Lees voor het gebruik de gebruiksaanwijzing door en bewaar
hem op een goed bereikbare plaats!
GEVAAR!
Het signaalwoord GEVAAR waarschuwt voor gevaren die leiden tot
ernstige verwondingen of overlijden als ze niet worden vermeden.
Diese Bedienungsanleitung beschreibt di e Installation, Bedienung und Wartung d es Geräts und gilt als wichtige Infor mationsquelle und Nachschlagewerk. Die Kenntnis aller enthaltenen Sicherheits hinweise und Handlungsanweisunge n schafft die Voraussetzung für das sich ere und sachgerechte Arbeiten mit d em Gerät. Darüber hinaus müssen die f ür den Einsatzbereich des Geräts gelt enden örtlichen Unfallverhütungsvorsc hriften und allgemeinen Sicherheitsb estimmungen eingehalten werden. Dies e Bedienungsanleitung ist Bestandt eil des Produkts und muss in unmittelb arer Nähe des Geräts für das In¬stallatio ns-, Bedienungs-, Wartungs- und R einigungspersonal jederzeit zugänglich auf¬bewahrt werden. Wenn das Gerät a n eine dritte Person
weitergegeben wird, muss die Bedienungsa nleitung mit ausgehändigt werden.
Deze handleiding bevat de beschrijving van de installatie, de bediening en het
onderhoud van het apparaat en dient als belangrijke informatiebron en naslagwerk.
De kennis en het in acht nemen van alle hier beschreven veiligheidsvoorschriften
en instructies is een voorwaarde voor veilig en juist gebruik van het apparaat.
Bovendien zijn de bepalingen inzake ongevallenpreventie, gezondheids- en
veiligheidsvoorschriften en wettelijke voorschriften die van kracht zijn op het
toepassingsgebied van het apparaat van toepassing.
Lees deze gebruikershandleiding voordat u met het apparaat gaat werken, en vóór
de inbedrijfsstelling, om schade aan personen en zaken te voorkomen. Onjuist
gebruik kan beschadigingen veroorzaken.
Deze handleiding is een integraal onderdeel van het product en moet in de directe
nabijheid van het apparaat worden bewaard en te allen tijde beschikbaar zijn.
Wanneer het apparaat wordt overgedragen, is het ook noodzakelijk deze
gebruiksaanwijzing erbij te leveren.
1 Veiligheid
Het apparaat is gemaakt volgens de laatste stand van de techniek. Het kan echter
een bron van gevaar vormen als het apparaat niet in overeenstemming met zijn
bestemming gebruikt wordt. Alle personen die het apparaat gebruiken, moeten zich
houden aan de aanbevelingen en veiligheidsaanwijzingen in deze handleiding.
1.1 Symboolverklaring
Belangrijke veiligheids- en technische instructies zijn in deze gebruiksaanwijzing
aangeduid door symbolen. Deze instructies moeten bij het gebruik van dit apparaat
absoluut in acht worden genomen om letsel, ongelukken, of materiële schade te
vermijden.
2 / 26 1051993
Veiligheid
NL
WAARSCHUWING!
Het signaalwoord WAARSCHUWING waarschuwt voor gevaren die
gematigd tot zwaar letsel of overlijden kunnen veroorzaken, als ze niet
worden vermeden.
VOORZICHTIG!
Het signaalwoord VOORZICHTIG waarschuwt voor gevaren die licht
of matig letsel kunnen veroorzaken, als ze niet worden vermeden.
ATTENTIE!
Het signaalwoord ATTENTIE geeft mogelijke materiële schade aan
die kan optreden als u de veiligheidsinstructies niet volgt.
OPMERKING!
Het icoon OPMERKING informeert de gebruiker over aanvullende
informatie en tips voor het gebruik van het apparaat.
, die
1.2Veiligheidsaanwijzingen
Veiligheid bij het gebruik van gaskruk fornuis
• Gebruik het gasaangedreven apparaat niet in het geval van een storing of
schade, of in het geval van een vermoedelijke storing of schade. Bij storingen
het apparaat van de gastoevoer loskoppelen (gasafsluiter sluiten) en direct
contact opnemen met de klantenservice.
WAARSCHUWING! Gevaar voor brand!
Gebruik geen open vuur om te controleren op gaslekken!
• Controleer regelmatig op lekken met schuim (lekdetectiespray).
WAARSCHUWING!
Verstikkingsgevaar en explosie door ontsnappend gas!
• Volg deze regels als u gas ruikt:
– sluit onmiddellijk de gasregelaar en de gaskraan
1051993 3 / 26
Veiligheid
NL
– steek geen open vuur aan, doof het vuur
– rook niet
– gebruik geen elektrische apparaten in de buurt van het apparaat op gas
– als de bron van het gaslek niet precies kan worden gelokaliseerd,
waarschuw dan onmiddellijk de brandweer of het gasbedrijf.
Brandbare materialen
• Het apparaat nooit gebruiken in de buurt van brandbare, licht ontvlambare
materialen (bijv. benzine, spiritus, alcohol). Hoge temperaturen veroorzaken
verdamping van deze materialen en als gevolg van contact met
ontstekingsbronnen kan een explosie plaatsvinden.
• Gebruik het apparaat alleen met de hiervoor bestemde materialen en met de
juiste temperatuurinstellingen. Materialen, voedselproducten en etensresten in
het apparaat kunnen ontbranden.
• Het apparaat moet regelmatig worden schoongemaakt om het risico van brand
te voorkomen.
• Laat het apparaat nooit onbeheerd achter, vooral niet bij het verwarmen van
vetten en oliën, aangezien deze brand kunnen veroorzaken.
• Als er brand uitbreekt, sluit u de gasafsluiter. Blus een vlam nooit met water,
smoor de vlam met een deksel of een brandwerende deken. Na het blussen
zorgen voor genoeg frisse lucht.
4 / 26 1051993
Veiligheid
NL
Hete oppervlakken
• Het oppervlak van het apparaat wordt tijdens het werk heet. Er bestaat gevaar
voor verbranding. Ook na het uitschakelen blijft het apparaat nog enige tijd heet.
• Geen enkel heet oppervlakken van het apparaat aanraken. Gebruik de daarvoor
voorziene bedieningselementen en handgrepen.
• Het apparaat pas na volledig afkoelen verplaatsen en reinigen.
• Het is verboden hete oppervlakken met koud water of brandbare vloeistoffen te
begieten.
Exploitatie alleen onder toezicht
• Het apparaat mag alleen onder toezicht worden geëxploiteerd.
• Blijf altijd in de directe nabijheid van het apparaat.
Bedienend personeel
• Het apparaat mag alleen worden bediend door gekwalificeerd en geschoold
vakpersoneel.
• Dit apparaat mag niet worden bediend door personen (inclusief kinderen) met
beperkte fysieke, sensorische of mentale vaardigheden, evenals door personen
met beperkte ervaring en / of beperkte kennis.
• Kinderen moeten onder toezicht staan om ervoor te zorgen dat ze niet met het
apparaat spelen of het starten.
Onjuist gebruik
• Onjuist gebruik of verboden gebruik kan het apparaat beschadigen.
• Het apparaat mag alleen worden gebruikt als het zich in goede staat bevindt en
veilig werken mogelijk maakt.
• Het apparaat mag alleen worden gebruikt als alle aansluitingen zijn uitgevoerd
volgens de voorschriften.
• Het apparaat mag alleen worden gebruikt als het schoon is.
• Gebruik alleen originele reserveonderdelen. Nooit zelf het apparaat repareren.
• Verboden om veranderingen of modificaties aan het apparaat aan te brengen.
1051993 5 / 26
Veiligheid
NL
1.3Gebruik volgens bestemming
Elk gebruik van het apparaat voor andere doeleinden en / of afwijkend van het
normale bedoelde gebruik zoals hieronder beschreven, is verboden en wordt
beschouwd als onbedoeld gebruik.
Het volgende gebruik is in overeenstemming met het beoogde gebruik:
– Het koken en verwarmen van gerechten met gebruik van geschikt
kookgerei.
Het apparaat mag alleen buiten worden gebruikt.
1.4Oneigenlijk gebruik
Onjuist gebruik kan leiden tot schade aan personen en zaken veroorzaakt door
gevaarlijke elektrische spanning, brand en hoge temperaturen. Met behulp van het
apparaat kan alleen werk worden uitgevoerd dat in deze handleiding wordt
beschreven.
Het volgende gebruik is niet in overeenstemming met het beoogde gebruik:
– gebruik in gesloten ruimtes
– het verwarmen van ruimtes.
6 / 26 1051993
Algemeen
NL
2 Algemeen
2.1Aansprakelijkheid en vrijwaring
Alle gegevens en aanwijzingen die zijn opgenomen in deze gebruiksaanwijzing zijn
samengesteld rekening houdend met de geldende voorschriften, de actuele
technische stand van zaken en onze langdurige inzichten en ervaring. In het geval
van het bestellen van speciale modellen of extra opties, en in het geval van het
gebruik van de nieuwste technische kennis, kan het geleverde apparaat onder
bepaalde omstandigheden verschillen van de uitleg en de talrijke tekeningen in
deze handleiding.
De producent is niet aansprakelijk voor de schade en storingen die zijn ontstaan als
gevolg van:
– het niet in acht nemen van de aanwijzingen,
– oneigenlijk gebruik,
– het aanbrengen van technische wijzigingen door de gebruiker,
– de toepassing van ongeoorloofde reserveonderdelen.
Wij behouden ons het recht voor om technische veranderingen in het product aan
te brengen die leiden tot verbetering van de gebruikseigenschappen en de verdere
ontwikkeling van het apparaat.
2.2 Auteursrecht
De gebruiksaanwijzing en de erin opgenomen teksten, tekeningen, foto’s en andere
afbeeldingen zijn auteursrechtelijk beschermd. Niets (ook gedeeltelijk) uit deze
uitgave mag in ongeacht welke vorm worden verveelvoudigd, verwerkt en/of
gepubliceerd zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de fabrikant.
Overtreding van het bovenstaande verplicht tot schadevergoeding. Wij behouden
ons het recht voor tot verdere vorderingen.
2.3 Conformiteitsverklaring
Het apparaat beantwoordt aan de actuele EU-normen en richtlijnen. Dit bevestigen
we in de EG-verklaring van Conformiteit. Indien gewenst, sturen we u graag de
betreffende Verklaring van Conformiteit toe.
1051993 7 / 26
Transport, verpakking en opslag
NL
3 Transport, verpakking en opslag
3.1Transportinspectie
Als het apparaat afgeleverd is, onmiddellijk controleren of het compleet en zonder
transportschade is. Als er duidelijk zichtbare transportschade is, het geleverde
apparaat niet of alleen onder voorbehoud aannemen. De schade opschrijven op de
transportdocumenten/ het leveringsdocument van de leverancier. Vervolgens
reclameren. Verborgen gebreken onmiddellijk nadat ze zijn geconstateerd,
reclameren, omdat eisen tot schadevergoeding alleen binnen de reclamatieperiode
mogelijk zijn.
Neem contact op met onze klantenservice als er onderdelen of accessoires
ontbreken.
3.2 Verpakking
Gooi de buitenste doos van uw apparaat niet weg. U kunt het nodig hebben tijdens
een verhuizing, of als u het apparaat naar ons servicecentrum wilt sturen bij
schade.
De verpakking en de afzonderlijke componenten zijn gemaakt van recyclebare
materialen. In het bijzonder: kunststof folie en zakken, kartonnen verpakking.
Als u de verpakking wilt weggooien, dient u de geldende voorschriften in uw land in
acht te nemen. Verpakkingsmateriaal dat hergebruikt kan worden, recyclen.
3.3 Opslag
Zorg ervoor dat de verpakkingen verzegeld zijn tot de installatie en houd ze in
overeenstemming met de op de buitenkant aangebrachte plaatsingmarkering en
opslagmarkering. Bewaar de pakketten alleen onder de volgende voorwaarden:
– in een afgesloten ruimte
– droog en stofvrij
– verwijderd houden van corrosief materiaal
– op een plaats beschermd tegen zonlicht
– beschermd tegen mechanische schokken.
Bij langere bewaring (> 3 maanden) regelmatig de algemene toestand van alle
bestanddelen en van de verpakking controleren. Als het nodig is de verpakking
vervangen voor een nieuwe.
– voor het opbergen het apparaat van de gasfles afhalen.
8 / 26 1051993
Technische Gegevens
NL
Benaming:
Kruk-kooktoestel G-1KB 1K2000
Art. nr.:
1051993
Materiaal:
roestvast staal
Grootte kookzone van – tot in mm:
600
Pandiameter in mm:
400 - 600
Draagvermogen in kg, max.:
60
Aansluitingswaarde:
20 kW
Afmetingen (b x d x h) in mm:
600 x 600 x 500
Gewicht in kg:
22,7
4 Technische Gegevens
4.1Technische Gegevens
Recht op technische veranderingen voorbehouden!
Versie / eigenschappen
• Bedrijfsmodus: gas
• Soort gas: vloeibaar gas
• Gasbrander:
– enkelcircuit-brander
– sterke brander
• Ontstekingstype: handmatige ontsteking
• Ontstekingsbeveiliging
• Belangrijke aanwijzingen:
– Alleen buiten te gebruiken
– Levering zonder gasaansluitingsset
– Een drukregelaar van max. 50 mbar.
Het uitzonderlijk grote kookveld, dat zich onderscheidt door zijn hoge laadvermogen
en 20 kW vermogen, maakt het gemakkelijk om voedsel in grotere hoeveelheden in
de open lucht te bereiden. Grote en zware potten, paella- en gietijzeren pannen zijn
geen uitdaging voor deze gaskruk.
12 / 26 1051993
Technische Gegevens
NL
Afb. 1
1. Branderdeksel
2. Brandertulp
3. Thermische vlambewaking
4. Gietijzeren rooster
5. Frame
6. Gastoevoer
7. Gasaansluiting
8. Gasregelaar
9. Opvangcontainer
10. Poten (4x)
4.3 Onderdelenoverzicht
1051993 13 / 26
Installatieinstructie
NL
VOORZICHTIG!
In het geval van onjuiste installatie, bediening, onderhoud of bij het niet
juist hanteren van het apparaat kan dat leiden tot letsel en
beschadigingen.
De plaatsing en de installatie, alsook reparaties mogen uitsluitend worden
uitgevoerd door een geautoriseerde technische service volgens de
geldende voorschriften in het land van plaatsing.
AANWIJZING!
De fabrikant aanvaardt geen aansprakelijkheid of garantie voor schade
die kan worden toegeschreven aan het niet naleven van de
aanwijzingen of onjuiste installatie.
5 Installatieinstructie
De volgende toepasselijke eisen en voorschriften moeten in acht worden genomen:
1. DVGW TRGI (Technische voorschriften betreffende de gasinstallatie);
3. DVGW G 631 (Installatie van gasverbruiksinrichtingen voor de
professionele keuken).
Bovendien moeten de relevante bouw- en bedrijfsvoorschriften, voorschriften ter
voorkoming van ongevallen en VDE-voorschriften op de plaats van opstelling in
acht worden genomen.
14 / 26 1051993
Installatieinstructie
NL
VOORZICHTIG!
Gevaar voor verstikking!
Houdt verpakkingsmateriaal zoals plasticfolie en piepschuim uit handen
van kinderen.
5.1 Uitpakken en plaatsing
• Pak het apparaat uit en verwijder alle externe en interne verpakkingselementen
en transportbeveiliging.
• Als er beschermfolie op het apparaat zit, verwijdert u deze. De folie dient
langzaam van het apparaat te worden getrokken zodat er geen lijmresten
achterblijven. Eventuele lijmresten verwijderen met een geschikt oplosmiddel.
• Pas op dat u het typeplaatje en de waarschuwingsinstructies op het apparaat
niet beschadigt.
• Het apparaat nooit in een vochtige of natte omgeving neerzetten.
• Het apparaat moet zo worden ingesteld dat de verbindingen gemakkelijk
toegankelijk zijn om snel uit te schakelen als dat nodig is.
• Plaats het apparaat op een oppervlak met de volgende eigenschappen:
– recht, met voldoende draagkracht, bestand tegen water, droog en
bestand tegen hoge temperaturen
– groot genoeg om probleemloos met het apparaat te werken
– goed bereikbaar
– goede ventilatie.
• Stellen Sie das Gerät in einem gut bel üfteten Raum auf, wenn möglich, unter einer Abzugshaube (siehe DVGW Arbeitsbl att G 631).
• Das Gerät muss beim Aufstellen mit einer Verankerung am Boden durch die Winkel g egen Umkippen gesichert sein.
• Stellen Sie das Gerät so auf, dass die Verbr ennungsluftzufuhr und die Abgasfü hrung nicht beeinträchtigt werden.
• Plaats het apparaat buiten of in een grote, open en goed geventileerde ruimte.
• Zorg ervoor dat er zich geen obstakels of voorwerpen op de installatieplaats
bevinden die kunnen worden blootgesteld aan hoge vlam temperaturen (bijv.
takken, meubels, gordijnen of andere brandbare voorwerpen).
• Plaats het apparaat nooit direct naast muren, wanden, meubels of andere
voorwerpen die zijn gemaakt van brandbaar materiaal. Houdt aan de zijkanten
een afstand van minstens 300 mm vrij.
• Als deze minimale afstand niet mogelijk is en het apparaat direct tegen muren,
wanden, meubels of andere brandbare voorwerpen moet worden geïnstalleerd,
moeten beschermende materialen (bijv. folie gemaakt van hittebestendig
materiaal) worden aangebracht die bestand zijn tegen een temperatuur van ten
minste 65 °C.
• Zorg voor voldoende afstand aan de zijkant in geval van onderhoud of reparatie.
1051993 15 / 26
Installatieinstructie
NL
5.2Gasaansluiting
Belangrijke aanwijzingen
• Voordat u het apparaat installeert en aansluit op de gastoevoer, moet u
zorgvuldig het vaste deel van het gassysteem controleren, dat moet voldoen
aan de nationale bouwvoorschriften.
• Afhankelijk van het type gas moet de doorsnede van de gastoevoerleiding
worden gekozen in overeenstemming met de toepasselijke voorschriften en
correct worden geïnstalleerd.
• De verbinding kan permanent of afneembaar zijn; als slangen worden gebruikt,
moeten deze zijn gemaakt van roestvrij staal volgens DIN 3383 deel 1 of 3384.
• Zorg ervoor dat de slangleidingen niet op of nabij hete oppervlakken lopen, niet
onder druk of trekkracht staan en niet in aanraking komen met scherpe randen
of andere voorwerpen die deze leiding zouden kunnen beschadigen.
• Als afdichtingsmiddelen of afdichtingsmaterialen worden gebruikt voor
schroefdraadverbindingen, moeten deze worden getest en goedgekeurd door
DVGW.
• Controleer of de gasfles (indien aanwezig) correct is geïnstalleerd, beschermd
en op een droge plaats staat.
• Voordat u het apparaat installeert, moet u ervoor zorgen dat het is ingesteld op
ter plaatse beschikbare gas en druk (zie Typeplaatje op het apparaat en tabel
1). Als de standaardinstellingen niet overeenkomen, moet het apparaat worden
omgebouwd naar een andere gassoort (paragraaf “Ombouw naar een andere
gassoort / vereiste instellingen”).
• Als de gasleidingdruk hoger of lager is dan 10% van de nominale druk, moet
een gasdrukregelaar worden geïnstalleerd om ervoor te zorgen dat de gasdruk
wordt gestabiliseerd.
• Een typegekeurde gasafsluiter moet op een gemakkelijk toegankelijke plaats
tussen de gastoevoer en het apparaat worden geïnstalleerd, zodat de
gastoevoer indien nodig op elk moment kan worden onderbroken.
• De gasaansluiting bevindt zich aan de rechterzijde van het toestel.
16 / 26 1051993
Installatieinstructie
NL
1. Verwijder de dop van het
gasaansluitstuk.
2. Sluit een uiteinde van een geschikte
gasleiding aan op de gasaansluitpoort
aan de rechterkant van het rek.
3. Sluit het andere uiteinde aan op een
gasfles of de gastoevoer op de plaats
van installatie.
Afb. 2
Aansluiting van het apparaat
4. Voer ten slotte een lektest uit op alle aansluitpunten tussen de gasbron en het
toestel. Gebruik hiervoor zeepsop, een geschikte lekzoekspray of andere nietcorrosieve schuimmiddelen.
WAARSCHUWING!
Gebruik geen open vuur om te controleren op lekken!
5. Borstel de aansluitpunten (ook op de gasafsluiter) met het gekozen middel.
AANWIJZING!
Tijdens de test mogen er geen blaarvorming optreden, dan is de
verbinding goed vast.
Werking van het toestel met vooraf ingestelde gassoort
Controleer of de gegevens op het typeplaatje van het toestel overeenkomen met de
gasvoorziening die op de installatieplaats beschikbaar is.
Controleer ook of aan de volgende voorwaarden is voldaan.
Controle van de gastoevoerdruk (fig. 3)
De juiste toevoerdruk staat vermeld op het typeplaatje van het toestel en in tabel 2
“Kenmerken van branders en mondstukken” .
De toevoerdruk moet worden gemeten met een u-buismanometer of een
elektronische manometer met een schaalverdeling van minstens 0,1%.
1051993 17 / 26
Installatieinstructie
NL
1. Verwijder schroef "A" van
drukaansluiting "B".
2. Sluit de manometer aan.
3. Meet de gasdruk terwijl het toestel in
werking is.
4. Verwijder vervolgens de
manometerslang.
5. Schroef schroef "A" terug in
drukaansluiting "B".
Afb. 3
Instellen van de primaire lucht (fig. 6)
De primaire lucht is in de fabriek ingesteld. Controleer echter of deze is ingesteld op
de waarde "H" afhankelijk van de gassoort, zoals aangegeven in tabel 2
.”Kenmerken van branders en mondstukken”
Ombouw naar een andere gassoort / vereiste instellingen
• Op het typeplaatje is aangegeven met welk soort gas het apparaat door de
fabriek is voorbereid en afgeleverd (vloeibaar gas).
• Als de standaardinstellingen van het apparaat niet overeenkomen met de
gassoorten die op de plaats van installatie beschikbaar zijn, sluit het apparaat
dan niet aan op de gastoevoer.
• Om het apparaat om te bouwen naar de bestaande gassoort, moeten de
mondstukken worden vervangen en de nodige instellingen worden gemaakt.
VOORZICHTIG!
Deze ombouw mag alleen worden uitgevoerd door een gekwalificeerde
gasinstallateur rekening houdend met de technische gegevens door
vervanging van het brandermondstuk en de resulterende instellingen.
18 / 26 1051993
Installatieinstructie
NL
1. Verwijder de bovenste beschermkap.
2. Draai draadpen "A" los om de
luchtinstelbuis te verplaatsen.
3. Schroef het mondstuk van
hoofdbrander "U" los.
4. Vervang de hoofdbrandermondstuk
door het mondstuk zoals aangegeven
in tabel 2 in het hoofdstuk “Kenmerken van branders en mondstukken” .
5. Schroef het mondstuk vast.
Afb. 4
• Om het toestel aan te passen aan een andere gassoort zijn de volgende
stappen nodig:
– wijziging van het mondstuk van de hoofdbrander,
– instelling van de verminderde capaciteit,
– instelling van het mondstuk van de ontstekingsbrander.
AANWIJZING!
Alle injectiemondstukken voor de verschillende gassoorten, gemarkeerd
met de respectievelijke diameter (in honderdsten van een millimeter),
worden meegeleverd en zitten in kleine zakjes.
Vervangen van het mondstuk van de hoofdbrander / afstellen van de primaire
lucht (fig. 4)
6. Stel afstand "X" in voor primaire lucht zoals aangegeven in tabel 2.
7. Plaats de bovenste beschermkap terug.
1051993 19 / 26
Installatieinstructie
NL
1. Ontsteek de brander.
2. Draai de gasregelaar op de lage
vlamstand.
3. Verwijder de draairegelaar.
4. Draai de vlamregelschroef door gat "E"
op het bedieningspaneel los of draai
deze vast totdat een gelijkmatige en
stabiele vlam wordt verkregen.
Zie Tabel 2 in het hoofdstuk “Kenmerken van branders en mondstukken”.
Afb. 5
De primaire lucht is goed afgesteld als de
vlammen stabiel zijn, d.w.z. als de vlam
niet ontbrandt als de brander koud is en er
geen vlamomkering is als de brander heet
is.
De afstand voor het afstellen van de
primaire lucht is weergegeven in figuur 6
en in tabel 2 in het hoofdstuk”Kenmerken van branders en mondstukken”
1. Om de primaire lucht in te stellen,
schroeft u de draadpen "A" los en
verplaatst u de huls naar de gewenste
afstand.
Afb. 6
Instelling van verminderde luchtdoorvoer (fig. 5)
AANWIJZING!
Bij toevoer van vloeibaar gas moet de regelschroef van de vlam volledig
worden ingedraaid.
Instellen van de primaire lucht (fig. 6)
20 / 26 1051993
Installatieinstructie
NL
De ontstekingsbrander is uitgerust met een
verstelbaar mondstuk.
1. Om sproeier "G" in de groep te
verstellen, draait u sluiting "L" los met
een korte schroevendraaier.
2. Draai sproeier "G" vast of los.
Om af te stellen voor vloeibaar
petroleumgas (LPG) moet sproeier "G"
volledig ingedraaid zijn.
Afb. 7
Afstellen van de ontstekingsbrander (fig. 7)
OPGELET!
Na wijziging of aanpassing van de gassoort is het absoluut noodzakelijk
dat de betreffende sticker die bij de brandermondstuk wordt geleverd, op
het typeplaatje van het apparaat wordt aangebracht!
1051993 21 / 26
Gebruiksinstructie
NL
WAARSCHUWING!
Verbrennungsgefahr durch hohe aufsteigende Flammen!
Buig nooit over het kookgedeelte tijdens het ontstekingsproces.
Verbrandingsgevaar door hete onderdelen of oppervlakken
Raak het hete oppervlak van de gasbrander nooit aan tijdens het werk of
direct erna.
Gebruik pannenlappen of beschermende handschoenen.
Afb. 8
1. Open de gasafsluitkraan in de
gastoevoerleiding.
2. Draai de gasregelaar (7, fig. 1) naar de
UIT-markering. O(“off”), afb. 8).
3. Druk op de gasregelaar (7).
4. Houd de gasregelaar (7) ingedrukt en
draai deze linksom naar de stand voor de
regelvlam (“Pilot”).
Dit opent de klep en het gas bereikt de
brander via de gastoevoerleiding.
6 Gebruiksinstructie
• Przed pierwszym użyciem wyczyścić urzą dzenie i wypos ażenie zgodnie z e wskazówka mi zawartymi w punkcie 6 „Czyszczenie” . Uważać, a by do instalacji elektrycznej i s krzynki rozdzielcz ej nie dostała się woda. Następ nie dokładnie osuszyć urządz enie i eleme nty wyposażeni a.
• Setzen Sie die Boden-Abdeckung in das Becken ein. Osł ona pełni fu nkcję rozpór ki pomiędzy elemente m grzewcz ym a tacką na reszt ki jedzenia it d.
• Setzen Sie den Schaltkasten mit Heizele ment vorsichtig auf den hinteren Rand des Gerätes. S worzeń w doln ej części skrz ynki rozdzielczej musi wchodzić w otwór w urządze niu głównym. W taki spos ób skrzynka ro zdzielcza jest prawidłowo usta wiona.
Vóór het eerste gebruik
1. Voor het eerste gebruik van het apparaat, dient deze te worden gereinigd
volgens de aanwijzingen in punt “Reiniging”.
2. Plaats de lekbak onder de brander.
3. Controleer voordat u het gebruikt of het apparaat in goede staat verkeert en zich
in een goed geventileerde ruimte bevindt.
4. Zorg ervoor dat er zich geen voorwerpen rond of onder het apparaat bevinden
die de hoeveelheid lucht die nodig is voor verbranding kunnen beperken.
5. Voer de volgende instructies voor inbedrijfstelling uit.
• Reinigen Sie das Gerät und Zubehörteile vor dem Ge brauch gründlic h nach den An weisungen im Absch nitt 6 „Reinigung“ . Uważać, a by do instal acji elektr ycznej i skrzynki rozdzi elczej nie dost ała się woda. N astępnie dokł adnie osusz yć urządzenie i el ementy w yposażenia.
• Setzen Sie die Boden-Abdeckung in das Becken ein. Osł ona pełni fu nkcję rozpór ki pomiędzy elemente m verwarming en een bakje voor etensreste n enz.
• Plaats het bedieningskastje met ver warmingselement voorzichtig op de achter kant van het apparaat. De pen aan de onderkant van het bedieningskastje mo et in het gat in het hoofdapparaat komen . Zo is het bedieningskastje correct g eplaatst.
Inbedrijfstelling van het apparaat
Het ontsteken van de brander
5. Ontsteek de vlam door een lucifer tegen de ontstekingsbrander te houden.
22 / 26 1051993
Gebruiksinstructie
NL
2. Plaats een geschikte steelpan of pan
met het benodigde voedsel op het
gietijzeren frame.
De grootte van het verwarmingsveld is 600
mm.
De diameter van het kookoppervlak van de
pot/pan moet tussen 400 - 600 mm liggen.
3. Bereid de gewenste gerechten op
gaskruk fornuis: voedsel kan worden
gekookt, gebakken, geroosterd,
gestoofd, enz.
Afb. 9
6. Zodra de vlam brandt, houdt u de gasregelaar nog enkele seconden ingedrukt
zodat het thermokoppel kan opwarmen.
7. Laat de gasregelaar los.
8. Als de vlam dooft, herhaalt u het stookproces zoals hierboven beschreven.
Instellen van de ontstekingsvlam
1. De ontstekingsvlam kan worden ingesteld door de gasregelaar te draaien
– naar de stand max. met een groot vlamsymbool
of
– naar de stand min. met een klein vlamsymbool
Voorbereiden van de gerechten
1. Stel vervolgens de vlam af op het te bereiden voedsel. Zet hiervoor de
gasregelaar (7, afb.1) in de gewenste stand.
1051993 23 / 26
Reiniging en onderhoud
NL
Uitschakelen van het apparaat
1. Schakel het apparaat na afloop van het kookproces uit.
2. Onderbreek de gastoevoer naar de brander door de gasafsluiter te sluiten.
3. Om de hoofdbrander uit te schakelen, draait u de gasregelaar met de klok mee
naar de "Pilot"-positie.
4. Om ook de ontstekingsvlam uit te schakelen, draait u de gasregelaar naar de O
("uit") stand.
7 Reiniging en onderhoud
7.1 Aanwijzingen betreffende de veiligheid tijdens het
reinigen
• Sluit de gasklep op de gastoevoer voor het reinigen.
• Het apparaat geheel laten afkoelen.
• Gebruik geen waterstraal onder druk om het apparaat te reinigen.
• Gebruik geen scherpe of metalen voorwerpen (mes, vork, enz.) om het apparaat
schoon te maken. Scherpe voorwerpen kunnen het apparaat beschadigen
• Gebruik geen schuurmiddelen, oplosmiddelen of bijtende schoonmaakmiddelen.
Zij kunnen het oppervlak beschadigen.
• Het apparaat nooit reinigen met brandbare of explosieve vloeistoffen. Dampen
kunnen brand of explosie veroorzaken wanneer het apparaat wordt gestart.
• Gebruik geen staalwol, staalborstels of spatels, deze kunnen ijzerdeeltjes
achterlaten. Deze materialen kunnen oxideren en roest op het apparaat
achterlaten.
7.2 Reiniging
1. Het apparaat regelmatig reinigen aan het eind van de werkdag of als het nodig
is ook in de tussentijd of als het apparaat langere tijd niet is gebruikt.
2. Verwijder de branderkap.
3. Maak de branderkap en de brandertulp schoon met warm water en een mild
schoonmaakmiddel.
4. Controleer de branderopeningen. Als ze verstopt zijn, maak ze dan schoon met
een staalwollen pad om de afzettingen te verwijderen, maar zonder de
componenten van de ontstekingsunit te beschadigen
5. Was het toestelrek en het gietijzeren rooster met warm water en een mild
reinigingsmiddel. Gebruik een zachte doek of spons.
24 / 26 1051993
Reiniging en onderhoud
NL
OPGELET!
De onderhoudsintervallen moeten in acht worden genomen!
Alle onderhouds- en reparatiewerkzaamheden moeten alleen worden
uitgevoerd door een erkende gasdeskundige.
6. Trek de lekbak uit en verwijder eventuele etensresten.
7. Was de lekbak met warm water met een mild schoonmaakmiddel en een zachte
doek.
8. Veeg de gereinigde onderdelen en oppervlakken af met een schone, vochtige
doek.
9. Droog grondig tenslotte gereinigde onderdelen en oppervlakken af met een
zachte doek.
7.3 Onderhoud
Om de effictiviteit te behouden, moet het apparaat minimaaltwee keerper jaar
worden onderhouden. Onderhoud omvat:
– controle van de staat van vervangingsonderdelen
– reiniging van de thermische vlambewaking
– controle van openingen van de brander voor netheid
– bediening van het apparaat.
We raden aan om versleten onderdelen tijdens onderhoud te vervangen om
verdere servicewerkzaamheden en plotselinge apparaatstoringen te voorkomen.
Daarnaast raden we u aan een onderhoudscontract af te sluiten met een bewezen
servicecentrum.
1051993 25 / 26
Mogelijke storingen
NL
Probleem
Mogelijke oorzaken
Verwijdering
De brander ontsteekt
niet
Drukverlies in de
gastoevoerleiding
Controleer de gastoevoer,
controleer de
gastoevoerleiding op
lekkage
Verstopte sproeier
Neem contact op met de
service
De gasregelaar was niet lang
genoeg ingedrukt, zodat het
thermokoppel niet genoeg
opwarmtijd had om de
noodzakelijke warmteafgifte te
genereren.
Herhaal het
ontstekingsproces
De ontstekingsvlam
blijft niet aan
Het thermokoppel is
verontreinigd
Controleer het
thermokoppel en reinig
met klein staalborsteltje
Beschadigd thermo-element
Neem contact op met de
service
8 Mogelijke storingen
Mögliche
De onderstaande tabel beschrijft mogelijke oorzaken en methoden voor het
verwijderen van storingen of fouten die optreden tijdens de werking van het
apparaat. Neem contact op met het servicecentrum als storingen niet kunnen
worden verholpen.
9 Verwijdering
Aan het einde van zijn levensduur moet het gebruikte apparaat worden afgevoerd in
overeenstemming met de nationale en lokale voorschriften. Neem contact op met
een gespecialiseerd afvalverwerkingsbedrijf of neem contact op met de
afvalverwerkers in uw gemeente.
Om mogelijk misbruik en de daarmee samenhangende risico's uit te sluiten, moet u
ervoor zorgen dat het apparaat niet opnieuw kan worden opgestart voordat u het
weggooit en vervolgens afgeven bij het juiste lokale inzamelpunt.
26 / 26 1051993
Loading...
+ hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.