Bartscher Induction cooker IK 20TC Operating instructions [nl]

IK 20TC
105848
tel. +49 5258 971-0 fax.: +49 5258 971-120 Infolinia service: +49 5258 971-197 www.bartscher.com
Versie: 2.0 Datum van opmaak: 2024-06-10
NL 2
105848 1 / 24
Originele gebruiksaanwijzing
1 Veiligheid ....................................................................................................... 2
1.1 Symboolverklaring ................................................................................... 2
1.2 Veiligheidsaanwijzingen ........................................................................... 3
1.3 Gebruik volgens bestemming .................................................................. 7
1.4 Oneigenlijk gebruik .................................................................................. 7
2 Algemeen ...................................................................................................... 8
2.1 Aansprakelijkheid en vrijwaring ................................................................ 8
2.2 Auteursrecht ............................................................................................ 8
2.3 Conformiteitsverklaring ............................................................................ 8
3 Transport, verpakking en opslag ................................................................... 9
3.1 Transportinspectie ................................................................................... 9
3.2 Verpakking ............................................................................................... 9
3.3 Opslag ..................................................................................................... 9
4 Technische Gegevens ................................................................................. 10
4.1 Technische Gegevens ........................................................................... 10
4.2 Onderdelenoverzicht .............................................................................. 11
4.3 Functies van het apparaat ..................................................................... 11
5 Installatie en bediening ................................................................................ 12
5.1 Installatie ................................................................................................ 12
5.2 Bediening ............................................................................................... 13
6 Reiniging ..................................................................................................... 22
6.1 Aanwijzingen betreffende de veiligheid tijdens het reinigen ................... 22
6.2 Reiniging ................................................................................................ 22
7 Mogelijke storingen ...................................................................................... 23
8 Verwijdering ................................................................................................. 24
Veiligheid
2 / 24 105848
NL
Diese Bedienungsanleitung beschreibt di e Installation, Bedienung und Wartung des Geräts und gilt als wichtige Informationsqu elle und Nachschlagewerk. Die Ke nntnis aller enthaltenen Sicherheitshinw eise und Handlungsanweisungen schafft die Voraussetzung für das sichere und sachgerechte Arbeiten mit dem G erät. Darüber hinaus müssen die für de n Einsatzbereich des Geräts geltenden ör tlichen Unfallverhütungsvorschriften u nd allgemeinen Sicherheitsbestimmunge n eingehalten werden. Diese Bedienungs anleitung ist Bestandteil des Prod ukts und muss in unmittelbarer Nähe d es Geräts für das In¬stallations-, Bedi enungs-, Wartungs- und Reinigungspers onal jederzeit zugänglich auf¬bewahrt werd en. Wenn das Gerät an eine dritte Pers on weitergegeben wird, muss die Bedienungsa nleitung mit ausgehändigt werden.
Lees voor het gebruik de gebruiksaanwijzing door en bewaar hem op een goed bereikbare plaats!
Deze handleiding bevat de beschrijving van de installatie, de bediening en het onderhoud van het apparaat en dient als belangrijke informatiebron en naslagwerk. De kennis en het in acht nemen van alle hier beschreven veiligheidsvoorschriften en instructies is een voorwaarde voor veilig en juist gebruik van het apparaat. Bovendien zijn de bepalingen inzake ongevallenpreventie, gezondheids- en veiligheidsvoorschriften en wettelijke voorschriften die van kracht zijn op het toepassingsgebied van het apparaat van toepassing.
Lees deze gebruikershandleiding voordat u met het apparaat gaat werken, en vóór de inbedrijfsstelling, om schade aan personen en zaken te voorkomen. Onjuist gebruik kan beschadigingen veroorzaken.
Deze handleiding is een integraal onderdeel van het product en moet in de directe nabijheid van het apparaat worden bewaard en te allen tijde beschikbaar zijn. Wanneer het apparaat wordt overgedragen, is het ook noodzakelijk deze gebruiksaanwijzing erbij te leveren.

1 Veiligheid

Het apparaat is gemaakt volgens de laatste stand van de techniek. Het kan echter een bron van gevaar vormen als het apparaat niet in overeenstemming met zijn bestemming gebruikt wordt. Alle personen die het apparaat gebruiken, moeten zich houden aan de aanbevelingen en veiligheidsaanwijzingen in deze handleiding.

1.1 Symboolverklaring

Belangrijke veiligheids- en technische instructies zijn in deze gebruiksaanwijzing aangeduid door symbolen. Deze instructies moeten bij het gebruik van dit apparaat absoluut in acht worden genomen om letsel, ongelukken, of materiële schade te vermijden.
GEVAAR!
Het signaalwoord GEVAAR waarschuwt voor gevaren die leiden tot ernstige verwondingen of overlijden als ze niet worden vermeden.
Veiligheid
105848 3 / 24
NL
WAARSCHUWING!
Het signaalwoord WAARSCHUWING waarschuwt voor gevaren die gematigd tot zwaar letsel of overlijden kunnen veroorzaken, als ze niet worden vermeden.
VOORZICHTIG!
Het signaalwoord VOORZICHTIG waarschuwt voor gevaren die licht of matig letsel kunnen veroorzaken, als ze niet worden vermeden.
, die
ATTENTIE!
Het signaalwoord ATTENTIE geeft mogelijke materiële schade aan die kan optreden als u de veiligheidsinstructies niet volgt.
OPMERKING!
Het icoon OPMERKING informeert de gebruiker over aanvullende informatie en tips voor het gebruik van het apparaat.

1.2 Veiligheidsaanwijzingen

Elektrische stroom
Een te hoge netspanning of onjuiste installatie kan leiden tot elektrische
schokken.
Sluit het apparaat alleen aan als de specificaties op het typeplaatje
overeenkomen met de netspanning.
Om elektrische kortsluiting te voorkomen, moet het apparaat droog worden
gehouden.
Koppel het apparaat onmiddellijk los van het elektriciteitsnet als er tijdens het
gebruik storingen optreden.
Raak de stekker van het apparaat niet aan met natte handen.
Raak het apparaat nooit aan nadat het in het water is gevallen. Onmiddellijk het
apparaat van het elektriciteitsnet koppelen.
Het herstellen en openen van de behuizing uitsluitend door specialisten en
gespecialiseerde werkplaatsen laten uitvoeren.
Draag het apparaat niet aan de verbindingskabel.
Veiligheid
4 / 24 105848
NL
Stel de verbindingskabel niet bloot aan warmte of scherpe randen.
Knik, plet of knoop de verbindingskabel niet.
Altijd de verbindingskabel volledig uitrollen.
Plaats het apparaat of andere voorwerpen nooit op de verbindingskabel.
Om het apparaat uit te schakelen van de elektrische voeding, altijd de stekker
vastpakken.
Controleer de voedingskabel regelmatig op beschadigingen. Het apparaat niet
gebruiken wanneer de voedingskabel beschadigd is. Laat een beschadigde voedingskabel vervangen door de servicedienst of een gekwalificeerde elektricien om gevaar te voorkomen.
Brandbare materialen
Stel het apparaat nooit bloot aan hoge temperaturen, zoals een fornuis, een
kachel, open vuur, apparaten voor het behouden van warmte, enz.
Het apparaat moet regelmatig worden schoongemaakt om het risico van brand
te voorkomen.
Het apparaat niet bedekken met bijv. aluminiumfolie of doeken.
Gebruik het apparaat alleen met de hiervoor bestemde materialen en met de
juiste temperatuurinstellingen. Materialen, voedselproducten en etensresten in het apparaat kunnen ontbranden.
Het apparaat nooit gebruiken in de buurt van brandbare, licht ontvlambare
materialen, bijv. benzine, spiritus, alcohol. Hoge temperaturen veroorzaken verdamping van deze materialen en als gevolg van contact met ontstekingsbronnen kan een explosie plaatsvinden.
In geval van brand, vóór het blussen het apparaat ontkoppelen van de voeding.
Blus het vuur nooit met water als het apparaat op het elektriciteitsnet is aangesloten. Na het blussen zorgen voor genoeg frisse lucht.
Veiligheid
105848 5 / 24
NL
Veiligheid tijdens de bediening van de inductiekooktoestel
Tijdens het werk wordt de kookplaat erg heet.
Opmerking: Het inductiekooktoestel als zodanig genereert geen warmte tijdens het kookproces. De temperatuur van het kookgerei warmt de kookplaat echter op en het oppervlak blijft heet na gebruik. Geen enkel heet oppervlakken van het apparaat aanraken.
Het apparaat pas na volledig afkoelen verplaatsen en reinigen.
Het is verboden hete oppervlakken met koud water of brandbare vloeistoffen te
begieten.
Leg geen metalen keukengerei, deksels, messen of andere metalen voorwerpen
op de kookzone. Na het inschakelen van het apparaat kunnen deze items heet worden.
Denk eraan aan dat voorwerpen die worden gedragen, zoals ringen, horloges
etc. warm kunnen worden als ze zich dicht bij de kookplaat bevinden.
Plaats geen aluminiumfolie of metalen platen op het verwarmingsoppervlak om
oververhitting te voorkomen.
Verwarm gesloten containers, zoals ingeblikt voedsel, niet op de kookzone van
een inductiekookplaat. De resulterende overdruk kan ervoor zorgen dat de container of het blik kan exploderen (barsten). Ingeblikt blikvoedsel kan het beste worden verwarmd door het te openen en in een pot te plaatsen die is gevuld met een kleine hoeveelheid water, die op het verwarmingsveld moet worden geplaatst om te verwarmen.
Het oppervlak van de kookplaat is gemaakt van hittebestendig glas. In geval van
schade, zelfs als het slechts een kleine scheur is, moet het apparaat onmiddellijk worden losgekoppeld van de voeding en moet contact worden opgenomen met de service.
Veiligheid
6 / 24 105848
NL
Elektromagnetisch veld
Gemagnetiseerde items zoals creditcards, gegevensdragers en rekenmachines
mogen zich niet in de onmiddellijke nabijheid bevinden van het apparaat dat is ingeschakeld. Een magnetisch veld kan ze beschadigen.
Het onderste scherm mag niet worden geopend!
Plaats kookgerei altijd in het midden van het kookveld zodat de bodem van de
pannen zoveel mogelijk het elektromagnetische veld bedekt.
Wetenschappelijk onderzoek heeft uitgewezen dat de inductiekookplaat geen
gevaar vormt. Niettemin moeten mensen met een pacemaker minstens 60 cm afstand houden van het werkende apparaat.
Exploitatie alleen onder toezicht
Het apparaat mag alleen onder toezicht worden geëxploiteerd.
Blijf altijd in de directe nabijheid van het apparaat.
Bedienend personeel
Dit apparaat mag niet worden bediend door personen (inclusief kinderen) met
beperkte fysieke, sensorische of mentale vaardigheden, evenals door personen met beperkte ervaring en / of beperkte kennis.
Kinderen moeten onder toezicht staan om ervoor te zorgen dat ze niet met het
apparaat spelen of het starten.
Onjuist gebruik
Onjuist gebruik of verboden gebruik kan het apparaat beschadigen.
Het apparaat mag alleen worden gebruikt als het zich in goede staat bevindt en
veilig werken mogelijk maakt.
Het apparaat mag alleen worden gebruikt als alle aansluitingen zijn uitgevoerd
volgens de voorschriften.
Het apparaat mag alleen worden gebruikt als het schoon is.
Gebruik alleen originele reserveonderdelen. Nooit zelf het apparaat repareren.
Verboden om veranderingen of modificaties aan het apparaat aan te brengen.
Veiligheid
105848 7 / 24
NL

1.3 Gebruik volgens bestemming

Elk gebruik van het apparaat voor andere doeleinden en / of afwijkend van het normale bedoelde gebruik zoals hieronder beschreven, is verboden en wordt beschouwd als onbedoeld gebruik.
Het volgende gebruik is in overeenstemming met het beoogde gebruik:
– Het koken en verwarmen van gerechten met gebruik van geschikt
kookgerei.
Het apparaat is niet bestemd voor continu industrieel gebruik!
Het apparaat kan worden gebruikt in het huishouden en op vergelijkbare plaatsen zoals:
– in keukens voor werknemers in winkels, kantoren of soortgelijke
werkgebieden;
landbouwbedrijven; door klanten van hotels, motels en andere huisvestingsvoorzieningen; in pensions.

1.4 Oneigenlijk gebruik

Onjuist gebruik kan leiden tot schade aan personen en zaken veroorzaakt door gevaarlijke elektrische spanning, brand en hoge temperaturen. Met behulp van het apparaat kan alleen werk worden uitgevoerd dat in deze handleiding wordt beschreven.
Het volgende gebruik is niet in overeenstemming met het beoogde gebruik:
Het verwarmen van ruimtes Verwarmen van brandbare, schadelijk voor de gezondheid, gemakkelijk
verdampende of soortgelijke vloeistoffen en materialen.
Algemeen
8 / 24 105848
NL

2 Algemeen

2.1 Aansprakelijkheid en vrijwaring

Alle gegevens en aanwijzingen die zijn opgenomen in deze gebruiksaanwijzing zijn samengesteld rekening houdend met de geldende voorschriften, de actuele technische stand van zaken en onze langdurige inzichten en ervaring. In het geval van het bestellen van speciale modellen of extra opties, en in het geval van het gebruik van de nieuwste technische kennis, kan het geleverde apparaat onder bepaalde omstandigheden verschillen van de uitleg en de talrijke tekeningen in deze handleiding. De producent is niet aansprakelijk voor de schade en storingen die zijn ontstaan als gevolg van:
het niet in acht nemen van de aanwijzingen, oneigenlijk gebruik, het aanbrengen van technische wijzigingen door de gebruiker, de toepassing van ongeoorloofde reserveonderdelen.
Wij behouden ons het recht voor om technische veranderingen in het product aan te brengen die leiden tot verbetering van de gebruikseigenschappen en de verdere ontwikkeling van het apparaat.

2.2 Auteursrecht

De gebruiksaanwijzing en de erin opgenomen teksten, tekeningen, foto’s en andere
afbeeldingen zijn auteursrechtelijk beschermd. Niets (ook gedeeltelijk) uit deze uitgave mag in ongeacht welke vorm worden verveelvoudigd, verwerkt en/of gepubliceerd zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de fabrikant. Overtreding van het bovenstaande verplicht tot schadevergoeding. Wij behouden ons het recht voor tot verdere vorderingen.

2.3 Conformiteitsverklaring

Het apparaat beantwoordt aan de actuele EU-normen en richtlijnen. Dit bevestigen we in de EG-verklaring van Conformiteit. Indien gewenst, sturen we u graag de betreffende Verklaring van Conformiteit toe.
Transport, verpakking en opslag
105848 9 / 24
NL

3 Transport, verpakking en opslag

3.1 Transportinspectie

Als het apparaat afgeleverd is, onmiddellijk controleren of het compleet en zonder transportschade is. Als er duidelijk zichtbare transportschade is, het geleverde apparaat niet of alleen onder voorbehoud aannemen. De schade opschrijven op de transportdocumenten/ het leveringsdocument van de leverancier. Vervolgens reclameren. Verborgen gebreken onmiddellijk nadat ze zijn geconstateerd, reclameren, omdat eisen tot schadevergoeding alleen binnen de reclamatieperiode mogelijk zijn.
Neem contact op met onze klantenservice als er onderdelen of accessoires ontbreken.

3.2 Verpakking

Gooi de buitenste doos van uw apparaat niet weg. U kunt het nodig hebben tijdens een verhuizing, of als u het apparaat naar ons servicecentrum wilt sturen bij schade.
De verpakking en de afzonderlijke componenten zijn gemaakt van recyclebare materialen. In het bijzonder: kunststof folie en zakken, kartonnen verpakking.
Als u de verpakking wilt weggooien, dient u de geldende voorschriften in uw land in acht te nemen. Verpakkingsmateriaal dat hergebruikt kan worden, recyclen.

3.3 Opslag

Zorg ervoor dat de verpakkingen verzegeld zijn tot de installatie en houd ze in overeenstemming met de op de buitenkant aangebrachte plaatsingmarkering en opslagmarkering. Bewaar de pakketten alleen onder de volgende voorwaarden:
in een afgesloten ruimte droog en stofvrij verwijderd houden van corrosief materiaal op een plaats beschermd tegen zonlicht beschermd tegen mechanische schokken.
Bij langere bewaring (> 3 maanden) regelmatig de algemene toestand van alle bestanddelen en van de verpakking controleren. Als het nodig is de verpakking vervangen voor een nieuwe.
Technische Gegevens
10 / 24 105848
NL

4 Technische Gegevens

4.1 Technische Gegevens

Naam:
Inductiekookplaat IK 20TC
Artikelnummer:
105848
Materiaal:
roestvrij staal
Materiaal kookoppervlak:
glas
Aantal kookvlakken:
1
Afmetingen glasveld (b x d) in mm:
285 x 345
Diameter kookvlak in mm:
228
Aantal vermogensniveaus:
8
Max. vermogen kookvlak:
2,0 kW
Temperatuurbereik van – tot °C:
60 - 240
Aantal temperatuurniveaus:
8
Tijdsinstelling van – tot , in min.:
5 - 180
Aansluitvermogen:
2,0 kW | 220-240 V | 50/60 Hz
Afmetingen (b x d x h) in mm:
330 x 400 x 63
Gewicht in kg:
3,4
Recht op technische veranderingen voorbehouden!
Versie / eigenschappen
Apparaataansluiting: stekkerklaar
Soort kookvlak: inductie
Besturing:
elektronisch touch control bedieningsveld met schuiffunctie
Regulatie:
vermogen temperatuur tijd
Technische Gegevens
105848 11 / 24
NL
Panherkenning
Oververhittingsbeveiliging
Digitaal display
Aan/uit-schakelaar
Controlelampje: Aan/uit
Blokkeerknop (kinderbeveiliging)

4.2 Onderdelenoverzicht

Afb. 1
1. Behuizing
2. Verwarmingsplaat
3. Touch control bedieningsveld met digitale aflezing
4. Voeten (4x)

4.3 Functies van het apparaat

De inductiewarmhoudplaat is bestemd voor het koken en verwarmen van gerechten met gebruik van geschikt kookgerei.
Vermogen, temperatuur en tijd worden aangepast met de schuiffunctie.
Installatie en bediening
12 / 24 105848
NL

5 Installatie en bediening

5.1 Installatie

Uitpakken / plaatsing
Pak het apparaat uit en verwijder alle externe en interne verpakkingselementen en transportbeveiliging.
VOORZICHTIG!
Gevaar voor verstikking!
Houdt verpakkingsmateriaal zoals plasticfolie en piepschuim uit handen van kinderen.
Als er beschermfolie op het apparaat zit, verwijdert u deze. De folie dient langzaam van het apparaat te worden getrokken zodat er geen lijmresten achterblijven. Eventuele lijmresten verwijderen met een geschikt oplosmiddel.
Pas op dat u het typeplaatje en de waarschuwingsinstructies op het apparaat niet beschadigt.
Het apparaat nooit in een vochtige of natte omgeving neerzetten.
Het apparaat moet zo worden ingesteld dat de verbindingen gemakkelijk
toegankelijk zijn om snel uit te schakelen als dat nodig is.
Plaats het apparaat op een oppervlak met de volgende eigenschappen:
recht, met voldoende draagkracht, bestand tegen water, droog en
bestand tegen hoge temperaturen
groot genoeg om probleemloos met het apparaat te werken goed bereikbaar goede ventilatie.
Houd voldoende afstand tot de randen van de tafel. Het apparaat kan kantelen
en vallen.
Het is verboden het apparaat te monteren in de buurt van apparaten of voorwerpen die gevoelig zijn voor magnetische velden (bijv.: radio, televisie enz.).
Behoud een minimale. afstand van brandbare muren of andere voorwerpen van 5 -10 cm.
Installatie en bediening
105848 13 / 24
NL
Aansluiting op het lichtnet
Controleer of de technische specificaties van het apparaat (zie naamplaatje) overeenstemmen met de gegevens van de lokale stroomvoorziening.
Sluit het apparaat aan op een enkele, voldoende beschermde aansluiting met een beveiligd contact. Sluit het apparaat niet aan op een meervoudige aansluiting.
Leg de verbindingskabel zo dat niemand erop kan lopen of erover kan struikelen.
Gebruik het toestel niet met een externe timer of afstandsbediening.

5.2 Bediening

De werking van de inductie-kookplaat
In inductiekookplaten wordt elektrische spanning aangelegd op een geleidende spoel onder glas. Dit creëert een magnetisch veld dat, als een fysiek effect, de bodem van de schotel direct verwarmt.
Dit bespaart tijd en energie, omdat hier - zoals in het geval van traditionele kookzones - de verwarming en de verwarming van de glasverwarmingszone niet plaatsvindt.
Een ander voordeel - dankzij de hierboven beschreven technische kenmerken - is een zeer korte kooktijd.
Bovendien verandert de warmtetoevoer onmiddellijk bij elke verandering van instelling en kan deze nauwkeurig worden aangepast. De inductieverwarming reageert zo snel op veranderingen in instellingen als een gasfornuis, omdat de energie onmiddellijk de pot bereikt, zonder eerst andere materialen te moeten verwarmen.
Inductietechnologie combineert deze reactiesnelheid met het fundamentele voordeel van stroom, waardoor een nauwkeurige regeling van de warmte-invoer mogelijk is.
Installatie en bediening
14 / 24 105848
NL
Het juiste kookgerei
Kookgerei van ijzer
• Pannen van geëmailleerd ijzer
• Potten / pannen van staal of
geëmailleerd gietijzer
• Gietijzeren potten / pannen
• Kookgerei van 18/0 roestvrij staal en
aluminium, indien gemarkeerd als geschikt voor inductie (let op de beschrijving van het kookgerei)
Vanwege de speciale werking van de inductieplaat is alleen kookgerei met een magnetiserende bodem geschikt.
Voor betere resultaten mogen alleen pannen / potten met een diameter van 12 tot 26 cm worden gebruikt.
Bijvoorbeeld Inductiekookpotten, 9-delige Bartscher pottenset
chroomnikkelstaal, anti-druiprand, niet-verwarmende handgrepen
4 pannen met deksel
2,0 liter, diameter 16 cm, hoogte 10,0 cm
2,7 liter, diameter 18 cm, hoogte 11,0 cm
5,1 liter, diameter 24 cm, hoogte 11,5 cm
6,1 liter, diameter 20 cm, hoogte 20,0 cm
1 koekenpan
2,8 liter, diameter 24 cm, hoogte 6,5 cm
Art. nr.: A130442
Installatie en bediening
105848 15 / 24
NL
Ongeschikt kookgerei
Containers met een uitpuilende bodem
• Kookgerei van aluminium, brons of
koper, tenzij ze duidelijk gemarkeerd zijn als geschikt voor inductie
• Potten / pannen met een diameter van
minder dan 12 cm
• Kookgerei met poten
• Keramisch kookgerei
• Glazen kookgerei
Vóór gebruik
1. Vóór het eerste gebruik van het apparaat, dient het apparaat te worden gereinigd volgens de aanwijzingen in het punt 6 “Reiniging“.
2. Droog het apparaat grondig.
Installatie en bediening
16 / 24 105848
NL
Functies van de bedieningselementen en de display
Afb. 2
1. Weergave bedrijfsmodus
– hier wordt weergegeven in welke bedrijfsmodus het apparaat staat
(vermogen, vermogen + tijd, temperatuur, temperatuur + tijd)
2. Digitale weergave van stroom-, tijd- of temperatuurwaarden – de geselecteerde instellingen worden hier weergegeven
3. Panherkenning
knippert als er geen of ongeschikt kookgerei op het kookvlak staat; brandt als er een geschikt kookvat op het kookvlak staat
4. Controlelampje blokkadeknop
brandt als het bedieningspaneel is vergrendeld; wordt uitgeschakeld wanneer het bedieningspaneel wordt ontgrendeld
5. Controlelampje voor de AAN/UIT-functie
brandt wanneer het apparaat in werking is
6. WŁ/WYŁ-knop
door op deze toets te drukken, wordt het apparaat in- of uitgeschakeld.
7. Blokkadeknop
– door op deze knop te drukken (ca. 3 seconden) kan het apparaat
worden vergrendeld of ontgrendeld
Installatie en bediening
105848 17 / 24
NL
8. Bedieningsveld
– door rechts of links aan te raken en in te drukken, kunt u de instellingen
voor vermogen, temperatuur of tijd wijzigen (verhogen of verlagen).
9. Functiekeuzeknop
– door op deze knop te drukken, selecteert u de bedrijfsmodi (stroom,
stroom + tijd, temperatuur, temperatuur + tijd)
Inbedrijfstelling van het apparaat
VOORZICHTIG! Het verwarmen van een lege pan of lege koekenpan activeert de
oververhittingsbeveiliging, een geluidssignaal klinkt en het apparaat schakelt uit. De foutmelding “E02” verschijnt op het digitale display.
Haal het kookvat van het kookvlak en laat het apparaat enkele minuten afkoelen. Plaats vervolgens de pan of pot met de kookinhoud op het kookvlak en start het apparaat opnieuw.
Geen lege pannen op de kookplaat zetten.
1. Een geschikte pan met inhoud centraal op de kookplaat zetten.
2. Sluit de stekker aan op een juiste enkele aansluiting. Er is een akoestisch signaal te horen en het controlelampje gaat branden.
3. Om het apparaat in te schakelen, de knop AAN/UIT indrukken. . De functiekeuzeknop knippert en de vergrendelknop licht op .
Installatie en bediening
18 / 24 105848
NL
Instellingen
TIP! Selecteer één van de vermogensinstellingen om te stomen of traditioneel
te koken (max. temperatuur 170 ° C). Voor bakken of frituren (max. temperatuur 240 ° C) selecteert u één van de
temperatuurinstellingen (60 ° C - 240 ° C).
Telkens wanneer de functiekeuzeknop wordt ingedrukt, kan een andere bedrijfsmodus worden geselecteerd in de volgorde die hieronder wordt weergegeven:
Vermogen
Vermogen + tijd
Temperatuur
Temperatuur + tijd
(Stroom)
(Stroom + Timer)
(Temp)
(Temp + Timer)
De digitale display geeft de ingestelde bedrijfsmodus weer.
Bedrijfsmodus: vermogen
1. Druk de functie keuzeknop in. Het apparaat schakelt over op de vermogenstand. De fabrieksinstelling voor het vermogen van 1300 W verschijnt op het digitale
display. De functiekeuzeknop brandt constant en het toestel werkt. De displays “Power” en Kookgerei-detectie” lichten op. Als de functiekeuzeknop , niet binnen 1 minuut wordt ingedrukt, klinkt er een
geluidssignaal en schakelt het apparaat automatisch over naar de stand-bymodus.
De inductiekookplaat kan herkennen of de juiste pan erop staat. Zo ja, dan licht het display “Kookgerei-detectie” op en werkt het apparaat met de
geselecteerde instellingen. Als er geen kookgerei op de kookplaat staat of als er ongeschikt kookgerei op
de kookplaat staat, of als de diameter van de bodem van het kookgerei kleiner is dan 12 cm, knippert het display Kookgerei-detectie” , en hoort u een
pieptoon totdat er geschikt kookgerei op de kookplaat wordt geplaatst. Als er nog steeds geen geschikt kookgerei op de kookplaat staat, schakelt het
apparaat na 30 seconden over op de stand-bystand. .
Installatie en bediening
105848 19 / 24
NL
2. Wanneer het apparaat in de energiemodus staat, kunnen de instellingen op elk moment worden gewijzigd tussen 500 W en 2000 W door met je vinger op de
bedieningsbalk naar links of rechts te drukken.
De volgende 8 vermogensinstellingen zijn mogelijk:
500, 700, 900, 1100, 1300, 1500, 1700, 2000 W
De digitale display toont de geselecteerde vermogenswaarde.
Bedrijfsmodus: vermogen + tijd
1. Wanneer het apparaat in de energiemodus staat, drukt u op de functiekeuzeknop om verder te gaan met het instellen van de tijd.
2. Druk met je vinger op het bedieningsveld naar links of rechts om de gewenste tijdsinstelling in te voeren.
Er kunnen 8 tijdinstellingen worden gemaakt, variërend van 5 minuten tot 180 minuten:
5, 15, 30, 50, 75, 105, 140, 180 minuten.
Dankzij de geheugenfunctie van het apparaat blijft het eerder ingestelde vermogen ongewijzigd.
De displays “Power” en “Timer” beginnen te branden. De tijd wordt afgeteld in minuten, waarbij de digitale display afwisselend de
vermogenswaarde en de resterende tijd weergeeft. Als de tijd is verstreken, klinkt er een pieptoon en schakelt het apparaat
automatisch uit. Alleen de ventilator voor het koelen van de elektronica blijft ongeveer 45 seconden draaien en schakelt dan uit.
TIP! Om de ingestelde tijd tijdens de werking te onderbreken, drukt u op de
AAN/UIT-knop . Schakel het apparaat weer in door nogmaals op deze knop te drukken en
voer de gewenste instellingen in.
Installatie en bediening
20 / 24 105848
NL
Bedrijfsmodus:temperatuur
1. Druk op de functiekeuzeknop om de temperatuurmodus te openen. Het “Temp” -display begint te branden en de in de fabriek ingestelde
temperatuur van 200 °C verschijnt op de digitale display..
2. Druk met uw vinger op het bedieningsveld naar links of rechts om de temperatuur in te stellen.
De volgende 8 temperatuurinstellingen tussen 60 °C en 240 °C kunnen worden geselecteerd:
60, 100, 120, 160, 180, 200, 220, 240 °C.
Het digitale display toont de geselecteerde temperatuur.
Werkmodus Temperatuur + tijd
1. Als het apparaat in de temperatuurmodus staat, kunt u door op de functiekeuzeknop te drukken overschakelen naar het instellen van de tijd.
2. Druk met uw vinger op het bedieningsveld naar links of rechts om de gewenste tijd in te stellen tussen 5 en 180 minuten.
Dankzij de geheugenfunctie van het apparaat blijft de ingestelde temperatuur tijdens het proces ongewijzigd.
De displays “TEM” en “Timer” lichten op. De tijd wordt afgeteld in minuten, waarbij
de digitale display afwisselend de temperatuurwaarde en de resterende tijd weergeeft.
Als de tijd is verstreken, klinkt er een pieptoon en schakelt het apparaat automatisch uit. Alleen de ventilator voor het koelen van de elektronica blijft ongeveer 45 seconden draaien en schakelt dan uit.
TIP! Tijdens de werking kan de tijd op elk moment worden gewijzigd met
behulp van het bedieningsveld . Dankzij de geheugenfunctie van het apparaat zal het vermogen ev. de
temperatuur niet veranderen. Op dezelfde manier kunt u het vermogen of de temperatuur wijzigen
zonder de tijdgegevens te wijzigen. Het apparaat werkt dan met de laatst ingevoerde gegevens.
Installatie en bediening
105848 21 / 24
NL
TIP! Het apparaat schakelt automatisch uit als er tijdens de werking
binnen 2 uur geen instelling meer wordt gekozen, of als de tijd is ingesteld op meer dan 120 minuten.
Vergrendelknop
1. Druk 3 seconden op de vergrendelknop om het bedieningspaneel te vergrendelen.
U hoort een geluidssignaal, het indicatorlampje boven de vergrendelknop gaat branden en blijft branden zolang het bedieningspaneel vergrendeld is.
Het apparaat blijft werken volgens de instellingen die u hebt gemaakt, alle knoppen op het bedieningspaneel, behalve de AAN/UIT-knop , zijn vergrendeld. Op deze
manier kunt u voorkomen dat u de instellingen die u hebt gemaakt per ongeluk wijzigt.
2. Om het apparaat te ontgrendelen, drukt u nogmaals ca. 3 seconden op de vergrendelknop .
U hoort een akoestisch signaal en het indicatorlampje boven de vergrendelknop gaat uit.
Uitschakelen van het apparaat
1. Nadat het kook- of opwarmproces is voltooid, schakelt u het apparaat uit met de Aan / Uit-knop .
2. Trek de stekker uit het stopcontact.
WAARSCHUWING! Heet oppervlak! Verbrandingsgevaar! De temperatuur van het kookgerei zal de kookplaat opwarmen en het
oppervlak blijft na gebruik heet.
Geen enkel heet oppervlak van het apparaat aanraken.
Reiniging
22 / 24 105848
NL

6 Reiniging

6.1 Aanwijzingen betreffende de veiligheid tijdens het
reinigen
Voordat het apparaat kan worden gereinigd, dient het apparaat van het lichtnet te worden gehaald.
Het apparaat geheel laten afkoelen.
Zorg ervoor dat er geen water in het apparaat komt. Dompel het apparaat niet in
water of andere vloeistoffen om het te reinigen. Gebruik geen waterstraal onder druk om het apparaat te reinigen.
Gebruik geen scherpe of metalen voorwerpen (mes, vork, enz.) om het apparaat schoon te maken. Scherpe voorwerpen kunnen het apparaat beschadigen en leiden tot elektrische schokken wanneer ze in contact komen met geleidende componenten.
Gebruik geen schuurmiddelen, oplosmiddelen of bijtende schoonmaakmiddelen. Dit kan het oppervlak beschadigen.

6.2 Reiniging

1. Het apparaat dient regelmatig te worden gereinigd na iedere werk dag, en wanneer nodig, vaker.
2. Veeg het glas, het bedieningspaneel en de behuizing van het apparaat schoon met een zachte, vochtige doek. Als het nodig is een mild niet-schurend reinigingsmiddel gebruiken.
3. Droog tenslotte de gewassen oppervlakken af met een zachte doek.
4. De ventilatieopeningen aan de onderkant van het apparaat mogen niet verstopt zijn met vuil of stof. Regelmatig reinigen met een penseel of een blazer.
Mogelijke storingen
105848 23 / 24
NL

7 Mogelijke storingen

Mögliche
De onderstaande tabel beschrijft mogelijke oorzaken en methoden voor het verwijderen van storingen of fouten die optreden tijdens de werking van het apparaat. Neem contact op met het servicecentrum als storingen niet kunnen worden verholpen.
Vermeld aub het artikelnummer, modelnaam en serienummer. Deze gegevens staan op het typeplaatje van het apparaat.
Fout code
Oorzaken
Oplossing
E0
Er is geen kookgerei op het kookvlak of het kookgerei is niet geschikt
Gebruik alleen geschikte pannen
E1
Het apparaat wordt te heet (bijv. door verstopte ventilatieopeningen)
Maak de ventilatieopeningen schoon. Laat het apparaat afkoelen en start opnieuw op
Als de foutcode nog steeds op de digitale display verschijnt, neem dan contact op met de service.
Beschadigd onderdeel (bijv. transistor).
Neem contact op met de service
E2
De oververhittings­beveiliging is geactiveerd, het apparaat schakelt uit
Het apparaat van het lichtnet halen. De pan van het kookveld halen.
Laat het apparaat afkoelen en herstarten
E3
Korte stroomonderbreking
Het apparaat van het lichtnet halen. Na enige minuten het apparaat opnieuw aansluiten.
Laat de elektricien de elektrische aansluiting controleren
Verwijdering
24 / 24 105848
NL

8 Verwijdering

Elektrische apparaten
Elektrische apparaten zijn gemarkeerd met dit symbool. Elektrische apparatuur moet op een correcte en milieuvriendelijke manier worden verwijderd en gerecycled. Niet-gevaarlijke apparaten mogen niet bij het huishoudelijk afval worden gegooid. Koppel het apparaat los van de voeding en verwijder de verbindingskabel van het apparaat.
Elektrische apparaten moeten naar aangewezen inzamelpunten worden gebracht.
Loading...