Lees voor het gebruik de gebruiksaanwijzing door en bewaar
hem op een goed bereikbare plaats!
GEVAAR!
Het signaalwoord GEVAAR waarschuwt voor gevaren die leiden tot
ernstige verwondingen of overlijden als ze niet worden vermeden.
Diese Bedienungsanleitung beschreibt di e Installation, Bedienung und Wartung des Geräts und gilt als wichtige Informationsqu elle und Nachschlagewerk. Die Kenntnis aller enthaltenen Sicherheitshin weise und Handlungsanweisungen schafft die Voraussetzung für das sichere und sachgerechte Arbeiten mit de m Gerät. Darüber hinaus müssen die für de n Einsatzbereich des Geräts geltenden ör tlichen Unfallverhütungsvorschrift en und allgemeinen Sicherheitsbestimmunge n eingehalten werden. Diese Bedienungs anleitung ist Bestandteil des Produ kts und muss in unmittelbarer Nähe d es Geräts für das In¬stallations-, Bedi enungs-, Wartungs- und Reinigungspers onal jederzeit zugänglich auf¬bewahrt w erden. Wenn das Gerät an eine dritte Pers on
weitergegeben wird, muss die Bedienungsa nleitung mit ausgehändigt werden.
Deze handleiding bevat de beschrijving van de installatie, de bediening en het
onderhoud van het apparaat en dient als belangrijke informatiebron en naslagwerk.
De kennis en het in acht nemen van alle hier beschreven veiligheidsvoorschriften
en instructies is een voorwaarde voor veilig en juist gebruik van het apparaat.
Bovendien zijn de bepalingen inzake ongevallenpreventie, gezondheids- en
veiligheidsvoorschriften en wettelijke voorschriften die van kracht zijn op het
toepassingsgebied van het apparaat van toepassing.
Lees deze gebruikershandleiding voordat u met het apparaat gaat werken, en vóór
de inbedrijfsstelling, om schade aan personen en zaken te voorkomen. Onjuist
gebruik kan beschadigingen veroorzaken.
Deze handleiding is een integraal onderdeel van het product en moet in de directe
nabijheid van het apparaat worden bewaard en te allen tijde beschikbaar zijn.
Wanneer het apparaat wordt overgedragen, is het ook noodzakelijk deze
gebruiksaanwijzing erbij te leveren.
1 Veiligheid
Het apparaat is gemaakt volgens de laatste stand van de techniek. Het kan echter
een bron van gevaar vormen als het apparaat niet in overeenstemming met zijn
bestemming gebruikt wordt. Alle personen die het apparaat gebruiken, moeten zich
houden aan de aanbevelingen en veiligheidsaanwijzingen in deze handleiding.
1.1 Symboolverklaring
Belangrijke veiligheids- en technische instructies zijn in deze gebruiksaanwijzing
aangeduid door symbolen. Deze instructies moeten bij het gebruik van dit apparaat
absoluut in acht worden genomen om letsel, ongelukken, of materiële schade te
vermijden.
2 / 32 104609
Veiligheid
NL
WAARSCHUWING!
Het signaalwoord WAARSCHUWING waarschuwt voor gevaren die
gematigd tot zwaar letsel of overlijden kunnen veroorzaken, als ze niet
worden vermeden.
VOORZICHTIG!
Het signaalwoord VOORZICHTIG waarschuwt voor gevaren die licht
of matig letsel kunnen veroorzaken, als ze niet worden vermeden.
ATTENTIE!
Het signaalwoord ATTENTIE geeft mogelijke materiële schade aan
die kan optreden als u de veiligheidsinstructies niet volgt.
OPMERKING!
Het icoon OPMERKING informeert de gebruiker over aanvullende
informatie en tips voor het gebruik van het apparaat.
, die
1.2Veiligheidsaanwijzingen
Elektrische stroom
• Een te hoge netspanning of onjuiste installatie kan leiden tot elektrische
schokken.
• Sluit het apparaat alleen aan als de specificaties op het typeplaatje
overeenkomen met de netspanning.
• Om elektrische kortsluiting te voorkomen, moet het apparaat droog worden
gehouden.
• Koppel het apparaat onmiddellijk los van het elektriciteitsnet als er tijdens het
gebruik storingen optreden.
• Raak de stekker van het apparaat niet aan met natte handen.
• Raak het apparaat nooit aan nadat het in het water is gevallen. Onmiddellijk het
apparaat van het elektriciteitsnet koppelen.
• Het herstellen en openen van de behuizing uitsluitend door specialisten en
gespecialiseerde werkplaatsen laten uitvoeren.
• Draag het apparaat niet aan de verbindingskabel.
104609 3 / 32
Veiligheid
NL
• Stel de verbindingskabel niet bloot aan warmte of scherpe randen.
• Knik, plet of knoop de verbindingskabel niet.
• Altijd de verbindingskabel volledig uitrollen.
• Plaats het apparaat of andere voorwerpen nooit op de verbindingskabel.
• Om het apparaat uit te schakelen van de elektrische voeding, altijd de stekker
vastpakken.
• Controleer de voedingskabel regelmatig op beschadigingen. Het apparaat niet
gebruiken wanneer de voedingskabel beschadigd is. Laat een beschadigde
voedingskabel vervangen door de servicedienst of een gekwalificeerde
elektricien om gevaar te voorkomen.
•Nigdy nie używać łatwopalnych ciecz y do czyszczenia urządzenia ani jego części. De g assen die daaruit voort kome n leveren bran dgevaar op en kunnen exploderen.
Door onjuist gebruik van het apparaat b estaat er een mogelijkheid op brand- en explosi egevaar door de ontsteking van de inhou d.
Brandgevaar / Gevaar door brandbare materialen / Explosiegevaar!
• Gebruik geen elektrische apparaten in het apparaat.
• Bewaar of gebruik geen benzine of andere brandbare gassen of vloeistoffen in
de buurt van deze of andere apparaten. De gassen kunnen een brandgevaar
opleveren of exploderen.
• Bewaar geen explosieve stoffen, zoals spuitbussen met ontvlambaar drijfgas in
het apparaat. Containers gevuld met brandbare gassen en vloeistoffen kunnen
bij lagere temperaturen een inhoud afgeven die kan ontbranden door vonken die
worden gegenereerd door elektrische apparatuur. Explosiegevaar!
• In het geval van koelmiddellekken, trekt u de stekker uit het stopcontact.
Verwijder alle ontstekingsbronnen in de buurt, ventileer de kamer en neem
contact op met de klantenservice. Vermijd contact van het koelmiddel met de
ogen, omdat dit ernstig oogletsel kan veroorzaken.
• Reinig het apparaat en de onderdelen niet met licht ontvlambare vloeistoffen.
De gassen die daarbij onstaan, kunnen brandgevaarlijk zijn of exploderen.
• In geval van brand, vóór het blussen het apparaat ontkoppelen van de voeding.
Blus het vuur nooit met water als het apparaat op het elektriciteitsnet is
aangesloten. Na het blussen zorgen voor genoeg frisse lucht.
• Het ontdooiproces mag niet worden versneld door middel van mechanische
apparaten of bronnen van thermische energie (kaarsen of kachels) of op een
andere manier. De stoom die daarbij ontstaat kan kortsluiting veroorzaken en te
hoge temperaturen kunnen het apparaat beschadigen.
• Tijdens de exploitatie moeten alle ventilatieopeningen van het apparaat open
zijn.
• Het is verboden het koelsysteem van het apparaat te beschadigen.
Bedienend personeel
4 / 32 104609
Veiligheid
NL
• Dit apparaat mag niet worden bediend door personen (inclusief kinderen) met
beperkte fysieke, sensorische of mentale vaardigheden, evenals door personen
met beperkte ervaring en / of beperkte kennis.
• Kinderen moeten onder toezicht staan om ervoor te zorgen dat ze niet met het
apparaat spelen of het starten.
Onjuist gebruik
• Onjuist gebruik of verboden gebruik kan het apparaat beschadigen.
• Het apparaat mag alleen worden gebruikt als het zich in goede staat bevindt en
veilig werken mogelijk maakt.
• Het apparaat mag alleen worden gebruikt als alle aansluitingen zijn uitgevoerd
volgens de voorschriften.
• Het apparaat mag alleen worden gebruikt als het schoon is.
• Gebruik alleen originele reserveonderdelen. Nooit zelf het apparaat repareren.
• Verboden om veranderingen of modificaties aan het apparaat aan te brengen.
1.3 Gebruik volgens bestemming
Elk gebruik van het apparaat voor andere doeleinden en / of afwijkend van het
normale bedoelde gebruik zoals hieronder beschreven, is verboden en wordt
beschouwd als onbedoeld gebruik.
Het volgende gebruik is in overeenstemming met het beoogde gebruik:
– bereiding van scherfijs
Dit apparaat is alleen bestemd voor professioneel gebruik.
1.4Oneigenlijk gebruik
Onjuist gebruik kan leiden tot schade aan personen en zaken veroorzaakt door
gevaarlijke elektrische spanning, brand en hoge temperaturen. Met behulp van het
apparaat kan alleen werk worden uitgevoerd dat in deze handleiding wordt
beschreven.
104609 5 / 32
Algemeen
NL
2 Algemeen
2.1Aansprakelijkheid en vrijwaring
Alle gegevens en aanwijzingen die zijn opgenomen in deze gebruiksaanwijzing zijn
samengesteld rekening houdend met de geldende voorschriften, de actuele
technische stand van zaken en onze langdurige inzichten en ervaring. In het geval
van het bestellen van speciale modellen of extra opties, en in het geval van het
gebruik van de nieuwste technische kennis, kan het geleverde apparaat onder
bepaalde omstandigheden verschillen van de uitleg en de talrijke tekeningen in
deze handleiding.
De producent is niet aansprakelijk voor de schade en storingen die zijn ontstaan als
gevolg van:
– het niet in acht nemen van de aanwijzingen,
– oneigenlijk gebruik,
– het aanbrengen van technische wijzigingen door de gebruiker,
– de toepassing van ongeoorloofde reserveonderdelen.
Wij behouden ons het recht voor om technische veranderingen in het product aan
te brengen die leiden tot verbetering van de gebruikseigenschappen en de verdere
ontwikkeling van het apparaat.
2.2 Auteursrecht
De gebruiksaanwijzing en de erin opgenomen teksten, tekeningen, foto’s en andere
afbeeldingen zijn auteursrechtelijk beschermd. Niets (ook gedeeltelijk) uit deze
uitgave mag in ongeacht welke vorm worden verveelvoudigd, verwerkt en/of
gepubliceerd zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de fabrikant.
Overtreding van het bovenstaande verplicht tot schadevergoeding. Wij behouden
ons het recht voor tot verdere vorderingen.
2.3 Conformiteitsverklaring
Het apparaat beantwoordt aan de actuele EU-normen en richtlijnen. Dit bevestigen
we in de EG-verklaring van Conformiteit. Indien gewenst, sturen we u graag de
betreffende Verklaring van Conformiteit toe.
6 / 32 104609
Transport, verpakking en opslag
NL
3 Transport, verpakking en opslag
3.1Transportinspectie
Als het apparaat afgeleverd is, onmiddellijk controleren of het compleet en zonder
transportschade is. Als er duidelijk zichtbare transportschade is, het geleverde
apparaat niet of alleen onder voorbehoud aannemen. De schade opschrijven op de
transportdocumenten/ het leveringsdocument van de leverancier. Vervolgens
reclameren. Verborgen gebreken onmiddellijk nadat ze zijn geconstateerd,
reclameren, omdat eisen tot schadevergoeding alleen binnen de reclamatieperiode
mogelijk zijn.
Neem contact op met onze klantenservice als er onderdelen of accessoires
ontbreken.
3.2 Verpakking
Gooi de buitenste doos van uw apparaat niet weg. U kunt het nodig hebben tijdens
een verhuizing, of als u het apparaat naar ons servicecentrum wilt sturen bij
schade.
De verpakking en de afzonderlijke componenten zijn gemaakt van recyclebare
materialen. In het bijzonder: kunststof folie en zakken, kartonnen verpakking.
Als u de verpakking wilt weggooien, dient u de geldende voorschriften in uw land in
acht te nemen. Verpakkingsmateriaal dat hergebruikt kan worden, recyclen.
3.3 Opslag
Zorg ervoor dat de verpakkingen verzegeld zijn tot de installatie en houd ze in
overeenstemming met de op de buitenkant aangebrachte plaatsingmarkering en
opslagmarkering. Bewaar de pakketten alleen onder de volgende voorwaarden:
– in een afgesloten ruimte
– droog en stofvrij
– verwijderd houden van corrosief materiaal
– op een plaats beschermd tegen zonlicht
– beschermd tegen mechanische schokken.
Bij langere bewaring (> 3 maanden) regelmatig de algemene toestand van alle
bestanddelen en van de verpakking controleren. Als het nodig is de verpakking
vervangen voor een nieuwe.
104609 7 / 32
Technische Gegevens
NL
Naam:
Scherfijsmachine F 90
Art. nr.:
104609
Materiaal:
CNS 18/10
Inhoud voorraadreservoir in kg:
18
Productie max. kg / 24 uur:
90
Koelmiddel / hoeveelheid in kg:
R290 / 0,070
Klimaatklasse:
T
GWP:
3
Wateraansluiting:
3/4"
Waterafvoer Ø in mm:
20
Aansluitingswaarde:
0,41 kW | 220-240 V | 50 Hz
Afmetingen (b x d x h) in mm:
500 x 610 x 690
Gewicht in kg:
46,6
4 Technische Gegevens
4.1Technische Gegevens
Versie / eigenschappen
• Koeling: luchtgekoeld
• Vulstandsensor
• Productie met behulp van een verticale verdampersysteem
• Besturing: elektronisch
• Aan/uit-schakelaar / bedieningsknop
• Controlelampje
• Inbouwmogelijkheid
• Bestaande uit: 1 ijsschep
Recht op technische veranderingen voorbehouden!
8 / 32 104609
Technische Gegevens
NL
Naam:
Scherfijsmachine F 130
Art. nr.:
104636
Materiaal:
CNS 18/10
Inhoud voorraadreservoir in kg:
18
Productie max. kg / 24 uur:
130
Koelmiddel / hoeveelheid in kg:
R290 / 0,070
Klimaatklasse:
T
GWP:
3
Wateraansluiting:
3/4"
Waterafvoer Ø in mm:
20
Aansluitingswaarde:
0,69 kW | 220-240 V | 50 Hz
Afmetingen (b x d x h) in mm:
500 x 597 x 694
Gewicht in kg:
50,0
Recht op technische veranderingen voorbehouden!
4.2 Functies van het apparaat
Het scherfijs in de eenheid wordt gevormd in een speciale verticale verdamper van
koper met een schroef binnenin, die het afgekoelde, met ijs bevroren water naar de
uitlaat duwt en het in het voorraadreservoir laat vallen. Zolang er geen
alarmmeldingen zijn, loopt de productie continu door en stopt alleen wanneer de
stroom wordt uitgeschakeld of wanneer het voorraadreservoir vol is, wanneer de
infrarode vulstandsensor in de opslagtank in werking treedt en de productie stopt.
Zodra het scherfijs uit het voorraadreservoir is gehaald, schakelt de vulstandsensor
de scherf-ijsproductie weer in en begint de eenheid weer te produceren. De
hoeveelheid schilferijs die wordt geproduceerd, hangt af van de temperatuur van
het water en van de kamer.
Als het toestel stopt als gevolg van een storing, licht de LED-indicator op de
bedieningsknop op of knippert deze rood of wit.
104609 9 / 32
Technische Gegevens
NL
1. Behuizing
2. Deksel voorraadreservoir
3. Waterafvoeropening
4. Uitlaat voor scherfijs
5. Voorraadreservoir
6. Voorklep
7. Aansluitkabel met netstekker
8. Wateraansluiting
9. Afvoerpoort
10. Poten (4x)
11. Luchtfilter
12. Bedieningsknop
13. Ventilatie-openingen
14. IJsblokjesschep
4.3 Onderdelenoverzicht
10 / 32 104609
Installatie en bediening
NL
VOORZICHTIG!
In het geval van onjuiste installatie, bediening, onderhoud of bij het niet
juist hanteren van het apparaat kan dat leiden tot letsel en
beschadigingen.
De plaatsing en de installatie, alsook reparaties mogen uitsluitend worden
uitgevoerd door een geautoriseerde technische service volgens de
geldende voorschriften in het land van plaatsing.
AANWIJZING!
De fabrikant aanvaardt geen aansprakelijkheid of garantie voor schade
die kan worden toegeschreven aan het niet naleven van de
aanwijzingen of onjuiste installatie.
VOORZICHTIG!
Gevaar voor verstikking!
Houdt verpakkingsmateriaal zoals plasticfolie en piepschuim uit handen
van kinderen.
5 Installatie en bediening
5.1Installatie
Uitpakken / plaatsing
• Pak het apparaat uit en verwijder alle externe en interne verpakkingselementen
en transportbeveiliging.
• Als er beschermfolie op het apparaat zit, verwijdert u deze. De folie dient
langzaam van het apparaat te worden getrokken zodat er geen lijmresten
achterblijven. Eventuele lijmresten verwijderen met een geschikt oplosmiddel.
• Pas op dat u het typeplaatje en de waarschuwingsinstructies op het apparaat
niet beschadigt.
• Het apparaat nooit in een vochtige of natte omgeving neerzetten.
• Het apparaat moet zo worden ingesteld dat de verbindingen gemakkelijk
toegankelijk zijn om snel uit te schakelen als dat nodig is.
• Plaats het apparaat op een oppervlak met de volgende eigenschappen:
104609 11 / 32
Installatie en bediening
NL
– recht, met voldoende draagkracht, bestand tegen water, droog en
bestand tegen hoge temperaturen
– groot genoeg om probleemloos met het apparaat te werken
– goed bereikbaar
– goede ventilatie.
• Het apparaat kan worden geladen en gelost met een vorkheftruck of pallettruck
met een vork die langer is dan de helft van de lengte van het apparaat
• De hefinrichting moet worden gekozen op basis van de afmetingen van het
verpakte apparaat / elementen en het gewicht van het apparaat.
• Neem bij het hanteren alle nodige voorzorgsmaatregelen om het apparaat niet
te beschadigen.
• Verwijder de kartonnen verpakking van de houten basis waarop het apparaat
staat.
• Til het apparaat vervolgens op met een geschikte hefinrichting (heftruck of iets
dergelijks) en trek de houten basis eruit.
• Het apparaat op een geschikte plaats neerzetten.
Vereisten voor de installatieplaats
Bij het kiezen van de plaats om het apparaat te installeren, moet aan de volgende
voorwaarden worden voldaan:
– de omgevingstemperatuur mag niet lager zijn dan 10 °C (50 °F) en mag
niet hoger zijn dan 43 °C (110 °F);
– de watertemperatuur mag niet lager zijn dan 10 °C (50 °F) en mag niet
hoger zijn dan 32 °C (90 °F) (afb. 4 aan het begin van de handleiding);
– de druk van het toegevoerde water mag niet lager zijn dan 0,1 MPa (1
bar) en mag niet hoger zijn dan 0,5 MPa (5 bar). Als de druk hoger is dan
0,5 MPa, moet er een drukregelaar worden geïnstalleerd tussen de
watertoevoer en het apparaat (afb. 5);
– er mogen geen warmtebronnen in de buurt zijn,
– het apparaat mag niet worden blootgesteld aan direct zonlicht (afb. 6);
– de plaats moet stofvrij zijn, aangezien de condensor van de koeleenheid
snel verstopt kan raken (afb. 8);
– de ventilator van de koeleenheid mag niet worden afgedekt (afb. 8);
– het apparaat mag niet in verlaagde ruimten worden, omdat bij lekkage de
koelvloeistof naar de bodem zakt (afb. 15);
– binnen een straal van 3 m mogen zich geen brandstoffen, ontvlambare of
explosieve materialen bevinden en er moet voldoende luchtcirculatie zijn
(afb. 19).
12 / 32 104609
Installatie en bediening
NL
• Houd een minimumafstand tot muren en andere voorwerpen aan van 150 mm
aan de achterzijde en 50 mm aan de zijkant (afb. 3).
• Zet het apparaat waterpas (afb. 3). Als het toestel niet waterpas staat, kunnen
de werking en de waterafvoer nadelig worden beïnvloed.
Wateraansluiting
1. Installeer het apparaat in de buurt van de wateraansluiting.
OPGELET!
Sluit het apparaat alleen aan op een drinkwateraansluiting. Anders moet
een waterzuiveringsapparaat worden geïnstalleerd.
2. De wateraansluiting dient te worden gemaakt vóór de elektrische aansluitingen.
3. Sluit de meegeleverde 3/4” watertoevoerslang aan op de wateraansluiting.
4. Sluit het andere uiteinde van deze slang aan op de wateraansluiting aan de
achterkant van het apparaat.
TIP!
Om praktische en veiligheidsredenen raden wij aan om een afsluiter te
installeren die niet bij de levering is inbegrepen (afb. 7):
7. Waterafvoer uit het voorraadreservoir; 8. Waterafvoer in een open sifon.
Waterafvoer
1. Sluit de meegeleverde afvoerslang aan op de afvoeraansluiting aan de
achterkant van het apparaat.
2. Stop het andere uiteinde van de afvoerslang in de open sifon (afb. 7).
TIP!
Om de perfecte afvoer te garanderen, moet de afvoerslang een helling van
minimaal 3% hebben en moet u ervoor zorgen dat deze niet verstrikt of
geknikt raakt.
Aansluiting op het lichtnet
• Controleer of de technische specificaties van het apparaat (zie naamplaatje)
overeenstemmen met de gegevens van de lokale stroomvoorziening.
• Sluit het apparaat aan op een enkele, voldoende beschermde aansluiting met
een beveiligd contact. Sluit het apparaat niet aan op een meervoudige
aansluiting.
104609 13 / 32
Installatie en bediening
NL
• Leg de verbindingskabel zo dat niemand erop kan lopen of erover kan struikelen.
• De maximaal toelaatbare tolerantie ten opzichte van het spanningsverschil is ±
10% van de nominale waarde.
• Het elektrische circuit tussen het apparaat en de voedingsaansluiting moet
worden uitgerust met een geschikte scheidingsschakelaar voor alle polen (afb.
7), die in staat is om de contactopeningsafstand te bieden die volledige
ontkoppeling mogelijk maakt onder de omstandigheden van
overspanningscategorie III.
• Als de apparaat in de winter van buiten naar binnen wordt gebracht, moet deze
enkele uren op kamertemperatuur worden gebracht voordat u hem inschakelt.
• Wacht 1 uur totdat het koelmiddel is bezonken voordat u het apparaat op de
stroomvoorziening aansluit.
• Na een stroomstoring of na het verwijderen van de stekker uit het stopcontact,
kan het apparaat na minimaal 5 minuten weer op de stroomvoorziening worden
aangesloten.
•Die Steckdose muss leicht zugänglich sein , so dass das Stromkabel notfalls sch nell abgezoge n werden kann.• Het stopcontact moet vrij toegankelijk zijn, zodat de stroomkabel in een noodgeval s nel van het lichtnet kan worden gehaald . Het stopcontact moet vrij toegankelijk zijn, zodat de stroomkabel in een noodgeval s nel van het lichtnet kan worden ge haald.
5.2Bediening
Voorbereiden van de heetwaterpan
1. Verwijder alle accessoires (watertoevoerslang, afvoerslang, ijsschep,
documenten) uit het voorraadreservoir.
2. Reinig het apparaat vóór gebruik volgens de instructies in hoofdstuk 6
"Reiniging”.
3. Droog het apparaat grondig.
Aanwijzingen voor de gebruiker
• Als het apparaat wordt geïnstalleerd in gebieden waar het drinkwater een hoog
zoutgehalte heeft, volg dan de instructies om mogelijke storingen te voorkomen.
• Om te voorkomen dat het ijs een onaangename geur of smaak krijgt, mag u
nooit voedsel, flessen of iets anders in de lade bewaren.
• Laat de klep van het voorraadreservoir niet open staan tijdens normaal gebruik.
14 / 32 104609
Installatie en bediening
NL
Kijk naar de illustraties:
Ingebruikname
1. Controleer vóór de inbedrijfstelling of de water- en elektriciteitsaansluitingen
correct zijn uitgevoerd.
2. Controleer of de banden, bouten, bouten en klemmen stevig zijn aangedraaid
en niet zijn losgeraakt tijdens het transport om waterlekkage of andere storingen
tijdens het gebruik te voorkomen.
3. Open de kraan op de wateraansluiting.
4. Sluit het apparaat aan op een enkelvoudig stopcontact.
Het apparaat bevindt zich in de Standby modus. De bedieningsknop knippert elke
30 seconden.
5. Om de standby-modus te verlaten en het apparaat in te schakelen, drukt u
minimaal 3 seconden op de bedieningsknop totdat een lange pieptoon aangeeft
dat het apparaat is gestart.
Tijdens de gehele productiecyclus brandt de LED-indicator op de bedieningsknop
wit.
Wanneer het voorraadreservoir het maximale vulniveau bereikt, klinkt er een
geluidssignaal en knippert de LED totdat de ijsvlok wordt genomen en het apparaat
weer in productiemodus gaat.
AANWIJZINGEN!
We raden aan om geen scherfijs uit de eerste 5 productiecycli te gebruiken.
De scherfijsmachine is uitgerust met een temperatuursonde in het
voorraadreservoir (afb. 14), die het apparaat en de productie van scherfijs stopt,
wanneer de sond in contact komt met het scherfijs dat zich in de bak heeft
opgehoopt.
Sluit nooit de watertoevoer af terwijl het apparaat in werking is en bedek of
blokkeer nooit de luchtinlaatopeningen.
Nadat het scherfuis uit het voorraadreservoir is verwijderd kan de sonde worden
ontdaan van eventuele ijsresten, om het productieproces opnieuw sneller te
doen beginnen (afb. 14).
Instelling van de ijsvochtigheid
Het is mogelijk om het wateraandeel van het ijs (in beperkte mate) aan te passen,
dit kan als volgt:
1. Druk, terwijl het apparaat in werking is, binnen 2 seconden 3 keer op de
bedieningsknop (afb. 9).
De kleur van de bedieningsknop zit tussen wit en rood in.
2. Om het vochtgehalte van scherfijs te verhogen, drukt u op de bedieningsknop
totdat de kleur naar rood verandert.
104609 15 / 32
Installatie en bediening
NL
3. Om het vochtgehalte van scherfijs te verlagen, drukt u op de bedieningsknop
totdat de kleur naar wit verandert.
Als de bedieningsknop 5 seconden niet wordt ingedrukt, wordt de gemaakte
instelling opgeslagen en wordt de wijzigingsfase verlaten (afb. 9).
Het instellen van de sonde in het voorraadreservoir
Na verloop van tijd kan, door veranderingen in de omgevingstemperatuur, de
ingestelde waarde van de temperatuursonde in het voorraadreservoir onvoldoende
worden. Om deze waarde in te stellen, gaat u als volgt te werk:
1. Druk, in de Stand-by-modus, binnen 2 seconden 3 keer op de bedieningsknop
(afb. 9).
De bedieningsknop licht wit of rood op.
2. Om de ingestelde temperatuur te verhogen, drukt u op de bedieningsknop (afb.
9) en probeert u de rode te verhogen.
3. Om de temperatuur te verlagen, drukt u op de bedieningsknop totdat de kleur
naar wit verandert.
Als de bedieningsknop 5 seconden niet wordt ingedrukt, wordt de gemaakte
instelling opgeslagen en wordt de wijzigingsfase verlaten (afb. 9).
Defecten
OPGELET!
Bij een storing moet het apparaat worden losgekoppeld van het
elektriciteitsnet en de watertoevoer. Neem contact op met een erkend
servicecentrum, controleer het apparaat en laat het repareren.
• Controleer of de watertoevoerkraan open staat.
• Controleer of het apparaat stroom heeft: de stekker zit er goed in en de
schakelaar staat aan.
• Zich ervan verzekeren, dat er geen abnormale trillingen worden veroorzaakt
door losse bouten.
• Schakel bij werkzaamheden door waterverlies, aandraaien van bouten etc. altijd
eerst het toestel uit en controleer of de afvoeren niet verstopt zijn.
• Als het apparaat te weinig ijs produceert, controleer dan of de condensor niet
vuil is of dat er geen koelmiddel lekt.
• Controleer de werking van de sonde van het voorraadreservoir: door een
ijsblokje op de sonde in het voorraadreservoir te plaatsen, moet het apparaat
(afb. 14) binnen 1 minuut stoppen en automatisch opnieuw opstarten zodra het
ijsblokje is verwijderd.
• Tussen zomer en winter kan een sonde in het reservoir de maximaal
geproduceerde hoeveelheid ijs doen variëren. Om de sonde-instelling te
16 / 32 104609
Installatie en bediening
NL
Indicator / alarm
LED rood
indicator
LED wit
indicator
(AL03) Watertekort alarm
ON 3”
knippert 1x
(AL04) Storing alarm sonde ijsopslag
knippert 3x
ON 3”
(AL05) Tip voor regelmatig onderhoud
ON 3”
ON 3”
(AL06) Condensatie bij hoge temperatuur
ON
OFF
(AL07) Defecte condensorsonde
knippert 4x
ON 3”
(AL08) Defecte verdampersonde
knippert 5x
ON 3"
(AL09) Alarm Blackout
OFF x 1“
ON 5"
(AL) Maximale druk alarm
ON
OFF
(AL11) Alarm afvoerpomp (optioneel)
knippert 1x
knippert 1x
(AL14) Vooralarm voor condensorreiniging
knippert 7x
ON 3"
(AL15) Sondes omgekeerd
knippert 5x
knippert 2x
(AL16) Defecte IR-sonde
knippert 3x
ON 3"
(AL17) Alarm hoge verdampertemperatuur
ON 3"
knippert 2x
(AL18) Alarm lage verdampertemperatuur
ON 3"
knippert 4x
(AL19) Thermisch alarm van schroefmotor 1
/ (AL21) 1 Hall-sensoralarm
1 x 3.0“
5 x 0.5"
wijzigen, volgt u de instructies in het hoofdstuk „Instelling van de sond in het voorraadreservoir“.
Bedrijfsstatus / alarmstatusindicatoren
De bedieningsknop heeft een combinatie van witte en rode kleuren, kleuren die de
bedrijfs- of de alarmstatus aangeven:
104609 17 / 32
Reiniging
NL
Indicator / alarm
LED rood
indicator
LED wit
indicator
(AL20) Thermisch alarm van schroefmotor 2
/ (AL22) 2 Hall-sensoralarm
1 x 3.0“
6 x 0.5"
Upload / download HACCP-gegevens software-update
knippert 3x
knippert 3x
Opstartfase
OFF
knippert 2Hz
Ijsproductiefase
OFF
ON
Voorraadreservoir is vol
OFF
knippert 10s
Voorbereiding
OFF
knippert 30s
Ozoncyclus (optioneel)
OFF
ON 1"
Gaslaadfase (service)
ON 1“
ON 1"
OFF: LED-indicator / kleur altijd uit
ON: LED-indicator / kleur altijd aan
Knippert: LED-indicator / kleur aan gedurende 0,5 s en uit gedurende 0,5 s
6 Reiniging
6.1 Aanwijzingen betreffende de veiligheid tijdens het
reinigen
• Voordat het apparaat kan worden gereinigd, dient het apparaat van het lichtnet
te worden gehaald.
• Het apparaat geheel laten afkoelen.
• Zorg ervoor dat er geen water in het apparaat komt. Dompel het apparaat niet in
water of andere vloeistoffen om het te reinigen. Gebruik geen waterstraal onder
druk om het apparaat te reinigen.
• Gebruik geen scherpe of metalen voorwerpen (mes, vork, enz.) om het apparaat
schoon te maken. Scherpe voorwerpen kunnen het apparaat beschadigen en
leiden tot elektrische schokken wanneer ze in contact komen met geleidende
componenten.
• Gebruik geen schuurmiddelen, oplosmiddelen of bijtende schoonmaakmiddelen.
Dit kan het oppervlak beschadigen.
18 / 32 104609
Reiniging
NL
6.2Reiniging
Reiniging door de gebruiker
1. Aan het einde van de werkdag, maar ook na een langere periode van niet-
gebruik, moet het apparaat grondig worden gereinigd.
2. Maak de behuizing schoon met een zachte doek die is bevochtigd met een
chloorvrij reinigingsmiddel voor roestvrij staal.
3. Reinig de binnenkamer met een spons of doek gedrenkt in lauw water en een
beetje natriumbicarbonaat.
4. Spoel om met schoon water.
5. Droog de binnenkamer goed af.
Als het apparaat lange tijd niet wordt gebruikt:
– schakel het apparaat uit en koppel het los van de elektriciteits- en
watertoevoer;
– verwijder het geproduceerde ijs uit het voorraadreservoir;
– laat het water volledig weglopen;
– voer een grondige reiniging uit;
– laat de deur (klep) van het voorraadreservoir lichtjes open staan.
Reiniging door een service
Luchtfilter en condensor
Het luchtfilter en de luchtcondensor, die zich achter de voorklep van het apparaat
bevinden (afb. 16), moeten regelmatig worden gereinigd om de prestaties en de
levensduur van het apparaat te behouden:
– trek het luchtfilter uit
– reinig het luchtfilter onder een straal warm water en droog het zorgvuldig
– schroef de kap los en verwijder deze
– maak de condensor schoon met een zachte borstel of stofzuiger
– de voorste kap bevestigen met de schroeven
– het luchtfilter plaatsen
OPGELET!
Om storingen te voorkomen, mag het apparaat nooit zonder luchtfilter
worden gebruikt.
104609 19 / 32
Mogelijke storingen
NL
Fout alarm
Apparaatstatus
Verwijdering
(AL03)
Watertekort alarm
(als er een sensor
is)
Het apparaat stopt of
wacht op de volgende
automatische
startpoging
De watertoevoer controleren
Het circuit op waterlekkage
controleren
De werking van de
waterinlaatklep controleren,
reinigen indien nodig
De positie van de sensor
controleren
(AL04)
Fout alarm
ijsopslagsonde
Het apparaat stopt
De aansluiting van de sonde op
de printplaat controleren
De integriteit van de sonde
controleren
Waterinlaatfilter
Het waterinlaatfilter moet regelmatig worden gereinigd volgens de volgende
instructies:
– het ventiel van de watertoevoer afsluiten;
– de watertoevoerslang losschroeven;
– gebruik een tang om het waterinlaatfilter uit zitting zitting op de inlaat van
de magneetklep te trekken;
– het waterinlaatfilter reinigen onder een straal water;
– het waterinlaatfilter plaatsen;
– de watertoevoerslang vastdraaien.
7 Mogelijke storingen
Mögliche
OPGELET!
De onderstaande tabel beschrijft mogelijke oorzaken en methoden voor
het verwijderen van storingen of fouten die optreden tijdens de werking
van het apparaat. Deze storingen mogen alleen worden verholpen een
gekwalificeerde koeltechnicus.
20 / 32 104609
Mogelijke storingen
NL
Fout alarm
Apparaatstatus
Verwijdering
(AL04)
Alarm met defecte
voorraadreservoir
sonde
Het apparaat stopt
Controleer of de ohm-waarde juist
is. Indien dit niet het geval is, de
sonde vervangen. Als eerst wordt
gecontroleerd of er ruimte is in
het voorraadreservoir, kan
gedurende 30 minuten ijs worden
geproduceerd door op de knop te
drukken.
(AL05)
Onderhoudsopdra
cht is vereist
Het apparaat werkt
verder
Neem contact op met de service
(Reset het alarm door de
bedieningsknop 10 seconden
ingedrukt te houden)
(AL06)
Hoge
uitlaattemperatuur
van de condensor
Het apparaat stopt, de
condensorventilator blijft
aan om de temperatuur
van de condensor te
verlagen, of de
waterklep blijft open
staan met het
condenswater (na
afkoeling start het
apparaat opnieuw, doet
meerdere pogingen om
te controleren of het
alarm voorbij is, en stopt
daarna permanent)
De netheid en de ventilatie van
de condensor controleren
Controleren of de
condensorventilator draait
De positie van de
condensorsonde controleren
Controleer de watertoevoer en de
werking van de watertoevoerklep
(AL07)
Alarm oververhitte
condensor
Condensorsonde defect
of buiten het toegestane
waardebereik, het
apparaat werkt met
continue ventilatie of de
watertoevoer is altijd
ingeschakeld
De aansluiting van de sonde van
de condensor op de printplaat
controleren
Controleren of de gemeten ohm
correct is, zo niet, vervang de
sonde
104609 21 / 32
Mogelijke storingen
NL
Fout alarm
Apparaatstatus
Verwijdering
(AL08)
Verdampersonde
(indien
beschikbaar)
Verdampersonde defect
of buiten bereik, het
apparaat stopt
De aansluiting van de
verdampersonde op de printplaat
controleren
Controleren of de gemeten ohmwaarde correct is, zo niet,
vervang de sonde
(AL09)
Geen stroom /
geen
stroomtoevoer
Het apparaat start
opnieuw op in de
toestand van voor de
stroomonderbreking
De elektrische aansluitingen en
de voeding controleren
Het noodsignaal uitschakelen:
– één keer de bedieningsknop
aanraken om de zoemer uit te
zetten
– een tweede keer de
bedieningsknop aanraken om
het signaal te verwijderen,
wanneer we ons in de eerste
minuut bevinden,
– de bedieningsknop enkel een
tweede keer aanraken, als de
minuut al is verstreken
(AL10)
Hoge druk alarm
Het apparaat stopt, de
condensorventilator blijft
aan om de
condensortemperatuur
te verlagen, of de
waterklep blijft open met
condenswater (na het
koelen start de eenheid
opnieuw om te
controleren of het alarm
voorbij is en stopt dan
uiteindelijk)
De netheid en de ventilatie van
de condensor controleren
Controleren of de
condensorventilator draait
De positie van de
condensorsonde controleren
Controleer de watertoevoer en de
werking van de waterinlaatklep,
vervang de
maxumumdrukschakelaar.
22 / 32 104609
Mogelijke storingen
NL
Fout alarm
Apparaatstatus
Verwijdering
(AL11)
Alarm
waterafvoerpomp
Het apparaat stopt en
probeert het water
regelmatig het
gespecificeerde aantal
keren af te voeren
Controleer of de afvoerslang niet
verstopt is
Controleer de werking van de
waterafvoerpomp
Controleer of de niveausensor
schoon is
Controleer de
waterafvoeropening van de
afvoerbak
(AL14)
Reiniging van de
condensor
Het apparaat werkt
verder
Het luchtfilter en de condensor
reinigen
(AL15)
Omkeren van de
sondes
Het apparaat stopt
De bedrading op de sensorprint
controleren, indien nodig de
sensorprint vervangen.
(AL16)
Beschadigde IR-
sonde
Het apparaat stopt
De aansluiting van de sonde op
de printplaat controleren
Controleer de sonde - vervang de
sonde Als u eerst controleert of er
ruimte is in het voorraadreservoir,
kunt u ijs produceren door de
toets gedurende 30
opeenvolgende minuten aan te
raken.
(AL17)
Hoge
verdampertempera
tuur
Het apparaat stopt
De positie en de isolatie van de
verdampersonde controleren
Controleer of de unit koelmiddel
verliest
Controleer of de condensor
schoon is
Controleer of de ventilator werkt
Controleer bij watercondensatie
de watertoevoer en de
watertemperatuur
104609 23 / 32
Mogelijke storingen
NL
Fout alarm
Apparaatstatus
Verwijdering
(AL18)
Lage
verdampertemper
atuur
Het apparaat stopt
De watertoevoer controleren
Controleer het apparaat op
koelmiddelverlies
De positie van de
verdampersonde controleren
(AL19)
Thermisch alarm
schroefmotor 1
Het apparaat stopt
Controleer de thermische
bedrading van de vijzel (contact
CN13)
Controleer of de motor draait
Controleer of de ijsblokken het
draaien onmogelijk maakt en ga
door met ontdooien. Als de
gekoelde motor nog steeds
vastzit, verwijder dan de
verdampereenheid om de
oorzaak van de verstopping te
vinden
(AL20)
Thermisch alarm
schroefmotor 2
Het apparaat stopt
Controleer de thermische
bedrading van de vijzel (contact
CN10)
Controleer of de motor draait
Controleer of de ijsblokken het
draaien onmogelijk maakt en ga
door met ontdooien. Als de
gekoelde motor nog steeds
vastzit, verwijder dan de
verdampereenheid om de
oorzaak van de verstopping te
vinden
24 / 32 104609
Mogelijke storingen
NL
Fout alarm
Apparaatstatus
Verwijdering
(AL21)
Alarm van de
sensor Hall-effect 1
Het apparaat stopt
Controleer de bedrading van de
Hall-effectsensor en de
draairichting
Controleer de positie van de Halleffectsensor
Controleer de aansluiting van de
Hall-effectsensor met de
voedingskaart
(AL22)
Alarm van de
sensor Hall-effect 2
Het apparaat stopt
Controleer de bedrading van de
Hall-effectsensor en de
draairichting
Controleer de positie van de Halleffectsensor
Controleer de aansluiting van de
Hall-effectsensor met de
voedingskaart
104609 25 / 32
Verwijdering
NL
Elektrische apparaten zijn gemarkeerd met dit symbool.
Elektrische apparatuur moet op een correcte en
milieuvriendelijke manier worden verwijderd en gerecycled.
Niet-gevaarlijke apparaten mogen niet bij het huishoudelijk
afval worden gegooid. Koppel het apparaat los van de
voeding en verwijder de verbindingskabel van het apparaat.
8 Verwijdering
Elektrische apparaten
Elektrische apparaten moeten naar aangewezen inzamelpunten worden gebracht.
Koelmiddel
Het drijfmiddel in het apparaat is brandbaar. De utilisatie van dit brandbaar
materiaal moet in overeenstemming met de nationale richtlijnen worden gedaan.
26 / 32 104609
Loading...
+ hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.