Bartscher Ice-Flake Maker F 130, Ice-Flake Maker F 90 Operating instructions [nl]

F 90 - F 130
104609 - 104636
Bartscher GmbH Franz-Kleine-Str. 28 D-33154 Salzkotten Duitsland
tel. +49 5258 971-0 fax.: +49 5258 971-120 Infolinia service: +49 5258 971-197 www.bartscher.com
Versie: 1.0 Datum van opmaak: 2021-11-29
Beschrijving
Verkorte instructie
RAAK AAN
Bedrijfsmodus
Status LED-indicator
Standby
elke 30’’
Ht voorraadreservoir is vol
elke 10’’
Begin van de productiecyclus
elke 0,5’’
Ijsproductie
ON
Alarm Blackout
ON 5” + OFF
Reinigingscyclus
ON 3” + OFF
Bij alarm:
1. Om de zoemer uit te zetten, raakt u de bedieningsknop aan.
2. Raak de bedieningstoets opnieuw aan om het alarm te resetten (indien gestopt).
OPGELET! In geval van verdere alarmen, neem contact op met de
service.
Afstellen
Vochtgehalte van het ijs
Afstellen
Sonde van het
voorraadreservoir
Ijsfase
3 - VOUDIG
RAAK AAN
Stand-by
fase
3 - VOUDIG RAAK AAN WIT
ROOD
WIT
ROOD
Raak aan, kleur/vocht%
Raak aan,
om van kleur te
veranderen
Na 60" wordt de
instelling opgeslagen
Na 60" wordt de
instelling opgeslagen
NL
Originele gebruiksaanwijzing
1 Veiligheid ....................................................................................................... 2
1.1 Symboolverklaring ................................................................................... 2
1.2 Veiligheidsaanwijzingen ........................................................................... 3
1.3 Gebruik volgens bestemming .................................................................. 5
1.4 Oneigenlijk gebruik .................................................................................. 5
2 Algemeen ...................................................................................................... 6
2.1 Aansprakelijkheid en vrijwaring ................................................................ 6
2.2 Auteursrecht ............................................................................................ 6
2.3 Conformiteitsverklaring ............................................................................ 6
3 Transport, verpakking en opslag ................................................................... 7
3.1 Transportinspectie ................................................................................... 7
3.2 Verpakking ............................................................................................... 7
3.3 Opslag ..................................................................................................... 7
4 Technische Gegevens ................................................................................... 8
4.1 Technische Gegevens ............................................................................. 8
4.2 Functies van het apparaat ....................................................................... 9
4.3 Onderdelenoverzicht .............................................................................. 10
5 Installatie en bediening ................................................................................ 11
5.1 Installatie ................................................................................................ 11
5.2 Bediening ............................................................................................... 14
6 Reiniging ..................................................................................................... 18
6.1 Aanwijzingen betreffende de veiligheid tijdens het reinigen ................... 18
6.2 Reiniging ................................................................................................ 19
7 Mogelijke storingen ...................................................................................... 20
8 Verwijdering ................................................................................................. 26
104609 1 / 32
Veiligheid
NL
Lees voor het gebruik de gebruiksaanwijzing door en bewaar hem op een goed bereikbare plaats!
GEVAAR!
Het signaalwoord GEVAAR waarschuwt voor gevaren die leiden tot ernstige verwondingen of overlijden als ze niet worden vermeden.
Diese Bedienungsanleitung beschreibt di e Installation, Bedienung und Wartung des Geräts und gilt als wichtige Informationsqu elle und Nachschlagewerk. Die Kenntnis aller enthaltenen Sicherheitshin weise und Handlungsanweisungen schafft die Voraussetzung für das sichere und sachgerechte Arbeiten mit de m Gerät. Darüber hinaus müssen die für de n Einsatzbereich des Geräts geltenden ör tlichen Unfallverhütungsvorschrift en und allgemeinen Sicherheitsbestimmunge n eingehalten werden. Diese Bedienungs anleitung ist Bestandteil des Produ kts und muss in unmittelbarer Nähe d es Geräts für das In¬stallations-, Bedi enungs-, Wartungs- und Reinigungspers onal jederzeit zugänglich auf¬bewahrt w erden. Wenn das Gerät an eine dritte Pers on weitergegeben wird, muss die Bedienungsa nleitung mit ausgehändigt werden.
Deze handleiding bevat de beschrijving van de installatie, de bediening en het onderhoud van het apparaat en dient als belangrijke informatiebron en naslagwerk. De kennis en het in acht nemen van alle hier beschreven veiligheidsvoorschriften en instructies is een voorwaarde voor veilig en juist gebruik van het apparaat. Bovendien zijn de bepalingen inzake ongevallenpreventie, gezondheids- en veiligheidsvoorschriften en wettelijke voorschriften die van kracht zijn op het toepassingsgebied van het apparaat van toepassing.
Lees deze gebruikershandleiding voordat u met het apparaat gaat werken, en vóór de inbedrijfsstelling, om schade aan personen en zaken te voorkomen. Onjuist gebruik kan beschadigingen veroorzaken.
Deze handleiding is een integraal onderdeel van het product en moet in de directe nabijheid van het apparaat worden bewaard en te allen tijde beschikbaar zijn. Wanneer het apparaat wordt overgedragen, is het ook noodzakelijk deze gebruiksaanwijzing erbij te leveren.

1 Veiligheid

Het apparaat is gemaakt volgens de laatste stand van de techniek. Het kan echter een bron van gevaar vormen als het apparaat niet in overeenstemming met zijn bestemming gebruikt wordt. Alle personen die het apparaat gebruiken, moeten zich houden aan de aanbevelingen en veiligheidsaanwijzingen in deze handleiding.

1.1 Symboolverklaring

Belangrijke veiligheids- en technische instructies zijn in deze gebruiksaanwijzing aangeduid door symbolen. Deze instructies moeten bij het gebruik van dit apparaat absoluut in acht worden genomen om letsel, ongelukken, of materiële schade te vermijden.
2 / 32 104609
Veiligheid
NL
WAARSCHUWING!
Het signaalwoord WAARSCHUWING waarschuwt voor gevaren die gematigd tot zwaar letsel of overlijden kunnen veroorzaken, als ze niet worden vermeden.
VOORZICHTIG!
Het signaalwoord VOORZICHTIG waarschuwt voor gevaren die licht of matig letsel kunnen veroorzaken, als ze niet worden vermeden.
ATTENTIE!
Het signaalwoord ATTENTIE geeft mogelijke materiële schade aan die kan optreden als u de veiligheidsinstructies niet volgt.
OPMERKING!
Het icoon OPMERKING informeert de gebruiker over aanvullende informatie en tips voor het gebruik van het apparaat.
, die

1.2 Veiligheidsaanwijzingen

Elektrische stroom
Een te hoge netspanning of onjuiste installatie kan leiden tot elektrische
schokken.
Sluit het apparaat alleen aan als de specificaties op het typeplaatje
overeenkomen met de netspanning.
Om elektrische kortsluiting te voorkomen, moet het apparaat droog worden
gehouden.
Koppel het apparaat onmiddellijk los van het elektriciteitsnet als er tijdens het
gebruik storingen optreden.
Raak de stekker van het apparaat niet aan met natte handen.
Raak het apparaat nooit aan nadat het in het water is gevallen. Onmiddellijk het
apparaat van het elektriciteitsnet koppelen.
Het herstellen en openen van de behuizing uitsluitend door specialisten en
gespecialiseerde werkplaatsen laten uitvoeren.
Draag het apparaat niet aan de verbindingskabel.
104609 3 / 32
Veiligheid
NL
Stel de verbindingskabel niet bloot aan warmte of scherpe randen.
Knik, plet of knoop de verbindingskabel niet.
Altijd de verbindingskabel volledig uitrollen.
Plaats het apparaat of andere voorwerpen nooit op de verbindingskabel.
Om het apparaat uit te schakelen van de elektrische voeding, altijd de stekker
vastpakken.
Controleer de voedingskabel regelmatig op beschadigingen. Het apparaat niet
gebruiken wanneer de voedingskabel beschadigd is. Laat een beschadigde voedingskabel vervangen door de servicedienst of een gekwalificeerde elektricien om gevaar te voorkomen.
Nigdy nie używać łatwopalnych ciecz y do czyszczenia urządzenia ani jego części. De g assen die daaruit voort kome n leveren bran dgevaar op en kunnen exploderen. Door onjuist gebruik van het apparaat b estaat er een mogelijkheid op brand- en explosi egevaar door de ontsteking van de inhou d.
Brandgevaar / Gevaar door brandbare materialen / Explosiegevaar!
Gebruik geen elektrische apparaten in het apparaat.
Bewaar of gebruik geen benzine of andere brandbare gassen of vloeistoffen in
de buurt van deze of andere apparaten. De gassen kunnen een brandgevaar opleveren of exploderen.
Bewaar geen explosieve stoffen, zoals spuitbussen met ontvlambaar drijfgas in
het apparaat. Containers gevuld met brandbare gassen en vloeistoffen kunnen bij lagere temperaturen een inhoud afgeven die kan ontbranden door vonken die worden gegenereerd door elektrische apparatuur. Explosiegevaar!
In het geval van koelmiddellekken, trekt u de stekker uit het stopcontact.
Verwijder alle ontstekingsbronnen in de buurt, ventileer de kamer en neem contact op met de klantenservice. Vermijd contact van het koelmiddel met de ogen, omdat dit ernstig oogletsel kan veroorzaken.
Reinig het apparaat en de onderdelen niet met licht ontvlambare vloeistoffen.
De gassen die daarbij onstaan, kunnen brandgevaarlijk zijn of exploderen.
In geval van brand, vóór het blussen het apparaat ontkoppelen van de voeding.
Blus het vuur nooit met water als het apparaat op het elektriciteitsnet is aangesloten. Na het blussen zorgen voor genoeg frisse lucht.
Het ontdooiproces mag niet worden versneld door middel van mechanische
apparaten of bronnen van thermische energie (kaarsen of kachels) of op een andere manier. De stoom die daarbij ontstaat kan kortsluiting veroorzaken en te hoge temperaturen kunnen het apparaat beschadigen.
Tijdens de exploitatie moeten alle ventilatieopeningen van het apparaat open
zijn.
Het is verboden het koelsysteem van het apparaat te beschadigen.
Bedienend personeel
4 / 32 104609
Veiligheid
NL
Dit apparaat mag niet worden bediend door personen (inclusief kinderen) met
beperkte fysieke, sensorische of mentale vaardigheden, evenals door personen met beperkte ervaring en / of beperkte kennis.
Kinderen moeten onder toezicht staan om ervoor te zorgen dat ze niet met het
apparaat spelen of het starten.
Onjuist gebruik
Onjuist gebruik of verboden gebruik kan het apparaat beschadigen.
Het apparaat mag alleen worden gebruikt als het zich in goede staat bevindt en
veilig werken mogelijk maakt.
Het apparaat mag alleen worden gebruikt als alle aansluitingen zijn uitgevoerd
volgens de voorschriften.
Het apparaat mag alleen worden gebruikt als het schoon is.
Gebruik alleen originele reserveonderdelen. Nooit zelf het apparaat repareren.
Verboden om veranderingen of modificaties aan het apparaat aan te brengen.

1.3 Gebruik volgens bestemming

Elk gebruik van het apparaat voor andere doeleinden en / of afwijkend van het normale bedoelde gebruik zoals hieronder beschreven, is verboden en wordt beschouwd als onbedoeld gebruik.
Het volgende gebruik is in overeenstemming met het beoogde gebruik:
– bereiding van scherfijs
Dit apparaat is alleen bestemd voor professioneel gebruik.

1.4 Oneigenlijk gebruik

Onjuist gebruik kan leiden tot schade aan personen en zaken veroorzaakt door gevaarlijke elektrische spanning, brand en hoge temperaturen. Met behulp van het apparaat kan alleen werk worden uitgevoerd dat in deze handleiding wordt beschreven.
104609 5 / 32
Algemeen
NL

2 Algemeen

2.1 Aansprakelijkheid en vrijwaring

Alle gegevens en aanwijzingen die zijn opgenomen in deze gebruiksaanwijzing zijn samengesteld rekening houdend met de geldende voorschriften, de actuele technische stand van zaken en onze langdurige inzichten en ervaring. In het geval van het bestellen van speciale modellen of extra opties, en in het geval van het gebruik van de nieuwste technische kennis, kan het geleverde apparaat onder bepaalde omstandigheden verschillen van de uitleg en de talrijke tekeningen in deze handleiding.
De producent is niet aansprakelijk voor de schade en storingen die zijn ontstaan als gevolg van:
het niet in acht nemen van de aanwijzingen, oneigenlijk gebruik, het aanbrengen van technische wijzigingen door de gebruiker, de toepassing van ongeoorloofde reserveonderdelen.
Wij behouden ons het recht voor om technische veranderingen in het product aan te brengen die leiden tot verbetering van de gebruikseigenschappen en de verdere ontwikkeling van het apparaat.

2.2 Auteursrecht

De gebruiksaanwijzing en de erin opgenomen teksten, tekeningen, foto’s en andere
afbeeldingen zijn auteursrechtelijk beschermd. Niets (ook gedeeltelijk) uit deze uitgave mag in ongeacht welke vorm worden verveelvoudigd, verwerkt en/of gepubliceerd zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de fabrikant. Overtreding van het bovenstaande verplicht tot schadevergoeding. Wij behouden ons het recht voor tot verdere vorderingen.

2.3 Conformiteitsverklaring

Het apparaat beantwoordt aan de actuele EU-normen en richtlijnen. Dit bevestigen we in de EG-verklaring van Conformiteit. Indien gewenst, sturen we u graag de betreffende Verklaring van Conformiteit toe.
6 / 32 104609
Transport, verpakking en opslag
NL

3 Transport, verpakking en opslag

3.1 Transportinspectie

Als het apparaat afgeleverd is, onmiddellijk controleren of het compleet en zonder transportschade is. Als er duidelijk zichtbare transportschade is, het geleverde apparaat niet of alleen onder voorbehoud aannemen. De schade opschrijven op de transportdocumenten/ het leveringsdocument van de leverancier. Vervolgens reclameren. Verborgen gebreken onmiddellijk nadat ze zijn geconstateerd, reclameren, omdat eisen tot schadevergoeding alleen binnen de reclamatieperiode mogelijk zijn.
Neem contact op met onze klantenservice als er onderdelen of accessoires ontbreken.

3.2 Verpakking

Gooi de buitenste doos van uw apparaat niet weg. U kunt het nodig hebben tijdens een verhuizing, of als u het apparaat naar ons servicecentrum wilt sturen bij schade.
De verpakking en de afzonderlijke componenten zijn gemaakt van recyclebare materialen. In het bijzonder: kunststof folie en zakken, kartonnen verpakking.
Als u de verpakking wilt weggooien, dient u de geldende voorschriften in uw land in acht te nemen. Verpakkingsmateriaal dat hergebruikt kan worden, recyclen.

3.3 Opslag

Zorg ervoor dat de verpakkingen verzegeld zijn tot de installatie en houd ze in overeenstemming met de op de buitenkant aangebrachte plaatsingmarkering en opslagmarkering. Bewaar de pakketten alleen onder de volgende voorwaarden:
in een afgesloten ruimte droog en stofvrij verwijderd houden van corrosief materiaal op een plaats beschermd tegen zonlicht beschermd tegen mechanische schokken.
Bij langere bewaring (> 3 maanden) regelmatig de algemene toestand van alle bestanddelen en van de verpakking controleren. Als het nodig is de verpakking vervangen voor een nieuwe.
104609 7 / 32
Technische Gegevens
NL
Naam:
Scherfijsmachine F 90
Art. nr.:
104609
Materiaal:
CNS 18/10
Inhoud voorraadreservoir in kg:
18
Productie max. kg / 24 uur:
90
Koelmiddel / hoeveelheid in kg:
R290 / 0,070
Klimaatklasse:
T
GWP:
3
Wateraansluiting:
3/4"
Waterafvoer Ø in mm:
20
Aansluitingswaarde:
0,41 kW | 220-240 V | 50 Hz
Afmetingen (b x d x h) in mm:
500 x 610 x 690
Gewicht in kg:
46,6

4 Technische Gegevens

4.1 Technische Gegevens

Versie / eigenschappen
Koeling: luchtgekoeld
Vulstandsensor
Productie met behulp van een verticale verdampersysteem
Besturing: elektronisch
Aan/uit-schakelaar / bedieningsknop
Controlelampje
Inbouwmogelijkheid
Bestaande uit: 1 ijsschep
Recht op technische veranderingen voorbehouden!
8 / 32 104609
Technische Gegevens
NL
Naam:
Scherfijsmachine F 130
Art. nr.:
104636
Materiaal:
CNS 18/10
Inhoud voorraadreservoir in kg:
18
Productie max. kg / 24 uur:
130
Koelmiddel / hoeveelheid in kg:
R290 / 0,070
Klimaatklasse:
T
GWP:
3
Wateraansluiting:
3/4"
Waterafvoer Ø in mm:
20
Aansluitingswaarde:
0,69 kW | 220-240 V | 50 Hz
Afmetingen (b x d x h) in mm:
500 x 597 x 694
Gewicht in kg:
50,0
Recht op technische veranderingen voorbehouden!

4.2 Functies van het apparaat

Het scherfijs in de eenheid wordt gevormd in een speciale verticale verdamper van koper met een schroef binnenin, die het afgekoelde, met ijs bevroren water naar de uitlaat duwt en het in het voorraadreservoir laat vallen. Zolang er geen alarmmeldingen zijn, loopt de productie continu door en stopt alleen wanneer de stroom wordt uitgeschakeld of wanneer het voorraadreservoir vol is, wanneer de infrarode vulstandsensor in de opslagtank in werking treedt en de productie stopt.
Zodra het scherfijs uit het voorraadreservoir is gehaald, schakelt de vulstandsensor de scherf-ijsproductie weer in en begint de eenheid weer te produceren. De hoeveelheid schilferijs die wordt geproduceerd, hangt af van de temperatuur van het water en van de kamer.
Als het toestel stopt als gevolg van een storing, licht de LED-indicator op de bedieningsknop op of knippert deze rood of wit.
104609 9 / 32
Technische Gegevens
NL
1. Behuizing
2. Deksel voorraadreservoir
3. Waterafvoeropening
4. Uitlaat voor scherfijs
5. Voorraadreservoir
6. Voorklep
7. Aansluitkabel met netstekker
8. Wateraansluiting
9. Afvoerpoort
10. Poten (4x)
11. Luchtfilter
12. Bedieningsknop
13. Ventilatie-openingen
14. IJsblokjesschep

4.3 Onderdelenoverzicht

10 / 32 104609
Installatie en bediening
NL
VOORZICHTIG!
In het geval van onjuiste installatie, bediening, onderhoud of bij het niet juist hanteren van het apparaat kan dat leiden tot letsel en beschadigingen.
De plaatsing en de installatie, alsook reparaties mogen uitsluitend worden uitgevoerd door een geautoriseerde technische service volgens de geldende voorschriften in het land van plaatsing.
AANWIJZING!
De fabrikant aanvaardt geen aansprakelijkheid of garantie voor schade die kan worden toegeschreven aan het niet naleven van de aanwijzingen of onjuiste installatie.
VOORZICHTIG!
Gevaar voor verstikking!
Houdt verpakkingsmateriaal zoals plasticfolie en piepschuim uit handen van kinderen.

5 Installatie en bediening

5.1 Installatie

Uitpakken / plaatsing
Pak het apparaat uit en verwijder alle externe en interne verpakkingselementen
en transportbeveiliging.
Als er beschermfolie op het apparaat zit, verwijdert u deze. De folie dient
langzaam van het apparaat te worden getrokken zodat er geen lijmresten achterblijven. Eventuele lijmresten verwijderen met een geschikt oplosmiddel.
Pas op dat u het typeplaatje en de waarschuwingsinstructies op het apparaat
niet beschadigt.
Het apparaat nooit in een vochtige of natte omgeving neerzetten.
Het apparaat moet zo worden ingesteld dat de verbindingen gemakkelijk
toegankelijk zijn om snel uit te schakelen als dat nodig is.
Plaats het apparaat op een oppervlak met de volgende eigenschappen:
104609 11 / 32
Installatie en bediening
NL
– recht, met voldoende draagkracht, bestand tegen water, droog en
bestand tegen hoge temperaturen
groot genoeg om probleemloos met het apparaat te werken goed bereikbaar goede ventilatie.
Het apparaat kan worden geladen en gelost met een vorkheftruck of pallettruck
met een vork die langer is dan de helft van de lengte van het apparaat
De hefinrichting moet worden gekozen op basis van de afmetingen van het
verpakte apparaat / elementen en het gewicht van het apparaat.
Neem bij het hanteren alle nodige voorzorgsmaatregelen om het apparaat niet
te beschadigen.
Verwijder de kartonnen verpakking van de houten basis waarop het apparaat
staat.
Til het apparaat vervolgens op met een geschikte hefinrichting (heftruck of iets
dergelijks) en trek de houten basis eruit.
Het apparaat op een geschikte plaats neerzetten.
Vereisten voor de installatieplaats
Bij het kiezen van de plaats om het apparaat te installeren, moet aan de volgende voorwaarden worden voldaan:
– de omgevingstemperatuur mag niet lager zijn dan 10 °C (50 °F) en mag
niet hoger zijn dan 43 °C (110 °F);
– de watertemperatuur mag niet lager zijn dan 10 °C (50 °F) en mag niet
hoger zijn dan 32 °C (90 °F) (afb. 4 aan het begin van de handleiding);
– de druk van het toegevoerde water mag niet lager zijn dan 0,1 MPa (1
bar) en mag niet hoger zijn dan 0,5 MPa (5 bar). Als de druk hoger is dan 0,5 MPa, moet er een drukregelaar worden geïnstalleerd tussen de watertoevoer en het apparaat (afb. 5);
er mogen geen warmtebronnen in de buurt zijn, het apparaat mag niet worden blootgesteld aan direct zonlicht (afb. 6); de plaats moet stofvrij zijn, aangezien de condensor van de koeleenheid
snel verstopt kan raken (afb. 8);
de ventilator van de koeleenheid mag niet worden afgedekt (afb. 8); het apparaat mag niet in verlaagde ruimten worden, omdat bij lekkage de
koelvloeistof naar de bodem zakt (afb. 15);
– binnen een straal van 3 m mogen zich geen brandstoffen, ontvlambare of
explosieve materialen bevinden en er moet voldoende luchtcirculatie zijn (afb. 19).
12 / 32 104609
Installatie en bediening
NL
Houd een minimumafstand tot muren en andere voorwerpen aan van 150 mm
aan de achterzijde en 50 mm aan de zijkant (afb. 3).
Zet het apparaat waterpas (afb. 3). Als het toestel niet waterpas staat, kunnen
de werking en de waterafvoer nadelig worden beïnvloed.
Wateraansluiting
1. Installeer het apparaat in de buurt van de wateraansluiting.
OPGELET! Sluit het apparaat alleen aan op een drinkwateraansluiting. Anders moet
een waterzuiveringsapparaat worden geïnstalleerd.
2. De wateraansluiting dient te worden gemaakt vóór de elektrische aansluitingen.
3. Sluit de meegeleverde 3/4” watertoevoerslang aan op de wateraansluiting.
4. Sluit het andere uiteinde van deze slang aan op de wateraansluiting aan de
achterkant van het apparaat.
TIP! Om praktische en veiligheidsredenen raden wij aan om een afsluiter te
installeren die niet bij de levering is inbegrepen (afb. 7):
1. Schakelaar; 2. Stopcontact; 3. Stekker; 4. Wateraansluiting; 5.
Onderbrekingsventiel;
6. Condensorwaterafvoer: waterkoeling versie;
7. Waterafvoer uit het voorraadreservoir; 8. Waterafvoer in een open sifon.
Waterafvoer
1. Sluit de meegeleverde afvoerslang aan op de afvoeraansluiting aan de
achterkant van het apparaat.
2. Stop het andere uiteinde van de afvoerslang in de open sifon (afb. 7).
TIP! Om de perfecte afvoer te garanderen, moet de afvoerslang een helling van
minimaal 3% hebben en moet u ervoor zorgen dat deze niet verstrikt of geknikt raakt.
Aansluiting op het lichtnet
Controleer of de technische specificaties van het apparaat (zie naamplaatje)
overeenstemmen met de gegevens van de lokale stroomvoorziening.
Sluit het apparaat aan op een enkele, voldoende beschermde aansluiting met
een beveiligd contact. Sluit het apparaat niet aan op een meervoudige aansluiting.
104609 13 / 32
Installatie en bediening
NL
Leg de verbindingskabel zo dat niemand erop kan lopen of erover kan struikelen.
De maximaal toelaatbare tolerantie ten opzichte van het spanningsverschil is ±
10% van de nominale waarde.
Het elektrische circuit tussen het apparaat en de voedingsaansluiting moet
worden uitgerust met een geschikte scheidingsschakelaar voor alle polen (afb.
7), die in staat is om de contactopeningsafstand te bieden die volledige
ontkoppeling mogelijk maakt onder de omstandigheden van overspanningscategorie III.
Als de apparaat in de winter van buiten naar binnen wordt gebracht, moet deze
enkele uren op kamertemperatuur worden gebracht voordat u hem inschakelt.
Wacht 1 uur totdat het koelmiddel is bezonken voordat u het apparaat op de
stroomvoorziening aansluit.
Na een stroomstoring of na het verwijderen van de stekker uit het stopcontact,
kan het apparaat na minimaal 5 minuten weer op de stroomvoorziening worden aangesloten.
Die Steckdose muss leicht zugänglich sein , so dass das Stromkabel notfalls sch nell abgezoge n werden kann.• Het stopcontact moet vrij toegankelijk zijn, zodat de stroomkabel in een noodgeval s nel van het lichtnet kan worden gehaald . Het stopcontact moet vrij toegankelijk zijn, zodat de stroomkabel in een noodgeval s nel van het lichtnet kan worden ge haald.

5.2 Bediening

Voorbereiden van de heetwaterpan
1. Verwijder alle accessoires (watertoevoerslang, afvoerslang, ijsschep,
documenten) uit het voorraadreservoir.
2. Reinig het apparaat vóór gebruik volgens de instructies in hoofdstuk 6
"Reiniging”.
3. Droog het apparaat grondig.
Aanwijzingen voor de gebruiker
Als het apparaat wordt geïnstalleerd in gebieden waar het drinkwater een hoog
zoutgehalte heeft, volg dan de instructies om mogelijke storingen te voorkomen.
Om te voorkomen dat het ijs een onaangename geur of smaak krijgt, mag u
nooit voedsel, flessen of iets anders in de lade bewaren.
Laat de klep van het voorraadreservoir niet open staan tijdens normaal gebruik.
14 / 32 104609
Installatie en bediening
NL
Kijk naar de illustraties:
Ingebruikname
1. Controleer vóór de inbedrijfstelling of de water- en elektriciteitsaansluitingen
correct zijn uitgevoerd.
2. Controleer of de banden, bouten, bouten en klemmen stevig zijn aangedraaid
en niet zijn losgeraakt tijdens het transport om waterlekkage of andere storingen tijdens het gebruik te voorkomen.
3. Open de kraan op de wateraansluiting.
4. Sluit het apparaat aan op een enkelvoudig stopcontact. Het apparaat bevindt zich in de Standby modus. De bedieningsknop knippert elke
30 seconden.
5. Om de standby-modus te verlaten en het apparaat in te schakelen, drukt u
minimaal 3 seconden op de bedieningsknop totdat een lange pieptoon aangeeft dat het apparaat is gestart.
Tijdens de gehele productiecyclus brandt de LED-indicator op de bedieningsknop wit. Wanneer het voorraadreservoir het maximale vulniveau bereikt, klinkt er een geluidssignaal en knippert de LED totdat de ijsvlok wordt genomen en het apparaat weer in productiemodus gaat.
AANWIJZINGEN!
We raden aan om geen scherfijs uit de eerste 5 productiecycli te gebruiken. De scherfijsmachine is uitgerust met een temperatuursonde in het
voorraadreservoir (afb. 14), die het apparaat en de productie van scherfijs stopt, wanneer de sond in contact komt met het scherfijs dat zich in de bak heeft opgehoopt.
Sluit nooit de watertoevoer af terwijl het apparaat in werking is en bedek of blokkeer nooit de luchtinlaatopeningen.
Nadat het scherfuis uit het voorraadreservoir is verwijderd kan de sonde worden ontdaan van eventuele ijsresten, om het productieproces opnieuw sneller te doen beginnen (afb. 14).
Instelling van de ijsvochtigheid
Het is mogelijk om het wateraandeel van het ijs (in beperkte mate) aan te passen, dit kan als volgt:
1. Druk, terwijl het apparaat in werking is, binnen 2 seconden 3 keer op de
bedieningsknop (afb. 9).
De kleur van de bedieningsknop zit tussen wit en rood in.
2. Om het vochtgehalte van scherfijs te verhogen, drukt u op de bedieningsknop
totdat de kleur naar rood verandert.
104609 15 / 32
Installatie en bediening
NL
3. Om het vochtgehalte van scherfijs te verlagen, drukt u op de bedieningsknop
totdat de kleur naar wit verandert.
Als de bedieningsknop 5 seconden niet wordt ingedrukt, wordt de gemaakte instelling opgeslagen en wordt de wijzigingsfase verlaten (afb. 9).
Het instellen van de sonde in het voorraadreservoir
Na verloop van tijd kan, door veranderingen in de omgevingstemperatuur, de ingestelde waarde van de temperatuursonde in het voorraadreservoir onvoldoende worden. Om deze waarde in te stellen, gaat u als volgt te werk:
1. Druk, in de Stand-by-modus, binnen 2 seconden 3 keer op de bedieningsknop
(afb. 9).
De bedieningsknop licht wit of rood op.
2. Om de ingestelde temperatuur te verhogen, drukt u op de bedieningsknop (afb.
9) en probeert u de rode te verhogen.
3. Om de temperatuur te verlagen, drukt u op de bedieningsknop totdat de kleur
naar wit verandert.
Als de bedieningsknop 5 seconden niet wordt ingedrukt, wordt de gemaakte instelling opgeslagen en wordt de wijzigingsfase verlaten (afb. 9).
Defecten
OPGELET! Bij een storing moet het apparaat worden losgekoppeld van het
elektriciteitsnet en de watertoevoer. Neem contact op met een erkend servicecentrum, controleer het apparaat en laat het repareren.
Controleer of de watertoevoerkraan open staat.
Controleer of het apparaat stroom heeft: de stekker zit er goed in en de
schakelaar staat aan.
Zich ervan verzekeren, dat er geen abnormale trillingen worden veroorzaakt
door losse bouten.
Schakel bij werkzaamheden door waterverlies, aandraaien van bouten etc. altijd
eerst het toestel uit en controleer of de afvoeren niet verstopt zijn.
Als het apparaat te weinig ijs produceert, controleer dan of de condensor niet
vuil is of dat er geen koelmiddel lekt.
Controleer de werking van de sonde van het voorraadreservoir: door een
ijsblokje op de sonde in het voorraadreservoir te plaatsen, moet het apparaat (afb. 14) binnen 1 minuut stoppen en automatisch opnieuw opstarten zodra het ijsblokje is verwijderd.
Tussen zomer en winter kan een sonde in het reservoir de maximaal
geproduceerde hoeveelheid ijs doen variëren. Om de sonde-instelling te
16 / 32 104609
Installatie en bediening
NL
Indicator / alarm
LED rood
indicator
LED wit
indicator
(AL03) Watertekort alarm
ON 3”
knippert 1x
(AL04) Storing alarm sonde ijsopslag
knippert 3x
ON 3”
(AL05) Tip voor regelmatig onderhoud
ON 3”
ON 3”
(AL06) Condensatie bij hoge temperatuur
ON
OFF
(AL07) Defecte condensorsonde
knippert 4x
ON 3”
(AL08) Defecte verdampersonde
knippert 5x
ON 3"
(AL09) Alarm Blackout
OFF x 1“
ON 5"
(AL) Maximale druk alarm
ON
OFF
(AL11) Alarm afvoerpomp (optioneel)
knippert 1x
knippert 1x
(AL14) Vooralarm voor condensorreiniging
knippert 7x
ON 3"
(AL15) Sondes omgekeerd
knippert 5x
knippert 2x
(AL16) Defecte IR-sonde
knippert 3x
ON 3"
(AL17) Alarm hoge verdampertemperatuur
ON 3"
knippert 2x
(AL18) Alarm lage verdampertemperatuur
ON 3"
knippert 4x
(AL19) Thermisch alarm van schroefmotor 1 / (AL21) 1 Hall-sensoralarm
1 x 3.0“
5 x 0.5"
wijzigen, volgt u de instructies in het hoofdstuk „Instelling van de sond in het voorraadreservoir“.
Bedrijfsstatus / alarmstatusindicatoren
De bedieningsknop heeft een combinatie van witte en rode kleuren, kleuren die de bedrijfs- of de alarmstatus aangeven:
104609 17 / 32
Reiniging
NL
Indicator / alarm
LED rood
indicator
LED wit
indicator
(AL20) Thermisch alarm van schroefmotor 2 / (AL22) 2 Hall-sensoralarm
1 x 3.0“
6 x 0.5"
Upload / download HACCP-gegevens ­software-update
knippert 3x
knippert 3x
Opstartfase
OFF
knippert 2Hz
Ijsproductiefase
OFF
ON
Voorraadreservoir is vol
OFF
knippert 10s
Voorbereiding
OFF
knippert 30s
Ozoncyclus (optioneel)
OFF
ON 1"
Gaslaadfase (service)
ON 1“
ON 1"
OFF: LED-indicator / kleur altijd uit ON: LED-indicator / kleur altijd aan Knippert: LED-indicator / kleur aan gedurende 0,5 s en uit gedurende 0,5 s

6 Reiniging

6.1 Aanwijzingen betreffende de veiligheid tijdens het
reinigen
Voordat het apparaat kan worden gereinigd, dient het apparaat van het lichtnet
te worden gehaald.
Het apparaat geheel laten afkoelen.
Zorg ervoor dat er geen water in het apparaat komt. Dompel het apparaat niet in
water of andere vloeistoffen om het te reinigen. Gebruik geen waterstraal onder druk om het apparaat te reinigen.
Gebruik geen scherpe of metalen voorwerpen (mes, vork, enz.) om het apparaat
schoon te maken. Scherpe voorwerpen kunnen het apparaat beschadigen en leiden tot elektrische schokken wanneer ze in contact komen met geleidende componenten.
Gebruik geen schuurmiddelen, oplosmiddelen of bijtende schoonmaakmiddelen.
Dit kan het oppervlak beschadigen.
18 / 32 104609
Reiniging
NL

6.2 Reiniging

Reiniging door de gebruiker
1. Aan het einde van de werkdag, maar ook na een langere periode van niet-
gebruik, moet het apparaat grondig worden gereinigd.
2. Maak de behuizing schoon met een zachte doek die is bevochtigd met een
chloorvrij reinigingsmiddel voor roestvrij staal.
3. Reinig de binnenkamer met een spons of doek gedrenkt in lauw water en een
beetje natriumbicarbonaat.
4. Spoel om met schoon water.
5. Droog de binnenkamer goed af.
Als het apparaat lange tijd niet wordt gebruikt:
– schakel het apparaat uit en koppel het los van de elektriciteits- en
watertoevoer;
verwijder het geproduceerde ijs uit het voorraadreservoir; laat het water volledig weglopen; voer een grondige reiniging uit; laat de deur (klep) van het voorraadreservoir lichtjes open staan.
Reiniging door een service
Luchtfilter en condensor
Het luchtfilter en de luchtcondensor, die zich achter de voorklep van het apparaat bevinden (afb. 16), moeten regelmatig worden gereinigd om de prestaties en de levensduur van het apparaat te behouden:
trek het luchtfilter uit reinig het luchtfilter onder een straal warm water en droog het zorgvuldig schroef de kap los en verwijder deze maak de condensor schoon met een zachte borstel of stofzuiger de voorste kap bevestigen met de schroeven het luchtfilter plaatsen
OPGELET! Om storingen te voorkomen, mag het apparaat nooit zonder luchtfilter
worden gebruikt.
104609 19 / 32
Mogelijke storingen
NL
Fout alarm
Apparaatstatus
Verwijdering
(AL03) Watertekort alarm
(als er een sensor is)
Het apparaat stopt of wacht op de volgende automatische startpoging
De watertoevoer controleren
Het circuit op waterlekkage controleren
De werking van de waterinlaatklep controleren, reinigen indien nodig
De positie van de sensor controleren
(AL04) Fout alarm
ijsopslagsonde
Het apparaat stopt
De aansluiting van de sonde op de printplaat controleren
De integriteit van de sonde controleren
Waterinlaatfilter
Het waterinlaatfilter moet regelmatig worden gereinigd volgens de volgende instructies:
het ventiel van de watertoevoer afsluiten; de watertoevoerslang losschroeven; gebruik een tang om het waterinlaatfilter uit zitting zitting op de inlaat van
de magneetklep te trekken;
het waterinlaatfilter reinigen onder een straal water; het waterinlaatfilter plaatsen; de watertoevoerslang vastdraaien.

7 Mogelijke storingen

Mögliche
OPGELET! De onderstaande tabel beschrijft mogelijke oorzaken en methoden voor
het verwijderen van storingen of fouten die optreden tijdens de werking van het apparaat. Deze storingen mogen alleen worden verholpen een gekwalificeerde koeltechnicus.
20 / 32 104609
Mogelijke storingen
NL
Fout alarm
Apparaatstatus
Verwijdering
(AL04) Alarm met defecte
voorraadreservoir sonde
Het apparaat stopt
Controleer of de ohm-waarde juist is. Indien dit niet het geval is, de sonde vervangen. Als eerst wordt gecontroleerd of er ruimte is in het voorraadreservoir, kan gedurende 30 minuten ijs worden geproduceerd door op de knop te drukken.
(AL05) Onderhoudsopdra
cht is vereist
Het apparaat werkt verder
Neem contact op met de service (Reset het alarm door de
bedieningsknop 10 seconden ingedrukt te houden)
(AL06) Hoge
uitlaattemperatuur van de condensor
Het apparaat stopt, de condensorventilator blijft aan om de temperatuur van de condensor te verlagen, of de waterklep blijft open staan met het condenswater (na afkoeling start het apparaat opnieuw, doet meerdere pogingen om te controleren of het alarm voorbij is, en stopt daarna permanent)
De netheid en de ventilatie van de condensor controleren
Controleren of de condensorventilator draait
De positie van de condensorsonde controleren
Controleer de watertoevoer en de werking van de watertoevoerklep
(AL07) Alarm oververhitte
condensor
Condensorsonde defect of buiten het toegestane waardebereik, het apparaat werkt met continue ventilatie of de watertoevoer is altijd ingeschakeld
De aansluiting van de sonde van de condensor op de printplaat controleren
Controleren of de gemeten ohm correct is, zo niet, vervang de sonde
104609 21 / 32
Mogelijke storingen
NL
Fout alarm
Apparaatstatus
Verwijdering
(AL08) Verdampersonde
(indien beschikbaar)
Verdampersonde defect of buiten bereik, het apparaat stopt
De aansluiting van de verdampersonde op de printplaat controleren
Controleren of de gemeten ohm­waarde correct is, zo niet, vervang de sonde
(AL09) Geen stroom /
geen stroomtoevoer
Het apparaat start opnieuw op in de toestand van voor de stroomonderbreking
De elektrische aansluitingen en de voeding controleren
Het noodsignaal uitschakelen: – één keer de bedieningsknop
aanraken om de zoemer uit te zetten
– een tweede keer de
bedieningsknop aanraken om het signaal te verwijderen, wanneer we ons in de eerste minuut bevinden,
– de bedieningsknop enkel een
tweede keer aanraken, als de minuut al is verstreken
(AL10) Hoge druk alarm
Het apparaat stopt, de condensorventilator blijft aan om de condensortemperatuur te verlagen, of de waterklep blijft open met condenswater (na het koelen start de eenheid opnieuw om te controleren of het alarm voorbij is en stopt dan uiteindelijk)
De netheid en de ventilatie van de condensor controleren
Controleren of de condensorventilator draait
De positie van de condensorsonde controleren
Controleer de watertoevoer en de werking van de waterinlaatklep, vervang de maxumumdrukschakelaar.
22 / 32 104609
Mogelijke storingen
NL
Fout alarm
Apparaatstatus
Verwijdering
(AL11) Alarm
waterafvoerpomp
Het apparaat stopt en probeert het water regelmatig het gespecificeerde aantal keren af te voeren
Controleer of de afvoerslang niet verstopt is
Controleer de werking van de waterafvoerpomp
Controleer of de niveausensor schoon is
Controleer de waterafvoeropening van de afvoerbak
(AL14) Reiniging van de
condensor
Het apparaat werkt verder
Het luchtfilter en de condensor reinigen
(AL15) Omkeren van de
sondes
Het apparaat stopt
De bedrading op de sensorprint controleren, indien nodig de sensorprint vervangen.
(AL16) Beschadigde IR-
sonde
Het apparaat stopt
De aansluiting van de sonde op de printplaat controleren
Controleer de sonde - vervang de sonde Als u eerst controleert of er ruimte is in het voorraadreservoir, kunt u ijs produceren door de toets gedurende 30 opeenvolgende minuten aan te raken.
(AL17) Hoge
verdampertempera tuur
Het apparaat stopt
De positie en de isolatie van de verdampersonde controleren
Controleer of de unit koelmiddel verliest
Controleer of de condensor schoon is
Controleer of de ventilator werkt
Controleer bij watercondensatie de watertoevoer en de watertemperatuur
104609 23 / 32
Mogelijke storingen
NL
Fout alarm
Apparaatstatus
Verwijdering
(AL18) Lage
verdampertemper atuur
Het apparaat stopt
De watertoevoer controleren
Controleer het apparaat op koelmiddelverlies
De positie van de verdampersonde controleren
(AL19) Thermisch alarm
schroefmotor 1
Het apparaat stopt
Controleer de thermische bedrading van de vijzel (contact CN13)
Controleer of de motor draait
Controleer of de ijsblokken het draaien onmogelijk maakt en ga door met ontdooien. Als de gekoelde motor nog steeds vastzit, verwijder dan de verdampereenheid om de oorzaak van de verstopping te vinden
(AL20) Thermisch alarm
schroefmotor 2
Het apparaat stopt
Controleer de thermische bedrading van de vijzel (contact CN10)
Controleer of de motor draait
Controleer of de ijsblokken het draaien onmogelijk maakt en ga door met ontdooien. Als de gekoelde motor nog steeds vastzit, verwijder dan de verdampereenheid om de oorzaak van de verstopping te vinden
24 / 32 104609
Mogelijke storingen
NL
Fout alarm
Apparaatstatus
Verwijdering
(AL21) Alarm van de
sensor Hall-effect 1
Het apparaat stopt
Controleer de bedrading van de Hall-effectsensor en de draairichting
Controleer de positie van de Hall­effectsensor
Controleer de aansluiting van de Hall-effectsensor met de voedingskaart
(AL22) Alarm van de
sensor Hall-effect 2
Het apparaat stopt
Controleer de bedrading van de Hall-effectsensor en de draairichting
Controleer de positie van de Hall­effectsensor
Controleer de aansluiting van de Hall-effectsensor met de voedingskaart
104609 25 / 32
Verwijdering
NL
Elektrische apparaten zijn gemarkeerd met dit symbool. Elektrische apparatuur moet op een correcte en milieuvriendelijke manier worden verwijderd en gerecycled. Niet-gevaarlijke apparaten mogen niet bij het huishoudelijk afval worden gegooid. Koppel het apparaat los van de voeding en verwijder de verbindingskabel van het apparaat.

8 Verwijdering

Elektrische apparaten
Elektrische apparaten moeten naar aangewezen inzamelpunten worden gebracht.
Koelmiddel
Het drijfmiddel in het apparaat is brandbaar. De utilisatie van dit brandbaar materiaal moet in overeenstemming met de nationale richtlijnen worden gedaan.
26 / 32 104609
Loading...