Fouten en technische wijzigingen voorbehouden147Copyright by Becker GmbH, D-76303 Karlsbad
Page 2
Montageaanwijzing
2. Symbolen die in deze inbouwhandleiding worden gebruikt
G geven aanwijzingen weer die belangrijk zijn voor uw veiligheid en de veiligheid van andere personen.
geeft tips die voor het inbouwen en de werking van het toestel belangrijk zijn.
3. Veiligheids- en montageaanwijzingen
Wij raden u aan om OnlinePro alleen door deskundig personeel te laten inbouwen.
•Tijdens de montage moet de accu van uw auto losgekoppeld zijn.
G Neem de veiligheidsvoorschriften van de autofabrikant (airbags, startblokkeringen etc.) in acht.
•Leg de leidingen zodanig, dat deze niet kunnen worden ingeklemd, verbogen of afgescheurd.
•Parkeer uw auto voor de montage gelijkvloers en op een veilige plaats en verwijder de contactsleutel.
•Bij toepassing van Y-verbindingen moet vooral op de diameters van de kabels worden gelet.
Fouten en technische wijzigingen voorbehouden148Copyright by Becker GmbH, D-76303 Karlsbad
Page 3
4. Aansluitschema van OnlinePro
Montageaanwijzing
Snelheidssignaal
Telefoon
optioneel
GSM
antenne
GPS
Handsfree-
microfoon
Achteruitrijsig-
naal
GPS/GSM box
Antenne
radio-antenne
OnlinePro
Vo e d i n g
Cd-wisselaar
optioneel
Aanwijzing: de aansluitingen zijn gedetailleerd op pagina 173 beschreven.
Soundsystem /
luidsprekers
Fouten en technische wijzigingen voorbehouden149Copyright by Becker GmbH, D-76303 Karlsbad
Page 4
Montageaanwijzing
5. Inbouwen van GPS/GSM-antenne
De meegeleverde antenne is een tweedelig gecombineerde GSM/GPSantenne. De gecombineerde GSM/GPS-antenne is als ruitantenne
uitgevoerd, d.w.z. er moeten geen kabels van buiten naar binnen in het
interieur worden gelegd.
Voor- of achterruit
D
E
De gecombineerde GSM/GPS-antenne bestaat uit een binneneenheid A
en een buiteneenheid B. De twee eenheden moeten om een correcte
werking te garanderen overeenkomstig de volgende beschrijving
worden ingebouwd. Aan de binneneenheid A bevindt zich een ca.
3 meter lange kabel C met de gecombineerde GSM/GPS-stekkers. De
aansluitkabel wordt met de GSM/GPS-stekkers op de GSM/GPS-box
aangesloten. Als een meer dan 3 meter lange kabel wordt benodigd,
kan de kabel met een optioneel verkrijgbare verlengingskabel
(artikelnummer 1380311) worden verlengd. De antenne D kan voor het
verstellen van de hoek E worden losgehaald door deze te draaien F.
Nadat u de antenne hebt losgehaald en versteld, moet de antenne D
handvast worden vastgeschroefd.
De hoek van de antenne t.o.v. de auto beïnvloedt de zend-
)
resp. ontvangstcapaciteit van de antenne.
Als na de inbouw niet voldoende ontvangst kan worden
bereikt, kunt u de hoek van de antenne veranderen. Normaal gesproken wordt het beste resultaat bereikt door de
antenne horizontaal te plaatsen.
Fouten en technische wijzigingen voorbehouden150Copyright by Becker GmbH, D-76303 Karlsbad
F
A
B
C
Page 5
Montageaanwijzing
Inbouwen van GSM/GPS-antenne
G De antenne moet zodanig worden bevestigd, dat deze bij een botsing of een plotselinge remmanoeuvre niet los
kan raken.
De antenne kan alleen onder een niet gemetalliseerde voorruit worden ingebouwd.
)
Het is niet zinvol de GSM/GPS-antenne op steile ruiten (bijv. zijruiten resp. achterruit bij een stationwagon)
te monteren, omdat zo geen voldoende GPS-ontvangst kan worden gegarandeerd.
(1)
Mogelijke plaatsing van de antenne
Achterruit
Fouten en technische wijzigingen voorbehouden151Copyright by Becker GmbH, D-76303 Karlsbad
Page 6
Montageaanwijzing
a. Inbouwplaats vastleggen (1) (achterruit, voorruit)
(2)
Sleuf naar boven!
(A)
De antenne mag niet op de verwarmingskabels van een verwarmde voor- of achterruit worden gelijmd.
)
Ruiten met kunststoffolie met een metalen laag zijn niet geschikt.
Houd bij het plaatsen van de antenne rekening met de radius van de ruitenwisser.
Het glasoppervlak waar de antenne op moet worden gelijmd, moet geheel vlak zijn.
Neem bij de keuze van de inbouwplaats in acht dat ruimte voor eventuele kabels overblijft!
Voor- of achterruit
Beschermfolie
(B)
Fouten en technische wijzigingen voorbehouden152Copyright by Becker GmbH, D-76303 Karlsbad
Page 7
Montageaanwijzing
G Het gezichtsveld van de bestuurder moet vrij blijven.
G Reinig de lijmoppervlakken met de meegeleverde schoonmaakdoek (binnen en buiten).
Wacht na het reinigen tot de gereinigde plaatsen droog zijn.
b. Verwijder de beschermfolie compleet van de lijmoppervlakken (ook het vierkante stuk) (2). Let op: het lijmop-
pervalk ligt nu bloot.
Lijm eerst de buiteneenheid (A) met de sleuf naar boven op de tape van de buiteneenheid op de ruit door goed aan
te drukken (ca. 3-5 seconden).
Lijm vervolgens de binneneenheid (B) met het cirkelvormige bereik in het midden (middenpunt = centreeras)
t.o.v. van de buiteneenheid op de behuizing op de ruit door tevens goed aan te drukken (ca. 3-5 seconden).
De positie van de binneneenheid kan naargelang de ruimte voor het oplijmen om deze centreeras worden gedraaid.
De juiste temperatuur voor het vastlijmen ligt tussen +15 °C en +25 °C.
)
De plakfolie plakt meteen zodra u de eenheden op het lijmvlak aanbrengt en kan niet meer worden
verschoven. Het is niet mogelijk de plakfolie meerdere keren te plaatsen.
c. Leg de aansluitkabel naar de inbouwplaats van de GSM/GPS-box.
Fouten en technische wijzigingen voorbehouden153Copyright by Becker GmbH, D-76303 Karlsbad
Page 8
Montageaanwijzing
6. Inbouw van de handsfree-microfoon
De handsfree-microfoon moet in de auto zodanig worden geplaatst, dat de stem van de spreker optimaal kan worden
herkend. Zie voor de mogelijke posities in de auto in de volgende tekening.
De inbouwplaats moet zo ver mogelijk van de luidsprekers vandaan liggen. Als storingen optreden, moeten
)
verschillende posities worden uitgeprobeerd. Om zo weinig mogelijk storende geluiden op te nemen, heeft de
microfoon een smal opnamebereik en moet daarom in de richting van de bestuurder worden geplaatst..
A: optimaal geschikte inbouwplaats
B: alternatief geschikte inbouwplaats
C: beperkt geschikte inbouwplaats
D: communicatievoorziening op de microfoon
E: plakstrook ter bevestiging op gladde oppervlakken
F: bout voor het bevestigen van de montageplaat
G: montageplaat ter bevestiging op ruwe of
oneffen oppervlakken
De handsfree-microfoon kan bij een vlak en glad oppervlak met behulp van de plakstrook E worden bevestigd (oppervlakken
reinigen). Als de microfoon op een ruw of oneffen oppervlak wordt bevestigd, moet eerst de montageplaat G met behulp van
de bout F worden bevestigd (boutlengte in acht nemen wegens kans op beschadigingen). Plak vervolgens de microfoon met
de plakstrook E op de montageplaat G. De handsfree-microfoon wordt op poort C van de OnlinePro aangesloten.
Fouten en technische wijzigingen voorbehouden154Copyright by Becker GmbH, D-76303 Karlsbad
Page 9
Leg de leiding zodanig, dat deze niet kan worden ingeklemd, verbogen of afgescheurd.
Aansluiting van de handsfree-microfoon aan de OnlinePro
a. Aansluiting zonder cd-wisselaar
Voor de aansluiting van de handsfree-microfoon op een OnlinePro zonder cd-wisselaar moet de meegeleverde
blauwe bus overeenkomstig de onderstaande beschrijving worden aangesloten. Verwijder voor het aansluiten
beschermkap A van beide contacten.
b. Aansluiting bij gemonteerde cd-wisselaar
Voor de aansluiting van de handsfree-microfoon op een OnlinePro met cd-wisselaar moet de meegeleverde
blauwe bus van de kabel van de gemonteerde cd-wisselaar volgens de onderstaande beschrijving met 2 leidingen
worden aangesloten. Verwijder voor het aansluiten beschermkap A van beide contacten.
Als de contacten in de blauwe stekkerbehuizing zijn geschoven, kunnen ze alleen nog met een speciaal
)
gereedschap worden losgemaakt.
Bezetting van de blauwe stekkerbehuizing
Poort C
PinKleurFunctie
A
Poort C3
13witLF
14geelmassa
Montageaanwijzing
13
14
Fouten en technische wijzigingen voorbehouden155Copyright by Becker GmbH, D-76303 Karlsbad
Page 10
Montageaanwijzing
7. Inbouwen van GPS/GSM-box
De aansluitingen van de gecombineerde GSM/GPS-antenne, de optionele extra telefoon en de verbindingskabel naar
OnlinePro worden op de GSM/GSP-box aangesloten. De voor het activeren resp. gebruik van de telefoon benodigde SIMkaart moet in de kaartenhouder worden gelegd.
A: Klepje boven SIM-kaartenhouder
A
B
F
C
D
E
B: Aansluitbus voor verbindings-
kabel naar OnlinePro
C: Aansluiting voor optionele
F
extra telefoon
D: Aansluiting GPS-antenne
E: Aansluiting GMS-antenne
F: Klittenband voor bevestiging
Zij-aanzicht
links
De GSM/GPS-box kan bijvoorbeeld in het dashboardkastje worden gemonteerd. De montageplaats moet echter zodanig
worden gekozen, dat er een zo groot mogelijke afstand t.o.v. de Online Pro is.
Op de behuizing van de GSM/GPS-box zijn twee klittenbanden F voor de bevestiging aangebracht.
Leg de leiding zodanig, dat deze niet kan worden ingeklemd, verbogen of afgescheurd.
De GSM/GPS-box moet zodanig worden gemonteerd, dat de in de SIM-kaartenhouder geplaatste SIM-kaart zonder
uitbouw van de GSM/GPS-box probleemloos kan worden verwijderd.
Fouten en technische wijzigingen voorbehouden156Copyright by Becker GmbH, D-76303 Karlsbad
GSM/GPS-box
Zij-aanzicht
rechts
Page 11
Plaatsen van de SIM-kaart
Voor het plaatsen van de SIM-kaart die u van uw netwerk/provider hebt
ontvangen, moet het klepje A worden geopend. Als de SIM-kaart in de
grootte van een credit card werd geleverd, haalt u het kleine gedeelte
eruit.
Onder het klepje A bevindt zich de SIM-kaartenhouder.
Schuif de bovenkant van de SIM-kaartenhouder in de richting van de
pijl.
Licht de ontgrendelde SIM-kaartsleuf omhoog.
Schuif de SIM-kaart met de aansluitingen naar beneden in de gelichte
SIM-kaartensleuf. De afgeschuinde hoek van de SIM-kaart moet naar
de rand van de behuizing wijzen.
Druk vervolgens de SIM-kaartenhouder omlaag en schuif deze tegen de
pijl in erin.
Sluit het klepje A.
Oude SIM-kaarten (voor 5 Volt) kunnen niet worden
)
gebruikt. Neem contact op met uw netwerk.
Montageaanwijzing
Positie van de SIMkaart in de houder
A
GSM/GPS-box
Fouten en technische wijzigingen voorbehouden157Copyright by Becker GmbH, D-76303 Karlsbad
Page 12
Montageaanwijzing
Aansluiting van de leidingen
•Steek de verbindingskabel in de bus B van de GSM/GPS-box en sluit de kabel aan de andere kant op de hiervoor
bedoelde aansluiting van OnlinePro aan.
•Sluit de extra massakabel aan op de hiervoor bedoelde lus van de Online Pro
•Sluit de GSM/GPS-antennestekker op de bussen D en E van de GSM/GPS-box aan.
•Verbind (indien aanwezig) de optionele telefoon met de bus C van de GSM/GPS-box.
extra massakabel
Fouten en technische wijzigingen voorbehouden158Copyright by Becker GmbH, D-76303 Karlsbad
Page 13
8. Aansluiting van het achteruitrijlampje
Bij een toegankelijke schakelaar op de transmissie of schakelstangen
•Koppel op het ingeschakelde contact een aparte kabel vast.
Kabel met kamer A pin 2 verbinden.
Laag - geluidsniveau = massa, hoog - geluidsniveau 12 V - 16 V
Bij een niet toegankelijke schakelaar
•Controleert u welke kabel naar de achteruitrijlichten is gelegd.
Verwijder hiertoe evt. de binnenste afdekking van de achteruitrijlichten.
Koppel een aparte kabel aan de geschakelde kabel van de achteruitrijlichten vast en verbind deze met poort A pin 2.
9. Snelheidssignaal (GAL) van snelheidsmeter/tellerkabel aansluiten
Elektronische snelheidsmeter
•Signaalkabel van de kilometerteller verwijderen, verlengen en met
kamer A pin 1 verbinden.
Montageaanwijzing
A
Achteruitrijlampje
De kabel van het GAL-signaal ligt naargelang de uitvoering
)
van de auto in de ISO-stekker van de autoradio. De
bezetting van de ISO-stekkers kan afhankelijk van het type
auto worden gevarieerd.
•Minimale vereisten voor het signaal:
0,5 Hz - 4 kHz / rechthoeksignaal
Laag geluidsniveau < 0,3 V, hoog geluidsniveau 5 V - 16 V
Als u niet precies weet waar de inbouwplaats/ligging van de
)
snelheidssensor is, kunt u dit bij de fabrikant navragen.
Fouten en technische wijzigingen voorbehouden159Copyright by Becker GmbH, D-76303 Karlsbad
GAL-signaal
A
Page 14
Montageaanwijzing
Mechanische kilometerteller met ingebouwde snelheidssensor in kilometertellerkabel
•Signaalkabel van de kilometerteller verwijderen, verlengen en met
kamer A pin 1 verbinden.
•Minimale vereisten voor het signaal:
0,5 Hz - 4 kHz / rechthoeksignaal
Laag geluidsniveau < 0,3 V, hoog geluidsniveau 5 V - 16 V
A
Als u niet precies weet waar de inbouwplaats/ligging van de
)
snelheidssensor is, kunt u dit bij de fabrikant navragen.
Mechanische kilometerteller zonder snelheidssensor in de kilometertellerkabel
Er moet een snelheidssensor in de kilometertellerkabel worden ingebouwd die een snelheidsafhankelijk digitaal signaal geeft.
Hiertoe kan de VDO-adapter 2152.30300000 of een specifieke adapter
voor auto’s die aan de minimale eisen voldoet, worden gebruikt. De
VDO-snelheidssensor is geschikt voor een directe montage op de transmissie (verdere inbouwonderdelen zijn niet nodig) of in de kilometertellerkabel (in combinatie met verdere universele inbouwonderdelen).
Als u de geplombeerde kilometertellerkabel losmaakt, kunt
)
u geen aanspraak meer maken op een reclamatie. Een
ondeskundige montage leidt tot storingen van het navigatiesysteem of de kilometerteller.
GAL-signaal
Fouten en technische wijzigingen voorbehouden160Copyright by Becker GmbH, D-76303 Karlsbad
Page 15
Monteren van de snelheidssensor direct op de transmissie
•Maak de kilometertellerkabel op de transmissie los en schroef de
snelheidssensor op de transmissie vast. Schroef de gedemonteerde
kilometertellerkabel op de snelheidssensor vast en sluit de kabel
aan.
Kabelaansluitingen van de snelheidssensor
Bruin- massa (klem 31)
Zwart- stroomvoorziening (klem 15), 9 - 16V, 30 mA
Blauw/rood - signaal voor kamer A pin 1
Inbouwen van de snelheidssensor in de kilometertellerkabel
Om de snelheidssensor te monteren, moet de aandrijfas van de
kilometerteller op een recht stuk worden doorgeknipt, waar vervolgens
de snelheidssensor in wordt aangebracht. Bij het uitbouwen van de
kilometertellerkabel moet het recht lopende stuk worden gemarkeerd.
De installatie is afhankelijk van de auto weergegeven. Naast de sensor
hebt u de volgende universele VDO-onderdelen nodig:
1 x Tussenstuk1040 1300 025(VDO-onderdeelnummer)
2 x Kartelmoer1040 1000 003(VDO-onderdeelnummer)
2 x Slanghulzen1040 1000 031(VDO-onderdeelnummer)
2 x Meenemer1040 1000 049(VDO-onderdeelnummer)
2 x Aanloopring1040 0900 003(VDO-onderdeelnummer)
2 x Benzingring 4,0 KN07.0570.18(VDO-onderdeelnummer)
2 x sluitringKN11.1904.122(VDO-onderdeelnummer)
Er kan ook een complete set bij VDO (onderdeelnummer
X 39397106191) worden besteld.
Montageaanwijzing
GAL-signaal
A
Afb. 1
Fouten en technische wijzigingen voorbehouden161Copyright by Becker GmbH, D-76303 Karlsbad
Page 16
Montageaanwijzing
Aanbevolen gereedschap : perstang voor kilometertellerkabels van
VDO, bestelnummer: 1999.10.13.000.110
Als u specifieke onderdelen nodig hebt, raden wij u aan contact op te
nemen met de autofabrikant of met een VDO-filiaal bij u in de buurt.
•Zaag met een metalen zaag ca. 1 mm haaks in het profiel en breek
deze af (afb. 3).
•Snij vervolgens in het midden met een zijsnijtang door (afb. 4).
Bij veiligheidsslangen met draadgaas kunnen de slang en
)
de flexibele kabel meteen met de zijsnijtang worden doorgesneden.
•Veiligheidsslang nogmaals aan beide kanten tot aan de kunststo-
fommanteling afsnijden. Controleer of de uiteinden van de binnenkabel nog in de kilometerteller en de transmissie steken.
•Binnenste as met 13 mm overlapping afsnijden (afb. 5).
•Wartelmoer en slanghulzen in elkaar steken (afb. 6) en op de
uiteinden van de slang schuiven (afb. 7).
•Aanloopring op meenemer bevestigen (afb. 8).
Afb. 3
Afb. 4
Afb. 5
Afb. 6
Afb. 7
Afb. 8
Fouten en technische wijzigingen voorbehouden162Copyright by Becker GmbH, D-76303 Karlsbad
Page 17
•Ontvet de flexibele kabel en steek de meenemer in de flexibele
kabel. Pers met een geschikte crimptang de meenemer op de
binnenkabel (afb. 9).
Montageaanwijzing
De verbinding zodanig uitvoeren dat de meenemer goed
)
vastzit en niet slingert.
•Monteer de slanghulzen en moeren zodanig in de richting van de
meenemer tot er een speling van 1-2 mm is (afb. 10).
Druk de kabelbus met een tang licht in. Wikkel hier ter beveiliging
isolatieband omheen (afb. 11).
•Schroef het tussenstuk en de snelheidssensor in de as (afb. 12).
•Sluit de snelheidssensor met behulp van de verlengingskabel van
VDO (onderdeelnummer: 2152.90 30 0100) aan.
Kabelaansluitingen van de snelheidssensor
Bruin- massa (klem 31)
Zwart- stroomvoorziening (klem 15), 9 - 16V, 30 mA
Blauw/rood - signaal voor poort A pin 1
Afb. 9
Afb. 10
Afb. 11
Afb. 12
Fouten en technische wijzigingen voorbehouden163Copyright by Becker GmbH, D-76303 Karlsbad
Page 18
Montageaanwijzing
10. Inbouw/uitbouw van OnlinePro
•Inbouw:
In deze autoradio is een universele houder voor DIN-inbouwchachten geïntegreerd. Een inbouwframe is niet noodzakelijk. Het
apparaat moet in de inbouwschacht worden geschoven en met de
bijgeleverde montagehulpstukken worden bevestigd.
Voor de inbouw moeten elektrische aansluitingen worden gelegd.
Schuif het apparaat in de inbouwschacht. Schuif vervolgens de
montagehulpstukken tot aan de eerste klik in de openingen op de
voorkant van het apparaat (afb. A). Vergrendel de radio door de
montagehulpstukken naar buiten te trekken, zoals wordt weergegeven in afb. B. Verwijder vervolgens montagehulpstukken.
A
B
De inbouwhoek van het toestel mag maximaal 0° - 35°
)
(verticaal) bedragen.
•Uitbouw:
Voor de uitbouw moet het apparaat eerst ontgrendeld worden.
Daartoe de montagehulpstukken tot aan de tweede klik inschuiven,
zoals in afbeelding A is weergegeven. Apparaat met behulp van de
montagehulpstukken verwijderen (afb. C). Vervolgens de monta-
gehulpstukken verwijderen door op de veren rechts en links van
het apparaat te drukken.
Als de radio al eens in een andere auto was ingebouwd, moeten
eventueel voor de inbouw de veren van de radio opnieuw worden
afgesteld. Voor het verstellen van de veren de schuif, zoals in
afb. D wordt weergegeven, inschuiven en vervolgens, zoals in
afb. E wordt weergegeven, afstellen (schuif iets in richting 1 drukken en de schuif tegelijkertijd in richting 2 bewegen).
Fouten en technische wijzigingen voorbehouden164Copyright by Becker GmbH, D-76303 Karlsbad
C
D
2
E
1
Page 19
11. Eerste ingebruikneming
•Koppel de accu vast.
•Voor de eerste inbedrijfstelling schakelt u de ontsteking van de
auto in. De OnlinePro inschakelen.
Voer de code in (zie voor gedetailleerde beschrijving in de
gebruikshandleiding).
•Plaats de navigatie-cd in het toestel - de software van het
navigatiesysteem wordt geïnstalleerd.
•Nadat u de navigatiesoftware hebt geïnstalleerd, drukt u toets .
Het display hiernaast wordt weergegeven. Vervolgens wordt u
verzocht de taal te selecteren.
•Selecteer de taal met de rechterdraaiknop. Door de knop in te
drukken, wordt de gekozen taal overgenomen en geïnstalleerd.
Bij een aantal talen kunt u kiezen uit mannelijke en vrouwelijke
stemmen.
Selecteer de stem met de rechterdraaiknop . Door de knop in te
drukken, wordt de stem overgenomen en geïnstalleerd.
Montageaanwijzing
Fouten en technische wijzigingen voorbehouden165Copyright by Becker GmbH, D-76303 Karlsbad
Page 20
Montageaanwijzing
12. Kalibrering
•Na de installatie van de taal moet u voor het begin van de kalibre-
ringsrit op het GPS-ontvangst wachten.
Tijdens deze controle moet de auto buiten staan. De GPS-antenne
moet zoveel mogelijk vrije zicht in alle richtingen hebben. Het kan
een aantal minuten duren tot er voldoende GPS-ontvangst aanwezig is. In deze tijd wordt het display hiernaast weergegeven. Bij
voldoende GPS-ontvangst wordt u verzocht de kalibreringsrit te
beginnen.
Om deze wachttijd te reduceren, is het aan te raden de auto
)
tijdens deze periode niet te bewegen. Het toestel moet
ingeschakeld zijn.
Voor de kalibreringsrit moeten de onder punt “Servicemodus” op
pagina 168 beschreven tests van de sensoriek worden uitgevoerd.
Om de servicemodus op te roepen, drukt u de multifunctionele knoppen in en houdt u deze ingedrukt. Druk nu nog op de multifunctionele knoppen .
De servicemodus wordt opgeroepen.
Nadat de tests zijn beëindigd, kan de kalibreringsrit beginnen.
De scan-zoekfunctie wordt beëindigd door op de toets te drukken.
Na de eerste inbedrijfstelling moet een kalibreringsrit worden uitgevoerd. Hierbij worden automatisch het signaal van de kilometerteller
(GAL) aan de specifieke gegevens van de auto en de Gyro-sensor aan
de inbouwpositie van het toestel aangepast.
Fouten en technische wijzigingen voorbehouden166Copyright by Becker GmbH, D-76303 Karlsbad
Page 21
Het te rijden traject is afhankelijk van het type auto en van de
plaatselijke omstandigheden.
•Het navigatiesysteem is pas bedrijfsklaar als de kalibreringsrit
is beëindigd! Op het display verschijnt het basismenu van het
navigatiesysteem. Pas na meerdere ritten wordt de definitieve
nauwkeurigheid bereikt.
•De kalibreringsrit mag niet op de snelweg worden gemaakt en er
moet zoveel mogelijk worden afgeslagen. Tijdens de kalibreringsrit wordt het display hiernaast weergegeven.
Nadat de kalibreerstatus 2 is bereikt, wordt het basismenu van het
navigatiesysteem weergegeven. Het toestel is nu klaar voor gebruik. Pas na meerdere ritten wordt de definitieve nauwkeurigheid
bereikt.
Wordt het toestel tijdens de kalibreringsrit uitgeschakeld,
)
wordt u, nadat u het opnieuw hebt ingeschakeld, gevraagd
de taal te installeren. Een nieuwe installatie kan worden
genegeerd door op de toets .
•Voor een correcte navigatie bij ritten met tijdsafhankelijke bege-
leiding moet de tijd op de klok juist worden ingesteld, zoals beschreven in de gebruikshandleiding onder “Systeeminstellingen”.
Montageaanwijzing
Fouten en technische wijzigingen voorbehouden167Copyright by Becker GmbH, D-76303 Karlsbad
Page 22
Montageaanwijzing
13. Servicemodus
•Toestel inschakelen (zie gebruiksaanwijzing)
Code invoeren (zie gebruiksaanwijzing)
•Bij een reeds gekalibreerd toestel kunt u met de toets het
basismenu van de navigatie selecteren.
•Druk op toets om naar de systeeminstellingen te gaan.
•Druk de multifunctionele knoppen in en houdt deze
ingedrukt. Druk nu nog op de multifunctionele knoppen .
De servicemodus wordt opgeroepen.
In de servicemodus kunt u de volgende functies kiezen:
•
Kalibreringsrit - Indicatie voor kalibreringsrit
•
GPS info - Test van de GPS-functie
•
Kalibrering - Functie voor het wissen van de kalibrering resp.
gegevens van een kalibrering
•
Sensoriek - Test van de sensorfuncties
•
Versie - De stand van de navigatie-cd wordt weergegeven
•
Demo - Instellen van de demomodus
•
Routemodus - Starten van de functie Routemodus
Door de rechterdraaiknop verder te draaien, kunt u de gewenste
invoer selecteren (hoofdletters) en vervolgens uw keuze bevestigen
door op de draaiknop te drukken.
Fouten en technische wijzigingen voorbehouden168Copyright by Becker GmbH, D-76303 Karlsbad
Page 23
Controle van de werking van het GAL-signaal, achteruitrijlampje,
de sensoriek van het toestel zelf (
•Selecteer in de servicemodus
knop en bevestig dit door op de draaiknop te drukken.
•Voor de controle van de werking van het GAL-signaal verplaatst u
de auto meerdere meters voorwaarts of achterwaarts.
Het getal achter Rad: moet (ook bij lage snelheid)
)
oplopen.
Het getal achter
als u bij stilstaande auto het gaspedaal intrapt, niet hoger
worden.
•Voor het controleren van de werking van het achteruitsignaal
schakelt u de achteruitversnelling in.
Het getal achter Achteruit: moet van 0 op 1 (1 op 0 )
)
springen.
•Voor het controleren van de werking van de sensoren rijdt u met
de auto in een bocht.
Sensoriek)
Sensoriek met de rechterdraai-
Rad: mag bij stationair draaiende motor of
Montageaanwijzing
Het getal achter Gyro: moet oplopen.
)
•Om de test van het sensorsysteem te verlaten, moet u op
rechterdraaiknop drukken. Vervolgens gaat u terug in de
servicemodus.
Fouten en technische wijzigingen voorbehouden169Copyright by Becker GmbH, D-76303 Karlsbad
Page 24
Montageaanwijzing
Controle van de werking van de GPS-antenne (GPS info)
•Selecteer in de servicemodus
knop en bevestig dit door op de draaiknop te drukken.
•Bij een correcte werking en GPS-ontvangst wordt het aantal
ontvangen satellieten (bijv.
19.03.03 14:56:08) en de momenteel mogelijke bepaling
van de positie (bijv.
Voor een goede en snelle kalibrering hebt u minimaal
)
3D Fix nodig. Het kan een poosje duren voordat deze
3D Fix) weergegeven.
waarde is bereikt (auto nu niet bewegen).
•Om de GPS-test te verlaten, moet u op rechterdraaiknop
drukken. Vervolgens gaat u terug in de servicemodus.
GPS info met de rechterdraai-
5), de datum en de tijd (bijv.
Fouten en technische wijzigingen voorbehouden170Copyright by Becker GmbH, D-76303 Karlsbad
Page 25
Kalibrering wissen (Kalibrering)
Als het navigatiesysteem uit de auto wordt gebouwd en vervolgens in
een andere auto wordt gebouwd, moet de kalibrering worden uitgevoerd. Hiervoor moeten in elk geval de huidige kalibreringsgegevens
worden gewist.
Selecteer in de servicemodus
Kalibrering met de rechterdraai-
knop en bevestig dit door op de knop te drukken.
Selecteer met de rechterdraaiknop
Wissen en bevestig dit door op
de knop te drukken. De kalibrering wordt gewist en u gaat terug naar de
servicemodus.
Montageaanwijzing
Status van de kalibreringsrit (
Selecteer in de servicemodus
Kalibreringsrit)
Kalibreringsrit met de
rechterdraai-knop en bevestig dit door op de draaiknop te drukken.
De kalibreerstatus (bijv.
Status: 2) worden weergegeven. Na een succesvolle kalibrering
wordt in plaats van
Status: 2) en de soort positie (bijv.
Rad en Achteruit de momenteel gereden straat
weergegeven (voor zover deze gedigitaliseerd is).
Fouten en technische wijzigingen voorbehouden171Copyright by Becker GmbH, D-76303 Karlsbad
Page 26
Montageaanwijzing
Demomodus (Demo)
De demomodus is ontworpen voor demonstraties. In het toestel wordt
een vaste positie voorgegeven (Hamburg Werderstrasse).
•Selecteer in de servicemodus
bevestig dit door op de knop te drukken.
Door de rechterdraaiknop te draaien, selecteert u tussen
Nee. Door Ja te selecteren en vervolgens op de rechterdraai-
knop te drukken, wordt de demomodus ingeschakeld.
•U kunt nu, zoals wordt beschreven in de gebruikshandleiding, een
bestemming invoeren.
•Om de demomodus uit te schakelen, selecteert u met de rechter-
draaiknop
Nee en bevestigt u dit door op de draaiknop te druk-
ken.
Demo met de rechterdraaiknop en
Ja en
Routemodus (
Routemodus)
De routemodus kan net als de demomodus voor demonstraties worden
gebruikt. Na het starten wordt voor alle in het bestemmingsgeheugen
van het toestel opgeslagen bestemmingen achtereenvolgens de route
berekend en uitgevoerd.
Bovendien moet de demomodus worden ingeschakeld.
•Kies in de servicemodus de optie
Routemodus met de
rechterdraaiknop en bevestig dit door op de knop te drukken.
•Kies
Ja of Nee door de rechterdraaiknop te draaien. Door Ja
te kiezen en vervolgens op de rechterdraaiknop te drukken,
wordt de routemodus ingeschakeld.
•Om de routemodus te beëindigen, moet de navigatie worden
afgebroken zoals in de gebruiksaanwijzing wordt beschreven.
Fouten en technische wijzigingen voorbehouden172Copyright by Becker GmbH, D-76303 Karlsbad
Page 27
14. Aansluitingen
C1
Montageaanwijzing
C3
C2
B
Antennebus
A
Aansluiten van GPS/GSM-box
Poort APoort C1
1Snelheidssignaal (GAL)1LineOut achter links
2Signaal van achteruitrijlampen2LineOut achter rechts
3Telefoon - Mute / - vrijschakeling3LF-massa
4Duurplus (klem 30)4LineOut voor links
5Besturingsuitgang voor automatische antenne/versterker5LineOut voor rechts
6Verlichting (klem 58)6LineOut subwoofer
7Geschakelde plus (klem 15)
8Massa (klem 31)7-12 Speciale aansluiting voor Becker cd-wisselaar
Poort C2
Poort BPoort C3
1Luidspreker achter rechts +13LF-handsfree-microfoon
2Luidspreker achter rechts -14Massa - handsfree-microfoon
3Luidspreker voor rechts +15-17 Speciale aansluiting voor Becker cd-wisselaar
4Luidspreker voor rechts -18Cd NF-massa (AUX)
5Luidspreker voor links +19Cd NF links (AUX)
6Luidspreker voor links -20Cd NF rechts (AUX)
7Luidspreker achter links +
8Luidspreker achter links -
Let op! Klem 30 (duurplus - poort A pin 4) en klem 15 (geschakelde plus - poort A pin 7) moeten altijd afzonderlijk worden aangesloten, omdat bij een
uitgeschakelde radio het stroomverbruik anders hoger wordt. Aansluitklem A is niet in alle auto’s hetzelfde. Meet derhalve voor de inbouw in elk geval
de spanningen.
Fouten en technische wijzigingen voorbehouden173Copyright by Becker GmbH, D-76303 Karlsbad
Page 28
Montageaanwijzing
15. Hulp bij storingen
Hulp bij storingen bij GPS-antennes en bij montagefouten
Omschrijving van de storing: constante of tijdelijke storingen in het GPS-ontvangst, foutieve bepaling van de actuele
positie, toestel kan niet worden gekalibreerd.
Het navigatiesysteem berekent de actuele positie aan de hand van de ontvangstgegevens van de ingebouwde GPS-satellietontvanger. Het is belangrijk dat het navigatiesysteem zonder storingen werkt, zodat een goed GPS-ontvangst kan worden gegarandeerd. Het ontvangst is sterk afhankelijk van de inbouwpositie van de antenne.
De antenne mag niet onder gemetalliseerde ruiten worden gemonteerd en moet zoveel mogelijk “vrije zicht” naar de hemel
hebben.
Via het GPS-infomenu kan worden gecontroleerd hoeveel satellieten worden ontvangen. Zie “Controle van de werking
van de GPS-antenne (GPS info)” op pagina 170.
Er moeten minstens meer dan 4 satellieten kunnen worden ontvangen. Maar niet alleen het aantal satellieten is belangrijk,
ook de kwaliteit van het ontvangstsignaal. De ontvangstkwaliteit is afhankelijk van de weersomstandigheden, zodat bij
toestellen zonder voldoende ontvangstreserve bij goede weersomstandigheden een correcte navigatie mogelijk is en bij
slechte weersomstandigheden de navigatie niet helemaal zonder storingen werkt.
Dit gedrag treedt vaak op als de ontvangstantenne achter ruiten met een speciale laag wordt gemonteerd (bijv. Siglasol of
andere ruiten met thermische isolatie).
Een indicator voor een slechte kwaliteit van het GPS-ontvangst is een snel wisselend aantal ontvangen satellieten zonder
dat er schaduweffecten (gebouwen, bruggen, bomen of tunnels) zijn.
Oplossing: er moet een gunstige montagepositie worden gekozen. Als alle ruiten een thermische isolatie hebben, kan ook
een buitenantenne worden gebruikt die op een adapter is aangesloten (als optie verkrijgbaar).
Fouten en technische wijzigingen voorbehouden174Copyright by Becker GmbH, D-76303 Karlsbad
Page 29
Montageaanwijzing
Ruisgeluiden met externe eindversterker (eindfase)
Omschrijving van de storing: in combinatie met een externe eindversterker zijn ruisgeluiden te horen.
Oplossing:
•Gebruik voor het besturen van de externe eindversterker niet de luidsprekeruitgangen maar gebruik de Line-Out-
aansluitingen.
•Juiste aanpassing van de gevoeligheid van de eindfase op de uitgang van het toestel.
Stel het ingangsniveau van de versterker op ca. 3 Volt (3000mV) in.
Als er een gevoelige eindversterkeringang (bijv. 100mV) zonder afstellingsmogelijkheid van het niveau aanwezig is,
moet een demper worden tussengeschakeld.
Echo tijdens het telefoneren
Omschrijving van de storing: tijdens een telefoongesprek hoort de gesprekspartner een echo.
Oplossing: stel de gevoeligheid van de hands-free-microfoon in (zie gebruiksaanwijzing onder Gebruikersmenu). In de
meeste gevallen wordt met een instelling tussen 0 en 3 een optimaal resultaat bereikt.
Fouten en technische wijzigingen voorbehouden175Copyright by Becker GmbH, D-76303 Karlsbad
Loading...
+ hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.