het beeld.
Belangrijke veiligheidsinstructies4
Veiligheidsinstructies (vervolg)
- Plaatsen in de buurt van een brandalarm
- Plaatsen met een omgevingstemperatuur van meer dan 40°C / 104°F
- Plaatsen die hoger liggen dan 3000 m (10000 voet).
3.000 m (10.000
voet)
13. Plaats de projector niet verticaal. De projector kan dan vallen en letsel veroorzaken of beschadigd raken.
0 m
(0 voet)
11. Blokkeer de ventilatieopeningen niet.
- Plaats deze projector niet op een deken, beddengoed of op een ander zacht oppervlak.
- Bedek deze projector niet met een doek of met andere voorwerpen.
- Plaats geen ontvlambare stoffen in de buurt van de projector.
Als de ventilatieopeningen ernstig wordt gehinderd, kan er door oververhitting in de projector brand ontstaan.
12. Plaats de projector tijdens gebruik altijd op een vlak, horizontaal oppervlak.
14. Ga niet op projector staan of leg er geen voorwerpen op. Dit kan niet alleen schade aan de projector veroorzaken, maar kan ook leiden tot ongevallen en mogelijk letsel.
15. Plaats geen vloeistoffen in de buurt van of op de projector. Als er vloeistof in de projector wordt gemorst, werkt deze mogelijk niet meer. Als de projector nat wordt, moet u de stekker uit het stopcontact trekken en de projector laten controleren door een BenQ-onderhoudstechnicus.
Belangrijke veiligheidsinstructies 5
Veiligheidsinstructies (vervolg)
16. Voorzorgsmaatregelen bij het behandelen van de batterij.
- Gebruik geen batterij die niet is goedgekeurd. Deze kan ontploffen. Alleen door BenQ goedgekeurde batterijen mogen voor dit product worden gebruikt.
- Pas geen kracht toe op de batterij en probeer niet om een gat in de batterij te maken.
- Verwarm de batterij niet en bewaar hem niet op een plek met een hoge temperatuur, zoals in de zomer in een auto.
- Laat de batterij niet in direct zonlicht achter.
- Laat de batterij niet nat worden.
- Laat uw kind of huisdier niet op de batterij zuigen of deze in de mond houden.
- Raak de oplaadaansluiting van de batterij nooit met een metalen voorwerp aan.
Belangrijke veiligheidsinstructies6

Inleiding

Kenmerken van de projector

De projector combineert krachtige optische projectiemogelijkheden met een gebruikersvriendelijk ontwerp dat betrouwbaarheid en gebruiksgemak garandeert.
De projector heeft de volgende kenmerken.
• Geavanceerde LED-lichtbron
Lang meegaande LEDs zorgen voor een langere levensduur dan traditionele lampen.
Optische engine met DLP technologie WXGA-resolutie en een helder beeld.
• Verschillende nuttige functies
Ondersteunt de iPhone/iPod-speler, multimediaspeler, document viewer, intern geheugen, SD-kaart, USB-stick, USB-scherm, en optioneel een verwisselbare en herlaadbare batterij, Pc-scherm en Stream to me.
• Eenvoudig draagbaar
De projector is klein en licht waardoor hij geschikt is voor zakenreizen en ontspanning. U kunt overal documenten, video's en foto's bekijken.
• Meerdere ingangen
Meerdere ingangen, waaronder PC, AV, HDMI, USB en SD-kaart maken veelzijdige aansluitingen met randapparatuur mogelijk.
Audio-ingang en uitgang Voorzien van 2 W x 2 luidsprekers met RCA en mini-jack ingangen en telefoonstekker uitgangen.
Handige menu-opties Voor alle soorten ingangen wordt een gebruikersvriendelijk menu gebruikt, waardoor de projector eenvoudig in het gebruik is.
De schijnbare helderheid van het geprojecteerde beeld zal verschillen afhankelijk van de omgevingsbelichting en de contrast-/helderheidsinstellingen van het geselecteerde ingangssignaal, en is in verhouding met de projectie-afstand.
De helderheid van de lamp neemt na verloop van tijd af en kan verschillen volgens de specificaties van de fabrikant. Dit is normaal.
Inleiding
7

Inhoud van de verpakking

U
l
Pak alles voorzichtig uit en controleer of u alle onderstaande items hebt. Wanneer één of meerdere van deze items ontbreken, dient u contact op te nemen met de leverancier.

Standaardaccessoires

De meegeleverde accessoires zijn geschikt voor uw regio, maar verschillen mogelijk van de afbeeldingen.
*De garantiekaart wordt slechts in bepaalde specifieke regio’s geleverd. Raadpleeg uw verkoper voor gedetailleerde informatie.
Kap voor projector en
Voedingskabel Multi-invoerkabel Netstroomadapter
dock
Joybee GP3 Mini Projector
ser Maua
Veiligheidshandleiding Snelgids CD met
gebruikershandleiding
Trek het kaartje weg voordat u de afstandsbediening gebruikt.
Draagtas Afstandsbedienin
g met batterij
mini HDMI-adapter Draadloze dongle
Garantiekaart*
8
Inleiding

Optionele accessoires

Batterij
Inleiding
9

Buitenkant van de projector

12
14
16
17
18
Voorkant/bovenkant
1 2
4 3
5
Achter/onderkant
9 118 10
12
1. iPhone/iPod-dockingstation
2. Extern bedieningspaneel (Zie"Projector" op pagina 11 voor details.)
3. Ventilator (warme lucht uit)
4. IR-sensor vooraan voor afstandsbediening
5. Ingebouwde luidsprekers
6. Focusring
7. Projectielens
6
8. SD-kaartsleuf
7
9. Type A USB-aansluiting (voor USB­stick/Wi-Fi dongle)
10. mini-B USB-aansluiting
11. Multi-invoerkabel RGB (PC)/Component video (YPbPr/ YCbCr)/composiet video/ audio signaalingang (L/R)
12. Mini HDMI-ingang
13. Statiefmoer
14. Instelvoet
15. Audio-ingang
16. Audio uitgang (voor iPod-dock/ intern geheugen/SD-kaart/USB­stick/multi-invoerkabel RCA audio in)
17. Ingang wisselstroomadapter
18. Batterijvergrendeling
10
131314
Blokkeer de ventilatie-openingen niet. Blokkeren van de ventilatie-openingen kan de projector oververhitten waardoor storingen optreden.
151516
17
18
Inleiding

Bedieningselementen en functies

I
I

Projector

3. OK/Blank
Kort indrukken:
- Bevestigt een geselecteerde functie als een menu is weergegeven.
- Speelt video, muziek, diavoorstelling af of pauzeert deze. (Alleen van toepassing op SD-kaart, intern geheugen en USB­stick)
Lang indrukken (3 seconden): Wisselt het lege scherm.
4. Menu
Activeert het Pop-up instellingenmenu.
5. Toets Omlaag/volume verminderen
Als het On-Screen Display (OSD) menu getoond wordt:
- Omlaag navigeren naar de gewenste menu-opties.
- Aanpassingen maken (zoals handmatige keystone...)
Als het On-Screen Display (OSD) menu is uitgeschakeld: (Alleen van toepassing op SD-kaart, intern geheugen en USB­stick)
- Pas het volumeniveau aan.
6. Toets Omhoog/Volume versterken
Als het OSD (On-Screen Display) menu getoond wordt:
- Omhoog navigeren naar de gewenste menu-opties.
- Aanpassingen maken (zoals handmatige keystone...)
Als het On-Screen Display (OSD) menu is uitgeschakeld: (Alleen van toepassing op SD-kaart, intern geheugen en USB­stick)
- Versterkt het volumeniveau.
1
2 3 4 5
1. Voeding
Hiermee zet u de projector stand-by of schakelt u deze in. Zie "De projector opstarten" op pagina 36 en "De projector uitschakelen" op pagina
91 voor details.
2. Linker toets
Als het On-Screen Display (OSD) menu getoond wordt:
- Naar links navigeren naar de gewenste menu-opties.
- Aanpassingen maken (zoals helderheid, contrast...)
Als het On-Screen Display (OSD) menu is uitgeschakeld: (Alleen van toepassing op SD-kaart, intern geheugen en USB-stick)
- Vorig video- of audiobestand afspelen.
- Houd deze knop aangetikt om video of audio terug te spoelen.
6 7
8
9
Inleiding
11
7. Beginpagina
Keert direct terug naar het beginscherm vanaf een lager OSD-niveau.
Sluit toepassing/pop-up-bericht af en keert direct terug naar het beginscherm.
8. Rechter toets
Als het On-Screen Display (OSD) menu getoond wordt:
- Naar rechts navigeren naar de gewenste menu-opties.
- Aanpassingen maken (zoals helderheid, contrast...)
Als het On-Screen Display (OSD) menu is uitgeschakeld: (Alleen van toepassing op SD-kaart, intern geheugen en USB-stick)
- Volgend video- of audiobestand afspelen.
- Houd deze knop aangetikt om video of audio snel vooruit te spoelen.
9. Terug
Hiermee gaat u terug naar het vorige OSD-menu en slaat u de menu-instellingen op.
12
Inleiding

Afstandsbediening

I
I
1
2
3
4
5
6
1. VOEDING
Hiermee zet u de projector stand-by of schakelt u deze in. Zie "De projector
opstarten" op pagina 36 en "De projector uitschakelen" op pagina 91 voor details.
2. Blank
Leeg scherm in- of uitschakelen. Zie "Het
beeld verbergen" op pagina 39 voor
details.
3. Toets Omhoog/Volume versterken
Als het On-Screen Display (OSD) menu getoond wordt:
- Omhoog navigeren naar de gewenste menu-opties.
- Aanpassingen maken (zoals handmatige keystone...) Zie "Keystone corrigeren" op
pagina 38 voor details.
Als het On-Screen Display (OSD) menu is uitgeschakeld: (Alleen van toepassing op SD-kaart, intern geheugen en USB-stick)
- Versterkt het volumeniveau.
7
8
9
10
11
12
4. Linker toets
Als het On-Screen Display (OSD) menu getoond wordt:
- Naar links navigeren naar de gewenste menu-opties.
- Aanpassingen maken (zoals helderheid, contrast...)
Als het On-Screen Display (OSD) menu is uitgeschakeld: (Alleen van toepassing op SD-kaart, intern geheugen en USB­stick)
- Vorig video- of audiobestand afspelen.
- Houd deze knop aangetikt om video of audio terug te spoelen.
5. Toets Omlaag/volume verminderen
Als het On-Screen Display (OSD) menu getoond wordt:
- Omlaag navigeren naar de gewenste menu-opties.
- Aanpassingen maken (zoals handmatige keystone...)
Als het On-Screen Display (OSD) menu is uitgeschakeld: (Alleen van toepassing op SD-kaart, intern geheugen en USB­stick)
- Pas het volumeniveau aan.
6. Menu
Activeert het Pop-up instellingenmenu.
7. Geluid in-/uitschakelen
Schakelt het geluid in of uit tijdens afspelen van video of muziek. (Alleen van toepassing op SD-kaart, USB-stick, intern geheugen, iPhone en iPod)
8. Auto
Hiermee worden automatisch de beste beeldtimings bepaald voor het weergegeven computerbeeld. Zie "Het
beeld automatisch aanpassen" op pagina 37 voor details.
Inleiding
13
9. OK
Bevestigt een geselecteerde functie als een menu is weergegeven.
Speelt video, muziek, diavoorstelling af of pauzeert deze. (Alleen van toepassing op SD-kaart, intern geheugen en USB-stick)
10. Rechter toets
Als het On-Screen Display (OSD) menu getoond wordt:
- Naar rechts navigeren naar de gewenste menu-opties.
- Aanpassingen maken (zoals helderheid, contrast...)
Als het On-Screen Display (OSD) menu is uitgeschakeld: (Alleen van toepassing op SD-kaart, intern geheugen en USB-stick)
- Volgend video- of audiobestand afspelen.
- Houd deze knop aangetikt om video of audio snel vooruit te spoelen.
11. Beginpagina
Keert direct terug naar het beginscherm vanaf een lager OSD-niveau. Sluit toepassing/pop-up-bericht af en keert direct terug naar het beginscherm.
12. Terug
Keert terug naar het hooste OSD-niveau. Sluit het pop-up instellingenmenu van
OSD. Verlaat de huidige toepassing van OSD.
14
Inleiding
5
1
2
3
4
6
4
7
iPhone/iPod
Afstandsbediening voor iPhone of iPod is niet alleen actief in de ingeschakelde modus maar ook in de stand-by modus waarin GP3 als docking-luidspreker fungeert.
1. Toets Menu/terug
<Projector in inschakelmodus> Ga terug naar het bovenste niveau van
video's of muziekbrowser. <Projector in stand-bymodus> PRJ fungeert als docking-luidspreker:
i. Wisselen tussen submenu binnen het
menu "Muziek" of "Video's" in het beginscherm van iPhone/iPod.
ii. Terugkeren naar het hoogste niveau
van elk submenu binnen het menu "Muziek" of "Video's" in het beginscherm van iPhone/iPod.
2. Knop OK
<Projector in inschakelmodus> Indrukken om te bevestigen en een video
of muziek af te spelen. <Projector in stand-bymodus> Indrukken om te bevestigen en afspelen te
starten van geselecteerd video of muziek in de bestandenlijst van het menu "Muziek" of "Video's" in het beginscherm van iPhone/iPod.
3. Toets Omlaag
<Projector in inschakelmodus> Indrukken om omlaag te bladeren om
een video of muziek in de filebrowser te selecteren. <Projector in stand-bymodus>
PRJ fungeert als docking-luidspreker: Indrukken om omlaag te bladeren en
video of muziek te selecteren in de bestandenlijst van het menu "Muziek" of "Video's" in het beginscherm van iPhone/ iPod.
4. Toetsen Vorige/Volgende
<Projector in inschakelmodus>
i. Tijdens projectie van video
- Indrukken om door te gaan naar het begin van de huidige/volgende video.
- Ingedrukt houden om de huidige video of muziek terug of snel vooruit te spoelen.
ii. Tijdens afspelen van muziek in
"iPod"-menu:
- Indrukken om door te gaan naar het begin van het huidige/volgende nummer.
- Ingedrukt houden om het huidige nummer terug of snel vooruit te
spoelen. <Projector in stand-bymodus> Projector fungeert als docking luidspreker./Tijdens afspelen muziek:
i. Indrukken om door te gaan naar het
begin van het huidige/volgende
nummer.
ii. Ingedrukt houden om het huidige
nummer terug of snel vooruit te
spoelen. Tijdens projectie van video of afspelen
van muziek in "iPod"-menu:
i. Indrukken om door te gaan naar het
begin van het huidige/volgende
nummer.
ii. Ingedrukt houden om het huidige
nummer terug of snel vooruit te
spoelen.
Inleiding
15
5. Toets omhoog
<Projector in inschakelmodus> Indrukken om omhoog te bladeren om een
video of muziek in de filebrowser te selecteren.
<Projector in stand-bymodus> PRJ fungeert als docking-luidspreker: Indrukken om omlaag te bladeren en video of muziek te selecteren in de bestandenlijst van het menu "Muziek" of "Video's" in het beginscherm van iPhone/iPod.
6. Toetsen Volume hoger/lager
Indrukken om het volume van iPhone/iPod aan te passen.
7. Toets Afspelen/Pauze
<Projector in inschakelmodus>
i. In iPhone/iPod beginscherm of tijdens
afspelen van muziek in menu "Muziek" indrukken om de muziek direct af te spelen of te onderbreken.
ii. Tijdens projectie video indrukken om
een "Video" af te spelen/te
onderbreken. <Projector in stand-bymodus> Projector fungeert als docking-luidspreker: In iPhone/iPod beginscherm of tijdens afspelen van muziek in menu "Muziek" indrukken om de muziek direct af te spelen of te onderbreken.
16
Inleiding
Bereik van de afstandsbediening
De IR-sensor (infrarood) van de afstandsbediening bevindt zich op de voorkant van de projector. Houd de afstandsbediening in een hoek van maximaal 15 graden ten opzichte van de IR-sensor van de afstandsbediening op de projector voor een correcte werking. De afstand tussen de afstandsbediening en de sensor mag niet meer dan 7 meter (~23 voet) bedragen.
O
n
g
e
v
e
e
r
1
5
º
Zorg dat niets de infraroodstraal tussen de afstandsbediening en de IR-sensoren op de projector blokkeert.
De batterij van de afstandsbediening vervangen
1. Verwijder de batterijhouder.
Volg de geïllustreerde instructies. Houd de vergrendelarm ingedrukt terwijl u de batterijhouder verwijdert.
2. Plaats de nieuwe batterij in de houder. De positieve pool van de batterij moet naar buiten wijzen.
3. Duw de houder in de afstandsbediening.
Vermijd hoge temperaturen en vochtigheid.
De batterij kan beschadigd raken als u deze niet correct vervangt.
Vervang batterijen alleen door hetzelfde type of een soortgelijk type batterijen, zoals door
de fabrikant aanbevolen.
Gooi lege batterijen weg overeenkomstig de instructies van de fabrikant.
Gooi een batterij nooit in vuur. De batterij kan in dat geval ontploffen.
Verwijder de batterij als deze leeg is of als u de afstandsbediening langere tijd niet gebruikt.
Zo voorkomt u dat de afstandsbediening beschadigd raakt door mogelijke lekkage van de batterij.
Inleiding
17

De projector positioneren

De gewenste beeldgrootte van de projectie instellen

De afstand van de lens van de projector tot het scherm, de zoominstelling (indien beschikbaar) en het videoformaat zijn allemaal factoren die de grootte van het geprojecteerde beeld bepalen.
16:10 is the eigen beeldverhouding van de projector.
4:3-beeld in een weergavegebied met de
verhouding 16:10
Plaats de projector altijd op een stabiel, niet hellend oppervlak (bijvoorbeeld op een tafel) en in een loodrechte positie (90°) ten opzichte van het midden van het scherm. Zo voorkomt u beeldvervorming die wordt veroorzaakt door de projectiehoek (of wanneer u op oppervlakken met hoeken projecteert).
De hedendaagse digitale projectoren projecteren niet recht vooruit zoals oudere modellen met spoelen. Ze projecteren het beeld in een hoek net boven het horizontale vlak van de projector. Op deze manier kan de gebruiker de projector gewoon op een tafel plaatsen en worden de beelden zodanig op het scherm geprojecteerd dat de onderste rand van het scherm net boven de tafelrand komt (zodat iedereen in de kamer het scherm goed kan zien).
Op het schema op pagina 19 ziet u dat dit type projectie de onderste rand van het geprojecteerde beeld verticaal verschuift ten opzichte van het horizontale vlak van de projector.
Als de projector verder van het scherm staat, wordt het geprojecteerde beeld groter. Ook de verticale verschuiving verhoogt verhoudingsgewijs.
Wanneer u de positie van het scherm en de projector bepaalt, dient u rekening te houden met de grootte van het geprojecteerde beeld en met de afmeting van de verticale verschuiving. Deze zijn beide in verhouding met de projectie-afstand.
BenQ heeft een tabel voorzien met beeldschermformaten om u te helpen bij het bepalen van de ideale locatie voor uw projector. Zie "Projectie-afmetingen" op pagina 19 afhankelijk van de projector die u gebruikt. U dient rekening te houden met de loodrechte horizontale afstand tot het midden van het scherm (projectieafstand) en met de verticale verschuivingshoogte van de projector ten opzichte van de horizontale rand van het scherm (verschuiving).
16:10-beeld aangepast aan een 4:3-beeldvlak
18
De projector positioneren

Projectie-afmetingen

Zie "Afmetingen" op pagina 97 voor de lensmiddenafmetingen van deze projector voordat u de geschikte positie berekent.
1280:800 schermdiagonaal
Scherm
Midden van de lens
Projectieafstand
1280:800 schermdiagonaal Aanbevolen projectieafstand tot scherm in mm voet inch mm Gemiddeld
2,00 24 610 621 3,33 40 1016 1034 4,67 56 1422 1448 6,00 72 1829 1862 6,66 80 2032 2069
Alle maten zijn bij benadering en kunnen afwijken van de feitelijke grootte. BenQ beveelt bij een permanente plaatsing van de projector aan om de projectiegrootte en -afstand eerst ter plaatse met de projector fysiek te testen, zodat u rekening kunt houden met de optische eigenschappen van deze projector. Hierdoor kunt u de precieze bevestigingspositie bepalen die het meest geschikt is voor uw specifieke locatie.
De projector positioneren
19

Aansluitingen

Niet alle kabels die in de onderstaande aansluitingen zijn weergegeven, zijn bij de projector geleverd (zie "Inhoud van de verpakking" op pagina 8). Deze kabels zijn verkrijgbaar bij elektronicawinkels.

De voeding aansluiten

De meegeleverde wisselstroomadapter of een optionele herlaadbare lithium-ion batterij gebruiken.
De projector moet worden gebruikt met de meegeleverde voedingsadapter. Schade die wordt veroorzaakt door gebruik van een verkeerde voedingsadapter valt niet onder de garantie.

De voedingsadapter gebruiken

1. Steek de stekker van de voedingsadapter in de aansluiting DC IN.
2. Steek het juiste einde van het snoer in de voedingsadapter.
3. Steek de stekker aan de andere kant van het snoer in een stopcontact. Controleer of de voedings-LED indicator op de projector oranje oplicht bij gebruik van de voedingsadapter.
3
2
1

De optionele batterij gebruiken

De projector moet worden gebruikt met de opgegeven herlaadbare lithium-ion batterij. Laad de batterij voordat de projector voor de eerste keer wordt gebruikt. De projector gebruiken om de batterij op te laden. U kunt de projector ook gebruiken voor het opladen van de batterij. Schakel de projector uit voordat u de batterij aansluit.
De batterij opladen
Als u de batterij gebruikt, moet u de voorzorgsmaatregelen volgen.
1. Schuif de batterijvergrendeling naar de open kant.
WAARSC HUWI NG:
EXPLOSIEGEVAAR ALS DE BATTERIJ DOOR EEN VERKEERD TYPE WORDT VERVANGEN. GOOI DE LEGE BATTERIJEN WEG VOLGENS DE INSTRUCTIES.
20
Aansluitingen
2. Plaats de projector op de batterij. Als de capaciteit van de batterij tussen 10 % en 100 % ligt, schakelt de LED-indicator van de batterij uit. Als de capaciteit lager is dan 10 % knippert de LED-indicator voor de batterij rood en schakelt het systeem zichzelf uit.
3. Plaats de batterij voorzichtig tot hij op zijn plaats klikt.
3
2
1
4. Steek de stekker van de voedingsadapter in de aansluiting DC IN.
5. Steek het juiste einde van het snoer in de voedingsadapter.
6. Steek de stekker aan de andere kant van het snoer in een stopcontact. De LED­indicator voor de batterij knippert oranje als het laden begint en en wordt continu oranje als het laden voltooid is.
De batterij verwijderen
Verschuif de schakelaars van de batterijvergrendeling aan de twee zijkanten om de batterij uit de projector te halen.
Aansluitingen
21
Gedrag LED-indicator batterij
• Batterij + adapter
Status Staat Led-kleur
Laden Stroom aan / stand-by modus Blauw knipperen Batterij volledig opgeladen Stroom aan / stand-by modus Blauw continu
We adviseren om de batterij met de projector verbonden te houden, ook als de projector op
een stopcontact is aangesloten.
De batterij moet ongeveer 3,5 uur geladen worden als hij volledig ontladen is.
Als de batterij is aangesloten, wordt LED-modus in Instellingen ingesteld op Economisch, u
kunt een video van elke bron afspelen gedurende ongeveer 2,5 uur op 150AL als de batterij volledig geladen is. (Als u LED-modus in Instellingen instelt op Normaal, wordt de levensduur van de batterij verkort tot ongeveer 1 uur op 300AL.)
ECO-modus wordt aangeraden bij langere projectietijden als het apparaat alleen op de
batterij gebruikt wordt.
De laadtijd en capaciteit van de batterij verschilt afhankelijk van de batterijstatus, de
werkomstandigheden en de gebruiksduur. De batterij gebruikt stroom ook als het apparaat niet in gebruik is. Na verloop van tijd loopt de maximale gebruikstijd langzaam terug.
De batterij kan ongeveer 300 maal worden opgeladen. De levensduur van de batterij is
afhankelijk van de persoonlijke gewoonten van de gebruiker.
Aanwijzingen en eisen voor het gebruik van de batterij
Aanbevolen gebruik
Lees de aanwijzingen voor de batterij en het etiket voordat u hem in gebruik neemt.
Gebruik de batterij binnenshuis onder normale omstandigheden, temperatuur: (25±3)°C, absolute vochtigheid: 65±20%
Tijdens het gebruik moet de batterij uit de buurt gehouden worden van warmte, hoge spanningen en kinderen. Laat de batterij niet vallen.
Gebruik de passende lader. Plaats de batterij niet langer dan 24 uur in de lader.
Maak geen kortsluiting tussen de contacten. Beschadig of demonteer de batterij niet zelf. Plaats de batterij niet in een vochtige omgeving om gevaar te vermijden.
Pak hem niet in geleidend materiaal in om schade te vermijden als gevolg van rechtstreeks contact tussen metaal en batterij. Bewaar de batterij op een droge plek.
Werp de gebruikte batterij met zorg weg. Gooi hem niet in vuur of water.
•Gevaar
Het demonteren van batterijen is niet toegestaan
De batterij beschikt intern over beveiligde onderdelen en leidingen om gevaar te vermijden. Deze beschermende functie gaat teniet als gevolg van mishandeling, zoals demontage, waardoor hij warm kan worden, rook afgeven, vervormen of verbranden.
Batterijen niet kortsluiten
Raak de plus- en minus-contacten niet met metaal aan. Bewaar de batterij niet samen met metalen delen tijdens opslag of vervoer. Als de batterij wordt kortgesloten, wordt de stroom versterkt wat schade oplevert en waardoor de batterij opwarmt, rook afgeeft, vervormt of verbrandt.
Voorkom dat de batterij opwarmt en verbrandt
Opwarmen of verbranden van de batterij lost de isolatie binnen de batterij op waardoor de bescherming wordt opgeheven en de elektrode kan verbranden, oververhitten, rook afgeven of vervormen.
22
Aansluitingen
Voorkom gebruik van de batterij bij een warmtebron
Gebruik de batterij niet in de buurt van vuur of kachels, of bij een hogere warmte dan 60°C; oveverhitting veroorzaakt interne kortsluiting, warmte, rook, vervorming of brand.
De batterij niet in water dompelen
Maak de batterij niet nat en dompel hem niet onder, waardoor de interne bescherming opgeheven wordt of wat abnormale chemische reacties oplevert, evenals oververhitting, rook, vervorming of brand.
Niet opladen in de buurt van vuur of in het zonlicht
Anders beschadigt de interne bescherming of kunnen abnormale chemische reacties ontstaan, evenals oververhitting, rook, vervorming of brand.
Gevaar bij het gebruik van niet-opgegeven laders
Bij opladen onder abnormale omstandigheden beschadigt de interne bescherming of kunnen abnormale chemische reacties ontstaan, evenals oververhitting, rook, vervorming of brand.
Batterij niet beschadigen
Voorkom dat het metaal van de batterij beschadigt door slagen of vallen, dit kan evenals oververhitting, rook, vervorming of brand veroorzaken.
De batterij niet lassen of solderen
Door oververhitting kan de interne isolatie oplossen en kan oververhitting, rook, vervorming of brand ontstaan.
Niet laden via het stopcontact of de aansluiting voor de aansteker in de auto.
Hoogspanning en versterkte stroom beschadigt de batterij en verkort de levensduur en kan oververhitting, rook, vervorming of brand veroorzaken.
Gebruik deze batterij niet voor andere apparatuur
Onjuist gebruik beschadigt de batterij en verkort de levensduur en kan oververhitting, rook, vervorming of brand veroorzaken.
Raak de batterij niet aan als deze lekt
Lekkende elektrolyt veroorzaakt huidongemak. Als het in de ogen terechtkomt, deze niet uitwrijven maar snel uitwassen en voor behandeling naar een ziekenhuis gaan.
•Waarschuwing
Niet samen met andere batterijen gebruiken
De batterij kan niet worden gecombineerd met wegwerp- of recycled batterijen. Door de abnormale op­en ontlading kan dit oververhitting, vervorming, rook of brand veroorzaken.
Houd de batterij buiten het bereik van kinderen en voorkom dat ze op hem bijten of hem inslikken.
Houd de batterij niet te lang in de lader. Als het opladen te lang duurt, moet u stoppen met laden. Door het abnormale opladen kan de batterij oververhitten, vervormen, roken of branden.
Niet in de magnetron of andere apparaten onder druk plaatsen. Haal de batterij uit het apparaat of de lader als hij opwarmt of lekt (of geur afgeeft) en werp hem weg. De slechte batterij kan oververhitten, vervormen, roken of branden.
Voorzorgsmaatregelen
Melding
Voorkom blootstellen van de batterij aan direct zonlicht ter voorkoming van oververhitting, rook, vervorming of brand en om te voorkomen dat de prestaties en levensduur teruglopen.
Vrij van statische elektriciteit
De batterij bevat een interne bescherming om problemen te voorkomen. Gebruik de batterij niet onder elektrostatische omstandigheden (boven 1000 V) omdat dit de bescherming kan beschadigen waardoor de batterij niet langer werkt en oververhitting, vervorming, rook of brand kunnen ontstaan.
Aansluitingen
23
Temperatuurbereik bij ontladen
Het aanbevolen temperatuurbereik bij ontladen is 0-60°C; daarbiuten lopen de prestaties en levensduur van de batterij terug.
Lees de handleiding voor het gebruik.
Oplaadmethode
Gebruik de speciale laders met de aanbevolen laadmethode om de batterij te laden.
Eerste gebruik
Als u de batterij voor het eerst gebruikt, moet u deze niet in het apparaat plaatsen als hij vuil is of geur afgeeft. In dat geval moet u de batterij terugbrengen naar de verkoper.
Gebruik door kinderen
Als kinderen de batterij gebruiken, dient dit te gebeuren onder toezicht van hun ouders.
Voorkom aanraken door kinderen
Houd de batterij buiten bereik van kinderen. Voorkom dat kinderen de batterij uit de lader of de apparatuur halen om er mee te spelen.
Voorkom dat lekkende vloeistof de huid of kleding aanraakt. Indien aangeraakt met schoon water wassen om ongemak van de huid te voorkomen
Onderzoek
Als u de batterij koopt, moet u informeren hoe u contact met de verkoper kunt opnemen zodat u in noodgevallen om hulp kunt vragen.
Garantie bij veilig gebruik
Als de batterij voor andere apparaten gebruikt wordt, moet u contact opnemen met de fabrikant over het verkrijgen van de beste prestaties; let in elk geval op de maximale stroom, snel opladen en speciale toepassingen.
24
Aansluitingen

Een computer aansluiten

De projector heeft een VGA-ingang waarop u IBM®- en Macintosh®-compatibele computers kunt aansluiten. Als u verbinding maakt met oudere Macintosh-computers, hebt u een Mac-adapter nodig.
De projector aansluiten op een laptop of desktopcomputer:
• Een VGA-kabel gebruiken
1. Sluit het ene uiteinde van de meegeleverde multi-invoerkabel aan op de D-Sub­uitgang van de computer.
2. Sluit het andere uiteinde van de kabel aan op de PC/AV-aansluiting van de projector.
3. Als u de projectorluidspreker wilt gebruiken, neemt u een geschikte audiokabel en sluit u het ene uiteinde van de kabel aan op de audio-uitgang van de computer en het andere uiteinde op de audio-ingang van de multi-invoerkabel.
Laptop of desktopcomputer
Multi-invoerkabel
Audiokabel
of
Bij notebooks worden de externe videopoorten vaak niet ingeschakeld wanneer een projector is aangesloten. Met de toetsencombinatie FN + F3 of FN + CRT/LCD kunt u de externe weergave doorgaans in- of uitschakelen. Zoek op de notebook de functietoets CRT/LCD of de functietoets met een monitorsymbool op de notebook. Druk tegelijk op FN en een van deze toetsen. Raadpleeg de handleiding bij uw notebook voor meer informatie over mogelijke toetsencombinaties.
Aansluitingen
25
• Een HDMI-kabel gebruiken
1. Neem een HDMI-kabel en sluit het ene uiteinde aan op de HDMI-aansluiting van de computer.
2. Sluit het andere uiteinde van de HDMI-kabel aan op de mini HDMI-aansluiting op de projector.
HDMI
HDMI
• Een USB-kabel gebruiken
1. Sluit het uiteinde type A van een USB-kabel aan op de USB-uitgang van de computer.
2. Sluit de mini-B aansluiting van de USB-kabel aan op de USB-DISPLAY-aansluiting van de projector. Als u de projector op een computer aansluit, kunt u het computerbeeld weergeven of bestanden van de computer overzetten naar het interne geheugen van de projector.
26
USB
USB
3. Als u USB-scherm kiest, moet u de meldingen op het scherm volgen om eerst het USB-stuurprogramma op de computer te installeren.
4. Als u Bestandsoverdracht via USB kiest, gaat u naar Mijn computer of naar Windows Verkenner om de bestanden van de projector op te halen. De projector verschijnt als een verwisselbare schijf. Breng de bestanden van de computer over naar de projector door ze te verslepen of te kopiëren en plakken.
Aansluitingen
De projector van de computer ontkoppelen:
i. Klik op in de Windows taakbalk.
ii. Klik op het bericht dat verschijnt.
iii. Maak de USB-kabel pas los als het bericht meldt dat het veilig is om de hardware
te verwijderen.
Maak de USB-kabel niet los tijdens het kopiëren van bestanden, omdat dit gegevensverlies
of schade aan de projector kan opleveren.
De verbinding sluit niet zolang projectorbestanden op de computer geopend zijn. Sluit alle
geopende bestanden en probeer het opnieuw.
Andere versies van Windows werken op dezelfde wijze. Volg de juiste procedure voor het
veilig verwijderen van een USB-apparaat van uw computer voor uw versie van Windows.

Videobronapparaten aansluiten

U hoeft de projector alleen aan te sluiten op een videobronapparaat met een van de bovenstaande aansluitmethoden. Elk apparaat biedt echter een ander niveau van videokwaliteit. De methode die u kiest zal zeer waarschijnlijk afhangen van de beschikbaarheid van geschikte aansluitingen op de projector en het videobronapparaat zoals hieronder beschreven:
Terminalnaam Uiterlijk terminal Beeldkwaliteit
Mini HDMI Mini HDMI Best
Componentvideo VGA Beter
Video Video Goed
Als het geselecteerde videobeeld niet wordt weergegeven nadat u de projector hebt ingeschakeld en de juiste videobron hebt geselecteerd, controleert u of het videobronapparaat is ingeschakeld en goed werkt. Controleer ook of de signaalkabels op de juiste manier zijn aangesloten.
Aansluitingen
27

Een HDMI-bronapparaat aansluiten

De projector biedt een HDMI-ingang voor het aansluiten op een HDMI-bronapparaat, zoals een Blu-Ray speler, een DTV-tuner of een scherm.
HDMI (High-Definition Multimedia Interface) ondersteunt niet-gecomprimeerde videogegevensoverdracht tussen compatibele apparaten zoals DTV-tuners, Blu-Ray spelers en schermen via één kabel. Dit biedt een zuivere digitale weergave en luisterervaring. Controleer uw videobronapparaat om vast te stellen of er ongebruikte HDMI-uitgangen beschikbaar zijn:
• Indien dat het geval is, kunt u doorgaan met deze procedure.
• Anders dient u een andere uitgang te selecteren waarop u het apparaat kunt aansluiten.
De projector aansluiten op een HDMI-bronapparaat:
1. Neem een HDMI-kabel en sluit het ene uiteinde aan op de HDMI-uitgang van het HDMI-bronapparaat.
2. Sluit het andere uiteinde van de HDMI-kabel aan op de mini HDMI-aansluiting van de projector.
2
1
28
1
2
De HDMI-kabel (in dit voorbeeld getoond) voor het aansluiten van uw video-apparaat wordt
standaard niet meegeleverd.
De Apple Digital AV Adapter is verkrijgbaar via www.apple.com
Aansluitingen
.

Een Component video-bronapparaat aansluiten

Controleer op het videoapparaat of er ongebruikte componentvideo-uitgangen beschikbaar zijn:
• Indien dat het geval is, kunt u doorgaan met deze procedure.
• Anders dient u een andere uitgang te selecteren waarop u het apparaat kunt aansluiten.
De projector aansluiten op een Component video-bronapparaat aansluiten:
1. Sluit het uiteinde van de component video-naar-VGA-adapterkabel (D-Sub) met de 3 RCA-connectoren op de component video-uitgangen van het videoapparaat aan. Zorg dat de kleuren van de connectoren overeenkomen met die van de uitgangen: groen op groen, blauw op blauw en rood op rood.
2. Sluit het andere uiteinde van de Component Video aan op de VGA-adapterkabel (D­Sub) (met een D-Sub type-verbinding) op de D-Sub-aansluiting van de multi­invoerkabel.
3. Sluit het andere uiteinde van de kabel aan op de PC/AV-aansluiting van de projector.
4. Als u de projectorluidspreker wilt gebruiken, neemt u een geschikte audiokabel en sluit u het ene uiteinde van de kabel aan op de audio-uitgang van de videobron en het andere uiteinde op de audio-ingang van de multi-invoerkabel.
AV -apparaat
Audiokabel
of
Componentvideo-naar-VGA (of D-sub) adapterkabel
Als de audio-uitgang is verbonden met een hoofdtelefoon of externe luidspreker, komt het
geluid niet uit de luidspreker van de projector.
Als geen video-signalen worden ingevoerd, komt geen geluid uit de luidspreker of audio-
uitgang. Het geluid kan ook niet worden ingesteld.
Aansluitingen
29

Een composiet videoapparaat aansluiten

Controleer op het videoapparaat of er ongebruikte composietvideo-uitgangen beschikbaar zijn:
• Indien dat het geval is, kunt u doorgaan met deze procedure.
• Anders dient u een andere uitgang te selecteren waarop u het apparaat kunt aansluiten.
De projector aansluiten op een composiet videoapparaat:
1. Sluit het ene uiteinde van de videokabel aan op de composiet video-uitgang van het videoapparaat.
2. Sluit het andere einde van de videokabel aan op de video-aansluiting van de multi­invoerkabel.
3. Sluit het andere uiteinde van de kabel aan op de PC/AV-aansluiting van de projector.
4. Sluit de multi-invoerkabel aan op de PC/AV-aansluiting van de projector.
5. Als u de projectorluidspreker wilt gebruiken, neemt u een geschikte audiokabel en sluit u het ene uiteinde van de kabel aan op de audio-uitgang van de videobron en het andere uiteinde op de audio-ingang van de multi-invoerkabel.
AV -apparaat
Multi-invoerkabel
30
Audiokabel
Videokabel
Alleen als er geen componentvideo-ingang beschikbaar is, gebruikt u een composietvideo­aansluiting. Zie "Videobronapparaten aansluiten" op pagina 27 voor details.
Aansluitingen
Loading...
+ 93 hidden pages