Becker Indianapolis7925, Indianapolis7923, Indianapolis7920 User Manual [nl]

Page 1
Gebruiksanwijzing / Montagehandleiding
Betjeningsvejledning / Monteringsvejledning
Bruksanvisning / Monteringsanvisning
Page 2
Inhoud
Veiligheidsvoorschriften 5 Richtlijnen m.b.t. de
verkeersveiligheid 6 Overzicht knoppen 7
Beveiliging tegen diefstal 8
Codenummer invoeren 8 Frontje verwijderen 9 Frontje plaatsen 9
Algemene bediening 10
In-/uitschakelen 10 Volume instellen 10
Klankmenu activeren 10
Laagweergave (bass) instellen 10 Hoogweergave (treble) instellen 10 Fader (faderregeling) 11 Balans instellen 11 Lineaire instelling 11 Subwoofer- resp. centerspeakervolume instellen 11 Loudness in-/uitschakelen 11
Gebruiksmodus Navigatie 12
Wat is navigatie? 12 Navigatie-cd’s 12 Algemene aanwijzingen 14 Navigatie kiezen 15 Basismenu van het navigatiesysteem 15 Bestemming 16
Land selecteren 16
Plaats van bestemming invoeren 17 Plaats van bestemming via postcode selecteren 18 Straat van de bestemming invoeren 19 Centrum van de plaats van bestemming invoeren 20 Bestemmingsinvoer via coördinaten 21
Routemenu 22
Huisnummer van de straat van bestemming invoeren 22 Kruising in de straat van bestemming selecteren 23 Route-opties instellen 23
Bestemming in het bestemmingsgeheugen opslaan 24
Opgeslagen bestemmingen wissen 25 Bestemmingsgeheugen vol 25
Route naar de bestemming berekenen 25
Route opnieuw berekenen. 25
Tussenstop 25
Tussenstop invoeren 25 Navigatie naar tussenstop starten 26 Tussenstop wissen 26 Tussenstop bereikt 26
Filefunctie 26
Lengte van de file invoeren 26 Te vermijden sector wissen 27
Navigatie afbreken 27 Toelichting bij de navigatie 27 Dynamische navigatie met TMC 29
Wat is dynamische navigatie? 30 Dynamische navigatie 30 Verkeersinformatie weergeven 31
Informatie tijdens de navigatie 32
Reistijd en afgelegde afstand oproepen 32 Instellingen weergeven 33 Actuele tijd oproepen 33 Huidige positie oproepen 33 Stratenlijst oproepen 34
Bestemmingsgeheugen 35 Bijzondere bestemmingen 35 Bijzondere bestemming ­P.O.I. - cd 37
Licentievoorwaarden 39
Systeeminstellingen 39
Klok instellen 40 Huidige positie opslaan 40 Spel selecteren 41 Taal instellen 41 Animaties 42 Melding over vermoedelijke aankomsttijd aan- of uitzetten 42 Selectie van de maateenheid 42 Berekening van de vermoedelijke aankomsttijd beïnvloeden 43 Weergave van maximumsnelheden in-/uitschakelen 43 Weergave van de tijd instellen 44
2
Page 3
Inhoud
Radio 45
Radioweergave inschakelen 45
Modus radiomenu inschakelen 45 FM-band instellen 45 AM-band instellen 45 Instelmogelijkheden voor de selectie van zenders 45
Dynamische Autostore (FM-DAS) 46 Zenderzoekfunctie FM - DAS 46 Zenderzoekfunctie MW, LW, SW 46 Scan-zoekfunctie 47
Zenders filteren bij FM-DAS 47 Programmatype selecteren (PTY) 47
Weergave van PTY in-/uitschakelen 48
Zender oproepen/opslaan bij FM 48
Zenders opvragen/opslaan MW, LW, SW 48 Autostore AM, LW 49 Handmatig instellen FM 49 Handmatige afstemming MW, LW, SW 49 Regio’s 50
Regionaalfunctie in-/uitschakelen 50
Weergave frequentie in-/ uitschakelen 50
Radiotekst in - /uitschakelen 51 Verkeersinformatie TP (Traffic Program) 51
TP-menu activeren/verlaten 52 TP in-/uitschakelen 52
Automatisch volgen instellen 53 Rechtstreekse programmering instellen/wissen 53 MUTE-stand in-/uitschakelen 53 TP-berichten afbreken 53 Volume van TP-berichten 54
TMC in-/uitschakelen 54 TMC-zender kiezen 54
Weergave voor TMC-zenders die kunnen worden ontvangen 55
Geluidsonderdrukking voor de telefoon 55
Cd-weergave 56
Aanwijzingen m.b.t. de compactdisc (cd) 56
Cd’s plaatsen/verwijderen 56
Nummer vooruit/achteruit springen 57 Scan-zoekfunctie 57
Versneld vooruit/terug 57 Herhalen van nummers (Repeat) 57
Willekeurig afspelen (Random Play) 58 Cd-instelmenu 58
Aantal nummers weergeven 58 Omschakelen nummer/cd-tekst weergave 58
Thermische beveiliging 59
Aanwijzingen voor cd-r en cd-rw 59
Aanwijzing m.b.t. cd’s met kopieerbeveiliging 59
Mp3-weergave 60
Algemene aanwijzing voor mp3 60 Een mp3/WMA-gegevensdrager maken 60
Playlist maken 61
Mp3-cd’s plaatsen/verwijderen 62 Omschakelen map/playlist 63
Nummer vooruit/achteruit springen 63
Naar andere map/playlist gaan 63
Scan-zoekfunctie 63
Versneld vooruit/terug 64
Willekeurig afspelen (Random Play) 64 Herhalen van nummers (Repeat) 64
Mp3-instelmenu 64
Naar andere map/playlist gaan 64 Map-/playlistnaam weergeven. 65 Omschakelen track/ID3-tag weergave 65
Weergave cd-wisselaar 66
Gebruik van de cd-wisselaar 66
Cd-magazijn laden/verwijderen 66
Cd-wisselaarmodus selecteren 66 Cd’s wisselen/selecteren 66 CDC-instelmenu 67
Trackinformatie weergeven 67
3
Page 4
Inhoud
Aantal tracks en totale looptijd weergeven 67 Namen van cd’s 68
Filterfunctie bij cd’s 69
Gebruikersinstellingen 70
Gebruikersinstellingen opvragen/verlaten 70
GAL instellen 70 Functies bij MUTE-instelling telefoon (Tel) 71 Helderheid display (Lum) 71 Knipperende diode instellen (LED) 71 Optimale ontvangst instellen (M/S) 72 Instelling navigatie-aanwijzing (Nav) 72 AUX-ingang (Aux) 73 Weergave kompas (Cmp) 73 Volume signaaltoon (Bev) 73
Servicemenu 74
Servicemenu oproepen/ verlaten 74
Reset cd-wisselaar 74
Resetactivering apparaat 74
Toelichting 75
RDS-SYSTEEM 75
Niveau DAS Seek Qual. 75
Niveau DAS Seek Name 75
Niveau Stations RDS 75
Niveau Stations Fix 75
PTY (programmatype) 75
Terminologielijst 77
Trefwoorden 79
Technische gegevens 83
AANHANGSEL 84
Montagehandleiding 85
Vóór het inbouwen 85 Symbolen die in deze inbouw­handleiding worden gebruikt 85 Veiligheidsvoorschriften 86 Installatievoorschriften 87 Aansluitschema van het navigatiesysteem 88 Inbouwen van GPS-antenne 89 Aansluiting van het achteruitrijlampje 91 Snelheidssignaal (GAL) van snelheidsmeter/tellerkabel aansluiten 92 Inbouw/uitbouw van het apparaat 95 Ingebruikname van de GPS en sensoren 96 Installatie van de navigatiesoftware 98 Kalibrering 99 Servicemodus 101 Aansluitingen 109
4
Page 5

Veiligheidsvoorschriften

G
Het toestel mag alleen worden bediend als de verkeerssituatie dit toelaat en u er geheel zeker van bent dat u zelf, uw me­depassagiers of andere verkeersdeelnemers geen gevaar lopen, worden gehinderd of worden gestoord.
In elk geval zijn de voorschriften van de Wegenverkeerswet van toepassing. De plaats van bestemming mag alleen worden ingevoerd als de wagen stilstaat.
Het navigatiesysteem is maar een hulpmiddel, in sommige gevallen kunnen de gegevens onjuist zijn. De bestuurder moet in elke situatie zelf besluiten of hij de gegevens betrouwbaar vindt. Wij zijn in geen geval aansprakelijk voor onjuiste ge­gevens in het navigatiesysteem.
Gezien het feit dat verkeerssituaties aan veranderingen onderhevig zijn of gegevens veranderen kan het voorkomen dat de gegeven aanwijzingen niet geheel of niet correct zijn. Derhalve moet altijd rekening worden gehouden met de verkeers­borden en de verkeerssituatie ter plaatse. Het navigatiesysteem is met name niet bedoeld als hulpmiddel ter oriëntatie bij slecht zicht.
Het apparaat mag alleen voor de doeleinden waarvoor het is bedoeld worden gebruikt. Het volume van de autoradio/na­vigatiesysteem moet zo worden ingesteld dat de bestuurder nog geluiden van buiten kan waarnemen.
Bij storingen (bijv. rookontwikkeling of stank) moet het apparaat meteen worden uitgeschakeld.
Om veiligheidsredenen mag het toestel alleen door een vakman worden geopend. Voor reparaties wordt u verzocht met uw dealer contact op te nemen.
5
Page 6

Richtlijnen m.b.t. de verkeersveiligheid

Deze autoradio is bedoeld en goedgekeurd voor inbouw en gebruik in personenauto’s, bedrijfauto’s en bussen (voertuig­klasse M, N en O) met een boordnetspanning van 12 V.
Wij raden u aan om het apparaat uitsluitend door deskundig personeel te laten inbouwen resp. onderhouden. Bij een ver­keerde montage resp. slecht onderhoud kunnen storingen in de voertuigsystemen optreden. Volg de veiligheidsrichtlijnen van de autofabrikant op.
Werkzaamheden aan de voertuigelektronica (bijv. aansluiting snelheidssignaal) mogen uitsluitend worden uitgevoerd door een erkend servicestation. De fabrikant kan niet aansprakelijk worden gesteld voor schade aan de voertuigelektronica.
Dit apparaat mag uitsluitend op de door de autofabrikant daarvoor bestemde plaats worden ingebouwd.
Kies de apparaatbevestiging zodanig, dat het apparaat bij een eventuele botsing correct blijft zitten.
De stroomvoorziening dient correct te worden afgezekerd.
Wanneer mobiele telefoons zonder buitenantenne in de buurt van de radio worden gebruikt, kan dat storingen veroorza­ken.
Zorg dat u vertrouwd bent met het apparaat en de bediening daarvan alvorens te gaan rijden. Bedien het apparaat tijdens het rijden alleen wanneer de verkeerssituatie dat toelaat. Het weergavevolume van de autoradio dient zodanig te worden ingesteld, dat geluiden van buitenaf (bijv. sirene van de politie) nog goed waargenomen kunnen worden.
6
Page 7

Overzicht knoppen

2
3
1
12
Overzicht knoppen
1 Linker draaiknop (INFO) 2 Knop aan/uit ( ) 3 Klankknop ( ) 4 Knop voor verkeersinformatie ( )
5LED 6 Omschakelen naar cd-weergave ( )
4
5
6
7 8
9
10
11
7 Omschakelen naar radioweergave ( ) 8 Omschakeling navigatie ( ) 9 Uitwerpknop voor cd ( ) 10 Rechter draaiknop (OK)
11 Multifunctionele knoppen 12 Display
7
Page 8

Beveiliging tegen diefstal

Beveiliging tegen diefstal

Codenummer invoeren

Als de autoradio van de stroomvoorzie­ning wordt losgekoppeld, is de radio bij een volgende aansluiting beveiligd te­gen diefstal. Als u de radio inschakelt met behulp van de knop wordt de melding Enter Code Number weergege­ven.
X Knop via de multifunctionele knoppen
- de 5-cijferige code in.
Voorbeeld:
Codenummer 15372 (het codenummer staat op de bijgevoegde CODE CARD).
Zodra het 5e cijfer is ingevoerd en alle andere cijfers ook correct zijn, gaat het apparaat automatisch aan.
Aanwijzing:
De CODE CARD moet buiten de wa­gen op een veilige plaats worden be­waard. De kaart kan zodoende niet onrechtmatig gebruikt worden. De bij­geleverde ruitenstickers moet u op de binnenkant van uw ruiten plakken.
Als u een verkeerd codenummer hebt in­gevoerd, wordt de melding Enter Code Number weergegeven. Als u de code drie keer verkeerd hebt ingevoerd, wordt Wait weergegeven. Het apparaat kan ge­durende ca. 60 minuten niet gebruikt worden.
Als u vervolgens de code nogmaals drie keer verkeerd invoert, kan de radio we­derom gedurende 60 minuten niet ge­bruikt worden.
N.B.:
De wachttijd geldt alleen als de radio is ingeschakeld en de wagen op contact staat.
8
Page 9
Beveiliging tegen diefstal
A

Frontje verwijderen

U kunt het frontje (A) verwijderen. Dit is een effectieve beveiliging tegen diefstal.
X Houd hiervoor knop kort inge-
drukt (gegevensdrager blijft in het apparaat).
Het display klapt naar voren.
X Trek het frontje los.
Na het wegklappen van het display wordt de toon op maximaal volume be­grensd. Na 20 seconden hoort u een pieptoon als teken dat het bedieningsge­deelte is weggeklapt. Daarna wordt het apparaat uitgeschakeld.
Gevaar
GG
voor ongevallen
Uit veiligheidsoogpunt mag het frontje tijdens het rijden niet geopend blijven.
N.B.:
Plaats het frontje na het verwijderen in de bijgeleverde beschermhoes. Raak de metalen contactpunten op het frontje of op de radio niet aan.

Frontje plaatsen

X Steek het frontje in de vergrendeling
linksonder en daarna in de vergrende­ling rechtsonder. Klap vervolgens het frontje naar boven totdat het in de bo­venste vergrendelingen vastklikt. Het frontje kan ook vlak worden ge­plaatst en worden vastgedrukt.
Om er zeker van te zijn dat het juist functioneert, moet u erop letten dat het frontje volledig is vastgeklikt in de vier vergrendelpunten.
9
Page 10

Algemene bediening

Algemene bediening

In-/uitschakelen

X Druk op de knop .
Het is tevens mogelijk om het toestel in en uit te schakelen door de wagen op contact resp. van contact af te zetten. Als u de radio via het contactslot inscha­kelt, moet deze vooraf ook daarmee zijn uitgeschakeld. Als u de wagen van contact af zet, kunt u voorkomen dat de radio wordt uitge­schakeld door binnen 3 seconden op knop te drukken.
Aanwijzing:
U kunt het toestel ook via knop in­schakelen zonder de wagen eerst op contact te zetten. Het toestel schakelt dan echter na 1 uur automatisch weer uit.

Volume instellen

Draai aan de linker draaiknop . Het volume wordt hoger of lager.

Klankmenu activeren

Druk op de knop . Het klankmenu wordt geactiveerd. U kunt de volgende functies oproepen: Bas (lage tonen), Trb (hoge tonen), Fad (fader), Bal (balans), Flt (lineaire instelling), Sub (subwoofer) en Ldn (loudness).
De instellingen van de bas, de hoge to­nen, de fader, de balans en de loudness worden afzonderlijk voor de golfberei­ken FM, AM (MW, LW en SW) voor de verkeersinformatie, de navigatie-aan­wijzingen, de telefoon, de cd-, mp3- en cdc/aux-weergave opgeslagen.

Laagweergave (bass) instellen

X Druk op knop en vervolgens op
de multifunctionele knop .
X Stel met de rechter draaiknop de
laagweergave in.

Hoogweergave (treble) instellen

X Druk op knop en vervolgens op
de multifunctionele knop .
X Stel met de rechter draaiknop de
hoogweergave in.
10
Page 11
Algemene bediening

Fader (faderregeling)

X Druk op knop en vervolgens op
de multifunctionele knop .
X Stel vervolgens met de rechter
draaiknop de gewenste waarde voor de fader in.

Balans instellen

X Druk op knop en vervolgens op
de multifunctionele knop .
X Stel met de rechter draaiknop de
gewenste balans in.

Lineaire instelling

De klankbalans voor de op dat moment geselecteerde signaalbron (bijv. FM) kan op een gemiddelde waarde worden afgesteld.
X Druk kort op de knop . Druk
kort op de multifunctionele knop
- op het display verschijnt Tone
reset.
X Druk nogmaals op de multifunctionele
knop .
Subwoofer- resp. centerspea­kervolume instellen
X Druk op knop en vervolgens op
de multifunctionele knop .

Loudness in-/uitschakelen

X Druk op knop en vervolgens op
de multifunctionele knop .
X Kies met de multifunctionele knop
tussen Loudness aan (ON) resp.
Loudness uit (OFF).
Aanwijzing:
In de golfbereiken MW, LW, SW is loudness uitgeschakeld.
X Stel vervolgens met de rechter
draaiknop het gewenste volume voor de subwoofer in.
11
Page 12
Navigatie

Gebruiksmodus Navigatie

Wat is navigatie?

Onder navigatie (lat. navigare = op zee varen) verstaat men in het algemeen de plaatsbepaling van een voertuig, de be­paling van de richting en de afstand tot de bestemming en het uitzetten van de route ernaar toe. Als hulpmiddelen bij het navigeren worden o.a. sterren, mar­kante punten, kompas en satellieten ge­bruikt. Bij de Becker Indianpolis vindt het be­palen van de positie plaats via de GPS­ontvanger (GPS = Global Positioning System). De richting en de afstand tot de bestemming worden o.a. met behulp van een digitale wegenkaart, een navigatie­computer en sensoren bepaald. Voor het berekenen en het volgen van de route worden ook het signaal van de kilome­terteller en de achteruitversnelling ge­bruikt. Om veiligheidsredenen vindt de naviga­tie voornamelijk door verbale aanwij- zingen plaats, ondersteund door richtingspijlen op het display.
Veiligheidsvoorschriften
G
• De geldende verkeersregels zijn te al­len tijde bepalend. Het navigatiesy­steem is maar een hulpmiddel, in sommige gevallen kunnen de gege­vens onjuist zijn. De bestuurder moet in elke situatie zelf besluiten of hij de gegevens betrouwbaar vindt. Wij zijn in geen geval aansprakelijk voor onjuiste gegevens in het naviga­tiesysteem.
• Verkeersborden en plaatselijke ver­keersvoorschriften hebben altijd prio­riteit.
• De verkeersgeleiding geldt alleen voor personenauto’s. Er is geen reke­ning gehouden met specifieke aanbe­velingen over de route en voorschriften voor andere voertuigen (bijv. bedrijfswagens).
• De plaats van bestemming mag alleen worden ingevoerd als de wagen stil­staat.
Navigatie-cd’s
Bij het navigatietoestel worden twee na­vigatie-cd’s geleverd. Op deze cd’s bevindt zich een gedigitali­seerde wegenkaar. U krijgt een cd voor Noord-Europa (cd 1) en een cd voor Zuid-Europa (cd 2). Beide cd’s bevatten alle grote verkeers­wegen en alle centra van de steden in het gedigitaliseerde gebied in Noord- en Zuid-Europa. De cd voor Noord-Europa bevat boven­dien alle gedigitaliseerde wegen van de noordelijke landen. De cd voor Zuid-Eu­ropa bevat bovendien alle gedigitaliseer­de wegen van de zuidelijke landen. Op de gedetailleerde wegenkaart van de Noord- resp. Zuid-Europa-cd staan de snelwegen, rijkswegen, provinciale we­gen en hoofdwegen. Grote steden en ge­meenten zijn volledig ingevoerd. Bij kleine steden en gemeentes staan de re­gionale en plaatselijke wegen of door­gaande wegen alsmede het centrum van de bebouwde kom vermeld.
12
Page 13
Gebruiksmodus Navigatie
Er is zoveel mogelijk rekening gehou­den met eenrichtingswegen, voetgan­gersgebieden, plaatsen waar een verbod geldt om af te slaan en andere verkeers­regelingen. Vanwege het feit dat het wegennet en de bijbehorende verkeersbepalingen door­lopend worden gewijzigd, kan het voor­komen dat de gegevens op de navigatie­cd en de plaatselijke situatie niet geheel overeenkomen.
Aanwijzing:
Voor de landen Noorwegen, Zweden, Finland en Denemarken is het niveau van digitaliseren hoog doordat er niet­geverifieerde gegevens worden ge­bruikt. Bij deze gegevens is het niet mo­gelijk te navigeren op basis van informatie als snelweg, provinciale weg, woonerf, eenrichtingsverkeer of andere verkeersregelingen, omdat deze informatie niet is geregistreerd. Weliswaar kunt u naar alle wegen navi­geren, maar optimale navigatie is hier­bij niet gegarandeerd.
Navigatie met twee cd’s voor Europa Als u met behulp van het navigatiesy-
steem van een plaats op de cd voor Zuid-
A
B
C
D
A Gebied van de cd voor Noord-Euro-
pa met alle gedigitaliseerde wegen.
B Als voorbeeld een stad of adres in
Duitsland (op de cd voor Noord­Europa).
C Gebied van de cd voor Zuid-Europa
met alle gedigitaliseerde wegen.
D Als voorbeeld een stad of adres in
Frankrijk (op de cd voor Zuid-Eu­ropa).
Europa (D) naar een plaats op de cd voor Noord-Europa (B) wilt, voert u het be­stemmingsadres op de gebruikelijke ma­nier in. Na het intoetsen van de plaats verschijnt op het display de melding NAV-CD 1 INVOEREN waarin u wordt verzocht Navigatie-cd 1 te plaatsen. Na het plaatsen van de juiste cd voert u de straat en eventueel het huisnummer of het centrum in. Nadat de routeberekening is gestart, worden de benodigde kaartgegevens ge­laden en in het interne geheugen opge­slagen.
13
Page 14
Navigatie

Algemene aanwijzingen

• Tijdens het gebruik van het navigatie­systeem kan de radio of cd-speler wor­den beluisterd. Rechts op het display worden de af­stand tot de volgende melding en naar­gelang de instelling onder 'Weergave van de tijd instellen' op pagina 44 te­vens de vermoedelijke aankomsttijd, de actuele tijd of de resterende rijtijd getoond.
• Tijdens de actieve begeleiding naar de bestemming kan de radio worden in­geschakeld door op de knop te drukken. Als u op knop drukt, schakelt de radio over op de cd/mp3­speler. Bij aanwijzingen van het navigatiesy­steem verschijnt vervolgens automa­tisch het navigatiemenu.
• Bij het invoeren van de bestemming worden alleen de letters, cijfers en te­kens weergegeven die hiervoor nodig zijn. De invoer wordt automatisch aange­vuld. Een spatie (bijv. in Bad Abbach) moet met een onderliggend verbindings-
streepje worden ingevoerd. Letters, cijfers en tekens kunnen via de multifunctionele knoppen t/m worden geselecteerd. Alle tekens die boven de multifunctionele knoppen staan, kunnen worden geko­zen door één of meerdere keren op de knop te drukken. Verderop wordt beschreven hoe u te­kens kunt kiezen met behulp van de rechter draaiknop .
Hiermee verlaat u het huidige menu en opent u het vorige menu.
• Bij een afwijking van de route wordt de route naar de bestemming opnieuw door het systeem berekend.
• Druk voor het weergeven van de hui­dige aanwijzing van het navigatiesy­steem op de linker draaiknop .
• Tijdens een navigatieaanwijzing kan het volume met de linker draaiknop en de klank door de knop worden geregeld. (zie ook pagina 10).
• Door even op de linker draaiknop te drukken, wordt tijdens de navigatie aanvullende informatie resp. bij inac­tieve navigatie wordt de actuele posi­tie opgeroepen. Zie 'Informatie tijdens de navigatie' op pagina 32.
• Een lopende navigatie-aanwijzing kan worden onderbroken door de linker draaiknop in te drukken.
• Wanneer u de linker draaiknop tij­dens een navigatie-aanwijzing langer dan 2 seconden indrukt, worden de aanwijzingen gestopt en wordt de na­vigatie voortgezet op het display. Als u kort op de linker draaiknop drukt, worden de aanwijzingen van het navigatiesysteem weer ingescha­keld.
• De schuifpijlen en geven een keuzelijst aan, waarin met de rechter draaiknop kan worden gebladerd. Door de rechter draaiknop in te drukken, kunt u de met hoofdletters weergegeven ingang uit de lijst kie­zen.
14
Page 15
Gebruiksmodus Navigatie

Navigatie kiezen

X Druk op de knop .
Hierna verschijnt het basismenu van het navigatiesysteem.
Aanwijzing:
Als het navigatiesysteem voor het eerst wordt opgestart, moet de navigatie-cd worden geladen. Wanneer de kalibrering van het naviga­tiesysteem nog niet is voltooid, vraagt het systeem om een kalibreringsrit. Zie 'Kalibrering' op pagina 99. Om het navigatiesysteem in gebruik te nemen, hebt u een navigatie-cd met de gegevens van het bestemmingsland no­dig. Voor het starten van een routebereke­ning, plaatst u de navigatie-cd in het sy­steem. Tijdens de berekening knippert op het display de melding berekening afgerond is, verdwijnt de melding wijderen en vervolgens een audio-cd in het systeem plaatsen. Bij het invoeren van verre bestemmin­gen is het zinvol pas weg te rijden wan­neer de melding
CD, u kunt de navigatie-cd ver-
CD is verdwenen.
CD. Als de
Basismenu van het navigatie­systeem
U maakt uw keuze
BESTEMMING, BEST. GEHEUGEN, BIJZONDERE BEST.,
VORIGE BEST., door te draaien aan de rechter draaiknop; druk deze in om uw keuze te bevestigen .
• BESTEMMING
Brengt u naar het invoermenu voor het bestemmingsadres. Zie 'Bestemming' op pagina 16.
• BEST. GEHEUGEN
Bevat bestemmingen die vooraf wer­den opgeslagen. Zie ’Bestemmingsgeheugen’ op pagina 35.
• BIJZONDERE BEST.
Menu voor het selecteren van plaatselij­ke of landelijke bijzondere bestemmin­gen en van bijzondere bestemmingen in de omgeving. Bijzondere bestemmingen zijn bijv. tankstations, vliegvelden of ziekenhuizen. Zie ’Bijzondere bestem­mingen’ op pagina 35.
15
Page 16
Navigatie
•VORIGE BEST. Er wordt een lijst met de laatste 50 be­reikte bestemmingen weergegeven. Selecteer met de rechter draaiknop de gewenste bestemming. Voor de be­vestiging met de rechter draaiknop kunt op de linker draaiknop drukken om bestemmingsinforma­tie op te vragen. Een tussenstop wordt niet als laatste bestemming opgesla­gen.

Bestemming

X In het basismenu van het navigatiesy-
steem met de rechter draaiknop BESTEMMING kiezen en bevestigen door de knop in te drukken.

Land selecteren

X Wanneer uw bestemming in een ander
land als het weergegeven land ligt, kiest u het land (in het voorbeeld DUITSLAND) met de rechter draai­knop en bevestigt u dit door de knop in te drukken.
X Selecteer het land met de rechter
draaiknop en bevestig uw keuze door op de knop te drukken.
Aanwijzing:
Bij het selecteren van een verre bestem­ming is het raadzaam om halverwege een tussenstop te kiezen (pagina 25).
16
Page 17
Gebruiksmodus Navigatie

Plaats van bestemming invoeren

De plaats die het laatst werd ingevoerd, wordt weergegeven. Wanneer u een bestemming in de aange­geven plaats wilt invoeren, kunt u met­een STRAAT of CENTRUM kiezen.
X Als uw bestemming in een andere
plaats ligt, selecteert u deze bestem­ming met de rechter draaiknop . Vervolgens bevestigt u dit door op de knop te drukken.
X Kies achtereenvolgens de letters van
de plaatsnaam door aan de rechter draaiknop te draaien. Bevestig uw keuze door telkens op de knop te druk­ken. De gekozen letter wordt rechts uitvergroot weergegeven.
Met de multifunctionele knop wist u de letter die u als laatste hebt beves­tigd.
Door de multifunctionele knop langer dan 2 seconden ingedrukt te hou­den, wist u de complete invoer.
De reeds ingevoerde letters worden in­vers weergegeven. Als hulpmiddel wordt de plaatsnaam getoond die het meest lijkt op de reeds ingevoerde tekst. Het systeem laat u alleen nog uit de mo­gelijke letters kiezen. Wanneer er geen andere mogelijkheden meer zijn, vult het systeem de plaatsnaam vanzelf aan.
X Om de ingevoerde naam over te ne-
men, houdt u de rechter draaiknop langer dan 2 seconden ingedrukt of u kiest het vinkje en u drukt de rech­ter draaiknop kort in.
Wanneer de complete plaatsnaam reeds is ingevoerd of automatisch is aange­vuld, dan wordt er doorgeschakeld naar de lijst met plaatsen die erop lijken of naar de invoer van de straat of het cen­trum. Wanneer de ingevoerde plaats geen stra­ten heeft of wanneer alleen het centrum kan worden gekozen, wordt meteen naar het routemenu doorgeschakeld.
Wanneer een onvolledige plaatsnaam is bevestigd, wordt de plaatskeuzelijst ge­toond.
De plaatsnaam die het meest op de inge­voerde plaats lijkt, verschijnt in hoofd­letters in de keuzelijst. De schuifpijlen geven aan dat er nog meer plaatsen op alfabetische volgorde kunnen worden gekozen.
X Selecteer de naam door aan de rechter
draaiknop te draaien. Bevestig dit door op de knop te drukken. (Zie ’Al­gemene aanwijzingen’ op pagina 14.)
17
Page 18
Navigatie
Wanneer de ingevoerde plaats duidelijk is, wordt naar de invoer van de straat of het centrum doorgeschakeld. Wanneer de ingevoerde plaats geen straten heeft of wanneer alleen het centrum kan wor­den gekozen, wordt meteen naar het rou­temenu doorgeschakeld.
Wanneer de ingevoerde plaatsnaam niet eenduidig is, dan verschijnt de lijst met plaatsen die erop lijken.
X Selecteer de plaats met de rechter
draaiknop en bevestig deze door op de knop te drukken.
Er wordt doorgeschakeld naar de invoer van de plaats of het centrum. Wanneer de ingevoerde plaats geen stra­ten heeft of wanneer alleen het centrum kan worden gekozen, wordt meteen naar het routemenu doorgeschakeld.

Plaats van bestemming via postcode selecteren

De plaats van bestemming kan ook via de postcode van de plaats worden gese­lecteerd.
X Om de postcode van de plaats van be-
stemming POSTCODE te selecteren, draait u de rechter draaiknop en be­vestigt u uw keuze door hier op te drukken.
X Voer met behulp van de rechter
draaiknop de postcode van de plaats van bestemming in en bevestig de invoer door langer dan 2 seconden op de draaiknop te drukken. Ter be­vestiging kan ook de kleine haak worden gekozen, waarna u de rechter draaiknop kort indrukt.
Vervolgens wordt de bij de postcode be­horende plaats weergegeven of als meer­dere plaatsen onder de postcode zijn ingedeeld, wordt een lijst met deze plaatsen weergegeven.
X Selecteer de gewenste plaats met de
rechter draaiknop en bevestig deze door op de knop te drukken.
Zijn meer dan 9 plaatsen met dezelfde postcode ingedeeld, dan wordt i.p.v. de hierboven beschreven lijst een menu voor het invoeren van de plaats weerge­geven. De plaatsnaam moet u dan zoals onder ’Plaats van bestemming invoeren’ op pagina 17 wordt beschreven zelf in­vullen. Er wordt doorgeschakeld naar de invoer van de straat of het centrum. Wanneer de geselecteerde plaats geen straten heeft of wanneer alleen het centrum kan worden gekozen, wordt meteen naar het route­menu doorgeschakeld.
18
Page 19
Gebruiksmodus Navigatie

Straat van de bestemming invoeren

X Selecteer met de rechter draaiknop
STRAAT en bevestig dit door op de knop te drukken.
X Kies achtereenvolgens de letters van
de plaatsnaam door aan de rechter draaiknop te draaien. Bevestig uw keuze door telkens op de knop te druk­ken. De geselecteerde letter wordt rechts uitvergroot weergegeven.
Met de multifunctionele knop wist u de letter die u als laatste hebt beves­tigd. Door de multifunctionele knop langer dan 2 seconden ingedrukt te hou­den, wist u de complete invoer.
De reeds ingevoerde letters worden in­vers weergegeven. Als hulpmiddel wordt de straatnaam getoond die het meest lijkt op de ingevoerde tekst. Het systeem laat u alleen nog uit de mogelij­ke letters kiezen.
Wanneer er geen andere mogelijkheden meer zijn, vult het systeem de straat­naam vanzelf aan.
X Om de ingevoerde naam over te ne-
men, houdt u de rechter draaiknop langer dan 2 seconden ingedrukt of u kiest het vinkje en u drukt de rech­ter draaiknop kort in.
Wanneer de complete straatnaam reeds is ingevoerd of automatisch is aange­vuld, dan wordt er doorgeschakeld naar de straatkeuzelijst of naar het routeme­nu.
Wanneer een onvolledige straatnaam is bevestigd, wordt de stratenlijst getoond.
De straatnaam die het meest op de inge­voerde straat lijkt, verschijnt in hoofd­letters in de keuzelijst.
De schuifpijlen geven aan dat er nog meer straten op alfabetische volgorde kunnen worden gekozen.
X Selecteer de straat door de rechter
draaiknop verder te draaien en be­vestig deze door op de knop te druk­ken.
Wanneer de keuze duidelijk is, wordt er naar het routemenu doorgeschakeld. Wordt de straat niet duidelijk herkend, dan verschijnt de lijst met straten die erop lijken.
X Selecteer de wijk met de rechter draai-
knop en bevestig deze door op de knop te drukken.
Het routemenu wordt geopend.
19
Page 20
Navigatie
Centrum van de plaats van bestemming invoeren
X Selecteer met de rechter draaiknop
CENTRUM en bevestig dit door op de knop te drukken.
Wanneer de eerder gekozen plaats slechts één centrum heeft, wordt er met­een naar het routemenu doorgeschakeld. Wanneer het aantal centra minder is dan 10, wordt de centrumlijst getoond.
X Selecteer het centrum door de rechter
draaiknop te draaien en bevestig dit door op de knop te drukken.
Wanneer het aantal centra meer is dan 9, wordt naar de invoer van het centrum geschakeld.
X Kies achtereenvolgens de letters van
de plaatsnaam door aan de rechter draaiknop te draaien. Bevestig uw keuze door telkens op de knop te druk­ken. De geselecteerde letter wordt rechts uitvergroot weergegeven.
Met de multifunctionele knop wist u de letter die u als laatste hebt beves­tigd. Door de multifunctionele knop langer dan 2 seconden ingedrukt te hou­den, wist u de complete invoer.
De reeds ingevoerde letters worden in­vers weergegeven. Als hulpmiddel wordt het centrum getoond dat het meest lijkt op de ingevoerde tekst. Het systeem laat u alleen nog uit de mogelijke letters kiezen. Wanneer er geen andere moge­lijkheden meer zijn, vult het systeem de naam van het centrum vanzelf aan.
X Om de ingevoerde naam over te ne-
men, houdt u de rechter draaiknop langer dan 2 seconden ingedrukt of u kiest het vinkje en u drukt de rech­ter draaiknop kort in.
Wanneer de complete naam van het cen­trum reeds is ingevoerd of automatisch is aangevuld, dan wordt er doorgescha­keld naar het routemenu. Wanneer de ingevoerde naam niet dui­delijk is, wordt naar de centrumlijst ge­schakeld.
Het centrum dat het meest lijkt op het in­gevoerde centrum, verschijnt in hoofd­letters in de lijst. De schuifpijl geeft aan, dat er meerdere centra op alfabetische volgorde kunnen worden geselecteerd.
X Selecteer het centrum door de rechter
draaiknop te draaien en bevestig dit door op de knop te drukken.
20
Het routemenu wordt geopend.
Page 21
Gebruiksmodus Navigatie
Aanwijzing:
Als u langer dan 2 seconden op de rech­ter draaiknop drukt, zonder van te­voren een letter te hebben geselecteerd, verschijnt onmiddellijk de lijst met mo­gelijke centra.

Bestemmingsinvoer via coördinaten

Als de geografische coördinaten (breed­te en lengte) van een bestemming be­kend zijn, kunt u deze invoeren en de navigatie naar dit punt starten.
X Selecteer met de rechter draaiknop
COÖRDINATEN en bevestig dit door op de knop te drukken.
X Voer met de rechter draaiknop de
breedtegraad van de bestemming in. Intoetsen in graden, minuten, secon­den en windrichting, bijv.
11°38'34"N .
X U bevestigt de ingevoerde gegevens
door langer dan 2 seconden op de rechter draaiknop te drukken.
of
X Kies het haakje en druk de rechter
draaiknop kort in.
X Voer met de rechter draaiknop de
lengtegraad van de bestemming in.
X U bevestigt de ingevoerde gegevens
door langer dan 2 seconden op de rechter draaiknop te drukken.
of
X Kies het haakje en druk de rechter
draaiknop kort in.
Aanwijzing:
Als de ingevoerde coördinaten buiten de digitale kaart liggen, verschijnt er een melding met deze boodschap. Het is niet mogelijk om naar een punt buiten de digitale kaart te navigeren.
Het navigatiesysteem vraagt nu om de invoer van een naam voor de ingetoetste coördinaten.
X Knop een naam in zoals beschreven
onder 'Bestemming in het bestem­mingsgeheugen opslaan' op
pagina 24. Het routemenu wordt nu geopend. Het navigeren kan nu worden gestart.
21
Page 22
Navigatie

Routemenu

U maakt uw keuze
BEST. IN GEHEUGEN, START-SNELLE R, (START-KOR-
TE R. resp. START-DYN.RTE.)
HUISNUMMER, KRUISING en
ROUTEOPTIES door te draaien aan de rechter draaiknop; druk deze in om uw keuze te bevestigen .
• BEST. IN GEHEUGEN
Brengt u naar het invoermenu voor het BEST. GEHEUGEN (pagina 24).
• START-SNELLE R, START-KOR-
TE R. resp. START-DYN.RTE. start de navigatie. Tegelijkertijd ver­schijnt informatie over de momenteel ingestelde routekeuze (-KORTE R. voor een korte route, -SNELLE Rvoor een snelle route en -DYN.RTE. voor een dynamische route).
• HUISNUMMER Hier kan het huisnummer in de aange­geven straat worden ingevoerd. Deze functie is alleen aanwezig, als deze informatie op de navigatie-cd is opgeslagen.
• KRUISING Hier kan er een kruisende straat als het punt van de bestemming worden gede­finieerd. Deze functie is alleen aanwezig, als deze informatie op de navigatie-cd is opgeslagen.
• ROUTEOPTIES Hier kunt u kiezen uit kenmerken als een snelle route, een korte route, een dynamische route, snelwegen, veerbo­ten en tolwegen.

Huisnummer van de straat van bestemming invoeren

X Selecteer in het routemenu met de
rechter draaiknop HUISNUM­MER en bevestig dit door op de knop te drukken.
X Voer met behulp van de rechter
draaiknop het huisnummer van de straat van bestemming in en druk ver­volgens langer dan 2 seconden op de draaiknop om de invoer te bevestigen. Ter bevestiging kan ook de kleine haak worden gekozen, waarna u de rechter draaiknop kort indrukt.
Het systeem brengt u slechts in de buurt van het ingevoerde huisnummer.
Na de keuze START- begint de navigatie. Als u BEST. IN GEHEUGEN selecteert, gaat u naar het menu van het BEST. GE­HEUGEN.
22
Page 23
Gebruiksmodus Navigatie
Als u ROUTEOPTIES kiest, kunt de route-opties kiezen.
X Selecteer dit door de rechter draaiknop
te draaien en bevestig uw keuze
door op de draaiknop te drukken.
Kruising in de straat van bestemming selecteren
X Selecteer in het routemenu met de
rechter draaiknop KRUISING en bevestig dit door op de knop te druk­ken.
X Selecteer de kruising in de straat van
bestemming door de rechter draaiknop
te draaien en bevestig dit door op
de knop te drukken.
Na de keuze START- begint de naviga­tie. Als u BEST. IN GEHEUGEN selecteert, gaat u naar het menu van het BEST. GE­HEUGEN.
Als u ROUTEOPTIES kiest, kunt de route-opties kiezen.
X Selecteer dit door de rechter draaiknop
te draaien en bevestig uw keuze
door op de draaiknop te drukken.

Route-opties instellen

X Selecteer in het routemenu met de
rechter draaiknop ROUTEOP­TIES en bevestig dit door op de knop te drukken.
• SNELLE ROUTE Deze optie berekent een zo kort moge­lijke reistijd.
• KORTE ROUTE Deze optie berekent een zo kort moge­lijke afstand.
Aanwijzing:
In grote steden of stedelijke gebieden is het vaak raadzaam om de instelling 'KORTE ROUTE' te kiezen.
• DYNAM. ROUTE Met dynamische navigatie wordt de route berekend, rekening houdend met de actuele verkeersberichten.
Aanwijzing:
Kan alleen worden gekozen, als TMC werd ingeschakeld resp. inge­schakeld is. Zie 'TMC in-/uitschake­len' op pagina 54. Bij een actieve dynamische navigatie worden de routes met de route-optie 'Snelle route' berekend.
Meer informatie vindt u onder 'Dyna­mische navigatie met TMC' op pagina 29.
23
Page 24
Navigatie
• RESTRIKTIES Biedt u de keuze om snelwegen, veer­boten of tolwegen te vermijden.
X Maak uw keuze door de rechter
draaiknop te draaien en bevestig de instellingen door op de knop te drukken. Als u langer dan 2 seconden op de draaiknop drukt, worden alle instel­lingen overgenomen. Vervolgens verlaat u het menu.
Aanwijzing:
Routes zonder snelweg kunnen al­leen binnen een gebied tot ca. 200 km worden berekend (al naar gelang de mate waarin de wegenkaart voor het gebied is gedigitaliseerd).
Bestemming in het bestem­mingsgeheugen opslaan
Het opslaan van een bestemming in het bestemmingsgeheugen is voor de navi­gatie niet dringend noodzakelijk. Hier­door hoeft u de handmatige invoer niet nog eens te herhalen als u op een later tijdstip nogmaals naar de bestemming moet rijden.
X Kies in het routemenu BEST. IN GE-
HEUGEN en druk ter bevestiging op de rechter draaiknop .
U kunt aan de ingevoerde bestemming een willekeurige naam van 20 tekens ge­ven, die vervolgens automatisch in het bestemmingsgeheugen wordt opgesla­gen als u langer dan 2 seconden op de rechter draaiknop drukt. Zie 'Be­stemmingsgeheugen' op pagina 35. Voor het opslaan kunt u ook het vinkje kiezen en kort op de rechter draaiknop drukken.
Als u aan de bestemming geen willekeu­rige naam wilt geven, houdt u de rechter
draaiknop langer dan 2 seconden in­gedrukt. Het vooraf ingevoerde adres wordt in het bestemmingsgeheugen op­geslagen. De laatst ingevoerde bestemming kan ook op een willekeurige plaats worden ingevoegd door aan de rechter draaiknop
te draaien. Als u kort op de rechter draaiknop drukt , wordt de geheugen­plaats bevestigd. Er kunnen in totaal 50 bestemmingen worden opgeslagen.
Voor de definitieve opslag in het be­stemmingsgeheugen moet de navigatie worden gestart of er moet naar een nieuw in te voeren bestemming worden overgeschakeld door NIEUWE BEST. te kiezen.
24
Page 25
Gebruiksmodus Navigatie

Opgeslagen bestemmingen wissen

X Bestemmingsgeheugen selecteren (zie
pagina 35).
X Selecteer de te wissen bestemming
met de rechter draaiknop en druk de multifunctionele knop .

Bestemmingsgeheugen vol

Verschijnt als de bestemmingsgeheugen vol is en geen verdere doelen kunnen worden opgeslagen. Door op de rechter draaiknop te druk­ken, wordt de bestemmingsgeheugen opgeroepen. Nu kunnen bestemmingen worden gewist uit het bestemmingsge­heugen zoals in het voorafgaande ge­deelte reeds is beschreven, om plaats te maken voor nieuwe bestemmingen. Door op de knop te drukken wordt het opslaan afgebroken.
Route naar de bestemming berekenen
De mededeling ’De route wordt bere­kend’ kondigt aan dat de route wordt be­rekend, wat enkele seconden kan duren. Na de eerste navigatie-aanwijzing knip­pert op het display de melding zolang tot de complete route is bere­kend. Bij het invoeren van verre bestem­mingen is het zinvol pas weg te rijden wanneer de melding
CD niet meer knip-
pert.

Route opnieuw berekenen.

Als de huidige route naar de bestemming niet wordt gevolgd vanwege een wegaf­sluiting, een omleiding, door per onge­luk verkeerd rijden of omdat u de route­aanwijzing niet hebt gevolgd, berekent het systeem onmiddellijk een nieuwe route. Tijdens het berekenen verschijnt de melding NEW ROUTE.
CD net

Tussenstop

De optie Tussenstop biedt u de moge­lijkheid om in de actieve route een Tus­senstop in te voeren.

Tussenstop invoeren

X Druk op de multifunctionele knop
.
X Maak met de rechter draaiknop een
keuze en bevestig deze door op de draaiknop te drukken.
• BEST. GEHEUGEN
(zie pagina 35) Selecteer een tussen­stop uit het bestemmingsgeheugen.
• BESTEMMING
(zie pagina 16) hiermee kunt u een tus­senstop met de precieze aanduiding van het adres invoeren.
25
Page 26
Navigatie
• BIJZONDERE BEST. (zie pagina 35) hiermee kunt u bijzon­dere bestemmingen als tussenstoppen selecteren via OMGEVING, NABIJ BESTEMMING en PLAATS/LAND. Dit zijn bijv. tankstations of vliegvel­den.

Navigatie naar tussenstop starten

X Druk op de rechter draaiknop om
de navigatie naar de tussenstop te star­ten.
De route wordt berekend waarna de na­vigatie wordt gestart.
Aanwijzing:
Tijdens de navigatie naar een tussen­stop wordt invers weergegeven.

Tussenstop wissen

X Druk op de multifunctionele knop
.
X Druk binnen 8 seconden op de rechter
draaiknop om de tussenstop te wis­sen.

Tussenstop bereikt

Na de melding TUSSENSTOP BE­REIKT wordt automatisch de navigatie naar de oorspronkelijke bestemming ge­start.

Filefunctie

Met deze functie kunt u de vanaf de vol­gende splitsing nog voor u liggende sec­toren van het traject vermijden en een omleidingsroute berekenen als u op een file of een wegafsluiting afrijdt.

Lengte van de file invoeren

X Druk op de multifunctionele knop
.
X Stel met de rechter draaiknop de
lengte van de file in en bevestig de in­voer door op de draaiknop te drukken.
26
Op het display wordt invers weer­gegeven, de route wordt opnieuw bere­kend.
Page 27
Gebruiksmodus Navigatie

Te vermijden sector wissen

X Druk op de multifunctionele knop
.
X Druk binnen 8 seconden op de rechter
draaiknop om een te vermijden sector te wissen.

Navigatie afbreken

X Druk op de knop .
X De navigatie wordt afgebroken, als u
binnen 8 seconden op de rechter draaiknop drukt.
Anders gaat het programma door met de navigatie naar de bestemming.

Toelichting bij de navigatie

Na de invoer van de bestemming (adres) berekent het systeem de route en het zegt: ’Klaar voor vertrek’. De navigatie-aanwijzingen worden door gesproken teksten en meldingen op het display aan u doorgegeven. Door op de linker draaiknop te druk­ken, wordt de laatste aanwijzing her­haald. Door op de rechter draaiknop te drukken, kan de rijrichting worden aan­gegeven ingeval van een onduidelijke aanwijzing, bijv. op een kruising zonder een aangegeven richtingsverandering.
Volg daarna de richtingspijl in de aange­geven richting. Als u op de rechter draaiknop drukt, blijft deze weergave gedurende 8 secon­den zichtbaar.
27
Page 28
Navigatie
G
G
Gevaar voor ongevallen
Bij het rijden van een voertuig in het verkeer zijn de geldende verkeersregels te allen tijde bepalend. Het navigatiesy­steem is maar een hulpmiddel, in som­mige gevallen kunnen de gegevens onjuist zijn. De bestuurder moet in elke situatie zelf besluiten of hij de gegevens betrouwbaar vindt. Wij zijn in geen geval aansprakelijk voor onjuiste gegevens in het navigatie­systeem.
Ter illustratie geven wij u een aantal voorbeelden van mogelijke aanwijzin­gen voor een te rijden route:
• 'Indien mogelijk, keren'.
U bevindt zich in de verkeerde rijrich­ting en u moet keren zodra dit moge­lijk is.
• 'Na 300 meter rechts afslaan'.
De markeringspijl weer, waar u moet afslaan. De statusbalk rechts visualiseert de af­stand. Het zwarte gedeelte van de sta­tusbalk wordt steeds korter, naarmate u de kruising nadert.
• 'Weg vervolgen'.
Deze aanduiding geeft aan, dat u het verloop van de straat moet volgen.
geeft de straat
"
• 'Vervolgens links afslaan' of 'A.u.b. links voorsorteren'.
Deze aanbeveling komt voordat u gaat afslaan. 'Links voorsorteren' betekent echter niet dat u meteen op het linker voor­sorteervak moet gaan rijden!
Aanwijzing:
Op kruisingen en rotondes wordt van de straten die u voorbij moet rijden slechts een klein gedeelte weergege­ven.
• 'Verlaat de rotonde via de derde af­slag'.
Deze weergave laat u zien welke af­slag (met pijl aangegeven) u op de ro­tonde moet nemen.
28
Page 29
Gebruiksmodus Navigatie
• 'Nu rechtdoor rijden'.
Hier moet u rechtdoor rijden.
• 'Volg de richtingspijlen'.
Dit duidt aan, dat u zich op een niet­gedigitaliseerde straat bevindt (bijv. parkeerplaats, garage, parkeergarage) die geen deel uitmaakt van de digitale wegenkaart. De pijl geeft de richting (hemelsbreed) naar de bestemming aan.
• 'Na 2 kilometer rechts aanhouden'.
Rechts aanhouden betekent, dat de straat zich splitst en dat u de betreffen­de rijrichting moet volgen.
• 'U hebt uw bestemming bereikt'.
U hebt de ingevoerde bestemming be­reikt en de navigatie is beëindigd.

Dynamische navigatie met TMC

Aanwijzing:
Dynamische navigatie is niet in alle lan­den mogelijk. Om de dynamische navigatie resp. de onderstaande functies te kunnen toepas­sen, moet TMC worden ingeschakeld zoals beschreven onder 'TMC in-/uit­schakelen' op pagina 54. Door de eventuele nieuwe berekening van de route bij een actieve dynamische navigatie kan het voorkomen, dat het navigatiesysteem om de navigatie-cd vraagt (als de navigatie-cd niet in het station is geplaatst).
29
Page 30
Navigatie

Wat is dynamische navigatie?

Met dynamische navigatie wordt de rou­te berekend, rekening houdend met de actuele verkeersberichten. De verkeersberichten worden door een TMC-radiozender naast het normale ra­dioprogramma uitgezonden en door het navigatiesysteem ontvangen en ver­werkt. De ontvangst van deze verkeers­berichten is kosteloos.
Aanwijzing:
Omdat de verkeersinformatie door ra­diozenders wordt uitgezonden, kunnen wij de volledigheid en juistheid van de berichten niet garanderen.
Oostenrijk: De locatie en eventcode zijn door de ASFINAG en de BMVIT ter beschikking gesteld.

Dynamische navigatie

In het routemenu kan door het kiezen van START-DYN.RTE. de dynamische navigatie worden gestart. Is de dynamische navigatie actief, dan wordt voortdurend gecontroleerd of er relevante verkeersberichten voor de in­gestelde route zijn. Met de optie ’Snelle route’ wordt de route berekend, hierbij rekening houdend met de actuele ver­keersberichten. Wordt bij de controle geconstateerd, dat een verkeersbericht voor de navigatie van belang is, dan be­rekent het apparaat automatisch een nieuwe route naar de bestemming. Op het display wordt NEW ROUTE weergegeven. Bovendien wordt de vol­gende tekst gesproken: ’De route wordt
op basis van actuele verkeersberich­ten opnieuw berekend’.
Op het display verschijnt invers.
Aanwijzing:
Als er geen TMC-zender kan worden gevonden, wordt de melding OP‘T OGENBLIK GEEN TMC-ONT­VANGST MOGELIJK. Na korte tijd keert het apparaat terug naar het naviga­tiedisplay. Ook als gedurende 10 minuten geen TMC-zender werd ontvangen, ver­schijnt de melding OP‘T OGENBLIK GEEN TMC-ONTVANGST MOGE­LIJK. Bovendien klinkt een kort akoes­tisch signaal.
Uw navigatiesysteem kan bij een inge­stelde of bij een niet ingestelde TMC­zender TMC-informatie ontvangen. Om TMC-informatie optimaal te kunnen ontvangen, raden wij u echter aan om een TMC-zender in te stellen.
30
Page 31
Gebruiksmodus Navigatie

Verkeersinformatie weergeven

Actuele verkeersberichten kunnen in niet-gecodeerde tekst worden weergege­ven. Actuele verkeersinformatie kan op verschillende manieren worden opge­roepen. Verkeersinformatie kan met de multi­functionele knop en op het navigatiedisplay en bij niet actieve navi­gatie in het informatiemenu met de mul­tifunctionele knop worden opgeroepen.
Navigatiedisplay:
X Door op de multifunctionele
knop te drukken, wordt een lijst met alle momenteel beschikbare actu­ele verkeersberichten weergegeven.
of
X Door op de multifunctionele
knop te drukken, wordt de lijst met de voor de berekende route rele­vante actuele verkeersberichten weer­gegeven.
Aanwijzing:
Wanneer geen actuele verkeersinfor­matie beschikbaar is, verschijnt VERKEERSBERICHTEN NIET ONTVANGEN op het display.
Informatiemenu: Het informatiemenu kan, bij niet actieve navigatie, worden opgeroepen door op de linker draaiknop te drukken.
X Druk op de multifunctionele knop
. Er verschijnt een lijst met de momenteel beschikbare actuele verkeersberichten.
In de lijst met de actuele verkeersinfor­matie kan gedetailleerde informatie over de afzonderlijke meldingen worden op­geroepen.
De schuifpijlen aan de rechterrand van het display geven aan dat er nog meer verkeersinformatie beschikbaar is.
X Selecteer de naam door aan de rechter
draaiknop te draaien. Bevestig dit door op de knop te drukken.
Na het bevestigen van de gewenste ver­keersinformatie wordt deze volledig weergegeven. Een typisch verkeersbe­richt bestaat uit de volgende elementen.
• het nummer van een snelweg of een rijksweg
• een grove richtingsaanduiding
• een gedetailleerde plaats- en richtings­aanduiding
• de afslag
• indien bekend de oorzaak
31
Page 32
Navigatie
Indien er schuifpijlen te zien zijn aan de rechterrand van het display, bestaat de verkeersinformatie uit meer dan 3 regels.
X Door op de knop te drukken,
keert het systeem terug naar de lijst van actuele verkeersmeldingen.

Informatie tijdens de navigatie

X Druk op de linker draaiknop .
De bestemming, de reisafstand en de vermoedelijke aankomsttijd worden ge­toond.
Wanneer er een tussenstop is opgege­ven, dan wordt deze met de reistijd en de vermoedelijke aankomsttijd aangege­ven. Met de multifunctionele knop kan de eindbestemming worden weerge­geven.
X U keert terug naar de route naar de na-
vigatie door nogmaals op de linker draaiknop te drukken; het systeem keert ook terug wanneer het 8 secon­den lang niet wordt bediend.

Reistijd en afgelegde afstand oproepen

X Druk op de linker draaiknop .
X Druk op de multifunctionele knop
.
De reistijd, de afgelegde afstand en de gemiddelde snelheid worden weergege­ven. Als de navigatie uitstaat, worden de waarden van de laatste rit weergegeven.
X Door langer dan 2 seconden op de
rechter draaiknop te drukken, kun­nen de waarden op nul worden gezet.
X Door op de knop te drukken,
keert het systeem terug naar het navi­gatiescherm indien de navigatiefunc­tie is geactiveerd. Als de navigatie uitstaat, wordt het informatiemenu weergegeven.
32
Page 33
Gebruiksmodus Navigatie

Instellingen weergeven

X Druk tijdens de navigatie op de linker
draaiknop .
X Druk op de multifunctionele knop
.
De instellingen worden in een lijst weer­gegeven.
X Door de rechter draaiknop te draai-
en, kan in de lijst worden gescrolld. Wanneer binnen 8 seconden geen knop wordt bediend, keert het programma au­tomatisch terug naar het navigatie­scherm.

Actuele tijd oproepen

X Druk tijdens de navigatie op de linker
draaiknop .
X Druk op de multifunctionele knop
.
De actuele tijd en datum worden weer­gegeven. Na 8 seconden springt het programma terug naar het navigatiedisplay.

Huidige positie oproepen

Tijdens de navigatie kan de momentele positie worden opgeroepen.
X Druk op de multifunctionele knop
.
De momentele positie met de naam van de straat (voorzover deze aanwezig is), de lengte- en breedtegraad, de hoogte boven de zeespiegel en het aantal te ont­vangen satellieten worden weergegeven.
X U keert terug naar het navigatiescherm
door op de rechter draaiknop te drukken.
33
Page 34
Navigatie
Roep bij niet actieve navigatie het infor­matiemenu op door op de linker
draaiknop te drukken.
X Druk op de multifunctionele knop
.
De momentele positie met de naam van de straat (voorzover deze aanwezig is), de lengte- en breedtegraad, de hoogte boven de zeespiegel en het aantal te ont­vangen satellieten worden weergegeven.
X U keert terug naar het navigatiescherm
door op de rechter draaiknop resp.
knop te drukken.

Stratenlijst oproepen

Tijdens de navigatie kan de geplande routelijst worden opgevraagd.
X Druk op de multifunctionele knop
.
De huidige straat en de straatnamen tot aan de bestemming worden weergege­ven. U kunt door de lijst met routes bla­deren door aan de rechter draaiknop te draaien.
X U keert terug naar het navigatiescherm
door op de rechter draaiknop te drukken.
Aanwijzing:
Nadat de bestemming is ingevoerd, duurt het nog even voordat de routelijst is samengesteld. Wanneer de wagen tijdens het invoeren van de bestemming in een ’Off Road’­gebied staat, kan er geen routelijst wor­den samengesteld voordat een straat wordt bereikt die in het geheugen staat.
34
Page 35
Gebruiksmodus Navigatie

Bestemmingsgeheugen

X Selecteer in het navigatiemenu met de
rechter draaiknop BEST. GEHEU-
GEN en bevestig dit door op de knop
te drukken.
Het bestemmingsgeheugen bevat door u opgeslagen bestemmingen. Als deze eenmaal zijn opgeslagen, hoeft u deze bestemmingen niet steeds hand­matig in te voeren.
X Selecteer de bestemming met de rech-
ter draaiknop en bevestig uw keuze
door op de draaiknop te drukken.
X Start vervolgens de navigatie.

Bijzondere bestemmingen

Menu voor het selecteren van bijzondere bestemmingen uit een bestaande lijst. Bijzondere bestemmingen zijn bijv. tank­stations, vliegvelden of ziekenhuizen.
X Selecteer in het navigatiemenu met de
rechter draaiknop BIJZONDERE BEST. en bevestig dit door op de knop te drukken.
X Maak met de rechter draaiknop een
keuze en bevestig deze.
• Bijzondere bestemmingen OMGE­VING/NABIJ BESTEMMING U hebt de mogelijkheid bijzondere be­stemmingen uit de huidige omgeving van de wagen resp. bijzondere be­stemmingen in de buurt van de be­stemming te selecteren.
X Selecteer met de rechter
draaiknop een categorie en be­vestig uw keuze door op de draai­knop te drukken.
Afhankelijk van de afstand worden hier bestemmingen opgesomd. Het aangegeven aantal kilometers komt overeen met de directe afstand (he­melsbreed) tussen de bijzondere be­stemming en de huidige positie. De pijlen achter de afstanden geven de richting naar de betreffende bijzonde­re bestemming aan (bijv. de bijzon­dere bestemming ligt in de rijrichting,
de bijzondere bestemming ligt te-
gen de rijrichting in).
X Selecteer de gewenste bestemming
met de rechter draaiknop .
35
Page 36
Navigatie
Wanneer u op de linker draaiknop drukt, wordt de informatie over de ge­kozen bestemming weergegeven (bijv. een ziekenhuis).
X Bevestig uw keuze met de rechter
draaiknop .
Het routemenu wordt geopend.
• Bijzondere bestemmingen PLAATS/ LAND Binnen de bestemmingslanden die op de navigatie-cd staan, kunt u vrij kie­zen uit speciale bestemmingen.
X Kies met de rechter draaiknop
tussen het weergegeven land (in het voorbeeld DUITSLAND zie pagina 16), PLAATS of IN‘T GE­HELE LAND; bevestig uw keuze door de knop in te drukken.
Selectie PLAATS Binnen een in te voeren plaats kunnen bijzondere bestemmingen worden ge­selecteerd.
X Voer met de rechter draaiknop
de naam van de plaats in en bevestig deze door op de draaiknop te druk­ken.
X Selecteer vervolgens uit de keuze-
lijst met plaatsen de ingevoerde plaats met de rechter draaiknop en bevestig dit door nogmaals op de draaiknop te drukken.
Hier worden bijzondere bestemmin­gen van de geselecteerde plaats weer­gegeven.
X Selecteer met de rechter
draaiknop een categorie en be­vestig uw keuze door op de draai­knop te drukken.
Er wordt een lijst met bijzondere be­stemmingen weergegeven. Bij meer dan 9 bestemmingen op de lijst wordt u gevraagd om een bestemming in te typen.
X Bijzondere bestemming invoeren en
bevestigen.
X Bevestig de bijzondere bestemming
in de weergegeven lijst door op de rechter draaiknop te drukken.
Het routemenu wordt geopend.
Aanwijzing:
Als u langer dan 2 seconden op de rechter draaiknop drukt, zonder van tevoren een letter te hebben gese­lecteerd, verschijnt onmiddellijk de lijst met mogelijke bijzondere be­stemmingen.
36
Page 37
Gebruiksmodus Navigatie
Selectie IN‘T GEHELE LAND
X
Selecteer met de rechter draaiknop een categorie en bevestig uw keuze
door op de draaiknop te drukken. Er wordt een lijst met bijzondere be­stemmingen weergegeven. Bij meer dan 9 bestemmingen op de lijst wordt u ge­vraagd om een bestemming in te typen.
X Bijzondere bestemming invoeren en
bevestigen.
X Bevestig de bijzondere bestemming
in de weergegeven lijst door op de
rechter draaiknop te drukken. Het routemenu wordt geopend.
Aanwijzing:
Als u langer dan 2 seconden op de rechter draaiknop drukt, zonder van tevoren een letter te hebben gese­lecteerd, verschijnt onmiddellijk de lijst met mogelijke bijzondere be­stemmingen.
Bijzondere bestemming ­P.O.I. - cd
Hieronder vindt u de algemene beschrij­ving van de bij het toestel geleverde cd’s met bijzondere bestemmingen resp. P.O.I. (places of interest).
Er zijn twee mogelijkheden voor de keu­ze van een bijzondere bestemming van één van de cd’s met bijzondere bestem­mingen resp. P.O.I.-cd:
• u kunt tijdens een geactiveerde navi­gatie een bijzondere bestemming in de omgeving van u huidige positie of in de buurt van de ingevoerde bestem­ming selecteren.
• Als er geen navigatie is geactiveerd, kunt u de bijzondere bestemmingen in de huidige omgeving van uw positie selecteren.
X Plaats de gewenste cd met bijzondere
bestemmingen in de cd-sleuf. Na korte tijd verschijnt het volgende scherm.
X Druk op de rechter draaiknop .
Vervolgens worden de voor de actuele cd met bijzondere bestemmingen gel­dende categorieën weergegeven.
De hier in de afbeeldingen weergegeven categorieën en bijzondere bestemmin­gen zijn voorbeelden. De werkelijke weergave hangt af van de geplaatste cd.
X Selecteer met de rechter draaiknop
de gewenste categorie. Druk op de rechter draaiknop om de categorie te bevestigen.
Aanwijzing:
Als de ingestelde taal voor de bediening met één van de talen die op de cd staan overeenkomen, worden de categorieën in deze taal weergegeven. Als de taal niet op de cd staat, worden de categorie­en in alle beschikbare talen weergege­ven. U herkent dit aan de afkortingen voor de landen van de categorie.
37
Page 38
Navigatie
Als u de cd met bijzondere bestemmin­gen tijdens een actieve navigatie hebt geplaatst, volgt nu de oproep of de bij­zondere bestemming in de buurt van de bestemming of in de actuele omgeving moet liggen. Als de navigatie uitstaat, wordt deze keuze overgeslagen.
X Selecteer met de rechter draaiknop
tussen OMGEVING en NABIJ BE­STEMMING.
Na korte tijd worden de beschikbare bij­zondere bestemmingen van de geselec­teerde categorie weergegeven. De pijlen achter de afstanden geven de richting naar de betreffende bijzondere bestemming aan (bijv. de bijzondere bestemming ligt in de rijrichting, de bijzondere bestemming ligt tegen de rij­richting in).
X Selecteer vervolgens de gewenste bij-
zondere bestemming door de rechter draaiknop te draaien. Door de rech­ter draaiknop te draaien, wordt de bijzondere bestemming overgenomen.
Voordat u de bijzondere bestemming be­vestigt, kunt u door op de knop te drukken terugkeren naar de categorie­keuze, om zo eventueel een andere bij­zondere bestemming te kiezen.
Door op de linker draaiknop te druk­ken, kunt u de gegevens van de bijzon­dere bestemming laten weergeven. Deze gegevens kunnen prijzen, beschrijvin­gen van de omgeving, algemene criteria enz. voor deze bijzondere bestemming bevatten.
Door op de knop of de linker draaiknop te drukken, gaat u weer te­rug naar de lijst van bijzondere bestem­mingen. Na de keuze van de bijzondere bestem­ming wordt u gevraagd de navigatie-cd voor de routeberekening te plaatsen.
Wanneer u de bijzondere bestemming tijdens een geactiveerde navigatie hebt gekozen, dan wordt de bijzonder be­stemming als tussenstop aangegeven.
Na korte tijd volgt de routeberekening voor de geselecteerde bijzondere be­stemming.
Aanwijzing:
Als u al een tussenstop hebt ingevoerd, wordt deze bijzondere bestemming door de nieuwe bijzondere bestemming vervangen. Om de navigatie naar de geselecteerde bijzondere bestemming af te breken, moet u zoals in de complete gebruiks­aanwijzing wordt beschreven, de navi­gatie afbreken of de navigatie naar de tussenstop afbreken.
Om de invoer van een bestemming van de cd met bijzondere bestemmingen of de P.O.I.-cd af te breken, moet de betref­fende cd worden verwijderd door op de knop te drukken.
38
Page 39
Gebruiksmodus Navigatie

Licentievoorwaarden

Wij verstrekken u een niet-exclusieve li­centie waarmee u de database voor privé gebruik of voor zover toepasselijk voor intern gebruik in uw bedrijf kunt toepas­sen. Deze licentie geeft niet het recht op het verstrekken van sublicenties. De ge­gevens mogen alleen in dit specifieke Becker-systeem worden gebruikt. Het is niet toegestaan essentiële delen uit de database te extraheren of verder te ge­bruiken of delen van de database te ver­veelvuldigen, te kopiëren, te wijzigen, aan te passen, te vertalen, te splitsen, te decompileren of terug te zetten (reverse engineering) . Deze cd’s hebben wij ui­terst zorgvuldig samengesteld. Deson­danks kunnen gegevens fout of verouderd zijn. Wij kunnen in geen ge­val aansprakelijk worden gesteld.

Systeeminstellingen

X Druk in het basismenu van het naviga-
tiesysteem de knop .
Het menu voor systeeminstellingen wordt opgeroepen.
U maakt uw keuze
KLOK, POSITIE GEHEUGEN, SPELEN, TAAL*, ANIMATIES, MAATEENHEID, AANKONDIGING ETA, ETA BEREKENING, SPEEDLIMITS,
TIJDINDICATIE door te draaien aan de rechter draaiknop; druk deze in om uw keuze te bevestigen .
•KLOK
De interne klok van het systeem kan op de plaatselijke tijd worden afge­steld.
• POSITIE GEHEUGEN De huidige positie kan worden opge­slagen en aan het bestemmingsgeheu­gen worden toegevoegd.
• SPELEN U kunt verschillende spellen kiezen.
•TAAL* Taal van het navigatiesysteem instel­len. Met behulp van de ster kunt u ook als er een onbekende taal werd ingesteld, herkennen met welke invoer de taal kan worden ingesteld.
•ANIMATIES De animaties op het display kunnen worden aan- of uitgeschakeld.
• MAATEENHEID De afstand kan zowel in km als in mij­len worden weergegeven.
• AANKONDIGING ETA De mededeling over de vermoedelijke aankomsttijd kan worden aan- en uit­geschakeld.
• ETA BEREKENING De berekening van de verwachte aan­komsttijd kan worden beïnvloed.
39
Page 40
Navigatie
• SPEEDLIMITS Het weergeven van maximumsnelhe­den kan worden in-/uitgeschakeld.
• TIJDINDICATIE U kunt instellen of tijdens de navigatie de vermoedelijke aankomsttijd, de ac­tuele tijd of de resterende rijtijd rechts op het display moet worden weergege­ven.

Klok instellen

Om een correcte navigatie mogelijk te maken op trajecten met een tijdsafhan­kelijke verkeersgeleiding en om de ver­moedelijke aankomsttijd te berekenen, moet het GMT-signaal van de satelliet op de huidige tijdzone worden ingesteld.
X Kies in het systeeminstellingsmenu
KLOK en bevestig deze keuze.
X Via de multifunctionele knop
resp. wordt de weergave van de tijd veranderd van 24 uren in 12 uren.
X Via de multifunctionele knoppen
of wordt de tijd telkens
een half uur gewijzigd.
X Als u op de rechter draaiknop resp.
de multifunctionele knop drukt, wordt de afgestelde tijd overgenomen.
U keert terug naar het menu voor sy­steeminstellingen.

Huidige positie opslaan

X Stel dit in het systeeminstellingsmenu
POSITIE GEHEUGEN in en bevestig dit.
Op het display worden de huidige coör­dinaten (lengte- en breedtegraden) van de positie weergegeven.
X Bevestig deze gegevens door op de
rechter draaiknop te drukken.
X Naam van de positie invoeren. X Houd de rechter draaiknop langer
dan 2 seconden ingedrukt om de inge­voerde naam te bevestigen.
of
X Kies het haakje en druk de rechter
draaiknop kort in.
40
Page 41
Gebruiksmodus Navigatie
Hierna wordt automatisch het bestem­mingsgeheugen opgeroepen (zie pagina
35).
Selecteer met de rechter draaiknop de gewenste positie in het bestemmingsge­heugen en bevestig uw keuze door op de draaiknop te drukken.
Huidige positie oproepen
X Roep het bestemmingsgeheugen (zie
pagina 35) op en selecteer de bestem­ming met de rechter draaiknop .
Aanwijzing:
Als de positie buiten een gedigitaliseerd gebied ligt, vindt de navigatie op de ge­digitaliseerde route in de buurt van de bestemming plaats. Het systeem meldt: 'De bestemming is nabij'. Om de bestemming te bereiken, moet u de richtingspijlen volgen.

Spel selecteren

X Stel dit in het systeeminstellingsmenu
SPELEN in en bevestig dit.
X Selecteer met de rechter draaiknop
een spel.

Taal instellen

X Stel dit in het systeeminstellingsmenu
TAAL* in en bevestig dit.
X Selecteer met de rechter draaiknop
de gewenste taal. Door de knop in te drukken, wordt de gekozen taal over­genomen en geïnstalleerd.
Bij sommige talen kan uit mannelijke en vrouwelijke stemmen worden gekozen.
X Selecteer de gewenste stem met be-
hulp van de rechter draaiknop . Door de knop in te drukken, wordt de stem overgenomen en geïnstalleerd.
Na het installeren keert u terug naar het menu voor de systeeminstellingen.
41
Page 42
Navigatie

Animaties

U kunt instellen of tijdens de navigatie de vermoedelijke aankomsttijd, de actu­ele tijd of de resterende rijtijd rechts op het display moet worden weergegeven.
X Stel dit in het systeeminstellingsmenu
ANIMATIONEN in en bevestig dit.
X Druk kort op de rechter draaiknop
voor animaties AAN of UIT. Door lang op de rechter draaiknop te drukken, wordt de afstelling over­genomen.
U keert terug naar het menu voor de sy­steeminstellingen.

Melding over vermoedelijke aankomsttijd aan- of uitzetten

X Stel dit in het systeeminstellingsmenu
AANKONDIGING ETA in en beves­tig dit.
ETA staat voor Estimated Time of Arri­val - verwachte aankomsttijd.
X Druk kort op de rechter draaiknop
voor melding ETA AAN of UIT. Door lang op de rechter draaiknop te drukken, wordt de instelling over-
genomen. U keert terug naar het menu voor de systeeminstellingen.

Selectie van de maateenheid

X Stel dit in het systeeminstellingsmenu
MAATEENHEID in en bevestig dit.
X Kies de maateenheid met de rechter
draaiknop . Door de knop in te drukken, wordt de maateenheid over-
genomen. U keert terug naar het menu voor de sy­steeminstellingen.
Aanwijzing:
METRISCH staat voor de berekening in m. IMPERIAL staat voor de bereke- ning in yards.
42
Page 43
Gebruiksmodus Navigatie
Berekening van de vermoede­lijke aankomsttijd beïnvloeden
X Stel dit in het systeeminstellingsmenu
ETA BEREKENING in en bevestig
dit. ETA staat voor Estimated Time of Arri­val - verwachte aankomsttijd.
X Selecteer de gewenste instelling met
behulp van de rechter draaiknop .
• SPORTIEF
Bij deze instelling neemt het toestel
aan dat u een iets vlottere rijstijl hebt.
Er wordt een vroegere aankomsttijd
berekend.
•NORMAL
Deze instelling is de basisinstelling.
Voor de meeste automobilisten is de
ETA-berekening nauwkeurig genoeg.
•VEILIG Bij deze instelling neemt het toestel aan dat u iets meer tijd nodig hebt voor de geplande route. Deze instelling kan bijvoorbeeld bij een grote verkeers­drukte worden gebruikt.
X Door op de rechter draaiknop te
drukken, wordt de keuze overgeno­men.
U keert terug naar het menu voor de sy­steeminstellingen.
Weergave van maximumsnel­heden in-/uitschakelen
Door inschakelen van maximumsnelhe­den krijgt u tijdens het navigeren en voorzover beschikbaar informatie over de geldende maximumsnelheid voor de weg waarop u op dat moment rijdt.
Gevaar
GG
voor ongevallen
Bij het rijden van een voertuig in het verkeer zijn de geldende verkeersregels te allen tijde bepalend. Volg verkeers­borden van de weg waarop u rijdt op. De door het navigatiesysteem weerge­geven maximumsnelheid kan in som­mige gevallen onjuist zijn. De bestuurder moet in elke situatie zelf be­sluiten of hij de weergegeven maxi­mumsnelheid aanhoudt. Wij zijn in geen geval aansprakelijk voor onjuiste gegevens in het navigatiesysteem.
43
Page 44
Navigatie
X Stel dit in het systeeminstellingsmenu
SPEEDLIMITS in en bevestig dit.
X Druk kort op de rechter draaiknop
voor Speedlimits AAN of UIT. Door lang op de rechter draaiknop te drukken, wordt de instelling over­genomen.
Als u na inschakelen van weergave van maximumsnelheden op een weg rijdt waarop een maximumsnelheid geldt en deze weg op de navigatie-cd is opgesla­gen, verschijnt op het rechtergedeelte van het display het desbetreffende sym­bool met de maximumsnelheid.
De afstand tot het volgende punt waarop u bijv. moet afslaan wordt onder de ver­kleind weergegeven navigatiepijl weer­gegeven.
Aanwijzing:
Bij wegen met een dynamische maxi­mumsnelheid (afhankelijk van het weertype, tijd van dag, etc.), wijst een symbool met de aanduiding
Dyn. of
een onderstreepte snelheid (bijv.: '80 op deze dynamische maximumsnel­heid. Omdat tijdelijke maximumsnelheden, bijv. bij wegwerkzaamheden, korte tijd gelden, is hiermee op de cd geen reke­ning gehouden.

Weergave van de tijd instellen

X Stel dit in het systeeminstellingsmenu
TIJDINDICATIE in en bevestig dit.
')
X Selecteer de gewenste instelling met
behulp van de rechter draaiknop .
• RESTERENDE RIJTIJD De resterende rijtijd wordt weergege­ven.
•ETA De vermoedelijke aankomsttijd wordt weergegeven.
•TIJD De tijd wordt weergegeven.
X Door op de rechter draaiknop te
drukken, wordt de keuze overgeno­men.
44
U keert terug naar het menu voor de sy­steeminstellingen.
Page 45

Radio

Radioweergave inschakelen

X Druk op de knop .
De laatst ingestelde golflengte wordt gekozen.

Modus radiomenu inschakelen

X Druk tijdens de radioweergave op
knop .
De modus radiomenu wordt ingescha­keld en weergegeven. Als u binnen de daaropvolgende 8 seconden niet op een knop drukt, schakelt de radio over op radioweergave.

FM-band instellen

X Modus radiomenu instellen
De laatst geselecteerde zender wordt in­gesteld en het laatst geselecteerde ni­veau wordt weergegeven.
Als u meermaals op de draaiknop drukt, kunt u de niveaus Seek Quality, Seek Name, Stations RDS en Stations Fix se­lecteren.
• Seek Quality (zie ook pagina 75)
• Seek Name (zie ook pagina 75)
• Stations RDS (zie ook pagina 75)
• Stations Fix (zie ook pagina 75)

AM-band instellen

X Modus radiomenu instellen
X Druk op de multifunctionele knop
. Vervolgens worden de laatste geselec­teerde golflengte en zender ingesteld.
Radioweergave
X Om de golfbereiken MW (Medium
Wave), LW (Long Wave) en SW (Short Wave) te selecteren, drukt u zo vaak op de multifunctionele knop
tot het gewenste golfbereik is
ingesteld.
Instelmogelijkheden voor de selectie van zenders
De gewenste zender kan met Dynami­sche Auto Store (FM), Autostore (MW, LW), de zenderzoekfunctie, de scan­zoekfunctie, handmatig afstemmen en de zenderknoppen worden ingesteld.
X Druk op de multifunctionele knop
.
45
Page 46
Radioweergave
Dynamische Autostore (FM­DAS)
X Modus radiomenu instellen
X Druk de multifunctionele knop
zo vaak in tot Seek Quality resp. Seek Name wordt weergegeven.
Tijdens het FM DAS gebruik worden de zenders die kunnen worden ontvangen naargelang de instelling via de multi­functionele knoppen weergegeven.
De gewenste zender kan worden inge­steld door op de knop onder de afkorting van de zender te drukken. Als de gese­lecteerde zender meerdere programma’s/ regionale programma’s tegelijkertijd uit­zendt, kunt u het gewenste programma in een automatisch aangegeven subme­nu selecteren.
Als al eerder een zender uit deze zender­groep was geselecteerd, wordt de laatst gekozen zender overgenomen zonder dat er nog een zender hoeft te worden in­gevoerd. De multifunctionele knop geeft aan dat er nog meer zenders kunnen worden weergegeven en geselecteerd door op deze knoppen te drukken. Als namen van zenders worden mis­bruikt voor reclamedoeleinden of be­richten, dan wordt deze zender niet met de afkorting van de naam maar met
L-1... L-Z (L = local) aangegeven. Dit
voorkomt dat in het onderste gedeelte van de displaybalk vaak moet worden gewisseld. Als een zender wordt gese­lecteerd, wordt deze met een sterretje (bijv.
L*1) aangegeven.
Bij de eerste ingebruikneming en na on­derbreking van de stroomvoorziening heeft de ontvanger korte tijd nodig om de signalen van de zenders te analyse­ren. Stap voor stap verschijnen de gege­vens op het display.

Zenderzoekfunctie FM - DAS

X Draai de rechter draaiknop naar
links/rechts.
De radio geeft de ontvangen en herkende zenders alfabetisch weer in oplopende/ aflopende richting.

Zenderzoekfunctie MW, LW, SW

X Draai de rechter draaiknop in het
gewenste golfbereik (MW, LW, SW) naar links of rechts.
De radio zoekt in oplopende/aflopende richting naar ontvangstfrequenties.
46
Page 47
Radioweergave

Scan-zoekfunctie

X Druk in het gewenste golfbereik (FM,
MW, LW, SW) op de rechter draaiknop .
Op het display verschijnt .
Het apparaat zoekt automatisch op zen­der. Eerst wordt op een niet gevoelig ni­veau gezocht, daarna op een steeds gevoeliger niveau. Zenders die kunnen worden ontvangen, zijn 8 seconden lang te horen. Wanneer u het ontvangen pro­gramma wilt vasthouden, moet u de rechter draaiknop indrukken.
Aanwijzing
Bij Seek Quality en Seek Name wordt de Scan-zoekfunctie in alfabetische volgorde uitgevoerd.

Zenders filteren bij FM-DAS

Het is mogelijk om diverse zenders op de FM-DAS zenderlijst te laten verdwij­nen.
X Modus radiomenu instellen
X Druk op de multifunctionele knop
.
X Selecteer met de rechter draaiknop
de afzonderlijke programma’s. Door op de rechter draaiknop te drukken kunt u tussen Play(programma onge­filterd) en Skip (programma uitgefil­terd) selecteren.
Om de filterfunctie in of uit te schakelen, moet door meermaals op de multifuncti­onele knop te drukken de filter­functie in- (Fil on) resp. uitgeschakeld (No Fil) worden.

Programmatype selecteren (PTY)

X Modus radiomenu instellen
X Druk op de multifunctionele knop
.
X Selecteer vervolgens met de multi-
functionele knop de gewenste PTY (zie ook pagina 75).
Aanwijzing
Er kan alleen uit de momenteel beschik­bare PTY’s worden gekozen. Wanneer een PTY is ingesteld, kunt u in FM-DAS uitsluitend de zenders met de betreffende PTY kiezen. Door NO PTY te selecteren, worden in de modus FM-DAS weer alle zenders weergegeven.
47
Page 48
Radioweergave

Weergave van PTY in-/uitschakelen

X Modus radiomenu instellen
X Selecteer met de multifunctionele
knop tussen PTY (weergave PTY ingeschakeld) of Frequency (weergave PTY uitgeschakeld).

Zender oproepen/opslaan bij FM

X Selecteer in de modus radiomenu met
de multifunctionele knop het ni­veau Stations RDS of Stations Fix.
• Stations RDS (zie ook pagina 75)
• Stations Fix (zie ook pagina 75)
Opslaan: U kunt 12 frequenties of programma’s opslaan.
X Zoek de gewenste zender.
X Om de gewenste zender of het ge-
wenste programma op te slaan, moet u de multifunctionele knop -
resp. - indrukken
tot er een signaaltoon te horen is.
Aanwijzing
Om de geheugenplaatsen 7 - 12 te berei­ken, moet u op de multifunctionele knop drukken.
Opvragen:
X Druk op de multifunctionele knop
- resp. - . De
opgeslagen zender wordt opgeroepen.

Zenders opvragen/opslaan MW, LW, SW

Opslaan:
U kunt steeds 12 zenders onder de zen­derknoppen opslaan.
X Zoek de gewenste zender.
X Om de gewenste zender of het ge-
wenste programma op te slaan, moet u de multifunctionele knop -
resp. - indrukken
tot er een signaaltoon te horen is.
Aanwijzing
Om de geheugenplaatsen 7 - 12 te berei­ken, moet u op de multifunctionele knop drukken.
Opvragen:
X Druk op de multifunctionele knop
- resp. - . De
opgeslagen zender wordt opgeroepen.
48
Page 49
Radioweergave

Autostore AM, LW

X Schakel in het gewenste golfbereik de
radiomenumodus in.
X Druk de multifunctionele knop
zo vaak in tot Autostore on wordt weergegeven.
X Houd de multifunctionele knop
zolang ingedrukt tot Seek Autostore verschijnt.
De 6 zenders die het best ontvangen kunnen worden, worden op volgorde van de ontvangstkwaliteit onder de zen­derknoppen opgeslagen.
X Om het geheugenniveau Autostore te
verlaten, schakelt u met de multifunc­tionele knop het geheugenni­veau Autostore uit (Autostore off).

Handmatig instellen FM

X Modus radiomenu instellen X Kies met de multifunctionele knop
het niveau Stations Fix.
X Druk de multifunctionele knop
2 keer in.
X Draai nu aan de rechter draaiknop .
Afstemming vindt plaats in stappen van 100 kHz. Op het display verschijnt MAN om op de geactiveerde handmatige afstemming te wijzen. Wanneer de rechter draaiknop niet snel wordt gedraaid, verdwijnt MAN en wordt de handmatige afstemming uitgeschakeld.

Handmatige afstemming MW, LW, SW

X Schakel in het gewenste golfbereik de
radiomenumodus in.
X Druk de multifunctionele knop
2 keer in.
X Draai nu aan de rechter draaiknop .
Er wordt afgestemd in stappen van 9 kHz (MW), 3 kHz (LW) of 5 kHz (SW). Op het display verschijnt MAN om op de geactiveerde handmatige afstemming te wijzen. Wanneer de rechter draaiknop niet snel wordt gedraaid, verdwijnt MAN en wordt de handmatige afstemming uitgeschakeld.
De radio schakelt over op de zender­knoppen.
49
Page 50
Radioweergave
Regio’s
RDS - diversity werkt als overkoepeling voor alle regio’s. Daarom kan het gebeu­ren, dat er door RDS-diversity tussen verschillende regionale zenders met ver­schillende programma's wordt overge­schakeld. Als dit het geval is, dan moet u het specifieke regionale programma di­rect selecteren. Als er meerdere regionale programma's door één zender worden uitgezonden, is dit pas te zien bij het selecteren van de desbetreffende zender. De zenders met bijbehorende regionale zenders zijn gemarkeerd met een sterre­tje (bijv.
Als één van deze zenders wordt geselec­teerd (bijv. programma's van deze zender weergege­ven.
4*).
4*) worden alle regionale
X Vervolgens selecteert u het gewenste
regionale programma (bijv. ).
Aanwijzing
Als de ontvangstkwaliteit van een regi­onaal programma ondanks het feit dat de RDS - diversity-functie is ingescha­keld afneemt, moet u er rekening mee houden dat regionale programma's meestal op maar weinig frequenties worden uitgezonden. Het apparaat heeft dus minder mogelijkheden om naar fre­quenties met een betere ontvangstkwa­liteit uit te wijken.

Regionaalfunctie in-/uitschakelen

X Modus radiomenu instellen
X Met de multifunctionele knop
de regionalisatie in- (on) of uitschake­len (off ).
Weergave frequentie in-/ uitschakelen
X Modus radiomenu instellen
X Kies met de multifunctionele knop
tussen Frequency (frequentie­aanduiding aan) of PTY (frequentie­aanduiding uit).
50
Page 51
Radioweergave
G

Radiotekst in - /uitschakelen

Waarschuwing Gevaar voor ongevallen!
Omdat de informatie die via radiotekst wordt overgedragen nogal eens wisselt, raden wij u uitdrukkelijk aan om de ra­diotekst alleen in een stilstaand voer­tuig te activeren, zodat de bestuurder zo min mogelijk wordt afgeleid. Alleen op deze wijze kunnen hiermee samenhan­gende ongevallen worden vermeden.
X Stel de radiomenumodus FM in.
X Schakel met de multifunctionele knop
de radiotekst in. De autoradio filtert uit de door de zender aangeboden gegevens radiotekstinfor­matie en geeft deze weer.
Aanwijzing
Er kan alleen radiotekst worden weer­gegeven als de geselecteerde zender ook radiotekst uitzendt. Door ongunstige omstandigheden of storingen is het mogelijk dat radiotekst slechts in verminkte vorm of helemaal niet wordt weergegeven.
X Druk op de knop om de radio-
tekst te verlaten.

Verkeersinformatie TP (Traffic Program)

Als een RDS-Diversity-zender TP-be­richten uitzendt, is er de mogelijkheid om de weergave van CD, MP3/WMA, CDC/AUX, MW, LW, SW of de MUTE-stand te onderbreken en de uit­gezonden TP-berichten door te schake­len. Bovendien is het mogelijk om naar een FM-zender te luisteren en de TP-be­richten van een andere FM-zender door te schakelen.
Er zijn twee mogelijkheden om een TP­zender in te stellen:
- automatisch volgen
- direct programmeren
Bij automatisch volgen wordt steeds de FM-zender die op dat moment wordt be­luisterd als TP-zender genomen. Als de ontvangst van de ingestelde FM-zender niet goed meer is of als dit geen TP-zen­der is, zoekt het apparaat volgens be­paalde criteria een andere TP-zender.
51
Page 52
Radioweergave
Bij
rechtstreeks programmeren
kunt u een TP-zender die niet de FM-zender is die u op dat moment beluistert, worden geprogrammeerd. Zo is het bijvoorbeeld mogelijk om naar een bepaalde FM-zen­der te luisteren en de TP-berichten van een andere FM-zender door te schakelen. Als de ontvangst van de geprogrammeer­de TP-zender niet goed meer is, wordt omgeschakeld op automatisch volgen totdat de geprogrammeerde TP-zender weer kan worden ontvangen.
Als het apparaat herkent dat er een TP­zender is, wordt dit op het display met
TP aangegeven.
Als TP is geactiveerd, verschijnt op het display om op de geactiveerde func­tie voor het ontvangen van verkeersbe­richten te wijzen.

TP-menu activeren/verlaten

Activeren:
X Knop indrukken (er mag geen
verkeersbericht worden uitgezonden).
X Druk op de multifunctionele knop
.
Verlaten:
X Op knop drukken resp. het TP-
menu schakelt zichzelf na 8 seconden zonder bediening zelfstandig uit.

TP in-/uitschakelen

In alle functies en golfbereiken kunt u TP in- en uitschakelen door langer dan 2 seconden op knop te drukken.
TP kan ook in het TP-menu worden in­en uitgeschakeld:
Inschakelen:
X TP-menu inschakelen.
X Druk zo vaak op de multifunctionele
knop tot TP on verschijnt.
Uitschakelen:
X TP-menu inschakelen.
X Druk zo vaak op de multifunctionele
knop tot TP off verschijnt. Na het omschakelen op normale weerga­ve is TP uitgeschakeld.
52
Page 53
Radioweergave

Automatisch volgen instellen

In alle functies en golfbereiken kunt u schakelen op automatisch volgen door langer dan 2 seconden op knop te drukken.
In het TP-menu:
X Druk zo vaak op de multifunctionele
knop tot TP on verschijnt.
N.B.:
Als er al van tevoren rechtstreeks een TP-zender was geprogrammeerd, wordt deze weer als de TP-zender ingesteld.

Rechtstreekse programmering instellen/wissen

X TP-menu inschakelen.
Instellen:
X Druk op de multifunctionele knop
.
X Selecteer de gewenste TP-zender met
de rechter draaiknop . Als geen knop wordt bediend, wordt na korte tijd de ingestelde zender overgeno­men.
Wissen:
X Druk op de multifunctionele knop
.
X Selecteer met de rechter draaiknop
Autoselect en bevestig dit door op de
knop te drukken. Als geen knop wordt bediend, wordt na korte tijd de rechtstreekse programme­ring gewist.

MUTE-stand in-/uitschakelen

X Als u een TP- resp. een EON-zender
heeft ingesteld, kan de MUTE-stand worden geactiveerd door kort op knop
te drukken.
Daarna worden er alleen verkeersberich­ten en navigatie-aanwijzingen doorge­schakeld.
X Als u nogmaals op knop wordt de
MUTE-stand opgeheven.

TP-berichten afbreken

De actuele melding kan worden onder­broken.
X Druk tijdens de TP-berichten kort op
knop . Het toestel keert terug naar de vorige modus.
53
Page 54
Radioweergave

Volume van TP-berichten

X TP-menu inschakelen. X Druk op de multifunctionele knop
.
X Met de rechter draaiknop kunnen
vier verschillende instellingen ( worden geselecteerd.
Dit betekent dat het volume naargelang de instelling met een vaste waarde wordt verhoogd.
• Instelling
0 - volume wordt niet
verhoogd
• Instelling
1 - volume wordt iets
verhoogd
• Instelling
2 - volume wordt iets
verhoogd
• Instelling 3 - volume wordt sterk verhoogd
0 - 3)

TMC in-/uitschakelen

Aanwijzing
Meer informatie over TMC vindt u on­der 'Dynamische navigatie met TMC' op pagina 29.
X Activeer het TP-menu.
Inschakelen:
X Druk zo vaak op de multifunctionele
knop tot TMC on verschijnt.
Uitschakelen:
X Druk zo vaak op de multifunctionele
knop tot TMC off verschijnt.
Aanwijzing
Bij uitgeschakelde TMC kunnen geen dynamische navigatiefuncties (dynami­sche route, verkeersinformatie) worden geselecteerd of opgeroepen.

TMC-zender kiezen

Om de ontvangst van TMC verkeersbe­richten te verbeteren, kunt u een zender kiezen die TMC-gegevens uitzendt.
X TP-menu inschakelen. X Druk op de multifunctionele knop
.
X Selecteer de gewenste TMC-zender
met de rechter draaiknop . De geselecteerde zender wordt inge­steld.
Aanwijzing
U kunt vervolgens weer een andere zen­der zonder TMC kiezen. Het voordeel van de ingestelde TMC-zender vervalt dan echter weer.
54
Page 55
Radioweergave

Weergave voor TMC-zenders die kunnen worden ontvangen

Als het systeem een TMC-zender kan ontvangen en TMC zoals onder ’TMC in-/uitschakelen’ op pagina 54 beschre­ven ingeschakeld is, wordt dit op het dis­play door de afkorting . De TMC­informatie kan dan door het navigatiesy­steem worden ontvangen en verwerkt. De ontvangst van deze verkeersberich­ten is kosteloos.

Geluidsonderdrukking voor de telefoon

Als er in de wagen een telefoonsysteem is geïnstalleerd en als de MUTE-leiding van de wagentelefoon op de autoradio is aangesloten, kunt u in het gebruikersme­nu Pagina 71 de functies van de telefoon instellen. Bij de instellingMute wordt het geluid van de radio onderdrukt bij een inko­mend telefoongesprek. Bij de instelling Audio Sig. klinkt het te­lefoongeluid bij een inkomend gesprek via de radio (de wagen moet op contact staan). Deze functie werkt alleen wanneer er naast de telefoon een handsfree systeem met een extra luidsprekeruitgang is geïn­stalleerd en op de radio is aangesloten. In beide gevallen wordt display weergegeven.
Phone op het
55
Page 56

Cd-weergave

Goed
Fout
Fout
Goed
Cd-weergave
Aanwijzingen m.b.t. de compactdisc (cd)
Als zich vuil op de cd bevindt, kan dat gevolgen hebben voor het geluid. Let op het volgende om een optimaal geluid te verkrijgen:
• Maak cd's voordat ze worden afge­speeld van binnen naar buiten schoon met een normaal in de handel verkrijg­bare schoonmaakdoek. Oplosmidde­len zoals benzine, verdunners of andere gebruikelijke schoonmaakmid­delen en antistatische sprays mogen niet worden gebruikt.
Als er al een cd in de cd-opening is ge­plaatst, drukt u op knop . Als het ap-
paraat de laatste keer op cd-wisselaar / AUX is gezet, zet dit dan nu met de mul-
tifunctionele knop terug naar cd­weergave.
• Pak cd's altijd alleen bij de randen vast. Raak cd's nooit aan de opper­vlakken aan en zorg ervoor dat cd's niet vuil worden.
• Plak niets op cd's.
• Houd cd’s uit de buurt van fel zonlicht en van warmtebronnen, zoals verwar­mingen.
56
Cd’s plaatsen/verwijderen
Plaatsen:
X Druk knop in en houd deze enige
tijd ingedrukt. Het display klapt vervolgens omlaag en de cd-opening wordt zichtbaar.
X Schuif de cd met het opschrift naar bo-
ven in de cd-opening. Het apparaat haalt de cd automatisch naar binnen en begint vanaf het eerste nummer met afspelen. Klap het display vervolgens weer naar boven. Als het laatste nummer is afgespeeld, begint het toestel automatisch weer van voren af aan.
Uitwerpen:
X Druk knop in en houd deze enige
tijd ingedrukt. Het display klapt vervolgens omlaag en de cd-opening wordt zichtbaar.
X Verwijder de cd. X Klap het display vervolgens weer naar
boven.
Gevaar
GG
voor ongevallen
Uit veiligheidsoogpunt mag het frontje tijdens het rijden niet geopend blijven.
Aanwijzing:
Als u de radio uitschakelt, wordt de cd niet uitgeworpen; deze blijft in de cd­opening.
Page 57
Cd-weergave

Nummer vooruit/achteruit springen

X Draai de rechter draaiknop naar
rechts/links. Als u de rechter draaiknop verder draait, kunt u verscheidene nummers in voorwaartse of achterwaartse richting overslaan.
Aanwijzing:
Als u bij het laatste nummer bent geko­men, wordt automatisch naar het eerste nummer teruggeschakeld. Analoog vindt eveneens een wisseling plaats van het eerste naar het laatste nummer. Wanneer de titel bij de titelsprong lan­ger dan 10 seconden is afgespeeld, springt de cd-speler terug naar het begin van het nummer.

Scan-zoekfunctie

X Als u op de multifunctionele knop
drukt, wordt de scan-zoekfunc-
tie geactiveerd.
Op het display verschijnt . Alle navolgende nummers van de cd worden steeds 10 seconden afgespeeld. Druk nogmaals op de multifunctionele knop om het zoeken via de scan­functie te beëindigen.

Versneld vooruit/terug

X Als u op de multifunctionele knop
drukt, wordt de functie versneld vooruit (hoorbaar) geactiveerd. Als u op de multifunctionele knop drukt, wordt de functie versneld ach­teruit (hoorbaar) geactiveerd.
X Als u de multifunctionele knop
resp. loslaat, wordt het versneld vooruit/achteruit beëindigd.

Herhalen van nummers (Repeat)

X Als u op multifunctionele knop
drukt, wordt de functie 'Nummer her­halen' geactiveerd.
De melding Rpt wordt invers weergege­ven.
X Als u nog een keer op de multifunctio-
nele knop drukt, wordt de func­tie 'Nummer herhalen' opgeheven.
57
Page 58
Cd-weergave

Willekeurig afspelen (Random Play)

X Als u op de multifunctionele knop
drukt, wordt de functie ’wille-
keurig afspelen’ geactiveerd. Vervolgens worden de nummers van de huidige cd in willekeurige volgorde af­gespeeld. De melding Rnd wordt invers weergegeven.
X Als u nog een keer op de multifunctio-
nele knop drukt, wordt de func-
tie ’willekeurig afspelen’ opgeheven.

Cd-instelmenu

X Druk in de cd-modus op de knop .
Het cd-instelmenu verschijnt. Als extra informatie wordt de cd-tekst behorende bij het actuele nummer weergegeven voor zover beschikbaar. Wanneer u een andere functie in het cd­instelmenu kiest, kunt u door op de mul­tifunctionele knop te drukken weer terugkeren naar de cd-tekstweergave.

Aantal nummers weergeven

X Roep het cd-instelmenu op.
X Druk op de multifunctionele knop
. Het actuele titelnummer en het totaal aantal titels worden getoond.

Omschakelen nummer/cd-tekst weergave

U kunt hier instellen of u in het cd-menu de titelweergave in de vorm van een nummer of als cd-tekst voor het actuele nummer wenst.
X Roep het cd-instelmenu op.
X
Druk op de multifunctionele knop om
tussen Numeric (nummerweer-
gave) of Text (titelnaam) te kiezen.
58
Page 59
Cd-weergave

Thermische beveiliging

Dit apparaat is voorzien van een dubbele veiligheidsschakeling om de laserdiode tegen oververhitting te beschermen. Zodra de veiligheidsschakeling de eerste drempelwaarde bereikt, verschijnt het volgende op het display.
De cd wordt gewoon verder afgespeeld. Kies dan echter bij voorkeur een andere bedrijfsmodus.
Zodra de tweede drempelwaarde wordt bereikt, verschijnt gedurende 8 secon­den de volgende melding.
Het apparaat schakelt terug naar de be­drijfsmodus voorafgaande aan de cd­weergave.
Na een afkoelperiode kan de cd-speler weer worden gebruikt. Als de tempera­tuur echter nog steeds te hoog is, keert het toestel weer terug naar de eerder in­gestelde signaalbron.

Aanwijzingen voor cd-r en cd-rw

Met dit toestel kunt u cd-r’s (beschrijf­bare cd's) en cd-rw's (herschrijfbare cd’s) beluisteren. Neem hierbij echter de wettelijke voorschriften in acht. Deze voorschriften kunnen van land tot land verschillen. Naargelang het opnameapparaat waar­mee de cd-r werd bespeeld of de toe­stand van de cd-r zelf is het mogelijk dat sommige cd-r’s niet met dit toestel kun­nen worden weergegeven. Een cd-r moet volgens de 'Orange Book'-standaard worden aangemaakt (geldt niet voor mp3-cd’s).
Aanwijzing m.b.t. cd’s met kopieerbeveiliging
In sommige gevallen kunnen bij cd's met kopieerbeveiliging problemen ontstaan. De inleestijd kan bijvoorbeeld erg lang zijn of de cd kan niet worden weergege­ven.
59
Page 60

Mp3-weergave

Mp3-weergave

Algemene aanwijzing voor mp3

De muziek die u in de mp3-modus van uw toestel kunt weergeven, is in de regel onderworpen aan de bescherming van de auteursrechten conform de toe te passen internationale en nationale voorschrif­ten. In sommige landen mogen in dit ge­val zonder voorafgaande goedkeuring van de bevoegden geen kopieën, ook niet voor privé gebruik, worden ge­maakt. Neem de afzonderlijk geldende voorschriften van de auteursrechten in acht. Zover u zelf, bijv. bij eigen compo­sities en -opnames, deze rechten hebt of deze door bevoegden werden verleend, gelden deze beperkingen uiteraard niet.
Een mp3/WMA-gegevensdra­ger maken
• Het max. aantal bestanden per medi-
um is afhankelijk van het aantal map­pen en de lengte van de bestandsnamen. Als richtlijn kunt u aanhouden dat bij max. bestands­naamlengte en 0 mappen ca. 240 tracks mogelijk zijn en bij bijv. 50 mappen ca. 160 tracks.
• Alleen mp3 en WMA-tracks kunnen
worden afgespeeld die conform ISO 9660 op een cd zijn opgeslagen.
• Als u van de mogelijkheid gebruik
wilt maken om de naam van de uitvoe­rende artiest en de titel van het num­mer weer te geven, moet aan het mp3­bestand een zogenaamde ID3-tag wor­den toegevoegd. Dit apparaat onder­steunt de versies ID3v1 en ID3v2.
• De lengte van de naam van de artiest
en titel van het nummer is beperkt tot in totaal 24 tekens.
• Het toestel ondersteunt de mp3-for-
maten MPEG1, MPEG2 en MPEG2.5 Layer3. Bovendien worden vaste en variabele bitsnelheden van 8 -320 kbit/s en af-
tastsnelheden van 8 - 48 kHz onder­steund. Voor het maken van Mp3­bestanden wordt geadviseerd gebruik te maken van de Fraunhofer Mp3-en­coder. Voor WMA wordt WMA 9 met een bitrate van 64 - 320kbit/s ondersteund. Voor het maken van WMA-bestanden wordt geadviseerd om de Windows Media Player versie 9 van Microsoft te gebruiken.
• Voor het comprimeren van de mp3­bestanden adviseren wij een bitsnel­heid van ten minste 160 kbit/s. Bij mp3-bestanden met variabele bitsnel­heid kan de verstreken speeltijd op het display van de werkelijke speelduur afwijken.
• Wanneer zich zowel mp3/WMA-be­standen als conventionele audiotracks op eenzelfde bevinden, is er sprake van een zogenaamde Mix-Mode cd. De audiotracks op zo'n cd bevinden zich dan in de regel in inhoudsopgave 1 van de betreffende cd.
®
60
Page 61
Mp3-weergave
• Met dit toestel kunt u cd-r’s (beschrijf­bare cd's) en cd-rw's (herschrijfbare cd’s) beluisteren. U kunt ook multisessie-cd's gebrui­ken; deze dienen dan wel eerst te wor­den afgesloten. Naargelang het opnameapparaat waarmee de cd-r/cd-rw werd bespeeld of de toestand van de cd-r/cd-rw zelf is het mogelijk dat sommige cd-r's/cd­rw's niet met dit toestel kunnen wor­den weergegeven.
Neem voor meer informatie over het ma­ken van mp3/WMA-bestanden en ID3­tags contact op met uw dealer of kijk op het Internet.
Aanwijzing:
Met het oog op de grote verscheiden­heid aan brandersoftware en de daarbij behorende instellingen, kunnen wij geen garantie geven op de weergave van mp3/WMA-cd's.

Playlist maken

Vanwege de grote hoeveelheid mp3-be­standen die op een mp3-cd kunnen wor­den opgeslagen, wordt een mp3-cd snel onoverzichtelijk. U kunt met behulp van playlists een cd overzichtelijker maken.
In een playlist kunt u bijv. alle gewenste songs in een bepaalde categorie (bijv. Rock) samenvatten. Deze playlist kan dan samen met de in mappen opgeslagen mp3-bestanden op de cd worden gebrand. Het apparaat herkent tijdens het inlezen van de mp3-cd de playlist (ook meerde­re) en kan dan de mp3-titels in de mid­dels de playlist vastgelegde volgorde afspelen. Hiertoe moet echter de playlistmodus zijn geactiveerd zoals omschreven in 'Omschakelen map/playlist' op pagina 63.
Voor het maken van playlisten hebben wij in de testfase de gratis software WI­NAMP gebruikt. U kunt echter ook an­dere programma's voor het maken van playlists gebruiken. Het apparaat ondersteunt de playlistfor­maten M3U en PLS.
Aanwijzing:
N.B.: Het apparaat ondersteunt uitslui­tend M3U en PLS playlists die zijn sa­mengesteld met relatieve padvermeldingen.
Kijk op internet voor meer informatie over het maken van playlists.
61
Page 62
Mp3-weergave
Mp3-cd’s plaatsen/verwijderen
Plaatsen:
X Druk knop in en houd deze enige
tijd ingedrukt.
Het display klapt vervolgens omlaag en de cd-opening wordt zichtbaar.
X Schuif de mp3-cd met het opschrift
naar boven in de cd-opening.
Het apparaat trekt de mp3-cd automa­tisch naar binnen en begint de eerste titel in de eerste map (directory) van de cd af te spelen. Klap het display vervolgens weer naar boven. Als het laatste nummer in de laatste map van de mp3-cd is afgespeeld, begint het toestel automatisch weer van voren af aan.
Als er al een mp3-cd in de cd-opening is geplaatst, drukt u op knop . Als het
apparaat de laatste keer op cd-wisselaar / AUX is gezet, zet dit dan nu met de mul-
tifunctionele knop terug naar mp3-weergave.
Uitwerpen:
X Druk knop in en houd deze enige
tijd ingedrukt. Het display klapt vervolgens omlaag en de mp3 cd-opening wordt zichtbaar.
X Verwijder de mp3-cd. X Klap het display vervolgens weer naar
boven.
Gevaar
GG
voor ongevallen
Uit veiligheidsoogpunt mag het frontje tijdens het rijden niet geopend blijven.
N.B.:
Als u de radio uitschakelt, wordt de mp3-cd niet uitgeworpen; deze blijft in de cd-opening.
Neem ook de volgende gedeelten m.b.t. cd-weergave in acht (Pagina 56):
• 'Aanwijzingen m.b.t. de compactdisc (cd)' op pagina 56
• 'Thermische beveiliging' op pagina 59
62
Page 63
Mp3-weergave

Omschakelen map/playlist

Wanneer de ingevoerde mp3-cd playlis­ten bevat, kan worden omgeschakeld tus­sen mapweergave en playlistweergave.
X Door op de multifunctionele knop
te drukken, selecteert u tussen
Folder Mode en Playlist Mode.
• Folder Mode In de mapweergave kunnen alle op de mp3-cd aanwezige mp3-titels worden afgespeeld. U ziet of mapweergave actief is aan de afkorting
• Playlist Mode In de playlistweergave kunnen alleen de in de verschillende playlists opge­slagen mp3-titels worden afgespeeld. U ziet of playlistweergave actief is aan de afkorting Pl.
Fd.
Aanwijzing:
De multifunctionele knop ver­schijnt alleen wanneer de ingevoerde mp3-cd daadwerkelijk playlists bevat.

Nummer vooruit/achteruit springen

X Draai de rechter draaiknop naar
rechts/links. Als u de rechter draaiknop verder draait, kunt u verscheidene nummers in voorwaartse of achterwaartse richting overslaan.
Aanwijzing:
Wanneer de laatste titel van een map resp. playlist bereikt, wisselt het appa­raat automatisch naar de eerste titel van de map resp. playlist. Analoog vindt eveneens een wisseling plaats van het eerste naar het laatste nummer. Wanneer de titel bij de titelsprong lan­ger dan 10 seconden is afgespeeld, springt de cd-speler terug naar het begin van het nummer.

Naar andere map/playlist gaan

X Druk op de rechter draaiknop . X Draai aan de rechter draaiknop om
de gewenste map resp. playlist te kie­zen. Tijdens het kiezen worden de mapna­men resp. playlistnamen weergegeven op het display.

Scan-zoekfunctie

X Als u op de multifunctionele knop
drukt, wordt de scan-zoekfunc-
tie geactiveerd.
Op het display verschijnt . Alle volgende titels van de actuele map resp. actuele playlist worden elk ca. 10 sec. afgespeeld. Druk nogmaals op de multifunctionele knop om het zoeken via de scanfunctie te beëindigen.
63
Page 64
Mp3-weergave

Versneld vooruit/terug

X Als u op de multifunctionele knop
drukt, wordt de functie versneld vooruit (hoorbaar) geactiveerd. Als u op de multifunctionele knop drukt, wordt de functie versneld ach­teruit (hoorbaar) geactiveerd.
X Als u de multifunctionele knop
resp. loslaat, wordt het versneld vooruit/achteruit beëindigd.

Willekeurig afspelen (Random Play)

X Als u op de multifunctionele knop
drukt, wordt de functie 'wille­keurig afspelen' geactiveerd.
Vervolgens worden de titels in de actue­le map resp. actuele playlist in willekeu­rige volgorde afgespeeld. De melding Rnd wordt invers weergegeven.
X Als u nog een keer op de multifunctio-
nele knop drukt, wordt de func­tie 'willekeurig afspelen' opgeheven.

Herhalen van nummers (Repeat)

X Als u op multifunctionele knop
drukt, wordt de functie 'Nummer her­halen' geactiveerd.
De melding Rpt wordt invers weergege­ven.
X Als u nog een keer op de multifunctio-
nele knop drukt, wordt de func­tie 'Nummer herhalen' opgeheven.

Mp3-instelmenu

X Druk in de mp3-modus op de knop
.
Het mp3-instelmenu verschijnt. Als ex­tra informatie wordt de ID3-tag beho­rende bij het actuele nummer weergegeven voor zover beschikbaar. Wanneer u een andere functie in het mp3-instelmenu kiest, kunt u door op de multifunctionele knop te drukken weer terugkeren naar ID3-tag weergave.

Naar andere map/playlist gaan

X Roep het mp3-instelmenu op.
X Druk op de multifunctionele knop
. Op het display verschijnt nu het actuele map- resp. playlistnummer en het actue­le titelnummer.
64
of
Page 65
X Druk op de multifunctionele knop
. Het totaal aantal playlists aanwezig op de mp3-cd (Pl), mappen (Fd) en het to­taal aantal titels (Tk) worden weergege­ven.
Mp3-weergave

Omschakelen track/ID3-tag weergave

U kunt hier instellen of u in het mp3­menu de titelweergave in de vorm van een nummer of als ID3-tag voor het ac­tuele nummer wenst.
X Roep het cd-instelmenu op.

Map-/playlistnaam weergeven.

X Roep het mp3-instelmenu op.
X Druk op multifunctionele knop
of, indien u zich in de playlistweerga-
vemodus bevindt, . De naam van de map resp. de playlist wordt weergegeven.
X Druk op de multifunctionele knop om
tussen Numeric (nummerweer-
gave) of Text (titelnaam) te kiezen.
65
Page 66

Weergave cd-wisselaar

Weergave cd-wisselaar

Gebruik van de cd-wisselaar

Als er een cd-wisselaar op de autoradio is aangesloten, kan deze worden ge­bruikt zodra het gevulde cd-magazijn is geladen. Sluit na het laden de klep. U kunt het apparaat verder bedienen via het bedieningspaneel op de voorkant van de autoradio.

Cd-magazijn laden/verwijderen

Open de schuif van de wisselaar en druk op de eject-knop om het cd-magazijn te verwijderen. Het magazijn wordt uitge­worpen en kan worden verwijderd. Let op het opschrift van het magazijn, als u de cd’s in het magazijn plaatst.
N.B.:
Onjuist geplaatste cd’s worden niet afgespeeld.
Aanwijzing:
Om ervoor te zorgen dat er zo snel mo­gelijk van cd wordt gewisseld, moet het magazijn vanaf vak 1 geheel met cd’s zijn gevuld.

Cd-wisselaarmodus selecteren

X Druk op de knop .
Wanneer de cd-wisselaar voordien in gebruik was of wanneer er geen cd of na­vigatie-cd in het cd-station zit, bent u nu in het menu van de cd-wisselaar. Als het apparaat de laatste keer op cd­weergave is gezet, zet dit dan nu met de multifunctionele knop om naar cd-wisselaar. De laatst beluisterde cd wordt afge­speeld vanaf het punt waar u voor het uitschakelen gebleven was.
Cd’s wisselen/selecteren
X Selecteer de cd-wisselaarmodus. X Druk op de rechter draaiknop .
X Draai aan de rechter draaiknop om
het gewenste cd te kiezen. De geselecteerde cd wordt geladen. Tijdens het selecteren verschijnt de mel­ding Loading CD X. Vervolgens worden het vaknummer, resp. de naam van de cd en het nummer van de actuele titel weergegeven.
Als u in het betreffende vak (bijv. vak 2) geen cd heeft geplaatst, verschijnt er op het display even NO CD X en wordt de vorige cd verder afgespeeld. Als het laatste nummer van een cd wordt afgespeeld, wordt automatisch de vol­gende cd in het magazijn geselecteerd en afgespeeld.
66
Page 67
Weergave cd-wisselaar
Zie de tekst bij cd-weergave voor meer mogelijkheden (Pagina 56)
• 'Aanwijzingen m.b.t. de compactdisc (cd)' op pagina 56
• 'Nummer vooruit/achteruit springen' op pagina 57
• 'Scan-zoekfunctie' op pagina 57
• 'Versneld vooruit/terug' op pagina 57
• 'Willekeurig afspelen (Random Play)' op pagina 58
• 'Herhalen van nummers (Repeat)' op pagina 57

CDC-instelmenu

X Druk in de cdc-modus op de knop .
Het cdc-instelmenu verschijnt. Tevens verschijnt het actuele cd-num­mer, het nummer van de actuele track, alsmede de actuele looptijd.

Trackinformatie weergeven

X Roep het cdc-instelmenu op.
X Druk op de multifunctionele knop
. Tevens verschijnt het actuele cd-num­mer, het nummer van de actuele track, alsmede de actuele looptijd.

Aantal tracks en totale looptijd weergeven

X Roep het cdc-instelmenu op.
X Druk op de multifunctionele knop
. Tevens verschijnt het actuele cd-num­mer, het aantal tracks, alsmede de totale looptijd.
67
Page 68
Weergave cd-wisselaar
Namen van cd’s
U kunt de actuele cd een naam intoetsen resp. een reeds ingestelde naam wijzigen of de opgeslagen naam wissen.
Aanwijzing:
De ingevoerde naam wordt in de cd­wisselaar opgeslagen. De cd-wisselaar beschikt slechts over een beperkt geheugen voor cd-namen. Wanneer u uw cd-wisselaar vervangt, gaan de opgeslagen namen verloren.
Namen weergeven:
X Roep het cdc-instelmenu op.
X Druk op de multifunctionele knop
. De actuele naam wordt weergegeven. Wanneer nog geen naam is ingetoetst voor de actuele cd, blijft de ruimte achter Name: leeg.
Naam intoetsen/wijzigen:
X Roep het cdc-instelmenu op.
X Druk op de multifunctionele knop
.
X Selecteer met de multifunctionele
knoppen en de gewenste positie (invers knipperende cursor).
X Selecteer een letter door de rechter
draaiknop te draaien en bevestig de keuze door op de rechter draaiknop
te drukken. U gaat een positie verder. Er kunnen maximaal 8 tekens worden ingevoerd. Na het verlaten van het cdc-instelmenu is de naam opgeslagen.
Opgeslagen naam wissen:
X Roep het cdc-instelmenu op. X Druk op de multifunctionele knop
.
X Selecteer met de rechter draaiknop
de te wissen naam.
X Nu kunt u de naam wissen door op de
multifunctionele knop te druk­ken.
68
Page 69
Weergave cd-wisselaar
Filterfunctie bij cd’s
U kunt de afzonderlijke tracks van een cd uitfilteren. Deze tracks worden dan bij het afspelen van de cd overgeslagen.
Aanwijzing:
De filterfunctie kan alleen worden ge­activeerd wanneer aan de gekozen cd een naam is toegekend.
X Roep het cdc-instelmenu op.
X Druk vervolgens op de multifunctio-
nele knop .
Filterfunctie in-/uitschakelen
X Door de multifunctionele knop
meerdere keren in te drukken, kunt u de filterfunctie in- (Fil on) resp. uit­schakelen (No Fil).
Tracks uitfilteren:
Cd-wisselaar Silverstone 7860 en 2660.
X Kies met de rechter draaiknop de
uit te filteren track van de actuele cd.
X Door op de rechter draaiknop te
drukken kunt u tussen Play(track
ongefilterd) en Skip (track uitgefil-
terd) selecteren.
Aanwijzing:
Bij de cd-wisselaar Silverstone 2630 en 2640 kunt u bij elk afgespeelde nummer tussen Play (track ongefilterd) en Skip (track uitgefilterd) kiezen, door op de rechter draaiknop te drukken.
69
Page 70

Gebruikersinstellingen

Gebruikersinstellingen
Gebruikersinstellingen opvra­gen/verlaten
Na het oproepen van de gebruikersin­stellingen, krijgt u twee niveaus met de onderstaande basisinstellingen om het systeem naar wens in te richten. Eerste niveau:
• Gal - Snelheidsafhankelijke volume­regeling
• Tel - Telefooninstellingen
• Lum - Helderheid display
• Led - Instelling van LED
• M/S - Instelling van optimalisering ontvangst
• Nav - Instelling navigatie-aanwijzing
Tweede niveau:
• Aux - Instelling van AUX - ingang
• Cmp - Instelling kompasweergave
• BeV - Instelling van volume signaal­toon
X U kunt met het gebruikersmenu wer-
ken door langer dan 2 seconden op knop te drukken.
X Om in het tweede niveau van het ge-
bruikersmenu te komen, moet u op de multifunctionele knop te druk­ken.
X Druk nogmaals op knop om het
gebruikersmenu te beëindigen.

GAL instellen

GAL is een stuurschakeling van de auto­radio waarbij het volume van de autora­dio bij een toenemende rijsnelheid automatisch hoger wordt. Hierdoor wor­den de geluiden die bij hogere snelheden ontstaan, gecompenseerd.
X Gebruikersmenu oproepen. X Druk op de multifunctionele knop
.
X Maak met de rechter draaiknop een
keuze tussen
0 en +15.
Met de GAL-instelling kan het begin van de verhoging van het volume naar­gelang de rijsnelheid worden vastge­legd. De instelling wordt automatisch opge­slagen. Betekenis van de waarden:
0 - volume wordt niet verhoogd
+1 - Volumestijging vindt plaats bij lagere snelheid
+15 - Volumestijging vindt plaats bij
hogere snelheid
70
Page 71
Gebruikersinstellingen

Functies bij MUTE-instelling telefoon (Tel)

Als er een telefoonsysteem met een handsfree-installatie is geïnstalleerd, kan het telefoongesprek via het radiosy­steem worden gevoerd. De montage van een extra luidspreker vervalt daarmee. De signaalleidingen (LF - telefoonin­gang en massa - telefooningang) moeten hiervoor op de autoradio zijn aangeslo­ten (zie ook pagina 83).
X Roep het gebruikersmenu op voor het
instellen.
X Door op de multifunctionele knop
te drukken, selecteert u tussen
Audio Sig. resp. Mute.
• Mute - Telefoon – geluidsonderdruk­king
• Audio Sig.- Telefoongesprek via auto­radio

Helderheid display (Lum)

Met deze functie kan de helderheid van het display worden ingesteld.
X Roep het gebruikersmenu op voor het
instellen.
X Druk op de multifunctionele knop
.
X Kies met de rechter draaiknop tus-
sen
-8 (donker) en 8 (licht).
De instelling wordt automatisch opge­slagen.

Knipperende diode instellen (LED)

Met behulp van deze functie kan de knipperende diode (knippert bij uitge­schakeld toestel) worden in- of uitge­schakeld.
X Roep het gebruikersmenu op voor het
instellen.
X Als u op de multifunctionele knop
drukt, kunt u tussen blinking (LED ingeschakeld) en off (LED uit­geschakeld) kiezen.
De instelling wordt automatisch opge­slagen.
71
Page 72
Gebruikersinstellingen

Optimale ontvangst instellen (M/S)

Om storingen en echo bij de ontvangst te onderdrukken, kunt u drie verschillende instellingen voor een optimale ontvangst instellen.
X Roep het gebruikersmenu op voor het
instellen.
X Door op de multifunctionele knop
te drukken, selecteert u tussen
Stereo, Mono en Auto.
• Auto - Instelling voor normaal ge­bruik, d.w.z. dat het toestel naargelang de ontvangststerkte van stereo op mono overschakelt (deze instelling biedt voor bijna alle ontvangstgebie­den de optimale instelling).
• Stereo - Instelling voor bijzondere ontvangstsituaties, d.w.z. het apparaat is steeds op stereo ingesteld.
• Mono - Instelling voor ontvangstsitu­aties waarbij standaard sprake is van terugkaatsing. Het toestel is steeds op mono ingesteld.
De instelling is onmiddellijk actief en blijft ook bij het uitschakelen behouden.

Instelling navigatie-aanwijzing (Nav)

Met deze functie kunt u de weergave van navigatie-aanwijzingen instellen.
• onlyDe audioweergave wordt uitgezet en alleen de navigatie-aanwijzing is te horen.
• mixed - De audioweergave die u be­luistert, wordt zachter gezet. De navi­gatie-aanwijzing is ingesteld op hetzelfde volume als de oorspronkelij­ke audioweergave, maar kan binnen een bandbreedte van +/-6 dB worden geregeld. Wanneer het volume van de audiobron vervolgens wordt veran­derd, dan wordt ook het volume van de navigatieaanwijzing veranderd.
• independ - De audioweergave die u beluistert en de navigatie-aanwijzing kunnen op verschillende waarden worden ingesteld.
X Roep het gebruikersmenu op voor het
instellen.
X Door op de multifunctionele knop
te drukken, selecteert u tussen
only, mixed en independ.
De instelling wordt automatisch opge­slagen.
72
Page 73
Gebruikersinstellingen

AUX-ingang (Aux)

Wanneer er geen cd-wisselaar is aange­sloten, kunt u hier de LF-aansluitingen van de cd-wisselaar inschakelen. Nu kunt u op deze aansluitingen een extern toestel (discman, walkman, etc.) aan­sluiten.
X Roep het gebruikersmenu op voor het
instellen.
X Ga naar het tweede niveau van het ge-
bruikersmenu door op de multifuncti­onele knop te drukken.
X Door op de multifunctionele knop
te drukken, selecteert u tussen AUX Mode on (aan) en Aux Mode off (uit).
De instelling wordt automatisch opge­slagen. Druk in de cd-modus voor het selecteren van de AUX-modus op de multifunctio­nele knop .

Weergave kompas (Cmp)

Wanneer de navigatie uitstaat, kan op het rechterdeel van het display een kom­pas en de actuele tijd worden weergege­ven.
X Roep het gebruikersmenu op voor het
instellen.
X Ga naar het tweede niveau van het ge-
bruikersmenu door op de multifuncti­onele knop te drukken.
X Kies met de multifunctionele knop
tussen Show compass (kompas wordt weergegeven) en Hide compass (kompas wordt niet weergegeven).
Wanneer het kompas en de navigatie zijn uitgeschakeld, worden tijdens de FM - DAS-weergave zenderafkortingen aan de 9 multifunctionele knoppen toe­gekend.
De instelling wordt automatisch opge­slagen.

Volume signaaltoon (Bev)

Met deze functie kunt u het volume van de signaaltonen instellen (bijv. ter be­vestiging van opslag in het geheugen).
X Roep het gebruikersmenu op voor het
instellen.
X Ga naar het tweede niveau van het ge-
bruikersmenu door op de multifuncti­onele knop te drukken.
X Druk op de multifunctionele knop
. Kies met de rechter draaiknop tussen (hard).
De instelling wordt automatisch opge­slagen.
0 (zacht) en +5
73
Page 74

Servicemenu

Servicemenu
Servicemenu oproepen/ verlaten
In het servicemenu kunnen de onder­staande gegevens worden opgevraagd.
Model-No.: - Weergave van het modelnummer
Serial-No.:- Weergave van het
serienummer
Changer Reset - Resetactivering
voor CDC
GAL - Weergave van de huidige snel-
heidsafhankelijke volumeregeling
Radio Software: - Weergave van de softwareversies radio
Radio Bolo: - Weergave van
Bolo-editie radio
Navi ROM/LIB: - Weergave van
Navi Rom/Lib-editie
Navi Flash: - Weergave van Navi Flash-editie
X Met de multifunctionele knoppen
en of door aan de rechter draaiknop te draaien, kunnen af­zonderlijke opties worden geselec­teerd.
Voor het verlaten van het servicemenu drukt u op de multifunctionele knop
.

Reset cd-wisselaar

Wanneer de cd-wisselaar op storing valt, kan deze worden gereset.
X Roep het servicemenu op. X Druk de multifunctionele knop
zo vaak in tot wordt weergegeven.
Changer Reset

Resetactivering apparaat

Wanneer het toestel door een storing niet meer bruikbaar is of wanneer er een an­dere fout is opgetreden, kunt u de interne besturingssoftware opnieuw opstarten met de volgende knoppencombinatie (reset activeren). Voor een herstart de multifunctione knop , multifunctionele knop
en de knop tegelijk indruk­ken. Na het opnieuw opstarten van de bestu­ringssoftware moet de navigatie-cd wor­den geplaatst.
X In de radiomodus knop en de
multifunctionele knop tegelijk indrukken.
74
X Druk op de multifunctionele knop
.
Page 75

Toelichting

RDS-SYSTEEM

Deze autoradio biedt de mogelijkheid op de FM-band RDS-signalen (RDS = Ra­dio Data System) te ontvangen. RDS zorgt ervoor, dat er onhoorbare extra in­formatie op de FM-band kan worden verzonden. Dit betekent, dat de radio­zender informatie uitzendt die door de autoradio kan worden herkend.

Niveau DAS Seek Qual.

Op het niveau DAS Seek Qual. wor­den alle ontvang- en identificeerbare RDS-programma’s naargelang de kwali­teit in een lijst opgeslagen. De functies dynamische autostore, de zoekfunctie en de scan-zoekfunctie maken gebruik van deze lijst.

Niveau DAS Seek Name

Op het niveau DAS Seek Name wor­den alle ontvang- en identificeerbare RDS-programma’s op naam alfabetisch in een lijst opgeslagen. De functies dy­namische autostore, de zoekfunctie en de scan-zoekfunctie maken gebruik van deze lijst.

Niveau Stations RDS

Op het niveau Stations RDS kunnen alleen geïdentificeerde RDS-zenders worden opgeslagen. Er wordt steeds op de best te ontvangen frequentie van de zender afgestemd. Bij het zoeken naar wordt alleen op de indentificeerbare zenders gestopt.
Stations RDS
Toelichting

Niveau Stations Fix

Op het niveau Stations Fix kunt u onder de zenderknoppen frequenties op­slaan. RDS is niet actief. Het zoeken op
Stations Fix komt overeen met de
handmatige afstemming van FM (Pagina 49).

PTY (programmatype)

Via PTY is het mogelijk om bepaalde programmatypes, zoals sport, popmu­ziek of klassiek te selecteren. De PTY wordt uitgezonden via de RDS­zender, voor zover deze functie bij de ra­diozender is geïnstalleerd. Het program­matype van de ingestelde zender kan worden weergegeven of er kan een be­paalde PTY-zender worden opgespoord. Voorbeelden van programmatypes zijn:
NEWS Nieuws POP M Popmuziek AFFAIRS Politiek en actualiteiten ROCK M Rock INFO Speciale
praatprogramma's
SCIENCE Wetenschap
75
Page 76
Toelichting
EDUCATE Educatie en
vervolgonderwijs
LIGHT M Lichte muziek DRAMA Hoorspel en literatuur CLASSICS Klassieke muziek CULTURE Cultuur, kerk en
maatschappij
EASY M Ontspanningsmuziek VARIED Onderhoudende
praatprogramma’s
SPORT Sport OTHER M Speciale
muziekprogramma’s
WEATHER Weerbericht FINANCE Financiële informatie CHILDPRG Kinderprogramma's SOCIAL Maatschappij RELIGION Religie PHONE IN Interviews TRAVEL Reisberichten LEISURE Vrijetijdsprogramma's JAZZ Jazzmuziek COUNTRY Country NATION M Volksmuziek OLDIES Oldies FOLK Folklore DOCUMENT Documentaires NO PTY Geen PTY
76
Page 77

Terminologielijst

Autostore
Met slaat u de zenders die het best kun­nen worden ontvangen op volgorde van de ontvangstkwaliteit in het Autostore­geheugen op.
AUX
(Auxiliary) Aansluitmogelijkheid voor externe audiosignalen.
Balans
Volume-instelling tussen de linker en rechter luidsprekers.
CDC
(Compact Disc Changer) CD-wisselaar
CD-R
(Compact Disc Recordable) Eenmaal beschrijfbare cd.
CD-RW
(Compact Disc ReWritable) Meermaals beschrijfbare cd.
Codenummer
PIN-nummer dat voor het activeren van het toestel moet worden ingevoerd.
Fader
(faderregelaar) Volume-instelling tussen de voorste en achterste luidsprekers.
GAL
(GeschwindigkeitsAbhängige Lautstär­keregelung) Naarmate de snelheid van de wagen ho­ger wordt, wordt ook het volume hoger.
GPS
(Global Positioning System) Systeem voor positiebepaling. Basis voor de navigatie.
ID3-Tag
'Inhoudsopgave' van een mp3-titel. Be­vat informatie omtrent titel, artiest, al­bum, jaar en genre.
Terminologielijst
Loudness
Zorgt door een versterking van de hoge en lage tonen voor een beter klankbeeld bij laag volume.
M3U
Door het apparaat ondersteund formaat voor playlists.
Map
Directory Map op een cd die mp3's of WMA's be­vat.
MP3
Speciale compressiemethode voor au­diogegevens (bijv. muziek).
Playlist
Afspeellijst Een bestand dat samen met de mp3-be­standen op een cd wordt opgeslagen. Be­paalt de afspeelvolgorde.
77
Page 78
Terminologielijst
PLS
Door het apparaat ondersteund formaat voor playlists.
PTY-Kennung
(Program Type-Kennung) Klassificering die een zender op basis van het uitgezonden programma afgeeft.
Radiotext
Extra informatie die door sommige FM­zenders via RDS wordt uitgezonden.
RDS
(Radio Data System) Een procedure om in de FM-band on­hoorbare informatie over te dragen.
Regionale aanduiding
Regiocode die in RDS is geïntegreerd. Zender zendt een regionaal programma uit.
Reset
Systeem terugzetten naar fabrieksinstel­lingen.
Scannen
Geeft achter elkaar te ontvangen zenders resp. af te spelen cd-titels kort weer.
TA
(Traffic Announcement) Verkeersbericht
TMC
(Traffic Message Channel) Verkeersberichten die door sommige FM-zenders via RDS worden uitgezon­den. Basis voor de dynamisch navigatie.
TP
(Traffic Program) Code voor verkeersinfozender.
WMA
(Windows Media Audio) Speciale, door Microsoft compressiemethode voor audiogege­vens (bijv. muziek).
®
ontwikkelde
78
Page 79

Trefwoorden

Trefwoorden
A
Actuele positie weergeven . . . . . . . .33
Afgelegde weg Afstemstappen Ander nummer
Cd
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .57
MP3/WMA Animaties Autogeheugen Autostore AUX
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .73
. . . . . . . . . . . . . . . . .32
. . . . . . . . . . . . . . . . .49
. . . . . . . . . . . . . . . .63
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .42
. . . . . . . . . . . . . . . . . .49
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .49
B
Balans . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .11
Bedieningspaneel
Plaatsen
Verwijderen Beperkingen: Berekening aankomsttijd Bestemming invoeren Bestemming opslaan Bestemmingsgeheugen Bestemmingsland kiezen
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . .9
. . . . . . . . . . . . . . . . .9
. . . . . . . . . . . . . . . . . . .24
. . . . . . . . .43
. . . . . . . . . . . .16
. . . . . . 21, 22, 24
. . . . . . . 24, 35
. . . . . . . . .16
Bijzondere bestemming
Bijzondere bestemming - P.O.I. - cd
. . . . . . . . . . . . . . . . . . .37
Gehele land In buurt van bestemming Omgeving Plaats / land
Bijzondere bestemming-cd Blokkering
Invoeren wissen
. . . . . . . . . . . . . . . . .35
. . . . . . . . . . . . . . . . . . .26
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . .27
. . . . . . . . . .35
. . . . . . . . . . . . . . . .37
. . . . . . . . . . . . . . . .36
. . . . . . . .37
C
Cd
Aanwijzingen Plaatsen Uitwerpen
Cd naam geven CDC
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .66
Cd-r
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .59
Cd-rw
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .59
Cd-wisselaar Centrum intoetsen Coördinaten intoetsen
. . . . . . . . . . . . . . .56
. . . . . . . . . . . . . . . . . . .56
. . . . . . . . . . . . . . . . .56
. . . . . . . . . . . . . . . . .68
. . . . . . . . . . . . . . . . . . .66
. . . . . . . . . . . . . . .20
. . . . . . . . . . . .21
. . . . . .35
D
DAS . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .46
Doeladres intoetsen Dynamische Autostore Dynamische navigatie Dynamische route
. . . . . . . . . . . . . .16
. . . . . . . . . . .46
. . . . . . . . 23, 29
. . . . . . . . . . . . . . .23
F
Fader . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .11
Faderregeling Filefunctie Filefunctie deactiveren Filter
CDC
Radio Frequentie-aanduiding Frontje
Plaatsen
Verwijderen
. . . . . . . . . . . . . . . . . .11
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .26
. . . . . . . . . . .27
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .69
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .47
. . . . . . . . . . .50
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . .9
. . . . . . . . . . . . . . . . .9
79
Page 80
Trefwoorden
G
GAL . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .70
Geluidsonderdrukking
Telefoon
Verkeersinformatie Geluidssignaal Gemiddelde snelheid Golfbereik
AM
FM
. . . . . . . . . . . . . . . 55, 71
. . . . . . . . . .53
. . . . . . . . . . . . . . . . . .73
. . . . . . . . . . . .32
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .45
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .45
H
Handmatig afstemmen
AM
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .49
FM
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .49
Handmatige afstemming
AM
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .49
FM
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .49
Helderheid Helderheid display Hoge tonen Huidige positie opslaan huisnummer
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .71
. . . . . . . . . . . . . .71
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . .10
. . . . . . . . . . .40
. . . . . . . . . . . . . . . . . . .22
I
ID3-tag . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .60
Imperiaal Inschakelen
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .42
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . .10
K
Klankinstelling . . . . . . . . . . . . . . . . .10
Klankmenu Knipperlicht Kompasdisplay Kopieerbeveiliging Korte route kruispunt
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . .10
. . . . . . . . . . . . . . . . . . .71
. . . . . . . . . . . . . . . . .73
. . . . . . . . . . . . . .59
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . .23
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .23
L
Lage tonen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .10
Land selecteren LED
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .71
Loudness
. . . . . . . . . . . . . . . . .16
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .11
M
M3U . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .61
Maateenheid instellen Map
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .63
Max. snelheid Melding aankomsttijd Metrisch Modus radiomenu inschakelen Mp3
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 60, 62
. . . . . . . . . . . . . . . . . .43
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .42
. . . . . . . . . . . .42
. . . . . . . . . . . .42
. . . . .45
N
Navigatie afbreken . . . . . . . . . . . . . .27
Navigatietaal instellen Nummer herhalen
Cd
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .57
nummer herhalen
MP3/WMA
. . . . . . . . . . .41
. . . . . . . . . . . . . . . .64
O
Ontvangst FM optimaliseren . . . . . .72
P
Plaats invoeren . . . . . . . . . . . . . . . . .17
Plaats van bestemming selecteren Playlist
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . 61, 63
M3U
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .61
PLS
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .61
PLS
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .61
Positie
Opslaan
Weergeven postcode Programmafilter Programmatype PTY
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .47
. . . . . . . . . . . . . . . . . . .40
. . . . . . . . . . . . . . . . .33
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .18
. . . . . . . . . . . . . . . .47
. . . . . . . . . . . . . . . . .47
. .17
80
Page 81
Trefwoorden
R
Radio . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .45
Radiotekst Radioweergave Random Play
Regio’s Regionaal programma Repeat
Rijduur Rijtijd Route gesperd
Route-instellingen weergeven Routelijst weergeven Route-opties
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .51
. . . . . . . . . . . . . . . . .45
Cd
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .58
MP3/WMA
. . . . . . . . . . . . . . . .64
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .50
. . . . . . . . . . . .50
Cd
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .57
MP3/WMA
. . . . . . . . . . . . . . . .64
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .32
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .32
Invoeren wissen
. . . . . . . . . . . . . . . . . . .26
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . .27
. . . . .33
. . . . . . . . . . . .34
. . . . . . . . . . . . . . . . . . .23
S
Scannen
Cd
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .57
MP3/WMA Radio
. . . . . . . . . . . . . . . .63
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .47
Scan-zoekfunctie
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .57
Cd MP3/WMA
Radio Snelheidsafhankelijke volumeregeling Snelle route Snelweg Speedlimit Spellen Spreker kiezen Straten intoetsen Stratenlijst weergeven Subwoofer
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .24
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .41
. . . . . . . . . . . . . . . .63
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .47
. . . . . . . . . . . . . . . . .70
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . .23
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .43
. . . . . . . . . . . . . . . . .41
. . . . . . . . . . . . . . . .19
. . . . . . . . . . . .34
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .11
T
Taal instellen . . . . . . . . . . . . . . . . . . .41
Tijd
Instellen
Oproepen Tijdweergave
ETA
Instellen
Resterende rijtijd
Tijd Titelfilter
. . . . . . . . . . . . . . . . . . .40
. . . . . . . . . . . . . . . . . .33
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .44
. . . . . . . . . . . . . . . . . . .44
. . . . . . . . . . . .44
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .44
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .69
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .29
TMC
Inschakelen Meldingen weergeven Uitschakelen Zenders kiezen
Tol
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .24
TP
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .51
Afbreken melding Inschakelen Menu Uitschakelen
Volume Trackfilter Traffic Program Tussenstop Tussenstop wissen
. . . . . . . . . . . . . . . .54
. . . . . . . .31
. . . . . . . . . . . . . . .54
. . . . . . . . . . . . . .54
. . . . . . . . . . .53
. . . . . . . . . . . . . . . .52
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .52
. . . . . . . . . . . . . . .52
. . . . . . . . . . . . . . . . . . .54
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .69
. . . . . . . . . . . . . . . .51
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . .25
. . . . . . . . . . . . . .26
U
Uitschakelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . .10
81
Page 82
Trefwoorden
V
Veerboten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .24
Veiligheidschakeling ter bescherming tegen te hoge temperaturen Verkeersinformatie
Afbreken melding Geluidsonderdrukking Inschakelen Menu Mute Uitschakelen
Volume Verkeersinformatie weergeven Versneld achteruit
Cd
MP3/WMA Versneld vooruit
Cd
MP3/WMA Volume
Geluidssignaal
Navigatieaanwijzingen
Snelheidsafhankelijk
Subwoofer
Toestel
TP-melding
. . . . . . . . . . . . . . . . . . .59
. . . . . . . . . . . . . .51
. . . . . . . . . . .53
. . . . . . . .53
. . . . . . . . . . . . . . . .52
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .52
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .53
. . . . . . . . . . . . . . .52
. . . . . . . . . . . . . . . . . . .54
. . . . .31
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .57
. . . . . . . . . . . . . . . .64
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .57
. . . . . . . . . . . . . . . .64
. . . . . . . . . . . . . .73
. . . 14, 72
. . . . . . . . .70
. . . . . . . . . . . . . . . . .11
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . .10
. . . . . . . . . . . . . . . .54
Vorig
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .57
Cd MP3/WMA
. . . . . . . . . . . . . . . .63
W
Willekeurig afspelen
Cd
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .58
MP3/WMA Wintertijd WMA
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .60
. . . . . . . . . . . . . . . .64
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .40
Z
Zender
Oproepen
Opslaan Zendergeheugen
AM
FM Zenderzoekfunctie
FM
MW, LW, SW Zomertijd
. . . . . . . . . . . . . . . . . .48
. . . . . . . . . . . . . . . . . . .48
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .48
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .48
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .46
. . . . . . . . . . . . . .46
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .40
82
Page 83

Technische gegevens

Golfbereiken: FM 87,5 MHz - 108 MHz MW 531 kHz - 1620 kHz LW 153 kHz - 282 kHz SW 5800 kHz - 6250 kHz
Frequentiebereik: 20 Hz - 20 kHz bij cd-weergave 30 Hz - 15 kHz bij FM 50 Hz - 2,5 kHz bij MW, LW, SW
Uitgangsvermogen: 4 x 18 W
Diameter leiding: min. 0,75 mm²
Impedantie luidspreker: min. 4
Line out: 4 x analoog Line Out (Ua max 3Veff bij 10 kΩ)
GAL: Om de snelheidsafhankelijke volume­regeling te kunnen gebruiken, moet van de elektrische snelheidsmeter van de wagen een rechthoekspanning met een massaspanning van +4 V - +12 V heersen. De stijging van het volume vindt plaats in 7 fases van 2,5 dB.
Technische gegevens
Antenne:
Impedantie 50
LF - telefooningang: Maximale ingangsspanning 8 V (bij storingen moet een normaal in de han­del verkrijgbare 1: 1-signaaltrafo in de signaalleiding worden geplaatst).
AUX-ingang: 16 Kingangsweerstand, max. in­gangsspanning 1,7 Veff
Mute telefoon: Laagste actieve geluidsniveau< 2 V
Bedrijfsspanning: 12 V
Cd-aansluiting: Hier kunnen de Becker cd-wisselaars Silverstone 2630, Silverstone 2660 en Silverstone 7860 worden aangesloten.
Afspeelbare cd’s: Er kunnen alleen cd’s worden gebruikt die aan de norm DIN EN 60908 vol­doen. Het gebruik van 8 cm cd’s met een adapter wordt afgeraden
83
Page 84
$$1+$1*6(/
Geachte radiogebruiker, Deze radio mag volgens de geldende EG-richtlijnen door iedereen worden gebruikt.
Dit toestel voldoet aan de op dit moment geldende Europese en geharmoniseerde nationale richtlij­nen. Het kenmerk biedt u de garantie, dat aan de voor het apparaat geldende specificaties m.b.t. elek­tromagnetische compatibiliteit is voldaan. Dat betekent, dat storingen bij andere elektrische/ elektronische apparaten door uw radio, alsmede storende invloeden op uw radio door andere elektri­sche/elektronische apparaten zoveel mogelijk worden voorkomen.
De door het Kraftfahrt Bundesamt (KBA) verleende EG - typegoedkeuring (e1) conform de Europese voertuig - EMV - richtlijn 95/54/EG staat inbouw en gebruik in voertuigen (categorie M, N en O) toe.
De apparaatspecifieke EMV - eisen in het kader van de volgende Europese normen zijn van toepassing:
- EN 55013
- EN 55020
84
Page 85

Montagehandleiding

Montagehandleiding

Vóór het inbouwen

Lees deze inbouwhandleiding vóór het inbouwen zorgvuldig door. Neem met name de desbetreffende veiligheids- en installatievoorschriften in acht.

Symbolen die in deze inbouwhandleiding worden gebruikt

G geven aanwijzingen weer die belangrijk zijn voor uw veiligheid en de veiligheid van andere personen.
geeft tips die voor het inbouwen en de werking van het toestel belangrijk zijn.
85
Page 86
Montageaanwijzing

Veiligheidsvoorschriften

G Ondeskundige montage
Ondeskundige montage kan schade aan het toestel of aan de wagen tot gevolg hebben! Voor het inbouwen van het apparaat en de componenten ervan zijn speciale kennis en vaardigheden vereist. Het wordt dringend aanbevolen het inbouwen door een gespecialiseerde werkplaats te laten uitvoeren.
G Kans op letsel
Door de componenten op niet daarvoor geschikte plekken in te bouwen ontstaat er kans op letsel bij een verkeer­songeval of worden veiligheidsvoorzieningen buiten werking gesteld. Neem de aanwijzingen van de autofabrikant in acht.
G Beschadiging van de airbag
Door de componenten niet op de juiste plek in te bouwen kan de airbag worden beschadigd of de werking ervan worden beïnvloed. Plaats de componenten buiten het werkingsgebied van de airbag.
G Kans op letsel door onvoldoende bevestiging
Bevestig de componenten zo dat deze bij een botsing of een plotselinge remmanoeuvre niet los kunnen raken.
86
Page 87

Installatievoorschriften

Schade door ompolen of kortsluiting Onjuist aangesloten kabels of kortsluiting kunnen ernstige schade aan het apparaat veroorzaken. Tijdens de montage moet de accu van uw auto losgekoppeld zijn.
Leg om kortsluiting en storingen te voorkomen de leidingen zodanig, dat deze niet kunnen worden ingeklemd, verbogen, geschuurd of afgescheurd.
Parkeer uw auto voor de montage gelijkvloers en op een veilige plaats en verwijder de contactsleutel.
Let om storingen te voorkomen bij toepassing van Y-verbindingen/kabelbinders vooral op de diameters van de kabels.
Voorzie afgeknipte kabels van afdoende isolatie om kortsluiting en eventueel brandgevaar als gevolg daarvan te voorkomen.
Montagehandleiding
87
Page 88
Montageaanwijzing

Aansluitschema van het navigatiesysteem

Radio-antenne
Signaal van kilometerteller / kilometertellerkabel
GPS-antenne
Indianapolis
Achteruitrijsignaal
Voeding
Aanwijzing: De aansluitingen zijn gedetailleerd op pagina 109 beschreven.
Soundsystem / luidsprekers
88
Page 89

Inbouwen van GPS-antenne

G Kans op letsel
Personen met pacemakers mogen de magneetantenne niet te dicht aan zich brengen of aan hun lichaam dragen, om­dat dit kan leiden tot storingen van de pacemaker. Houd de magneetantenne uit de buurt van gegevensdragers (diskettes, betaalpasjes, magneetkaarten, etc.), elektro­nische en fijnmechanische apparaten, om te voorkomen dat gegevens worden gewist. Gebruik de antenne niet in gebieden waar explosiegevaar heerst. De antenne moet zodanig worden bevestigd, dat deze bij een botsing of een plotselinge remmanoeuvre niet los kan raken.
Mogelijke inbouwplaatsen
Buiten de wagen
a. Breng de antenne niet op een bolvormig oppervlak aan. Plaats de antenne op een vooraf gereinigd staaloppervlak.
b. Antennekabel vervolgens in het interieur van de wagen doorvoeren.
G Kans op letsel
De maximale rijsnelheid bij een magnetische bevestiging van de antenne bedraagt 180 km/u. Bij een hogere snel­heid moet de antenne worden verwijderd of speciaal worden bevestigd. De antenne is niet geschikt voor autowasinstallaties.
Montagehandleiding
89
Page 90
Montageaanwijzing
In het interieur van de wagen
De antenne kan alleen onder een niet gemetalliseerde voorruit worden ingebouwd. De inbouwplaats moet zodanig worden gekozen, dat de antenne vrij zit en niet door de ruitenwissers worden bedekt. Zorg ervoor dat de ontvangst van de antenne niet door de motorkap, ruitsponning en het dak kan worden gestoord.
a. Bevestig de antenne met magneten op de basisplaat (1).
b. Verwijder de beschermfolie van de klitteband (2) aan de bovenkant en plak deze in het midden op de onderkant
van de basisplaat .
c. Verwijder de beschermfolie van de klitteband (2) aan de onderkant en plak de antenne met de basisplaat op de
console van de wagen onderaan de voorruit op de inbouwplaats.
90
Page 91
De GPS-ontvangst wordt door een ruit met ruitantenne, de voorruitverwarming of door een ruit met isolatiema­teriaal beïnvloed. Warmte-isolerende ruiten zijn o.a. met een laag titaan of zilveroxide opgedampt. Als de GPS­antenne in het interieur van de wagen is ingebouwd, kan de werking van het navigatiesysteem duidelijk verslech­teren.

Aansluiting van het achteruitrijlampje

De aansluitpunten voor het achteruitrijsignaal zijn per wagen verschillend. Informeer bij twijfel bij uw autofabrikant of bij een erkende werkplaats.
Bij een toegankelijke schakelaar op de transmissie of schakelstangen
Verbind een aparte kabel met de geschakelde voeding. Kabel met kamer A pin 2 verbinden.
Laag - geluidsniveau = massa, hoog - geluidsniveau 12 V - 16 V
Bij een niet toegankelijke schakelaar
controleert u welke kabel naar de achteruitrijlichten is gelegd. Ver­wijder hiertoe evt. de binnenste afdekking van de achteruitrijlichten. Koppel een aparte kabel aan de geschakelde kabel van de achter­uitrijlichten en verbind deze met kamer A, pin 2.
Montagehandleiding
A
Achteruitrij­signaal
91
Page 92
Montageaanwijzing

Snelheidssignaal (GAL) van snelheidsmeter/tellerkabel aansluiten

G Kans op letsel
Onjuist aangesloten leidingen kunnen de werking van onderdelen van de wagen of veiligheidsvoorzieningen beïn­vloeden of teniet doen. Informeer bij twijfel bij uw autofabrikant of bij een erkende werkplaats.
Elektronische snelheidsmeter
Signaalkabel van de kilometerteller verwijderen, verlengen en met kamer A pin 1 verbinden.
De kabel van het GAL-signaal ligt naargelang de uitvoering van de wagen in de ISO-stekker van de autoradio. De bezetting van de DIN / ISO-stekkers kan afhankelijk van het type wagen ver­schillen.
Minimale vereisten voor het signaal:
0 Hz - 4 kHz / blokgolf (geen inductieve gever) Low - niveau < 1,5 V, High - niveau 5 V - 16 V
Als u niet precies weet waar de inbouwplaats/ligging van de snelheidssensor is, kunt u dit bij de fabrikant navragen.
92
GAL-signaal
A
Page 93
Montagehandleiding
Mechanische kilometerteller met ingebouwde snelheidssensor in kilometertellerkabel
Signaalkabel van de kilometerteller verwijderen, verlengen en met kamer A, pin 1 verbinden.
Minimale vereisten voor het signaal:
0 Hz - 4 kHz / blokgolf (geen inductieve gever) Low - niveau < 1,5 V, High - niveau 5 V - 16 V
A
Als u niet precies weet waar de inbouwplaats/ligging van de snelheidssensor is, kunt u dit bij de fabrikant navragen.
Mechanische kilometerteller zonder snelheidssensor in de kilometertellerkabel
Er moet een snelheidssensor in de kilometertellerkabel worden inge­bouwd die een snelheidsafhankelijk digitaal signaal geeft.
Hiertoe kan de VDO-adapter 2152.30300000 of een specifieke adapter voor auto’s die aan de minimale eisen voldoet, worden gebruikt. De VDO-snelheidssensor is geschikt voor een directe montage op de trans­missie (verdere inbouwonderdelen zijn niet nodig) of in de kilometer­tellerkabel (in combinatie met verdere universele inbouwonderdelen).
door het losmaken van de verzegelde kilometertellerkabel, ver­valt de aanspraak op een correcte kilometerstand. Een ondes­kundige montage leidt tot storingen van het navigatiesysteem of de kilometerteller.
GAL-signaal
93
Page 94
Montageaanwijzing
Monteren van de snelheidssensor direct op de transmissie
Maak de kilometertellerkabel op de transmissie los en schroef de snelheidssensor op de transmissie vast. Schroef de gedemonteerde kilometertellerkabel op de snelheidssensor vast en sluit de kabel aan.
Kabelaansluitingen van de snelheidssensor
Bruin - massa (klem 31) Zwart - stroomvoorziening (klem 15), 9 - 16 V, 30 mA Blauw/rood - signaal voor kamer A pin 1
GAL-signaal
Inbouwen van de snelheidssensor in de kilometertellerkabel
Neem in dat geval contact op met uw dealer resp. een VDO-vestiging.
94
A
Page 95

Inbouw/uitbouw van het apparaat

Inbouw: In deze autoradio is een universele houder voor DIN-inbouw­schachten geïntegreerd. Een inbouwframe is niet noodzakelijk. Het apparaat moet in de inbouwschacht worden geschoven en met de bijgeleverde montagehulpstukken worden bevestigd. Voor de inbouw moet het apparaat elektrisch worden aangesloten. Schuif het apparaat in de inbouwschacht. Schuif vervolgens de montagehulpstukken tot aan de eerste klik in de openingen op de voorkant van het apparaat (afb. A). Vergrendel de radio door de montagehulpstukken naar buiten te trekken, zoals wordt weerge­geven in afb. B. Verwijder vervolgens de montagehulpstukken.
Montagehandleiding
A
B
De inbouwhoek van het toestel mag maximaal 0° - 35° (verti­caal) bedragen.
Uitbouw: Voor de uitbouw moet het apparaat eerst ontgrendeld worden. Daartoe de montagehulpstukken tot aan de tweede klik inschuiven, zoals in afbeelding A is weergegeven. Daarna het apparaat met be­hulp van de montagehulpstukken eruit trekken. (afb. C). Vervol­gens de montagehulpstukken verwijderen door de veren rechts en links van het apparaat in te drukken. Als de radio al eens in een andere auto was ingebouwd, moeten eventueel voor de inbouw de veren van de radio opnieuw worden afgesteld. Voor het verstellen van de veren de schuif, zoals in afb. D wordt weergegeven, inschuiven en vervolgens, zoals in afb. E wordt weergegeven, afstellen (schuif iets in richting 1 drukken en de schuif tegelijkertijd in richting 2 bewegen).
D
C
2
E
1
95
Page 96
Montageaanwijzing

Ingebruikname van de GPS en sensoren

Voor de inbedrijfstelling van de GPS en de sensortest zet u de wa­gen op contact. Toestel inschakelen Voer de code in (zie voor ge­detailleerde beschrijving in de gebruikshandleiding).
Multifunctionele knop en multifunctionele knop tege­lijk indrukken.
Het menu voor de inbedrijfstelling van de GPS en de sensortest wordt opgeroepen.
Voor de controle van de werking van het snelheidssignaal ver­plaatst u de wagen een aantal meters voorwaarts of achterwaarts.
Het getal onder Speed moet (ook bij lage snelheid) oplopen. Het getal onder Speed mag bij stationair draaiende motor of als u bij stilstaande wagen het gaspedaal intrapt, niet veranderen.
Voor het controleren van de werking van het achteruitsignaal scha­kelt u de achteruitversnelling in.
De pijlen onder Direction moeten bij het inschakelen van de achteruitversnelling van richting veranderen.
96
Page 97
Voor de inbedrijfstelling van de GPS moet de wagen buiten met vrije zicht in alle richtingen (niet vlakbij gebouwen) worden gepar­keerd. In het rechtergedeelte van het display worden gegevens van het GPS-ontvangst weergegeven. Er zijn vier verschillende meldingen mogelijk:
- GPS OK: GPS-ontvangst is reeds aanwezig.
- GPS WAIT: Er wordt gewacht op GPS-ontvangst. Er moet wor­den gewacht tot GPS OK wordt weergegeven.
Montagehandleiding
- GPS ANTENNA ERROR gesloten.
- GPS MODUL ERROR: Neem contact op met de Hotline als deze melding wordt weergegeven.
Wacht totdat GPS OK, F: 2 (of F: 3) en ALM: 22 (of een hogere waarde) worden weergegeven. Deze procedure (eerste ontvangst van de noodzakelijke GPS-gegevens) kan een aantal minuten duren. Het toestel dient voor deze procedure gedurende de gehele periode ingeschakeld te zijn. De wagen mag niet worden bewo­gen. Zijn de waarden na 5 minuten nog niet verandert, moet de parkeerpositie (zoveel mogelijk vrije zicht in alle richtingen) of de inbouwplaats van de GPS-antenne worden gecontroleerd.
Het menu voor de inbedrijfstelling van de GPS en de sensortest kunt u verlaten door gelijktijdig indrukken van de multifunctionele knop en multifunctionele knop .
R: De GPS-antenne is niet correct aan-
97
Page 98
Montageaanwijzing

Installatie van de navigatiesoftware

Druk op de knop .
Plaats de navigatie-cd in het toestel - de software van het naviga­tiesysteem wordt geïnstalleerd.
Na de installatie van de navigatiesoftware wordt het display hier­naast weergegeven. Vervolgens wordt u verzocht de taal te selec­teren.
Selecteer de taal met de rechter draaiknop . Door de knop in te drukken, wordt de taalkeuze overgenomen.
Bij een aantal talen kunt u kiezen uit mannelijke en vrouwelijke stemmen.
Selecteer de stem met de rechter draaiknop
. Door de knop in te drukken, wordt de stem overgenomen en
geïnstalleerd.
Tijdens de installatie wordt het display hiernaast weergegeven. Druk ter bevestiging op de rechter draaiknop .
98
De taalkeuze kan naderhand zoals in de gebruiksaanwijzing wordt beschreven, worden veranderd.
Page 99

Kalibrering

Na de eerste inbedrijfstelling moet een kalibreringsrit worden uitge­voerd. Hierbij worden automatisch het snelheidssignaal (GAL) aan de specifieke gegevens van de wagen en de Gyro-sensor aan de inbouwpo­sitie van het toestel aangepast. Het te rijden traject is afhankelijk van het type auto en van de plaatse­lijke omstandigheden.
Het navigatiesysteem is pas bedrijfsklaar als de kalibreringsrit is beëindigd! Op het display verschijnt het basismenu van het navigatiesysteem. Pas na meerdere ritten wordt de definitieve nauwkeurigheid bereikt.
Na de installatie van de taal verschijnt het display hiernaast.
Door de positie van de wagen te veranderen en afhankelijk van de schaduweffecten kan het voorkomen dat de GPS-ontvangst slech­ter wordt. In dit geval wordt het display hiernaast weergegeven.
Voor de kalibreringsrit moet voldoende GPS-ontvangst worden gegarandeerd. Dit is minstens 2-D FIX. Met GPS FIX 3-D gaat de kalibratie sneller. Maar: een wat onnauwkeurig GPS-signaal (2-D FIX) leidt niet tot een slechtere kalibratie, u moet alleen een langere kalibreringsrit maken.
Montagehandleiding
Als het display ook na een langere periode niet de tekst KALIBRERINGSRIT KAN BEGINNEN! weergeeft, moet u de GPS­ontvangst (zoals onder Servicemodus in het gedeelte Controle van de
99
Page 100
Montageaanwijzing
werking van de GPS-antenne (GPS-INFO)102) controleren. Zodra het display met de tekst KALIBRERINGSRIT KAN BEGIN­NEN! verschijnt, kan de kalibreringsrit worden gestart.
Een kalibreringsrit kan tevens in een niet gedigitaliseerd gebied worden uitgevoerd. De navigatie-cd hoeft na de installatie van de navigatiesoftware niet te worden geplaatst. Als de navigatie­cd niet is geplaatst, wordt geen standplaats weergegeven.
Het principe van een kalibreringsrit is: 200 - 300 meter rechtdoor
rijden, vervolgens een bocht van minstens 60 graden maken en weer 200 - 300 meter rechtdoor rijden en opnieuw een bocht maken.
Het is niet van belang in welke richting u een bocht maakt. Als deze voorwaarden door de verkeerssituatie op straat niet kan worden uitgevoerd of als u niet altijd een optimale GPS-ont­vangst krijgt, leidt dit niet tot een slechtere kalibrering, u moet alleen een langere kalibreringsrit maken. Wordt het toestel tijdens de kalibreringsrit uitgeschakeld, wordt u, nadat u het opnieuw hebt ingeschakeld, gevraagd de taal te installeren. Een nieuwe installatie kan worden genegeerd door op de knop .
De kalibrering is succesvol beëindigd als het basismenu van het navigatiesysteem wordt weergegeven.
Voor een correcte navigatie bij trajecten met tijdafhankelijke rou­tering moet zoals in de gebruiksaanwijzing onder 'Systeeminstel­ling' wordt beschreven de tijd correct worden ingesteld.
100
Loading...