Lees voor het gebruik de gebruiksaanwijzing door en bewaar
hem op een goed bereikbare plaats!
GEVAAR!
Het signaalwoord GEVAAR waarschuwt voor gevaren die leiden tot
ernstige verwondingen of overlijden als ze niet worden vermeden.
Diese Bedienungsanleitung beschreibt di e Installation, Bedienung und Wartung des Geräts und gilt als wichtige Informationsqu elle und Nachschlagewerk. Die Ke nntnis aller enthaltenen Sicherheitshinw eise und Handlungsanweisungen schafft die Voraussetzung für das sichere und sachgerechte Arbeiten mit de m Gerät. Darüber hinaus müssen die für de n Einsatzbereich des Geräts geltenden ör tlichen Unfallverhütungsvorschriften und allgemeinen Sicherheitsbestimmunge n eingehalten werden. Diese Bedienungs anleitung ist Bestandteil des Prod ukts und muss in unmittelbarer Nähe d es Geräts für das In¬stallations-, Bedi enungs-, Wartungs- und Reinigungspers onal jederzeit zugänglich auf¬bewahrt werd en. Wenn das Gerät an eine dritte Pers on
weitergegeben wird, muss die Bedienungsa nleitung mit ausgehändigt werden.
Deze handleiding bevat de beschrijving van de installatie, de bediening en het
onderhoud van het apparaat en dient als belangrijke informatiebron en naslagwerk.
De kennis en het in acht nemen van alle hier beschreven veiligheidsvoorschriften
en instructies is een voorwaarde voor veilig en juist gebruik van het apparaat.
Bovendien zijn de bepalingen inzake ongevallenpreventie, gezondheids- en
veiligheidsvoorschriften en wettelijke voorschriften die van kracht zijn op het
toepassingsgebied van het apparaat van toepassing.
Lees deze gebruikershandleiding voordat u met het apparaat gaat werken, en vóór
de inbedrijfsstelling, om schade aan personen en zaken te voorkomen. Onjuist
gebruik kan beschadigingen veroorzaken.
Deze handleiding is een integraal onderdeel van het product en moet in de directe
nabijheid van het apparaat worden bewaard en te allen tijde beschikbaar zijn.
Wanneer het apparaat wordt overgedragen, is het ook noodzakelijk deze
gebruiksaanwijzing erbij te leveren.
1 Veiligheid
Het apparaat is gemaakt volgens de laatste stand van de techniek. Het kan echter
een bron van gevaar vormen als het apparaat niet in overeenstemming met zijn
bestemming gebruikt wordt. Alle personen die het apparaat gebruiken, moeten zich
houden aan de aanbevelingen en veiligheidsaanwijzingen in deze handleiding.
1.1 Symboolverklaring
Belangrijke veiligheids- en technische instructies zijn in deze gebruiksaanwijzing
aangeduid door symbolen. Deze instructies moeten bij het gebruik van dit apparaat
absoluut in acht worden genomen om letsel, ongelukken, of materiële schade te
vermijden.
2 / 24 105858
Veiligheid
NL
WAARSCHUWING!
Het signaalwoord WAARSCHUWING waarschuwt voor gevaren die
gematigd tot zwaar letsel of overlijden kunnen veroorzaken, als ze niet
worden vermeden.
VOORZICHTIG!
Het signaalwoord VOORZICHTIG waarschuwt voor gevaren die licht
of matig letsel kunnen veroorzaken, als ze niet worden vermeden.
ATTENTIE!
Het signaalwoord ATTENTIE geeft mogelijke materiële schade aan
die kan optreden als u de veiligheidsinstructies niet volgt.
OPMERKING!
Het icoon OPMERKING informeert de gebruiker over aanvullende
informatie en tips voor het gebruik van het apparaat.
, die
1.2Veiligheidsaanwijzingen
Elektrische stroom
• Een te hoge netspanning of onjuiste installatie kan leiden tot elektrische
schokken.
• Sluit het apparaat alleen aan als de specificaties op het typeplaatje
overeenkomen met de netspanning.
• Om elektrische kortsluiting te voorkomen, moet het apparaat droog worden
gehouden.
• Koppel het apparaat onmiddellijk los van het elektriciteitsnet als er tijdens het
gebruik storingen optreden.
• Raak de stekker van het apparaat niet aan met natte handen.
• Raak het apparaat nooit aan nadat het in het water is gevallen. Onmiddellijk het
apparaat van het elektriciteitsnet koppelen.
• Het herstellen en openen van de behuizing uitsluitend door specialisten en
gespecialiseerde werkplaatsen laten uitvoeren.
• Draag het apparaat niet aan de verbindingskabel.
105858 3 / 24
Veiligheid
NL
• Stel de verbindingskabel niet bloot aan warmte of scherpe randen.
• Knik, plet of knoop de verbindingskabel niet.
• Altijd de verbindingskabel volledig uitrollen.
• Plaats het apparaat of andere voorwerpen nooit op de verbindingskabel.
• Om het apparaat uit te schakelen van de elektrische voeding, altijd de stekker
vastpakken.
Brandbare materialen
• Stel het apparaat nooit bloot aan hoge temperaturen, zoals een fornuis, een
kachel, open vuur, apparaten voor het behouden van warmte, enz.
• Het apparaat moet regelmatig worden schoongemaakt om het risico van brand
te voorkomen.
• Het apparaat niet bedekken met bijv. aluminiumfolie of doeken.
• Gebruik het apparaat alleen met de hiervoor bestemde materialen en met de
juiste temperatuurinstellingen. Materialen, voedselproducten en etensresten in
het apparaat kunnen ontbranden.
• Het apparaat nooit gebruiken in de buurt van brandbare, licht ontvlambare
materialen, bijv. benzine, spiritus, alcohol. Hoge temperaturen veroorzaken
verdamping van deze materialen en als gevolg van contact met
ontstekingsbronnen kan een explosie plaatsvinden.
• In geval van brand, vóór het blussen het apparaat ontkoppelen van de voeding.
Blus het vuur nooit met water als het apparaat op het elektriciteitsnet is
aangesloten. Na het blussen zorgen voor genoeg frisse lucht.
Elektromagnetisch veld
• Gemagnetiseerde items zoals creditcards, gegevensdragers en rekenmachines
mogen zich niet in de onmiddellijke nabijheid bevinden van het apparaat dat is
ingeschakeld. Een magnetisch veld kan ze beschadigen.
• Het onderste scherm mag niet worden geopend!
• Plaats kookgerei altijd in het midden van het kookveld zodat de bodem van de
pannen zoveel mogelijk het elektromagnetische veld bedekt.
• Wetenschappelijk onderzoek heeft uitgewezen dat de inductiekookplaat geen
gevaar vormt. Niettemin moeten mensen met een pacemaker minstens 60 cm
afstand houden van het werkende apparaat.
Veiligheid tijdens de bediening van de inductiewarmhoudplaat
• Tijdens het werk wordt de warmhoudplaat erg heet.
4 / 24 105858
Veiligheid
NL
Opmerking: Het inductiekooktoestel als zodanig genereert geen warmte
tijdens het kookproces. De temperatuur van het kookgerei warmt de
kookplaat echter op en het oppervlak blijft heet na gebruik. Geen enkel
heet oppervlakken van het apparaat aanraken.
• Het apparaat pas na volledig afkoelen verplaatsen en reinigen.
• Het is verboden hete oppervlakken met koud water of brandbare vloeistoffen te
begieten.
• Leg geen metalen keukengerei, deksels, messen of andere metalen voorwerpen
op de kookzone. Na het inschakelen van het apparaat kunnen deze items heet
worden.
• Denk eraan aan dat voorwerpen die worden gedragen, zoals ringen, horloges
etc. warm kunnen worden als ze zich dicht bij de kookplaat bevinden.
• Plaats geen aluminiumfolie of metalen platen op het verwarmingsoppervlak om
oververhitting te voorkomen.
• Verwarm gesloten containers, zoals ingeblikt voedsel, niet op de kookzone van
een inductiekookplaat. De resulterende overdruk kan ervoor zorgen dat de
container of het blik kan exploderen (barsten). Ingeblikt blikvoedsel kan het
beste worden verwarmd door het te openen en in een pot te plaatsen die is
gevuld met een kleine hoeveelheid water, die op het verwarmingsveld moet
worden geplaatst om te verwarmen.
• Het oppervlak van de kookplaat is gemaakt van hittebestendig glas. In geval van
schade, zelfs als het slechts een kleine scheur is, moet het apparaat
onmiddellijk worden losgekoppeld van de voeding en moet contact worden
opgenomen met de service.
Bedienend personeel
• Het apparaat mag alleen worden bediend door gekwalificeerd en geschoold
vakpersoneel.
• Dit apparaat mag niet worden bediend door personen (inclusief kinderen) met
beperkte fysieke, sensorische of mentale vaardigheden, evenals door personen
met beperkte ervaring en / of beperkte kennis.
• Kinderen moeten onder toezicht staan om ervoor te zorgen dat ze niet met het
apparaat spelen of het starten.
Onjuist gebruik
• Onjuist gebruik of verboden gebruik kan het apparaat beschadigen.
• Het apparaat mag alleen worden gebruikt als het zich in goede staat bevindt en
veilig werken mogelijk maakt.
• Het apparaat mag alleen worden gebruikt als alle aansluitingen zijn uitgevoerd
volgens de voorschriften.
105858 5 / 24
Veiligheid
NL
• Het apparaat mag alleen worden gebruikt als het schoon is.
• Gebruik alleen originele reserveonderdelen. Nooit zelf het apparaat repareren.
• Verboden om veranderingen of modificaties aan het apparaat aan te brengen.
1.3 Gebruik volgens bestemming
Elk gebruik van het apparaat voor andere doeleinden en / of afwijkend van het
normale bedoelde gebruik zoals hieronder beschreven, is verboden en wordt
beschouwd als onbedoeld gebruik.
Het volgende gebruik is in overeenstemming met het beoogde gebruik:
– Het koken en verwarmen van gerechten met gebruik van geschikt
kookgerei.
1.4 Oneigenlijk gebruik
Onjuist gebruik kan leiden tot schade aan personen en zaken veroorzaakt door
gevaarlijke elektrische spanning, brand en hoge temperaturen. Met behulp van het
apparaat kan alleen werk worden uitgevoerd dat in deze handleiding wordt
beschreven.
Het volgende gebruik is niet in overeenstemming met het beoogde gebruik:
– Het verwarmen van ruimtes
– Verwarmen van brandbare, schadelijk voor de gezondheid, gemakkelijk
verdampende of soortgelijke vloeistoffen en materialen.
6 / 24 105858
Algemeen
NL
2 Algemeen
2.1Aansprakelijkheid en vrijwaring
Alle gegevens en aanwijzingen die zijn opgenomen in deze gebruiksaanwijzing zijn
samengesteld rekening houdend met de geldende voorschriften, de actuele
technische stand van zaken en onze langdurige inzichten en ervaring. In het geval
van het bestellen van speciale modellen of extra opties, en in het geval van het
gebruik van de nieuwste technische kennis, kan het geleverde apparaat onder
bepaalde omstandigheden verschillen van de uitleg en de talrijke tekeningen in
deze handleiding.
De producent is niet aansprakelijk voor de schade en storingen die zijn ontstaan als
gevolg van:
– het niet in acht nemen van de aanwijzingen,
– oneigenlijk gebruik,
– het aanbrengen van technische wijzigingen door de gebruiker,
– de toepassing van ongeoorloofde reserveonderdelen.
Wij behouden ons het recht voor om technische veranderingen in het product aan
te brengen die leiden tot verbetering van de gebruikseigenschappen en de verdere
ontwikkeling van het apparaat.
2.2 Auteursrecht
De gebruiksaanwijzing en de erin opgenomen teksten, tekeningen, foto’s en andere
afbeeldingen zijn auteursrechtelijk beschermd. Niets (ook gedeeltelijk) uit deze
uitgave mag in ongeacht welke vorm worden verveelvoudigd, verwerkt en/of
gepubliceerd zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de fabrikant.
Overtreding van het bovenstaande verplicht tot schadevergoeding. Wij behouden
ons het recht voor tot verdere vorderingen.
2.3 Conformiteitsverklaring
Het apparaat beantwoordt aan de actuele EU-normen en richtlijnen. Dit bevestigen
we in de EG-verklaring van Conformiteit. Indien gewenst, sturen we u graag de
betreffende Verklaring van Conformiteit toe.
105858 7 / 24
Transport, verpakking en opslag
NL
3 Transport, verpakking en opslag
3.1Transportinspectie
Als het apparaat afgeleverd is, onmiddellijk controleren of het compleet en zonder
transportschade is. Als er duidelijk zichtbare transportschade is, het geleverde
apparaat niet of alleen onder voorbehoud aannemen. De schade opschrijven op de
transportdocumenten/ het leveringsdocument van de leverancier. Vervolgens
reclameren. Verborgen gebreken onmiddellijk nadat ze zijn geconstateerd,
reclameren, omdat eisen tot schadevergoeding alleen binnen de reclamatieperiode
mogelijk zijn.
Neem contact op met onze klantenservice als er onderdelen of accessoires
ontbreken.
3.2 Verpakking
Gooi de buitenste doos van uw apparaat niet weg. U kunt het nodig hebben tijdens
een verhuizing, of als u het apparaat naar ons servicecentrum wilt sturen bij
schade.
De verpakking en de afzonderlijke componenten zijn gemaakt van recyclebare
materialen. In het bijzonder: kunststof folie en zakken, kartonnen verpakking.
Als u de verpakking wilt weggooien, dient u de geldende voorschriften in uw land in
acht te nemen. Verpakkingsmateriaal dat hergebruikt kan worden, recyclen.
3.3 Opslag
Zorg ervoor dat de verpakkingen verzegeld zijn tot de installatie en houd ze in
overeenstemming met de op de buitenkant aangebrachte plaatsingmarkering en
opslagmarkering. Bewaar de pakketten alleen onder de volgende voorwaarden:
– in een afgesloten ruimte
– droog en stofvrij
– verwijderd houden van corrosief materiaal
– op een plaats beschermd tegen zonlicht
– beschermd tegen mechanische schokken.
Bij langere bewaring (> 3 maanden) regelmatig de algemene toestand van alle
bestanddelen en van de verpakking controleren. Als het nodig is de verpakking
vervangen voor een nieuwe.
Het recht op technische veranderingen voorbehouden!
105858 9 / 24
Technische Gegevens
NL
1. Verwarmingsveld links voor
2. Verwarmingsveld links achter
3. Verwarmingsveld rechts
4. Besturingspaneel met digitale display
5. Behuizing
Versie / eigenschappen
• Apparaataansluiting: stekkerklaar
• Soort kookvelden: inductie
• Verdeling kookvelden: 2 links, 1 rechts
• Regulatie: vermogen, temperatuur, tijd
• AAN/UIT
• Digitaal display
• Controlelampjes: vermogen, temperatuur, tijd
• Besturing: touch
• Pandetectie
• Oververhittingsbeveiliging
• Locktoets (kinderslot)
4.2 Onderdelenoverzicht
10 / 24 105858
Installatie en bediening
NL
VOORZICHTIG!
Gevaar voor verstikking!
Houdt verpakkingsmateriaal zoals plasticfolie en piepschuim uit handen
van kinderen.
4.3 Functies van het apparaat
De inductiewarmhoudplaat is bestemd voor het koken en verwarmen van gerechten
met gebruik van geschikt kookgerei.
5 Installatie en bediening
5.1Installatie
Uitpakken / plaatsing
• Pak het apparaat uit en verwijder alle externe en interne verpakkingselementen
en transportbeveiliging.
• Als er beschermfolie op het apparaat zit, verwijdert u deze. De folie dient
langzaam van het apparaat te worden getrokken zodat er geen lijmresten
achterblijven. Eventuele lijmresten verwijderen met een geschikt oplosmiddel.
• Pas op dat u het typeplaatje en de waarschuwingsinstructies op het apparaat
niet beschadigt.
• Het apparaat nooit in een vochtige of natte omgeving neerzetten.
• Het apparaat moet zo worden ingesteld dat de verbindingen gemakkelijk
toegankelijk zijn om snel uit te schakelen als dat nodig is.
• Plaats het apparaat op een oppervlak met de volgende eigenschappen:
– recht, met voldoende draagkracht, bestand tegen water, droog en
bestand tegen hoge temperaturen
– groot genoeg om probleemloos met het apparaat te werken
– goed bereikbaar
– goede ventilatie.
• Houd voldoende afstand tot de randen van de tafel. Het apparaat kan kantelen
en vallen.
105858 11 / 24
Installatie en bediening
NL
• Kookgerei van ijzer
• Pannen van geëmailleerd ijzer
• Potten / pannen van staal of
geëmailleerd gietijzer
• Gietijzeren potten / pannen
• Kookgerei van 18/0 roestvrij staal en
aluminium, indien gemarkeerd als
geschikt voor inductie (let op de
beschrijving van het kookgerei)
• Het is verboden het apparaat te monteren in de buurt van apparaten of
voorwerpen die gevoelig zijn voor magnetische velden (bijv.: radio, televisie
enz.).
• Behoud een minimale afstand van brandbare muren of andere voorwerpen van
5 -10 cm.
• Gebruik het toestel niet met een externe timer of afstandsbediening.
5.2Bediening
De werking van de inductiewarmhoudplaat
In inductiekookplaten wordt elektrische spanning aangelegd op een geleidende
spoel onder glas. Dit creëert een magnetisch veld dat, als een fysiek effect, de
bodem van de schotel direct verwarmt.
Dit bespaart tijd en energie, omdat hier - zoals in het geval van traditionele
kookzones - de verwarming en de verwarming van de glasverwarmingszone niet
plaatsvindt.
Een ander voordeel - dankzij de hierboven beschreven technische kenmerken - is
een zeer korte kooktijd.
Bovendien verandert de warmtetoevoer onmiddellijk bij elke verandering van
instelling en kan deze nauwkeurig worden aangepast. De inductieverwarming
reageert zo snel op veranderingen in instellingen als een gasfornuis, omdat de
energie onmiddellijk de pot bereikt, zonder eerst andere materialen te moeten
verwarmen.
Inductietechnologie combineert deze reactiesnelheid met het fundamentele
voordeel van stroom, waardoor een nauwkeurige regeling van de warmte-invoer
mogelijk is.
Het juiste kookgerei
12 / 24 105858
Installatie en bediening
NL
Vanwege de speciale werking van de
inductiewarmhoudplaat is alleen kookgerei met een
magnetiserende bodem geschikt.
Voor betere resultaten mogen alleen pannen / potten
met een diameter van 12 tot 26 cm worden gebruikt.
4 pannen met deksel
2,0 liter, diameter 16 cm, hoogte 10,0 cm
2,7 liter, diameter 18 cm, hoogte 11,0 cm
5,1 liter, diameter 24 cm, hoogte 11,5 cm
6,1 liter, diameter 20 cm, hoogte 20,0 cm
1 koekenpan
2,8 liter, diameter 24 cm, hoogte 6,5 cm
• Containers met een uitpuilende bodem
• Kookgerei van aluminium, brons of
koper, tenzij ze duidelijk gemarkeerd
zijn als geschikt voor inductie
• Potten / pannen met een diameter van
minder dan 12 cm
• Kookgerei met poten
• Keramisch kookgerei
• Glazen kookgerei
Bijvoorbeeld
Inductiekookpotten, 9-delige Bartscher pottenset
6. Bedieningselementen van de
verwarmingsvelden links
7. Bedieningselementen van de
verwarmingsvelden links achter
8. Bedieningselementen van het
verwarmingsveld rechts
9. LED controlelampje Standby
10. AAN/UIT
11. Locktoets (kinderslot)
Vóór gebruik
1. Voor het eerste gebruik van het apparaat, dient deze te worden gereinigd
volgens de aanwijzingen in punt 6 „Reiniging“.
2. Droog het apparaat grondig.
3. Zet de juiste pannen met inhoud centraal op het uitgekozen verwarmingsveld.
Bedieningselementen van de verwarmingsvelden
14 / 24 105858
Installatie en bediening
NL
12. Knop voor het verhogen van de
instellingswaarden
13. Knop voor het verlagen van de
instellingswaarden
14. Digitaal display
15. Functiekeuzeknop
16. Symbool positie verwarmingsveld
17. LED controlelampje tijd
18. LED controlelampje temperatuur
19. LED controlelampje vermogensinstelling
Verwarmingsveld links voor
Verwarmingsveld links
achter
Verwarmingsveld rechts
Getoonde berichten en functies van de knoppen van het
besturingspaneel
Gebruik van de verwarmingsvelden
• Het apparaat heeft 3 verwarmingsvelden, die afzonderlijk of gelijktijdig kunnen
worden gebruikt.
• De locatie van de verwarmingsvelden op het kookoppervlak wordt gemarkeerd
door de volgende symbolen:
105858 15 / 24
Installatie en bediening
NL
Kookveld
Instelling vermogensniveau
Verwarmingsve
ld links voor
10 9 8 7 6 5 4 3 2
1
Verwarmingsve
ld links achter
0 0 2 3 4 5 5 5 5
5
• Instellingen moeten worden gemaakt met behulp van de bedieningselementen
voor het gegeven verwarmingsveld.
• Het verwarmingsveld rechts heeft 10 vermogensniveaus en kan onafhankelijk
van de andere twee verwarmingsvelden links worden aangepast.
• De verwarmingsvelden links voor en links achter kunnen afzonderlijk of
gelijktijdig worden gebruikt, het vermogen van 2000 W wordt vervolgens
verdeeld.
De mogelijke instellingen bij tegelijkertijd gebruik van de kookvelden links
• Als u alleen het kookveld links voor wilt gebruiken, kunt u de vermogensniveauinstellingen in het bereik 1 - 10 gebruiken.
• Als u alleen het kookveld links achter wilt gebruiken, kunt u de
vermogensniveau-instellingen in het bereik 1 - 5 gebruiken.
• Bij gelijktijdig gebruik van het voorste en achterste kookveld links, zijn beide
vooraf ingesteld op het vermogensniveau „5“.
• Als het vermogensniveau van het linker kookveld voor hoger wordt ingesteld dan
„5“, wordt het vermogen van het linker kookveld achter automatisch verlaagd
zodat de som van beide 10 is. De overeenkomstige vermogensniveaus
verschijnen op de digitale displays van de kookvelden.
• Als het vermogensniveau van het linker kookveld voor lager is ingesteld dan
„5“, kunt u het hoogste vermogensniveau van het linker kookveld achter
gebruiken, dat is „5“ .
Inbedrijfstelling van het apparaat
1. Het apparaat aansluiten op een enkel geaard contact.
Er klinkt een akoestisch signaal.
"-L-" of "-H-" verschijnt op de digitale displays van de afzonderlijke kookvelden.
Wanneer de temperatuur van het kookveld lager is dan 50 ° C, verschijnt "-L-", met
een temperatuur van het kookveld boven 50 ° C, verschijnt "-H-".
Het apparaat bevindt zich in de Standby modus.
2. Druk op de knop AAN/UIT.
Het LED controlelampje voor de STANDBY-modus boven de schakelaar knippert.
16 / 24 105858
Installatie en bediening
NL
AANWIJZING: Als gedurende 30 seconden na het indrukken van de knop
AAN/STANDBY geen nieuwe instellingen worden ingevoerd, gaat het
apparaat automatisch over op de Standby modus.
De berichten "-L-" of "-H-" die worden weergegeven voor het geselecteerde
kookveld verdwijnen.
LED controlelampjes voor vermogensniveaus 1-10 of 1-5 voor de geselecteerde
kookvelden beginnen te branden en het vooraf ingestelde vermogensniveau "5"
verschijnt in de respectievelijke digitale displays.
Het apparaat is gereed voor functieselectie.
AANWIJZING:
Selecteer één van de vermogensinstellingen om te stomen of traditioneel
te koken (max. temperatuur 170 ° C).
Voor bakken of frituren (max. temperatuur 240 ° C) selecteert u één van de
temperatuurinstellingen (60 ° C - 240 ° C).
3. Druk de functie keuzeknop in.
Instellingen
Vermogen
Nadat u het apparaat hebt aangesloten en de schakelaar heeft ingedrukt, staat het
apparaat in de energie-instellingsmodus.
1. Stel het gewenste vermogensniveau in voor het relevante kookveld met behulp
van de knoppen voor het verhogen of verlagen van de waarde van de
instellingen.
2. Volg de instructies in het gedeelte "Het gebruik van de kookvelden“.
Het geselecteerde vermogensniveau wordt weergegeven op het digitale display
voor het respectievelijke kookveld.
Instellingen van vermogensniveaus kunnen op elk moment worden gewijzigd door
middel van de knoppen voor het verhogen of verlagen van de instellingswaarden.
Temperatuur
De temperatuur van afzonderlijke kookvelden kunnen onafhankelijk van elkaar
worden ingesteld.
1. Druk op de functie keuzeknop voor het gegeven kookveld om de
temperatuurmodus te openen.
De vooraf ingestelde temperatuur „120 °C“ verschijnt op het digitale display en het
LED controlelampje voor temperatuurinstelling licht op.
105858 17 / 24
Installatie en bediening
NL
Met de knoppen voor het verhogen of verlagen van de instellingswaarden, kunt u
de temperatuurinstellingen in het bereik van 60 ° C - 240 ° C op elk gewenst
moment met intervallen van 20 ° C wijzigen. De volgende temperatuurniveaus
kunnen worden geselecteerd:
60, 80, 100, 120, 140, 160, 180, 200, 220 en 240 °C.
Het apparaat begint met het verwarmen van het gerecht en behoudt tot slot de
ingestelde temperatuur. De vermogensregulatie volgt daarbij automatisch.
Tijd
1. Nadat u het vermogen of de temperatuur hebt ingesteld, drukt u nogmaals op de
functie keuzeknop om de tijd in te stellen.
Het LED controlelampje voor het instellen van de tijd van het geselecteerde
kookveld licht op en de "0" verschijnt op het digitale display
2. Gebruik de knop waarde verhogen om de gebruikstijd met intervallen van 5
minuten (5, 10, 15, ...) te verhogen tot max. 180 minuten.
3. Verkort indien nodig de ingestelde tijd door op de knop te drukken om de
instellingswaarde met intervallen van 1 minuut te verlagen.
De geselecteerde bedrijfstijd wordt afgeteld in intervallen van 1 minuut, de
resterende tijd wordt weergegeven op het digitale display.
Nadat de tijd is verstreken, klinkt er een signaal en schakelt het apparaat
automatisch over naar de Standby-modus.
AANWIJZING:
Terwijl de timer loopt, kan de tijd op elk moment worden gewijzigd met de
knoppen voor het verhogen of verlagen van de waarde van de instellingen.
Dankzij de geheugenfunctie van het apparaat blijft het ingestelde
vermogen of temperatuurniveau ongewijzigd.
Op dezelfde manier kan het vermogensniveau ev. temperatuur worden
veranderd, waarbij de tijdsinstelling niet wordt veranderd.
AANWIJZING:
De inductiewarmhoudplaat schakelt automatisch uit als er gedurende 2
uur geen instelling wordt ingesteld. De ventilator blijft nog een tijdje
draaien om de elektronica te koelen.
18 / 24 105858
Installatie en bediening
NL
Het uitschakelen van de kookvelden / het apparaat
1. Individuele kookvelden kunnen niet worden uitgeschakeld. Druk op de knop
AAN / UIT en voor het uitzetten van het apparaat.
2. Druk nogmaals op de aan / uit-knop en herstel de instellingen voor de gewenste
kookvelden.
3. Nadat het kook- of opwarmproces is voltooid, schakelt u het apparaat uit met de
Aan / Uit-knop.
4. Het apparaat van het lichtnet halen (de stekker uit het stopcontact trekken!)
Oververhittingsbeveiliging
Het apparaat heeft een oververhittingsbeveiliging. In het geval van het
overschrijden van de kritieke temperatuurgrens, schakelt het apparaat voor de
veiligheid automatisch uit.
OPGELET!
Plaats nooit lege pannen op de kookplaat. Het opwarmen van het lege
kookgerei activeert de oververhittingsbeveiliging, een pieptoon klinkt en
het apparaat wordt uitgeschakeld. De foutmelding "E2" verschijnt op het
digitale display.
Verwijder in dit geval de pan van het kookveld en laat het apparaat enkele minuten
afkoelen. Vervolgens kan het apparaat opnieuw worden gebruikt.
Locktoets (kinderslot)
Het apparaat is uitgerust met een locktoets.
Deze toets kan worden ingesteld na het uitkiezen van het soort werk (vermogen of
temperatuur), om vergissingen tijdens de bediening te voorkomen.
1. Houd de vergrendelknop ingedrukt totdat het controlelampje boven de knop
gaat branden.
Na het activeren van deze knop blijft het apparaat werken volgens de gemaakte
instellingen, alle knoppen op het bedieningspaneel (behalve de aan / uit-knop) zijn
vergrendeld en kunnen niet meer worden gestart. Op deze manier kan worden
voorkomen dat er per ongeluk veranderingen in de waarden worden aangebracht.
De locktoets dient ook als veiligheid voor kinderen, en zorgt ervoor dat het apparaat
niet kan worden aangezet door kinderen.
2. Om de locktoets vrij te maken, dient de locktoets zo lang te worden ingedrukt,
tot het controlelampje uit gaat. Nu is het mogelijk opnieuw alle toetsen te
gebruiken.
105858 19 / 24
Reiniging
NL
6 Reiniging
6.1 Aanwijzingen betreffende de veiligheid tijdens het
reinigen
• Voordat het apparaat kan worden gereinigd, dient het apparaat van het lichtnet
te worden gehaald.
• Het apparaat geheel laten afkoelen.
• Zorg ervoor dat er geen water in het apparaat komt. Dompel het apparaat niet in
water of andere vloeistoffen om het te reinigen. Gebruik geen waterstraal onder
druk om het apparaat te reinigen.
• Gebruik geen scherpe of metalen voorwerpen (mes, vork, enz.) om het apparaat
schoon te maken. Scherpe voorwerpen kunnen het apparaat beschadigen en
leiden tot elektrische schokken wanneer ze in contact komen met geleidende
componenten.
• Gebruik geen schuurmiddelen, oplosmiddelen of bijtende schoonmaakmiddelen.
Dit kan het oppervlak beschadigen.
6.2 Reiniging
1. Het apparaat dient regelmatig te worden gereinigd na iedere werk dag, en
wanneer nodig, vaker.
2. De verwarmingsvelden en de behuizing van het apparaat reinigen met behulp
van een zacht, vochtig doekje en een mild, niet-schurend reinigingsmiddel.
3. De ventilatieopeningen aan de achterkant en onderkant van het apparaat
mogen niet verstopt zijn met vuil of stof. Regelmatig reinigen met een penseel of
een blazer.
4. Droog en polijst het oppervlak na het reinigen met een zachte, droge doek.
20 / 24 105858
Mogelijke storingen
NL
Fout code
Oplossingen
Oplossingen
E0
Er is geen kookgerei op
het kookveld of het
kookgerei is niet geschikt.
Gebruik geschikt kookgerei.
E1
Het apparaat wordt te
heet (bijv. door verstopte
ventilatieopeningen))
De ventilatieopeningen openen. Het
apparaat enkele minuten laten
afkoelen, en vervolgens kan hij weer
gebruikt worden. Als na afkoelen de
foutcode nog steeds op de digitale
display verschijnt, neem dan contact
op met de service.
Beschadigd onderdeel
(bijv. transistor).
Neem contact op met de service.
E2
De
oververhittingsbeveiliging
is in werking getreden, het
apparaat schakelt uit.
Het apparaat van het lichtnet halen
(de stekker eruit trekken!). De pan
van het kookveld halen. Het
apparaat enige minuten laten
afkoelen en vervolgens opnieuw
aanzetten.
E3
Korte
stroomonderbreking.
Het apparaat van het lichtnet halen
(de stekker eruit trekken!). Na enige
minuten het apparaat opnieuw
aansluiten. Een elektricien de
lichtnetaansluiting laten controleren.
7 Mogelijke storingen
Mögliche
De onderstaande tabel beschrijft mogelijke oorzaken en methoden voor het
verwijderen van storingen of fouten die optreden tijdens de werking van het
apparaat. Neem contact op met het servicecentrum als storingen niet kunnen
worden verholpen.
105858 21 / 24
Verwijdering
NL
Elektrische apparaten zijn gemarkeerd met dit symbool.
Elektrische apparatuur moet op een correcte en
milieuvriendelijke manier worden verwijderd en gerecycled.
Niet-gevaarlijke apparaten mogen niet bij het huishoudelijk
afval worden gegooid. Koppel het apparaat los van de
voeding en verwijder de verbindingskabel van het apparaat.
Als het niet mogelijk is de storingen in de werking te verhelpen:
- Gehäuse nicht öffnen,
- Kundendienst benachrichtigen oder Händl er kontaktieren, wobei Folgendes anzug eben ist:
Soort storingen in de w erking;
Als het niet mogelijk is de storingen in de werking te verhelpen:
– de ombouw niet opendoen,
– informeer de service of neem contact op met de verkoper en geef de volgende
informatie op:
– soort storingen in de werking;
– artikelnummer en serienummer (af te lezen op het typeplaatje van het
apparaat).
8 Verwijdering
Elektrische apparaten
Elektrische apparaten moeten naar aangewezen inzamelpunten worden gebracht.
22 / 24 105858
Loading...
+ hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.