Lees voor het gebruik de gebruiksaanwijzing door en bewaar
hem op een goed bereikbare plaats!
GEVAAR!
Het signaalwoord GEVAAR waarschuwt voor gevaren die leiden tot
ernstige verwondingen of overlijden als ze niet worden vermeden.
Diese Bedienungsanleitung beschreibt di e Installation, Bedienung und Wartung des Geräts und gilt als wichtige Informationsqu elle und Nachschlagewerk. Die Kennt nis aller enthaltenen Sicherheitshinweis e und Handlungsanweisungen schafft die Voraussetzung für das sichere und sac hgerechte Arbeiten mit dem Gerät. D arüber hinaus müssen die für den Eins atzbereich des Geräts geltenden örtlichen Un fallverhütungsvorschriften und allgem einen Sicherheitsbestimmungen eingeh alten werden. Diese Bedienungsanleitung is t Bestandteil des Produkts und muss i n unmittelbarer Nähe des Geräts für das In¬stallations-, Bedienungs-, Wartu ngs- und Reinigungspersonal jederzeit z ugänglich auf¬bewahrt werden. Wenn das Gerät an eine dritte Person
weitergegeben wird, muss die Bedienungsa nleitung mit ausgehändigt werden.
Deze handleiding bevat de beschrijving van de installatie, de bediening en het
onderhoud van het apparaat en dient als belangrijke informatiebron en naslagwerk.
De kennis en het in acht nemen van alle hier beschreven veiligheidsvoorschriften
en instructies is een voorwaarde voor veilig en juist gebruik van het apparaat.
Bovendien zijn de bepalingen inzake ongevallenpreventie, gezondheids- en
veiligheidsvoorschriften en wettelijke voorschriften die van kracht zijn op het
toepassingsgebied van het apparaat van toepassing.
Lees deze gebruikershandleiding voordat u met het apparaat gaat werken, en vóór
de inbedrijfsstelling, om schade aan personen en zaken te voorkomen. Onjuist
gebruik kan beschadigingen veroorzaken.
Deze handleiding is een integraal onderdeel van het product en moet in de directe
nabijheid van het apparaat worden bewaard en te allen tijde beschikbaar zijn.
Wanneer het apparaat wordt overgedragen, is het ook noodzakelijk deze
gebruiksaanwijzing erbij te leveren.
1 Veiligheid
Het apparaat is gemaakt volgens de laatste stand van de techniek. Het kan echter
een bron van gevaar vormen als het apparaat niet in overeenstemming met zijn
bestemming gebruikt wordt. Alle personen die het apparaat gebruiken, moeten zich
houden aan de aanbevelingen en veiligheidsaanwijzingen in deze handleiding.
1.1 Symboolverklaring
Belangrijke veiligheids- en technische instructies zijn in deze gebruiksaanwijzing
aangeduid door symbolen. Deze instructies moeten bij het gebruik van dit apparaat
absoluut in acht worden genomen om letsel, ongelukken, of materiële schade te
vermijden.
2 / 28 110500
Veiligheid
NL
WAARSCHUWING!
Het signaalwoord WAARSCHUWING waarschuwt voor gevaren die
gematigd tot zwaar letsel of overlijden kunnen veroorzaken, als ze niet
worden vermeden.
VOORZICHTIG!
Het signaalwoord VOORZICHTIG waarschuwt voor gevaren die licht
of matig letsel kunnen veroorzaken, als ze niet worden vermeden.
ATTENTIE!
Het signaalwoord ATTENTIE geeft mogelijke materiële schade aan
die kan optreden als u de veiligheidsinstructies niet volgt.
OPMERKING!
Het icoon OPMERKING informeert de gebruiker over aanvullende
informatie en tips voor het gebruik van het apparaat.
, die
1.2Veiligheidsaanwijzingen
Elektrische stroom
• Een te hoge netspanning of onjuiste installatie kan leiden tot elektrische
schokken.
• Sluit het apparaat alleen aan als de specificaties op het typeplaatje
overeenkomen met de netspanning.
• Om elektrische kortsluiting te voorkomen, moet het apparaat droog worden
gehouden.
• Koppel het apparaat onmiddellijk los van het elektriciteitsnet als er tijdens het
gebruik storingen optreden.
• Raak de stekker van het apparaat niet aan met natte handen.
• Raak het apparaat nooit aan nadat het in het water is gevallen. Onmiddellijk het
apparaat van het elektriciteitsnet koppelen.
• Het herstellen en openen van de behuizing uitsluitend door specialisten en
gespecialiseerde werkplaatsen laten uitvoeren.
• Draag het apparaat niet aan de verbindingskabel.
110500 3 / 28
Veiligheid
NL
• Stel de verbindingskabel niet bloot aan warmte of scherpe randen.
• Knik, plet of knoop de verbindingskabel niet.
• Altijd de verbindingskabel volledig uitrollen.
• Plaats het apparaat of andere voorwerpen nooit op de verbindingskabel.
• Om het apparaat uit te schakelen van de elektrische voeding, altijd de stekker
vastpakken.
• Controleer de voedingskabel regelmatig op beschadigingen. Het apparaat niet
gebruiken wanneer de voedingskabel beschadigd is. Laat een beschadigde
voedingskabel vervangen door de servicedienst of een gekwalificeerde
elektricien om gevaar te voorkomen.
Bedienend personeel
• Het apparaat mag alleen worden bediend door gekwalificeerd en geschoold
vakpersoneel.
Onjuist gebruik
• Onjuist gebruik of verboden gebruik kan het apparaat beschadigen.
• Het apparaat mag alleen worden gebruikt als het zich in goede staat bevindt en
veilig werken mogelijk maakt.
• Het apparaat mag alleen worden gebruikt als alle aansluitingen zijn uitgevoerd
volgens de voorschriften.
• Het apparaat mag alleen worden gebruikt als het schoon is.
• Gebruik alleen originele reserveonderdelen. Nooit zelf het apparaat repareren.
• Verboden om veranderingen of modificaties aan het apparaat aan te brengen.
4 / 28 110500
Veiligheid
NL
1.3Gebruik volgens bestemming
Elk gebruik van het apparaat voor andere doeleinden en / of afwijkend van het
normale bedoelde gebruik zoals hieronder beschreven, is verboden en wordt
beschouwd als onbedoeld gebruik.
Het volgende gebruik is in overeenstemming met het beoogde gebruik:
– Het wassen van borden, glazen, potten, pannen, enz..
Dit apparaat is alleen bestemd voor professioneel gebruik.
1.4Oneigenlijk gebruik
Onjuist gebruik kan leiden tot schade aan personen en zaken veroorzaakt door
gevaarlijke elektrische spanning, brand en hoge temperaturen. Met behulp van het
apparaat kan alleen werk worden uitgevoerd dat in deze handleiding wordt
beschreven.
Het volgende gebruik is niet in overeenstemming met het beoogde gebruik:
– Het wassen van andere, niet geschikte voorwerpen.
110500 5 / 28
Algemeen
NL
2 Algemeen
2.1Aansprakelijkheid en vrijwaring
Alle gegevens en aanwijzingen die zijn opgenomen in deze gebruiksaanwijzing zijn
samengesteld rekening houdend met de geldende voorschriften, de actuele
technische stand van zaken en onze langdurige inzichten en ervaring. In het geval
van het bestellen van speciale modellen of extra opties, en in het geval van het
gebruik van de nieuwste technische kennis, kan het geleverde apparaat onder
bepaalde omstandigheden verschillen van de uitleg en de talrijke tekeningen in
deze handleiding.
De producent is niet aansprakelijk voor de schade en storingen die zijn ontstaan als
gevolg van:
– het niet in acht nemen van de aanwijzingen,
– oneigenlijk gebruik,
– het aanbrengen van technische wijzigingen door de gebruiker,
– de toepassing van ongeoorloofde reserveonderdelen.
Wij behouden ons het recht voor om technische veranderingen in het product aan
te brengen die leiden tot verbetering van de gebruikseigenschappen en de verdere
ontwikkeling van het apparaat.
2.2 Auteursrecht
De gebruiksaanwijzing en de erin opgenomen teksten, tekeningen, foto’s en andere
afbeeldingen zijn auteursrechtelijk beschermd. Niets (ook gedeeltelijk) uit deze
uitgave mag in ongeacht welke vorm worden verveelvoudigd, verwerkt en/of
gepubliceerd zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de fabrikant.
Overtreding van het bovenstaande verplicht tot schadevergoeding. Wij behouden
ons het recht voor tot verdere vorderingen.
2.3 Conformiteitsverklaring
Het apparaat beantwoordt aan de actuele EU-normen en richtlijnen. Dit bevestigen
we in de EG-verklaring van Conformiteit. Indien gewenst, sturen we u graag de
betreffende Verklaring van Conformiteit toe.
6 / 28 110500
Transport, verpakking en opslag
NL
3 Transport, verpakking en opslag
3.1Transportinspectie
Als het apparaat afgeleverd is, onmiddellijk controleren of het compleet en zonder
transportschade is. Als er duidelijk zichtbare transportschade is, het geleverde
apparaat niet of alleen onder voorbehoud aannemen. De schade opschrijven op de
transportdocumenten/ het leveringsdocument van de leverancier. Vervolgens
reclameren. Verborgen gebreken onmiddellijk nadat ze zijn geconstateerd,
reclameren, omdat eisen tot schadevergoeding alleen binnen de reclamatieperiode
mogelijk zijn.
Neem contact op met onze klantenservice als er onderdelen of accessoires
ontbreken.
3.2 Verpakking
Gooi de buitenste doos van uw apparaat niet weg. U kunt het nodig hebben tijdens
een verhuizing, of als u het apparaat naar ons servicecentrum wilt sturen bij
schade.
De verpakking en de afzonderlijke componenten zijn gemaakt van recyclebare
materialen. In het bijzonder: kunststof folie en zakken, kartonnen verpakking.
Als u de verpakking wilt weggooien, dient u de geldende voorschriften in uw land in
acht te nemen. Verpakkingsmateriaal dat hergebruikt kan worden, recyclen.
3.3 Opslag
Zorg ervoor dat de verpakkingen verzegeld zijn tot de installatie en houd ze in
overeenstemming met de op de buitenkant aangebrachte plaatsingmarkering en
opslagmarkering. Bewaar de pakketten alleen onder de volgende voorwaarden:
– in een afgesloten ruimte
– droog en stofvrij
– verwijderd houden van corrosief materiaal
– op een plaats beschermd tegen zonlicht
– beschermd tegen mechanische schokken.
Bij langere bewaring (> 3 maanden) regelmatig de algemene toestand van alle
bestanddelen en van de verpakking controleren. Als het nodig is de verpakking
vervangen voor een nieuwe.
De vaatwasser is ontworpen voor het wassen van geschikt serviesgoed,
kookpotten, pannen, bestek enz.
10 / 28 110500
Installatieinstructie
NL
VOORZICHTIG!
In het geval van onjuiste installatie, bediening, onderhoud of bij het niet
juist hanteren van het apparaat kan dat leiden tot letsel en
beschadigingen.
De plaatsing en de installatie, alsook reparaties en veranderingen mogen
uitsluitend worden uitgevoerd door een geautoriseerde technische service
volgens de geldende voorschriften in het land van plaatsing.
VOORZICHTIG!
Gevaar voor verstikking!
Houdt verpakkingsmateriaal zoals plasticfolie en piepschuim uit handen
van kinderen.
5 Installatieinstructie
5.1Uitpakken
• Het apparaat kan alleen worden geplaatst met behulp van een vorkheftruck of
een apparaat dat voor dit doel geschikt is, om geen beschadigingen aan de
constructie van het apparaat te veroorzaken. Het apparaat plaatsen op de
hiervoor voorziene plaats en pas dan uitpakken.
• Pak het apparaat uit en verwijder alle externe en interne verpakkingselementen
en transportbeveiliging.
• Als er beschermfolie op het apparaat zit, verwijdert u deze. De folie dient
langzaam van het apparaat te worden getrokken zodat er geen lijmresten
achterblijven. Eventuele lijmresten verwijderen met een geschikt oplosmiddel.
• Pas op dat u het typeplaatje en de waarschuwingsinstructies op het apparaat
niet beschadigt.
110500 11 / 28
Installatieinstructie
NL
OPGELET!
Voor het installeren van het apparaat, zorgvuldig de eigenschappen
van de installatielocatie controleren, om latere beschadigen tijdens
de exploitatie te voorkomen.
• Het apparaat is uitgerust met in hoogte
verstelbare poten.
• Om het apparaat te nivelleren, dienen de
pote worden uitgedraaid tot de benodigde
hoogte.
• De juiste nivellering is nodig voor het
verkrijgen van een optimale functionaliteit
van het apparaat.
Afb. 7
5.2 Afstellen
• Het apparaat nooit in een vochtige of natte omgeving neerzetten.
• Het apparaat moet zo worden ingesteld dat de verbindingen gemakkelijk
toegankelijk zijn om snel uit te schakelen als dat nodig is.
• Plaats het apparaat op een oppervlak met de volgende eigenschappen:
– recht, met voldoende draagkracht, bestand tegen water, droog en
bestand tegen hoge temperaturen
– groot genoeg om probleemloos met het apparaat te werken
– goed bereikbaar
– goede ventilatie.
• Het apparaat mag alleen worden geïnstalleerd in ruimtes met een
omgevingstemperatuur tussen 5 °C en 40 °C.
5.3 Elektrische aansluiting
• Controleer of de technische specificaties van het apparaat (zie naamplaatje)
overeenstemmen met de gegevens van de lokale stroomvoorziening.
• Sluit het apparaat aan op een enkele, voldoende beschermde aansluiting met
een beveiligd contact. Sluit het apparaat niet aan op een meervoudige
aansluiting.
• Leg de verbindingskabel zo dat niemand erop kan lopen of erover kan
struikelen.
• Het apparaat is fabrieksmatig stekkerklaar, uitgerust met een kabel met stekker
met een lengte van 1,3 m.
12 / 28 110500
Installatieinstructie
NL
Watertemperatuur
(T):
max. 60 °C
Totale
waterhardheid
:
5 °fH (Franse
waterhardheidsgraad)
pH waarde:
6,5 – 7,5
7 °eH (Engelse
hardheidsgraad)
Fysieke
vervuiling:
Ø < 0,08 mm
9 °dH (Duitse
hardheidsgraad)
Chloride:
max. 150 mg/l
Geleidingsver
mogen:
400 μS/cm
CI:
0,2 – 0,5 mg/l
• In de buurt van het apparaat, op een gemakkelijk bereikbare plaats, moet een
onderbrekingsschakelaar worden aangesloten op alle fasen met minimale
afstand tussen de contacten van 3 mm. De schakelaar dient voor het
uitschakelen van het apparaat in het geval van installatiewerkzaamheden,
reparaties, reiniging of onderhoudswerkzaamheden die aan het apparaat
worden uitgevoerd. Deze schakelaar moet worden uitgerust met een zekering
die geschikt is voor de nominale spanning van het apparaat. Als alternatief kan
een goed passende magnetothermische schakelaar worden gebruikt.
Het apparaat moet juist worden aangesloten op het potentiële vereffeningssysteem
F, afb.1.
De fabrikant is niet aansprakelijk voor mogelijk letsel of materiële schade aan
het apparaat als gevolg van het niet volgen van de instructies of onjuiste
installatie.
5.4Wateraansluiting
Gebruik uitsluitend slangen die bij het apparaat geleverd zijn (in geen geval
opnieuw gebruikte slangen gebruiken).
Voor het aansluiten van het apparaat op het waterleidingnetwerk, dient de
waterkwaliteit te worden gecontroleerd. De producent beveelt de volgende
parameters voor de waterkwaliteit aan:
Als de hardheid van het water 9 °dH overschrijdt (Duitse hardheidsgraad), is het
vereist waterverzachters te gebruiken.
Bovendien moet bij het controleren van de waterkwaliteit rekening worden
gehouden met parameters als de druk in het waterleidingnetwerk. Juist deze
parameter is cruciaal in de werking van het apparaat.
110500 13 / 28
Installatieinstructie
NL
Waterdru
k
MIN.
MAX.
bar
kPa
kg/cm2
psi
bar
kPa
kg/cm2
psi 2 200
2,03
29 4 400
4,07
58,01
S
Onderbrekingsventiel
H
Waterslang
E
Elektroventiel
B
Hulppomp
F
Filter
Koud water
Warm water
5 °C en 25 °C / 41 °CF en 95 °F
40 °C en 60 °C / 122 °F en 140 °F
De vereiste waterdruk moet overeenkomen met de volgende waarden:
Als de waterdruk boven de aanbevolen waarde ligt, is het vereist een drukreductor
te installeren tussen het waterleidingnetwerk en de wateraansluiting van het
apparaat (afb. 2 aan het begin van de instructie).
Afb. 2. Directe aansluiting van de slang op de installatie van de watertoevoer.
Als de waterdruk onder de aanbevolen waarde ligt, is het vereist een hulppomp te
plaatsen tussen het waterleidingnetwerk en de wateraansluiting van het apparaat
(afb. 3).
Afb.3 Aansluiting van de hulppomp
Dit apparaat is uitgerust met een hulppomp.
Om het apparaat juist te installeren is het noodzakelijk volgens de volgende
vereisten te handelen:
– de wateraansluiting moet uitgerust zijn met een onderbrekingsventiel
voor het blokkeren van de watertoevoer;
– de druk van het waterleidingnetwerk moet zich binnen de gegeven
waarden bevinden;
– de aanbevolen inlaatwatertemperatuur moet binnen de waarden in de
onderstaande tabel liggen om de werking te optimaliseren:
– bij gebruik van warm water mag de watertemperatuur niet hoger zijn dan
60 ° C / 140 ° F;
- het apparaat moet voorzien zijn van een draadaansluiting (¾ ").
14 / 28 110500
Installatieinstructie
NL
5.5Uitlaatpomp
Het apparaat is uitgerust met een uitlaatpomp die ervoor zorgt dat het afwaswater
wordt weggepompt bij de juiste instelling.
In dit geval mag de hoogte van 680 mm (afb. 1, afb. 4) niet worden overschreden.
Afb. 4 Het instellen van de hoogte van de afvoer met behulp van de
afvoerpomp.
5.6Doseerpomp afwasmiddel
Het apparaat is uitgerust met een doseerpomp voor het afwasmiddel. De
doseerpomp zorgt ervoor dat er in het spoelruim iedere keer genoeg afwasmiddel
komt.
De slang met afwasmiddelmarkering (D, afb. 1) aan de achterkant van het apparaat
moet in de afwasmiddelreservoir worden gestoken.
Werking: de wasmiddeldoseerpomp wordt geactiveerd zodra de machine tijdens
het wassen of tijdens het vulproces water opzuigt.
Instelling: de hoeveelheid afwasmiddel moet worden ingesteld tijdens de installatie
op de doseerpomp, zodat de gebruiker alle wasopties vanaf het begin optimaal kan
gebruiken.
De slang in de afwasmiddelpomp moet eenmaal per jaar worden vervangen.
OPGELET!
Gebruik ALLEEN een vloeibaar afwasmiddel bedoeld voor industrieel
gebruik dat is aangepast aan hoge temperaturen en weinig schuimt.
KlarsKl
5.7 Doseerpomp glansspoelmiddel
Het apparaat is uitgerust met een doseerpomp voor het glansspoelmiddel. Dit
apparaat zorgt ervoor dat in de spoelruimte iedere keer een juiste hoeveelheid
glansspoelmiddel belandt.
De slang met de glansspoelmiddelmarkering (C, afb. 1) aan de achterkant van het
apparaat moet in het glansspoelmiddelreservoir worden gestoken.
De slangen zijn transparant, dus de toegevoegde chemicaliën zijn altijd zichtbaar.
Werking: dankzij dit doseerapparaat wordt vloeibaar glansspoelmiddel geleverd
zodra een drukval tijdens het spoelen wordt ontdekt. Dit gebeurt wanneer de
vulklep is gesloten. Als gevolg hiervan wordt een vacuüm gecreëerd, waardoor de
vloeistof door de glansspoelmiddeldoseerpomp wordt aangezogen
Instelling: de doseerpomp moet tijdens de installatie worden ingesteld, omdat
alleen op deze manier van het begin af aan optimaal gebruik kan worden gemaakt
van alle wasmogelijkheden. De plaatsing moet precies passend zijn. Afhankelijk
van het gekozen glansspoelmiddel en de hardheid van het beschikbare water.
110500 15 / 28
Gebruiksinstructie en onderhoud
NL
VOORZICHTIG!
De afwasmachine mag alleen worden bediend door personen die
vertrouwd zijn met de werking van het toestel en met de bijzondere
gevaren van het gebruik ervan.
A
Keuzeschakelaar (0, 120,
aftappen)
C
Controlelampje temperatuur
B
Controlelampje voor de werking
D
Bedieningsknop start cyclus
AANWIJZING:
De keuze van het glansspoelmiddel en de instelling van de doseerpomp
voor het glansspoelmiddel moet worden gedaan door een in deze richting
gespecialiseerde technicus, die kennis heeft van chemische producten,
om het meest efficiënte reinigingseffect te verkrijgen.
6 Gebruiksinstructie en onderhoud
6.1Werkwijze
• Reinig het apparaat en de uitrusting vóór het eerste gebruik volgens de instructies i n hoofdstuk 6 "Reiniging". Zorg ervoor d at er geen water in de elektrische inst allatie en de verdeelkast komt. Droog ver volgens het apparaat en de accessoires gro ndig af.
• Plaats de bodemafdekking in de bak. D e afdekking fungeert als afstandhouder tusse n het verwarmingselement en de ba k voor etensresten enz.
• Plaats het bedieningskastje met ver warmingselement voorzichtig op de achterkant van het apparaat. De pen aan de onderka nt van het bedieningskastje moet in het gat in het hoofdapparaat komen. Zo is h et bedieningskastje correct geplaatst.
Het apparaat klaarmaken
1. Vóór het eerste gebruik van het apparaat, dient het apparaat te worden
gereinigd volgens de aanwijzingen in punt 6“Reiniging“.
Voor het inschakelen van het apparaat zich ervan verzekeren dat aan de volgende
voorwaarden is voldaan:
– de hoofdschakelaar is ingeschakeld
– het onderbrekingsventiel voor het water is open
– de watertoevoer is zeker gesteld
– alle filters zitten op hun plaats
– de overloop zit op zijn plaats
– de deur van het apparaat is gesloten
– zet de keuzeschakelaar (A) in stand 120.
Het vulproces en opwarmproces
Het vulproces begint na het inschakelen van het apparaat. Eerst vult de boiler voor
het spoelen en vervolgens de spoelruimte. Het vulproces duurt enige minuten. Als
de spoelruimte vol is, begint het opwarmproces van de boiler. Na het verwarmen
van de boiler, wordt de waskamer verwarmd. Hoewel het nu mogelijk is om het
wasproces te starten, wordt dit door de producent afgeraden, omdat het water in
het apparaat nog niet de ideale temperatuur bereikt heeft.
Zodra het apparaat de ideale temperatuur voor een goede vaatwas bereikt, begint
het temperatuurcontrolelampje te branden.
Het apparaat moet een boilertemperatuur van 82 °C tot 90 ° bereiken, en de
container van 55 °C tot 62 °C.
110500 17 / 28
Gebruiksinstructie en onderhoud
NL
Het wordt aanbevolen het water in het apparaat iedere 40/50 spoelbeurten te
vervangen, of twee tot drie keer per dag.
TIP: De deur van het apparaat moet geheel dicht zijn om het vulproces te
starten. Vanwege de veiligheid kan het apparaat niet worden gevuld met
open deur.
Het apparaat is uitgerust met een veiligheidsthermostaat die geplaatst is in de
boiler en nog eenveiligheidsthermostaat in de spoelruimte. Als er een storing
optreedt in één van de hoofdthermostaten zal het opwarmproces worden
onderbroken.
Het voorbereiden van keukengerei
1. Het keukengerei dat moet worden gewassen moet op de volgende manier
worden voorbereid:
– Voor het plaatsen in de korf de grootste etensresten verwijderen.
– Eerst de glazen wassen.
– Glazen altijd met de opening naar beneden plaatsen.
– De borden in de bordenkorf plaatsen.
– Het bestek in de bestekkorf plaatsen met de handgrepen naar beneden.
Het bestek moet gemengd zijn.
– De bestekkorf in de universele korf plaatsen.
2. Tijdens het vullen van de korven zorg dragen dat:
De max. hoogte van de glazen 300 mm, en de borden max. 300 mm
Keuze afwasproces
1. Voor het wasproces de korven in het apparaat plaatsen.
2. Sluit de deur van het toestel.
3. Selecteer de gewenste wascyclus door aan de bedieningsknop (120) te draaien.
4. Druk op de bedieningsknop voor het starten van de cyclus
De wascyclus begint.
18 / 28 110500
Gebruiksinstructie en onderhoud
NL
Onderbreken en het einde van het wasproces
Het wasproces kan worden onderbroken door één van de volgende twee
methoden:
– het uitschakelen van het apparaat → Het wasproces wordt geheel
onderbroken.
– het openen van de deur van het apparaat → Daarna wordt de deur
tijdens de cyclus weer gesloten.
Na het eindigen van het wasproces kunnen de korven eruit worden gehaald. Het
drogen van het keukengerei gebeurt door verdamping. Het keukengerei alleen uit
de korf halen met schone handen. Ervoor zorgen dat uw handen niet verbranden,
omdat het keukengerei nog heet is.
Het legen van het apparaat met behulp van de uitlaatpomp
Bij deze methode moet de afvoerslang altijd worden aangesloten op de sifon om
terugstroming van onaangename geuren te voorkomen.
Ga als volgt te werk:
– Verwijder het overloopventiel.
– Zet de keuzeschakelaar (A) op Ledigen.
– Sluit de deur van het apparaat.
– Druk op de toets voor het starten van de cyclus (D).
– De ledigingscyclus begint automatisch.
– Wanneer het proces is voltooid (duur ca. 160 seconden), kan het
apparaat worden uitgeschakeld.
Uitschakelen van het apparaat
Zet de keuzeschakelaar (A) in stand 0 om de vaatwasser uit te schakelen.
De fabrikant raadt af om het apparaat uit te schakelen tijdens het wasproces, omdat
het vaatwerk in de vaatwasser dan niet goed wordt gewassen.
110500 19 / 28
Gebruiksinstructie en onderhoud
NL
6.2Reiniging en onderhoud
• Voordat het apparaat kan worden gereinigd, dient het apparaat van het lichtnet
te worden gehaald.
• Gebruik geen scherpe of metalen voorwerpen (mes, vork, enz.) om het apparaat
schoon te maken. Scherpe voorwerpen kunnen het apparaat beschadigen en
leiden tot elektrische schokken wanneer ze in contact komen met geleidende
componenten.
• Gebruik geen schuurmiddelen, oplosmiddelen of bijtende schoonmaakmiddelen.
Dit kan het oppervlak beschadigen.
Dagelijkse reiniging en onderhoud
Aan het eind van de werkdag de filters, spoelarmen, glansspoelarmen en andere
accessoires zorgvuldig reinigen. Het zorgvuldig reinigen is de belangrijkste
voorwaarde voor het behouden van een lange levensduur van het apparaat.
Correcte reiniging en desinfectie van het apparaat is een basisvoorwaarde voor
effectief afwassen.
TIP: Om het proces van het wegpompen met behulp van de afvoerpomp
juist te laten verlopen, moet de afvoerslang zich op de juiste hoogte
bevinden (niet hoger dan 680 mm).
De volgende reinigingshandelingen dienen regelmatig te worden uitgevoerd:
– Aan het eind van de dag alle restjes van gerechten uit het apparaat
verwijderen.
– Voor het reinigen geen schuurmiddelen, bijtende middelen gebruiken of
middelen die loog, oplosmiddelen bevatten of middelen op basis van
chloor of benzinederivaten.
– Maak het apparaat nooit schoon met water onder druk!
– De spoelarmen/glansspoelarmen iedere dag controleren met het oog op
het juiste bewegen ervan.
– Controleer altijd het vulniveau van spoelglansmiddel en wasmiddel
voordat u met het wasproces begint.
20 / 28 110500
Gebruiksinstructie en onderhoud
NL
Conservatie door een service
Twee keer per jaar dient een service de volgende controles uit te voeren:
– reiniging van waterfilters;
– ontkalking van verwarmingsresistoren;
– controle van de staat van de pakkingen;
– controle van de staat van alle andere elementen;
– instelling van de doseerinrichtingen;
– controle van de aansluitklemmen van elektrische verbindingen;
- controle van de aansluitkabel.
OPGELET!
Om gevaar te voorkomen, kan een beschadigde kabel uitsluitend worden
vervangen door een gekwalificeerde elektricien die alle
veiligheidsvoorwaarden in acht neemt.
Ontkalken
Lees de volgende tips en aanwijzingen voor het ontkalken zorgvuldig door en
gebruik ze om alle mogelijkheden van de vaatwasser te kunnen benutten:
– in de spoelruimte een geschikte hoeveelheid ontkalkingsmiddel plaatsen
(op 25 liter water) en 1-2 wascycli uitvoeren
– het apparaat legen (Hoofdstuk 6.1)
– opnieuw de spoelruimte vullen en vervolgens 2-3 cycli uitvoeren zonder
keukengerei
– zodat er geen enkele restjes van het ontkalkingsmiddel achterblijven.
110500 21 / 28
Gebruiksinstructie en onderhoud
NL
6.3Adviezen en tips
Afwasmiddel en glansspoelmiddel voor vaatwassers
OPGELET!
Gebruik van het verkeerde afwasmiddel en glansspoelmiddel voor
vaatwassers kan het apparaat beschadigen!
Alleen speciale afwasmiddelen gebruiken voor het wassen in een vaatwasser
voor industrieel gebruik.
Gebruik geen schuimende afwasmiddelen.
Gebruik geen afwasmiddelen voor vaatwassers die bedoeld zijn voor
huishoudelijk gebruik.
Wij adviseren het wasmiddel voor Bartscher F12kg-vaatwassers (artikelnr. 173070)
of het wasmiddel voor F12kgXTRA-vaatwassers (artikelnr. 173071) en het
Bartscher F10kg-glansspoelmiddel (artikelnr. 173072).
Bij het veranderen van het type glansspoelmiddel of afwasmiddel moeten nieuwe
instellingen worden gemaakt. Deze instellingen mogen alleen door gekwalificeerd
technisch personeel worden uitgevoerd.
VOORZICHTIG!
Neem de relevante veiligheidsinstructies in acht bij het omgaan met
chemicaliën.
Draag altijd beschermende kleding, beschermende handschoenen en een
veiligheidsbril bij het omgaan met chemicaliën.
Geen afwasmiddelen met elkaar mengen.
Hygiëne voorschriften
• Raak schone vaat niet aan met vuile of vettige handen om vuil worden van de
vaat te voorkomen.
• Schone en steriele handdoeken moeten worden gebruikt voor het uiteindelijk
drogen van vaat.
• We raden aan het apparaat altijd te gebruiken wanneer de optimale temperatuur
is bereikt, zodat reinigen ook optimale resultaten oplevert.
• De spoelruimte tenminste twee keer per dag of iedere 40/50 wascycli legen.
22 / 28 110500
Mogelijke storingen
NL
Storing
Mogelijke oorzaak
Oplossing
Het apparaat kan
niet worden
ingeschakeld.
Geen stroom
Controleer of de
thermomagneetschakelaar
is geactiveerd.
De stoppen zijn
doorgeslagen.
Neem contact op met de
service om de oorzaak te
achterhalen.
Het apparaat is niet over de
hoofdschakelaar
ingeschakeld
De hoofdschakelaar
sluiten.
Optimale resultaten
Voor optimale resultaten bij het afwassen adviseren wij de volgende procedure:
– De vaat alleen dan wassen, als het apparaat werkbereid is.
– Het doseerapparaat moet altijd juist zijn ingesteld.
– De vaatwasser altijd in onberispelijke, schone staat houden.
Onderbreking in de exploitatie
Als het apparaat langere tijd niet zal worden gebruikt (vakantie,
werkonderbrekingen etc.), dienen de onderstaande aanwijzingen te worden
opgevolgd:
– Het apparaat geheel legen, inclusief de boiler.
– Het apparaat zorgvuldig reinigen.
– De deur van het apparaat open laten staan.
– Het invoerventiel voor het water sluiten.
– De hoofdschakelaar uitschakelen.
– Laat het apparaat bij vorst door een gekwalificeerde service beschermen
tegen vorst.
7 Mogelijke storingen
Mögliche
De onderstaande tabel beschrijft mogelijke oorzaken en methoden voor het
verwijderen van storingen of fouten die optreden tijdens de werking van het
apparaat. Neem contact op met het servicecentrum als storingen niet kunnen
worden verholpen.
110500 23 / 28
Mogelijke storingen
NL
Storing
Mogelijke oorzaak
Oplossing
Het apparaat neemt
geen water op
Gesloten invoerventiel water.
Open invoerventiel water.
Verstopte sproeier
spoelarmen.
De sproeier reinigen en de
spoelarm controleren met
het oog op kalkaanslag.
Verstopte filter van het
elektroventiel
Neem contact op met de
service om reiniging te
laten uitvoeren.
Storing in de spoelpomp.
Neem contact op met de
service, om de vervanging
ervan te laten uitvoeren.
Fout bij drukschakelaar.
Neem contact op met de
service, om de vervanging
ervan te laten uitvoeren.
De deur van het apparaat is
niet juist gesloten.
Sluit de deur op de juiste
manier.
De waseffecten zijn
niet bevredigend.
De spoelarmen zijn verstopt.
Reinig zorgvuldig de
spoelarmen.
Niet genoeg wasmiddel
toegevoegd.
Neem contact op met de
service om een nieuwe
instelling voor de doseerpomp voor afwasmiddel
aan te vragen.
Filters zijn vervuild.
Het filter zorgvuldig
reinigen.
Er ontstaat schuim.
Onjuist afwasmiddel.
Contact opnemen met de
service voor een juist
afwasmiddel.
Te veel glansspoelmiddel.
Neem contact op met de
service om de instelling
van de glansmiddeldoseerpomp te laten
veranderen.
24 / 28 110500
Mogelijke storingen
NL
Storing
Mogelijke oorzaak
Oplossing
De waseffecten zijn
niet bevredigend.
De temperatuur in de
spoelruimte is lager dan 50
°C / 122 °F.
Storing van de thermostaat
of de thermostaat is niet
juist ingesteld. Neem
contact op met de service
om de reparatie te laten
uitvoeren.
De wascyclus is te kort voor
het vervuilingsniveau van de
vaat.
Een langere wascyclus
uitkiezen.
Het water is sterk vervuild.
Leeg de spoelruimte en vul
met schoon water.
De vaat (pannen en
koekenpannen etc.)
droogt niet goed.
Geen glansspoelmiddel.
Vul de tank met vloeibaar
glansspoelmiddel.
Te weinig vloeibaar
glansspoelmiddel.
Neem contact op met de
service om de doseerpomp
te laten instellen.
De vaat (pannen en
koekenpannen etc.)
droogt niet goed.
De vaat bevond zich te lang
in de vaatwasmachine.
De vaat na de wascyclus
eruit halen en laten drogen
aan de lucht.
De temperatuur van het
glansspoelmiddel is lager
dan 80 ⁰C / 176 ⁰F
Neem contact op met de
service en laat het
probleem oplossen.
Vegen en vlekken op
de vaat.
Te veel glansspoelmiddel.
Neem contact op met de
service, om de
doseerpomp voor het
glansspoelmiddel te laten
instellen.
Het water bevat te veel kalk.
Controleer de
waterhardheid.
110500 25 / 28
Mogelijke storingen
NL
Storing
Mogelijke oorzaak
Oplossing
Vegen en vlekken op
de vaat.
De zoutcontainer is bijna
leeg.
Vul de zoutcontainer (als
die beschikbaar is).
In de waskamer bevinden
zich zoutresten.
Tijdens het vullen van de
zoutcontainer ervoor
zorgen dat het zout niet in
de waskamer valt.
Het apparaat staat
stil en neemt water
op tijdens het
wasproces.
Verstopte drukschakelaar.
Leeg de spoelruimte en
maak hem zorgvuldig
schoon.
Storing drukschakelaar.
Leeg de spoelruimte en
maak hem zorgvuldig
schoon.
De overloop is niet juist
geplaatst.
De overloop juist plaatsen.
De wascyclus start
niet.
De deur van het apparaat is
niet juist gesloten.
Sluit de deur op de juiste
manier. Als de deur niet
kan worden gesloten,
neemt u contact op met de
service om de
spaninrichtingen in te
stellen.
Storing microschakelaar van
de deur van het apparaat.
Neem contact op met de
service, om de vervanging
ervan te laten uitvoeren.
Het legen eindigt niet
juist.
Het apparaat is niet juist
geplaatst.
Het apparaat juist plaatsen.
Storing drukschakelaar.
Neem contact op met de
service, om de vervanging
ervan te laten uitvoeren.
26 / 28 110500
Mogelijke storingen
NL
Fout
Bericht
Beschrijving
E1
Het LED controlelampje aan / uit licht
0,5 seconde op en dooft vervolgens 2
seconden. Dit proces wordt vele
malen herhaald.
De deur van het apparaat
staat open.
E2
Het LED controlelampje aan / uit knop
licht tweemaal gedurende 0,5 sec op
en dooft vervolgens 2 seconden. Dit
proces wordt vele malen herhaald.
Waterniveau is niet goed.
De toegestane tijd voor het
vullen is overschreden.
E3
Het LED controlelampje aan / uit knop
licht driemaal gedurende 0,5 sec op
en dooft vervolgens 2 seconden. Dit
proces wordt vele malen herhaald.
Het legen van het apparaat
verloopt niet goed. De
toegestane tijd voor het
legen is overschreden.
E4
Het LED controlelampje aan / uit knop
licht viermaal gedurende 0,5 sec op
en dooft vervolgens 2 seconden. Dit
proces wordt vele malen herhaald.
De temperatuur in de boiler
is niet goed. De toegestane
tijd voor het verwarmen van
de boiler is overschreden.
E5
Het LED controlelampje aan / uit knop
licht vijfmaal gedurende 0,5 sec op en
dooft vervolgens 2 seconden. Dit
proces wordt vele malen herhaald.
De temperatuur in de
container is niet goed. De
toegestane tijd voor het
verwarmen van de container
is overschreden.
Fout code
110500 27 / 28
Verwijdering
NL
Elektrische apparaten zijn gemarkeerd met dit symbool.
Elektrische apparatuur moet op een correcte en
milieuvriendelijke manier worden verwijderd en gerecycled.
Niet-gevaarlijke apparaten mogen niet bij het huishoudelijk
afval worden gegooid. Koppel het apparaat los van de
voeding en verwijder de verbindingskabel van het apparaat.
8 Verwijdering
Elektrische apparaten
Elektrische apparaten moeten naar aangewezen inzamelpunten worden gebracht.
28 / 28 110500
Loading...
+ hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.