Benq GP2 User Manual [nl]

Joybee GP2
g
Miniprojector
ebruikershandleidin

Inhoudsopgave

veiligheidsinstructies.... 3
Inleiding......................... 7
Kenmerken van de projector................. 7
Inhoud van de verpakking .......................8
Buitenkant van de projector.................10
Bedieningselementen en functies.........11
De projector
positioneren................ 16
De gewenste beeldgrootte van de
projectie instellen....................................16
Aansluitingen.............. 18
De voeding aansluiten ............................18
Een computer aansluiten .......................23
Videobronapparaten aansluiten ...........25
Een HDMI-bronapparaat aansluiten....26
Een Component video-bronapparaat
aansluiten ..................................................27
Een composiet videoapparaat aansluiten
.....................................................................28
Een iPhone of iPod aansluiten ..............29
Een externe luidspreker aansluiten.....30
Een extern opslagapparaat aansluiten 31
Geluid via de projector weergeven ....33
Het beeld optimaliseren........................ 40
Gebruik op grote hoogte ..................... 42
Het geluid aanpassen ............................. 42
Bestanden afspelen met iPhone/iPod . 44 Afbeeldingen weergeven met pc en
video-bronapparaten ............................. 49
PC/Video pop-upmenu's gebruiken.... 50
Bestanden weergeven vanaf intern
geheugen, USB-stick en SD-kaart ....... 52
USB Streaming gebruiken ..................... 62
Het instellingenmenu gebruiken..........64
De projector uitschakelen.................... 68
Onderhoud ................. 69
Onderhoud van de projector .............. 69
Problemen oplossen .. 71
Specificaties ................ 72
Projectorspecificaties............................. 72
Afmetingen ............................................... 74
Timingtabel............................................... 74
Ondersteunde timing voor HDMI-ingang
.................................................................. 75
Informatie over garantie
en auteursrechten...... 77
Bediening .................... 34
De projector opstarten .........................34
Schakelen tussen ingangssignalen.........34
Het geprojecteerde beeld aanpassen .35
Het beeld verbergen ..............................36
De projector beveiligen.........................37
Firmwareupgrade ....................................39
De beeldverhouding selecteren...........39
Inhoudsopgave2

Belangrijke veiligheidsinstructies

Uw projector is ontwikkeld en getest volgens de nieuwste veiligheidsnormen voor IT­apparatuur. Voor een veilig gebruik van dit product dient u echter de instructies in deze handleiding en op het product nauwkeurig op te volgen.
Veiligheidsinstructies
1. Lees deze handleiding aandachtig door voordat u de projector gebruikt. Bewaar de
handleiding voor toekomstig gebruik.
2. Kijk tijdens het gebruik niet
direct in de lens van de projector. De sterke lichtstraal kan
uw ogen beschadigen.
4. In sommige landen is de lijnspanning NIET stabiel. Deze projector is ontworpen om veilig te werken een voedingsspanning van 19 gelijkstroom, maar het apparaat kan uitvallen wanneer zich een stroomstoring of een spanningspiek van ±10 V voordoet. In gebieden waar de
netspanning kan schommelen of uitvallen, is het raadzaam de projector aan te sluiten op een spanningsstabilisator, piekbeveiliging of UPS-systeem (Uninterruptible Power Supply).
3. Laat reparatie- of onderhoudswerkzaamheden over aan een bevoegd technicus.
5. Plaats geen voorwerpen voor de projectielens als de projector wordt gebruikt. Deze voorwerpen kunnen oververhitten of vervormen of kunnen zelfs brand veroorzaken.
Belangrijke veiligheidsinstructies 3
Veiligheidsinstructies (vervolg)
6. Vervang elektronische onderdelen uitsluitend als de projector niet op het lichtnet is aangesloten.
7. Plaats dit product niet op een onstabiel wagentje, een onstabiele standaard of een wankele tafel. Het product kan vallen en ernstig worden beschadigd.
8. Probeer deze projector niet zelf te demonteren. De onderdelen in het apparaat staan onder hoge spanning die levensgevaarlijk is als u ze aanraakt. Laat reparaties uitsluitend over aan gekwalificeerde professionele reparateurs.
9. Wanneer u de projector gebruikt, is het mogelijk dat u warme lucht en een bepaalde geur opmerkt bij het ventilatierooster. Dit is een normaal verschijnsel en geen defect.
10. Plaats de projector niet in de volgende omgevingen.
- Slecht geventileerde of ingesloten ruimtes. Zorg dat de projector minstens 50 cm van de muur staat en zorg voor voldoende ruimte voor de luchtstroom rondom de projector.
- Plaatsen waar de temperatuur extreem hoog kan oplopen, zoals in een auto met gesloten ramen.
- Erg vochtige, stoffige of rokerige plaatsen die optische componenten mogelijk aantasten. Dit verkort de levensduur van de projector en verdonkert het beeld.
Belangrijke veiligheidsinstructies4
Veiligheidsinstructies (vervolg)
- Plaatsen in de buurt van een brandalarm.
- Plaatsen met een omgevingstemperatuur van meer dan 40°C / 104°F.
- Plaatsen die hoger liggen dan 3000 m (10000 voet).
3,000 m
(10000 voet)
13. Plaats de projector niet verticaal. De projector kan dan vallen en letsel veroorzaken of beschadigd raken.
0 m
(0 voet)
11. Blokkeer de ventilatieopeningen niet.
- Plaats deze projector niet op een deken, beddengoed of op een ander zacht oppervlak.
- Bedek deze projector niet met een doek of met andere voorwerpen.
- Plaats geen ontvlambare stoffen in de buurt van de projector.
Als de ventilatieopeningen ernstig wordt gehinderd, kan er door oververhitting in de projector brand ontstaan.
12. Plaats de projector tijdens gebruik altijd op een vlak, horizontaal oppervlak.
14. Ga niet op projector staan of leg er geen voorwerpen op. Dit kan niet alleen schade aan de projector veroorzaken, maar kan ook leiden tot ongevallen en mogelijk letsel.
Belangrijke veiligheidsinstructies 5
Veiligheidsinstructies (vervolg)
15. Plaats geen vloeistoffen in de buurt van of op de projector. Als er vloeistof in de projector wordt gemorst, werkt deze mogelijk niet meer. Als de projector nat wordt, moet u de stekker uit het stopcontact trekken en de projector laten controleren door een BenQ-onderhoudstechnicus.
16. Voorzorgsmaatregelen bij het behandelen van de batterij.
- Gebruik geen batterij die niet is goedgekeurd. Deze kan ontploffen. Alleen door BenQ goedgekeurde batterijen mogen voor dit product worden gebruikt.
- Pas geen kracht toe op de batterij en probeer niet om een gat in de batterij te maken.
- Verwarm de batterij niet en bewaar hem niet op een plek met een hoge temperatuur, zoals in de zomer in een auto.
- Laat de batterij niet in direct zonlicht achter.
- Laat de batterij niet nat worden.
- Laat uw kind of huisdier niet op de batterij zuigen of deze in de mond houden.
- Raak de oplaadaansluiting van de batterij nooit met een metalen voorwerp aan.
Belangrijke veiligheidsinstructies6

Inleiding

Kenmerken van de projector

De projector combineert krachtige optische projectiemogelijkheden met een gebruikersvriendelijk ontwerp dat betrouwbaarheid en gebruiksgemak garandeert.
De projector heeft de volgende kenmerken.
• Geavanceerde LED-lichtbron
Lang meegaande LEDs zorgen voor een langere levensduur dan traditionele lampen.
Optische engine met DLP technologie WXGA-resolutie en een helder beeld.
• Verschillende nuttige functies
Ondersteunt de iPhone/iPod-speler, multimediaspeler, document viewer, intern geheugen, SD-kaart, USB-stick, USB-scherm, en optioneel een verwisselbare en herlaadbare batterij.
• Eenvoudig draagbaar
De projector is klein en licht waardoor hij geschikt is voor zakenreizen en ontspanning. U kunt overal documenten, video's en foto's bekijken.
• Meerdere ingangen
Meerdere ingangen, waaronder PC, AV, HDMI, USB en SD-kaart maken veelzijdige aansluitingen met randapparatuur mogelijk.
Audio-ingang en uitgang Voorzien van 2 W x 2 luidsprekers met RCA en mini-jack ingangen en telefoonstekker uitgangen.
Handige menu-opties Voor alle soorten ingangen wordt een gebruikersvriendelijk menu gebruikt, waardoor de projector eenvoudig in het gebruik is.
De schijnbare helderheid van het geprojecteerde beeld zal verschillen afhankelijk van de omgevingsbelichting en de contrast-/helderheidsinstellingen van het geselecteerde ingangssignaal, en is in verhouding met de projectie-afstand.
De helderheid van de lamp neemt na verloop van tijd af en kan verschillen volgens de specificaties van de fabrikant. Dit is normaal.
Inleiding
7

Inhoud van de verpakking

U
l
Pak alles voorzichtig uit en controleer of u alle onderstaande items hebt. Wanneer één of meerdere van deze items ontbreken, dient u contact op te nemen met de leverancier.

Standaardaccessoires

De meegeleverde accessoires zijn geschikt voor uw regio, maar verschillen mogelijk van de afbeeldingen.
*De garantiekaart wordt slechts in bepaalde specifieke regio’s geleverd. Raadpleeg uw verkoper voor gedetailleerde informatie.
Projector Voedingskabel Multi-invoerkabel Netstroomadapter
Joybee GP2 Mini Projector
ser Maua
Veiligheidshandleidi
ng
Snelgids CD met
gebruikershandleiding
Trek het kaartje weg voordat u de afstandsbediening gebruikt.
Garantiekaart*
Draagtas Afstandsbediening
met batterij
mini-HDMI-
adapter
8
Inleiding

Optionele accessoires

Batterij
Inleiding
9

Buitenkant van de projector

12
14
16
17
18
Voorkant/bovenkant
1
2
4 3
5
Achter/onderkant
9 118 10
12
1. iPhone/iPod-dockingstation
2. Extern bedieningspaneel (Zie"Projector" op pagina 11 voor details.)
3. Ventilator (warme lucht uit)
4. IR-sensor vooraan voor afstandsbediening
5. Ingebouwde luidsprekers:
6. Focusring
7. Projectielens
6
8. SD-kaartsleuf
7
9. Type A USB-aansluiting
10. mini-B USB-aansluiting
11. Multi-invoerkabel RGB (PC)/Component video (YPbPr/ YCbCr)/composiet video/ audio signaalingang (L/R)
12. HDMI-ingang
13. Statiefmoer
14. Instelvoet
15. Audio-ingang
16. Audio uitgang (voor iPod-dock/ intern geheugen/SD-kaart/USB­stick/multi-invoerkabel RCA audio in)
17. Ingang wisselstroomadapter
18. Batterijvergrendeling
10
131314
Blokkeer de ventilatie-openingen niet. Blokkeren van de ventilatie-openingen kan de projector oververhitten waardoor storingen optreden.
151516
17
18
Inleiding

Bedieningselementen en functies

Projector

3. OK/Blank
Kort indrukken:
- Bevestigt een geselecteerde functie als een menu is weergegeven.
- Speelt video, muziek, diavoorstelling af of pauzeert deze. (Alleen van toepassing op SD-kaart, intern geheugen en USB-stick)
Lang indrukken (3 seconden): Wisselt het lege scherm.
4. Menu
Activeert het Pop-up instellingenmenu.
5. Toets Omlaag/volume verminderen
Als het On-Screen Display (OSD) menu getoond wordt:
- Omlaag navigeren naar de gewenste menu-opties.
- Aanpassingen maken (zoals handmatige keystone...)
Als het On-Screen Display (OSD) menu is uitgeschakeld: (Alleen van toepassing op SD-kaart, intern geheugen en USB­stick)
- Pas het volumeniveau aan.
6. Toets Omhoog/Volume versterken
Als het OSD (On-Screen Display) menu getoond wordt:
- Omhoog navigeren naar de gewenste menu-opties.
- Aanpassingen maken (zoals handmatige keystone...)
Als het On-Screen Display (OSD) menu is uitgeschakeld: (Alleen van toepassing op SD-kaart, intern geheugen en USB­stick)
- Versterkt het volumeniveau.
1
2
3 4 5
I
I
1. Voeding
Hiermee zet u de projector stand-by of schakelt u deze in. Zie "De projector opstarten" op pagina
34en "De projector uitschakelen" op pagina 68 voor details.
2. Linker toets
Als het On-Screen Display (OSD) menu getoond wordt:
- Naar links navigeren naar de gewenste menu-opties.
- Aanpassingen maken (zoals helderheid, contrast...)
Als het On-Screen Display (OSD) menu is uitgeschakeld: (Alleen van toepassing op SD-kaart, intern geheugen en USB-stick)
- Vorig video- of audiobestand afspelen.
- Houd deze knop aangetikt om video of audio terug te spoelen.
6
7
8
9
Inleiding
11
7. Beginpagina
Keert direct terug naar het beginscherm vanaf een lager OSD-niveau.
Sluit toepassing/pop-up-bericht af en keert direct terug naar het beginscherm.
8. Rechter toets
Als het On-Screen Display (OSD) menu getoond wordt:
- Naar rechts navigeren naar de gewenste menu-opties.
- Aanpassingen maken (zoals helderheid, contrast...)
Als het On-Screen Display (OSD) menu is uitgeschakeld: (Alleen van toepassing op SD-kaart, intern geheugen en USB-stick)
- Volgend video- of audiobestand afspelen.
- Houd deze knop aangetikt om video of audio snel vooruit te spoelen.
9. Terug
Hiermee gaat u terug naar het vorige OSD-menu en slaat u de menu-instellingen op.
12
Inleiding

Afstandsbediening

1
2
3 4 5
6
1
2
3
4
1
I
I
1. POWER
Hiermee zet u de projector stand-by of schakelt u deze in. Zie "De projector
opstarten" op pagina 34 en "De projector uitschakelen" op pagina 68 voor details.
2. Keystone
Hiermee corrigeert u handmatig de vervormde beelden die door de projectiehoek worden veroorzaakt. Zie
"Keystone corrigeren" op pagina 36 voor
details.
3. Blank
Leeg scherm in- of uitschakelen. Zie "Het
beeld verbergen" op pagina 36 voor
details.
4. Linker toets
Als het On-Screen Display (OSD) menu getoond wordt:
- Naar links navigeren naar de gewenste menu-opties.
- Aanpassingen maken (zoals helderheid, contrast...) Als het On-Screen Display (OSD) menu is uitgeschakeld: (Alleen van toepassing op SD-kaart, intern geheugen en USB-stick)
- Vorig video- of audiobestand afspelen.
- Houd deze knop aangetikt om video of audio terug te spoelen.
5. Auto
7
8 9
10
11
12
13
14
Hiermee worden automatisch de beste beeldtimings bepaald voor het weergegeven computerbeeld. Zie "Het
beeld automatisch aanpassen" op pagina 35 voor details.
6. Menu
Activeert het Pop-up instellingenmenu.
7. Geluid in-/uitschakelen
Schakelt het geluid in of uit tijdens
5
3
6
7
afspelen van video of muziek. (Alleen van toepassing op SD-kaart, USB-stick, intern geheugen, iPhone en iPod)
8. Mode
Selecteert een beschikbare beeldinstellingsmodus. Zie "Een
beeldmodus selecteren" op pagina 40
voor details.
9. Toets Omhoog/Volume versterken
Als het On-Screen Display (OSD) menu getoond wordt:
- Omhoog navigeren naar de gewenste menu-opties.
- Aanpassingen maken (zoals handmatige keystone...) Als het On-Screen Display (OSD) menu is uitgeschakeld: (Alleen van toepassing op SD-kaart, intern geheugen en USB­stick)
- Versterkt het volumeniveau.
10. Beginpagina
Keert direct terug naar het beginscherm vanaf een lager OSD-niveau. Sluit toepassing/pop-up-bericht af en keert direct terug naar het beginscherm.
Inleiding
13
11. Rechter toets
Als het On-Screen Display (OSD) menu getoond wordt:
- Naar rechts navigeren naar de gewenste
menu-opties.
- Aanpassingen maken (zoals helderheid,
contrast...) Als het On-Screen Display (OSD) menu is
uitgeschakeld: (Alleen van toepassing op SD-kaart, intern geheugen en USB-stick)
- Volgend video- of audiobestand afspelen.
- Houd deze knop aangetikt om video of
audio snel vooruit te spoelen.
12. OK
Bevestigt een geselecteerde functie als een menu is weergegeven.
Speelt video, muziek, diavoorstelling af of pauzeert deze. (Alleen van toepassing op SD-kaart, intern geheugen en USB-stick)
13. Terug
Keert terug naar het hooste OSD-niveau. Sluit het pop-up instellingenmenu van OSD. Verlaat de huidige toepassing van OSD.
14. Toets Omlaag/volume verminderen
Als het On-Screen Display (OSD) menu getoond wordt:
- Omlaag navigeren naar de gewenste
menu-opties.
- Aanpassingen maken (zoals handmatige
keystone...) Als het On-Screen Display (OSD) menu is
uitgeschakeld: (Alleen van toepassing op SD-kaart, intern geheugen en USB-stick)
- Pas het volumeniveau aan.
iPhone/iPod
Afstandsbediening voor iPhone of iPod is niet alleen actief in de ingeschakelde modus maar ook in de stand-by modus waarin GP2 als docking-luidspreker fungeert.
1. Toetsen Volume hoger/lager
Past volume iPhone of iPod aan.
2. Toets omhoog
Blader naar boven om video of muziek te selecteren binnen een lijst met bestanden van het 'iPod'- menu.
3. Toetsen Vorige/Volgende
Ga naar het begin van de huidige of volgende video of muziek. Ingedrukt houden om de huidige video of muziek terug of snel vooruit te spoelen.
4. Menu/terug
Open het iPod-menu Wissel tussen submenu's in 'iPod'-menu.
Ga naar het vorige menu binnen het 'iPod'-menu.
5. Toets Omlaag
Blader naar beneden om video of muziek te selecteren binnen een lijst met bestanden van het 'iPod'- menu.
6. Toets Afspelen/Pauze
Speel muziek of video af of pauzeer deze uit een lijst met bestanden van het 'iPod'­menu in iPhone of iPod.
Als het hoofdmenu van de iPhone of iPod geopend is, speelt de iPhone of iPod na het indrukken van de toets alle muziek af.
7. OK
Selecteer een menu of optie in het iPod­menu. Bevestig het afspelen van muziek of video uit een lijst met bestanden van het 'iPod'­menu in iPhone of iPod.
14
Inleiding
Bereik van de afstandsbediening
De IR-sensor (infrarood) van de afstandsbediening bevindt zich op de voorkant van de projector. Houd de afstandsbediening in een hoek van maximaal 15 graden ten opzichte van de IR-sensor van de afstandsbediening op de projector voor een correcte werking. De afstand tussen de afstandsbediening en de sensor mag niet meer dan 7
O
n
g
e
v
e
e
r
1
5
º
meter (~23 voet) bedragen.
Zorg dat niets de infraroodstraal tussen de afstandsbediening en de IR-sensoren op de projector blokkeert.
De batterij van de afstandsbediening vervangen
1. Verwijder de batterijhouder.
Volg de geïllustreerde instructies. Houd de vergrendelarm ingedrukt terwijl u de batterijhouder verwijdert.
2. Plaats de nieuwe batterij in de houder. De positieve pool van de batterij moet naar buiten wijzen.
3. Duw de houder in de afstandsbediening.
Vermijd hoge temperaturen en vochtigheid.
De batterij kan beschadigd raken als u deze niet
correct vervangt.
Vervang batterijen alleen door hetzelfde type of een soortgelijk type batterijen, zoals door
de fabrikant aanbevolen.
Gooi lege batterijen weg overeenkomstig de instructies van de fabrikant.
Gooi een batterij nooit in vuur. De batterij kan in dat geval ontploffen.
Verwijder de batterij als deze leeg is of als u de afstandsbediening langere tijd niet gebruikt.
Zo voorkomt u dat de afstandsbediening beschadigd raakt door mogelijke lekkage van de batterij.
Inleiding
15

De projector positioneren

De gewenste beeldgrootte van de projectie instellen

De afstand van de lens van de projector tot het scherm, de zoominstelling (indien beschikbaar) en het videoformaat zijn allemaal factoren die de grootte van het geprojecteerde beeld bepalen.
16:10 is the eigen beeldverhouding van de projector.
4:3-beeld in een weergavegebied met de
verhouding 16:10
Plaats de projector altijd op een stabiel, niet hellend oppervlak (bijvoorbeeld op een tafel) en in een loodrechte positie (90°) ten opzichte van het midden van het scherm. Zo voorkomt u beeldvervorming die wordt veroorzaakt door de projectiehoek (of wanneer u op oppervlakken met hoeken projecteert).
De hedendaagse digitale projectoren projecteren niet recht vooruit zoals oudere modellen met spoelen. Ze projecteren het beeld in een hoek net boven het horizontale vlak van de projector. Op deze manier kan de gebruiker de projector gewoon op een tafel plaatsen en worden de beelden zodanig op het scherm geprojecteerd dat de onderste rand van het scherm net boven de tafelrand komt (zodat iedereen in de kamer het scherm goed kan zien).
BenQ heeft een tabel voorzien met beeldschermformaten om u te helpen bij het bepalen van de ideale locatie voor uw projector. Zie "Projectie-afmetingen" op pagina 17 afhankelijk van de projector die u gebruikt. U dient rekening te houden met de loodrechte horizontale afstand tot het midden van het scherm (projectieafstand) en met de verticale verschuivingshoogte van de projector ten opzichte van de horizontale rand van het scherm (verschuiving).
16:10-beeld aangepast aan een 4:3-beeldvlak
16
De projector positioneren

Projectie-afmetingen

Zie "Afmetingen" op pagina 74 voor de lensmiddenafmetingen van deze projector voordat u de geschikte positie berekent.
1280:800 schermdiagonaal
Scherm
Midden van de lens
Projectieafstand
1280:800 schermdiagonaal Aanbevolen projectieafstand tot scherm in mm voet inch mm Gemiddeld
2,00 24 610 621 3,33 40 1016 1034 4,67 56 1422 1448 6,00 72 1829 1862 6,66 80 2032 2069
De projector positioneren
17

Aansluitingen

Niet alle kabels die in de onderstaande aansluitingen zijn weergegeven, zijn bij de projector geleverd (zie "Inhoud van de verpakking" op pagina 8). Deze kabels zijn verkrijgbaar bij elektronicawinkels.

De voeding aansluiten

De meegeleverde wisselstroomadapter of een optionele herlaadbare lithium-ion batterij gebruiken.
De projector moet worden gebruikt met de meegeleverde voedingsadapter. Schade die wordt veroorzaakt door gebruik van een verkeerde voedingsadapter valt niet onder de garantie.

De voedingsadapter gebruiken

1. Steek de stekker van de voedingsadapter in de aansluiting DC IN.
2. Steek het juiste einde van het snoer in de voedingsadapter.

Steek de stekker aan de andere kant van het snoer in een stopcontact. Controleer of de voedings-LED indicator op de projector blauw oplicht bij gebruik van de voedingsadapter.

3
2
1

De optionele batterij gebruiken

De projector moet worden gebruikt met de opgegeven herlaadbare lithium-ion batterij. Laad de batterij voordat de projector voor de eerste keer wordt gebruikt. De projector gebruiken om de batterij op te laden. U kunt de projector ook gebruiken voor het opladen van de batterij. Schakel de projector uit voordat u de batterij aansluit.
De batterij opladen
Als u de batterij gebruikt, moet u de voorzorgsmaatregelen volgen.
1. Schuif de batterijvergrendeling naar de open kant.
18
Aansluitingen
2. Plaats de projector op de batterij. Als de capaciteit van de batterij tussen 10 % en 100 % ligt, schakelt de LED-indicator van de batterij uit. Als de capaciteit lager is dan 10 % knippert de LED-indicator voor de batterij rood en schakelt het systeem zichzelf uit.
3. Plaats de batterij voorzichtig tot hij op zijn plaats klikt.
3
2
1
4. Steek de stekker van de voedingsadapter in de aansluiting DC IN.
5. Steek het juiste einde van het snoer in de voedingsadapter.
6. Steek de stekker aan de andere kant van het snoer in een stopcontact. De LED­indicator voor de batterij knippert blauw als het laden begint en en wordt continu blauw als het laden voltooid is.
De batterij verwijderen
Verschuif de schakelaars van de batterijvergrendeling aan de twee zijkanten om de batterij uit de projector te halen.
Aansluitingen
19
Gedrag LED-indicator batterij
• Batterij + adapter
Status Status Led-kleur
Laden Stroom aan / stand-by modus Blauw knipperen Batterij volledig opgeladen Stroom aan / stand-by modus Blauw continu
We adviseren om de batterij met de projector verbonden te houden, ook als de projector op
een stopcontact is aangesloten.
De batterij moet ongeveer 3,5 uur geladen worden als hij volledig ontladen is.
Als de batterij is aangesloten en de
Economisch, kunt u een video van elke bron afspelen gedurende drie uur op 100AL als de
batterij volledig geladen is. (Als u de de levensduur van de batterij verkort tot ongeveer een uur op 200AL.)
Economisch-modus wordt aangeraden bij langere projectietijden als het apparaat alleen op
de batterij gebruikt wordt.
De laadtijd en capaciteit van de batterij verschilt afhankelijk van de batterijstatus, de
werkomstandigheden en de gebruiksduur. De batterij gebruikt stroom ook als het apparaat niet in gebruik is. Na verloop van tijd loopt de maximale gebruikstijd langzaam terug.
De batterij kan ongeveer 300 maal worden opgeladen. De levensduur van de batterij is
afhankelijk van de persoonlijke gewoonten van de gebruiker.
LED-modus in Instellingen is ingesteld op
LED-modus in Instellingen op Normaal zet, wordt
Aanwijzingen en eisen voor het gebruik van de batterij
Aanbevolen gebruik
Lees de aanwijzingen voor de batterij en het etiket voordat u hem in gebruik neemt.
Gebruik de batterij binnenshuis onder normale omstandigheden, temperatuur: (25±3)°C, absolute vochtigheid: 65±20%
Tijdens het gebruik moet de batterij uit de buurt gehouden worden van warmte, hoge spanningen en kinderen. Laat de batterij niet vallen.
Gebruik de passende lader. Plaats de batterij niet langer dan 24 uur in de lader.
Maak geen kortsluiting tussen de contacten. Beschadig of demonteer de batterij niet zelf. Plaats de batterij niet in een vochtige omgeving om gevaar te vermijden.
Pak hem niet in geleidend materiaal in om schade te vermijden als gevolg van rechtstreeks contact tussen metaal en batterij. Bewaar de batterij op een droge plek.
Werp de gebruikte batterij met zorg weg. Gooi hem niet in vuur of water.
•Gevaar:
Het demonteren van batterijen is niet toegestaan.
De batterij beschikt intern over beveiligde onderdelen en leidingen om gevaar te vermijden. Deze beschermende functie gaat teniet als gevolg van mishandeling, zoals demontage, waardoor hij warm kan worden, rook afgeven, vervormen of verbranden.
Batterijen niet kortsluiten
Raak de plus- en minus-contacten niet met metaal aan. Bewaar de batterij niet samen met metalen delen tijdens opslag of vervoer. Als de batterij wordt kortgesloten, wordt de stroom versterkt wat schade oplevert en waardoor de batterij opwarmt, rook afgeeft, vervormt of verbrandt.
Voorkom dat de batterij opwarmt en verbrandt.
Opwarmen of verbranden van de batterij lost de isolatie binnen de batterij op waardoor de bescherming wordt opgeheven en de elektrode kan verbranden, oververhitten, rook afgeven of vervormen.
Voorkom gebruik van de batterij bij een warmtebron
20
Aansluitingen
Gebruik de batterij niet in de buurt van vuur of kachels, of bij een hogere warmte dan 60°C; oveverhitting veroorzaakt interne kortsluiting, warmte, rook, vervorming of brand.
De batterij niet in water dompelen
Maak de batterij niet nat en dompel hem niet onder, waardoor de interne bescherming opgeheven wordt of wat abnormale chemische reacties oplevert, evenals oververhitting, rook, vervorming of brand.
Niet opladen in de buurt van vuur of in het zonlicht.
Anders beschadigt de interne bescherming of kunnen abnormale chemische reacties ontstaan, evenals oververhitting, rook, vervorming of brand
Gevaar bij het gebruik van niet-opgegeven laders
Bij opladen onder abnormale omstandigheden beschadigt de interne bescherming of kunnen abnormale chemische reacties ontstaan, evenals oververhitting, rook, vervorming of brand
Batterij niet beschadigen
Voorkom dat het metaal van de batterij beschadigt door slagen of vallen, dit kan evenals oververhitting, rook, vervorming of brand veroorzaken.
De batterij niet lassen of solderen
Door oververhitting kan de interne isolatie oplossen en kan oververhitting, rook, vervorming of brand ontstaan.
Niet laden via het stopcontact of de aansluiting voor de aansteker in de auto.
Hoogspanning en versterkte stroom beschadigt de batterij en verkort de levensduur en kan oververhitting, rook, vervorming of brand veroorzaken.
Gebruik deze batterij niet voor andere apparatuur
Onjuist gebruik beschadigt de batterij en verkort de levensduur en kan oververhitting, rook, vervorming of brand veroorzaken.
Raak de batterij niet aan als deze lekt
Lekkende elektrolyt veroorzaakt huidongemak. Als het in de ogen terechtkomt, deze niet uitwrijven maar snel uitwassen en voor behandeling naar een ziekenhuis gaan.
•Waarschuwing
Niet samen met andere batterijen gebruiken
De batterij kan niet worden gecombineerd met wegwerp- of recycled batterijen. Door de abnormale op­en ontlading kan dit oververhitting, vervorming, rook of brand veroorzaken.
Houd de batterij buiten het bereik van kinderen en voorkom dat ze op hem bijten of hem inslikken.
Houd de batterij niet te lang in de lader. Als het opladen te lang duurt, moet u stoppen met laden. Door het abnormale opladen kan de batterij oververhitten, vervormen, roken of branden.
Niet in de magnetron of andere apparaten onder druk plaatsen. Haal de batterij uit het apparaat of de lader als hij opwarmt of lekt (of geur afgeeft) en werp hem weg. De slechte batterij kan oververhitten, vervormen, roken of branden.
Voorzorgsmaatregelen
Melding
Voorkom blootstellen van de batterij aan direct zonlicht ter voorkoming van oververhitting, rook, vervorming of brand en om te voorkomen dat de prestaties en levensduur teruglopen.
Vrij van statische elektriciteit
De batterij bevat een interne bescherming om problemen te voorkomen. Gebruik de batterij niet onder elektrostatische omstandigheden (boven 1000 V) omdat dit de bescherming kan beschadigen waardoor de batterij niet langer werkt en oververhitting, vervorming, rook of brand kunnen ontstaan.
Temperatuurbereik bij ontladen
Aansluitingen
21
Het aanbevolen temperatuurbereik bij ontladen is 0-60°C; daarbiuten lopen de prestaties en levensduur van de batterij terug.
Lees de handleiding voor het gebruik.
Oplaadmethode
Gebruik de speciale laders met de aanbevolen laadmethode om de batterij te laden.
Eerste gebruik
Als u de batterij voor het eerst gebruikt, moet u deze niet in het apparaat plaatsen als hij vuil is of geur afgeeft. In dat geval moet u de batterij terugbrengen naar de verkoper.
Gebruik door kinderen
Als kinderen de batterij gebruiken, dient dit te gebeuren onder toezicht van hun ouders.
Voorkom aanraken door kinderen
Houd de batterij buiten bereik van kinderen. Voorkom dat kinderen de batterij uit de lader of de apparatuur halen om er mee te spelen.
Voorkom dat lekkende vloeistof de huid of kleding aanraakt. Indien aangeraakt met schoon water wassen om ongemak van de huid te voorkomen
Onderzoek
Als u de batterij koopt, moet u informeren hoe u contact met de verkoper kunt opnemen zodat u in noodgevallen om hulp kunt vragen.
Garantie bij veilig gebruik
Als de batterij voor andere apparaten gebruikt wordt, moet u contact opnemen met de fabrikant over het verkrijgen van de beste prestaties; let in elk geval op de maximale stroom, snel opladen en speciale toepassingen.
22
Aansluitingen

Een computer aansluiten

De projector heeft een VGA-ingang waarop u IBM®- en Macintosh®-compatibele computers kunt aansluiten. Als u verbinding maakt met oudere Macintosh-computers, hebt u een Mac-adapter nodig.
De projector aansluiten op een laptop of desktopcomputer:
• Een VGA-kabel gebruiken
1. Sluit het ene uiteinde van de meegeleverde multi-invoerkabel aan op de D-Sub­uitgang van de computer.
2. Sluit het andere uiteinde van de kabel aan op de PC/AV-aansluiting van de projector.
3. Als u de projectorluidspreker wilt gebruiken, neemt u een geschikte audiokabel en sluit u het ene uiteinde van de kabel aan op de audio-uitgang van de computer en het andere uiteinde op de audio-ingang van de multi-invoerkabel.
Laptop of desktopcomputer
Multi-invoerkabel
Audiokabel
of
Bij notebooks worden de externe videopoorten vaak niet ingeschakeld wanneer een projector is aangesloten. Met de toetsencombinatie FN + F3 of FN + CRT/LCD kunt u de externe weergave doorgaans in- of uitschakelen. Zoek op de notebook de functietoets CRT/LCD of de functietoets met een monitorsymbool op de notebook. Druk tegelijk op FN en een van deze toetsen. Raadpleeg de handleiding bij uw notebook voor meer informatie over mogelijke toetsencombinaties.
Aansluitingen
23
• Een HDMI-kabel gebruiken
1. Neem een HDMI-kabel en sluit het ene uiteinde aan op de HDMI-aansluiting van de computer.
2. Sluit het andere uiteinde van de HDMI-kabel aan op de HDMI-aansluiting op de projector.
HDMI
HDMI
• Een USB-kabel gebruiken
1. Sluit het uiteinde type A van een USB-kabel aan op de USB-uitgang van de computer.
2. Sluit de mini-B aansluiting van de USB-kabel aan op de USB-DISPLAY-aansluiting van de projector. Als u de projector op een computer aansluit, kunt u het computerbeeld weergeven of bestanden van de computer overzetten naar het interne geheugen van de projector.
24
USB
USB
3. Als u USB-scherm kiest, moet u de meldingen op het scherm volgen om eerst het USB-stuurprogramma op de computer te installeren.
4. Als u USB-bestandsoverdracht kiest, gaat u naar Mijn computer of naar Windows Verkenner om de bestanden van de projector op te halen. De projector verschijnt als een verwisselbare schijf. Breng de bestanden van de computer over naar de projector door ze te verslepen of te kopiëren en plakken.
Aansluitingen
Loading...
+ 53 hidden pages