Becker Indianapolis7925, Indianapolis7923, Indianapolis7920 User Manual [nl]

Gebruiksanwijzing / Montagehandleiding
Betjeningsvejledning / Monteringsvejledning
Bruksanvisning / Monteringsanvisning
Inhoud
Veiligheidsvoorschriften 5 Richtlijnen m.b.t. de
verkeersveiligheid 6 Overzicht knoppen 7
Beveiliging tegen diefstal 8
Codenummer invoeren 8 Frontje verwijderen 9 Frontje plaatsen 9
Algemene bediening 10
In-/uitschakelen 10 Volume instellen 10
Klankmenu activeren 10
Laagweergave (bass) instellen 10 Hoogweergave (treble) instellen 10 Fader (faderregeling) 11 Balans instellen 11 Lineaire instelling 11 Subwoofer- resp. centerspeakervolume instellen 11 Loudness in-/uitschakelen 11
Gebruiksmodus Navigatie 12
Wat is navigatie? 12 Navigatie-cd’s 12 Algemene aanwijzingen 14 Navigatie kiezen 15 Basismenu van het navigatiesysteem 15 Bestemming 16
Land selecteren 16
Plaats van bestemming invoeren 17 Plaats van bestemming via postcode selecteren 18 Straat van de bestemming invoeren 19 Centrum van de plaats van bestemming invoeren 20 Bestemmingsinvoer via coördinaten 21
Routemenu 22
Huisnummer van de straat van bestemming invoeren 22 Kruising in de straat van bestemming selecteren 23 Route-opties instellen 23
Bestemming in het bestemmingsgeheugen opslaan 24
Opgeslagen bestemmingen wissen 25 Bestemmingsgeheugen vol 25
Route naar de bestemming berekenen 25
Route opnieuw berekenen. 25
Tussenstop 25
Tussenstop invoeren 25 Navigatie naar tussenstop starten 26 Tussenstop wissen 26 Tussenstop bereikt 26
Filefunctie 26
Lengte van de file invoeren 26 Te vermijden sector wissen 27
Navigatie afbreken 27 Toelichting bij de navigatie 27 Dynamische navigatie met TMC 29
Wat is dynamische navigatie? 30 Dynamische navigatie 30 Verkeersinformatie weergeven 31
Informatie tijdens de navigatie 32
Reistijd en afgelegde afstand oproepen 32 Instellingen weergeven 33 Actuele tijd oproepen 33 Huidige positie oproepen 33 Stratenlijst oproepen 34
Bestemmingsgeheugen 35 Bijzondere bestemmingen 35 Bijzondere bestemming ­P.O.I. - cd 37
Licentievoorwaarden 39
Systeeminstellingen 39
Klok instellen 40 Huidige positie opslaan 40 Spel selecteren 41 Taal instellen 41 Animaties 42 Melding over vermoedelijke aankomsttijd aan- of uitzetten 42 Selectie van de maateenheid 42 Berekening van de vermoedelijke aankomsttijd beïnvloeden 43 Weergave van maximumsnelheden in-/uitschakelen 43 Weergave van de tijd instellen 44
2
Inhoud
Radio 45
Radioweergave inschakelen 45
Modus radiomenu inschakelen 45 FM-band instellen 45 AM-band instellen 45 Instelmogelijkheden voor de selectie van zenders 45
Dynamische Autostore (FM-DAS) 46 Zenderzoekfunctie FM - DAS 46 Zenderzoekfunctie MW, LW, SW 46 Scan-zoekfunctie 47
Zenders filteren bij FM-DAS 47 Programmatype selecteren (PTY) 47
Weergave van PTY in-/uitschakelen 48
Zender oproepen/opslaan bij FM 48
Zenders opvragen/opslaan MW, LW, SW 48 Autostore AM, LW 49 Handmatig instellen FM 49 Handmatige afstemming MW, LW, SW 49 Regio’s 50
Regionaalfunctie in-/uitschakelen 50
Weergave frequentie in-/ uitschakelen 50
Radiotekst in - /uitschakelen 51 Verkeersinformatie TP (Traffic Program) 51
TP-menu activeren/verlaten 52 TP in-/uitschakelen 52
Automatisch volgen instellen 53 Rechtstreekse programmering instellen/wissen 53 MUTE-stand in-/uitschakelen 53 TP-berichten afbreken 53 Volume van TP-berichten 54
TMC in-/uitschakelen 54 TMC-zender kiezen 54
Weergave voor TMC-zenders die kunnen worden ontvangen 55
Geluidsonderdrukking voor de telefoon 55
Cd-weergave 56
Aanwijzingen m.b.t. de compactdisc (cd) 56
Cd’s plaatsen/verwijderen 56
Nummer vooruit/achteruit springen 57 Scan-zoekfunctie 57
Versneld vooruit/terug 57 Herhalen van nummers (Repeat) 57
Willekeurig afspelen (Random Play) 58 Cd-instelmenu 58
Aantal nummers weergeven 58 Omschakelen nummer/cd-tekst weergave 58
Thermische beveiliging 59
Aanwijzingen voor cd-r en cd-rw 59
Aanwijzing m.b.t. cd’s met kopieerbeveiliging 59
Mp3-weergave 60
Algemene aanwijzing voor mp3 60 Een mp3/WMA-gegevensdrager maken 60
Playlist maken 61
Mp3-cd’s plaatsen/verwijderen 62 Omschakelen map/playlist 63
Nummer vooruit/achteruit springen 63
Naar andere map/playlist gaan 63
Scan-zoekfunctie 63
Versneld vooruit/terug 64
Willekeurig afspelen (Random Play) 64 Herhalen van nummers (Repeat) 64
Mp3-instelmenu 64
Naar andere map/playlist gaan 64 Map-/playlistnaam weergeven. 65 Omschakelen track/ID3-tag weergave 65
Weergave cd-wisselaar 66
Gebruik van de cd-wisselaar 66
Cd-magazijn laden/verwijderen 66
Cd-wisselaarmodus selecteren 66 Cd’s wisselen/selecteren 66 CDC-instelmenu 67
Trackinformatie weergeven 67
3
Inhoud
Aantal tracks en totale looptijd weergeven 67 Namen van cd’s 68
Filterfunctie bij cd’s 69
Gebruikersinstellingen 70
Gebruikersinstellingen opvragen/verlaten 70
GAL instellen 70 Functies bij MUTE-instelling telefoon (Tel) 71 Helderheid display (Lum) 71 Knipperende diode instellen (LED) 71 Optimale ontvangst instellen (M/S) 72 Instelling navigatie-aanwijzing (Nav) 72 AUX-ingang (Aux) 73 Weergave kompas (Cmp) 73 Volume signaaltoon (Bev) 73
Servicemenu 74
Servicemenu oproepen/ verlaten 74
Reset cd-wisselaar 74
Resetactivering apparaat 74
Toelichting 75
RDS-SYSTEEM 75
Niveau DAS Seek Qual. 75
Niveau DAS Seek Name 75
Niveau Stations RDS 75
Niveau Stations Fix 75
PTY (programmatype) 75
Terminologielijst 77
Trefwoorden 79
Technische gegevens 83
AANHANGSEL 84
Montagehandleiding 85
Vóór het inbouwen 85 Symbolen die in deze inbouw­handleiding worden gebruikt 85 Veiligheidsvoorschriften 86 Installatievoorschriften 87 Aansluitschema van het navigatiesysteem 88 Inbouwen van GPS-antenne 89 Aansluiting van het achteruitrijlampje 91 Snelheidssignaal (GAL) van snelheidsmeter/tellerkabel aansluiten 92 Inbouw/uitbouw van het apparaat 95 Ingebruikname van de GPS en sensoren 96 Installatie van de navigatiesoftware 98 Kalibrering 99 Servicemodus 101 Aansluitingen 109
4

Veiligheidsvoorschriften

G
Het toestel mag alleen worden bediend als de verkeerssituatie dit toelaat en u er geheel zeker van bent dat u zelf, uw me­depassagiers of andere verkeersdeelnemers geen gevaar lopen, worden gehinderd of worden gestoord.
In elk geval zijn de voorschriften van de Wegenverkeerswet van toepassing. De plaats van bestemming mag alleen worden ingevoerd als de wagen stilstaat.
Het navigatiesysteem is maar een hulpmiddel, in sommige gevallen kunnen de gegevens onjuist zijn. De bestuurder moet in elke situatie zelf besluiten of hij de gegevens betrouwbaar vindt. Wij zijn in geen geval aansprakelijk voor onjuiste ge­gevens in het navigatiesysteem.
Gezien het feit dat verkeerssituaties aan veranderingen onderhevig zijn of gegevens veranderen kan het voorkomen dat de gegeven aanwijzingen niet geheel of niet correct zijn. Derhalve moet altijd rekening worden gehouden met de verkeers­borden en de verkeerssituatie ter plaatse. Het navigatiesysteem is met name niet bedoeld als hulpmiddel ter oriëntatie bij slecht zicht.
Het apparaat mag alleen voor de doeleinden waarvoor het is bedoeld worden gebruikt. Het volume van de autoradio/na­vigatiesysteem moet zo worden ingesteld dat de bestuurder nog geluiden van buiten kan waarnemen.
Bij storingen (bijv. rookontwikkeling of stank) moet het apparaat meteen worden uitgeschakeld.
Om veiligheidsredenen mag het toestel alleen door een vakman worden geopend. Voor reparaties wordt u verzocht met uw dealer contact op te nemen.
5

Richtlijnen m.b.t. de verkeersveiligheid

Deze autoradio is bedoeld en goedgekeurd voor inbouw en gebruik in personenauto’s, bedrijfauto’s en bussen (voertuig­klasse M, N en O) met een boordnetspanning van 12 V.
Wij raden u aan om het apparaat uitsluitend door deskundig personeel te laten inbouwen resp. onderhouden. Bij een ver­keerde montage resp. slecht onderhoud kunnen storingen in de voertuigsystemen optreden. Volg de veiligheidsrichtlijnen van de autofabrikant op.
Werkzaamheden aan de voertuigelektronica (bijv. aansluiting snelheidssignaal) mogen uitsluitend worden uitgevoerd door een erkend servicestation. De fabrikant kan niet aansprakelijk worden gesteld voor schade aan de voertuigelektronica.
Dit apparaat mag uitsluitend op de door de autofabrikant daarvoor bestemde plaats worden ingebouwd.
Kies de apparaatbevestiging zodanig, dat het apparaat bij een eventuele botsing correct blijft zitten.
De stroomvoorziening dient correct te worden afgezekerd.
Wanneer mobiele telefoons zonder buitenantenne in de buurt van de radio worden gebruikt, kan dat storingen veroorza­ken.
Zorg dat u vertrouwd bent met het apparaat en de bediening daarvan alvorens te gaan rijden. Bedien het apparaat tijdens het rijden alleen wanneer de verkeerssituatie dat toelaat. Het weergavevolume van de autoradio dient zodanig te worden ingesteld, dat geluiden van buitenaf (bijv. sirene van de politie) nog goed waargenomen kunnen worden.
6

Overzicht knoppen

2
3
1
12
Overzicht knoppen
1 Linker draaiknop (INFO) 2 Knop aan/uit ( ) 3 Klankknop ( ) 4 Knop voor verkeersinformatie ( )
5LED 6 Omschakelen naar cd-weergave ( )
4
5
6
7 8
9
10
11
7 Omschakelen naar radioweergave ( ) 8 Omschakeling navigatie ( ) 9 Uitwerpknop voor cd ( ) 10 Rechter draaiknop (OK)
11 Multifunctionele knoppen 12 Display
7

Beveiliging tegen diefstal

Beveiliging tegen diefstal

Codenummer invoeren

Als de autoradio van de stroomvoorzie­ning wordt losgekoppeld, is de radio bij een volgende aansluiting beveiligd te­gen diefstal. Als u de radio inschakelt met behulp van de knop wordt de melding Enter Code Number weergege­ven.
X Knop via de multifunctionele knoppen
- de 5-cijferige code in.
Voorbeeld:
Codenummer 15372 (het codenummer staat op de bijgevoegde CODE CARD).
Zodra het 5e cijfer is ingevoerd en alle andere cijfers ook correct zijn, gaat het apparaat automatisch aan.
Aanwijzing:
De CODE CARD moet buiten de wa­gen op een veilige plaats worden be­waard. De kaart kan zodoende niet onrechtmatig gebruikt worden. De bij­geleverde ruitenstickers moet u op de binnenkant van uw ruiten plakken.
Als u een verkeerd codenummer hebt in­gevoerd, wordt de melding Enter Code Number weergegeven. Als u de code drie keer verkeerd hebt ingevoerd, wordt Wait weergegeven. Het apparaat kan ge­durende ca. 60 minuten niet gebruikt worden.
Als u vervolgens de code nogmaals drie keer verkeerd invoert, kan de radio we­derom gedurende 60 minuten niet ge­bruikt worden.
N.B.:
De wachttijd geldt alleen als de radio is ingeschakeld en de wagen op contact staat.
8
Beveiliging tegen diefstal
A

Frontje verwijderen

U kunt het frontje (A) verwijderen. Dit is een effectieve beveiliging tegen diefstal.
X Houd hiervoor knop kort inge-
drukt (gegevensdrager blijft in het apparaat).
Het display klapt naar voren.
X Trek het frontje los.
Na het wegklappen van het display wordt de toon op maximaal volume be­grensd. Na 20 seconden hoort u een pieptoon als teken dat het bedieningsge­deelte is weggeklapt. Daarna wordt het apparaat uitgeschakeld.
Gevaar
GG
voor ongevallen
Uit veiligheidsoogpunt mag het frontje tijdens het rijden niet geopend blijven.
N.B.:
Plaats het frontje na het verwijderen in de bijgeleverde beschermhoes. Raak de metalen contactpunten op het frontje of op de radio niet aan.

Frontje plaatsen

X Steek het frontje in de vergrendeling
linksonder en daarna in de vergrende­ling rechtsonder. Klap vervolgens het frontje naar boven totdat het in de bo­venste vergrendelingen vastklikt. Het frontje kan ook vlak worden ge­plaatst en worden vastgedrukt.
Om er zeker van te zijn dat het juist functioneert, moet u erop letten dat het frontje volledig is vastgeklikt in de vier vergrendelpunten.
9

Algemene bediening

Algemene bediening

In-/uitschakelen

X Druk op de knop .
Het is tevens mogelijk om het toestel in en uit te schakelen door de wagen op contact resp. van contact af te zetten. Als u de radio via het contactslot inscha­kelt, moet deze vooraf ook daarmee zijn uitgeschakeld. Als u de wagen van contact af zet, kunt u voorkomen dat de radio wordt uitge­schakeld door binnen 3 seconden op knop te drukken.
Aanwijzing:
U kunt het toestel ook via knop in­schakelen zonder de wagen eerst op contact te zetten. Het toestel schakelt dan echter na 1 uur automatisch weer uit.

Volume instellen

Draai aan de linker draaiknop . Het volume wordt hoger of lager.

Klankmenu activeren

Druk op de knop . Het klankmenu wordt geactiveerd. U kunt de volgende functies oproepen: Bas (lage tonen), Trb (hoge tonen), Fad (fader), Bal (balans), Flt (lineaire instelling), Sub (subwoofer) en Ldn (loudness).
De instellingen van de bas, de hoge to­nen, de fader, de balans en de loudness worden afzonderlijk voor de golfberei­ken FM, AM (MW, LW en SW) voor de verkeersinformatie, de navigatie-aan­wijzingen, de telefoon, de cd-, mp3- en cdc/aux-weergave opgeslagen.

Laagweergave (bass) instellen

X Druk op knop en vervolgens op
de multifunctionele knop .
X Stel met de rechter draaiknop de
laagweergave in.

Hoogweergave (treble) instellen

X Druk op knop en vervolgens op
de multifunctionele knop .
X Stel met de rechter draaiknop de
hoogweergave in.
10
Algemene bediening

Fader (faderregeling)

X Druk op knop en vervolgens op
de multifunctionele knop .
X Stel vervolgens met de rechter
draaiknop de gewenste waarde voor de fader in.

Balans instellen

X Druk op knop en vervolgens op
de multifunctionele knop .
X Stel met de rechter draaiknop de
gewenste balans in.

Lineaire instelling

De klankbalans voor de op dat moment geselecteerde signaalbron (bijv. FM) kan op een gemiddelde waarde worden afgesteld.
X Druk kort op de knop . Druk
kort op de multifunctionele knop
- op het display verschijnt Tone
reset.
X Druk nogmaals op de multifunctionele
knop .
Subwoofer- resp. centerspea­kervolume instellen
X Druk op knop en vervolgens op
de multifunctionele knop .

Loudness in-/uitschakelen

X Druk op knop en vervolgens op
de multifunctionele knop .
X Kies met de multifunctionele knop
tussen Loudness aan (ON) resp.
Loudness uit (OFF).
Aanwijzing:
In de golfbereiken MW, LW, SW is loudness uitgeschakeld.
X Stel vervolgens met de rechter
draaiknop het gewenste volume voor de subwoofer in.
11
Navigatie

Gebruiksmodus Navigatie

Wat is navigatie?

Onder navigatie (lat. navigare = op zee varen) verstaat men in het algemeen de plaatsbepaling van een voertuig, de be­paling van de richting en de afstand tot de bestemming en het uitzetten van de route ernaar toe. Als hulpmiddelen bij het navigeren worden o.a. sterren, mar­kante punten, kompas en satellieten ge­bruikt. Bij de Becker Indianpolis vindt het be­palen van de positie plaats via de GPS­ontvanger (GPS = Global Positioning System). De richting en de afstand tot de bestemming worden o.a. met behulp van een digitale wegenkaart, een navigatie­computer en sensoren bepaald. Voor het berekenen en het volgen van de route worden ook het signaal van de kilome­terteller en de achteruitversnelling ge­bruikt. Om veiligheidsredenen vindt de naviga­tie voornamelijk door verbale aanwij- zingen plaats, ondersteund door richtingspijlen op het display.
Veiligheidsvoorschriften
G
• De geldende verkeersregels zijn te al­len tijde bepalend. Het navigatiesy­steem is maar een hulpmiddel, in sommige gevallen kunnen de gege­vens onjuist zijn. De bestuurder moet in elke situatie zelf besluiten of hij de gegevens betrouwbaar vindt. Wij zijn in geen geval aansprakelijk voor onjuiste gegevens in het naviga­tiesysteem.
• Verkeersborden en plaatselijke ver­keersvoorschriften hebben altijd prio­riteit.
• De verkeersgeleiding geldt alleen voor personenauto’s. Er is geen reke­ning gehouden met specifieke aanbe­velingen over de route en voorschriften voor andere voertuigen (bijv. bedrijfswagens).
• De plaats van bestemming mag alleen worden ingevoerd als de wagen stil­staat.
Navigatie-cd’s
Bij het navigatietoestel worden twee na­vigatie-cd’s geleverd. Op deze cd’s bevindt zich een gedigitali­seerde wegenkaar. U krijgt een cd voor Noord-Europa (cd 1) en een cd voor Zuid-Europa (cd 2). Beide cd’s bevatten alle grote verkeers­wegen en alle centra van de steden in het gedigitaliseerde gebied in Noord- en Zuid-Europa. De cd voor Noord-Europa bevat boven­dien alle gedigitaliseerde wegen van de noordelijke landen. De cd voor Zuid-Eu­ropa bevat bovendien alle gedigitaliseer­de wegen van de zuidelijke landen. Op de gedetailleerde wegenkaart van de Noord- resp. Zuid-Europa-cd staan de snelwegen, rijkswegen, provinciale we­gen en hoofdwegen. Grote steden en ge­meenten zijn volledig ingevoerd. Bij kleine steden en gemeentes staan de re­gionale en plaatselijke wegen of door­gaande wegen alsmede het centrum van de bebouwde kom vermeld.
12
Gebruiksmodus Navigatie
Er is zoveel mogelijk rekening gehou­den met eenrichtingswegen, voetgan­gersgebieden, plaatsen waar een verbod geldt om af te slaan en andere verkeers­regelingen. Vanwege het feit dat het wegennet en de bijbehorende verkeersbepalingen door­lopend worden gewijzigd, kan het voor­komen dat de gegevens op de navigatie­cd en de plaatselijke situatie niet geheel overeenkomen.
Aanwijzing:
Voor de landen Noorwegen, Zweden, Finland en Denemarken is het niveau van digitaliseren hoog doordat er niet­geverifieerde gegevens worden ge­bruikt. Bij deze gegevens is het niet mo­gelijk te navigeren op basis van informatie als snelweg, provinciale weg, woonerf, eenrichtingsverkeer of andere verkeersregelingen, omdat deze informatie niet is geregistreerd. Weliswaar kunt u naar alle wegen navi­geren, maar optimale navigatie is hier­bij niet gegarandeerd.
Navigatie met twee cd’s voor Europa Als u met behulp van het navigatiesy-
steem van een plaats op de cd voor Zuid-
A
B
C
D
A Gebied van de cd voor Noord-Euro-
pa met alle gedigitaliseerde wegen.
B Als voorbeeld een stad of adres in
Duitsland (op de cd voor Noord­Europa).
C Gebied van de cd voor Zuid-Europa
met alle gedigitaliseerde wegen.
D Als voorbeeld een stad of adres in
Frankrijk (op de cd voor Zuid-Eu­ropa).
Europa (D) naar een plaats op de cd voor Noord-Europa (B) wilt, voert u het be­stemmingsadres op de gebruikelijke ma­nier in. Na het intoetsen van de plaats verschijnt op het display de melding NAV-CD 1 INVOEREN waarin u wordt verzocht Navigatie-cd 1 te plaatsen. Na het plaatsen van de juiste cd voert u de straat en eventueel het huisnummer of het centrum in. Nadat de routeberekening is gestart, worden de benodigde kaartgegevens ge­laden en in het interne geheugen opge­slagen.
13
Navigatie

Algemene aanwijzingen

• Tijdens het gebruik van het navigatie­systeem kan de radio of cd-speler wor­den beluisterd. Rechts op het display worden de af­stand tot de volgende melding en naar­gelang de instelling onder 'Weergave van de tijd instellen' op pagina 44 te­vens de vermoedelijke aankomsttijd, de actuele tijd of de resterende rijtijd getoond.
• Tijdens de actieve begeleiding naar de bestemming kan de radio worden in­geschakeld door op de knop te drukken. Als u op knop drukt, schakelt de radio over op de cd/mp3­speler. Bij aanwijzingen van het navigatiesy­steem verschijnt vervolgens automa­tisch het navigatiemenu.
• Bij het invoeren van de bestemming worden alleen de letters, cijfers en te­kens weergegeven die hiervoor nodig zijn. De invoer wordt automatisch aange­vuld. Een spatie (bijv. in Bad Abbach) moet met een onderliggend verbindings-
streepje worden ingevoerd. Letters, cijfers en tekens kunnen via de multifunctionele knoppen t/m worden geselecteerd. Alle tekens die boven de multifunctionele knoppen staan, kunnen worden geko­zen door één of meerdere keren op de knop te drukken. Verderop wordt beschreven hoe u te­kens kunt kiezen met behulp van de rechter draaiknop .
Hiermee verlaat u het huidige menu en opent u het vorige menu.
• Bij een afwijking van de route wordt de route naar de bestemming opnieuw door het systeem berekend.
• Druk voor het weergeven van de hui­dige aanwijzing van het navigatiesy­steem op de linker draaiknop .
• Tijdens een navigatieaanwijzing kan het volume met de linker draaiknop en de klank door de knop worden geregeld. (zie ook pagina 10).
• Door even op de linker draaiknop te drukken, wordt tijdens de navigatie aanvullende informatie resp. bij inac­tieve navigatie wordt de actuele posi­tie opgeroepen. Zie 'Informatie tijdens de navigatie' op pagina 32.
• Een lopende navigatie-aanwijzing kan worden onderbroken door de linker draaiknop in te drukken.
• Wanneer u de linker draaiknop tij­dens een navigatie-aanwijzing langer dan 2 seconden indrukt, worden de aanwijzingen gestopt en wordt de na­vigatie voortgezet op het display. Als u kort op de linker draaiknop drukt, worden de aanwijzingen van het navigatiesysteem weer ingescha­keld.
• De schuifpijlen en geven een keuzelijst aan, waarin met de rechter draaiknop kan worden gebladerd. Door de rechter draaiknop in te drukken, kunt u de met hoofdletters weergegeven ingang uit de lijst kie­zen.
14
Gebruiksmodus Navigatie

Navigatie kiezen

X Druk op de knop .
Hierna verschijnt het basismenu van het navigatiesysteem.
Aanwijzing:
Als het navigatiesysteem voor het eerst wordt opgestart, moet de navigatie-cd worden geladen. Wanneer de kalibrering van het naviga­tiesysteem nog niet is voltooid, vraagt het systeem om een kalibreringsrit. Zie 'Kalibrering' op pagina 99. Om het navigatiesysteem in gebruik te nemen, hebt u een navigatie-cd met de gegevens van het bestemmingsland no­dig. Voor het starten van een routebereke­ning, plaatst u de navigatie-cd in het sy­steem. Tijdens de berekening knippert op het display de melding berekening afgerond is, verdwijnt de melding wijderen en vervolgens een audio-cd in het systeem plaatsen. Bij het invoeren van verre bestemmin­gen is het zinvol pas weg te rijden wan­neer de melding
CD, u kunt de navigatie-cd ver-
CD is verdwenen.
CD. Als de
Basismenu van het navigatie­systeem
U maakt uw keuze
BESTEMMING, BEST. GEHEUGEN, BIJZONDERE BEST.,
VORIGE BEST., door te draaien aan de rechter draaiknop; druk deze in om uw keuze te bevestigen .
• BESTEMMING
Brengt u naar het invoermenu voor het bestemmingsadres. Zie 'Bestemming' op pagina 16.
• BEST. GEHEUGEN
Bevat bestemmingen die vooraf wer­den opgeslagen. Zie ’Bestemmingsgeheugen’ op pagina 35.
• BIJZONDERE BEST.
Menu voor het selecteren van plaatselij­ke of landelijke bijzondere bestemmin­gen en van bijzondere bestemmingen in de omgeving. Bijzondere bestemmingen zijn bijv. tankstations, vliegvelden of ziekenhuizen. Zie ’Bijzondere bestem­mingen’ op pagina 35.
15
Navigatie
•VORIGE BEST. Er wordt een lijst met de laatste 50 be­reikte bestemmingen weergegeven. Selecteer met de rechter draaiknop de gewenste bestemming. Voor de be­vestiging met de rechter draaiknop kunt op de linker draaiknop drukken om bestemmingsinforma­tie op te vragen. Een tussenstop wordt niet als laatste bestemming opgesla­gen.

Bestemming

X In het basismenu van het navigatiesy-
steem met de rechter draaiknop BESTEMMING kiezen en bevestigen door de knop in te drukken.

Land selecteren

X Wanneer uw bestemming in een ander
land als het weergegeven land ligt, kiest u het land (in het voorbeeld DUITSLAND) met de rechter draai­knop en bevestigt u dit door de knop in te drukken.
X Selecteer het land met de rechter
draaiknop en bevestig uw keuze door op de knop te drukken.
Aanwijzing:
Bij het selecteren van een verre bestem­ming is het raadzaam om halverwege een tussenstop te kiezen (pagina 25).
16
Gebruiksmodus Navigatie

Plaats van bestemming invoeren

De plaats die het laatst werd ingevoerd, wordt weergegeven. Wanneer u een bestemming in de aange­geven plaats wilt invoeren, kunt u met­een STRAAT of CENTRUM kiezen.
X Als uw bestemming in een andere
plaats ligt, selecteert u deze bestem­ming met de rechter draaiknop . Vervolgens bevestigt u dit door op de knop te drukken.
X Kies achtereenvolgens de letters van
de plaatsnaam door aan de rechter draaiknop te draaien. Bevestig uw keuze door telkens op de knop te druk­ken. De gekozen letter wordt rechts uitvergroot weergegeven.
Met de multifunctionele knop wist u de letter die u als laatste hebt beves­tigd.
Door de multifunctionele knop langer dan 2 seconden ingedrukt te hou­den, wist u de complete invoer.
De reeds ingevoerde letters worden in­vers weergegeven. Als hulpmiddel wordt de plaatsnaam getoond die het meest lijkt op de reeds ingevoerde tekst. Het systeem laat u alleen nog uit de mo­gelijke letters kiezen. Wanneer er geen andere mogelijkheden meer zijn, vult het systeem de plaatsnaam vanzelf aan.
X Om de ingevoerde naam over te ne-
men, houdt u de rechter draaiknop langer dan 2 seconden ingedrukt of u kiest het vinkje en u drukt de rech­ter draaiknop kort in.
Wanneer de complete plaatsnaam reeds is ingevoerd of automatisch is aange­vuld, dan wordt er doorgeschakeld naar de lijst met plaatsen die erop lijken of naar de invoer van de straat of het cen­trum. Wanneer de ingevoerde plaats geen stra­ten heeft of wanneer alleen het centrum kan worden gekozen, wordt meteen naar het routemenu doorgeschakeld.
Wanneer een onvolledige plaatsnaam is bevestigd, wordt de plaatskeuzelijst ge­toond.
De plaatsnaam die het meest op de inge­voerde plaats lijkt, verschijnt in hoofd­letters in de keuzelijst. De schuifpijlen geven aan dat er nog meer plaatsen op alfabetische volgorde kunnen worden gekozen.
X Selecteer de naam door aan de rechter
draaiknop te draaien. Bevestig dit door op de knop te drukken. (Zie ’Al­gemene aanwijzingen’ op pagina 14.)
17
Navigatie
Wanneer de ingevoerde plaats duidelijk is, wordt naar de invoer van de straat of het centrum doorgeschakeld. Wanneer de ingevoerde plaats geen straten heeft of wanneer alleen het centrum kan wor­den gekozen, wordt meteen naar het rou­temenu doorgeschakeld.
Wanneer de ingevoerde plaatsnaam niet eenduidig is, dan verschijnt de lijst met plaatsen die erop lijken.
X Selecteer de plaats met de rechter
draaiknop en bevestig deze door op de knop te drukken.
Er wordt doorgeschakeld naar de invoer van de plaats of het centrum. Wanneer de ingevoerde plaats geen stra­ten heeft of wanneer alleen het centrum kan worden gekozen, wordt meteen naar het routemenu doorgeschakeld.

Plaats van bestemming via postcode selecteren

De plaats van bestemming kan ook via de postcode van de plaats worden gese­lecteerd.
X Om de postcode van de plaats van be-
stemming POSTCODE te selecteren, draait u de rechter draaiknop en be­vestigt u uw keuze door hier op te drukken.
X Voer met behulp van de rechter
draaiknop de postcode van de plaats van bestemming in en bevestig de invoer door langer dan 2 seconden op de draaiknop te drukken. Ter be­vestiging kan ook de kleine haak worden gekozen, waarna u de rechter draaiknop kort indrukt.
Vervolgens wordt de bij de postcode be­horende plaats weergegeven of als meer­dere plaatsen onder de postcode zijn ingedeeld, wordt een lijst met deze plaatsen weergegeven.
X Selecteer de gewenste plaats met de
rechter draaiknop en bevestig deze door op de knop te drukken.
Zijn meer dan 9 plaatsen met dezelfde postcode ingedeeld, dan wordt i.p.v. de hierboven beschreven lijst een menu voor het invoeren van de plaats weerge­geven. De plaatsnaam moet u dan zoals onder ’Plaats van bestemming invoeren’ op pagina 17 wordt beschreven zelf in­vullen. Er wordt doorgeschakeld naar de invoer van de straat of het centrum. Wanneer de geselecteerde plaats geen straten heeft of wanneer alleen het centrum kan worden gekozen, wordt meteen naar het route­menu doorgeschakeld.
18
Gebruiksmodus Navigatie

Straat van de bestemming invoeren

X Selecteer met de rechter draaiknop
STRAAT en bevestig dit door op de knop te drukken.
X Kies achtereenvolgens de letters van
de plaatsnaam door aan de rechter draaiknop te draaien. Bevestig uw keuze door telkens op de knop te druk­ken. De geselecteerde letter wordt rechts uitvergroot weergegeven.
Met de multifunctionele knop wist u de letter die u als laatste hebt beves­tigd. Door de multifunctionele knop langer dan 2 seconden ingedrukt te hou­den, wist u de complete invoer.
De reeds ingevoerde letters worden in­vers weergegeven. Als hulpmiddel wordt de straatnaam getoond die het meest lijkt op de ingevoerde tekst. Het systeem laat u alleen nog uit de mogelij­ke letters kiezen.
Wanneer er geen andere mogelijkheden meer zijn, vult het systeem de straat­naam vanzelf aan.
X Om de ingevoerde naam over te ne-
men, houdt u de rechter draaiknop langer dan 2 seconden ingedrukt of u kiest het vinkje en u drukt de rech­ter draaiknop kort in.
Wanneer de complete straatnaam reeds is ingevoerd of automatisch is aange­vuld, dan wordt er doorgeschakeld naar de straatkeuzelijst of naar het routeme­nu.
Wanneer een onvolledige straatnaam is bevestigd, wordt de stratenlijst getoond.
De straatnaam die het meest op de inge­voerde straat lijkt, verschijnt in hoofd­letters in de keuzelijst.
De schuifpijlen geven aan dat er nog meer straten op alfabetische volgorde kunnen worden gekozen.
X Selecteer de straat door de rechter
draaiknop verder te draaien en be­vestig deze door op de knop te druk­ken.
Wanneer de keuze duidelijk is, wordt er naar het routemenu doorgeschakeld. Wordt de straat niet duidelijk herkend, dan verschijnt de lijst met straten die erop lijken.
X Selecteer de wijk met de rechter draai-
knop en bevestig deze door op de knop te drukken.
Het routemenu wordt geopend.
19
Navigatie
Centrum van de plaats van bestemming invoeren
X Selecteer met de rechter draaiknop
CENTRUM en bevestig dit door op de knop te drukken.
Wanneer de eerder gekozen plaats slechts één centrum heeft, wordt er met­een naar het routemenu doorgeschakeld. Wanneer het aantal centra minder is dan 10, wordt de centrumlijst getoond.
X Selecteer het centrum door de rechter
draaiknop te draaien en bevestig dit door op de knop te drukken.
Wanneer het aantal centra meer is dan 9, wordt naar de invoer van het centrum geschakeld.
X Kies achtereenvolgens de letters van
de plaatsnaam door aan de rechter draaiknop te draaien. Bevestig uw keuze door telkens op de knop te druk­ken. De geselecteerde letter wordt rechts uitvergroot weergegeven.
Met de multifunctionele knop wist u de letter die u als laatste hebt beves­tigd. Door de multifunctionele knop langer dan 2 seconden ingedrukt te hou­den, wist u de complete invoer.
De reeds ingevoerde letters worden in­vers weergegeven. Als hulpmiddel wordt het centrum getoond dat het meest lijkt op de ingevoerde tekst. Het systeem laat u alleen nog uit de mogelijke letters kiezen. Wanneer er geen andere moge­lijkheden meer zijn, vult het systeem de naam van het centrum vanzelf aan.
X Om de ingevoerde naam over te ne-
men, houdt u de rechter draaiknop langer dan 2 seconden ingedrukt of u kiest het vinkje en u drukt de rech­ter draaiknop kort in.
Wanneer de complete naam van het cen­trum reeds is ingevoerd of automatisch is aangevuld, dan wordt er doorgescha­keld naar het routemenu. Wanneer de ingevoerde naam niet dui­delijk is, wordt naar de centrumlijst ge­schakeld.
Het centrum dat het meest lijkt op het in­gevoerde centrum, verschijnt in hoofd­letters in de lijst. De schuifpijl geeft aan, dat er meerdere centra op alfabetische volgorde kunnen worden geselecteerd.
X Selecteer het centrum door de rechter
draaiknop te draaien en bevestig dit door op de knop te drukken.
20
Het routemenu wordt geopend.
Gebruiksmodus Navigatie
Aanwijzing:
Als u langer dan 2 seconden op de rech­ter draaiknop drukt, zonder van te­voren een letter te hebben geselecteerd, verschijnt onmiddellijk de lijst met mo­gelijke centra.

Bestemmingsinvoer via coördinaten

Als de geografische coördinaten (breed­te en lengte) van een bestemming be­kend zijn, kunt u deze invoeren en de navigatie naar dit punt starten.
X Selecteer met de rechter draaiknop
COÖRDINATEN en bevestig dit door op de knop te drukken.
X Voer met de rechter draaiknop de
breedtegraad van de bestemming in. Intoetsen in graden, minuten, secon­den en windrichting, bijv.
11°38'34"N .
X U bevestigt de ingevoerde gegevens
door langer dan 2 seconden op de rechter draaiknop te drukken.
of
X Kies het haakje en druk de rechter
draaiknop kort in.
X Voer met de rechter draaiknop de
lengtegraad van de bestemming in.
X U bevestigt de ingevoerde gegevens
door langer dan 2 seconden op de rechter draaiknop te drukken.
of
X Kies het haakje en druk de rechter
draaiknop kort in.
Aanwijzing:
Als de ingevoerde coördinaten buiten de digitale kaart liggen, verschijnt er een melding met deze boodschap. Het is niet mogelijk om naar een punt buiten de digitale kaart te navigeren.
Het navigatiesysteem vraagt nu om de invoer van een naam voor de ingetoetste coördinaten.
X Knop een naam in zoals beschreven
onder 'Bestemming in het bestem­mingsgeheugen opslaan' op
pagina 24. Het routemenu wordt nu geopend. Het navigeren kan nu worden gestart.
21
Navigatie

Routemenu

U maakt uw keuze
BEST. IN GEHEUGEN, START-SNELLE R, (START-KOR-
TE R. resp. START-DYN.RTE.)
HUISNUMMER, KRUISING en
ROUTEOPTIES door te draaien aan de rechter draaiknop; druk deze in om uw keuze te bevestigen .
• BEST. IN GEHEUGEN
Brengt u naar het invoermenu voor het BEST. GEHEUGEN (pagina 24).
• START-SNELLE R, START-KOR-
TE R. resp. START-DYN.RTE. start de navigatie. Tegelijkertijd ver­schijnt informatie over de momenteel ingestelde routekeuze (-KORTE R. voor een korte route, -SNELLE Rvoor een snelle route en -DYN.RTE. voor een dynamische route).
• HUISNUMMER Hier kan het huisnummer in de aange­geven straat worden ingevoerd. Deze functie is alleen aanwezig, als deze informatie op de navigatie-cd is opgeslagen.
• KRUISING Hier kan er een kruisende straat als het punt van de bestemming worden gede­finieerd. Deze functie is alleen aanwezig, als deze informatie op de navigatie-cd is opgeslagen.
• ROUTEOPTIES Hier kunt u kiezen uit kenmerken als een snelle route, een korte route, een dynamische route, snelwegen, veerbo­ten en tolwegen.

Huisnummer van de straat van bestemming invoeren

X Selecteer in het routemenu met de
rechter draaiknop HUISNUM­MER en bevestig dit door op de knop te drukken.
X Voer met behulp van de rechter
draaiknop het huisnummer van de straat van bestemming in en druk ver­volgens langer dan 2 seconden op de draaiknop om de invoer te bevestigen. Ter bevestiging kan ook de kleine haak worden gekozen, waarna u de rechter draaiknop kort indrukt.
Het systeem brengt u slechts in de buurt van het ingevoerde huisnummer.
Na de keuze START- begint de navigatie. Als u BEST. IN GEHEUGEN selecteert, gaat u naar het menu van het BEST. GE­HEUGEN.
22
Gebruiksmodus Navigatie
Als u ROUTEOPTIES kiest, kunt de route-opties kiezen.
X Selecteer dit door de rechter draaiknop
te draaien en bevestig uw keuze
door op de draaiknop te drukken.
Kruising in de straat van bestemming selecteren
X Selecteer in het routemenu met de
rechter draaiknop KRUISING en bevestig dit door op de knop te druk­ken.
X Selecteer de kruising in de straat van
bestemming door de rechter draaiknop
te draaien en bevestig dit door op
de knop te drukken.
Na de keuze START- begint de naviga­tie. Als u BEST. IN GEHEUGEN selecteert, gaat u naar het menu van het BEST. GE­HEUGEN.
Als u ROUTEOPTIES kiest, kunt de route-opties kiezen.
X Selecteer dit door de rechter draaiknop
te draaien en bevestig uw keuze
door op de draaiknop te drukken.

Route-opties instellen

X Selecteer in het routemenu met de
rechter draaiknop ROUTEOP­TIES en bevestig dit door op de knop te drukken.
• SNELLE ROUTE Deze optie berekent een zo kort moge­lijke reistijd.
• KORTE ROUTE Deze optie berekent een zo kort moge­lijke afstand.
Aanwijzing:
In grote steden of stedelijke gebieden is het vaak raadzaam om de instelling 'KORTE ROUTE' te kiezen.
• DYNAM. ROUTE Met dynamische navigatie wordt de route berekend, rekening houdend met de actuele verkeersberichten.
Aanwijzing:
Kan alleen worden gekozen, als TMC werd ingeschakeld resp. inge­schakeld is. Zie 'TMC in-/uitschake­len' op pagina 54. Bij een actieve dynamische navigatie worden de routes met de route-optie 'Snelle route' berekend.
Meer informatie vindt u onder 'Dyna­mische navigatie met TMC' op pagina 29.
23
Navigatie
• RESTRIKTIES Biedt u de keuze om snelwegen, veer­boten of tolwegen te vermijden.
X Maak uw keuze door de rechter
draaiknop te draaien en bevestig de instellingen door op de knop te drukken. Als u langer dan 2 seconden op de draaiknop drukt, worden alle instel­lingen overgenomen. Vervolgens verlaat u het menu.
Aanwijzing:
Routes zonder snelweg kunnen al­leen binnen een gebied tot ca. 200 km worden berekend (al naar gelang de mate waarin de wegenkaart voor het gebied is gedigitaliseerd).
Bestemming in het bestem­mingsgeheugen opslaan
Het opslaan van een bestemming in het bestemmingsgeheugen is voor de navi­gatie niet dringend noodzakelijk. Hier­door hoeft u de handmatige invoer niet nog eens te herhalen als u op een later tijdstip nogmaals naar de bestemming moet rijden.
X Kies in het routemenu BEST. IN GE-
HEUGEN en druk ter bevestiging op de rechter draaiknop .
U kunt aan de ingevoerde bestemming een willekeurige naam van 20 tekens ge­ven, die vervolgens automatisch in het bestemmingsgeheugen wordt opgesla­gen als u langer dan 2 seconden op de rechter draaiknop drukt. Zie 'Be­stemmingsgeheugen' op pagina 35. Voor het opslaan kunt u ook het vinkje kiezen en kort op de rechter draaiknop drukken.
Als u aan de bestemming geen willekeu­rige naam wilt geven, houdt u de rechter
draaiknop langer dan 2 seconden in­gedrukt. Het vooraf ingevoerde adres wordt in het bestemmingsgeheugen op­geslagen. De laatst ingevoerde bestemming kan ook op een willekeurige plaats worden ingevoegd door aan de rechter draaiknop
te draaien. Als u kort op de rechter draaiknop drukt , wordt de geheugen­plaats bevestigd. Er kunnen in totaal 50 bestemmingen worden opgeslagen.
Voor de definitieve opslag in het be­stemmingsgeheugen moet de navigatie worden gestart of er moet naar een nieuw in te voeren bestemming worden overgeschakeld door NIEUWE BEST. te kiezen.
24
Gebruiksmodus Navigatie

Opgeslagen bestemmingen wissen

X Bestemmingsgeheugen selecteren (zie
pagina 35).
X Selecteer de te wissen bestemming
met de rechter draaiknop en druk de multifunctionele knop .

Bestemmingsgeheugen vol

Verschijnt als de bestemmingsgeheugen vol is en geen verdere doelen kunnen worden opgeslagen. Door op de rechter draaiknop te druk­ken, wordt de bestemmingsgeheugen opgeroepen. Nu kunnen bestemmingen worden gewist uit het bestemmingsge­heugen zoals in het voorafgaande ge­deelte reeds is beschreven, om plaats te maken voor nieuwe bestemmingen. Door op de knop te drukken wordt het opslaan afgebroken.
Route naar de bestemming berekenen
De mededeling ’De route wordt bere­kend’ kondigt aan dat de route wordt be­rekend, wat enkele seconden kan duren. Na de eerste navigatie-aanwijzing knip­pert op het display de melding zolang tot de complete route is bere­kend. Bij het invoeren van verre bestem­mingen is het zinvol pas weg te rijden wanneer de melding
CD niet meer knip-
pert.

Route opnieuw berekenen.

Als de huidige route naar de bestemming niet wordt gevolgd vanwege een wegaf­sluiting, een omleiding, door per onge­luk verkeerd rijden of omdat u de route­aanwijzing niet hebt gevolgd, berekent het systeem onmiddellijk een nieuwe route. Tijdens het berekenen verschijnt de melding NEW ROUTE.
CD net

Tussenstop

De optie Tussenstop biedt u de moge­lijkheid om in de actieve route een Tus­senstop in te voeren.

Tussenstop invoeren

X Druk op de multifunctionele knop
.
X Maak met de rechter draaiknop een
keuze en bevestig deze door op de draaiknop te drukken.
• BEST. GEHEUGEN
(zie pagina 35) Selecteer een tussen­stop uit het bestemmingsgeheugen.
• BESTEMMING
(zie pagina 16) hiermee kunt u een tus­senstop met de precieze aanduiding van het adres invoeren.
25
Navigatie
• BIJZONDERE BEST. (zie pagina 35) hiermee kunt u bijzon­dere bestemmingen als tussenstoppen selecteren via OMGEVING, NABIJ BESTEMMING en PLAATS/LAND. Dit zijn bijv. tankstations of vliegvel­den.

Navigatie naar tussenstop starten

X Druk op de rechter draaiknop om
de navigatie naar de tussenstop te star­ten.
De route wordt berekend waarna de na­vigatie wordt gestart.
Aanwijzing:
Tijdens de navigatie naar een tussen­stop wordt invers weergegeven.

Tussenstop wissen

X Druk op de multifunctionele knop
.
X Druk binnen 8 seconden op de rechter
draaiknop om de tussenstop te wis­sen.

Tussenstop bereikt

Na de melding TUSSENSTOP BE­REIKT wordt automatisch de navigatie naar de oorspronkelijke bestemming ge­start.

Filefunctie

Met deze functie kunt u de vanaf de vol­gende splitsing nog voor u liggende sec­toren van het traject vermijden en een omleidingsroute berekenen als u op een file of een wegafsluiting afrijdt.

Lengte van de file invoeren

X Druk op de multifunctionele knop
.
X Stel met de rechter draaiknop de
lengte van de file in en bevestig de in­voer door op de draaiknop te drukken.
26
Op het display wordt invers weer­gegeven, de route wordt opnieuw bere­kend.
Gebruiksmodus Navigatie

Te vermijden sector wissen

X Druk op de multifunctionele knop
.
X Druk binnen 8 seconden op de rechter
draaiknop om een te vermijden sector te wissen.

Navigatie afbreken

X Druk op de knop .
X De navigatie wordt afgebroken, als u
binnen 8 seconden op de rechter draaiknop drukt.
Anders gaat het programma door met de navigatie naar de bestemming.

Toelichting bij de navigatie

Na de invoer van de bestemming (adres) berekent het systeem de route en het zegt: ’Klaar voor vertrek’. De navigatie-aanwijzingen worden door gesproken teksten en meldingen op het display aan u doorgegeven. Door op de linker draaiknop te druk­ken, wordt de laatste aanwijzing her­haald. Door op de rechter draaiknop te drukken, kan de rijrichting worden aan­gegeven ingeval van een onduidelijke aanwijzing, bijv. op een kruising zonder een aangegeven richtingsverandering.
Volg daarna de richtingspijl in de aange­geven richting. Als u op de rechter draaiknop drukt, blijft deze weergave gedurende 8 secon­den zichtbaar.
27
Navigatie
G
G
Gevaar voor ongevallen
Bij het rijden van een voertuig in het verkeer zijn de geldende verkeersregels te allen tijde bepalend. Het navigatiesy­steem is maar een hulpmiddel, in som­mige gevallen kunnen de gegevens onjuist zijn. De bestuurder moet in elke situatie zelf besluiten of hij de gegevens betrouwbaar vindt. Wij zijn in geen geval aansprakelijk voor onjuiste gegevens in het navigatie­systeem.
Ter illustratie geven wij u een aantal voorbeelden van mogelijke aanwijzin­gen voor een te rijden route:
• 'Indien mogelijk, keren'.
U bevindt zich in de verkeerde rijrich­ting en u moet keren zodra dit moge­lijk is.
• 'Na 300 meter rechts afslaan'.
De markeringspijl weer, waar u moet afslaan. De statusbalk rechts visualiseert de af­stand. Het zwarte gedeelte van de sta­tusbalk wordt steeds korter, naarmate u de kruising nadert.
• 'Weg vervolgen'.
Deze aanduiding geeft aan, dat u het verloop van de straat moet volgen.
geeft de straat
"
• 'Vervolgens links afslaan' of 'A.u.b. links voorsorteren'.
Deze aanbeveling komt voordat u gaat afslaan. 'Links voorsorteren' betekent echter niet dat u meteen op het linker voor­sorteervak moet gaan rijden!
Aanwijzing:
Op kruisingen en rotondes wordt van de straten die u voorbij moet rijden slechts een klein gedeelte weergege­ven.
• 'Verlaat de rotonde via de derde af­slag'.
Deze weergave laat u zien welke af­slag (met pijl aangegeven) u op de ro­tonde moet nemen.
28
Gebruiksmodus Navigatie
• 'Nu rechtdoor rijden'.
Hier moet u rechtdoor rijden.
• 'Volg de richtingspijlen'.
Dit duidt aan, dat u zich op een niet­gedigitaliseerde straat bevindt (bijv. parkeerplaats, garage, parkeergarage) die geen deel uitmaakt van de digitale wegenkaart. De pijl geeft de richting (hemelsbreed) naar de bestemming aan.
• 'Na 2 kilometer rechts aanhouden'.
Rechts aanhouden betekent, dat de straat zich splitst en dat u de betreffen­de rijrichting moet volgen.
• 'U hebt uw bestemming bereikt'.
U hebt de ingevoerde bestemming be­reikt en de navigatie is beëindigd.

Dynamische navigatie met TMC

Aanwijzing:
Dynamische navigatie is niet in alle lan­den mogelijk. Om de dynamische navigatie resp. de onderstaande functies te kunnen toepas­sen, moet TMC worden ingeschakeld zoals beschreven onder 'TMC in-/uit­schakelen' op pagina 54. Door de eventuele nieuwe berekening van de route bij een actieve dynamische navigatie kan het voorkomen, dat het navigatiesysteem om de navigatie-cd vraagt (als de navigatie-cd niet in het station is geplaatst).
29
Navigatie

Wat is dynamische navigatie?

Met dynamische navigatie wordt de rou­te berekend, rekening houdend met de actuele verkeersberichten. De verkeersberichten worden door een TMC-radiozender naast het normale ra­dioprogramma uitgezonden en door het navigatiesysteem ontvangen en ver­werkt. De ontvangst van deze verkeers­berichten is kosteloos.
Aanwijzing:
Omdat de verkeersinformatie door ra­diozenders wordt uitgezonden, kunnen wij de volledigheid en juistheid van de berichten niet garanderen.
Oostenrijk: De locatie en eventcode zijn door de ASFINAG en de BMVIT ter beschikking gesteld.

Dynamische navigatie

In het routemenu kan door het kiezen van START-DYN.RTE. de dynamische navigatie worden gestart. Is de dynamische navigatie actief, dan wordt voortdurend gecontroleerd of er relevante verkeersberichten voor de in­gestelde route zijn. Met de optie ’Snelle route’ wordt de route berekend, hierbij rekening houdend met de actuele ver­keersberichten. Wordt bij de controle geconstateerd, dat een verkeersbericht voor de navigatie van belang is, dan be­rekent het apparaat automatisch een nieuwe route naar de bestemming. Op het display wordt NEW ROUTE weergegeven. Bovendien wordt de vol­gende tekst gesproken: ’De route wordt
op basis van actuele verkeersberich­ten opnieuw berekend’.
Op het display verschijnt invers.
Aanwijzing:
Als er geen TMC-zender kan worden gevonden, wordt de melding OP‘T OGENBLIK GEEN TMC-ONT­VANGST MOGELIJK. Na korte tijd keert het apparaat terug naar het naviga­tiedisplay. Ook als gedurende 10 minuten geen TMC-zender werd ontvangen, ver­schijnt de melding OP‘T OGENBLIK GEEN TMC-ONTVANGST MOGE­LIJK. Bovendien klinkt een kort akoes­tisch signaal.
Uw navigatiesysteem kan bij een inge­stelde of bij een niet ingestelde TMC­zender TMC-informatie ontvangen. Om TMC-informatie optimaal te kunnen ontvangen, raden wij u echter aan om een TMC-zender in te stellen.
30
Loading...
+ 79 hidden pages