Bartscher Induction Cooker IK 25-1TCK, Induction Cooker IK 35-1TCK Operating instructions [nl]

IK 25-1TCK - IK 35-1TCK
105917 - 105919
tel. +49 5258 971-0 fax.: +49 5258 971-120 Infolinia service: +49 5258 971-197 www.bartscher.com
Versie: 1.0 Datum van opmaak: 2024-02-19
NL 2
105917 1 / 26
Originele gebruiksaanwijzing
1 Veiligheid ....................................................................................................... 2
1.1 Symboolverklaring ................................................................................... 2
1.2 Veiligheidsaanwijzingen ........................................................................... 3
1.3 Gebruik volgens bestemming .................................................................. 7
1.4 Oneigenlijk gebruik .................................................................................. 7
2 Algemeen ...................................................................................................... 8
2.1 Aansprakelijkheid en vrijwaring ................................................................ 8
2.2 Auteursrecht ............................................................................................ 8
2.3 Conformiteitsverklaring ............................................................................ 8
3 Transport, verpakking en opslag ................................................................... 9
3.1 Transportinspectie ................................................................................... 9
3.2 Verpakking ............................................................................................... 9
3.3 Opslag ..................................................................................................... 9
4 Technische Gegevens ................................................................................. 10
4.1 Technische Gegevens ........................................................................... 10
4.2 Onderdelenoverzicht .............................................................................. 13
4.3 Functies van het apparaat ..................................................................... 13
5 Installatie en bediening ................................................................................ 14
5.1 Installatie ................................................................................................ 14
5.2 Bediening ............................................................................................... 16
6 Reiniging ..................................................................................................... 22
6.1 Aanwijzingen betreffende de veiligheid tijdens het reinigen ................... 22
6.2 Reiniging ................................................................................................ 22
7 Mogelijke storingen ...................................................................................... 24
8 Verwijdering ................................................................................................. 26
Veiligheid
2 / 26 105917
NL
Diese Bedienungsanleitung beschreibt di e Installation, Bedienung und Wartung des Geräts und gilt als wichtige Informationsqu elle und Nachschlagewerk. Die Ke nntnis aller enthaltenen Sicherheitshinw eise und Handlungsanweisungen schafft die Voraussetzung für das sichere und sachgerechte Arbeiten mit dem G erät. Darüber hinaus müssen die für de n Einsatzbereich des Geräts geltenden ör tlichen Unfallverhütungsvorschriften u nd allgemeinen Sicherheitsbestimmunge n eingehalten werden. Diese Bedienungs anleitung ist Bestandteil des Prod ukts und muss in unmittelbarer Nähe d es Geräts für das In¬stallations-, Bedi enungs-, Wartungs- und Reinigungspers onal jederzeit zugänglich auf¬bewahrt werd en. Wenn das Gerät an eine dritte Pers on weitergegeben wird, muss die Bedienungsa nleitung mit ausgehändigt werden.
Lees voor het gebruik de gebruiksaanwijzing door en bewaar hem op een goed bereikbare plaats!
Deze handleiding bevat de beschrijving van de installatie, de bediening en het onderhoud van het apparaat en dient als belangrijke informatiebron en naslagwerk. De kennis en het in acht nemen van alle hier beschreven veiligheidsvoorschriften en instructies is een voorwaarde voor veilig en juist gebruik van het apparaat. Bovendien zijn de bepalingen inzake ongevallenpreventie, gezondheids- en veiligheidsvoorschriften en wettelijke voorschriften die van kracht zijn op het toepassingsgebied van het apparaat van toepassing.
Lees deze gebruikershandleiding voordat u met het apparaat gaat werken, en vóór de inbedrijfsstelling, om schade aan personen en zaken te voorkomen. Onjuist gebruik kan beschadigingen veroorzaken.
Deze handleiding is een integraal onderdeel van het product en moet in de directe nabijheid van het apparaat worden bewaard en te allen tijde beschikbaar zijn. Wanneer het apparaat wordt overgedragen, is het ook noodzakelijk deze gebruiksaanwijzing erbij te leveren.

1 Veiligheid

Het apparaat is gemaakt volgens de laatste stand van de techniek. Het kan echter een bron van gevaar vormen als het apparaat niet in overeenstemming met zijn bestemming gebruikt wordt. Alle personen die het apparaat gebruiken, moeten zich houden aan de aanbevelingen en veiligheidsaanwijzingen in deze handleiding.

1.1 Symboolverklaring

Belangrijke veiligheids- en technische instructies zijn in deze gebruiksaanwijzing aangeduid door symbolen. Deze instructies moeten bij het gebruik van dit apparaat absoluut in acht worden genomen om letsel, ongelukken, of materiële schade te vermijden.
GEVAAR!
Het signaalwoord GEVAAR waarschuwt voor gevaren die leiden tot ernstige verwondingen of overlijden als ze niet worden vermeden.
Veiligheid
105917 3 / 26
NL
WAARSCHUWING!
Het signaalwoord WAARSCHUWING waarschuwt voor gevaren die gematigd tot zwaar letsel of overlijden kunnen veroorzaken, als ze niet worden vermeden.
VOORZICHTIG!
Het signaalwoord VOORZICHTIG waarschuwt voor gevaren die licht of matig letsel kunnen veroorzaken, als ze niet worden vermeden.
, die
ATTENTIE!
Het signaalwoord ATTENTIE geeft mogelijke materiële schade aan die kan optreden als u de veiligheidsinstructies niet volgt.
OPMERKING!
Het icoon OPMERKING informeert de gebruiker over aanvullende informatie en tips voor het gebruik van het apparaat.

1.2 Veiligheidsaanwijzingen

Elektrische stroom
Een te hoge netspanning of onjuiste installatie kan leiden tot elektrische
schokken.
Sluit het apparaat alleen aan als de specificaties op het typeplaatje
overeenkomen met de netspanning.
Om elektrische kortsluiting te voorkomen, moet het apparaat droog worden
gehouden.
Koppel het apparaat onmiddellijk los van het elektriciteitsnet als er tijdens het
gebruik storingen optreden.
Raak de stekker van het apparaat niet aan met natte handen.
Raak het apparaat nooit aan nadat het in het water is gevallen. Onmiddellijk het
apparaat van het elektriciteitsnet koppelen.
Het herstellen en openen van de behuizing uitsluitend door specialisten en
gespecialiseerde werkplaatsen laten uitvoeren.
Draag het apparaat niet aan de verbindingskabel.
Veiligheid
4 / 26 105917
NL
Stel de verbindingskabel niet bloot aan warmte of scherpe randen.
Knik, plet of knoop de verbindingskabel niet.
Altijd de verbindingskabel volledig uitrollen.
Plaats het apparaat of andere voorwerpen nooit op de verbindingskabel.
Om het apparaat uit te schakelen van de elektrische voeding, altijd de stekker
vastpakken.
Controleer de voedingskabel regelmatig op beschadigingen. Het apparaat niet
gebruiken wanneer de voedingskabel beschadigd is. Laat een beschadigde voedingskabel vervangen door de servicedienst of een gekwalificeerde elektricien om gevaar te voorkomen.
Brandbare materialen
Stel het apparaat nooit bloot aan hoge temperaturen, zoals een fornuis, een
kachel, open vuur, apparaten voor het behouden van warmte, enz.
Het apparaat moet regelmatig worden schoongemaakt om het risico van brand
te voorkomen.
Het apparaat niet bedekken met bijv. aluminiumfolie of doeken.
Gebruik het apparaat alleen met de hiervoor bestemde materialen en met de
juiste temperatuurinstellingen. Materialen, voedselproducten en etensresten in het apparaat kunnen ontbranden.
Het apparaat nooit gebruiken in de buurt van brandbare, licht ontvlambare
materialen, bijv. benzine, spiritus, alcohol. Hoge temperaturen veroorzaken verdamping van deze materialen en als gevolg van contact met ontstekingsbronnen kan een explosie plaatsvinden.
In geval van brand, vóór het blussen het apparaat ontkoppelen van de voeding.
Blus het vuur nooit met water als het apparaat op het elektriciteitsnet is aangesloten. Na het blussen zorgen voor genoeg frisse lucht.
Veiligheid tijdens de bediening van de inductiekooktoestel
Tijdens het werk wordt de kookplaat erg heet.
Opmerking: Het inductiekooktoestel als zodanig genereert geen warmte tijdens het kookproces. De temperatuur van het kookgerei warmt de kookplaat echter op en het oppervlak blijft heet na gebruik. Geen enkel heet oppervlakken van het apparaat aanraken.
Het apparaat pas na volledig afkoelen verplaatsen en reinigen.
Het is verboden hete oppervlakken met koud water of brandbare vloeistoffen te
begieten.
Veiligheid
105917 5 / 26
NL
Leg geen metalen keukengerei, deksels, messen of andere metalen voorwerpen
op de kookzone. Na het inschakelen van het apparaat kunnen deze items heet worden.
Denk eraan aan dat voorwerpen die worden gedragen, zoals ringen, horloges
etc. warm kunnen worden als ze zich dicht bij de kookplaat bevinden.
Plaats geen aluminiumfolie of metalen platen op het verwarmingsoppervlak om
oververhitting te voorkomen.
Verwarm gesloten containers, zoals ingeblikt voedsel, niet op de kookzone van
een inductiekookplaat. De resulterende overdruk kan ervoor zorgen dat de container of het blik kan exploderen (barsten). Ingeblikt blikvoedsel kan het beste worden verwarmd door het te openen en in een pot te plaatsen die is gevuld met een kleine hoeveelheid water, die op het verwarmingsveld moet worden geplaatst om te verwarmen.
Het oppervlak van de kookplaat is gemaakt van hittebestendig glas. In geval van
schade, zelfs als het slechts een kleine scheur is, moet het apparaat onmiddellijk worden losgekoppeld van de voeding en moet contact worden opgenomen met de service.
Elektromagnetisch veld
Gemagnetiseerde items zoals creditcards, gegevensdragers en rekenmachines
mogen zich niet in de onmiddellijke nabijheid bevinden van het apparaat dat is ingeschakeld. Een magnetisch veld kan ze beschadigen.
Het onderste scherm mag niet worden geopend!
Plaats kookgerei altijd in het midden van het kookveld zodat de bodem van de
pannen zoveel mogelijk het elektromagnetische veld bedekt.
Wetenschappelijk onderzoek heeft uitgewezen dat de inductiekookplaat geen
gevaar vormt. Niettemin moeten mensen met een pacemaker minstens 60 cm afstand houden van het werkende apparaat.
Veiligheid
6 / 26 105917
NL
Exploitatie alleen onder toezicht
Het apparaat mag alleen onder toezicht worden geëxploiteerd.
Blijf altijd in de directe nabijheid van het apparaat.
Bedienend personeel
Dit apparaat mag niet worden bediend door personen (inclusief kinderen) met
beperkte fysieke, sensorische of mentale vaardigheden, evenals door personen met beperkte ervaring en / of beperkte kennis.
Kinderen moeten onder toezicht staan om ervoor te zorgen dat ze niet met het
apparaat spelen of het starten.
Onjuist gebruik
Onjuist gebruik of verboden gebruik kan het apparaat beschadigen.
Het apparaat mag alleen worden gebruikt als het zich in goede staat bevindt en
veilig werken mogelijk maakt.
Het apparaat mag alleen worden gebruikt als alle aansluitingen zijn uitgevoerd
volgens de voorschriften.
Het apparaat mag alleen worden gebruikt als het schoon is.
Gebruik alleen originele reserveonderdelen. Nooit zelf het apparaat repareren.
Verboden om veranderingen of modificaties aan het apparaat aan te brengen.
Veiligheid
105917 7 / 26
NL

1.3 Gebruik volgens bestemming

Elk gebruik van het apparaat voor andere doeleinden en / of afwijkend van het normale bedoelde gebruik zoals hieronder beschreven, is verboden en wordt beschouwd als onbedoeld gebruik.
Het volgende gebruik is in overeenstemming met het beoogde gebruik:
– Het koken en verwarmen van gerechten met gebruik van geschikt
kookgerei.
Deze units zijn ontworpen voor commercieel gebruik, bijvoorbeeld in restaurants, kantines, ziekenhuizen en commerciële instellingen zoals bakkerijen, slagerijen, enz., maar niet voor de continue productie van grote hoeveelheden voedsel.

1.4 Oneigenlijk gebruik

Onjuist gebruik kan leiden tot schade aan personen en zaken veroorzaakt door gevaarlijke elektrische spanning, brand en hoge temperaturen. Met behulp van het apparaat kan alleen werk worden uitgevoerd dat in deze handleiding wordt beschreven.
Het volgende gebruik is niet in overeenstemming met het beoogde gebruik:
Het verwarmen van ruimtes Verwarmen van brandbare, schadelijk voor de gezondheid, gemakkelijk
verdampende of soortgelijke vloeistoffen en materialen.
Algemeen
8 / 26 105917
NL

2 Algemeen

2.1 Aansprakelijkheid en vrijwaring

Alle gegevens en aanwijzingen die zijn opgenomen in deze gebruiksaanwijzing zijn samengesteld rekening houdend met de geldende voorschriften, de actuele technische stand van zaken en onze langdurige inzichten en ervaring. In het geval van het bestellen van speciale modellen of extra opties, en in het geval van het gebruik van de nieuwste technische kennis, kan het geleverde apparaat onder bepaalde omstandigheden verschillen van de uitleg en de talrijke tekeningen in deze handleiding. De producent is niet aansprakelijk voor de schade en storingen die zijn ontstaan als gevolg van:
het niet in acht nemen van de aanwijzingen, oneigenlijk gebruik, het aanbrengen van technische wijzigingen door de gebruiker, de toepassing van ongeoorloofde reserveonderdelen.
Wij behouden ons het recht voor om technische veranderingen in het product aan te brengen die leiden tot verbetering van de gebruikseigenschappen en de verdere ontwikkeling van het apparaat.

2.2 Auteursrecht

De gebruiksaanwijzing en de erin opgenomen teksten, tekeningen, foto’s en andere
afbeeldingen zijn auteursrechtelijk beschermd. Niets (ook gedeeltelijk) uit deze uitgave mag in ongeacht welke vorm worden verveelvoudigd, verwerkt en/of gepubliceerd zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de fabrikant. Overtreding van het bovenstaande verplicht tot schadevergoeding. Wij behouden ons het recht voor tot verdere vorderingen.

2.3 Conformiteitsverklaring

Het apparaat beantwoordt aan de actuele EU-normen en richtlijnen. Dit bevestigen we in de EG-verklaring van Conformiteit. Indien gewenst, sturen we u graag de betreffende Verklaring van Conformiteit toe.
Transport, verpakking en opslag
105917 9 / 26
NL

3 Transport, verpakking en opslag

3.1 Transportinspectie

Als het apparaat afgeleverd is, onmiddellijk controleren of het compleet en zonder transportschade is. Als er duidelijk zichtbare transportschade is, het geleverde apparaat niet of alleen onder voorbehoud aannemen. De schade opschrijven op de transportdocumenten/ het leveringsdocument van de leverancier. Vervolgens reclameren. Verborgen gebreken onmiddellijk nadat ze zijn geconstateerd, reclameren, omdat eisen tot schadevergoeding alleen binnen de reclamatieperiode mogelijk zijn.
Neem contact op met onze klantenservice als er onderdelen of accessoires ontbreken.

3.2 Verpakking

Gooi de buitenste doos van uw apparaat niet weg. U kunt het nodig hebben tijdens een verhuizing, of als u het apparaat naar ons servicecentrum wilt sturen bij schade.
De verpakking en de afzonderlijke componenten zijn gemaakt van recyclebare materialen. In het bijzonder: kunststof folie en zakken, kartonnen verpakking.
Als u de verpakking wilt weggooien, dient u de geldende voorschriften in uw land in acht te nemen. Verpakkingsmateriaal dat hergebruikt kan worden, recyclen.

3.3 Opslag

Zorg ervoor dat de verpakkingen verzegeld zijn tot de installatie en houd ze in overeenstemming met de op de buitenkant aangebrachte plaatsingmarkering en opslagmarkering. Bewaar de pakketten alleen onder de volgende voorwaarden:
in een afgesloten ruimte droog en stofvrij verwijderd houden van corrosief materiaal op een plaats beschermd tegen zonlicht beschermd tegen mechanische schokken.
Bij langere bewaring (> 3 maanden) regelmatig de algemene toestand van alle bestanddelen en van de verpakking controleren. Als het nodig is de verpakking vervangen voor een nieuwe.
Technische Gegevens
10 / 26 105917
NL

4 Technische Gegevens

4.1 Technische Gegevens

Versie / Eigenschappen 105917 - 105919
Apparaataansluiting: stekkerklaar
Kleur: roestvrij staal | zwart
Soort kookplaatsen: inductie
Besturing: touch | draairegulatie
Panherkenning
Oververhittingsbeveiliging
Digitaal display
Regulatie: vermogen | temperatuur
Eigenschappen:
min. diameter van pot: 160 mm max. diameter van pot: 280 mm max. gewicht van pot: 20 kg
Technische Gegevens
105917 11 / 26
NL
Nazwa:
Inductiekookplaat IK 25-1TCK
Artikelnummer:
105917
Materiaal:
roestvrij staal
Materiaal kookplaat:
glaskeramiek
Afmetingen glasveld (b x d) in mm:
280 x 280
Aantal kookplaatsen:
1
Diameter kookpit in mm:
195
Max. vermogen kookvlak:
2,5 kW
Aantal vermogensniveaus:
30
Temperatuurbereik van – tot in °C:
30 - 250
Aantal temperatuurniveaus:
45
Intervallen temperatuurinstelling °C:
5
Aansluitingswaarde:
2,5 kW | 220-240 V | 50/60 Hz
Afmetingen (b x d x h) in mm:
310 x 385 x 130
Gewicht in kg:
5,0
Recht op technische veranderingen voorbehouden!
Technische Gegevens
12 / 26 105917
NL
Naam:
Inductiekookplaat IK 35-1TCK
Artikelnummer:
105919
Materiaal:
roestvrij staal
Materiaal kookplaat:
glaskeramiek
Afmetingen glasveld (b x d) in mm:
280 x 280
Aantal kookplaatsen:
1
Diameter kookpit in mm:
195
Max. vermogen kookvlak:
3,5 kW
Aantal vermogensniveaus:
35
Temperatuurbereik van – tot in °C:
30 - 250
Aantal temperatuurniveaus:
45
Intervallen temperatuurinstelling °C:
5
Aansluitingswaarde:
3,5 kW | 220-240 V | 50/60 Hz
Afmetingen (b x d x h) in mm:
310 x 385 x 130
Gewicht in kg:
5,0
Recht op technische veranderingen voorbehouden!
Technische Gegevens
105917 13 / 26
NL

4.2 Onderdelenoverzicht

105917 / 105919
Afb. 1
1. Bedieningspaneel verwarmingsoppervlak
2. Verwarmingsplaat
3. Kookvlak
4. Behuizing
5. Poten (4x)
6. Anti-stoffilter en anti-vetfilter
7. Stroomkabel

4.3 Functies van het apparaat

Met de juiste instellingen en het juiste kookgerei kan voedsel worden bereid en verwarmd.
Met een bedieningspaneel met aanraakbediening en een draaiknop kan het vermogen of de temperatuur worden ingesteld.
Installatie en bediening
14 / 26 105917
NL

5 Installatie en bediening

5.1 Installatie

VOORZICHTIG!
In het geval van onjuiste installatie, bediening, onderhoud of bij het niet juist hanteren van het apparaat kan dat leiden tot letsel en beschadigingen.
De plaatsing en de installatie, alsook reparaties mogen uitsluitend worden uitgevoerd door een geautoriseerde technische service volgens de geldende voorschriften in het land van plaatsing.
AANWIJZING!
De fabrikant aanvaardt geen aansprakelijkheid of garantie voor schade die kan worden toegeschreven aan het niet naleven van de aanwijzingen of onjuiste installatie.
Uitpakken / plaatsing
Pak het apparaat uit en verwijder alle externe en interne verpakkingselementen en transportbeveiliging.
VOORZICHTIG!
Gevaar voor verstikking!
Houdt verpakkingsmateriaal zoals plasticfolie en piepschuim uit handen van kinderen.
Als er beschermfolie op het apparaat zit, verwijdert u deze. De folie dient langzaam van het apparaat te worden getrokken zodat er geen lijmresten achterblijven. Eventuele lijmresten verwijderen met een geschikt oplosmiddel.
Pas op dat u het typeplaatje en de waarschuwingsinstructies op het apparaat niet beschadigt.
Het apparaat nooit in een vochtige of natte omgeving neerzetten.
Het apparaat moet zo worden ingesteld dat de verbindingen gemakkelijk
toegankelijk zijn om snel uit te schakelen als dat nodig is.
Plaats het apparaat op een oppervlak met de volgende eigenschappen:
recht, met voldoende draagkracht, bestand tegen water, droog en
bestand tegen hoge temperaturen
Installatie en bediening
105917 15 / 26
NL
groot genoeg om probleemloos met het apparaat te werken goed bereikbaar goede ventilatie.
Houd voldoende afstand tot de randen van de tafel. Het apparaat kan kantelen
en vallen.
Het is verboden het apparaat te monteren in de buurt van apparaten of voorwerpen die gevoelig zijn voor magnetische velden (bijv.: radio, televisie enz.).
Behoud een minimale. afstand van brandbare muren of andere voorwerpen van 5 -10 cm.
Aansluiting op het lichtnet
Controleer of de technische specificaties van het apparaat (zie naamplaatje) overeenstemmen met de gegevens van de lokale stroomvoorziening.
Sluit het apparaat aan op een enkele, voldoende beschermde aansluiting met een beveiligd contact. Sluit het apparaat niet aan op een meervoudige aansluiting.
Leg de verbindingskabel zo dat niemand erop kan lopen of erover kan struikelen.
Gebruik het toestel niet met een externe timer of afstandsbediening.
Installatie en bediening
16 / 26 105917
NL

5.2 Bediening

De werking van de inductie-kookplaat
In inductiekookplaten wordt elektrische spanning aangelegd op een geleidende spoel onder glas. Dit creëert een magnetisch veld dat, als een fysiek effect, de bodem van de schotel direct verwarmt.
Dit bespaart tijd en energie, omdat hier - zoals in het geval van traditionele kookzones - de verwarming en de verwarming van de glasverwarmingszone niet plaatsvindt.
Een ander voordeel - dankzij de hierboven beschreven technische kenmerken - is een zeer korte kooktijd.
Bovendien verandert de warmtetoevoer onmiddellijk bij elke verandering van instelling en kan deze nauwkeurig worden aangepast. De inductieverwarming reageert zo snel op veranderingen in instellingen als een gasfornuis, omdat de energie onmiddellijk de pot bereikt, zonder eerst andere materialen te moeten verwarmen.
Inductietechnologie combineert deze reactiesnelheid met het fundamentele voordeel van stroom, waardoor een nauwkeurige regeling van de warmte-invoer mogelijk is.
Het juiste kookgerei
Kookgerei van ijzer
• Pannen van geëmailleerd ijzer
• Potten / pannen van staal of
geëmailleerd gietijzer
• Gietijzeren potten / pannen
• Kookgerei van 18/0 roestvrij staal en
aluminium, indien gemarkeerd als geschikt voor inductie (let op de beschrijving van het kookgerei)
Vanwege de speciale werking van de inductiewarmhoudplaat is alleen kookgerei met een magnetiserende bodem geschikt.
Voor betere resultaten mogen alleen pannen / potten met een diameter van 16 tot 28 cm worden gebruikt.
Installatie en bediening
105917 17 / 26
NL
Bijvoorbeeld Inductiekookpotten, 9-delige Bartscher pottenset
chroomnikkelstaal, anti-druiprand, niet-verwarmende handgrepen
4 pannen met deksel
2,0 liter, diameter 16 cm, hoogte 10,0 cm
2,7 liter, diameter 18 cm, hoogte 11,0 cm
5,1 liter, diameter 24 cm, hoogte 11,5 cm
6,1 liter, diameter 20 cm, hoogte 20,0 cm
1 koekenpan
2,8 liter, diameter 24 cm, hoogte 6,5 cm
Art. nr.: A130442
Ongeschikt kookgerei
Containers met een uitpuilende bodem
Kookgerei van aluminium, brons of
koper, tenzij ze duidelijk gemarkeerd zijn als geschikt voor inductie
Potten / pannen met een diameter van minder dan 16 cm
Kookgerei met poten
Keramisch kookgerei
Glazen kookgerei
Installatie en bediening
18 / 26 105917
NL
Vóór gebruik
1. Vóór het eerste gebruik van het apparaat, dient het apparaat te worden gereinigd volgens de aanwijzingen in het punt 6 “Reiniging“.
2. Droog het apparaat grondig.
3. Een geschikte pan met inhoud centraal op het kookvlak zetten.
4. Sluit het apparaat aan op een geschikt enkelvoudig stopcontact.
OPMERKING! Het apparaat is uitgerust met kookgereiherkenning. Als het apparaat wordt ingeschakeld en er wordt een ongeschikt
kookgerei of geen kookgerei op het kookveld geplaatst, knippert het geselecteerde vermogensniveau op de digitale display.
Zodra een geschikt kookgerei op het kookveld wordt geplaatst, begint het ingestelde vermogensniveau permanent te branden op de digitale display en begint het toestel te werken.
Gebruik alleen pannen die voor inductie geschikt zijn. Gebruik het apparaat niet zonder pannen of met lege pannen.
Bedieningselementen / getoonde berichten
Afb. 2
1. Aanraakscherm voor stroomregeling
2. Digitale display
3. Temperatuurregeling met touchscreen
4. Knop om ingestelde waarden te verhogen (vermogen of temperatuur)
5. Positie UIT knevel
6. Knop om ingestelde waarden te verlagen (vermogen of temperatuur)
7. Knevel
8. Markering voor het instellen van de draaiknop
Installatie en bediening
105917 19 / 26
NL
Instellingen
Het apparaat is uitgerust met een draaiknop om de ingestelde vermogens- en temperatuurwaarden in te stellen. Naast het digitale display bevinden zich twee
aanraakvelden (“P” voor vermogen en “T” voor temperatuur). De
standaardweergave van het apparaat is de vermogensinstelling. Als de temperatuurinstelling moet worden weergegeven, druk je op het aanraakveld
“T”. Het digitale display toont dan de ingestelde temperatuur.
Vermogen
Met de draaiknop kan het vooraf ingestelde vermogen op elk moment worden gewijzigd.
9. Druk op het aanraakveld “P”. Het ingestelde vermogen verschijnt op de digitale display.
10. Draai de draaiknop tegen de klok in om de ingestelde waarden te verhogen of met de klok mee om ze te verlagen totdat het digitale display het gewenste vermogensniveau weergeeft.
11. De volgende instellingen voor het vermogensniveau zijn mogelijk:
105917
105919
Vermogensniveau
Vermogen in watt
Vermogen in watt
1
50
100 2 100
200
3
150
300 4 200
400
5
250
500 6 300
600
7
350
700 8 400
800
9
450
900
10
500
1000
11
600
1100
12
700
1200
13
800
1300
14
900
1400
15
1000
1500
Installatie en bediening
20 / 26 105917
NL
16
1100
1600
17
1200
1700
18
1300
1800
19
1400
1900
20
1500
2000
21
1600
2100
22
1700
2200
23
1800
2300
24
1900
2400
25
2000
2500
26
2100
2600
27
2200
2700
28
2300
2800
29
2400
2900
30
2500
3000
31 3100
32 3200
33 3300
34 3400
35 3500
Tab. 1
TIP! Verwarm voedsel niet op het maximale vermogen als u kookgerei met een
antiaanbaklaag (teflon) zonder vloeistof of met heel weinig vet gebruikt. Het maximale vermogen wordt gebruikt voor koken en braden.
Installatie en bediening
105917 21 / 26
NL
Temperatuur
De temperatuur kan op elk moment worden ingesteld tussen 30 °C en 250 °C. De intervallen voor het instellen van de temperatuur verschillen voor de twee
apparaten als volgt:
105917: in stappen van 1 °C van 30 tot 140 °C / in stappen van 5 °C van 140 tot 250 °C
105919: in stappen van 5 °C van 30 tot 250 °C
1. Druk op het aanraakveld “T”.
Het digitale display toont de ingestelde temperatuur in °C.
2. Draai de draaiknop tegen de klok in om de ingestelde waarden te verhogen of met de klok mee om ze te verlagen totdat de digitale display de gewenste temperatuurinstelling weergeeft.
Voorbereiden van de gerechten
1. Het vereiste voedsel moet worden bereid met het juiste vermogen of de juiste temperatuur.
2. Houd het voedsel tijdens de bereiding in de gaten en wijzig indien nodig het vermogen of de temperatuur afhankelijk van de bereidingsfasen.
Uitschakelen van het apparaat
1. Wanneer het koken of warmhouden is voltooid, zet u de draaiknop in de stand “0” OFF
Het apparaat schakelt onmiddellijk uit. Na het gebruik koelt de ventilator de elektronica van het apparaat een paar minuten
af en schakelt dan uit.
2. Neem de pan van het kookvlak.
3. Haal het apparaat van het lichtnet. Vertrouw niet op de detectie van pannen.
WAARSCHUWING! Heet oppervlak! Verbrandingsgevaar! De temperatuur van het kookgerei zal de kookplaat opwarmen en het
oppervlak blijft na gebruik heet.
Geen enkel heet oppervlak van het apparaat aanraken.
Reiniging
22 / 26 105917
NL

6 Reiniging

6.1 Aanwijzingen betreffende de veiligheid tijdens het
reinigen
Voordat het apparaat kan worden gereinigd, dient het apparaat van het lichtnet te worden gehaald.
Het apparaat geheel laten afkoelen.
Zorg ervoor dat er geen water in het apparaat komt. Dompel het apparaat niet in
water of andere vloeistoffen om het te reinigen. Gebruik geen waterstraal onder druk om het apparaat te reinigen.
Gebruik geen scherpe of metalen voorwerpen (mes, vork, enz.) om het apparaat schoon te maken. Scherpe voorwerpen kunnen het apparaat beschadigen en leiden tot elektrische schokken wanneer ze in contact komen met geleidende componenten.
Gebruik geen schuurmiddelen, oplosmiddelen of bijtende schoonmaakmiddelen. Dit kan het oppervlak beschadigen.

6.2 Reiniging

1. Het apparaat moet regelmatig aan het einde van de werkdag gereinigd worden, en vaker indien nodig.
2. De glazen kookplaat, het bedieningspaneel en de behuizing schoonmaken met een zachte, vochtige doek en een mild, niet-schurend reinigingsmiddel.
3. Veeg het af met een schoon doekje.
4. Als er schroeiplekken op de glazen kookplaat verschijnen, maak ze dan nat met een vochtige doek of spons. Verwijder de vlekken vervolgens met een speciale glasschraper.
Veeg losse etensresten weg met een zachte doek.
5. Breng voor kalkvlekken een beetje hete spiritusazijn aan op de plek en laat een paar minuten intrekken. Veeg de glazen kookplaat vervolgens af met een zachte doek. Gebruik een huishoudelijk product.
6. Droog het gereinigde oppervlak met een zachte doek af.
7. De ventilatieopeningen aan de achterkant van het apparaat mogen niet verstopt zijn met vuil of stof. Ze moeten worden schoongemaakt met een borstel of stofzuiger.
8. Veeg de aansluitkabel alleen af met een licht vochtige doek.
Reiniging
105917 23 / 26
NL
9. Verwijder de stof- en vetfilters van het apparaat om ze schoon te maken.
Afb. 3
Afb. 4
10.Draai hiervoor de schroef los (a).
11. Verwijder de stof- en vetfilters uit de sleuven (b).
12. Reinig de stof- en vetfilters regelmatig (een keer per week) met een mild schoonmaakmiddel of in de vaatwasser.
13. Plaats na het reinigen de volledig gedroogde stof- en vetfilters terug in de sleuven (b).
14. Schuif vervolgens de stof- en vetfilters omhoog in de sleuven.
15. Zet het vast met de schroef (a).
Mogelijke storingen
24 / 26 105917
NL

7 Mogelijke storingen

Mögliche
De onderstaande tabel beschrijft mogelijke oorzaken en methoden voor het verwijderen van storingen of fouten die optreden tijdens de werking van het apparaat. Neem contact op met het servicecentrum als storingen niet kunnen worden verholpen.
Vermeld aub het artikelnummer, modelnaam en serienummer. Deze gegevens staan op het typeplaatje van het apparaat.
Foutcodeberichten
Fout code
Mogelijke oorzaken
Verwijdering
F3
Kortsluiting in de temperatuursensor van het keramische glas
Neem contact op met de serviceafdeling
F4
Temperatuursensor van keramisch glas losgekoppeld of ontbreekt
Neem contact op met de serviceafdeling
F5
Kortsluiting in de temperatuursensor van het keramische glas (elektrische voedingscomponenten)
Neem contact op met serviceafdeling
F6
Temperatuursensor van het keramische glas losgekoppeld of ontbreekt (elektrische voedingscomponenten)
Neem contact op met serviceafdeling
F7
Oververhitting van de elektronische voedingselementen
Laat het apparaat afkoelen en controleer of de ventilatieopeningen niet geblokkeerd zijn
Neem contact op met de serviceafdeling als de foutcode nog steeds verschijnt.
F22
Temperatuur keramisch glas te hoog
F24
Elektronisch generatorbord oververhit door omgevingstemperatuur
Mogelijke storingen
105917 25 / 26
NL
Foutcode
Mogelijke oorzaken
Verwijdering
F9
Lage netspanning
Probleem in het elektriciteitsnet
F10
Hoge netspanning
Probleem in het elektriciteitsnet
F11
Temperatuursensor op elektronische laat ontbreekt of is uitgeschakeld
Neem contact op met serviceafdeling
F12
De temperatuursensor op de elektronische plaat heeft kortsluiting
Neem contact op met serviceafdeling
F8-13
Geen ventilatoren of ze zijn beschadigd
Neem contact op met serviceafdeling
F8-14
Kortsluiting in de ventilatoren
Neem contact op met serviceafdeling
F8-15 / 16
Probleem met spoelstroommeting (Ipp of synchronisatiewaarden)
Neem contact op met serviceafdeling
F8-18
Spanningsstoring (13,8 V op generatorboard)
Neem contact op met serviceafdeling
F19 / F20
Storing in netwerkfrequentie (>maxi of <mini)
Probleem met de elektrische installatie
F8-27
Elektronische fout op het moederbord
Neem contact op met serviceafdeling
F8-28
Verkeerde toewijzing van de elektronische plaat in het apparaat
Configuratieprobleem
Neem contact op met serviceafdeling
F8-29
Bescherming van elektronische apparatuur
Druk op de knop ON / OFF om de fout te bevestigen of trek de stekker van het apparaat uit het stopcontact en sluit het opnieuw aan.
Neem contact op met de serviceafdeling als de foutcode nog steeds verschijnt.
F8-31
Communicatiefout tussen besturingskaart en hoofdkaart
Neem contact op met serviceafdeling
Verwijdering
26 / 26 105917
NL

8 Verwijdering

Elektrische apparaten
Elektrische apparaten zijn gemarkeerd met dit symbool. Elektrische apparatuur moet op een correcte en milieuvriendelijke manier worden verwijderd en gerecycled. Niet-gevaarlijke apparaten mogen niet bij het huishoudelijk afval worden gegooid. Koppel het apparaat los van de voeding en verwijder de verbindingskabel van het apparaat.
Elektrische apparaten moeten naar aangewezen inzamelpunten worden gebracht.
Loading...