Wat is navigatie? 12
Navigatie-cd’s 12
Algemene aanwijzingen 14
Navigatie kiezen 15
Basismenu van het
navigatiesysteem 15
Bestemming 16
Land selecteren 16
Plaats van bestemming invoeren 17
Plaats van bestemming via
postcode selecteren 18
Straat van de bestemming invoeren 19
Centrum van de plaats van
bestemming invoeren 20
Bestemmingsinvoer via coördinaten 21
Routemenu 22
Huisnummer van de straat van
bestemming invoeren 22
Kruising in de straat van
bestemming selecteren 23
Route-opties instellen 23
Klok instellen 40
Huidige positie opslaan 40
Spel selecteren 41
Taal instellen 41
Animaties 42
Melding over vermoedelijke
aankomsttijd aan- of uitzetten 42
Selectie van de maateenheid 42
Berekening van de vermoedelijke
aankomsttijd beïnvloeden 43
Weergave van maximumsnelheden
in-/uitschakelen 43
Weergave van de tijd instellen 44
2
Inhoud
Radio 45
Radioweergave inschakelen 45
Modus radiomenu inschakelen 45
FM-band instellen 45
AM-band instellen 45
Instelmogelijkheden voor de
selectie van zenders 45
Dynamische Autostore (FM-DAS) 46
Zenderzoekfunctie FM - DAS 46
Zenderzoekfunctie MW, LW, SW 46
Scan-zoekfunctie 47
Zenders filteren bij FM-DAS 47
Programmatype selecteren
(PTY) 47
Vóór het inbouwen 85
Symbolen die in deze inbouwhandleiding worden gebruikt 85
Veiligheidsvoorschriften 86
Installatievoorschriften 87
Aansluitschema van het
navigatiesysteem 88
Inbouwen van GPS-antenne 89
Aansluiting van het
achteruitrijlampje 91
Snelheidssignaal (GAL) van
snelheidsmeter/tellerkabel
aansluiten 92
Inbouw/uitbouw van het
apparaat 95
Ingebruikname van de GPS en
sensoren 96
Installatie van de
navigatiesoftware 98
Kalibrering 99
Servicemodus 101
Aansluitingen 109
4
Veiligheidsvoorschriften
G
Het toestel mag alleen worden bediend als de verkeerssituatie dit toelaat en u er geheel zeker van bent dat u zelf, uw medepassagiers of andere verkeersdeelnemers geen gevaar lopen, worden gehinderd of worden gestoord.
In elk geval zijn de voorschriften van de Wegenverkeerswet van toepassing. De plaats van bestemming mag alleen worden
ingevoerd als de wagen stilstaat.
Het navigatiesysteem is maar een hulpmiddel, in sommige gevallen kunnen de gegevens onjuist zijn. De bestuurder moet
in elke situatie zelf besluiten of hij de gegevens betrouwbaar vindt. Wij zijn in geen geval aansprakelijk voor onjuiste gegevens in het navigatiesysteem.
Gezien het feit dat verkeerssituaties aan veranderingen onderhevig zijn of gegevens veranderen kan het voorkomen dat
de gegeven aanwijzingen niet geheel of niet correct zijn. Derhalve moet altijd rekening worden gehouden met de verkeersborden en de verkeerssituatie ter plaatse. Het navigatiesysteem is met name niet bedoeld als hulpmiddel ter oriëntatie bij
slecht zicht.
Het apparaat mag alleen voor de doeleinden waarvoor het is bedoeld worden gebruikt. Het volume van de autoradio/navigatiesysteem moet zo worden ingesteld dat de bestuurder nog geluiden van buiten kan waarnemen.
Bij storingen (bijv. rookontwikkeling of stank) moet het apparaat meteen worden uitgeschakeld.
Om veiligheidsredenen mag het toestel alleen door een vakman worden geopend. Voor reparaties wordt u verzocht met
uw dealer contact op te nemen.
5
Richtlijnen m.b.t. de verkeersveiligheid
Deze autoradio is bedoeld en goedgekeurd voor inbouw en gebruik in personenauto’s, bedrijfauto’s en bussen (voertuigklasse M, N en O) met een boordnetspanning van 12 V.
Wij raden u aan om het apparaat uitsluitend door deskundig personeel te laten inbouwen resp. onderhouden. Bij een verkeerde montage resp. slecht onderhoud kunnen storingen in de voertuigsystemen optreden. Volg de veiligheidsrichtlijnen
van de autofabrikant op.
Werkzaamheden aan de voertuigelektronica (bijv. aansluiting snelheidssignaal) mogen uitsluitend worden uitgevoerd door
een erkend servicestation. De fabrikant kan niet aansprakelijk worden gesteld voor schade aan de voertuigelektronica.
Dit apparaat mag uitsluitend op de door de autofabrikant daarvoor bestemde plaats worden ingebouwd.
Kies de apparaatbevestiging zodanig, dat het apparaat bij een eventuele botsing correct blijft zitten.
De stroomvoorziening dient correct te worden afgezekerd.
Wanneer mobiele telefoons zonder buitenantenne in de buurt van de radio worden gebruikt, kan dat storingen veroorzaken.
Zorg dat u vertrouwd bent met het apparaat en de bediening daarvan alvorens te gaan rijden. Bedien het apparaat tijdens
het rijden alleen wanneer de verkeerssituatie dat toelaat. Het weergavevolume van de autoradio dient zodanig te worden
ingesteld, dat geluiden van buitenaf (bijv. sirene van de politie) nog goed waargenomen kunnen worden.
7 Omschakelen naar radioweergave ()
8 Omschakeling navigatie ()
9 Uitwerpknop voor cd ()
10 Rechter draaiknop (OK)
11 Multifunctionele knoppen
12 Display
7
Beveiliging tegen diefstal
Beveiliging tegen diefstal
Codenummer invoeren
Als de autoradio van de stroomvoorziening wordt losgekoppeld, is de radio bij
een volgende aansluiting beveiligd tegen diefstal. Als u de radio inschakelt
met behulp van de knop wordt de
melding Enter Code Number weergegeven.
X Knop via de multifunctionele knoppen
- de 5-cijferige code in.
Voorbeeld:
Codenummer 15372 (het codenummer
staat op de bijgevoegde CODE CARD).
Zodra het 5e cijfer is ingevoerd en alle
andere cijfers ook correct zijn, gaat het
apparaat automatisch aan.
Aanwijzing:
De CODE CARD moet buiten de wagen op een veilige plaats worden bewaard. De kaart kan zodoende niet
onrechtmatig gebruikt worden. De bijgeleverde ruitenstickers moet u op de
binnenkant van uw ruiten plakken.
Als u een verkeerd codenummer hebt ingevoerd, wordt de melding Enter Code
Number weergegeven. Als u de code
drie keer verkeerd hebt ingevoerd, wordt
Wait weergegeven. Het apparaat kan gedurende ca. 60 minuten niet gebruikt
worden.
Als u vervolgens de code nogmaals drie
keer verkeerd invoert, kan de radio wederom gedurende 60 minuten niet gebruikt worden.
N.B.:
De wachttijd geldt alleen als de radio is
ingeschakeld en de wagen op contact
staat.
8
Beveiliging tegen diefstal
A
Frontje verwijderen
U kunt het frontje (A) verwijderen. Dit is
een effectieve beveiliging tegen diefstal.
X Houd hiervoor knop kort inge-
drukt (gegevensdrager blijft in het
apparaat).
Het display klapt naar voren.
X Trek het frontje los.
Na het wegklappen van het display
wordt de toon op maximaal volume begrensd. Na 20 seconden hoort u een
pieptoon als teken dat het bedieningsgedeelte is weggeklapt. Daarna wordt het
apparaat uitgeschakeld.
Gevaar
GG
voor ongevallen
Uit veiligheidsoogpunt mag het frontje
tijdens het rijden niet geopend blijven.
N.B.:
Plaats het frontje na het verwijderen in
de bijgeleverde beschermhoes.
Raak de metalen contactpunten op het
frontje of op de radio niet aan.
Frontje plaatsen
X Steek het frontje in de vergrendeling
linksonder en daarna in de vergrendeling rechtsonder. Klap vervolgens het
frontje naar boven totdat het in de bovenste vergrendelingen vastklikt.
Het frontje kan ook vlak worden geplaatst en worden vastgedrukt.
Om er zeker van te zijn dat het juist
functioneert, moet u erop letten dat het
frontje volledig is vastgeklikt in de vier
vergrendelpunten.
9
Algemene bediening
Algemene bediening
In-/uitschakelen
X Druk op de knop .
Het is tevens mogelijk om het toestel in
en uit te schakelen door de wagen op
contact resp. van contact af te zetten.
Als u de radio via het contactslot inschakelt, moet deze vooraf ook daarmee zijn
uitgeschakeld.
Als u de wagen van contact af zet, kunt
u voorkomen dat de radio wordt uitgeschakeld door binnen 3 seconden op
knop te drukken.
Aanwijzing:
U kunt het toestel ook via knop inschakelen zonder de wagen eerst op
contact te zetten. Het toestel schakelt
dan echter na 1 uur automatisch weer
uit.
Volume instellen
Draai aan de linker draaiknop. Het
volume wordt hoger of lager.
Klankmenu activeren
Druk op de knop . Het klankmenu
wordt geactiveerd. U kunt de volgende
functies oproepen: Bas (lage tonen), Trb
(hoge tonen), Fad (fader), Bal (balans),
Flt (lineaire instelling), Sub (subwoofer)
en Ldn (loudness).
De instellingen van de bas, de hoge tonen, de fader, de balans en de loudness
worden afzonderlijk voor de golfbereiken FM, AM (MW, LW en SW) voor de
verkeersinformatie, de navigatie-aanwijzingen, de telefoon, de cd-, mp3- en
cdc/aux-weergave opgeslagen.
Laagweergave (bass) instellen
X Druk op knop en vervolgens op
de multifunctionele knop .
X Stel met de rechter draaiknop de
laagweergave in.
Hoogweergave (treble) instellen
X Druk op knop en vervolgens op
de multifunctionele knop .
X Stel met de rechter draaiknop de
hoogweergave in.
10
Algemene bediening
Fader (faderregeling)
X Druk op knop en vervolgens op
de multifunctionele knop .
X Stel vervolgens met de rechter
draaiknop de gewenste waarde
voor de fader in.
Balans instellen
X Druk op knop en vervolgens op
de multifunctionele knop .
X Stel met de rechter draaiknop de
gewenste balans in.
Lineaire instelling
De klankbalans voor de op dat moment
geselecteerde signaalbron (bijv. FM)
kan op een gemiddelde waarde worden
afgesteld.
X Druk kort op de knop . Druk
kort op de multifunctionele knop
- op het display verschijnt Tone
reset.
X Druk nogmaals op de multifunctionele
knop .
Subwoofer- resp. centerspeakervolume instellen
X Druk op knop en vervolgens op
de multifunctionele knop .
Loudness in-/uitschakelen
X Druk op knop en vervolgens op
de multifunctionele knop .
X Kies met de multifunctionele knop
tussen Loudness aan (ON) resp.
Loudness uit (OFF).
Aanwijzing:
In de golfbereiken MW, LW, SW is
loudness uitgeschakeld.
X Stel vervolgens met de rechter
draaiknop het gewenste volume
voor de subwoofer in.
11
Navigatie
Gebruiksmodus Navigatie
Wat is navigatie?
Onder navigatie (lat. navigare = op zee
varen) verstaat men in het algemeen de
plaatsbepaling van een voertuig, de bepaling van de richting en de afstand tot
de bestemming en het uitzetten van de
route ernaar toe. Als hulpmiddelen bij
het navigeren worden o.a. sterren, markante punten, kompas en satellieten gebruikt.
Bij de Becker Indianpolis vindt het bepalen van de positie plaats via de GPSontvanger (GPS = Global PositioningSystem). De richting en de afstand tot de
bestemming worden o.a. met behulp van
een digitale wegenkaart, een navigatiecomputer en sensoren bepaald. Voor het
berekenen en het volgen van de route
worden ook het signaal van de kilometerteller en de achteruitversnelling gebruikt.
Om veiligheidsredenen vindt de navigatie voornamelijk door verbale aanwij-zingen plaats, ondersteund door
richtingspijlen op het display.
Veiligheidsvoorschriften
G
• De geldende verkeersregels zijn te allen tijde bepalend. Het navigatiesysteem is maar een hulpmiddel, in
sommige gevallen kunnen de gegevens onjuist zijn. De bestuurder moet
in elke situatie zelf besluiten of hij de
gegevens betrouwbaar vindt.
Wij zijn in geen geval aansprakelijk
voor onjuiste gegevens in het navigatiesysteem.
• Verkeersborden en plaatselijke verkeersvoorschriften hebben altijd prioriteit.
• De verkeersgeleiding geldt alleen
voor personenauto’s. Er is geen rekening gehouden met specifieke aanbevelingen over de route en
voorschriften voor andere voertuigen
(bijv. bedrijfswagens).
• De plaats van bestemming mag alleen
worden ingevoerd als de wagen stilstaat.
Navigatie-cd’s
Bij het navigatietoestel worden twee navigatie-cd’s geleverd.
Op deze cd’s bevindt zich een gedigitaliseerde wegenkaar. U krijgt een cd voor
Noord-Europa (cd 1) en een cd voor
Zuid-Europa (cd 2).
Beide cd’s bevatten alle grote verkeerswegen en alle centra van de steden in het
gedigitaliseerde gebied in Noord- en
Zuid-Europa.
De cd voor Noord-Europa bevat bovendien alle gedigitaliseerde wegen van de
noordelijke landen. De cd voor Zuid-Europa bevat bovendien alle gedigitaliseerde wegen van de zuidelijke landen.
Op de gedetailleerde wegenkaart van de
Noord- resp. Zuid-Europa-cd staan de
snelwegen, rijkswegen, provinciale wegen en hoofdwegen. Grote steden en gemeenten zijn volledig ingevoerd. Bij
kleine steden en gemeentes staan de regionale en plaatselijke wegen of doorgaande wegen alsmede het centrum van
de bebouwde kom vermeld.
12
Gebruiksmodus Navigatie
Er is zoveel mogelijk rekening gehouden met eenrichtingswegen, voetgangersgebieden, plaatsen waar een verbod
geldt om af te slaan en andere verkeersregelingen.
Vanwege het feit dat het wegennet en de
bijbehorende verkeersbepalingen doorlopend worden gewijzigd, kan het voorkomen dat de gegevens op de navigatiecd en de plaatselijke situatie niet geheel
overeenkomen.
Aanwijzing:
Voor de landen Noorwegen, Zweden,
Finland en Denemarken is het niveau
van digitaliseren hoog doordat er nietgeverifieerde gegevens worden gebruikt. Bij deze gegevens is het niet mogelijk te navigeren op basis van
informatie als snelweg, provinciale
weg, woonerf, eenrichtingsverkeer of
andere verkeersregelingen, omdat deze
informatie niet is geregistreerd.
Weliswaar kunt u naar alle wegen navigeren, maar optimale navigatie is hierbij niet gegarandeerd.
Navigatie met twee cd’s voor EuropaAls u met behulp van het navigatiesy-
steem van een plaats op de cd voor Zuid-
A
B
C
D
A Gebied van de cd voor Noord-Euro-
pa met alle gedigitaliseerde wegen.
B Als voorbeeld een stad of adres in
Duitsland (op de cd voor NoordEuropa).
C Gebied van de cd voor Zuid-Europa
met alle gedigitaliseerde wegen.
D Als voorbeeld een stad of adres in
Frankrijk (op de cd voor Zuid-Europa).
Europa (D) naar een plaats op de cd voor
Noord-Europa (B) wilt, voert u het bestemmingsadres op de gebruikelijke manier in. Na het intoetsen van de plaats
verschijnt op het display de melding
NAV-CD 1 INVOEREN waarin u wordt
verzocht Navigatie-cd 1 te plaatsen. Na
het plaatsen van de juiste cd voert u de
straat en eventueel het huisnummer of
het centrum in.
Nadat de routeberekening is gestart,
worden de benodigde kaartgegevens geladen en in het interne geheugen opgeslagen.
13
Navigatie
Algemene aanwijzingen
• Tijdens het gebruik van het navigatiesysteem kan de radio of cd-speler worden beluisterd.
Rechts op het display worden de afstand tot de volgende melding en naargelang de instelling onder 'Weergave
van de tijd instellen' op pagina 44 tevens de vermoedelijke aankomsttijd,
de actuele tijd of de resterende rijtijd
getoond.
• Tijdens de actieve begeleiding naar de
bestemming kan de radio worden ingeschakeld door op de knop te
drukken. Als u op knop drukt,
schakelt de radio over op de cd/mp3speler.
Bij aanwijzingen van het navigatiesysteem verschijnt vervolgens automatisch het navigatiemenu.
• Bij het invoeren van de bestemming
worden alleen de letters, cijfers en tekens weergegeven die hiervoor nodig
zijn.
De invoer wordt automatisch aangevuld.
Een spatie (bijv. in Bad Abbach) moet
met een onderliggend verbindings-
streepje worden ingevoerd.
Letters, cijfers en tekens kunnen via
de multifunctionele knoppen
t/m worden geselecteerd. Alle
tekens die boven de multifunctionele
knoppen staan, kunnen worden gekozen door één of meerdere keren op de
knop te drukken.
Verderop wordt beschreven hoe u tekens kunt kiezen met behulp van de
rechter draaiknop.
• Hiermee verlaat u het huidige
menu en opent u het vorige menu.
• Bij een afwijking van de route wordt
de route naar de bestemming opnieuw
door het systeem berekend.
• Druk voor het weergeven van de huidige aanwijzing van het navigatiesysteem op de linker draaiknop.
• Tijdens een navigatieaanwijzing kan
het volume met de linker
draaiknop en de klank door de
knop worden geregeld. (zie ook
pagina 10).
• Door even op de linker draaiknop
te drukken, wordt tijdens de navigatie
aanvullende informatie resp. bij inactieve navigatie wordt de actuele positie opgeroepen. Zie 'Informatie tijdens
de navigatie' op pagina 32.
• Een lopende navigatie-aanwijzing kan
worden onderbroken door de linker
draaiknop in te drukken.
• Wanneer u de linker draaiknop tijdens een navigatie-aanwijzing langer
dan 2 seconden indrukt, worden de
aanwijzingen gestopt en wordt de navigatie voortgezet op het display.
Als u kort op de linker draaiknop
drukt, worden de aanwijzingen van
het navigatiesysteem weer ingeschakeld.
• De schuifpijlen en geven een
keuzelijst aan, waarin met de rechter
draaiknop kan worden gebladerd.
Door de rechter draaiknop in te
drukken, kunt u de met hoofdletters
weergegeven ingang uit de lijst kiezen.
14
Gebruiksmodus Navigatie
Navigatie kiezen
X Druk op de knop .
Hierna verschijnt het basismenu van het
navigatiesysteem.
Aanwijzing:
Als het navigatiesysteem voor het eerst
wordt opgestart, moet de navigatie-cd
worden geladen.
Wanneer de kalibrering van het navigatiesysteem nog niet is voltooid, vraagt
het systeem om een kalibreringsrit. Zie
'Kalibrering' op pagina 99.
Om het navigatiesysteem in gebruik te
nemen, hebt u een navigatie-cd met de
gegevens van het bestemmingsland nodig.
Voor het starten van een routeberekening, plaatst u de navigatie-cd in het systeem. Tijdens de berekening knippert
op het display de melding
berekening afgerond is, verdwijnt de
melding
wijderen en vervolgens een audio-cd in
het systeem plaatsen.
Bij het invoeren van verre bestemmingen is het zinvol pas weg te rijden wanneer de melding
CD, u kunt de navigatie-cd ver-
CD is verdwenen.
CD. Als de
Basismenu van het navigatiesysteem
U maakt uw keuze
BESTEMMING,
BEST. GEHEUGEN,
BIJZONDERE BEST.,
VORIGE BEST.,
door te draaien aan de rechter draaiknop;
druk deze in om uw keuze te
bevestigen.
• BESTEMMING
Brengt u naar het invoermenu voor het
bestemmingsadres.
Zie 'Bestemming' op pagina 16.
• BEST. GEHEUGEN
Bevat bestemmingen die vooraf werden opgeslagen.
Zie ’Bestemmingsgeheugen’ op pagina 35.
• BIJZONDERE BEST.
Menu voor het selecteren van plaatselijke of landelijke bijzondere bestemmingen en van bijzondere bestemmingen in
de omgeving. Bijzondere bestemmingen
zijn bijv. tankstations, vliegvelden of
ziekenhuizen. Zie ’Bijzondere bestemmingen’ op pagina 35.
15
Navigatie
•VORIGE BEST.
Er wordt een lijst met de laatste 50 bereikte bestemmingen weergegeven.
Selecteer met de rechter draaiknop
de gewenste bestemming. Voor de bevestiging met de rechter draaiknop
kunt op de linker draaiknop
drukken om bestemmingsinformatie op te vragen. Een tussenstop wordt
niet als laatste bestemming opgeslagen.
Bestemming
X In het basismenu van het navigatiesy-
steem met de rechter draaiknop
BESTEMMING kiezen en bevestigen
door de knop in te drukken.
Land selecteren
X Wanneer uw bestemming in een ander
land als het weergegeven land ligt,
kiest u het land (in het voorbeeld
DUITSLAND) met de rechter draaiknop en bevestigt u dit door de
knop in te drukken.
X Selecteer het land met de rechter
draaiknop en bevestig uw keuze
door op de knop te drukken.
Aanwijzing:
Bij het selecteren van een verre bestemming is het raadzaam om halverwege
een tussenstop te kiezen (pagina 25).
16
Gebruiksmodus Navigatie
Plaats van bestemming invoeren
De plaats die het laatst werd ingevoerd,
wordt weergegeven.
Wanneer u een bestemming in de aangegeven plaats wilt invoeren, kunt u meteen STRAAT of CENTRUM kiezen.
X Als uw bestemming in een andere
plaats ligt, selecteert u deze bestemming met de rechter draaiknop.
Vervolgens bevestigt u dit door op de
knop te drukken.
X Kies achtereenvolgens de letters van
de plaatsnaam door aan de rechter
draaiknop te draaien. Bevestig uw
keuze door telkens op de knop te drukken. De gekozen letter wordt rechts
uitvergroot weergegeven.
Met de multifunctionele knop wist
u de letter die u als laatste hebt bevestigd.
Door de multifunctionele knop
langer dan 2 seconden ingedrukt te houden, wist u de complete invoer.
De reeds ingevoerde letters worden invers weergegeven. Als hulpmiddel
wordt de plaatsnaam getoond die het
meest lijkt op de reeds ingevoerde tekst.
Het systeem laat u alleen nog uit de mogelijke letters kiezen. Wanneer er geen
andere mogelijkheden meer zijn, vult
het systeem de plaatsnaam vanzelf aan.
X Om de ingevoerde naam over te ne-
men, houdt u de rechter draaiknop
langer dan 2 seconden ingedrukt of u
kiest het vinkje en u drukt de rechter draaiknop kort in.
Wanneer de complete plaatsnaam reeds
is ingevoerd of automatisch is aangevuld, dan wordt er doorgeschakeld naar
de lijst met plaatsen die erop lijken of
naar de invoer van de straat of het centrum.
Wanneer de ingevoerde plaats geen straten heeft of wanneer alleen het centrum
kan worden gekozen, wordt meteen naar
het routemenu doorgeschakeld.
Wanneer een onvolledige plaatsnaam is
bevestigd, wordt de plaatskeuzelijst getoond.
De plaatsnaam die het meest op de ingevoerde plaats lijkt, verschijnt in hoofdletters in de keuzelijst.
De schuifpijlen geven aan dat er nog
meer plaatsen op alfabetische volgorde
kunnen worden gekozen.
X Selecteer de naam door aan de rechter
draaiknop te draaien. Bevestig dit
door op de knop te drukken. (Zie ’Algemene aanwijzingen’ op pagina 14.)
17
Navigatie
Wanneer de ingevoerde plaats duidelijk
is, wordt naar de invoer van de straat of
het centrum doorgeschakeld. Wanneer
de ingevoerde plaats geen straten heeft
of wanneer alleen het centrum kan worden gekozen, wordt meteen naar het routemenu doorgeschakeld.
Wanneer de ingevoerde plaatsnaam niet
eenduidig is, dan verschijnt de lijst met
plaatsen die erop lijken.
X Selecteer de plaats met de rechter
draaiknop en bevestig deze door op
de knop te drukken.
Er wordt doorgeschakeld naar de invoer
van de plaats of het centrum.
Wanneer de ingevoerde plaats geen straten heeft of wanneer alleen het centrum
kan worden gekozen, wordt meteen naar
het routemenu doorgeschakeld.
Plaats van bestemming via
postcode selecteren
De plaats van bestemming kan ook via
de postcode van de plaats worden geselecteerd.
X Om de postcode van de plaats van be-
stemming POSTCODE te selecteren,
draait u de rechter draaiknop en bevestigt u uw keuze door hier op te
drukken.
X Voer met behulp van de rechter
draaiknop de postcode van de
plaats van bestemming in en bevestig
de invoer door langer dan 2 seconden
op de draaiknop te drukken. Ter bevestiging kan ook de kleine haak
worden gekozen, waarna u de rechter
draaiknop kort indrukt.
Vervolgens wordt de bij de postcode behorende plaats weergegeven of als meerdere plaatsen onder de postcode zijn
ingedeeld, wordt een lijst met deze
plaatsen weergegeven.
X Selecteer de gewenste plaats met de
rechter draaiknop en bevestig deze
door op de knop te drukken.
Zijn meer dan 9 plaatsen met dezelfde
postcode ingedeeld, dan wordt i.p.v. de
hierboven beschreven lijst een menu
voor het invoeren van de plaats weergegeven. De plaatsnaam moet u dan zoals
onder ’Plaats van bestemming invoeren’
op pagina 17 wordt beschreven zelf invullen.
Er wordt doorgeschakeld naar de invoer
van de straat of het centrum. Wanneer de
geselecteerde plaats geen straten heeft of
wanneer alleen het centrum kan worden
gekozen, wordt meteen naar het routemenu doorgeschakeld.
18
Gebruiksmodus Navigatie
Straat van de bestemming invoeren
X Selecteer met de rechter draaiknop
STRAAT en bevestig dit door op de
knop te drukken.
X Kies achtereenvolgens de letters van
de plaatsnaam door aan de rechter
draaiknop te draaien. Bevestig uw
keuze door telkens op de knop te drukken. De geselecteerde letter wordt
rechts uitvergroot weergegeven.
Met de multifunctionele knop wist
u de letter die u als laatste hebt bevestigd.
Door de multifunctionele knop
langer dan 2 seconden ingedrukt te houden, wist u de complete invoer.
De reeds ingevoerde letters worden invers weergegeven. Als hulpmiddel
wordt de straatnaam getoond die het
meest lijkt op de ingevoerde tekst. Het
systeem laat u alleen nog uit de mogelijke letters kiezen.
Wanneer er geen andere mogelijkheden
meer zijn, vult het systeem de straatnaam vanzelf aan.
X Om de ingevoerde naam over te ne-
men, houdt u de rechter draaiknop
langer dan 2 seconden ingedrukt of u
kiest het vinkje en u drukt de rechter draaiknop kort in.
Wanneer de complete straatnaam reeds
is ingevoerd of automatisch is aangevuld, dan wordt er doorgeschakeld naar
de straatkeuzelijst of naar het routemenu.
Wanneer een onvolledige straatnaam is
bevestigd, wordt de stratenlijst getoond.
De straatnaam die het meest op de ingevoerde straat lijkt, verschijnt in hoofdletters in de keuzelijst.
De schuifpijlen geven aan dat er nog
meer straten op alfabetische volgorde
kunnen worden gekozen.
X Selecteer de straat door de rechter
draaiknop verder te draaien en bevestig deze door op de knop te drukken.
Wanneer de keuze duidelijk is, wordt er
naar het routemenu doorgeschakeld.
Wordt de straat niet duidelijk herkend,
dan verschijnt de lijst met straten die
erop lijken.
X Selecteer de wijk met de rechter draai-
knop en bevestig deze door op de
knop te drukken.
Het routemenu wordt geopend.
19
Navigatie
Centrum van de plaats van
bestemming invoeren
X Selecteer met de rechter draaiknop
CENTRUM en bevestig dit door op de
knop te drukken.
Wanneer de eerder gekozen plaats
slechts één centrum heeft, wordt er meteen naar het routemenu doorgeschakeld.
Wanneer het aantal centra minder is dan
10, wordt de centrumlijst getoond.
X Selecteer het centrum door de rechter
draaiknop te draaien en bevestig
dit door op de knop te drukken.
Wanneer het aantal centra meer is dan 9,
wordt naar de invoer van het centrum
geschakeld.
X Kies achtereenvolgens de letters van
de plaatsnaam door aan de rechter
draaiknop te draaien. Bevestig uw
keuze door telkens op de knop te drukken. De geselecteerde letter wordt
rechts uitvergroot weergegeven.
Met de multifunctionele knop wist
u de letter die u als laatste hebt bevestigd.
Door de multifunctionele knop
langer dan 2 seconden ingedrukt te houden, wist u de complete invoer.
De reeds ingevoerde letters worden invers weergegeven. Als hulpmiddel
wordt het centrum getoond dat het meest
lijkt op de ingevoerde tekst. Het systeem
laat u alleen nog uit de mogelijke letters
kiezen. Wanneer er geen andere mogelijkheden meer zijn, vult het systeem de
naam van het centrum vanzelf aan.
X Om de ingevoerde naam over te ne-
men, houdt u de rechter draaiknop
langer dan 2 seconden ingedrukt of u
kiest het vinkje en u drukt de rechter draaiknop kort in.
Wanneer de complete naam van het centrum reeds is ingevoerd of automatisch
is aangevuld, dan wordt er doorgeschakeld naar het routemenu.
Wanneer de ingevoerde naam niet duidelijk is, wordt naar de centrumlijst geschakeld.
Het centrum dat het meest lijkt op het ingevoerde centrum, verschijnt in hoofdletters in de lijst.
De schuifpijl geeft aan, dat er meerdere
centra op alfabetische volgorde kunnen
worden geselecteerd.
X Selecteer het centrum door de rechter
draaiknop te draaien en bevestig
dit door op de knop te drukken.
20
Het routemenu wordt geopend.
Gebruiksmodus Navigatie
Aanwijzing:
Als u langer dan 2 seconden op de rechter draaiknop drukt, zonder van tevoren een letter te hebben geselecteerd,
verschijnt onmiddellijk de lijst met mogelijke centra.
Bestemmingsinvoer via coördinaten
Als de geografische coördinaten (breedte en lengte) van een bestemming bekend zijn, kunt u deze invoeren en de
navigatie naar dit punt starten.
X Selecteer met de rechter draaiknop
COÖRDINATEN en bevestig dit door
op de knop te drukken.
X Voer met de rechter draaiknop de
breedtegraad van de bestemming in.
Intoetsen in graden, minuten, seconden en windrichting, bijv.
11°38'34"N .
X U bevestigt de ingevoerde gegevens
door langer dan 2 seconden op de
rechter draaiknop te drukken.
of
X Kies het haakje en druk de rechter
draaiknop kort in.
X Voer met de rechter draaiknop de
lengtegraad van de bestemming in.
X U bevestigt de ingevoerde gegevens
door langer dan 2 seconden op de
rechter draaiknop te drukken.
of
X Kies het haakje en druk de rechter
draaiknop kort in.
Aanwijzing:
Als de ingevoerde coördinaten buiten
de digitale kaart liggen, verschijnt er
een melding met deze boodschap. Het
is niet mogelijk om naar een punt buiten
de digitale kaart te navigeren.
Het navigatiesysteem vraagt nu om de
invoer van een naam voor de ingetoetste
coördinaten.
X Knop een naam in zoals beschreven
onder 'Bestemming in het bestemmingsgeheugen opslaan' op
pagina 24.
Het routemenu wordt nu geopend.
Het navigeren kan nu worden gestart.
21
Navigatie
Routemenu
U maakt uw keuze
BEST. IN GEHEUGEN,
START-SNELLE R, (START-KOR-
TE R. resp. START-DYN.RTE.)
HUISNUMMER,
KRUISING en
ROUTEOPTIES
door te draaien aan de rechter draaiknop;
druk deze in om uw keuze te
bevestigen.
• BEST. IN GEHEUGEN
Brengt u naar het invoermenu voor het
BEST. GEHEUGEN (pagina 24).
• START-SNELLE R, START-KOR-
TE R. resp. START-DYN.RTE.
start de navigatie. Tegelijkertijd verschijnt informatie over de momenteel
ingestelde routekeuze (-KORTE R.
voor een korte route, -SNELLE Rvoor
een snelle route en -DYN.RTE. voor
een dynamische route).
• HUISNUMMER
Hier kan het huisnummer in de aangegeven straat worden ingevoerd.
Deze functie is alleen aanwezig, als
deze informatie op de navigatie-cd is
opgeslagen.
• KRUISING
Hier kan er een kruisende straat als het
punt van de bestemming worden gedefinieerd.
Deze functie is alleen aanwezig, als
deze informatie op de navigatie-cd is
opgeslagen.
• ROUTEOPTIES
Hier kunt u kiezen uit kenmerken als
een snelle route, een korte route, een
dynamische route, snelwegen, veerboten en tolwegen.
Huisnummer van de straat van
bestemming invoeren
X Selecteer in het routemenu met de
rechter draaiknop HUISNUMMER en bevestig dit door op de knop
te drukken.
X Voer met behulp van de rechter
draaiknop het huisnummer van de
straat van bestemming in en druk vervolgens langer dan 2 seconden op de
draaiknop om de invoer te bevestigen.
Ter bevestiging kan ook de kleine
haak worden gekozen, waarna u de
rechter draaiknop kort indrukt.
Het systeem brengt u slechts in de buurt
van het ingevoerde huisnummer.
Na de keuze START- begint de navigatie.
Als u BEST. IN GEHEUGEN selecteert,
gaat u naar het menu van het BEST. GEHEUGEN.
22
Gebruiksmodus Navigatie
Als u ROUTEOPTIES kiest, kunt de
route-opties kiezen.
X Selecteer dit door de rechter draaiknop
te draaien en bevestig uw keuze
door op de draaiknop te drukken.
Kruising in de straat van
bestemming selecteren
X Selecteer in het routemenu met de
rechter draaiknop KRUISING en
bevestig dit door op de knop te drukken.
X Selecteer de kruising in de straat van
bestemming door de rechter draaiknop
te draaien en bevestig dit door op
de knop te drukken.
Na de keuze START- begint de navigatie.
Als u BEST. IN GEHEUGEN selecteert,
gaat u naar het menu van het BEST. GEHEUGEN.
Als u ROUTEOPTIES kiest, kunt de
route-opties kiezen.
X Selecteer dit door de rechter draaiknop
te draaien en bevestig uw keuze
door op de draaiknop te drukken.
Route-opties instellen
X Selecteer in het routemenu met de
rechter draaiknop ROUTEOPTIES en bevestig dit door op de knop
te drukken.
• SNELLE ROUTE
Deze optie berekent een zo kort mogelijke reistijd.
• KORTE ROUTE
Deze optie berekent een zo kort mogelijke afstand.
Aanwijzing:
In grote steden of stedelijke gebieden
is het vaak raadzaam om de instelling
'KORTE ROUTE' te kiezen.
• DYNAM. ROUTE
Met dynamische navigatie wordt de
route berekend, rekening houdend met
de actuele verkeersberichten.
Aanwijzing:
Kan alleen worden gekozen, als
TMC werd ingeschakeld resp. ingeschakeld is. Zie 'TMC in-/uitschakelen' op pagina 54.
Bij een actieve dynamische navigatie
worden de routes met de route-optie
'Snelle route' berekend.
Meer informatie vindt u onder 'Dynamische navigatie met TMC' op
pagina 29.
23
Navigatie
• RESTRIKTIES
Biedt u de keuze om snelwegen, veerboten of tolwegen te vermijden.
X Maak uw keuze door de rechter
draaiknop te draaien en bevestig
de instellingen door op de knop te
drukken.
Als u langer dan 2 seconden op de
draaiknop drukt, worden alle instellingen overgenomen. Vervolgens
verlaat u het menu.
Aanwijzing:
Routes zonder snelweg kunnen alleen binnen een gebied tot ca. 200 km
worden berekend (al naar gelang de
mate waarin de wegenkaart voor het
gebied is gedigitaliseerd).
Bestemming in het bestemmingsgeheugen opslaan
Het opslaan van een bestemming in het
bestemmingsgeheugen is voor de navigatie niet dringend noodzakelijk. Hierdoor hoeft u de handmatige invoer niet
nog eens te herhalen als u op een later
tijdstip nogmaals naar de bestemming
moet rijden.
X Kies in het routemenu BEST. IN GE-
HEUGEN en druk ter bevestiging op
de rechter draaiknop.
U kunt aan de ingevoerde bestemming
een willekeurige naam van 20 tekens geven, die vervolgens automatisch in het
bestemmingsgeheugen wordt opgeslagen als u langer dan 2 seconden op de
rechter draaiknop drukt. Zie 'Bestemmingsgeheugen' op pagina 35.
Voor het opslaan kunt u ook het
vinkje kiezen en kort op de rechter
draaiknop drukken.
Als u aan de bestemming geen willekeurige naam wilt geven, houdt u de rechter
draaiknop langer dan 2 seconden ingedrukt. Het vooraf ingevoerde adres
wordt in het bestemmingsgeheugen opgeslagen.
De laatst ingevoerde bestemming kan
ook op een willekeurige plaats worden
ingevoegd door aan de rechter draaiknop
te draaien. Als u kort op de rechter
draaiknop drukt, wordt de geheugenplaats bevestigd.
Er kunnen in totaal 50 bestemmingen
worden opgeslagen.
Voor de definitieve opslag in het bestemmingsgeheugen moet de navigatie
worden gestart of er moet naar een
nieuw in te voeren bestemming worden
overgeschakeld door NIEUWE BEST.
te kiezen.
24
Gebruiksmodus Navigatie
Opgeslagen bestemmingen wissen
X Bestemmingsgeheugen selecteren (zie
pagina 35).
X Selecteer de te wissen bestemming
met de rechter draaiknop en druk
de multifunctionele knop .
Bestemmingsgeheugen vol
Verschijnt als de bestemmingsgeheugen
vol is en geen verdere doelen kunnen
worden opgeslagen.
Door op de rechter draaiknop te drukken, wordt de bestemmingsgeheugen
opgeroepen. Nu kunnen bestemmingen
worden gewist uit het bestemmingsgeheugen zoals in het voorafgaande gedeelte reeds is beschreven, om plaats te
maken voor nieuwe bestemmingen.
Door op de knop te drukken
wordt het opslaan afgebroken.
Route naar de bestemming
berekenen
De mededeling ’De route wordt berekend’ kondigt aan dat de route wordt berekend, wat enkele seconden kan duren.
Na de eerste navigatie-aanwijzing knippert op het display de melding
zolang tot de complete route is berekend. Bij het invoeren van verre bestemmingen is het zinvol pas weg te rijden
wanneer de melding
CD niet meer knip-
pert.
Route opnieuw berekenen.
Als de huidige route naar de bestemming
niet wordt gevolgd vanwege een wegafsluiting, een omleiding, door per ongeluk verkeerd rijden of omdat u de routeaanwijzing niet hebt gevolgd, berekent
het systeem onmiddellijk een nieuwe
route. Tijdens het berekenen verschijnt
de melding NEW ROUTE.
CD net
Tussenstop
De optie Tussenstop biedt u de mogelijkheid om in de actieve route een Tussenstop in te voeren.
Tussenstop invoeren
X Druk op de multifunctionele knop
.
X Maak met de rechter draaiknop een
keuze en bevestig deze door op de
draaiknop te drukken.
• BEST. GEHEUGEN
(zie pagina 35) Selecteer een tussenstop uit het bestemmingsgeheugen.
• BESTEMMING
(zie pagina 16) hiermee kunt u een tussenstop met de precieze aanduiding
van het adres invoeren.
25
Navigatie
• BIJZONDERE BEST.
(zie pagina 35) hiermee kunt u bijzondere bestemmingen als tussenstoppen
selecteren via OMGEVING, NABIJ
BESTEMMING en PLAATS/LAND.
Dit zijn bijv. tankstations of vliegvelden.
Navigatie naar tussenstop starten
X Druk op de rechter draaiknop om
de navigatie naar de tussenstop te starten.
De route wordt berekend waarna de navigatie wordt gestart.
Aanwijzing:
Tijdens de navigatie naar een tussenstop wordt invers weergegeven.
Tussenstop wissen
X Druk op de multifunctionele knop
.
X Druk binnen 8 seconden op de rechter
draaiknop om de tussenstop te wissen.
Tussenstop bereikt
Na de melding TUSSENSTOP BEREIKT wordt automatisch de navigatie
naar de oorspronkelijke bestemming gestart.
Filefunctie
Met deze functie kunt u de vanaf de volgende splitsing nog voor u liggende sectoren van het traject vermijden en een
omleidingsroute berekenen als u op een
file of een wegafsluiting afrijdt.
Lengte van de file invoeren
X Druk op de multifunctionele knop
.
X Stel met de rechter draaiknop de
lengte van de file in en bevestig de invoer door op de draaiknop te drukken.
26
Op het display wordt invers weergegeven, de route wordt opnieuw berekend.
Gebruiksmodus Navigatie
Te vermijden sector wissen
X Druk op de multifunctionele knop
.
X Druk binnen 8 seconden op de rechter
draaiknop om een te vermijden
sector te wissen.
Navigatie afbreken
X Druk op de knop .
X De navigatie wordt afgebroken, als u
binnen 8 seconden op de rechter
draaiknop drukt.
Anders gaat het programma door met de
navigatie naar de bestemming.
Toelichting bij de navigatie
Na de invoer van de bestemming (adres)
berekent het systeem de route en het
zegt:
’Klaar voor vertrek’.
De navigatie-aanwijzingen worden door
gesproken teksten en meldingen op het
display aan u doorgegeven.
Door op de linker draaiknop te drukken, wordt de laatste aanwijzing herhaald.
Door op de rechter draaiknop te
drukken, kan de rijrichting worden aangegeven ingeval van een onduidelijke
aanwijzing, bijv. op een kruising zonder
een aangegeven richtingsverandering.
Volg daarna de richtingspijl in de aangegeven richting.
Als u op de rechter draaiknop drukt,
blijft deze weergave gedurende 8 seconden zichtbaar.
27
Navigatie
G
G
Gevaar
voor ongevallen
Bij het rijden van een voertuig in het
verkeer zijn de geldende verkeersregels
te allen tijde bepalend. Het navigatiesysteem is maar een hulpmiddel, in sommige gevallen kunnen de gegevens
onjuist zijn. De bestuurder moet in elke
situatie zelf besluiten of hij de gegevens
betrouwbaar vindt.
Wij zijn in geen geval aansprakelijk
voor onjuiste gegevens in het navigatiesysteem.
Ter illustratie geven wij u een aantal
voorbeelden van mogelijke aanwijzingen voor een te rijden route:
• 'Indien mogelijk, keren'.
U bevindt zich in de verkeerde rijrichting en u moet keren zodra dit mogelijk is.
• 'Na 300 meter rechts afslaan'.
De markeringspijl
weer, waar u moet afslaan.
De statusbalk rechts visualiseert de afstand. Het zwarte gedeelte van de statusbalk wordt steeds korter, naarmate
u de kruising nadert.
• 'Weg vervolgen'.
Deze aanduiding geeft aan, dat u het
verloop van de straat moet volgen.
geeft de straat
"
• 'Vervolgens links afslaan' of
'A.u.b. links voorsorteren'.
Deze aanbeveling komt voordat u gaat
afslaan.
'Links voorsorteren' betekent echter
niet dat u meteen op het linker voorsorteervak moet gaan rijden!
Aanwijzing:
Op kruisingen en rotondes wordt van
de straten die u voorbij moet rijden
slechts een klein gedeelte weergegeven.
• 'Verlaat de rotonde via de derde afslag'.
Deze weergave laat u zien welke afslag (met pijl aangegeven) u op de rotonde moet nemen.
28
Gebruiksmodus Navigatie
• 'Nu rechtdoor rijden'.
Hier moet u rechtdoor rijden.
• 'Volg de richtingspijlen'.
Dit duidt aan, dat u zich op een nietgedigitaliseerde straat bevindt (bijv.
parkeerplaats, garage, parkeergarage)
die geen deel uitmaakt van de digitale
wegenkaart. De pijl geeft de richting
(hemelsbreed) naar de bestemming
aan.
• 'Na 2 kilometer rechts aanhouden'.
Rechts aanhouden betekent, dat de
straat zich splitst en dat u de betreffende rijrichting moet volgen.
• 'U hebt uw bestemming bereikt'.
U hebt de ingevoerde bestemming bereikt en de navigatie is beëindigd.
Dynamische navigatie met
TMC
Aanwijzing:
Dynamische navigatie is niet in alle landen mogelijk.
Om de dynamische navigatie resp. de
onderstaande functies te kunnen toepassen, moet TMC worden ingeschakeld
zoals beschreven onder 'TMC in-/uitschakelen' op pagina 54.
Door de eventuele nieuwe berekening
van de route bij een actieve dynamische
navigatie kan het voorkomen, dat het
navigatiesysteem om de navigatie-cd
vraagt (als de navigatie-cd niet in het
station is geplaatst).
29
Navigatie
Wat is dynamische navigatie?
Met dynamische navigatie wordt de route berekend, rekening houdend met de
actuele verkeersberichten.
De verkeersberichten worden door een
TMC-radiozender naast het normale radioprogramma uitgezonden en door het
navigatiesysteem ontvangen en verwerkt. De ontvangst van deze verkeersberichten is kosteloos.
Aanwijzing:
Omdat de verkeersinformatie door radiozenders wordt uitgezonden, kunnen
wij de volledigheid en juistheid van de
berichten niet garanderen.
Oostenrijk: De locatie en eventcode
zijn door de ASFINAG en de BMVIT
ter beschikking gesteld.
Dynamische navigatie
In het routemenu kan door het kiezen
van START-DYN.RTE. de dynamische
navigatie worden gestart.
Is de dynamische navigatie actief, dan
wordt voortdurend gecontroleerd of er
relevante verkeersberichten voor de ingestelde route zijn. Met de optie ’Snelle
route’ wordt de route berekend, hierbij
rekening houdend met de actuele verkeersberichten. Wordt bij de controle
geconstateerd, dat een verkeersbericht
voor de navigatie van belang is, dan berekent het apparaat automatisch een
nieuwe route naar de bestemming.
Op het display wordt NEW ROUTE
weergegeven. Bovendien wordt de volgende tekst gesproken: ’De route wordt
op basis van actuele verkeersberichten opnieuw berekend’.
Op het display verschijnt invers.
Aanwijzing:
Als er geen TMC-zender kan worden
gevonden, wordt de melding OP‘T
OGENBLIK GEEN TMC-ONTVANGST MOGELIJK. Na korte tijd
keert het apparaat terug naar het navigatiedisplay.
Ook als gedurende 10 minuten geen
TMC-zender werd ontvangen, verschijnt de melding OP‘T OGENBLIK
GEEN TMC-ONTVANGST MOGELIJK. Bovendien klinkt een kort akoestisch signaal.
Uw navigatiesysteem kan bij een ingestelde of bij een niet ingestelde TMCzender TMC-informatie ontvangen. Om
TMC-informatie optimaal te kunnen
ontvangen, raden wij u echter aan om
een TMC-zender in te stellen.
30
Loading...
+ 79 hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.