BAUKNECHT GKN 14430 User Manual

Gebruiksaanwijzing

 

Istruzioni per l’uso

 

Consignes d’utilisation

 

Instructions for use

Gebrauchsanweisung

 

 

 

 

 

 

 

 

NEDERLANDS

Gebruiksaanwijzing

Pagina 3

 

 

 

FRANÇAIS

Directives d’utilisation

Page 15

 

 

 

DEUTSCH

Gebrauchsanleitung

Seite 27

 

 

 

ITALIANO

Istruzioni per l’uso

Pagina 39

 

 

 

ENGLISH

Instructions for use

Page 51

 

 

 

2

INDEX

 

Hoofdstuk 1: INSTALLATIE...........................................................................................................

4

1.1. EEN APPARAAT INSTALLEREN...................................................................................................................................

4

1.2. TWEE APPARATEN INSTALLEREN.............................................................................................................................

4

1.3. DEUREN AFSTELLEN (INDIEN BESCHIKBAAR)........................................................................................................

4

Hoofdstuk 2: FUNCTIES................................................................................................................

5

2.1. SMART DISPLAY* (SLIMME DISPLAY)*.....................................................................................................................

5

2.2. 6TH SENSE VRIESCONTROLE / PROFREEZE VRIESCONTROLE .........................................................................

5

2.3. AAN/STAND-BY .................................................................................................................................................

5

2.4. BLACKOUT-ALARM.....................................................................................................................................................

5

2.5. ALARM TEMPERATUUR..............................................................................................................................................

5

2.6. ALARM DEUR OPEN....................................................................................................................................................

5

2.7. FEESTMODUS* ...........................................................................................................................................................

6

2.8. SHOCK FREEZE* .........................................................................................................................................................

6

2.9. FAST FREEZE* (SNEL INVRIEZEN) .............................................................................................................................

6

2.10. FUNCTIE ECO NIGHT (NACHTTARIEF) *..................................................................................................................

7

2.11. FREEZE CONTROL* (VRIESCONTROLE)..................................................................................................................

7

2.12. AUTOMATIC NO FROST (AUTOMATISCH ONTDOOIEN).......................................................................................

7

2.13. ICE MATE*..................................................................................................................................................................

8

2.14. SYSTEEM MET LED-VERLICHTING*........................................................................................................................

8

Hoofdstuk 3: GEBRUIK.................................................................................................................

8

3.1. DE OPSLAGRUIMTE VAN DE VRIEZER VERGROTEN................................................................................................

8

3.2. OPMERKINGEN...........................................................................................................................................................

8

Hoofdstuk 4: TIPS VOOR OPSLAG VAN LEVENSMIDDELEN.....................................................

9

4.1. OPSLAGTIJD VAN BEVROREN LEVENSMIDDELEN..................................................................................................

9

4.2. TIPS VOOR HET INVRIEZEN EN OPSLAAN VAN VERSE LEVENSMIDDELEN........................................................

10

4.3. VRIESELEMENTEN GEBRUIKEN*.............................................................................................................................

10

4.4. DIEPGEVROREN LEVENSMIDDELEN: WINKELTIPS...............................................................................................

10

Hoofdstuk 5: FUNCTIONELE GELUIDEN...................................................................................

11

Hoofdstuk 6: AANBEVELINGEN WANNEER HET APPARAAT NIET WORDT GEBRUIKT........

12

6.1. AFWEZIGHEID/VAKANTIE.......................................................................................................................................

12

6.2. VERHUIZEN................................................................................................................................................................

12

6.3. STROOMUITVAL.......................................................................................................................................................

12

Hoofdstuk 7: ONDERHOUD EN REINIGING..............................................................................

12

Hoofdstuk 8: HANDLEIDING VOOR PROBLEEMOPLOSSING.................................................

13

8.1. VOORDAT U CONTACT OPNEEMT MET DE KLANTENSERVICE.............................................................................

13

8.2. STORINGEN...............................................................................................................................................................

14

Hoofdstuk 9: CONSUMENTENSERVICE....................................................................................

14

Overige:

 

SCHARNIERZIJDE DEUR OMKEREN (VERSIE_1)...........................................................................................................

63

SCHARNIERZIJDE DEUR OMKEREN (VERSIE_2)...........................................................................................................

65

INTERIEURELEMENTEN DIEPVRIES VERWIJDEREN/AANBRENGEN...........................................................................

67

OPMERKING:

De instructies gelden voor verschillende modellen; er kunnen dus verschillen zijn. Hoofdstukken die alleen gelden voor bepaalde apparaten worden aangegeven met een asterisk (*).

Functies die specifiek gelden voor het reeds aangeschafte productmodel vindt u in de BEKNOPTE HANDLEIDING.

3

1. INSTALLATIE

1.1. EEN APPARAAT INSTALLEREN

Om voor voldoende ventilatie te zorgen dient er aan beide zijkanten en aan de bovenkant van het apparaat ruimte vrijgelaten te worden.

De afstand tussen de achterzijde van het apparaat en de muur achter het apparaat dient minimaal 50 mm te bedragen.

Bij minder ruimte aan de achterzijde neemt het energieverbruik van het product toe.

1.2. TWEE APPARATEN INSTALLEREN

Tijdens het installeren zorgen de vriezer 1 en de koelkast 2 samen dat de vriezer links en de koelkast rechts

wordt geplaatst (zie de afbeelding). De linkerzijde van de koelkast is uitgerust met een speciale voorziening om condensatieproblemen tussen de apparaten te voorkomen.

Er wordt aanbevolen twee apparaten samen te installeren met behulp van de verbindingsset 3 (zie de afbeelding). Deze kunt u aanschaffen bij de Consumentenservice.

1.3. DEUREN AFSTELLEN (INDIEN BESCHIKBAAR)

Gebruik voor het nivelleren van de deuren het verstelbare onderste scharnier

(selecteer modellen)

Als de koelkastdeur lager is dan de vriezerdeur kan de koelkastdeur worden verhoogd door de stelschroef tegen de klok in te draaien met behulp van een M10 moersleutel.

Als de vriezerdeur lager is dan de koelkastdeur kan de vriezerdeur worden verhoogd door de stelschroef tegen de klok in te draaien met behulp van een M10 moersleutel.

50mm

50mm

5 ma

x

 

mm

*Alleen beschikbaar op bepaalde modellen. Controleer in de BEKNOPTE HANDLEIDING of deze functie beschikbaar is voor uw model.

4

2. FUNCTIES

2.1. SMART DISPLAY* (SLIM DISPLAY*)

Deze functie kan gebruikt worden om energie te besparen. Volg de instructies in de Beknopte handleiding om de functie in of uit te schakelen. Twee seconden na activering van

het Smart Display gaat het display uit. Om de temperatuur aan te passen of andere functies te gebruiken moet het display weer geactiveerd worden. Druk hiervoor op een willekeurige toets. Na ongeveer 15 seconden zonder enige handeling gaat het display weer uit. Wanneer de functie wordt uitgeschakeld, wordt het normale display getoond. Het Smart Display wordt automatisch uitgeschakeld na een stroomuitval. N.B.: deze functie ontkoppelt het apparaat niet van de netvoeding, maar vermindert alleen het energieverbruik van het externe display.

Opmerking: Het energieverbruik van het apparaat in de verklaring verwijst naar de werking met de functie Smart Display ingeschakeld. Deze functie is alleen beschikbaar op het model met de gebruikersinterface op de deur.

2.2. 6TH SENSE VRIESCONTROLE / PROFREEZE VRIESCONTROLE

De functie 6th Sense Vriescontrole/Profreeze Vriescontrole dient om de juiste temperatuur te behouden in de volgende gevallen:

- De deur heeft een tijdje open gestaan

De functie treedt in werking bij iedere opening van de deur die de binnentemperatuur van het apparaat

wijzigt, en blijft actief gedurende de tijd die nodig is om automatisch de optimale conserveringsomstandigheden te herstellen.

- Er is vers voedsel in de vriezer geplaatst

De functie treedt iedere keer dat er levensmiddelen in de vriezer worden geplaatst in werking, en blijft actief

gedurende de tijd die nodig is om optimale invriescondities te creëren, waarbij de juiste balans tussen de kwaliteit van het invriezen en het energieverbruik wordt gegarandeerd.

Opmerking: De duur van de functie 6th Sense Vriescontrole/Profreeze Vriescontrole wordt niet alleen op basis van de hoeveelheid in te vriezen voedingsmiddelen berekend, maar ook op basis van de hoeveelheid voedingsmiddelen die reeds aanwezig is in de vriezer en van de omgevingstemperatuur. Daarom zijn aanzienlijke variaties in de duur van deze functie vrij normaal.

2.3. AAN/STAND-BY

Deze functie dient om de vriesvakken Aan of in Stand-by te zetten. Om het product in Stand-by te zetten, houdt u

de knop On/Stand-by 3 seconden ingedrukt. Als het apparaat in Stand-by staat, werkt de binnenverlichting van het vriesvak niet. Bedenk wel dat het apparaat op deze manier niet van de elektrische voeding wordt afgekoppeld. Om het apparaat weer in te schakelen, drukt

u op de knop Aan/Stand-by .

2.4. BLACKOUT-ALARM

Uw product is zo ontworpen dat het na een stroomstoring automatisch de temperatuur in de vriezer controleert wanneer de stroom weer wordt ingeschakeld. Als de temperatuur in de vriezer boven het vriesniveau ligt,

gaat het symbool Blackout branden, knippert het alarmsymbool en klinkt het geluidssignaal wanneer de stroomtoevoer hersteld is.

Druk om het alarm te resetten éénmaal op de knop Alarm stoppen .

In geval van een Blackout-alarm, worden de volgende handelingen aanbevolen:

Als het voedsel in de vriezer niet bevroren maar nog wel koud is, breng het dan over naar de koelkast en eet het binnen 24 uur op.

Als het voedsel in de vriezer bevroren is, betekent dit dat het voedsel ontdooid was en weer werd ingevroren toen de stroomtoevoer hersteld werd, de smaak, kwaliteit en voedingswaarde is verminderd en het voedsel kan zelfs bedorven zijn. Er wordt aanbevolen om deze levensmiddelen niet op te eten en de hele inhoud van de vriezer weg te gooien. Het blackout-alarm is ontworpen om informatie te geven over de kwaliteit van de voedingsmiddelen die in de

vriezer aanwezig zijn bij een stroomuitval. Dit systeem garandeert de kwaliteit van de levensmiddelen niet en consumenten wordt geadviseerd hun gezonde verstand te gebruiken bij het controleren van de kwaliteit van de levensmiddelen in het vriesvak.

2.5. TEMPERATURE ALARM (ALARM TEMPERATUUR)

Het geluidssignaal klinkt en het temperatuursymbool (°C) knippert. Het alarm wordt geactiveerd als:

Het apparaat op de netstroom wordt aangesloten nadat het een tijdlang niet gebruikt is

De temperatuur in de vriezer te hoog is

De hoeveelheid verse levensmiddelen die in de koelkast is gezet, groter is dan aangegeven op het typeplaatje

De deur van de vriezer lang open heeft gestaan. Druk om het alarmsignaal te stoppen éénmaal op de knop Alarm stoppen . Het alarmsymbool wordt automatisch uitgeschakeld zodra de

temperatuur in het vriesvak onder de -10 °C komt, het temperatuurinstelsymbool (°C) stopt met knipperen en de gekozen instelling wordt weergegeven.

2.6. ALARM DEUR OPEN

Het alarmsymbool knippert en er klinkt een geluidsalarm. Het alarm wordt geactiveerd als de deur langer dan 2 minuten open blijft staan. Om het alarm uit te schakelen sluit u de deur of drukt u éénmaal op de

knop Alarm stoppen om het geluidsalarm te stoppen.

*Alleen beschikbaar op bepaalde modellen. Controleer in de BEKNOPTE HANDLEIDING of deze functie beschikbaar is voor uw model.

5

2.7. PARTY MODE* (FEESTMODUS*)

Gebruik deze functie om dranken te koelen in het vriesvak. 30 minuten na selecteren (de benodigde tijd om een fles van 0,75 liter te koelen zonder dat het glas breekt) knippert het symbool en klinkt een geluidssignaal: haal de fles uit het vriesvak en druk op de knop Alarm stoppen om het alarm uit te schakelen.

Belangrijk: laat de fles niet langer in het vriesvak dan de tijd die nodig is voor het koelen.

2.8. SHOCK FREEZE*

Het "Shock Freeze"-vak is specifiek ontworpen om zeer snel maximaal 2 kg verse levensmiddelen in te vriezen. De ultrasnelle "Shock Freeze"-functie minimaliseert de vorming van ijskristallen binnen de levensmiddelen terwijl deze worden ingevroren, waardoor deze de best mogelijke kwaliteit hebben wanneer deze ontdooid worden voor consumptie. Wanneer de "Shock Freeze"- functie niet actief is, kan het vak op de normale wijze worden gebruikt voor gewoon invriezen of voor het bewaren van diepvriesproducten.

Opmerking: Wanneer de "Shock Freeze"-functie actief is, kunt u een zoemend geluid horen. Dit is volkomen normaal; het wordt veroorzaakt door de luchtstroom die een optimale verspreiding van de koude binnen het vak mogelijk maakt.

De "Shock Freeze"-functie inen uitschakelen:

1.Zorg ervoor dat er minimaal 12 uur voorbij zijn gegaan sinds de laatste keer dat de "Shock Freeze"- functie werd ingeschakeld (als dit het geval is). Activeer de functie niet vaker dan eenmaal per 12 uur.

2.Zorg ervoor dat de "Fast Freeze"-functie niet actief is: De functies "Shock Freeze" en "Fast Freeze" kunnen niet tegelijkertijd worden ingeschakeld.

3.Maak het "Shock Freeze"-vak leeg.

4.Schakel de "Shock Freeze"-functie in door de knop

op het bedieningspaneel kort aan te raken: Het symbool gaat branden en de ventilatoren aan

de onderkant van het vak gaan draaien, waardoor de koude luchtstroom versterkt wordt en het vriesproces versneld wordt.

5.Leg de in te vriezen levensmiddelen in het vak, een paar centimeter (min. 2 cm) van de ventilatoren op de bodem van het vak vandaan, zodat de koude lucht kan circuleren.

6.Om de maximale invriessnelheid te bereiken wordt aanbevolen de "Shock Freeze"-functie niet uit te schakelen tot deze automatisch gedeactiveerd wordt, en de deur gesloten te houden

7.De "Shock Freeze"-functie wordt na 4-5 uur automatisch uitgeschakeld: het symbool gaat uit en de ventilatoren worden uitgeschakeld. De "Shock

Freeze"-functie kan niettemin op elk gewenst moment

worden uitgeschakeld, door kort op de knop op het bedieningspaneel te drukken: het symbool gaat uit en de ventilatoren worden uitgeschakeld.

Let op:

Incompatibiliteit met de “Fast Freeze”-functie

Om optimale prestaties te garanderen kunnen de functies "Shock Freeze" en "Fast Freeze" niet tegelijkertijd worden gebruikt. Als de "Fast Freeze"- functie al ingeschakeld

is, moet deze eerst worden uitgeschakeld voordat u de "Shock Freeze"-functie kunt activeren (en andersom).

Als de ventilatoren in het Shock Freeze-vak niet

beginnen te draaien

Nadat de "Shock Freeze"-functie geactiveerd is, kan het voorkomen dat het symbool normaal gaat branden, maar dat de ventilatoren niet beginnen te draaien. Dit is normaal; het betekent dat de vriezer ontdooid wordt.

Aan het eind van de ontdooifase (maximale duur: 1,5 uur) gaan de ventilatoren automatisch werken en begint het "Shock Freeze"-proces op de normale manier.

Als het symbool niet gaat branden

Als nadat u op de knop hebt gedrukt het symbool gaat branden,: dan hebt u de knop te lang ingedrukt gehouden. Om de "Shock Freeze"-functie in te schakelen moet u eerst de "Fast Freeze"-functie uitschakelen

(de knop

3 seconden ingedrukt houden, vervolgens

de knop

kort aanraken, zonder deze langer dan

1 seconde ingedrukt te houden).

2.9. FAST FREEZE*

De hoeveelheid verse levensmiddelen (in kg) die in 24 uur kan worden ingevroren staat aangegeven op het typeplaatje.

Deze functie kan gebruikt worden om optimale prestaties te verkrijgen met het apparaat, 24 uur vooraleer

voedsel in de vriezer te doen. Volg de instructies in de Snelstartgids om de functie in/uit te schakelen. In het algemeen is ongeveer 24 uur snelvriezen nadat het voedsel in de vriezer is gezet voldoende; De functie Fast Freeze wordt na 50 uur automatisch uitgeschakeld.

Let op:

Om energie te besparen kan de snelvriesfunctie na een paar uur worden uitgeschakeld wanneer u kleine hoeveelheden levensmiddelen invriest.

*Alleen beschikbaar op bepaalde modellen. Controleer in de BEKNOPTE HANDLEIDING of deze functie beschikbaar is voor uw model.

6

• Incompatibiliteit met de “Shock Freeze”-functie

Om optimale prestaties te garanderen kunnen de functies "Shock Freeze" en "Fast Freeze" niet tegelijkertijd worden gebruikt. Als de "Fast Freeze"- functie al ingeschakeld

is, moet deze eerst worden uitgeschakeld voordat u de "Shock Freeze"-functie kunt activeren (en andersom).

2.10. FUNCTIE ECO NIGHT (NACHTTARIEF) *

Met de Eco Night-functie kan het apparaat het energieverbruik concentreren in de uren met het lagere tarief (meestal 's nachts), wanneer er meer elektriciteit beschikbaar is en deze minder kost dan overdag (alleen in landen met een tijdgebaseerd systeem met meerdere tarieven - vraag de energietarieven op bij uw plaatselijke energiebedrijf).

Om de functie te activeren drukt u op de knop op het tijdstip waarop het lagere tarief ingaat (afhankelijk van het specifieke tarievenschema). Als het gereduceerde tarief bijvoorbeeld om 20:00 uur start, dan moet u op dat tijdstip op de knop drukken. Wanneer het symbool Eco Night AAN is, dan is de functie ingeschakeld.

Als de functie geactiveerd is, dan past het apparaat het energieverbruik automatisch aan de geselecteerde tijd aan, d.w.z. het apparaat verbruikt dan overdag minder energie dan 's nachts.

BELANGRIJK: Voor een goede werking moet de functie dag en nacht ingeschakeld zijn. De functie blijft ingeschakeld tot deze uitgeschakeld wordt (of uitgeschakeld wordt bij een stroomuitval of als het

apparaat wordt uitgezet). Om de functie uit te schakelen drukt u nogmaals op de knop . Wanneer het symbool Eco Night UIT is, dan is de functie uitgeschakeld.

Opmerking: Het energieverbruik van het apparaat in de verklaring verwijst naar de werking met de Eco Nightfunctie uitgeschakeld.

2.11. FREEZE CONTROL* (VRIESCONTROLE)

Vriescontrole is een geavanceerde technologie die temperatuurschommelingen in het gehele

vriescompartiment tot een minimum beperkt, dankzij een innovatief luchtsysteem, volledig onafhankelijk van de koelkast. Vriesbrand wordt tot 60% verlaagd en het voedsel behoudt de oorspronkelijke kwaliteit en kleur.

Voor het activeren van "Vriescontrole de functie in het menu kiezen, instellen op > ON < en de OK-toets

indrukken om de selectie te bevestigen. Herhaal dezelfde procedure om deze functie te deactiveren door in te stellen op >OFF<.

De functie werkt naar behoren in een vastgesteld temperatuurbereik: tussen -22 °C tot -24 °C. Wanneer de functie is ingeschakeld en de huidige temperatuur in de vriezer is ingesteld op een warmer

instelpunt dan -22 °C wordt de temperatuur automatisch ingesteld op -22 °C, om overeen te stemmen met het werkbereik.

Als de functie is ingeschakeld en de gebruiker de temperatuur van de vriezer buiten het werkbereik wijzigt wordt de functie automatisch uitgeschakeld.

Wanneer Fast freezing is ingeschakeld wordt de functie "Vriescontrole" afgeremd totdat de Fast Freezing-functie is uitgeschakeld.

2.12. AUTOMATIC NO FROST (AUTOMATISCH ONTDOOIEN)

Dit product is ontworpen om automatisch te ontdooien volgens de gebruiksvoorwaarden en de omgevingsvochtigheid.

Vriezers met No Frost-functie beschikken over luchtrecirculatie rond de opslaggebieden, waardoor ijsvorming wordt voorkomen en ontdooien niet meer nodig is.

Ingevroren levensmiddelen blijven niet aan de wanden kleven, de labels blijven leesbaar en de opslagruimte blijft netjes.

In combinatie met 6th Sense.

*Alleen beschikbaar op bepaalde modellen. Controleer in de BEKNOPTE HANDLEIDING of deze functie beschikbaar is voor uw model.

7

2.13. ICE MATE* IJSBLOKJES MAKEN

Verwijder de ijsblokjeslade door het naar u toe te trekken.

WAARSCHUWING: Vul het bakje met drinkwater (tot maximaal 2/3 van de inhoud vullen).

of

Plaats de Ice Mate terug in het vriesvak of plaats het ijsblokjesbakje terug in de Ice Mate. Kijk uit dat u geen water morst.

Wacht tot de ijsblokjes gevormd zijn (aanbevolen is ongeveer 4 uren te wachten).

OPMERKING: De Ice Mate is uitneembaar. Hij kan horizontaal overal in het vriesvak worden geplaatst, of uit het apparaat worden verwijderd als u geen ijsblokjes nodig heeft.

IJSBLOKJES UIT DE IJSMAKER HALEN

Zorg ervoor dat de opvangbak op zijn plaats zit onder het ijsblokjesbakje. Schuif hem zo nodig op zijn plaats.

Draai een van de hendels stevig naar rechts tot het bakje licht kantelt. De ijsblokjes vallen in de opvangbak.

Herhaal stap 2 voor de andere helft van het bakje, indien nodig.

Om ijsblokjes te krijgen tilt u de opvangbak een beetje op en trekt u hem naar u toe.

OPMERKING: als u wilt kunt u de gehele Ice Mate uit het apparaat verwijderen om de ijsblokjes er op een handige plaats uit te halen (bijvoorbeeld: direct aan tafel).

of

2.14. SYSTEEM MET LED-VERLICHTING*

Het verlichtingssysteem binnenin het vriesvak maakt gebruik van LED-lampjes; dit zorgt niet alleen voor een betere verlichting maar ook voor een zeer laag

energieverbruik. Als het systeem met ledverlichting niet werkt, contact opnemen met de Consumentenservice om het te laten vervangen.

3. GEBRUIK

3.1. DE OPSLAGRUIMTE VAN DE VRIEZER VERGROTEN

U kunt de bewaarcapaciteit van de vriezer vergroten door:

de korven / kleppen* verwijderen zodat u grote producten kunt bewaren.

de voedselproducten rechtstreeks op de schappen van de vriezer leggen.

de Ice Mate* verwijderen.

het flessenrek* verwijderen.

3.2. OPMERKING

Blokkeer de luchtuitlaat (op de achterwand van het apparaat) niet met levensmiddelen.

Als de vriezer wordt geleverd met een klep dan kan het opslagvolume worden gemaximaliseerd door de klep te verwijderen.

Alle schappen, kleppen en schuifmandjes zijn uitneembaar.

De binnentemperatuur van het apparaat kan beïnvloed worden door de omgevingstemperatuur, hoe vaak de deur wordt geopend en de plaats van het apparaat. Bij het instellen van de temperatuur moet rekening gehouden worden met deze factoren.

Tenzij anders gespecificeerd zijn de accessoires van het apparaat niet geschikt voor een vaatwasser.

*Alleen beschikbaar op bepaalde modellen. Controleer in de BEKNOPTE HANDLEIDING of deze functie beschikbaar is voor uw model.

8

4. TIPS VOOR OPSLAG VAN LEVENSMIDDELEN

De vriezer is de ideale opslagplaats voor het opslaan van ingevroren levensmiddelen, het maken van ijsblokjes en het invriezen van verse levensmiddelen in het vriesvak.

De maximale hoeveelheid verse levensmiddelen die in 24 uur kan worden ingevroren wordt aangegeven op het typeplaatje (…kg/24h).

Indien u een kleine hoeveelheid levensmiddelen in de vriezer opslaat, wordt aanbevolen het koudste gedeelte van het vriesvak te gebruiken, namelijk het bovenste of het middelste gedeelte, afhankelijk van het model

(zie het productblad om na te gaan welk gedeelte wordt voorgesteld voor het invriezen van verse levensmiddelen).

4.1. OPSLAGTIJD VAN BEVROREN LEVENSMIDDELEN

In de tabel wordt de aanbevolen opslagtijd voor diepgevroren verse levensmiddelen aangegeven.

LEVENSMIDDELEN

OPSLAGTIJD

 

(maanden)

 

 

Vlees

 

Rundvlees

8 - 12

Varkensvlees, kalfsvlees

6 - 9

Lamsvlees

6 - 8

Konijnenvlees

4 - 6

Gehakt/orgaanvlees

2 - 3

Saucijzen

1 - 2

 

 

Gevogelte

 

Kip

5 - 7

Kalkoen

6

Eetbare organen gevogelte

2 - 3

 

 

Kreeftachtigen

 

Weekdieren, kreeft

1 - 2

Krab, kreeft

1 - 2

 

 

Schaaldieren

 

Oesters, zonder schaal

1 - 2

 

 

Vis

 

Vette vis (zalm, haring, makreel)

2 - 3

Magere vis (kabeljauw, tong)

3 - 4

 

 

Stoofvlees

 

Vlees, gevogelte

2 - 3

 

 

Zuivelproducten

 

Boter

6

Kaas

3

Room

1 - 2

IJs

2 - 3

Eieren

8

 

 

Soep en sauzen

 

Soep

2 - 3

Jus

2 - 3

Pastei

1

Ratatouille

8

 

 

Gebak en brood

 

Brood

1 - 2

Taart (normaal)

4

Gateaux (gebak)

2 - 3

Crêpes

1 - 2

Ongebakken gebak

2 - 3

Quiche

1 - 2

Pizza

1 - 2

*Alleen beschikbaar op bepaalde modellen. Controleer in de BEKNOPTE HANDLEIDING of deze functie beschikbaar is voor uw model.

9

GROENTE EN FRUIT

LEVENSMIDDELEN

OPSLAGTIJD

 

(maanden)

 

 

 

 

 

Fruit

 

 

 

Appels

 

 

12

Abrikozen

 

 

8

Bramen

8

- 12

Zwarte/rode bessen

8

- 12

Kersen

 

 

10

Perziken

 

 

10

Peren

8

- 12

Pruimen

 

 

10

Frambozen

8

- 12

Aardbeien

 

 

10

Rabarber

 

 

10

Vruchtensap (sinaasappelsap,

 

4

- 6

citroensap, grapefruitsap)

 

 

 

 

 

 

 

Groenten

8

- 10

Asperges

 

6 - 8

Basilicum

 

 

12

Bonen

8

- 10

Artisjokken

8

- 10

Broccoli

8

- 10

Spruiten

8

- 10

Bloemkool

10

- 12

Wortelen

 

6 - 8

Selderij

 

 

8

Paddestoelen (champignons)

 

6 - 8

Peterselie

10

- 12

Pepers

 

 

12

Erwten

 

 

12

Pronkbonen

 

 

12

Spinazie

8

- 10

Tomaten

8

- 10

Courgette

 

 

 

Er wordt aanbevolen om al uw ingevroren levensmiddelen van een label en datum te voorzien. Door een label aan te brengen, kunt u levensmiddelen makkelijker herkennen en weet u wanneer deze gebruikt moet worden voordat de kwaliteit ervan afneemt. Vries ontdooide levensmiddelen niet opnieuw in.

4.2.TIPS VOOR HET INVRIEZEN EN OPSLAAN VAN VERSE LEVENSMIDDELEN

Alvorens verse levensmiddelen in te vriezen dient u het te wikkelen en verzegelen in: aluminiumfolie, plastic folie, luchten waterdichte plastic zakken, polytheen containers met deksel of diepvriezercontainers die geschikt zijn voor het invriezen van verse levensmiddelen.

De levensmiddelen moeten vers, rijp en van een zeer goede kwaliteit zijn.

Verse groenten en fruit zo mogelijk direct na de oogst invriezen, om de voedingsstoffen, de consistentie, de kleur en de smaak te behouden.

Enkele vleessoorten (vooral wild) moet worden opgehangen voordat dit wordt ingevroren.

Opmerking:

Laat warme levensmiddelen altijd afkoelen voordat u ze in de vriezer legt.

Ontdooide of gedeeltelijk ontdooide levensmiddelen moeten onmiddellijk worden geconsumeerd. Vries ze niet opnieuw in, tenzij het voedsel na het ontdooien gekookt is. Nadat het gekookt is, mag het opnieuw worden ingevroren.

Flessen met vloeistof mogen niet worden ingevroren.

4.3. VRIESELEMENTEN GEBRUIKEN*

Vrieselementen helpen om de levensmiddelen bevroren te houden bij een stroomstoring. Plaats voor het beste gebruik de elementen op de levensmiddelen die aan de bovenzijde van het vak zijn opgeslagen.

4.4. DIEPGEVROREN LEVENSMIDDELEN: WINKELTIPS

Bij de aankoop van diepvriesproducten moet u op de volgende punten letten:

Zorg dat de verpakking niet beschadigd is (diepgevroren levensmiddelen in beschadigde verpakkingen kan een verminderde kwaliteit hebben). Indien de verpakking bol staat of vochtplekken heeft, werd het mogelijk niet bij optimale omstandigheden bewaard en het ontdooien is mogelijk al begonnen.

Koop tijdens het winkelen bevroren voedsel aan het einde van uw trip en vervoer het in een thermisch geïsoleerde koeltas.

Bij thuiskomst het bevroren voedsel onmiddellijk in de vriezer leggen.

Zelfs indien de levensmiddelen slechts gedeeltelijk ontdooid zijn, mag u deze niet opnieuw invriezen. Binnen 24 uur opeten.

Temperatuurschommelingen voorkomen of tot een minimum beperken. De uiterste houdbaarheidsdatum op de verpakking moet worden gerespecteerd.

Houd steeds rekening met de opslaginformatie op de verpakking.

10

5. FUNCTIONELE GELUIDEN

Geluiden afkomstig van het apparaat zijn normaal, omdat er een aantal ventilatoren en motoren voor het regelen van prestaties aanwezig zijn die automatisch worden inen uitgeschakeld.

Een aantal functionele geluiden kunnen worden verminderd door middel van

Installeer het apparaat horizontaal en op een vlakke ondergrond

Scheiden en vermijden van contact tussen het apparaat en meubilair.

Controleren of de interne onderdelen correct zijn geplaatst.

Controleren of flessen en verpakkingen niet tegen elkaar komen.

Enkele hoorbare functionele geluiden:

Een sisgeluid bij het voor de eerste keer of na een lange pauze inschakelen van het apparaat.

Een zoemgeluid wanneer de waterklep of de ventilator begint te werken.

Een borrelgeluid wanneer koelmiddel de leidingen instroomt.

Een kraakgeluid wanneer de compressor wordt gestart, ijsblokjes in het ijsvak vallen of een plotseling klikgeluid wanneer de compressor wordt inen uitgeschakeld.

BRRR geluid van de compressor die loopt.

De KLIK is van de thermostaat die afstelt hoe vaak de compressor draait.

11

6. AANBEVELINGEN WANNEER HET APPARAAT NIET WORDT GEBRUIKT

6.1. AFWEZIGHEID/VAKANTIE

Bij langere afwezigheid wordt aanbevolen levensmiddelen te consumeren en het apparaat te ontkoppelen om energie te besparen.

6.2. VERHUIZEN

1.Haal alle uitneembare elementen uit het apparaat.

2.Verpak ze zorgvuldig en zet ze aan elkaar vast met plakband om te voorkomen dat ze tegen elkaar klapperen of kwijtraken.

3.Schroef de stelvoetjes zodanig aan dat ze het steunvlak niet raken.

4.Sluit de deur en plak deze met plakband dicht en plak ook de voedingskabel met plakband aan het apparaat vast.

6.3. STROOMUITVAL

Als de stroom uitvalt,dient u zich tot het plaatselijke elektriciteitsbedrijf te wenden om te vragen hoe lang de stroomuitval zal duren.

Opmerking: Houd er rekening mee dat een vol vriesvak langer koud blijft dan een halfvol vak.

Als er op de voedingsmiddelen ijskristallen zichtbaar zijn, kunnen ze zonder enig risico opnieuw worden ingevroren, ook al zullen de smaak en het aroma waarschijnlijk anders zijn.

Wanneer de levensmiddelen duidelijk in een slechte staat verkeren, kunt u deze beter weggooien.

Als de stroomuitval korter dan 24 uur duurt.

1.Houd de deur van het apparaat gesloten. Op deze manier blijven de levensmiddelen in de koelkast zo lang mogelijk koud.

Als de stroomuitval langer dan 24 uur duurt.

1.Haal alle bevroren levensmiddelen uit het vriesvak en zet deze in een draagbare vriezer. Als dit type vriezer niet voorhanden is en als er geen pakken kunstijs beschikbaar zijn, probeer dan de levensmiddelen die het snelst bederven te consumeren.

2.Maak de ijsbak leeg.

7. ONDERHOUD EN REINIGING

Trek de stekker uit het stopcontact of sluit de stroomtoevoer af voordat u met reinigingsof onderhoudswerkzaamheden begint.

Reinig het apparaat regelmatig met een vochtige doek met een oplossing van lauw water en neutrale

schoonmaakmiddelen die speciaal bestemd zijn voor het reinigen van de binnenkant van een koelkast. Gebruik geen reinigingsof schuurmiddelen. Maak de onderdelen van de koelkast nooit schoon met licht ontvlambare vloeistoffen. De dampen die hieruit voortkomen kunnen brand of explosies veroorzaken. Reinig de buitenkant en de rubber afdichtingen met een vochtige doek en droog ze af met een zachte doek.

Gebruik geen stoomreinigers.

De condenser aan de achterzijde van het apparaat moet regelmatig worden gereinigd met behulp van een stofzuiger.

Belangrijk:

De toetsen en het display van het bedieningspaneel mogen niet gereinigd worden met middelen op basis van alcohol of daarvan afgeleide stoffen; gebruik in plaats daarvan een droge doek.

De slangen van het koelsysteem bevinden zich in de buurt van de bak voor het dooiwater en kunnen gloeiend heet worden. Maak ze regelmatig schoon met een stofzuiger.

Verplaats het voorste deel van de glasplaat om de aanslag voorbij te gaan en de glasplaat te verwijderen of te plaatsen.

12

8. HANDLEIDING VOOR PROBLEEMOPLOSSING

8.1. VOORDAT U CONTACT OPNEEMT MET DE CONSUMENTENSERVICE

De problemen bij het gebruik worden vaak veroorzaakt door kleinigheden die u zelf kunt opsporen en verhelpen, zonder dat hiervoor gereedschap nodig is.

PROBLEEM

OPLOSSING

 

 

Het apparaat werkt niet:

• Zit de stekker van de elektrische voedingskabel wel in een

 

stopcontact met de juiste spanning, en staat hier spanning op?

 

• Zijn de beveiligingsinrichtingen en de stoppen van de elektrische

 

installatie gecontroleerd?

 

 

Water in de ontdooibak:

• Dit is normaal bij heet, vochtig weer. De bak kan zelfs tot halverwege

 

gevuld raken. Controleer of het apparaat goed horizontaal staat om

 

te voorkomen dat het water uit de bak loopt.

 

 

Als de randen van de omkasting van

• Dit is normaal bij een warm klimaat en als de compressor in werking is.

het apparaat, die in contact staan met

 

de deurafdichtingen, warm aanvoelen:

 

Als de verlichting niet werkt:

• Zijn de beveiligingsinrichtingen en de stoppen van de elektrische

 

installatie gecontroleerd?

 

• Zit de stekker van de elektrische voedingskabel wel in een

 

stopcontact met de juiste spanning, en staat hier spanning op?

 

• Mochten de Leds gebroken zijn moet de gebruiker de Servicedienst

 

bellen om ze voor hetzelfde type om te wisselen, dat alleen te

 

verkrijgen is bij onze Servicecentra of bij erkende dealers.

 

 

De motor lijkt te lang in werking te

• De tijd dat de motor draait hangt van verschillende factoren af:

blijven:

het aantal keren dat de deur wordt geopend, de hoeveelheid

 

levensmiddelen die in de koelkast wordt bewaard, de

 

kamertemperatuur en de instelling van de thermostaten.

 

• Is de condensor (achterzijde van het apparaat) stofen pluisvrij?

 

• Zijn de deuren goed gesloten?

 

• Sluiten de deurafdichtingen perfect af?

 

• Op warme dagen of als het in de kamer warm is draait de motor

 

natuurlijk langer.

 

• Als de deur van het apparaat een tijdje open is geweest of als er

 

grote hoeveelheden voedsel zijn opgeslagen zal de motor langer

 

lopen, om de binnenkant van het apparaat af te laten koelen..

 

 

Als de temperatuur van het apparaat

• Zijn de bedieningen van het apparaat wel goed ingesteld?

te hoog is:

• Is er zojuist een grote hoeveelheid verse levensmiddelen in het

 

apparaat geplaatst?

 

• Controleer of de deur niet te vaak geopend is.

 

• Controleer of de deur goed gesloten is.

 

 

Als de deuren niet correct open gaan

• Controleer of de deur niet geblokkeerd wordt door levensmiddelen.

of sluiten:

• Controleer of de binnenste onderdelen of de automatische ijsmaker

 

allemaal goed op hun plaats zitten.

 

• Controleer of de deurafdichtingen niet vuil of kleverig zijn.

 

• Controleer of het apparaat horizontaal staat.

13

8.2. STORINGEN

In het geval van bedieningsalarmen worden deze tevens weergegeven in de cijfer-LED's (bijvoorbeeld Failure1, Failure2 enz.). Neem contact op met de Consumentenservice en noem de alarmcode. Het geluidsalarm klinkt, het

alarmsymbool gaat branden en de letter F op de letterdisplay knippert volgens de hieronder beschreven storingscode:

Storingscode

Weergave

 

 

 

 

Error 2

Letter F knippert aan/uit per 0,5 seconden. Knippert tweemaal AAN

 

en blijft vervolgens 5 seconden uit. Het patroon wordt herhaald.

x2

 

 

 

 

Error 3

Letter F knippert aan/uit per 0,5 seconden. Knippert driemaal AAN

 

en blijft vervolgens 5 seconden uit. Het patroon wordt herhaald.

x3

 

 

 

 

Error 6

Letter F knippert aan/uit per 0,5 seconden. Knippert zesmaal AAN

 

en blijft vervolgens 5 seconden uit. Het patroon wordt herhaald.

x6

 

 

 

 

9. KLANTENSERVICE

Voordat u contact opneemt met de Consumentenservice:

Schakel het apparaat opnieuw in en controleer of het probleem is opgelost. Indien niet, koppelt u het apparaat los van de stroomtoevoer en wacht ongeveer een uur voordat u het opnieuw inschakelt.

Als uw apparaat, nadat u de controles onder het kopje "Opsporen van storingen" hebt uitgevoerd en nadat u het apparaat opnieuw hebt ingeschakeld nog steeds niet goed werkt, neem dan contact op met de Consumentenservice en leg het probleem uit.

Vermeld het volgende:

het model en het serienummer van het apparaat (vermeld op het typeplaatje),

de aard van de storing,

het servicenummer (het nummer na het woord SERVICE op het typeplaatje aan de binnenkant van het apparaat),

uw volledige adres,

uw telefoonnummer en zonecode.

Opmerking:

De richting waarin de deur opengaat, kan worden veranderd. Indien deze actie wordt uitgevoerd door Consumentenservice valt dit niet onder de garantie.

14

INDEX

 

Chapitre 1 : INSTALLATION DU FOUR......................................................................................

16

1.1. INSTALLATION D'UN SEUL APPAREIL.....................................................................................................................

16

1.2. INSTALLATION DE DEUX APPAREILS......................................................................................................................

16

1.3. CHARNIÈRES AJUSTABLES (SELON LE MODÈLE)..................................................................................................

16

Chapitre 2 : FONCTIONS...........................................................................................................

17

2.1. AFFICHAGE INTELLIGENT*......................................................................................................................................

17

2.2. CONTRÔLE DE LA CONGÉLATION 6TH SENSE / CONTRÔLE DE LA CONGÉLATION PROFREEZE .....................

17

2.3. MARCHE/VEILLE .......................................................................................................................................................

17

2.4. ALARME DE COUPURE DE COURANT ....................................................................................................................

17

2.5. ALARME DE TEMPÉRATURE.....................................................................................................................................

17

2.6. ALARME DE PORTE OUVERTE.................................................................................................................................

17

2.7. MODE SOIRÉE* ........................................................................................................................................................

18

2.8. SHOCK FREEZE* .......................................................................................................................................................

18

2.9. CONGÉLATION RAPIDE*..........................................................................................................................................................

18

2.10. FONCTION ÉCO NUIT (TARIF NUIT)*.....................................................................................................................

19

2.11. CONTRÔLE DE LA CONGÉLATION*.......................................................................................................................

19

2.12. FONCTION SANS GIVRE AUTOMATIQUE.............................................................................................................

19

2.13. FABRIQUE A GLAÇONS*.........................................................................................................................................

20

2.14. SYSTÈME D’ÉCLAIRAGE À LED*............................................................................................................................

20

Chapitre 3 : UTILISATION..........................................................................................................

20

3.1. COMMENT AUGMENTER LA CAPACITÉ DE STOCKAGE DU CONGÉLATEUR.......................................................

20

3.2. REMARQUES..............................................................................................................................................................

20

Chapitre 4 : CONSEILS POUR LA CONSERVATION DES ALIMENTS.......................................

21

4.1. DURÉE DE STOCKAGE DES ALIMENTS SURGELÉS................................................................................................

21

4.2. CONSEILS POUR LA CONGÉLATION ET LA CONSERVATION D'ALIMENTS FRAIS...............................................

22

4.3. UTILISATION DES POCHES DE GLACE*..................................................................................................................

22

4.4. PRODUITS SURGELÉS : CONSEILS D'ACHAT..........................................................................................................

22

Chapitre 5 : BRUITS DE FONCTIONNEMENT...........................................................................

23

Chapitre 6 : RECOMMANDATION EN CAS DE NON-UTILISATION DE L'APPAREIL...............

24

6.1. ABSENCE/VACANCES...............................................................................................................................................

24

6.2. DÉMÉNAGEMENT.....................................................................................................................................................

24

6.3. COUPURE DE COURANT...........................................................................................................................................

24

Chapitre 7 : NETTOYAGE ET ENTRETIEN..................................................................................

24

Chapitre 8 : GUIDE DE DÉPANNAGE........................................................................................

25

8.1. AVANT DE CONTACTER LE SERVICE APRÈS-VENTE..............................................................................................

25

8.2. ANOMALIES...............................................................................................................................................................

26

Chapitre 9 : SERVICE APRÈS-VENTE........................................................................................

26

Autres :

 

INVERSEMENT DU SENS D'OUVERTURE DE LA PORTE (VERSION_1)........................................................................

63

INVERSEMENT DU SENS D'OUVERTURE DE LA PORTE (VERSION_2)........................................................................

65

RETRAIT/INTRODUCTION DE L'INTÉRIEUR DU CONGÉLATEUR..................................................................................

67

REMARQUE :

Ces instructions s'appliquent à plusieurs modèles. Elles peuvent par conséquent différer. Les sections ne concernant que certains modèles sont indiquées par un astérisque (*).

Consultez le GUIDE DE DÉMARRAGE pour connaître les fonctions propres au modèle de l'appareil que vous venez d'acquérir.

15

BAUKNECHT GKN 14430 User Manual

1. INSTALLATION DU FOUR

1.1. INSTALLATION D'UN SEUL APPAREIL

Afin de garantir une aération adéquate, laissez un espace des deux côtés et au-dessus de l'appareil.

La distance entre l'arrière de l'appareil et le mur derrière l'appareil doit être d'au moins 50 mm.

Une réduction de l'espace recommandé entraîne une augmentation de la consommation d'énergie.

1.2. INSTALLATION DE DEUX APPAREILS

Durant l'installation du congélateur 1 et du réfrigérateur 2 , assurez-vous que le congélateur est placé à gauche et le réfrigérateur à droite (comme illustré sur l'image). Sur le côté gauche du réfrigérateur se trouve un dispositif spécial permettant d'éviter les problèmes de condensation entre les appareils.

Nous vous recommandons d'installer les deux appareils ensemble à l'aide de la trousse d'attaches 3 (comme illustré sur l'image). Vous pouvez acquérir ce kit auprès du Service Après-vente.

1.3. CHARNIÈRES AJUSTABLES (SELON LE MODÈLE)

Pour niveler les portes à l'aide d'une charnière inférieure ajustable (sur certains modèles)

Si la porte du réfrigérateur est plus basse que la porte du congélateur, soulevez la porte du réfrigérateur en tournant la vis ajustable dans le sens antihoraire en utilisant une clé M10.

Si la porte du congélateur est plus basse que la porte du réfrigérateur, soulevez la porte du congélateur en tournant la vis ajustable dans le sens antihoraire en utilisant une clé M10.

50mm

50mm

5 ma

x

 

mm

*Disponible sur certains modèles uniquement. Consultez le GUIDE DE DÉMARRAGE pour savoir si votre modèle est doté de cette fonction.

16

2. FONCTIONS

2.1. AFFICHAGE INTELLIGENT*

Cette fonction peut être utilisée pour réaliser des économies d'énergie. Suivez les instructions du Guide de démarrage pour activer/désactiver cette fonction. L'affichage s'éteint deux secondes après l'activation de la fonction Affichage intelligent. Pour régler la température ou utiliser d'autres fonctions, il est nécessaire d'activer l'affichage en appuyant sur une touche quelconque.

Si aucune opération n'est exécutée pendant environ

15 secondes, l'affichage est à nouveau désactivé. Dès que cette fonction est désactivée, l'affichage normal est rétabli. La fonction Affichage intelligent est automatiquement désactivée après une panne de courant. N'oubliez pas que cette fonction ne coupe pas l'alimentation électrique au niveau de l'appareil, mais réduit uniquement l'énergie consommée par l'affichage externe.

Remarque : la consommation d'énergie déclarée fait référence au fonctionnement de l'appareil lorsque la fonction Affichage intelligent est activée. Cette fonction est disponible uniquement sur le modèle dont la porte est dotée d'une interface utilisateur.

2.2. CONTRÔLE DE LA CONGÉLATION 6TH SENSE / CONTRÔLE DE LA CONGÉLATION PROFREEZE

La fonction Contrôle de la congélation 6th Sense/ Contrôle de la congélation ProFreeze permet de maintenir la bonne température dans les situations suivantes :

- Porte ouverte pendant un certain temps

Cette fonction s'active lorsque l'ouverture de la porte provoque une augmentation de la température ne permettant pas d'assurer la bonne conservation des aliments ; elle reste activée jusqu'à ce que la température optimale de conservation soit rétablie.

- Aliments frais stockés dans le congélateur

Cette fonction s'active lorsque vous placez des aliments frais dans le congélateur. Elle reste active jusqu'à ce que les conditions optimales de congélation soient rétablies de façon à assurer la meilleure qualité de congélation possible tout en réduisant la consommation électrique.

Remarque : La durée d'activation de la fonction Contrôle de la congélation 6th Sense/ Contrôle de la congélation ProFreeze ne dépend pas seulement de la quantité d'aliments placée dans le congélateur, mais également de la température ambiante et de la quantité d'aliments déjà présents dans le congélateur. Il est donc normal que la durée d'activation de cette fonction varie.

2.3. MARCHE/VEILLE

Cette fonction permet de mettre les compartiments du congélateur en mode On/Stand-by. Pour mettre l'appareil

en mode Veille, appuyez sur la touche Marche/Veille pendant 3 secondes. Lorsque l'appareil est en mode veille, l'éclairage intérieur du compartiment congélateur ne fonctionne pas. Il est bon de rappeler que cette opération ne coupe pas l'alimentation électrique au niveau de l'appareil. Pour remettre l'appareil en marche, il vous suffit

d'appuyer sur la touche Marche/Pause .

2.4. ALARME DE COUPURE DE COURANT

En cas de coupure de courant, votre appareil contrôle automatiquement la température dans le congélateur jusqu'à ce que le courant soit rétabli. Si la température à l'intérieur du congélateur passe au dessus de la température de congélation, le voyant Coupure de

courant s'illumine, le voyant d'alarme clignote et l'alarme sonore se déclenche lorsque le courant est rétabli. Pour réinitialiser l'alarme, appuyez sur la touche Arrêt d'alarme une seule fois.

Dans le cas d'une alarme de coupure de courant, nous vous recommandons de prendre les mesures suivantes :

Si les aliments dans le congélateur sont décongelés mais encore froids, consommez-les dans un délai de 24 heures.

Si les aliments dans le congélateur sont congelés, ceci indique que les aliments ont décongelé puis ont congelé de nouveau au rétablissement de l'alimentation électrique. Leur saveur, qualité, et nutritive sont réduites et ils peuvent même s'avérer dangereux pour la santé. Par conséquent, il est conseillé de jeter tout le contenu du congélateur.

L'alarme de coupure de courant donne une indication sur la qualité des aliments dans le congélateur dans le cas d'une coupure d'électricité. Ce système ne garantit ni la qualité ni la sécurité des aliments, et les consommateurs doivent juger d'eux-mêmes de la

qualité des denrées dans le compartiment congélateur.

2.5. ALARME DE TEMPÉRATURE

L'alarme sonore se déclenche et le voyant de température (°C) clignote. L'alarme se déclenche dans les cas suivants :

L'appareil est connecté de nouveau à l'alimentation électrique après une période prolongée de mise au rancart

La température du compartiment congélateur est trop élevée

La quantité d'aliments frais placée dans le congélateur est supérieure à celle spécifiée sur la plaque signalétique

La porte du compartiment congélateur est restée

ouverte trop longtemps.

Pour désactiver l'alarme sonore, appuyez une seule fois sur la touche Arrêt d'alarme . Le voyant Alarme s'éteint automatiquement dès que le compartiment congélateur atteint une température inférieure à -10 °C et que le voyant de réglage de la température cesse de clignoter et affiche le réglage sélectionné.

2.6. ALARME DE PORTE OUVERTE

L'icône Alarme clignote et le signal sonore se déclenche. L'alarme se déclenche si la porte reste ouverte pendant plus de 2 minutes. Pour désactiver l'alarme de la porte, fermez la porte ou appuyez une fois sur la touche Arrêt d'alarme pour éteindre l'alarme sonore.

*Disponible sur certains modèles uniquement. Consultez le GUIDE DE DÉMARRAGE pour savoir si votre modèle est doté de cette fonction.

17

2.7. MODE SOIRÉE*

Utilisez cette fonction pour refroidir les boissons à l'intérieur du compartiment du congélateur. 30 minutes après la sélection de cette fonction (durée requise pour refroidir une bouteille de 0,75 l sans rompre le verre), le symbole correspondant clignote et une alarme sonore se déclenche : retirez la bouteille du compartiment congélateur et appuyez sur la touche Arrêter l'alarme pour désactiver l'alarme.

Important : ne laissez pas la bouteille dans le compartiment congélateur une fois que le temps de refroidissement nécessaire est écoulé.

2.8. SHOCK FREEZE*

Le compartiment « Shock Freeze » permet de congeler très rapidement jusqu'à 2 kg d'aliments frais. La fonction de congélation ultra-rapide « Shock Freeze » minimise la formation de cristaux de glace à l'intérieur des aliments, ce qui permet de conserver la qualité optimale des aliments décongelés avant leur consommation.

Si vous n'activez pas la fonction « Shock Freeze », vous pouvez utiliser ce compartiment pour une congélation traditionnelle ou pour y stocker des aliments déjà congelés.

Remarque : lorsque la fonction Shock Freeze est activée, il est possible que vous entendiez un ronflement. Ce bruit est tout à normal ; il provient du flux d'air qui permet une distribution optimale du froid dans le compartiment.

Activation et désactivation de la fonction « Shock Freeze » :

1.Si vous avez préalablement utilisé la fonction

« Shock Freeze », attendez au moins 12 heures avant de l'activer de nouveau. Activez cette fonction pas plus d'une fois toutes les 12 heures.

2.Vérifiez que la fonction « Congélation rapide » n'est pas activée : il est impossible d'activer simultanément les fonctions « Shock Freeze » et « Congélation rapide ».

3.Videz le compartiment « Shock Freeze ».

4.Activez la fonction « Shock Freeze » en appuyant brièvement sur la touche du bandeau de commande : l'icône correspondante s'allume et les ventilateurs situés dans la partie inférieure du

compartiment se déclenchent pour augmenter le flux d'air froid et accélérer le processus de congélation.

5.Placez les aliments à congeler dans le compartiment en les séparant d'au moins deux centimètres des ventilateurs à l'arrière du compartiment de façon à ce que l'air froid puisse circuler.

6.Pour optimiser la vitesse de congélation, nous vous recommandons de tenir la porte fermée et d'attendre que la fonction « Shock Freeze » soit automatiquement désactivée

7.La fonction « Shock Freeze » est automatiquement désactivée 4 à 5 heures après son activation : le voyant

s'éteint et les ventilateurs s'arrêtent. Il est toutefois possible de désactiver à tout moment la fonction

« Shock Freeze » en appuyant brièvement sur la touche du bandeau de commande : le voyant s'éteint et les ventilateurs s'arrêtent.

Important :

Incompatibilité avec la fonction « Congélation rapide »

Pour garantir des performances optimales, il est impossible d'utiliser simultanément les fonctions « Shock Freeze » et « Congélation rapide ».

Par conséquent, si vous avez déjà activé la fonction

« Congélation rapide », vous devez la désactiver avant d'utiliser la fonction « Shock Freeze » (et vice versa).

Si les ventilateurs du compartiment Shock Freeze

ne se mettent pas en marche

Après l'activation de la fonction « Shock Freeze », il est possible que le voyant s'allume normalement, mais que les ventilateurs ne se mettent pas en marche. Ceci est normal et signifie que le congélateur est en cours de dégivrage. Au terme du dégivrage (durée maximale : 1,5 heure), les ventilateurs se mettent automatiquement en marche et le processus « Shock Freeze » démarre normalement.

Si le voyant ne s'allume pas

Si l'icône s'allume après avoir appuyé sur la touche : vous avez appuyé trop longtemps sur la touche . Pour activer la fonction « Shock Freeze », désactivez tout d'abord la fonction Congélation rapide (en maintenant enfoncée

la touche

pendant 3 secondes, puis en appuyant

brièvement sur la touche

, c'est-à-dire moins d'une

seconde).

 

 

2.9. CONGÉLATION RAPIDE*

La quantité d'aliments frais (en kg) pouvant être congelés en 24 heures est indiquée sur l'étiquette signalétique de l'appareil.

Cette fonction peut servir à la prestation optimale de l'appareil, 24 heures avant de placer des aliments frais dans le congélateur, observez les consignes fournies dans le Guide de démarrage pour activer/désactiver la fonction. En général, après avoir placé des aliments frais dans le congélateur, 24 heures avec la fonction Congélation rapide suffisent; La fonction Congélation rapide se désactive automatiquement au bout de

50 heures.

Important :

Pour économiser de l'énergie, il est possible de désactiver la fonction Congélation rapide au bout de quelques heures lors de la congélation de petites quantités d'aliments.

*Disponible sur certains modèles uniquement. Consultez le GUIDE DE DÉMARRAGE pour savoir si votre modèle est doté de cette fonction.

18

• Incompatibilité avec la fonction « Shock Freeze »

Pour garantir des performances optimales, il est impossible d'utiliser simultanément les fonctions « Shock Freeze » et « Congélation rapide ».

Par conséquent, si vous avez déjà activé la fonction

« Congélation rapide », vous devez la désactiver avant d'utiliser la fonction « Shock Freeze » (et vice versa).

2.10. FONCTION ÉCO NUIT (TARIF NUIT)*

La fonction Éco Nuit permet de reporter la consommation d'énergie aux heures où le prix de l'électricité est moins élevé (généralement la nuit), c'est-à-dire lorsque le volume de consommation diminue (uniquement dans les pays qui utilisent un système de tarification horaire ; renseignez-vous auprès de votre compagnie électrique). Pour activer cette fonction, appuyez sur la touche à l'heure où commence le tarif réduit (selon tarification). Par exemple, si le tarif réduit commence à 20 h 00,

appuyez sur la touche à cette heure. Lorsque le voyant Éco Nuit est allumé, la fonction est activée. Une fois cette fonction activée, l'appareil adapte automatiquement la consommation d'énergie en fonction de l'heure sélectionnée, c'est-à-dire qu'il consomme moins d'énergie durant le jour que pendant la nuit.

REMARQUE IMPORTANTE : pour fonctionner correctement, cette fonction doit être activée jour et nuit. Elle reste activée tant que vous ne la désactivez pas (elle est automatiquement désactivée en cas de coupure de courant ou de débranchement de l'appareil). Pour désactiver la fonction, appuyez de nouveau sur la touche . Lorsque le voyant Éco Nuit est éteint, la fonction est désactivée.

Remarque : la consommation d'énergie déclarée fait référence au fonctionnement de l'appareil lorsque la fonction Éco Nuit est activée.

2.11. CONTRÔLE DE LA CONGÉLATION*

La fonction Contrôle de la congélation est une technologie avancée qui réduit au minimum les fluctuations de température dans l'ensemble du compartiment congélateur, grâce à un système d'air innovant, totalement indépendant du réfrigérateur. Les brûlures de congélation sont réduites et les aliments conservent leur qualité originale et leur couleur. Pour activer le contrôle de la congélation, sélectionnez

la fonction à partir du menu, réglez sur « MARCHE » et appuyez sur la touche OK pour confirmer votre sélection. Pour désactiver la fonction, répétez la même procédure en réglant sur « ÉTEINT ».

La fonction agit convenablement dans une gamme définie de températures : entre 22­ °C et 24­ °C.

Quand la fonction est activée et que la température effective dans le congélateur est réglée à un point de consigne plus chaud que ­22 °C, la température est automatiquement réglée à ­22 °C pour s'adapter à la gamme de fonctionnement.

Si la fonction est activée et que l'utilisateur modifie la température de congélateur hors de la gamme de fonctionnement, la fonction est automatiquement désactivée.

En cas d'activation de la congélation rapide, la fonction « Contrôle congélation » est inhibée jusqu'à ce que la fonction Congélation Rapide soit éteinte.

2.12. FONCTION SANS GIVRE AUTOMATIQUE

Cet appareil se dégivre automatiquement en fonction des conditions d'utilisation et du taux d'humidité ambiante. Les congélateurs munis de la fonction Sans givre assurent la circulation d'air froid dans les zones de stockage et empêchent la formation de givre, ce qui évite le dégivrage.

Les produits surgelés ne collent pas aux parois, les étiquettes sont lisibles et l'espace de stockage reste propre et net. Utilisée avec la fonction Contrôle de la congélation

6th Sense/ Contrôle de la congélation ProFreeze, cette fonction permet non seulement de contrôler le capteur, mais dirige aussi la puissance de refroidissement dans les zones qui en ont besoin, optimisant l'efficacité énergétique.

*Disponible sur certains modèles uniquement. Consultez le GUIDE DE DÉMARRAGE pour savoir si votre modèle est doté de cette fonction.

19

2.13. FABRIQUE A GLAÇONS* COMMENT FABRIQUER DES GLAÇONS

Vous pouvez retirer le plateau à glaçons en le tirant vers vous.

AVERTISSEMENT : remplissez avec de l'eau potable uniquement (niveau maximal = 2/3 de la capacité totale).

ou

Replacez la fabrique à glaçons dans le compartiment congélateur, ou réinsérez le plateau à glaçons dans la fabrique à glaçons. Veillez à ne pas renverser d'eau.

COMMENT RÉCUPÉRER DES GLAÇONS

Assurez-vous que le bac de stockage est en place sous le bac à glaçons. Dans le cas contraire, mettez-le en place en le faisant glisser.

Faites tourner fermement l'un des leviers dans le sens des aiguilles d'une montre jusqu'à ce que le bac à glaçons tourne légèrement. Les glaçons tombent dans le bac de stockage.

Répétez l'étape 2 pour l'autre moitié du bac à glaçons, si nécessaire.

Pour obtenir de la glace, soulevez légèrement le bac de stockage et tirez-le vers vous.

REMARQUE : si vous préférez, vous pouvez retirer toute la fabrique à glaçons de l'appareil, pour récupérer les glaçons de l'endroit qui vous convient le mieux (par exemple : directement sur la table).

ou

Attendez que les glaçons se soient formés (il est conseillé d'attendre environ 4 heures).

REMARQUE : la fabrique à glaçons est amovible. Elle peut être placée en position horizontale n'importe où dans le compartiment congélateur ou retirée de l'appareil lorsque la fabrication de glaçons n'est pas requise.

2.14. SYSTÈME D’ÉCLAIRAGE À LED*

Le système d'éclairage à l'intérieur du compartiment congélateur est constitué d'une ampoule à LED, ce qui permet un meilleur éclairage, ainsi qu'une consommation d'énergie plus faible. Si le système d'éclairage LED ne fonctionne pas, contactez le Service Après-vente pour le remplacer.

3. UTILISATION

3.1. COMMENT AUGMENTER LA CAPACITÉ DE STOCKAGE DU CONGÉLATEUR

Pour augmenter la capacité de stockage dans le compartiment congélateur, vous pouvez :

retirer les bacs / rabats* afin de permettre le stockage de produits volumineux.

placer les produits alimentaires directement sur les clayettes du congélateur.

retirer la fabrique à glaçons*.

retirer la galerie porte-bouteilles*.

3.2. REMARQUES

N'obstruez pas les sorties d'air (sur la paroi arrière, à l'intérieur de l'appareil) avec des aliments.

Si le congélateur dispose d'un rabat, vous pouvez maximiser le volume de conservation en le retirant.

Toutes les tablettes, les rabats, et les paniers coulissants sont amovibles.

La température intérieure de l'appareil est affectée par la température ambiante, la fréquence d'ouverture des portes, et l'endroit où l'appareil est installé. Le réglage de la température doit toujours prendre ces facteurs en compte.

À moins d’indication contraire, les accessoires de l'appareil ne peuvent pas être lavés au lave-vaisselle.

*Disponible sur certains modèles uniquement. Consultez le GUIDE DE DÉMARRAGE pour savoir si votre modèle est doté de cette fonction.

20

4. CONSEILS POUR LA CONSERVATION DES ALIMENTS

Le congélateur est le compartiment idéal pour la conservation des aliments surgelés, faire des glaçons, et congeler des aliments frais.

La quantité maximale (en kilogrammes) d'aliments frais pouvant être congelés dans une période de 24 heures est indiquée sur la plaque signalétique (...kg/24h).

Si vous stockez une petite quantité d'aliments dans le congélateur, nous vous conseillons d'utiliser les zones les plus froides de votre compartiment congélateur, c'est-à-dire la zone supérieure ou centrale, selon le modèle (consultez la fiche produit pour connaître la zone recommandée pour la congélation des aliments frais).

4.1. DURÉE DE STOCKAGE DES ALIMENTS SURGELÉS

Le tableau suivant indique la durée de stockage recommandée pour les produits frais surgelés.

ALIMENTS

DURÉE DE

 

STOCKAGE

 

(mois)

 

 

Viandes

 

Bœuf

8 - 12

Porc, veau

6 - 9

Agneau

6 - 8

Lapin

4 - 6

Viande hachée/abats

2 - 3

Saucisses

1 - 2

 

 

Volaille

 

Poulet

5 - 7

Dinde

6

Abats de volaille

2 - 3

 

 

Crustacés

 

Mollusques

1 - 2

Crabe, homard

1 - 2

 

 

Fruits de mer

 

Huîtres ouvertes

1 - 2

 

 

Poisson

 

Poissons à chair grasse (saumon,

2 - 3

hareng, maquereau)

 

Poissons à chair maigre (morue,

3 - 4

sole)

 

 

 

Ragoûts

 

Viande, volaille

2 - 3

 

 

Produits laitiers

 

Beurre

6

Fromage

3

Crème fraîche

1 - 2

Glace

2 - 3

ŒUFS

8

 

 

Soupes et sauces

 

Soupe

2 - 3

Sauce pour viande

2 - 3

Pâté

1

Ratatouille

8

 

 

Produits de boulangerie-pâtisserie

 

Pain

1 - 2

Petits gâteaux (nature)

4

Gâteaux

2 - 3

Crêpes

1 - 2

Pâtes à tarte/gâteau crues

2 - 3

Quiche

1 - 2

Pizzas

1 - 2

*Disponible sur certains modèles uniquement. Consultez le GUIDE DE DÉMARRAGE pour savoir si votre modèle est doté de cette fonction.

21

Loading...
+ 47 hidden pages