BEKO HIG 95225 SX User Manual [nl]

De fabrikant is niet aansprakelijk voor mogelijke onnauwkeurigheden, te wijten aan drukfouten of verschrijvingen, in dit boekje. Ook het uitzicht van de afgedrukte afbeeldingen is louter indicatief. Wij houden ons het recht voor aan onze producten wijzigingen die wij noodzakelijk of nuttig achten, ook in het belang van de klant, aan te brengen, zonder dat dit de essentiële functionaliteits- en veiligheidskenmerken aantast. De kookplaat is bedoeld voor de bereiding van gerechten in huiselijke kring. Ze mag niet
voor andere doeleinden gebruikt worden en mag alleen onder toezicht gebruikt worden.
COD. 04031II (04031NL) - 24.02.2015
Geachte klant, U hebt een van onze producten gekocht en hiervoor danken wij u oprecht. Wij zijn ervan overtuigd dat dit nieuwe toestel, modern, functioneel en praktisch, en gemaakt met materialen van de hoogste kwaliteit, uitstekend aan al uw eisen zal voldoen. Het gebruik van dit nieuwe toestel is eenvoudig, maar om de beste resultaten te behalen is het belangrijk dit boekje aandachtig te lezen voor u het voor de eerste keer gebruikt.
Deze aanwijzingen zijn uitsluitend geldig voor de bestemmingslanden waarvan de identificatiesymbolen zijn afgedrukt op het instructieboekje en op het etiket van het toestel. De fabrikant kan niet aansprakelijk worden gesteld voor eventuele schade aan zaken of personen, die voortvloeit uit een niet correcte installatie of een verkeerd gebruik van het toestel.
AANWIJZINGEN EN RAADGEVINGEN VOOR
HET GEBRUIK, DE INSTALLATIE EN HET
ONDERHOUD VAN DE GAS- EN GEMENGDE
INBOUWKOOKPLATEN
2
1 Brander drievoudige krans van 3100 W 2 Snelbrander van 2800 W 3 Halfsnelle brander van 1750 W 4 Halfsnelle brander gereduceerd van 1400 W 5 Bedieningsknop brander nr. 4 6 Bedieningsknop brander nr. 3 7 Bedieningsknop brander nr. 1 8 Rooster gietijzer brander drievoudige krans 9 Rooster gietijze rechts 10 Rooster gietijze centraal 11 Bedieningsknop brander nr. 2
OPGELET: dit toestel werd ontworpen voor huishoudelijk gebruik.
4
6 5 11 6
9
108
7
BESCHRIJVING KOOKPLATEN
WAARSCHUWING: Het apparaat en de toegankelijke onderdelen
ervan worden heet tijdens gebruik. Zorg ervoor dat u de verwarmingselementen niet aanraakt. Kinderen jonger dan 8 jaar moeten uit de buurt worden gehouden, tenzij ze voortdurend onder toezicht staan. Dit apparaat kan worden gebruikt door kinderen vanaf 8 jaar en ouder en personen met verminderde fysieke, zintuiglijke of mentale vermogens of gebrek aan ervaring en kennis, mits zij onder toezicht staan of instructies hebben gekregen over hoe zij het apparaat op een veilige manier kunnen gebruiken en de risico’s van het gebruik begrijpen. Kinderen mogen niet spelen met het apparaat. Schoonmaken en onderhoud mag niet door kinderen zonder toezicht worden uitgevoerd.
AFB. 1 AFB. 2
3
Branders
VermogensWØ Kookpannen
cm
Drievoudige krans 3100 24 ÷ 26 Snel 2800 20 ÷ 22 Halfsnelle gereduceerd 1400 16 ÷ 18 Halfsnelle 1750 16 ÷ 18
Stand gesloten
Stand maximale gastoevoer
Stand minimale gastoevoer
GEBRUIK
1) BRANDERS
Op het frontpaneel staat boven iedere bedieningsknop een schema gezeefdrukt waarin is aangegeven welke brander de knop bedient. Nadat u de kraan van de gasleiding of –fles hebt geopend, steekt u de branders aan zoals hieronder beschreven:
- manuele ontsteking
De bedieningsknop voor de te gebruiken brander indrukken en tegen de klok in draaien tot de stand Maximum (grote vlam afb. 1) en een aangestoken lucifer tegen de brander houden.
- Elektrische ontsteking
De bedieningsknop voor de te gebruiken brander indrukken en tegen de klok in draaien tot de stand Maximum (grote vlam afb. 1) en vervolgens de ontstekingsknop indrukken en weer loslaten.
- Automatische elektrische ontsteking
De bedieningsknop voor de te gebruiken brander indrukken en tegen de klok in draaien tot de stand Maximum (grote vlam afb. 1) en vervolgens de helemaal indrukken.
- Ontsteking branders voorzien van veiligheidsthermokoppel
Vo o r de b ra nd er s vo or z i e n v a n veiligheidsthermokoppel dient u de bedieningsknop voor de betreffende brander tegen de klok in te draaien tot de stand Maximum (grote vlam afb. 1) tot u een kleine weerstand voelt. Vervolgens drukt u de bedieningsknop in en herhaalt u de hierboven aangegeven handelingen. Na de ontsteking dient u de knop circa 10 seconden ingedrukt te houden.
HOE DE BRANDERS TE GEBRUIKEN
Om een maximaal rendement te behalen met een minimum aan gasverbruik is het nuttig het onderstaande in gedachte te houden:
- gebruik voor elke brander geschikte kookpannen (zie onderstaande tabel en afb. 2).
- Zet de bedieningsknop op de stand Minimum (kleine vlam afb. 1), wanneer het kookpunt bereikt is.
- Gebruik altijd kookpannen met een deksel.
- Alleen maar met platte bodem recipiënten gebruiken.
AANWIJZINGEN:
- het ontsteken van de bra n d e r s met veiligheidsthermokoppels is alleen mogelijk wanneer de bedieningsknop op de stand Maximum (grote vlam afb. 1) staat.
- Wanneer er geen stroom is kunt u de branders aansteken met een lucifer.
- Laat het toestel niet onbewaakt achter wanneer er branders in gebruik zijn en let erop dat er geen kinderen in de buurt zijn. Zorg er in het bijzonder voor dat de handvaten van de kookpannen in de juiste positie staan en houd toezicht op het koken van spijzen die oliën of vetten gebruiken, aangezien die licht ontvlambaar zijn.
- Gebruik geen sprays in de nabijheid van het toestel wanneer het in gebruik is.
- Verwijder, indien de kookplaat van een deksel is voorzien, alle op het oppervlak gemorste etensresten voor u het opent. Indien het toestel wordt uitgerust met een deksel in glas kan dit barsten wanneer het verhit wordt. Doof alle branders en laat ze afkoelen voor u het deksel sluit.
- H et g eb ru ik va n dit a pp ar aa t i s nie t toegelaten aan personen die fysisch en mentaal niet volledig bekwaam zijn (kinderen inbegrepen) of die een gebrek aan ervaring hebben met elektrische apparaten, tenzij ze onder het toezicht staan van volwassenen of instructies krijgen van volwassen die instaan voor hun veiligheid. Men dient erop toe te zien dat kinderen niet met het apparaat spelen.
- Geen potten/pannen gebruiken die voorbij het kookvlak komen.
WAARSCHUWINGEN EN ADVIES VOOR DE GEBRUIKER: het gebruik van een gaskooktoestel produceert warmte en vochtigheid in het vertrek waar het
geïnstalleerd is. Het is daarom noodzakelijk een goede ventilatie van het lokaal te voorzien, door de natuurlijke ventilatie-openingen (afb. 3) vrij te houden en het mechanische ventilatieapparaat (afzuigkap of ventilator afb. 4 en afb. 5) in te schakelen.
Een intensief en langdurig gebruik van het toestel kan extra ventilatie noodzakelijk maken, bij
voorbeeld door het openen van een venster, of een efficiëntere ventilatie door het vermogen van de
mechanische ventilatie, indien aanwezig, te verhogen. Probeer de technische eigenschappen van het product niet te wijzigen. Dit kan gevaarlijk zijn. Als u dit apparaat niet langer wilt gebruiken (of een oud model wilt vervangen), is het raadzaam het
apparaat, voordat u het naar het afvalverwerkingsbedrijf brengt, onbruikbaar te maken in
overeenstemming met de van kracht zijnde wetgeving met betrekking tot
gezondheidsbescherming en milieuverontreiniging. De gevaarlijke onderdelen dienen onschadelijk
te worden gemaakt, in het bijzonder voor kinderen, die met het ongebruikte apparaat zouden
kunnen spelen. raak het apparaat niet aan met natte of vochtige handen of voeten. gebruik het apparaat nooit terwijl u blootsvoets bent. de fabrikant is niet aansprakelijk voor eventuele schade die voortkomt door oneigenlijk, foutief of
onredelijk gebruik. tijdens en onmiddellijk na het gebruik worden sommige onderdelen van de kookplaat heel warm.
Raak ze niet aan. controleer na het gebruik van de kookzones of de bedieningsknoppen opnieuw op de
sluitingsstand staan en sluit de belangrijkste gas-aanvoerleiding en de tank klep. In geval van storing van de gaskranen te bellen met de klantenservice.
AFB. 3 AFB. 4 AFB. 5
(*) LUCHTINGANG: ZIE HOOFDSTUK INSTALLATIE (PARAGRAFEN 5 EN 6)
4
Let op: tijdens het gebruik wordt het werkoppervlak heel warm in de buurt van de kookplaten: houd kinderen op afstand!
GEBRUIK
OPGELET: voor het uit v o e r e n van eender welke reinigingshandeling dient u het toestel los te koppelen van het voedingsnet gas of elektriciteit.
2) WERKVLAK
Indien u het oppervlak van het werkvlak glanzend wilt houden is het heel belangrijk het na ieder gebruik met een lauw sopje te wassen, het af te spoelen en af te drogen. Op dezelfde manier moeten ook de geëmailleerde roosters, de geëmailleerde kapjes “C” en de branderkoppen “T” (zie afb. 6) gewassen worden. Zij moeten ook worden gereinigd plugs "AC" en vlamdetectie "TC". Het reinigen dient te gebeuren wanneer het werkvlak en de onderdelen niet warm zijn en u moet geen metalen sponsjes, schuurpoeder of bijtende sprays gebruiken. Laat niet toe dat azijn, koffie, melk, zout water en citroen- of tomatensap lange tijd in contact blijven met de oppervlakken.
AANWIJZINGEN: gelieve zich bij het opnieuw monteren van de onderdelen te houden aan de onderstaande aanbevelingen:
- controleer of de inkepingen van de branderkoppen “T” (afb. 6) niet verstopt zijn door vreemde voorwerpen.
- Vergewis u ervan dat het geëmailleerde kapje “C” (afb. 6) juist op de branderkop geplaatst is. Aan deze voorwaarde is voldaan wanneer het kapje volledig stabiel op de branderkop rust.
- De juiste plaats van het rooster wordt bepaald door de afgeronde hoeken die tegen de zijkanten van de kookplaat moeten worden geplaatst.
- Wanneer de bediening voor het sluiten en openen van een kraan moeilijk gaat, forceer dan niets, maar vraag dringend de tussenkomst van de technische assistentie.
- Niet schoon het plan met stralen van stoom.
AFB. 6
5
REINIGING
Opmerking: Het continu gebruik kan leiden, bij de branders hebben verschillende kleuren van de originele, door de hoge temperatuur.
TECHNISCHE MEDEDELINGEN
BESTEMD VOOR DE
INSTALLATEURS
De installatie, alle regelingen, de veranderingen en de onderhoudshandelingen die in dit deel worden opgesomd mogen uitsluitend door gekwalificeerd personeel worden uitgevoerd. Een foutieve installatie kan schade veroorzaken aan personen, dieren en zaken, waarvoor de constructeur niet aansprakelijk kan worden gesteld.
De apparatuur moet goed zijn geïnstalleerd, in overeenstemming met de geldende regels en volgens de instructies van de fabrikant.
De veiligheids- en automa t i sche regelvoorzieningen van de toestellen mogen tijdens de levensduur van de installatie uitsluitend door de constructeur of door de afdoend gekwalificeerde leverancier worden gewijzigd.
3) PLAATSING KOOKPLAAT
Na het wegnemen van de externe verpakking en de interne verpakkingen van de verschillende losse delen dient u zich ervan te vergewissen dat de kookplaat onbeschadigd is. In geval van twijfel het toestel niet gebruiken en zich wenden tot gekwalificeerd personeel.
De onderdelen van de verpakking (karton, zakjes, piepschuim, nagels) moeten buiten het bereik van kinderen gehouden worden, aangezien zij een mogelijke bron van gevaar zijn.
Maak in het bovenvlak van het modulaire meubel een opening voor het inbouwen met de afmetingen, uitgedrukt in mm, aangegeven in afb. 7. Zorg er hierbij voor dat de kritische afstanden tussen de kookplaat, de zijwanden, de achterwand en de bovenwand ( z i e afb. 7 en 8) worden gerespecteerd.
6
A B C D E
5F (90) 833 475 62.5 62.5 73.5 min.
AFB. 7 AFB. 8
INSTALLATIE
AAN TE HOUDEN AFMETINGEN (mm)
BELANGRIJK: voor een perfecte installatie, aanpassing of wijziging van de kookplaat aan het gebruik van andere gassen, is het noodzakelijk om een erkende installateur te gebruiken: niet-naleving van deze regel zorgt ervoor dat de vervalt de garantie.
7
AFB. 9 AFB. 10
INSTALLATIE
Het toestel dient te worden geclassificeerd in klasse 3 en daarom zijn alle voorschriften van de normen voor dergelijke toestellen van toepassing.
4) BEVESTIGING VAN DE KOOKPLAAT
De kookplaat is ui t gerust me t ee n speciale afdichting om te vermijden dat er vloeistof in het meubel sijpelt. Om deze afdichting correct aan te brengen verzoeken wij u zich nauwkeurig te houden aan wat hieronder wordt opgegeven:
- maak de strips van de afdichtingen los van hun ondergrond. Zorg er hierbij voor dat de doorzichtige bescherming aan de afdichting vast blijft zitten.
- Leg de kookplaat ondersteboven en plaats de afdichting “E” (afb. 9) correct onder de rand van de kookplaat, op dusdanige manier dat de buitenrand van de afdichting perfect samenvalt met de buitenste rand van de kookplaat. De uiteinden van de strips dienen samen te vallen zonder elkaar te overlappen.
- Laat de afdichting op uniforme en zekere wijze aansluiten op de kookplaat, door hem met uw vingers aan te drukken, haal vervolgens de strip beschermpapier weg en plaats de kookplaat in het in het meubel gemaakte gat.
- Zet het vast met de voorziene beugels “S”. Zorg ervoor dat u het uitstekende deel in de gleuf “H” steekt, die is uitgehaald op de bodem, en zet de schroeven “F” aan tot de beugel “S” zich vastzet op de top (zie afb. 10).
- Het is mogelijk dat U per ongeluk de heet oppervlakte van de houder van het vlak tijdens het gebruik aanraakt, dus vastschroef een houten bintbalk op een afstand van 70 mm (op zijn minst) van de top (afb. 7).
BELANGRIJKE
INSTALLATIEVOORSCHRIFTEN
Wij wijzen de installateur erop dat de eventuele zijwanden niet hoger mogen zijn dan de kookplaat. Bovendien moeten de achterwand en de oppervlakken die aan de kookplaat grenzen of er omheen staan, bestand zijn tegen een temperatuur van 90 °C. De lijm waarmee het plastic laminaat aan het meubel is bevestigd moet bestand zijn tegen temperaturen van minstens 150 °C om te vermijden dat de bekleding los komt. De installatie van het toestel moet conform de voorschriften van de normen zijn. Dit toestel is niet aangesloten op een apparaat voor de verwijdering van de verbrandingsproducten. Het dient daarom te worden aangesloten in overeenstemming met de eerder genoemde installatieregels. U dient bijzondere aandacht te besteden aan de hieronder vermelde bepalingen die van toepassing zijn voor ventilatie en verluchting.
5) VENTILATIE VERTREKKEN
Het is noodzakelijk dat het lokaal waar het toestel wordt geïnstalleerd voortdurend geventileerd is om een goede werking ervan te garanderen. De benodigde hoeveelheid lucht is de hoeveelheid die nodig is voor de juiste verbranding van het gas en voor de ventilatie van het vertrek, met een volume van minstens 20 m3. De natuurlijke luchttoevoer rechtstreeks te geschieden door permanente openingen in de wanden van het vertrek naar buiten, met een minimum doorsnede van 100 cm
2
(zie afb. 3). Deze openingen moet zodanig worden uitgevoerd dat ze niet kunnen worden verstopt. Ook indirecte ventilatie is toegelaten, door middel van het opname van de lucht uit ruimte die aan het te ventileren vertrek grenzen, op voorwaarde dat de voorschriften van de normen strikt worden opgevolgd.
6) PLAATS EN ONTLUCHTING
De gaskooktoestellen moeten altijd de verbrandingsproducten afvoeren door wasemkappen die zijn aangesloten op schoorstenen, rookpijpen of rechtstreeks naar buiten (zie afb. 4). Indien het niet mogelijk is een wasemkap te gebruiken is ook het gebruik van een ventilator toegestaan, die geïnstalleerd is in een venster of een wand naar buiten, en die tegelijkertijd met het toestel ingeschakeld moet worden (zie afb. 5), op voorwaarde dat de bepalingen betreffende de ventilatie die zijn opgesomd in de normen strikt worden nageleefd.
7) GASAANSLUITING
Voor u het toestel aansluit dient u er zich van te vergewissen dat de gegevens op het etiket op het onderste deel van de behuizing compatibel zijn met het gasdistributienet.
Het etiket van dit boekje en het etiket op het onderste deel van de behuizing geven de
voorwaarden aan voor de instelling van het toestel: gastype en werkdruk. Wanneer het gas wordt verdeeld door leidingen, moet het toestel aangesloten worden op de gasaanvoerinstallatie en afdichtingen volgens de norm NBN D 51-003:
●ofwel met een starre metalen buis uit staal, waarvan de koppelingen moeten worden uitgevoerd door middel van verbindingsstukken met schroefdraad overeenkomstig norm EN
10226.
●Ofwel met buizen in koper, waarvan de koppelingen moeten worden uitgevoerd door middel van verbindingsstukken met mechanische.
●Ofwel met een buigzame buis van roestvrij staal met naadloze wand, met een lengte van maximum 2 meter en afdichtingen volgens de norm. Deze buis moet zodanig geïnstalleerd worden dat hij niet in contact kan komen met bewegende delen van de inbouwmodule (bij voorbeeld laden) en mag niet door ruimtes lopen die kunnen worden gevuld.
Wanneer het gas rechtstreeks door een fles wordt geleverd, moet het toestel, gevoed door een
drukregelaar, worden aangesloten:
●ofwel met buizen in koper, waarvan de koppelingen moeten worden uitgevoerd door middel van verbindingsstukken met mechanische.
●Ofwel met een soepele buis van roestvrij staal met naadloze wand, met een lengte van maximum 2 meter en afdichtingen volgens norm UNI 9264. Deze buis moet zodanig geïnstalleerd worden dat hij niet in contact kan komen met bewegende delen van de inbouwmodule (bij voorbeeld laden) en mag niet door ruimtes lopen die kunnen worden gevuld. Wij raden aan op de soepele buis het speciale, in de handel gemakkelijk te verkrijgen verloopstuk aan te brengen, om de verbinding met de pakkinghouder van de drukregelaar die op de fles is gemonteerd te vereenvoudigen.
●Ofwel met rubberen slang conform de normen, niet korten dan 400 mm en niet langer dan 1500 mm, hecht bevestigd aan de rebberdrager door middel van veiligheidsbandjes volgens de normen.
Als de aansluiting afgewerkt is, moet u de perfecte dichting controleren en daarbij gebruik maken van een zeepoplossing en nooit van een vlam.
WAARSCHUWING:
- het verbindingsstuk voor de gastoevoer naar het apparaat heeft een interne ronde bedrading van 1/2”, kegel, overeenkomstig normen EN 10226.
- Het apparaat is conform de voorschriften van de hieronder genoemde Europese Richtlijnen: CEE 2009/142 betreffende de Gasvelligheid.
-
8
INSTALLATIE
9
INSTALLATIE
VOOR BELGIË AANSLUITING OP GAS
EN 10226
10
INSTALLATIE
EN 10226
EN 10226
EN 10226
EN 10226
EN 10226
11
INSTALLATIE
EN 10226
EN 10226
12
8) ELEKTRISCHE AANSLUITING
De elektrische aansluiting dient te worden uitgevoerd conform de normen en de bepalingen van de geldende wetgeving.
Alvorens u overgaat tot aansluiting moet u het volgende controleren:
- de spanning overeenkomt met de waarde op het etiket met eigenschappen en dat de diameter van de kabels van de elektrische installatie de belasting, die ook op het etiket is vermeld, kan verdragen.
- de capaciteit van de elektrische installatie en van de stopcontacten geschikt is voor het maximum vermogen van het toestel (zie het etiket op het onderste deel van de behuizing).
- Het stopcontact of de installatie is uitgerust met een afdoende aarding volgens de normen en de bepalingen van de actueel geldende wetgeving. Wij wijzen elke verantwoordelijkheid af voor het niet naleven van deze bepalingen.
Wanneer de aansluiting op het elektriciteitsnet wordt uitgevoerd door middel van een stopcontact:
- monteer op de voedingskabel “C”, indien niet voorzien, (zie afb. 11) een genormaliseerde stekker die geschikt is voor de belasting die vermeld staat op het etiket. Sluit de draden aan volgens het schema van afb. 11 en let op de hieronder gegeven overeenkomsten:
letter L (fase) = bruine draad; letter N (neutraal) = blauwe draad;
ymbool aarde = groen-gele draad.
- De voedingskabel moet zodanig geplaatst worden dat hij op geen enkel punt een temperatuur van 90 °C bereikt.
- Gebruik voor de aansluiting geen reducties, verloopstukken of aftakstekkers, aangezien zij slechte contacten kunnen veroorzaken met als gevolg gevaarlijke oververhitting.
- De output moet toegankelijk zijn na de geïntegreerde functie.
Wanneer de aansluiting rechtstreeks op het net wordt uitgevoerd:
- plaats tussen he t toestel en het net een meerpolige schakelaar, afgestemd op de belasting van het toestel, met een opening
tussen de contacten van minstens 3 mm.
- Denk eraan dat de aardkabel niet onderbroken mag worden door de schakelaar.
- De elektrische aansluiting ook worden beschermd met een differentiaalschakelaar met hoge gevoeligheid.
Wij raden u sterk aan de groen-geel gekleurde aarddraad vast te maken aan een efficiënte aardinstallatie.
Vooraleer elke onderhoudshandeling uit te voeren op het elektrische gedeelte van het apparaat, moet het losgekoppeld worden van het elektriciteitsnet.
AANWIJZINGEN: al onze t o e stellen zijn ontworpen en gebouwd volgens de Europese normen EN 60 335-1, EN 60 335-2-6 en EN 60 335-2-102 en betreffende amendementen. Het toestel is conform de voorschriften van de Europese Richtlijnen:
- CEE 2004/108/CE betreffende de elektromagnetische compatibiliteit.
- CEE 2006/95 betreffende de elektrische veiligheid.
CEE 2011/65 / UE betreffende de beperking
van het gebruik van bepaalde gevaarlijke stoffen.
- Verordening (EU) nr. 65/2014 houdende
aanvulling van Richtlijn 2010/30 / EU.
- Verordening (EU) nr- 66/2014 houdende
aanvulling van Richtlijn 2009/125 / EC. Normen EN 30-2-1, EN 60350-1, EN 60350-2, EN 50304.
AFB. 11
BELANGRIJK: de installatie dient uitgevoerd te worden volgens de instructies van de fabrikant. Een foutieve installatie kan letsels en schade veroorzaken aan personen, dieren of voorwerpen. De fabrikant kan hiervoor niet aansprakelijk gesteld worden.
Als de installatie wijzigingen vereist aan de elektrische installatie van de woning of als de stekker van het apparaat incompatibel is met het stopcontact, vraag dan aan gekwalificeerd personeel om de z e wijzigingen en/of vervanging uit te voeren. Deze laatste dient, in het bijzonder, ook te controleren of de diameter van de kabels van het stopcontact geschikt zijn voor het geabsorbeerd vermogen van het apparaat.
INSTALLATIE
REGELINGEN
13
AFB. 12/AAFB. 12
Voor u welke regeling dan ook gaat uitvoeren, dient u de stroom van het toestel uit te schakelen. Aan het eind van de regelingen of voorafgaande regelingen moeten de eventuele verzegelingen door de technicus worden hersteld. De regeling van de primaire lucht is op onze branders niet noodzakelijk.
9) KRANEN
Regeling van het “Minimum”:
steek de brander aan en zet de bedieningsknop op de stand “Minimum” (kleine vlam afb. 1).
- verwijder de bedieningsknop “M” (fig. 12 en 12/A) die aan de kraan bevestigd is door er een lichte druk op uit te oefenen. De by-pass voor de regeling van de minimumtoevoer kan zich naast de kraan (fig. 12) of in het staafje bevinden. De regeling wordt mogelijk gemaakt door een kleine schroevendraaier “D” naast de kraan (fig. 12) of in de opening “C” in het staafje van de kraan (fig. 12/A) te plaatsen.
- draai de by-pass rechtsom of linksom, en stel de vlam in op de kleinste positie.
Wij raden u aan niet te overdrijven met het “Minimum”: de kleine vlam moet continu en stabiel branden. Monteer de verschillende onderdelen opnieuw.
Bovengenoemde regeling mag uitsluitend worden uitgevoerd met branders die werken op G20 of G25, terwijl met branders die werken op G30 of G31 de schroef helemaal moet worden vastgedraaid (draaien in wijzerzin).
Smering Kranen
Als een kraan is geblokkeerd,
geen kracht en om technische
bijstand verzoeken.
14
AFB. 13
4
INSTALLATIE
10) VERVANGING MONDSTUKKEN
De branders kunnen worden aangepast aan de diverse soorten gas door mondstukken te monteren die overeenstemmen met het gebruikte gas. Om dit te doen is het nodig de koppen van de branders weg te nemen en met een rechte sleutel “B” het mondstuk “A” (zie afb. 13) los te schroeven en te vervangen door ee n mondstuk dat overeenstemt met het gebruikte gas. Wij raden aan het mondstuk krachtig vast te zetten.
Nadat hij deze vervangingen heeft gedaan moet de technicus verdergaan met het regelen van de branders zoals beschreven in paragraaf 9, de eventuele organen voor
regeling of voorafgaande regeling verzegelen en o p het toestel het aanwezige etiket vervangen door het etiket dat overeenstemt met de nieuwe gasregeling. Dit etiket zit in de verpakking van de vervangingsmondstukken. De envelop met de injectoren en de etiketten kan inbegrepen zijn i n de uitrusting of beschikbaar zijn bij het erkende service centrum.
Voor het gemak van de installateur drukken wij hieronder een tabel af met de capaciteiten, de thermische capaciteiten van de branders, de diameter van het mondstuk en de werkingsdruk voor de diverse soorten gas.
PLAATS VAN DE BRANDERS
TABEL
BRANDERS
GAS
WERKINGS-
DRUK
mbar
THERMISCHE
CAPACITEIT
DIAMETER
MONDSTUK
1/100 mm
THERMISCHE
CAPACITEIT (W)
BENAMING
g/h l/h Min. Max.
E.E
Gaz Brand
.**
1
DRIEVOUDIGE
KRANS
G20/G25 G30/G31
20/25
28 - 30/37
225/221
295 121 Y
90
1800 1800
3100 3100
53,3 %
2
SNEL
G20/G25 G30/G31
20/25
28 - 30/37
204/200
267 117 S
83
800 800
2800 2800
53,2 %
3
HALFSNEL
G20/G25 G30/G31
20/25
28 - 30/37
127/125
167 97 Z
65
550 550
1750 1750
54,1 %
4
HALFSNEL
GEREDUCEERD
G20/G25 G30/G31
20/25
28 - 30/37
102/100
133 85 Y
58
550 550
1400 1400
57,5 %
LET OP! Het apparaat dient voor de installatie gewijzigd te worden in overeenstemming met de onderstaande tabel.
EE
gas brander
54.45 %
** In overeenstemming met Verordening nr 66/2014 EU-maatregelen voor de uitvoering van Richtlijn 2009/125/EC zijn de prestaties (EEgas brander) was berekend overeenkomstig EN 30-2-1 laatste evaluatie met de G20.
15
AFB. 17 AFB. 18
AFB. 14 AFB. 15 AFB. 16
Voor het uitvoeren van welke onderhoudshandeling dan ook, dient u het toestel los te koppelen van het ga- of elektriciteitsnet.
11) VERVANGING VAN DE ONDERDELEN
Om onderdelen te vervangen die aan de binnenkant van het toestel zitten dient u de roosters en de kern van de branders weg te nemen van het bovenste deel van het werkvlak, en vervolgens de bevestigingsschroeven “V” van de branders (afb. 14) en de bedieningsknoppen, die zijn vastgezet door eenvoudig aandrukken, te verwijderen, zodat u het werkvlak kunt optillen. Na het uitvoeren van de bovengenoemde handelingen kunt u de branders (afb. 15), de kranen (afb. 16) en de elektrische onderdelen (afb. 17) vervangen. Wij raden u aan telkens de afdichting “D” (afb. 16) te vervangen wanneer u een kraan vervangt, om een perfecte dichtheid te garanderen tussen het huis en het oploopstuk.
Invetten van de kranen (zie afb. 18)
Als de bediening van een kraan moeilijk wordt dient u hem zonder dralen in te vetten volgens de onderstaande aanwijzingen:
- demonteer de kraan.
- Reinig de conus en zijn behuizing met een doek die is vochtiggemaakt in een verdunner.
- Vet de conus licht in met het geschikte vet.
- De conus terug steken, meerdere malen verdraaien, er weer uithalen, het overbodige vet verwijderen en controleren of de gasopeningen niet verstopt zijn.
- Alle onderdelen weer monteren in de omgekeerde volgorde van het demonteren.
- De dichting moet gecontroleerd worden met een zeepoplossing; het gebruik van een vlam is
verboden.
Om het werk van de onderhoudstechnicus gemakkelijker te maken drukken wij op de volgende pagina een tabel af met de types en de doorsneden van de voedingskabels en het vermogen van de elektrische onderdelen.
ONDERHOUD
WAARSCHUWING: HET ONDERHOUD MAG UITSLUITEND
UITGEVOERD WORDEN DOOR BEVOEGDE PERSONEN.
16
FIG. 19
ONDERHOUD
Gaskookplaat
H05 RR - F Doorsnede 3 x 0.75 mm
2
TYPE KOOKPLAAT TYPE KABEL VOEDING 1 FASE
TYPES EN DOORSNEDEN VAN DE VOEDINGSKABELS
OPGELET!!!! Bij vervanging van de voedingskabel moet de installateur de aarddraad langer houden dan de fasedraden (zie afb. 19) en bovendien rekening houden met de aanwijzingen van paragraaf 8.
Voor België dit toestel is geregeld G20 - “p” 20 mbar
Categorie II
2E+3+
17
TECHNISCHE GEGEVENS VERMELD
OP HET KENMERKENETIKET
5 GASPITTEN
CATEGORIE = II
2E+3+
G 30 – BUTAAN = 28 - 30 mbar G 31 – PROPAAN = 37 mbar G 20 – AARDGAS = 20 mbar
Σ Qn AARDGAS = 10.80 kW Σ Qn L.P.G. = 785 g/h (G30)
771 g/h (G31)
SPANNING = 230 – 240 V ~ FREQUENTIE = 50/60 Hz
TECHNISCHE GEGEVENS VAN DE REGELING
GAS VAN HET TOESTEL
18
TECHNISCHE ASSISTENTIE EN
VERVANGINGSONDERDELEN
Dit toestel is voor het de fabriek verliet gekeurd en afgesteld door kundig en gespecialiseerd personeel om de beste werkingsresultaten te garanderen. De originele vervangingsonderdelen vindt u alleen in onze Technische Assistentiecentra en geautoriseerde winkels. Elke herstelling of afstelling die later nodig blijkt te zijn dient te worden gedaan met de grootste zorg en aandacht door gekwalificeerd personeel. Om deze reden raden wij aan u steeds te wenden tot de dealer die het toestel heeft verkocht of tot ons dichtstbijzijnde Assistentiecentrum, met vermelding van het merk, het model, het serienummer en het soort gebrek van het toestel in uw bezit. De betreffende gegevens zijn afgedrukt op het etiket aan de onderkant van het toestel en op het etiket op de doos van de verpakking. Aan de hand van deze informatie kan de technicus zorgen voor de geschikte vervangingsonderdelen en zodoende een tijdige en doeltreffende ingreep garanderen. Wij raden u aan deze gegevens hieronder te noteren, zodat u ze steeds bij de hand hebt:
MERK:  MODEL: . SERIE: ...
Cher client,vous venez d’acheter un de nos produits et nous vous en remercions vivement.Nous sommes certains que ce nouvel appareil, moderne, fonctionnel et pratique, construit avec des matériaux de toute première qualité, vous donnera entière satisfaction. L’utilisation de ce nouvel appareil est facile. Toutefois, avant de le mettre en fonction, il est important de lire attentivement ce livret pour obtenir les meilleurs résultats.
Ces instructions ne sont valables que pour les pays de destination dont les symboles d’identification figurent sur la couverture du livret d’instructions et sur l’étiquette de l’appareil. Le constructeur n’assume aucune responsabilité pour les dégâts matériels et les accidents de personnes dérivant d’une installation incorrecte ou d’un usage impropre de l’appareil.
INSTRUCTIONS ET CONSEILS
D’UTILISATION, D’INSTALLATION ET
D’ENTRETIEN DES TABLES DE CUISSON
A ENCASTREMENT AU GAZ ET MIXTE
Le fabricant ne saurait être retenu responsable des inexactitudes dues à des erreurs d'impression ou de transcription, contenues dans cette notice. Les dessins sont purement indicatifs. Le fabricant se réserve le droit d'apporter les modifications qu'il jugera utiles à tout moment et sans préavis, mais sans modifier les caractéristiques essentielles de sécurité et de fonctionnement.
Chaque plaque de cuisson a été conçue pour être utilisée uniquement comme appareil de cuisson: tout autre emploi (tel que le chauffage des pièces) doit être considéré inadapté et dangereux.
COD. 04031II (04031FR) - 24.02.2015
MODÈLE: HIG 95225 SX SAP NOMBRE: 8947323200
1 Brûleur triple couronne 3100 W 2 Brûleur rapide 2800 W 3 Brûleur semi-rapide 1750 W 4 Brûleur semi-rapide réduit 1400 W 5 Bouton de commande du brûleur n° 4 6 Bouton de commande du brûleur n° 3 7 Bouton de commande du brûleur n° 1 8 Grille en fonte gauche 9 Grille en fonte droit 10 Grille en fonte central 11 Bouton de commande du brûleur n° 2
Attention: cet appareil a été fabriqué pour un usage domestique seulement l'emploi et par personne privée.
DESCRIPTION DES TABLES DE CUISSON
20
4
6 5 11 6
9
108
7
AVERTISSEMENT: L’appareil et ses éléments accessibles deviennent chauds durant l’utilisation. Prenez soin d’éviter tout contact avec les éléments chauffants. Les enfants de moins de 8 ans ne doivent jamais s’approcher de l’appareil sans être constamment supervisés. L’appareil peut être utilisé par des enfants de plus de 8 ans et par des personnes ayant des capacités physiques, sensorielles ou mentales réduites ou des personnes dépourvues d’expérience et de connaissances spécifiques à condition qu’il soient supervisés ou qu’ils aient reçu des directives pour l’utilisation de l’appareil dans des conditions de sécurité et compris les dangers. Les enfants ne doivent pas jouer avec l’appareil. Les enfants ne doivent pas effectuer sans supervision les opérations de nettoyage et d’entretien par l’utilisateur.
1) BRULEURS
Sur le bandeau de commande on a réalisé en sérigraphie, sous chaque brûleur, un schéma indiquant à quel brûleur correspond le bouton. Après avoir ouvert le robinet du gaz ou de la bouteille de gaz, allumer les brûleurs en suivant la description ci­après:
- allumage manuel
Enfoncer et tourner dans le sens inverse des aiguilles d’une montre le bouton correspondant au brûleur à utiliser, l’amener sur la position Maximum (grande flamme fig. 1) et approcher une allumette du brûleur.
- Allumage électrique automatique
Enfoncer et tourner dans le sens inverse des aiguilles d’une montre le bouton correspondant au brûleur à utiliser, l’amener sur la position Maximum (grande flamme fig. 1) puis enfoncer le bouton à fond.
-
Allumage des brûleurs dotés d’un thermocouple de sécurité
Avec les brûleurs dotés d’un thermocouple de sécurité, il faut tourner dans le sens inverse des aiguilles d’une montre le bouton correspondant au brûleur à utiliser, l’amener sur la position Maximum (grande flamme fig. 1) jusqu’à entendre un léger déclic puis enfoncer le bouton et répéter les opérations indiquées précédemment. Lorsque l’allumage a eu lieu, maintenir le bouton enfoncé pendant 10 secondes environ.
COMMENT UTILISER LES BRÛLEURS
Pour obtenir le rendement maximal avec une consommation minimale de gaz, il est utile de rappeler les points suivants:
- utiliser pour chaque brûleur des casseroles adéquates (voir le tableau suivant et la fig. 2).
- Lorsque l’ébullition a été atteinte, amener le bouton sur la position Minimum (petite flamme fig. 1).
- Toujours utiliser des casseroles avec un couvercle.
- Utilisez seulement récipients avec fond plat.
AVERTISSEMENTS:
- on ne peut procéder à l’allumage des brûleurs dotés d’un thermocouple de sécurité que lorsque le bouton est sur la position Maximum (grande flamme fig. 1).
- En cas de coupure de courant, on peut allumer les brûleurs avec des allumettes.
- Durant l’utilisation des brûleurs, ne pas laisser l’appareil sans surveillance et en éloigner les enfants. S’assurer en particulier que les poignées de s casseroles sont correctement positionnées et surveiller la cuisson des aliments qui requièrent des huiles et des graisses car elles sont facilement inflammables.
- L’utilisation de cet appareil est interdite aux personnes (y compris les enfants) aux capacités physiques et mentales réduites, ou sans aucune e x périence d'utilisation d’appareillages électriques, à moins qu’elles ne soient surveillées ou instruites par des personnes adultes et responsables de leur sécurité. On recommande de surveiller les enfants pour s'assurer qu'ils ne jouent pas avec l'appareil.
- Ne pas utiliser de spray à proximité de l’appareil lorsqu’il est en fonction.
- Si la table de cuisson est dotée d’un couvercle, avant de le soulever, éliminer tous les résidus d’aliments qui ont débordé sur la surface. Si l’appareil est doté d’un couvercle en verre, ce dernier peut éclater lorsqu’il est chauffé. Eteindre et laisser refroidir tous les brûleurs avant de refermer le couvercle.
- On conseille d’utiliser des récipients qui dépassent du bord du plan de cuisson.
UTILISATION
FIG. 1 FIG. 2
21
Brûleurs
PuissancesWØ Casseroles
(cm)
Triple couronne 3100 24 ÷ 26 Rapide 2800 20 ÷ 22 Semi-rapide réduit 1400 16 ÷ 18 Semi-rapide 1750 16 ÷ 18
Position fermée
Position de distribution maximale de gaz
Position de distribution minimale de gaz
Attention: pendant le fonctionnement, le plan de travail chauffe très fort à l’endroit de la cuisson: garder les enfants à distance de sécurité!
22
MODE D'EMPLOI
AVERTISSEMENTS ET CONSEILS D’UTILISATION :
- l'utilisation d'un appareil de cuisson à gaz produit de la chaleur et de l'humidité dans le local où il est installé. Il est donc impératif d'assurer une bonne aération de la pièce: les ouvertures d'aération naturelle (fig. 3) doivent toujours être libres et le dispositif mécanique d'aération (hotte d'aspiration ou ventilateur électrique fig. 4 et fig. 5) doit être en marche.
- Une utilisation intensive et prolongée de l'appareil peut nécessiter une aération supplémentaire, par exemple l'ouverture d'une fenêtre ou bien l'augmentation de la puissance de l'aspiration mécanique (si elle est prévue).
- Ne jamais tenter de modifier les caractéristiques techniques du produit : cela pourrait s’avérer dangereux.
- Si vous décidez de ne plus utiliser l’appareil (ou de remplacer un ancien modèle) avant de le porter à la démolition, il est recommandé de le rendre inutilisable comme le prévoient les réglementations en vigueur en matière de protection de la santé et de pollution de l'environnement. Pour ce faire, il faut rendre inoffensives les parties dangereuses, spécialement pour les enfants, qui pourraient vouloir jouer avec l’appareil hors d’usage.
- Ne pas toucher l’appareil avec les mains ou les pieds mouillés ou humides.
- Ne pas utiliser l’appareil avec les pieds nus.
- Le fabricant ne peut être tenu pour responsable d’éventuels dommages imputables à des emplois incorrects, erronés ou irraisonnables.
- Pendant le fonctionnement, ou immédiatement après, certaines parties de la plaque de cuisson atteignent des températures très élevées: ne pas y toucher.
- Après avoir utilisé la plaque de cuisson, s'assurer que l’index des boutons soit en position de fermeture et fermer le robinet principal du conduit de gaz ou le robinet de la bouteille.
- En cas de problèmes de fonctionnement des robinets de gaz, appeler le Service après-vente.
FIG. 3 FIG. 4 FIG. 5
(*) ENTREE D'AIR: VOIR CHAPITRE INSTALLATION (PARAGRAPHES 5 ET 6)
NETTOYAGE
FIG. 6
ATTENTION: avant toute opération de nettoyage, débrancher l’appareil et couper le gaz.
2) PLAN DE TRAVAIL
Si on veut conserver la brillance de la table, il est très important de la laver après chaque utilisation à l’eau savonneuse tiède puis de la rincer et de la sécher. Laver de la même manière les grilles émaillées, les couvercles émaillés “C” des répartiteurs de flamme et les injecteurs “T” (voir fig. 6). Ils doivent aussi être nettoyés bouchons "AC" et détection de flamme "TC". Le nettoyage doit être effectué lorsque la table et les composants ne sont pas chauds et on ne doit pas utiliser d’éponges abrasives ni de produits abrasifs en poudre ni de sprays corrosifs. Eviter que le vinaigre, le café, le lait, l’eau salée, le jus de citron ou de tomate ne restent trop longtemps au contact des surfaces.
AVERTISSEMENTS: lors du remontage des composants, il est conseillé de s’en tenir aux recommandations suivantes:
- vérifier que les trous de sortie de gaz des répartiteurs de flamme “T” (fig. 6) ne sont pas bouchés par des corps étrangers.
- S’assurer que le couvercle émaillé du répartiteur de flamme “C” (fig. 6) est correctement positionné sur le répartiteur de flamme, c’est à dire qu’il est dans une position parfaitement stable.
- La position exacte de la grille est définie par des coins arrondis qu’il faut positionner vers le bord latéral de la table.
- Si l’ouverture ou la fermeture d’un robinet devait s’avérer difficile, ne pas forcer, mais demander l’intervention urgente du Service d’Assistance Technique.
- Ne nettoyez pas le plan avec de jets de vapeur.
23
Remarque: l’emploi constant pourr a i t modifier la couleur originale à hauteur des brûleurs, en raison des températures élevées.
INSTALLATION
INFORMATIONS TECHNIQUES A
L’ATTENTION DES INSTALLATEURS
L’installation, tous les réglages, l es transformations et les entretiens mentionnés dans ce chapitre doivent être effectués exclusivement par du personnel qualifié.
L’appareil doit être convenablement installé, selon les normes en vigueur et les instructions du fabricant.
Une mauvaise installation peut provoquer des accidents de personnes et d’animaux ainsi que des dégâts matériels qui ne sont pas imputables au constructeur. Les d i s positifs de sécurité ou d e réglage automatique des appareils pour la durée de vie de l’installation pou r r ont être modifiés uniquement par le constructeur ou par le fournisseur dûment autorisé.
3) MISE EN PLACE DE LA TABLE DE
CUISSON
Après avoir enlevé l’emballage externe et interne des différentes pièces mobiles, s’assurer que la table est intacte. En cas de doute, ne pas utiliser l’appareil et s’adresser à du personnel qualifié.
Les éléments de l’emballage (carton, sachets, polystyrène expansé, clous) ne doivent pas être laissés à la portée des enfants car ils représentent des sources potentielles de danger.
On doit pratiquer, sur le plan du meuble à éléments, une ouverture pour l’encastrement ayant les dimensions exprimées en millimètres indiquées dans les fig. 7, en veillant à respecter les distances critiques entre la table, les parois latérales, postérieure et supérieure (voir fig. 7 et 8).
L’appareil doit figurer en classe 3 et il est donc soumis à toutes les prescriptions prévues par les normes correspondantes.
DIMENSIONS A RESPECTER
(en mm)
24
FIG. 7 FIG. 8
IMPORTANT: pour une installation parfaite, le réglage ou la transformation de la plaque de cuisson pour l’emploi d’autres types de gaz, il est nécessaire de faire appel à un INSTALLATEUR QUALIFIÉ: le non respect de cette consigne entraîne l’annulation de la garantie.
A B C D E
5F (90) 833 475 62.5 62.5 73.5 min.
25
INSTALLATION
4) FIXATION DE LA TABLE DE CUISSON
La table est équipée d’une garniture spéciale pour éviter toute infiltration de liquide dans le meuble. Pour appliquer correctement cette garniture, prière de s’en tenir scrupuleusement à ce qui est spécifié ci-après:
- détacher les bandes de la garniture de leur support en veillant à ce qu e la protection transparente reste fixée à la garniture.
- Renverser la table de cuisson et positionner correctement la garniture “E” (fig. 9) sous le bord de la table, de manière à ce que le côté externe de garniture coïncide parfaitement avec le bord périmétral externe de la table. Les extrémités des bandes doivent coïncider sans se chevaucher.
- Faire adhérer la garniture à la table de cuisson, de manière uniforme et sûre, en la pressant avec les doigts, puis retirer la bande de protection en papier de la garniture et positionner la table dans le trou pratiqué sur le plan de travail.
- La bloquer au moyen des brides “S”, en ayant soin d’enfiler la partie saillante dans la fente “H” réalisée sur le fond et en serrant la vis “F” jusqu’à ce que la bride ne bloque plus la table de cuisson sur le plan de travail (voir fig. 10).
- Il est nécessaire d'éviter le contact accidentel avec le fond de surchauffe de la fraise-mère, pendant le fonctionnement, de mettre une insertion en bois, fixée par des vis, à une distance minimum de 70 millimètres du dessus (voir la fig. 7).
FIG. 9 FIG. 10
INSTALLATION
PRESCRIPTIONS IMPORTANTES
POUR L'INSTALLATION Information pour l'installateur: les parois latérales éventuelles ne doivent pas dépasser en hauteur la table de cuisson. En outre, la paroi postérieure ainsi que les surfaces adjacentes et environnantes doivent résister à une température de 90 °C. Le produit collant qui unit le laminé plastique au meuble doit résister à des températures supérieures à 150 °C pour éviter le décollement du revêtement. L'installation de l'appareil doit être conforme aux normes en vigueur. Cet appareil n'est pas raccordé à un dispositif d'évacuation des produits de la combustion. Il doit donc être raccordé conformément aux règles d'installation mentionnées ci-dessus. Il faudra prêter une attention particulière aux dispositions applicables en matiè r e de ventilation et d'aération.
5) VENTILATION DES PIECES
Il est indispensable que la pièce où l'appareil est installé soit ventilée en permanence pour garantir un fonctionnement correct de ce dernier. La quantité d'air nécessaire est celle requise par une combustion de gaz normale et une ventilation de la pièce dont le volume ne pourra pas être inférieur à 20 m3. L'afflux naturel d'air doit se faire par voie directe à travers des ouvertures permanentes pratiquées dans les murs extérieurs de la pièce ayant une surface minimum de 100 cm2(voir fig. 3). Ces ouvertures doivent être réalisées de manière à ce qu'on ne puisse pas les obstruer. On autorise également la ventilation indirecte par prélèvement d'air dans les pièces contiguës, en respectant strictement les prescriptions des normes en vigueur.
6) EMPLACEMENT ET AERATION
Les appareils de cuisson au gaz doivent toujours comporter une évacuation des produits de la combustion au moyen de hottes raccordées à des cheminées, à des conduits de fumée ou donnant directement sur l'extérieur (voir fig. 4). Au cas où il serait impossible d'installer une hotte, on tolère l'utilisation d'un ventilateur installé sur la fenêtre ou sur le mur extérieur, qu'il faudra mettre en fonction simultanément à l'appareil (voir fig. 5), à condition que les disposi tions concerna nt la ventilation énumérées dans les normes en vigueur soient strictement respectées.
7) RACCORDEMENT AU GAZ
Avant de raccorder l'appareil, s'assurer que les données figurant sur l'étiquette signalétique appliquée sur la partie inférieure du caisson sont compatibles avec celles du réseau de distribution du gaz. Une étiquette imprimée de ce livret ainsi qu'une étiquette appliquée sur la pa r t i e inférieure du caisson indiquent les conditions de réglage de l'appareil: type de gaz et pression d'exercice.
Quand le gaz est distribué par une canalisation,
l'appareil doit être raccordé à l'installation d'arrivée du gaz selon la norme:
● soit au moyen d'un tuyau métallique rigide en acier, dont les jonctions doivent être réalisées au moyen de raccords filetés conformément à la norme en vigueur.
● Soit au moyen d'un tuyau de cuivre, dont les jonctions doivent être réalisées au moyen de raccords à garniture mécanique.
● Soit au moyen d'un tuyau flexible en acier inoxydable à paroi continue, avec une extension maximale de 2 mètres et des garnitures d'étanchéité conforme aux normes.
Lorsque le gaz est directement distribué à partir d'une bouteille, l'appareil, alimenté par un régulateur
de pression, doit être raccordé:
● soit au moyen d'un tuyau de cuivre, dont les jonctions doivent être réalisées au moyen de raccords à garniture mécanique.
● Soit au moyen d'un tuyau flexible en acier inoxydable à paroi continue, avec une extension maximale de 2 mètres et des garnitures d'étanchéité conforme aux normes. Il est conseillé d'appliquer sur le tuyau flexible l'adaptateur spécial, couramment vendu dans le commerce, pour faciliter le raccordement à l'embout du régulateur de pression monté sur la bouteille.
● Soit par tube souple en caoutchouc d'une lungueur allant de 400 à 1500 mm, fixé solidement à l'embout par un collier de sécurité.
À l'extrémité de raccordement, vérifiez le gasproof en utilisant une solution de savon, jamais une flamme.
AVERTISSEMENTS:
- on rappelle que le raccord d’arrivée du gaz de l’appareil est fileté 1/2” gaz conique mâle conforme à la norme EN 10226.
- L’appareil est conforme aux Directives Européennes suivantes: CEE 2009/142 relatives à la sécurité du gaz.
26
INSTALLATION
POUR LA BELGIQUE RACCORDEMENT À LA PRISE DE GAZ
27
EN 10226
INSTALLATION
28
EN 10226
EN 10226
EN 10226
EN 10226
EN 10226
INSTALLATION
29
EN 10226
EN 10226
INSTALLATION
8) RACCORDEMENT ELECTRIQUE
Le raccordement électrique doit être effectué conformément aux normes et aux dispositions légales en vigueur.
Avant de procéder au raccordement, vérifier que:
- la tension corresponde à la valeur indiquée sur la plaquette signalétique et que la section des câbles de l’installation électrique puisse supporter la charge, indiquée elle aussi sur la plaquette.
- la portée électrique de l'installation et des prises de courant sont appropriées à la puissance maximale de l'appareil (voir l'étiquette appliquée sur la partie inférieure du caisson).
- La prise ou l'installation sont munies d'un raccordement efficace à la terre conformément aux normes et aux dispositions légales en vigueur. Le fabricant décline toute responsabilité en cas de non respect de ces dispositions..
Lorsque le branchement au réseau d'alimentation est effectué par l'intermédiaire d'une prise:
- appliquer au câble d'alimentation "C", s'il en est dépourvu, une fiche normalisée adaptée à la charge indiquée sur l'étiquette signalétique. Raccorder les fils d'après le schéma de la fig. 11 en ayant soin de respecter les correspondances suivantes:
lettre L (phase) = fil marron; lettre N (neutre) = fil bleu; earth symbol = green - yellow wire.
- Le câble d'alimentation doit être positionné de manière à ce qu'à aucun endroit il ne puisse subir une température de 90 °C.
- Ne pas utiliser pour le raccordement des réductions, des adaptateurs ou des dérivateurs car ils risqueraient de provoquer de faux contacts suivis de surchauffes dangereuses.
- La sortie doit être accessible après la fonction intégrée.
Lorsque le raccordement est directement réalisé sur le réseau électrique:
- interposer entre l'appareil et le réseau un interrupteur omnipolaire, dimensionné à la charge
de l'appareil, avec une ouverture minimale entre les contacts de 3 mm.
- Ne pas oublier que le câble de mise à la terre ne doit pas être interrompu par l'interrupteur.
- Le réseau électrique peut également être protégé au moyen d'un interrupteur différentiel à haute sensibilité.
Il est vivement recommandé de fixer le fil de terre vert-jaune à un circuit efficace de mise à la terre.
Avant tout travail sur la partie électrique de l'appareil, il faut absolument la débrancher du secteur.
AVERTISSEMENT: tous nos appareils sont conçus et construits suivant les normes européennes EN 60 335-1, EN 60335-2-6 et EN 60 335-2-102 plus les amendements correspondants. L'appareil est conforme aux prescriptions des Directives Européennes:
- CEE 2004/108/CE relatives à la compatibilité électromagnétique.
- CEE 2006/95/CE relatives à la sécurité électrique.
CEE 2011/65 / UE relative à la limitation de
l'utilisation de certaines substances dangereuses.
- le règlement (EU) n ° 65/2014 complétant la directive 2010/30 / EU.
- le règlement (EU) n ° 66/2014 complétant la directive 2009/125/EC. Normes EN 30-2-1, EN 60350-1, EN 60350-2, EN 50304.
IMPORTANT: l’installation doit s'effectuer conformément aux instructions du fabricant. Une mauvaise installation peut causer des blessures corporelles aux gens et aux animaux, ou des dégâts matériels dont le fabricant ne peut être tenu pour responsable.
Si l’installation de l’appareil requiert des modifications de l’installation électrique domestique ou en cas d’incompatibilité entre la prise et la fiche de l’appareil, s’adresser à du personnel qualifié pour le remplacement. Ce dernier devra notamment vérifier que la section des câbles de la prise soit adapt é e à la puissance absorbée par l’appareil.
FIG. 11
30
Loading...
+ 114 hidden pages