Bartscher Ice cube maker Q 46, Ice cube maker Q 26 Operating instructions [nl]

Q 26 - Q 46
104304 - 104306
tel. +49 5258 971-0 fax.: +49 5258 971-120 Infolinia service: +49 5258 971-197 www.bartscher.com
Versie: 3.0 Datum van opmaak: 2024-07-12
Beschreibung
Verkorte instructie
AANRAKEN
Bedrijfsmodus
Status LED­indicator
Standby
elke 30’’
Het voorraadreservoir is vol
elke 10’’
Begin van de productiecyclus
elke 0,5’’
Ijsproductie
ON
Alarm Blackout
ON 5” + OFF
ON 3” + OFF
OPGELET! In geval van verdere alarmen, neem contact op met de
service.
Afstellen
Sonde van het voorraadreservoir
Stand-by
fase
3 - VOUDIG AANRAKEN
WIT
ROOD
Raak aan,
om de instellingen te wijzigen
Na 60" wordt de instelling
opgeslagen
NL 5
104304 1 / 27
Originele gebruiksaanwijzing
1 Veiligheid ....................................................................................................... 2
1.1 Symboolverklaring ................................................................................... 2
1.2 Veiligheidsaanwijzingen ........................................................................... 3
1.3 Gebruik volgens bestemming .................................................................. 5
1.4 Oneigenlijk gebruik .................................................................................. 5
2 Algemeen ...................................................................................................... 6
2.1 Aansprakelijkheid en vrijwaring ................................................................ 6
2.2 Auteursrecht ............................................................................................ 6
2.3 Conformiteitsverklaring ............................................................................ 6
3 Transport, verpakking en opslag ................................................................... 7
3.1 Transportinspectie ................................................................................... 7
3.2 Verpakking ............................................................................................... 7
3.3 Opslag ..................................................................................................... 7
4 Technische Gegevens ................................................................................... 8
4.1 Technische Gegevens ............................................................................. 8
4.2 Onderdelenoverzicht .............................................................................. 10
4.3 Werkwijze .............................................................................................. 11
5 Installatie en bediening ................................................................................ 12
5.1 Installatie ................................................................................................ 12
5.2 Bediening ............................................................................................... 16
6 Reiniging ..................................................................................................... 20
6.1 Aanwijzingen betreffende de veiligheid tijdens het reinigen ................... 20
6.2 Reiniging ................................................................................................ 20
7 Mogelijke storingen ...................................................................................... 23
8 Verwijdering ................................................................................................. 26
Veiligheid
2 / 27 104304
NL
Diese Bedienungsanleitung beschreibt di e Installation, Bedienung und Wartung des Geräts und gilt als wichtige Informationsqu elle und Nachschlagewerk. Die Ke nntnis aller enthaltenen Sicherheitshinw eise und Handlungsanweisungen schafft die Voraussetzung für das sichere und sachgerechte Arbeiten mit dem G erät. Darüber hinaus müssen die für de n Einsatzbereich des Geräts geltenden ör tlichen Unfallverhütungsvorschriften u nd allgemeinen Sicherheitsbestimmunge n eingehalten werden. Diese Bedienungs anleitung ist Bestandteil des Prod ukts und muss in unmittelbarer Nähe d es Geräts für das In¬stallations-, Bedi enungs-, Wartungs- und Reinigungspers onal jederzeit zugänglich auf¬bewahrt werd en. Wenn das Gerät an eine dritte Pers on weitergegeben wird, muss die Bedienungsa nleitung mit ausgehändigt werden.
Lees voor het gebruik de gebruiksaanwijzing door en bewaar hem op een goed bereikbare plaats!
Deze handleiding bevat de beschrijving van de installatie, de bediening en het onderhoud van het apparaat en dient als belangrijke informatiebron en naslagwerk. De kennis en het in acht nemen van alle hier beschreven veiligheidsvoorschriften en instructies is een voorwaarde voor veilig en juist gebruik van het apparaat. Bovendien zijn de bepalingen inzake ongevallenpreventie, gezondheids- en veiligheidsvoorschriften en wettelijke voorschriften die van kracht zijn op het toepassingsgebied van het apparaat van toepassing.
Lees deze gebruikershandleiding voordat u met het apparaat gaat werken, en vóór de inbedrijfsstelling, om schade aan personen en zaken te voorkomen. Onjuist gebruik kan beschadigingen veroorzaken.
Deze handleiding is een integraal onderdeel van het product en moet in de directe nabijheid van het apparaat worden bewaard en te allen tijde beschikbaar zijn. Wanneer het apparaat wordt overgedragen, is het ook noodzakelijk deze gebruiksaanwijzing erbij te leveren.

1 Veiligheid

Het apparaat is gemaakt volgens de laatste stand van de techniek. Het kan echter een bron van gevaar vormen als het apparaat niet in overeenstemming met zijn bestemming gebruikt wordt. Alle personen die het apparaat gebruiken, moeten zich houden aan de aanbevelingen en veiligheidsaanwijzingen in deze handleiding.

1.1 Symboolverklaring

Belangrijke veiligheids- en technische instructies zijn in deze gebruiksaanwijzing aangeduid door symbolen. Deze instructies moeten bij het gebruik van dit apparaat absoluut in acht worden genomen om letsel, ongelukken, of materiële schade te vermijden.
GEVAAR!
Het signaalwoord GEVAAR waarschuwt voor gevaren die leiden tot ernstige verwondingen of overlijden als ze niet worden vermeden.
Veiligheid
104304 3 / 27
NL
WAARSCHUWING!
Het signaalwoord WAARSCHUWING waarschuwt voor gevaren die gematigd tot zwaar letsel of overlijden kunnen veroorzaken, als ze niet worden vermeden.
VOORZICHTIG!
Het signaalwoord VOORZICHTIG waarschuwt voor gevaren die licht of matig letsel kunnen veroorzaken, als ze niet worden vermeden.
, die
ATTENTIE!
Het signaalwoord ATTENTIE geeft mogelijke materiële schade aan die kan optreden als u de veiligheidsinstructies niet volgt.
OPMERKING!
Het icoon OPMERKING informeert de gebruiker over aanvullende informatie en tips voor het gebruik van het apparaat.

1.2 Veiligheidsaanwijzingen

Elektrische stroom
Een te hoge netspanning of onjuiste installatie kan leiden tot elektrische
schokken.
Sluit het apparaat alleen aan als de specificaties op het typeplaatje
overeenkomen met de netspanning.
Om elektrische kortsluiting te voorkomen, moet het apparaat droog worden
gehouden.
Koppel het apparaat onmiddellijk los van het elektriciteitsnet als er tijdens het
gebruik storingen optreden.
Raak de stekker van het apparaat niet aan met natte handen.
Raak het apparaat nooit aan nadat het in het water is gevallen. Onmiddellijk het
apparaat van het elektriciteitsnet koppelen.
Het herstellen en openen van de behuizing uitsluitend door specialisten en
gespecialiseerde werkplaatsen laten uitvoeren.
Draag het apparaat niet aan de verbindingskabel.
Veiligheid
4 / 27 104304
NL
Stel de verbindingskabel niet bloot aan warmte of scherpe randen.
Knik, plet of knoop de verbindingskabel niet.
Altijd de verbindingskabel volledig uitrollen.
Plaats het apparaat of andere voorwerpen nooit op de verbindingskabel.
Om het apparaat uit te schakelen van de elektrische voeding, altijd de stekker
vastpakken.
Controleer de voedingskabel regelmatig op beschadigingen. Het apparaat niet
gebruiken wanneer de voedingskabel beschadigd is. Laat een beschadigde voedingskabel vervangen door de servicedienst of een gekwalificeerde elektricien om gevaar te voorkomen.
Nigdy nie używać łatwopalnych cieczy do czyszczenia urządzenia ani jeg o części. De g assen die daaruit voort kome n leveren bran dgevaar op en kunnen exploderen. Door onjuist gebruik van het apparaat b estaat er een mogelijkheid op brand- en explosiegevaar door de ontsteking van de inhoud.
Brandgevaar / Gevaar door brandbare materialen / Explosiegevaar!
Gebruik geen elektrische apparaten in het apparaat.
Bewaar of gebruik geen benzine of andere brandbare gassen of vloeistoffen in
de buurt van deze of andere apparaten. De gassen kunnen een brandgevaar opleveren of exploderen.
Bewaar geen explosieve stoffen, zoals spuitbussen met ontvlambaar drijfgas in
het apparaat. Containers gevuld met brandbare gassen en vloeistoffen kunnen bij lagere temperaturen een inhoud afgeven die kan ontbranden door vonken die worden gegenereerd door elektrische apparatuur. Explosiegevaar!
In het geval van koelmiddellekken, trekt u de stekker uit het stopcontact.
Verwijder alle ontstekingsbronnen in de buurt, ventileer de kamer en neem contact op met de klantenservice. Vermijd contact van het koelmiddel met de ogen, omdat dit ernstig oogletsel kan veroorzaken.
Reinig het apparaat en de onderdelen niet met licht ontvlambare vloeistoffen.
De gassen die daarbij onstaan, kunnen brandgevaarlijk zijn of exploderen.
In geval van brand, vóór het blussen het apparaat ontkoppelen van de voeding.
Blus het vuur nooit met water als het apparaat op het elektriciteitsnet is aangesloten. Na het blussen zorgen voor genoeg frisse lucht.
Het ontdooiproces mag niet worden versneld door middel van mechanische
apparaten of bronnen van thermische energie (kaarsen of kachels) of op een andere manier. De stoom die daarbij ontstaat kan kortsluiting veroorzaken en te hoge temperaturen kunnen het apparaat beschadigen.
Tijdens de exploitatie moeten alle ventilatieopeningen van het apparaat open zijn.
Het is verboden het koelsysteem van het apparaat te beschadigen.
Veiligheid
104304 5 / 27
NL
Bedienend personeel
Dit apparaat mag niet worden bediend door personen (inclusief kinderen) met
beperkte fysieke, sensorische of mentale vaardigheden, evenals door personen met beperkte ervaring en / of beperkte kennis.
Kinderen moeten onder toezicht staan om ervoor te zorgen dat ze niet met het
apparaat spelen of het starten.
Onjuist gebruik
Onjuist gebruik of verboden gebruik kan het apparaat beschadigen.
Het apparaat mag alleen worden gebruikt als het zich in goede staat bevindt en
veilig werken mogelijk maakt.
Het apparaat mag alleen worden gebruikt als alle aansluitingen zijn uitgevoerd
volgens de voorschriften.
Het apparaat mag alleen worden gebruikt als het schoon is.
Gebruik alleen originele reserveonderdelen. Nooit zelf het apparaat repareren.
Verboden om veranderingen of modificaties aan het apparaat aan te brengen.

1.3 Gebruik volgens bestemming

Elk gebruik van het apparaat voor andere doeleinden en / of afwijkend van het normale bedoelde gebruik zoals hieronder beschreven, is verboden en wordt beschouwd als onbedoeld gebruik.
Het volgende gebruik is in overeenstemming met het beoogde gebruik:
– Het bereiden van ijsblokjes.

1.4 Oneigenlijk gebruik

Onjuist gebruik kan leiden tot schade aan personen en zaken veroorzaakt door gevaarlijke elektrische spanning, brand en hoge temperaturen. Met behulp van het apparaat kan alleen werk worden uitgevoerd dat in deze handleiding wordt beschreven.
Algemeen
6 / 27 104304
NL

2 Algemeen

2.1 Aansprakelijkheid en vrijwaring

Alle gegevens en aanwijzingen die zijn opgenomen in deze gebruiksaanwijzing zijn samengesteld rekening houdend met de geldende voorschriften, de actuele technische stand van zaken en onze langdurige inzichten en ervaring. In het geval van het bestellen van speciale modellen of extra opties, en in het geval van het gebruik van de nieuwste technische kennis, kan het geleverde apparaat onder bepaalde omstandigheden verschillen van de uitleg en de talrijke tekeningen in deze handleiding. De producent is niet aansprakelijk voor de schade en storingen die zijn ontstaan als gevolg van:
het niet in acht nemen van de aanwijzingen, oneigenlijk gebruik, het aanbrengen van technische wijzigingen door de gebruiker, de toepassing van ongeoorloofde reserveonderdelen.
Wij behouden ons het recht voor om technische veranderingen in het product aan te brengen die leiden tot verbetering van de gebruikseigenschappen en de verdere ontwikkeling van het apparaat.

2.2 Auteursrecht

De gebruiksaanwijzing en de erin opgenomen teksten, tekeningen, foto’s en andere
afbeeldingen zijn auteursrechtelijk beschermd. Niets (ook gedeeltelijk) uit deze uitgave mag in ongeacht welke vorm worden verveelvoudigd, verwerkt en/of gepubliceerd zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de fabrikant. Overtreding van het bovenstaande verplicht tot schadevergoeding. Wij behouden ons het recht voor tot verdere vorderingen.

2.3 Conformiteitsverklaring

Het apparaat beantwoordt aan de actuele EU-normen en richtlijnen. Dit bevestigen we in de EG-verklaring van Conformiteit. Indien gewenst, sturen we u graag de betreffende Verklaring van Conformiteit toe.
Transport, verpakking en opslag
104304 7 / 27
NL

3 Transport, verpakking en opslag

3.1 Transportinspectie

Als het apparaat afgeleverd is, onmiddellijk controleren of het compleet en zonder transportschade is. Als er duidelijk zichtbare transportschade is, het geleverde apparaat niet of alleen onder voorbehoud aannemen. De schade opschrijven op de transportdocumenten/ het leveringsdocument van de leverancier. Vervolgens reclameren. Verborgen gebreken onmiddellijk nadat ze zijn geconstateerd, reclameren, omdat eisen tot schadevergoeding alleen binnen de reclamatieperiode mogelijk zijn.
Neem contact op met onze klantenservice als er onderdelen of accessoires ontbreken.

3.2 Verpakking

Gooi de buitenste doos van uw apparaat niet weg. U kunt het nodig hebben tijdens een verhuizing, of als u het apparaat naar ons servicecentrum wilt sturen bij schade.
De verpakking en de afzonderlijke componenten zijn gemaakt van recyclebare materialen. In het bijzonder: kunststof folie en zakken, kartonnen verpakking.
Als u de verpakking wilt weggooien, dient u de geldende voorschriften in uw land in acht te nemen. Verpakkingsmateriaal dat hergebruikt kan worden, recyclen.

3.3 Opslag

Zorg ervoor dat de verpakkingen verzegeld zijn tot de installatie en houd ze in overeenstemming met de op de buitenkant aangebrachte plaatsingmarkering en opslagmarkering. Bewaar de pakketten alleen onder de volgende voorwaarden:
in een afgesloten ruimte droog en stofvrij verwijderd houden van corrosief materiaal op een plaats beschermd tegen zonlicht beschermd tegen mechanische schokken.
Bij langere bewaring (> 3 maanden) regelmatig de algemene toestand van alle bestanddelen en van de verpakking controleren. Als het nodig is de verpakking vervangen voor een nieuwe.
Technische Gegevens
8 / 27 104304
NL

4 Technische Gegevens

4.1 Technische Gegevens

Naam:
IJsblokjesmaker Q 26
Art. nr.:
104304
Materiaal:
CNS 18/10
IJsblokjesversie:
conusvorm (holle conus)
Aantal maten ijsblokjes:
1
Afmeting ijsblokjes (B x D x H) in mm:
32,5 x 29 x 41
Gewicht ijsblokjes in g:
21
IJsblokjesproductie / werkcyclus:
15
Productie max. in kg / uur:
25 / 24
Inhoud voorraadreservoir in kg / ijsblokjes, stuks:
10 / 588
Koelmiddel / hoeveelheid in kg:
R290 / 0,070
Klimaatklasse:
SN
Wateraansluiting:
3/4"
Waterafvoer, Ø in mm:
20
Aansluitingswaarde:
0,265 kW | 220-240 V | 50 Hz
Afmetingen (b x d x h) in mm:
400 x 545 x 690
Gewicht in kg:
30,9
Technische Gegevens
104304 9 / 27
NL
Naam:
IJsblokjesmaker Q 46
Art. nr.:
104306
Materiaal:
CNS 18/10
IJsblokjesversie:
conusvorm (holle conus)
Aantal maten ijsblokjes:
1
Afmeting ijsblokjes (B x D x H) in mm:
32,5 x 29 x 41
Gewicht ijsblokjes in g:
21
IJsblokjesproductie / werkcyclus:
35
Productie max. in kg / uur:
45 / 24
Inhoud voorraadreservoir in kg / ijsblokjes, stuks:
16 / 941
Koelmiddel / hoeveelheid in kg:
R290 / 0,080
Klimaatklasse:
SN
Wateraansluiting:
3/4"
Waterafvoer, Ø in mm:
20
Aansluitingswaarde:
0,36 kW | 220-240 V | 50 Hz
Afmetingen (b x d x h) in mm:
500 x 600 x 690
Gewicht in kg:
38,8
Versie / eigenschappen
Koeling: luchtgekoeld
Vulstandsensor
Productie met behulp van een paddle-systeem
Besturing: elektronisch
Aan/uit-schakelaar / bedieningsknop
Controlelampje
Inbouwmogelijkheid
Bestaande uit: 1 ijsschep
Recht op technische veranderingen voorbehouden!
Technische Gegevens
10 / 27 104304
NL

4.2 Onderdelenoverzicht

1. Behuizing
2. Bedieningsknop
3. Houder voor ijsblokjesschep
4. Waterafvoeropening
5. Temperatuursonde
6. Waterpan
7. Voorraadreservoir
8. Deur van voorraadreservoir
9. Aansluitkabel met netstekker
10. Wateraansluiting
11. Afvoerpoort
12. Poten (4x)
13. Ventilatie-openingen
14. IJsblokjesschep
Technische Gegevens
104304 11 / 27
NL

4.3 Werkwijze

De ijsproductie vindt plaats aan de uiteinden (vingers) van de verdamper, die
zijn ondergedompeld in een kamer gevuld met water. Het water wordt constant geroerd door de roterende schoepen.
Het waterpeil kan worden afgesteld door de microvlotter of de watersensor door
de daarvoor bestemde gleuf op de daarvoor bestemde beugel te draaien, na het losdraaien van de bevestigingsschroef 1 (afb. 12). Deze afstelling moet worden uitgevoerd terwijl de stroom is uitgeschakeld.
Wanneer de ijsblokjes de beoogde grootte bereiken, maken ze contact met de
schoepen, waardoor de bijbehorende motorreductor gaat trillen, die de microschakelaar van stroom voorziet via een relais dat de volgende acties uitvoert:
– door de opening van de magneetklep heet gas naar de verdamper
sturen, waardoor de blokjes geleidelijk loskomen van de vingers van de verdamper.
– het kantelen van de watertank, die door middel van een hefboom met de
reductiemotor is verbonden.
Wanneer ze worden losgelaten, glijden de ijsblokjes naar het schuine rooster in
de kamer, en vervolgens worden ze getransporteerd naar het schap van het voorraadreservoir.
Het water dat in de opvangbak achterblijft, wordt opgevangen op de diepere
plank van het reservoir en afgevoerd naar de afvoer.
Na ongeveer een minuut keert de kamer automatisch terug naar de horizontale
positie en wordt gevuld met water tot het eerder gemarkeerde niveau. Ondertussen sluit de heetgasklep weer en loopt de productiecyclus voor ijsblokjes regelmatig. De totale productiecyclus kan, afhankelijk van de temperatuur van het water en de omgeving, 15 tot 25 minuten duren.
De hoeveelheid ijsblokjes in het voorraadreservoir wordt gecontroleerd door een
elektronische sonde in het voorraadreservoir. Wanneer de ijsblokjes de sondehoogte bereiken, stopt het apparaat automatisch met het produceren van ijsblokjes. Na het verwijderen van de ijsblokjes gaat de productie van ijsblokjes verder.
TIP! Om de volgende productie van ijsblokjes te versnellen, moet de sonde
worden ontdaan van eventueel achtergebleven ijs.
Installatie en bediening
12 / 27 104304
NL

5 Installatie en bediening

5.1 Installatie

VOORZICHTIG!
In het geval van onjuiste installatie, bediening, onderhoud of bij het niet juist hanteren van het apparaat kan dat leiden tot letsel en beschadigingen.
De plaatsing en de installatie, alsook reparaties mogen uitsluitend worden uitgevoerd door een geautoriseerde technische service volgens de geldende voorschriften in het land van plaatsing.
AANWIJZING!
De fabrikant aanvaardt geen aansprakelijkheid of garantie voor schade die kan worden toegeschreven aan het niet naleven van de aanwijzingen of onjuiste installatie.
Uitpakken / plaatsing
Pak het apparaat uit en verwijder alle externe en interne verpakkingselementen
en transportbeveiliging.
VOORZICHTIG!
Gevaar voor verstikking!
Houdt verpakkingsmateriaal zoals plasticfolie en piepschuim uit handen van kinderen.
Als er beschermfolie op het apparaat zit, verwijdert u deze. De folie dient
langzaam van het apparaat te worden getrokken zodat er geen lijmresten achterblijven. Eventuele lijmresten verwijderen met een geschikt oplosmiddel.
Pas op dat u het typeplaatje en de waarschuwingsinstructies op het apparaat
niet beschadigt.
Het apparaat nooit in een vochtige of natte omgeving neerzetten.
Het apparaat moet zo worden ingesteld dat de verbindingen gemakkelijk
toegankelijk zijn om snel uit te schakelen als dat nodig is.
Plaats het apparaat op een oppervlak met de volgende eigenschappen:
recht, met voldoende draagkracht, bestand tegen water, droog en
bestand tegen hoge temperaturen
Installatie en bediening
104304 13 / 27
NL
groot genoeg om probleemloos met het apparaat te werken goed bereikbaar goede ventilatie.
Het apparaat kan worden geladen en gelost met een vorkheftruck of pallettruck
met een vork die langer is dan de helft van de lengte van het apparaat
De hefinrichting moet worden gekozen op basis van de afmetingen van het
verpakte apparaat / elementen en het gewicht van het apparaat.
Neem bij het hanteren alle nodige voorzorgsmaatregelen om het apparaat niet
te beschadigen.
Verwijder de kartonnen verpakking van de houten basis waarop het apparaat
staat.
Til het apparaat vervolgens op met een geschikte hefinrichting (heftruck of iets
dergelijks) en trek de houten basis eruit.
Het apparaat op een geschikte plaats neerzetten.
Vereisten voor de installatieplaats
Bij het kiezen van de plaats om het apparaat te installeren, moet aan de volgende voorwaarden worden voldaan:
– de omgevingstemperatuur mag niet lager zijn dan 10 °C (50 °F) en mag
niet hoger zijn dan 43 °C (110 °F);
– de watertemperatuur mag niet lager zijn dan 10 °C (50 °F) en mag niet
hoger zijn dan 32 °C (90 °F) (afb. 4 aan het begin van de handleiding);
– de druk van het toegevoerde water mag niet lager zijn dan 0,1 MPa (1
bar) en mag niet hoger zijn dan 0,5 MPa (5 bar). Als de druk hoger is dan 0,5 MPa, moet er een drukregelaar worden geïnstalleerd tussen de watertoevoer en het apparaat (afb. 5);
er mogen geen warmtebronnen in de buurt zijn, het apparaat mag niet worden blootgesteld aan direct zonlicht (afb. 6); de plaats moet stofvrij zijn, aangezien de condensor van de koeleenheid
snel verstopt kan raken (afb. 8);
de ventilator van de koeleenheid mag niet worden afgedekt (afb. 8); het apparaat mag niet in verlaagde ruimten worden, omdat bij lekkage de
koelvloeistof naar de bodem zakt (afb. 15);
– binnen een straal van 3 m mogen zich geen brandstoffen, ontvlambare of
explosieve materialen bevinden en er moet voldoende luchtcirculatie zijn (afb. 19).
Houd een minimumafstand tot muren en andere voorwerpen aan van 150 mm
aan de achterzijde en 50 mm aan de zijkant (afb. 3).
Installatie en bediening
14 / 27 104304
NL
Zet het apparaat waterpas (afb. 3). Als het toestel niet waterpas staat, kunnen
de werking en de waterafvoer nadelig worden beïnvloed.
Verwijder de transportbeveiliging
1. Verwijder de bevestigingsbouten van de bovenkap.
2. Verwijder de bovenkap.
3. Verwijder de transportbeveiliging op de schoepenmotor. Let op de instructies op
de bijgevoegde sticker (afb. 9).
4. De bovenkap vastschroeven op het apparaat.
Wateraansluiting
1. Installeer het apparaat in de buurt van de wateraansluiting.
OPGELET! Sluit het apparaat alleen aan op een drinkwateraansluiting. Anders moet
een waterzuiveringsapparaat worden geïnstalleerd.
2. De wateraansluiting dient te worden gemaakt vóór de elektrische aansluitingen.
3. Sluit de meegeleverde 3/4” watertoevoerslang aan op de wateraansluiting.
4. Sluit het andere uiteinde van deze slang aan op de wateraansluiting aan de
achterkant van het apparaat.
TIP! Om praktische en veiligheidsredenen raden wij aan om een afsluiter te
installeren die niet bij de levering is inbegrepen (afb. 7):
1. Schakelaar; 2. Stopcontact; 3. Stekker; 4. Wateraansluiting; 5.
Onderbrekingsventiel;
6. Condensorwaterafvoer: waterkoeling versie;
7. Waterafvoer uit het voorraadreservoir; 8. Waterafvoer in een open sifon.
Waterafvoer
1. Sluit de meegeleverde afvoerslang aan op de afvoeraansluiting aan de
achterkant van het apparaat.
2. Stop het andere uiteinde van de afvoerslang in de open sifon (afb. 7).
TIP! Om de perfecte afvoer te garanderen, moet de afvoerslang een helling van
minimaal 3% hebben en moet u ervoor zorgen dat deze niet verstrikt of geknikt raakt.
Installatie en bediening
104304 15 / 27
NL
Aansluiting op het lichtnet
Controleer of de technische specificaties van het apparaat (zie naamplaatje)
overeenstemmen met de gegevens van de lokale stroomvoorziening.
Sluit het apparaat aan op een enkele, voldoende beschermde aansluiting met
een beveiligd contact. Sluit het apparaat niet aan op een meervoudige aansluiting.
Leg de verbindingskabel zo dat niemand erop kan lopen of erover kan struikelen.
De maximaal toelaatbare tolerantie ten opzichte van het spanningsverschil is ±
10% van de nominale waarde.
Het elektrische circuit tussen het apparaat en de voedingsaansluiting moet
worden uitgerust met een geschikte scheidingsschakelaar voor alle polen (afb.
7), die in staat is om de contactopeningsafstand te bieden die volledige
ontkoppeling mogelijk maakt onder de omstandigheden van overspanningscategorie III.
Als de apparaat in de winter van buiten naar binnen wordt gebracht, moet deze
enkele uren op kamertemperatuur worden gebracht voordat u hem inschakelt.
Wacht 1 uur totdat het koelmiddel is bezonken voordat u het apparaat op de
stroomvoorziening aansluit.
Na een stroomstoring of na het verwijderen van de stekker uit het stopcontact,
kan het apparaat na minimaal 5 minuten weer op de stroomvoorziening worden aangesloten.
Die Steckdose muss leicht zugänglich sein , so dass das S tromkabel n otfalls schnell a bgezogen werd en kann.• Het stopcontact moet vrij toegankelijk zij n, zodat de stroomkabel in een noodgeval s nel van het lichtnet kan worden gehaald . Het stopcontact moet vrij toegankelijk zij n, zodat de stroomkabel in een noodgeval s nel van het lichtnet kan worden gehaald .
Installatie en bediening
16 / 27 104304
NL

5.2 Bediening

Voorbereiden van de heetwaterpan
1. Verwijder alle accessoires (watertoevoerslang, afvoerslang, ijsschep,
documenten) uit het voorraadreservoir.
2. Reinig het apparaat vóór gebruik volgens de instructies in hoofdstuk 6
"Reiniging”.
3. Droog het apparaat grondig.
Aanwijzingen voor de gebruiker
Als het apparaat wordt geïnstalleerd in gebieden waar het drinkwater een hoog
zoutgehalte heeft, volg dan de instructies om mogelijke storingen te voorkomen.
Om te voorkomen dat het ijs een onaangename geur of smaak krijgt, mag u
nooit voedsel, flessen of iets anders in de lade bewaren.
Laat de klep van het voorraadreservoir niet open staan tijdens normaal gebruik.
Ingebruikname
1. Controleer vóór de inbedrijfstelling of de water- en elektriciteitsaansluitingen
correct zijn uitgevoerd.
2. Controleer of de banden, bouten, bouten en klemmen stevig zijn aangedraaid
en niet zijn losgeraakt tijdens het transport om waterlekkage of andere storingen tijdens het gebruik te voorkomen.
3. Open de wateraansluitkraan en de afsluitkraan.
4. Sluit het apparaat aan op een enkelvoudig stopcontact. Het apparaat bevindt zich in de Standby modus. De bedieningsknop knippert elke 30
seconden.
5. Om de stand-by modus te verlaten en het apparaat in te schakelen, drukt u ten
minste 3 seconden op de bedieningsknop totdat een lange pieptoon aangeeft dat het apparaat aan het opstarten is (afb. 11).
AANWIJZINGEN!
Wij raden u aan ijsblokjes uit de eerste 5 productiecycli niet te gebruiken voor dranken of voedsel.
Sluit nooit de watertoevoer af terwijl het apparaat in werking is en bedek of blokkeer nooit de luchtinlaatopeningen.
Controleer of er water in de kamer komt, of de sensor en/of de vlotter het overlopen van de stroom stoppen en of er geen lekken zijn in het systeem en de
Installatie en bediening
104304 17 / 27
NL
waterleidingen. Het normale waterniveau in de kamer is ongeveer 5/10 mm vanaf de bovenranden. (afb. 12)
Het waterpeil kan worden afgesteld door de microvlotter of de watersensor door de daarvoor bestemde gleuf op de daarvoor bestemde beugel te draaien, na het losdraaien van de bevestigingsschroef 1 (afb. 12). Deze afstelling moet worden uitgevoerd terwijl de stroom is uitgeschakeld.
6. Zich ervan verzekeren, dat er geen abnormale trillingen worden veroorzaakt
door losse bouten.
7. Als ingrijpen nodig is vanwege waterlekkage, aandraaien van schroeven, enz.,
schakel dan altijd eerst het apparaat uit.
8. Controleer de ijsproductiecyclus om te zien of de ijsblokjes in het
voorraadreservoir worden afgevoerd.
9. Controleer de werking van de sonde van het voorraadreservoir: door een
ijsblokje op de sonde in het voorraadreservoir te plaatsen, moet het apparaat binnen 1 minuut stoppen en automatisch opnieuw starten kort nadat het ijsblokje is verwijderd.
10. Breng de eerder verwijderde kap weer aan.
Het instellen van de sonde in het voorraadreservoir
Na verloop van tijd kan, door veranderingen in de omgevingstemperatuur, de ingestelde waarde van de temperatuursonde in het voorraadreservoir onvoldoende worden. Om deze waarde in te stellen, gaat u als volgt te werk:
1. Druk, in de Stand-by-modus, binnen 2 seconden 3 keer op de bedieningsknop
(afb. 11).
De bedieningsknop wordt wit of rood.
2. Om de ingestelde temperatuur te verhogen, drukt u op de bedieningsknop (afb.
11) en probeert u de rode te verhogen.
3. Om de temperatuur te verlagen, drukt u op de bedieningsknop totdat de kleur
naar wit verandert.
Als de bedieningsknop gedurende 5 seconden niet wordt ingedrukt, wordt de instelling opgeslagen en wordt de wijzigingsfase verlaten.
Installatie en bediening
18 / 27 104304
NL
Bedrijfsstatus / alarmstatusindicatoren
Indicator / alarm
ROOD
WIT
Alarm koelcyclus te lang
knippert 1x
ON 3"
Alarm van de pomp
knippert 1x
knippert 1x
De duur van het alarm tussen twee productiecycli wijzigen
knippert 2x
ON 3"
Alarm van defecte sedimentsonde
knippert 3x
ON 3"
Alarm IR-sonde
knippert 3x
ON 3"
Parameters uitladen / lade - HACCP
knippert 3x
knippert 3x
Alarm defecte sonde van de condensor
knippert 4x
ON 3"
Alarm defecte sonde van de verdamper
knippert 5x
ON 3"
Alarm omgekeerde sonde van de verdamper - sediment
knippert 5x
knippert 2x
Alarm te lang ontdooien
knippert 6x
ON 3"
Alarm reiniging condensor
knippert 7x
ON 3"
Startfase
OFF
2 Hz lamp
Ijsproductie
OFF
ON
Storten van ijs
OFF
ON
Het voorraadreservoir is vol
OFF
knippert 10 sec.
Standby
OFF
knippert 30 sec.
Alarm fase wascyclus (optioneel)
OFF
ON 3"
Alarm fase ozoncyclus (optioneel)
OFF
ON 1"
Alarm stroomuitval
OFF x 1“
ON 5"
Alarm hoge temperatuur condensor
ON
OFF
Alarm hoge druk
ON
OFF
Signaal van gaslaadfase
ON 1“
ON 1"
Alarm watertekort
ON 3“
knippert 1x
Alarm periodiek onderhoud
ON 3“
ON 3"
Alarm capacitieve sensor
ON 3“
knippert 3x
Alarm hoge temperatuur verdamper
ON 3“
knippert 2x
Installatie en bediening
104304 19 / 27
NL
Alarm lage temperatuur verdamper
ON 3“
knippert 4x
OFF: LED-indicator / kleur altijd uit ON: LED-indicator / kleur altijd aan Knipperen: LED-indicator / kleur aan gedurende 0.2 s en uit gedurende 0.3 s
Defecten
OPGELET! Bij een storing moet het apparaat worden losgekoppeld van het
elektriciteitsnet en de watertoevoer. Neem contact op met een erkend servicecentrum, controleer het apparaat en laat het repareren.
Controleer of de watertoevoerkraan open staat.
Controleer of het apparaat stroom heeft: de stekker zit er goed in en de
schakelaar staat aan.
Zich ervan verzekeren, dat er geen abnormale trillingen worden veroorzaakt
door losse bouten.
Schakel bij werkzaamheden door waterverlies, aandraaien van bouten etc. altijd
eerst het toestel uit en controleer of de afvoeren niet verstopt zijn.
Als het apparaat te weinig ijs produceert, controleer dan of de condensor niet
vuil is of dat er geen koelmiddel lekt.
Reiniging
20 / 27 104304
NL

6 Reiniging

6.1 Aanwijzingen betreffende de veiligheid tijdens het
reinigen
Voordat het apparaat kan worden gereinigd, dient het apparaat van het lichtnet
te worden gehaald.
Het apparaat geheel laten afkoelen.
Zorg ervoor dat er geen water in het apparaat komt. Dompel het apparaat niet in
water of andere vloeistoffen om het te reinigen. Gebruik geen waterstraal onder druk om het apparaat te reinigen.
Gebruik geen scherpe of metalen voorwerpen (mes, vork, enz.) om het apparaat
schoon te maken. Scherpe voorwerpen kunnen het apparaat beschadigen en leiden tot elektrische schokken wanneer ze in contact komen met geleidende componenten.
Gebruik geen schuurmiddelen, oplosmiddelen of bijtende schoonmaakmiddelen.
Dit kan het oppervlak beschadigen.

6.2 Reiniging

Reiniging door de gebruiker
1. Aan het einde van de werkdag, maar ook na een langere periode van niet-
gebruik, moet het apparaat grondig worden gereinigd.
2. Maak de behuizing schoon met een zachte doek die is bevochtigd met een
chloorvrij reinigingsmiddel voor roestvrij staal.
3. Reinig de binnenkamer met een spons of doek gedrenkt in lauw water en een
beetje natriumbicarbonaat.
4. Spoel om met schoon water.
5. Droog de binnenkamer goed af.
Als het apparaat lange tijd niet wordt gebruikt:
– schakel het apparaat uit en koppel het los van de elektriciteits- en
watertoevoer;
verwijder het geproduceerde ijs uit het voorraadreservoir; laat het water volledig weglopen; voer een grondige reiniging uit; laat de deur (klep) van het voorraadreservoir lichtjes open staan.
Reiniging
104304 21 / 27
NL
Ontkalking en desinfectie
Om problemen door waterhardheid en de vorming van verontreinigingen op onderdelen of componenten die in contact komen met het water te voorkomen, is het apparaat uitgerust met een "Self Cleaning" functie.
Deze functie houdt het apparaat schoon, vrij van kalk en aanslag, dankzij de reinigende werking van een speciaal ontkalkingsmiddel. Neem de instructies van de producent van het middel in acht.
LET OP! Om ervoor te zorgen dat het apparaat schoon blijft, raden wij aan om 3 - 4
keer per jaar een ontkalkingscyclus uit te voeren, afhankelijk van de hardheid van het leidingwater.
Een reinigings- en desinfectiecyclus uitvoeren
VOORZICHTIG Neem bij het bereiden van de ontkalkingsoplossing (water + citroenzuur)
de nodige voorzorgsmaatregelen bij het hanteren van citroenzuur en draag handschoenen en een veiligheidsbril.
1. Het apparaat in Stand-by-modus zetten.
2. Verwijder al het ijs uit de bak.
3. Giet minstens 500 ml ontkalkingsoplossing in de binnenkamer van het apparaat
(fig. 14).
4. Houd de Stand-by knop minstens 9 seconden ingedrukt om de
ontkalkingscyclus te starten.
Tijdens de ontkalkingscyclus knippert de knop als volgt: uit gedurende 1 seconde, en aan gedurende 3 seconden (wit). Als de ontkalkingscyclus voltooid is, schakelt het apparaat over naar de Stand-by modus.
De ontkalkingscyclus duurt ongeveer 2 uur en 15 minuten. Zodra de ontkalkingsbeveiliging geactiveerd is, kan de ontkalkingscyclus niet meer
onderbroken worden. Bij een stroomonderbreking gaat het apparaat verder vanaf het punt waarop de onderbreking plaatsvond.
TIP! Als het apparaat lange tijd niet gebruikt is, is het raadzaam om een
ontkalkingscyclus uit te voeren voordat u ijs gaat maken.
Reiniging
22 / 27 104304
NL
Reiniging door een service
Luchtfilter en condensor
Het luchtfilter en de luchtcondensor, die zich achter de voorklep van het apparaat bevinden (afb. 13), moeten regelmatig worden gereinigd om de prestaties en de levensduur van het apparaat te behouden:
trek het luchtfilter uit reinig het luchtfilter onder een straal warm water en droog het zorgvuldig schroef de kap los en verwijder deze maak de condensor schoon met een zachte borstel of stofzuiger de voorste kap bevestigen met de schroeven het luchtfilter plaatsen
OPGELET! Om storingen te voorkomen, mag het apparaat nooit zonder luchtfilter
worden gebruikt.
Waterinlaatfilter
Het waterinlaatfilter moet regelmatig worden gereinigd volgens de volgende instructies:
het ventiel van de watertoevoer afsluiten; de watertoevoerslang losschroeven; gebruik een tang om het waterinlaatfilter uit zitting zitting op de inlaat van
de magneetklep te trekken;
het waterinlaatfilter reinigen onder een straal water; het waterinlaatfilter plaatsen; de watertoevoerslang vastdraaien.
Mogelijke storingen
104304 23 / 27
NL

7 Mogelijke storingen

Mögliche
OPGELET! De onderstaande tabel beschrijft mogelijke oorzaken en methoden voor
het verwijderen van storingen of fouten die optreden tijdens de werking van het apparaat. Deze storingen mogen alleen worden verholpen een gekwalificeerde koeltechnicus.
Vermeld aub het artikelnummer, modelnaam en serienummer. Deze gegevens staan op het typeplaatje van het apparaat.
Fout alarm
Apparaatstatus
Verwijdering
Alarm koelcyclus te lang
Controleer de ventilatie van de condensor
Controleer het koelcircuit op verlies van koelmiddel
De duur van het alarm tussen twee productiecycli wijzigen
De duur van het alarm tussen twee productiecycli is gewijzigd
De netheid en de ventilatie van de condensor controleren
De ventilator van de condensor controleren
Het circuit controleren op verlies van koelmiddel
Alarm watertekort
Het apparaat stopt of wacht op de volgende automatische startpoging
De watertoevoer controleren
Het watercircuit op waterlekkage controleren
De werking van de waterinlaatklep controleren, reinigen indien nodig
De positie van de sensor controleren
Alarm van defecte sedimentsonde
Het apparaat stopt
De aansluiting van de sonde op de printplaat controleren
De integriteit van de sonde controleren
Een beschadigde sonde vervangen
Mogelijke storingen
24 / 27 104304
NL
Fout alarm
Apparaatstatus
Verwijdering
Alarm periodiek onderhoud
Het apparaat werkt verder
Neem contact op met de service (Reset het alarm door de
bedieningsknop 10 seconden ingedrukt te houden)
Alarm hoge temperatuur condensor
Het apparaat stopt, de ventilator van de condensor blijft ingeschakeld, om de temperatuur van de condensor te verlagen
De netheid en de ventilatie van de condensor controleren
De werking van de ventilator controleren
Alarm defecte sonde van de verdamper
Het apparaat stopt
De aansluiting van de verdampersonde op de printplaat controleren
Een beschadigde sonde vervangen
Alarm hoge druk
Het apparaat stopt, de ventilator van de condensor blijft ingeschakeld, om de temperatuur van de condensor te verlagen
De netheid en de ventilatie van de condensor controleren
Controleren of de condensorventilator draait
Alarm stroomuitval
Het apparaat stopt
De elektrische aansluitingen en de voeding controleren
Het noodsignaal uitschakelen: – één keer de bedieningsknop
aanraken om de zoemer uit te zetten
– een tweede keer de
bedieningsknop aanraken om het signaal te verwijderen, wanneer we ons in de eerste minuut bevinden,
– de bedieningsknop enkel een
tweede keer aanraken, als de minuut al is verstreken
Mogelijke storingen
104304 25 / 27
NL
Fout alarm
Apparaatstatus
Verwijdering
Alarm afvoerpomp
Verstopte afvoeruitlaat
Het apparaat controleren op verstopping van de afvoer
Beschadigde waterafvoerpomp
Vervang de waterafvoerpomp
Alarm te lang ontdooien
Het ontdooien duurt te lang
Het peil van de koelvloeistof controleren
Alarm capacitieve sensor
De stroomtoevoer controleren
Alarm reiniging condensor
Het apparaat werkt verder
Het luchtfilter en de condensor reinigen
Alarm omgekeerde sonde van de verdamper ­sediment
Het apparaat stopt
De bedrading op de sensorprint controleren, indien nodig de sensorprint vervangen.
Alarm IR-sonde
Het apparaat stopt, de IR-sonde is beschadigd
De aansluiting van de sonde op de printplaat controleren
Een beschadigde sonde vervangen
Alarm hoge temperatuur verdamper
Het apparaat stopt
De positie en de isolatie van de verdampersonde controleren
Controleer het apparaat op koelmiddelverlies
Alarm lage temperatuur verdamper
Het apparaat stopt
Controleer het apparaat op koelmiddelverlies
De positie van de verdampersonde controleren
Verwijdering
26 / 27 104304
NL

8 Verwijdering

Elektrische apparaten
Elektrische apparaten zijn gemarkeerd met dit symbool. Elektrische apparatuur moet op een correcte en milieuvriendelijke manier worden verwijderd en gerecycled. Niet-gevaarlijke apparaten mogen niet bij het huishoudelijk afval worden gegooid. Koppel het apparaat los van de voeding en verwijder de verbindingskabel van het apparaat.
Elektrische apparaten moeten naar aangewezen inzamelpunten worden gebracht.
Koelmiddel
Het drijfmiddel in het apparaat is brandbaar. De utilisatie van dit brandbaar materiaal moet in overeenstemming met de nationale richtlijnen worden gedaan.
Loading...