Bartscher AT220-MDI Operating instructions [nl]

AT220-MDI
A120821
Bartscher GmbH Franz-Kleine-Str. 28 D-33154 Salzkotten Duitsland
tel. +49 5258 971-0 fax.: +49 5258 971-120 Infolinia service: +49 5258 971-197 www.bartscher.com
Versie: 1.0 Datum van opmaak: 2023-01-31
NL 2
Originele gebruiksaanwijzing
1 Veiligheid ....................................................................................................... 2
1.1 Symboolverklaring ................................................................................... 2
1.2 Veiligheidsaanwijzingen ........................................................................... 3
1.3 Gebruik volgens bestemming .................................................................. 6
1.4 Oneigenlijk gebruik .................................................................................. 6
2 Algemeen ...................................................................................................... 7
2.1 Aansprakelijkheid en vrijwaring ................................................................ 7
2.2 Auteursrecht ............................................................................................ 7
2.3 Conformiteitsverklaring ............................................................................ 7
3 Transport, verpakking en opslag ................................................................... 8
3.1 Transportinspectie ................................................................................... 8
3.2 Verpakking ............................................................................................... 8
3.3 Opslag ..................................................................................................... 8
4 Technische Gegevens ................................................................................... 9
4.1 Technische Gegevens ............................................................................. 9
4.2 Functies van het apparaat ..................................................................... 10
4.3 Onderdelenoverzicht .............................................................................. 11
5 Installatie en bediening ................................................................................ 12
5.1 Installatie ................................................................................................ 12
5.2 Bediening ............................................................................................... 15
6 Reiniging ..................................................................................................... 26
6.1 Aanwijzingen betreffende de veiligheid tijdens het reinigen ................... 26
6.2 Reiniging ................................................................................................ 26
7 Mogelijke storingen ...................................................................................... 28
8 Verwijdering ................................................................................................. 30
A120821 1 / 30
Veiligheid
NL
Lees voor het gebruik de gebruiksaanwijzing door en bewaar hem op een goed bereikbare plaats!
GEVAAR!
Het signaalwoord GEVAAR waarschuwt voor gevaren die leiden tot ernstige verwondingen of overlijden als ze niet worden vermeden.
Diese Bedienungsanleitung beschreibt di e Installation, Bedienung und Wartung des Geräts und gilt als wichtige Informationsqu elle und Nachschlagewerk. Die Ke nntnis aller enthaltenen Sicherheitshinw eise und Handlungsanweisungen schafft die Voraussetzung für das sichere und sachgerechte Arbeiten mit de m Gerät. Darüber hinaus müssen die für de n Einsatzbereich des Geräts geltende n örtlichen Unfallverhütungsvorschriften u nd allgemeinen Sicherheitsbestimmunge n eingehalten werden. Diese Bedien ungsanleitung ist Bestandteil des Produ kts und muss in unmittelbarer Nähe d es Geräts für das In¬stallations-, Bedi enungs-, Wartungs- und Reinigungspers onal jederzeit zugänglich auf¬bewahrt werd en. Wenn das Gerät an eine dritte Pers on weitergegeben wird, muss die Bedienung sanleitung mit ausgehändigt werden.
Deze handleiding bevat de beschrijving van de installatie, de bediening en het onderhoud van het apparaat en dient als belangrijke informatiebron en naslagwerk. De kennis en het in acht nemen van alle hier beschreven veiligheidsvoorschriften en instructies is een voorwaarde voor veilig en juist gebruik van het apparaat. Bovendien zijn de bepalingen inzake ongevallenpreventie, gezondheids- en veiligheidsvoorschriften en wettelijke voorschriften die van kracht zijn op het toepassingsgebied van het apparaat van toepassing.
Lees deze gebruikershandleiding voordat u met het apparaat gaat werken, en vóór de inbedrijfsstelling, om schade aan personen en zaken te voorkomen. Onjuist gebruik kan beschadigingen veroorzaken.
Deze handleiding is een integraal onderdeel van het product en moet in de directe nabijheid van het apparaat worden bewaard en te allen tijde beschikbaar zijn. Wanneer het apparaat wordt overgedragen, is het ook noodzakelijk deze gebruiksaanwijzing erbij te leveren.

1 Veiligheid

Het apparaat is gemaakt volgens de laatste stand van de techniek. Het kan echter een bron van gevaar vormen als het apparaat niet in overeenstemming met zijn bestemming gebruikt wordt. Alle personen die het apparaat gebruiken, moeten zich houden aan de aanbevelingen en veiligheidsaanwijzingen in deze handleiding.

1.1 Symboolverklaring

Belangrijke veiligheids- en technische instructies zijn in deze gebruiksaanwijzing aangeduid door symbolen. Deze instructies moeten bij het gebruik van dit apparaat absoluut in acht worden genomen om letsel, ongelukken, of materiële schade te vermijden.
2 / 30 A120821
Veiligheid
NL
WAARSCHUWING!
Het signaalwoord WAARSCHUWING waarschuwt voor gevaren die gematigd tot zwaar letsel of overlijden kunnen veroorzaken, als ze niet worden vermeden.
VOORZICHTIG!
Het signaalwoord VOORZICHTIG waarschuwt voor gevaren die licht of matig letsel kunnen veroorzaken, als ze niet worden vermeden.
ATTENTIE!
Het signaalwoord ATTENTIE geeft mogelijke materiële schade aan die kan optreden als u de veiligheidsinstructies niet volgt.
OPMERKING!
Het icoon OPMERKING informeert de gebruiker over aanvullende informatie en tips voor het gebruik van het apparaat.
, die

1.2 Veiligheidsaanwijzingen

Elektrische stroom
Een te hoge netspanning of onjuiste installatie kan leiden tot elektrische
schokken.
Sluit het apparaat alleen aan als de specificaties op het typeplaatje
overeenkomen met de netspanning.
Om elektrische kortsluiting te voorkomen, moet het apparaat droog worden
gehouden.
Koppel het apparaat onmiddellijk los van het elektriciteitsnet als er tijdens het
gebruik storingen optreden.
Raak de stekker van het apparaat niet aan met natte handen.
Raak het apparaat nooit aan nadat het in het water is gevallen. Onmiddellijk het
apparaat van het elektriciteitsnet koppelen.
Het herstellen en openen van de behuizing uitsluitend door specialisten en
gespecialiseerde werkplaatsen laten uitvoeren.
Draag het apparaat niet aan de verbindingskabel.
A120821 3 / 30
Veiligheid
NL
Stel de verbindingskabel niet bloot aan warmte of scherpe randen.
Knik, plet of knoop de verbindingskabel niet.
Altijd de verbindingskabel volledig uitrollen.
Plaats het apparaat of andere voorwerpen nooit op de verbindingskabel.
Om het apparaat uit te schakelen van de elektrische voeding, altijd de stekker
vastpakken.
Controleer de voedingskabel regelmatig op beschadigingen. Het apparaat niet
gebruiken wanneer de voedingskabel beschadigd is. Laat een beschadigde voedingskabel vervangen door de servicedienst of een gekwalificeerde elektricien om gevaar te voorkomen.
Brandbare materialen
Stel het apparaat nooit bloot aan hoge temperaturen, zoals een fornuis, een
kachel, open vuur, apparaten voor het behouden van warmte, enz.
Het apparaat moet regelmatig worden schoongemaakt om het risico van brand
te voorkomen.
Het apparaat niet bedekken met bijv. aluminiumfolie of doeken.
Gebruik het apparaat alleen met de hiervoor bestemde materialen en met de
juiste temperatuurinstellingen. Materialen, voedselproducten en etensresten in het apparaat kunnen ontbranden.
Het apparaat nooit gebruiken in de buurt van brandbare, licht ontvlambare
materialen, bijv. benzine, spiritus, alcohol. Hoge temperaturen veroorzaken verdamping van deze materialen en als gevolg van contact met ontstekingsbronnen kan een explosie plaatsvinden.
In geval van brand, vóór het blussen het apparaat ontkoppelen van de voeding.
Blus het vuur nooit met water als het apparaat op het elektriciteitsnet is aangesloten. Na het blussen zorgen voor genoeg frisse lucht.
Hete oppervlakken
Het oppervlak van het apparaat wordt tijdens het werk heet. Er bestaat gevaar
voor verbranding. Ook na het uitschakelen blijft het apparaat nog enige tijd heet.
Geen enkel heet oppervlakken van het apparaat aanraken. Gebruik de daarvoor
voorziene bedieningselementen en handgrepen.
Het apparaat pas na volledig afkoelen verplaatsen en reinigen.
Het is verboden hete oppervlakken met koud water of brandbare vloeistoffen te
begieten.
Bedienend personeel
4 / 30 A120821
Veiligheid
NL
Het apparaat mag alleen worden bediend door gekwalificeerd en geschoold
vakpersoneel.
Dit apparaat mag niet worden bediend door personen (inclusief kinderen) met
beperkte fysieke, sensorische of mentale vaardigheden, evenals door personen met beperkte ervaring en / of beperkte kennis.
Kinderen moeten onder toezicht staan om ervoor te zorgen dat ze niet met het
apparaat spelen of het starten.
Exploitatie alleen onder toezicht
Het apparaat mag alleen onder toezicht worden geëxploiteerd.
Blijf altijd in de directe nabijheid van het apparaat.
Onjuist gebruik
Onjuist gebruik of verboden gebruik kan het apparaat beschadigen.
Het apparaat mag alleen worden gebruikt als het zich in goede staat bevindt en
veilig werken mogelijk maakt.
Het apparaat mag alleen worden gebruikt als alle aansluitingen zijn uitgevoerd
volgens de voorschriften.
Het apparaat mag alleen worden gebruikt als het schoon is.
Gebruik alleen originele reserveonderdelen. Nooit zelf het apparaat repareren.
Verboden om veranderingen of modificaties aan het apparaat aan te brengen.
A120821 5 / 30
Veiligheid
NL

1.3 Gebruik volgens bestemming

Elk gebruik van het apparaat voor andere doeleinden en / of afwijkend van het normale bedoelde gebruik zoals hieronder beschreven, is verboden en wordt beschouwd als onbedoeld gebruik.
Het volgende gebruik is in overeenstemming met het beoogde gebruik:
- Bereiding van vlees, vis en groenten
- Bakken van brood, gebak en taart
- Gerechten verwarmen
- Ontdooien van diepgevroren producten
- Gratineren
- Verwerking van ingevroren en diepgevroren gerechten.

1.4 Oneigenlijk gebruik

Onjuist gebruik kan leiden tot schade aan personen en zaken veroorzaakt door gevaarlijke elektrische spanning, brand en hoge temperaturen. Met behulp van het apparaat kan alleen werk worden uitgevoerd dat in deze handleiding wordt beschreven.
Het volgende gebruik is niet in overeenstemming met het beoogde gebruik:
– Het verwarmen van ruimtes
- Drogen van kleding
- Opslag van ontvlambare objecten
- Verwarmen van brandbare, schadelijk voor de gezondheid, gemakkelijk verdampende of soortgelijke vloeistoffen en materialen.
6 / 30 A120821
Algemeen
NL

2 Algemeen

2.1 Aansprakelijkheid en vrijwaring

Alle gegevens en aanwijzingen die zijn opgenomen in deze gebruiksaanwijzing zijn samengesteld rekening houdend met de geldende voorschriften, de actuele technische stand van zaken en onze langdurige inzichten en ervaring. In het geval van het bestellen van speciale modellen of extra opties, en in het geval van het gebruik van de nieuwste technische kennis, kan het geleverde apparaat onder bepaalde omstandigheden verschillen van de uitleg en de talrijke tekeningen in deze handleiding.
De producent is niet aansprakelijk voor de schade en storingen die zijn ontstaan als gevolg van:
het niet in acht nemen van de aanwijzingen, oneigenlijk gebruik, het aanbrengen van technische wijzigingen door de gebruiker, de toepassing van ongeoorloofde reserveonderdelen.
Wij behouden ons het recht voor om technische veranderingen in het product aan te brengen die leiden tot verbetering van de gebruikseigenschappen en de verdere ontwikkeling van het apparaat.

2.2 Auteursrecht

De gebruiksaanwijzing en de erin opgenomen teksten, tekeningen, foto’s en andere
afbeeldingen zijn auteursrechtelijk beschermd. Niets (ook gedeeltelijk) uit deze uitgave mag in ongeacht welke vorm worden verveelvoudigd, verwerkt en/of gepubliceerd zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de fabrikant. Overtreding van het bovenstaande verplicht tot schadevergoeding. Wij behouden ons het recht voor tot verdere vorderingen.

2.3 Conformiteitsverklaring

Het apparaat beantwoordt aan de actuele EU-normen en richtlijnen. Dit bevestigen we in de EG-verklaring van Conformiteit. Indien gewenst, sturen we u graag de betreffende Verklaring van Conformiteit toe.
A120821 7 / 30
Transport, verpakking en opslag
NL

3 Transport, verpakking en opslag

3.1 Transportinspectie

Als het apparaat afgeleverd is, onmiddellijk controleren of het compleet en zonder transportschade is. Als er duidelijk zichtbare transportschade is, het geleverde apparaat niet of alleen onder voorbehoud aannemen. De schade opschrijven op de transportdocumenten/ het leveringsdocument van de leverancier. Vervolgens reclameren. Verborgen gebreken onmiddellijk nadat ze zijn geconstateerd, reclameren, omdat eisen tot schadevergoeding alleen binnen de reclamatieperiode mogelijk zijn.
Neem contact op met onze klantenservice als er onderdelen of accessoires ontbreken.

3.2 Verpakking

Gooi de buitenste doos van uw apparaat niet weg. U kunt het nodig hebben tijdens een verhuizing, of als u het apparaat naar ons servicecentrum wilt sturen bij schade.
De verpakking en de afzonderlijke componenten zijn gemaakt van recyclebare materialen. In het bijzonder: kunststof folie en zakken, kartonnen verpakking.
Als u de verpakking wilt weggooien, dient u de geldende voorschriften in uw land in acht te nemen. Verpakkingsmateriaal dat hergebruikt kan worden, recyclen.

3.3 Opslag

Zorg ervoor dat de verpakkingen verzegeld zijn tot de installatie en houd ze in overeenstemming met de op de buitenkant aangebrachte plaatsingmarkering en opslagmarkering. Bewaar de pakketten alleen onder de volgende voorwaarden:
in een afgesloten ruimte droog en stofvrij verwijderd houden van corrosief materiaal op een plaats beschermd tegen zonlicht beschermd tegen mechanische schokken.
Bij langere bewaring (> 3 maanden) regelmatig de algemene toestand van alle bestanddelen en van de verpakking controleren. Als het nodig is de verpakking vervangen voor een nieuwe.
8 / 30 A120821
Technische Gegevens
NL
Naam:
Heteluchtoven AT220-MDI
Art. nr.:
A120821
Materiaal:
roestvast staal
Materiaal gaarruimte:
roestvast staal
Afmetingen kookruimte (b x d x h) in mm:
560 x 380 x 350
Aantal inschuifelementen:
4
Geleiderformaat:
1/1 GN
Afstand tussen geleiderparen in mm:
75
Temperatuurbereik van – tot °C:
50 - 300
Tijdsinstelling van – tot in min.:
0 - 120
Opwarmtijd (150 °C) ong. in min.:
12
Aantal gaarprogramma’s:
1
Aantal gaarfasen:
1
Aantal motoren:
2
Snelheidsniveau ventilator:
1
Beschermingsgraad:
IPX 3
Aansluitingswaarde:
3 kW | 230 V | 50 Hz
Afmetingen (b x d x h) in mm:
700 x 640 x 540
Gewicht in kg:
44,0

4 Technische Gegevens

4.1 Technische Gegevens

Recht op technische veranderingen voorbehouden!
A120821 9 / 30
Technische Gegevens
NL
Versie / eigenschappen
Serie: AT
Apparaataansluiting: stekkerklaar
Functies: thermo-circulatie | grill | bevochtiging
Temperatuurregeling: thermostatisch | in stappen tot 1°C
Timer
Thermostaat
Soort geleiderparen: overlangs
Binnenverlichting
LED-display: temperatuur | tijd
Besturing: MDI-draaiknop
Mogelijkheid tot het onderbreken van het bakproces met behulp van de
temperatuurregelaar
Aan/uit-schakelaar
Eigenschappen: Draaiknop met digitale display voor temperatuur en tijd Mogelijke stop van het warmtebehandelingsproces door middel van een
temperatuurregelaar
Dubbele deurbeglazing Afgeronde gaarruimte Uitneembare geleiders Geluidssignaal na verstrijken van de tijd Memory-functie
• Inclusief: – 1 x rooster 1/1 GN 1 x container 1/1 GN slang voor vaste wateraansluiting

4.2 Functies van het apparaat

Het model AT220-MDI combineert de beproefde kenmerken van de AT serie en biedt extra comfort met een geïntegreerde grill- en bevochtigingsfunctie. Ultiem bedieningscomfort wordt geboden door de Bartscher MDI digitale regeling met snelle en ongecompliceerde temperatuur- en tijdregeling.
10 / 30 A120821
Technische Gegevens
NL
Afb. 1
1. Ventilatie-openingen
2. Handgreep glazen deur
3. Glazen deur
4. Binnenverlichting
5. Geleiders
6. Poten (4x)
7. Druk-/draaiknop voor het instellen van de temperatuur
8. Thermo-/grillregelaar
9. Stoomsensor
10. Druk-/draaiknop voor het instellen van de tijd
11. Schakelaar met geïntegreerd lichtnet controlelampje (groen)
12. Behuizing
13. Ventilatormotoren (2x)

4.3 Onderdelenoverzicht

A120821 11 / 30
Installatie en bediening
NL
VOORZICHTIG!
In het geval van onjuiste installatie, bediening, onderhoud of bij het niet juist hanteren van het apparaat kan dat leiden tot letsel en beschadigingen.
De plaatsing en de installatie, alsook reparaties mogen uitsluitend worden uitgevoerd door een geautoriseerde technische service volgens de geldende voorschriften in het land van plaatsing.
AANWIJZING!
De fabrikant aanvaardt geen aansprakelijkheid of garantie voor schade die kan worden toegeschreven aan het niet naleven van de aanwijzingen of onjuiste installatie.
VOORZICHTIG!
Gevaar voor verstikking!
Houdt verpakkingsmateriaal zoals plasticfolie en piepschuim uit handen van kinderen.

5 Installatie en bediening

5.1 Installatie

Uitpakken / plaatsing
Pak het apparaat uit en verwijder alle externe en interne verpakkingselementen en transportbeveiliging.
Als er beschermfolie op het apparaat zit, verwijdert u deze. De folie dient langzaam van het apparaat te worden getrokken zodat er geen lijmresten achterblijven. Eventuele lijmresten verwijderen met een geschikt oplosmiddel.
Pas op dat u het typeplaatje en de waarschuwingsinstructies op het apparaat niet beschadigt.
Het apparaat nooit in een vochtige of natte omgeving neerzetten.
Het apparaat moet zo worden ingesteld dat de verbindingen gemakkelijk
toegankelijk zijn om snel uit te schakelen als dat nodig is.
Plaats het apparaat op een oppervlak met de volgende eigenschappen:
recht, met voldoende draagkracht, bestand tegen water, droog en
bestand tegen hoge temperaturen
12 / 30 A120821
Installatie en bediening
NL
groot genoeg om probleemloos met het apparaat te werken goed bereikbaar goede ventilatie.
Houd voldoende afstand tot de randen van de tafel. Het apparaat kan kantelen
en vallen.
Houd een minimale afstand tot brandbare wanden en objecten; 10 cm vanaf de zijkant en 20 cm vanaf de achterkant.
Bevestig de bijgeleverde poten door ze onder het apparaat te vast te draaien.
Aanwijzing: Gebruik de machine niet zonder de poten.
HINWEIS
ATTENTIE! Het apparaat is niet geschikt voor inbouw!
Wateraansluiting
1. Zorg ervoor dat de drinkwateraansluiting zich dicht bij het apparaat bevindt.
2. Voordat u het apparaat aansluit, moet u voldoende water aftappen om eventuele resterende stoffen in de leidingen te verwijderen zodat ze niet in de magneetkleppen terechtkomen.
TIP: Om een goede werking te garanderen en kalkafzetting in de ovenkamer te
voorkomen, moet het apparaat worden voorzien van drinkwater met een hardheid tussen 0,5 en 5 ° dH (Duitse graden). Bij hogere waarden moet een wateronthardingssysteem worden geïnstalleerd.
3. Sluit de meegeleverde waterdrukslang op de connector voor de watertoevoerleiding (3/4 ") aan op de achterkant van het apparaat.
4. Sluit het andere uiteinde van de drukslang aan op een koudwaterinstallatie met een afsluitventiel.
A120821 13 / 30
Installatie en bediening
NL
Het inlaatdrinkwater moet een druk hebben tussen 50 kPa (0,5 bar) en 200 kPa (2 bar).
Als de inlaatwaterdruk hoger is dan 200 kPa (2 bar), moet een drukregelaar worden geïnstalleerd.
Afb. 2
Aansluiting op het lichtnet
Controleer of de technische specificaties van het apparaat (zie naamplaatje) overeenstemmen met de gegevens van de lokale stroomvoorziening.
Sluit het apparaat aan op een enkele, voldoende beschermde aansluiting met een beveiligd contact. Sluit het apparaat niet aan op een meervoudige aansluiting.
Leg de verbindingskabel zo dat niemand erop kan lopen of erover kan struikelen.
14 / 30 A120821
Installatie en bediening
NL
WAARSCHUWING!
Verbrandingsgevaar! Tijdens gebruik worden de behuizing en het glazen deur erg heet en
blijven ze na het uitschakelen nog enige tijd heet.
Raak het apparaat nooit aan tijdens het gebruik en direct na het uitschakelen. Open en sluit de heteluchtoven uitsluitend met behulp van de handgreep op de glazen deur.
Voor de bediening de hiervoor voorziene handgrepen en bedieningselementen gebruiken.
Het rooster, de plaat en de containers worden tijdens het gebruik erg heet.
Gebruik vaatdoeken of beschermende handschoenen om hete gerechten te verwijderen.

5.2 Bediening

Przed pierwszym użyciem wyczyścić urzą dzenie i wypos ażenie zgodnie z e wskazówka mi zawart ymi w punkcie 6 „Czyszczenie”. Uważ ać, aby do instal acji elektr ycznej i skrzynki rozdzi elczej nie dost ała się woda. N astępnie dokł adnie osuszyć urzą dzenie i elem enty wypos ażenia.
Setzen Sie die Boden-Abdeckung in das Becken ein. Osł ona pełni fu nkcję rozpór ki pomiędzy element em grzewcz ym a tacką na reszt ki jedzenia it d.
Setzen Sie den Schaltkasten mit Heizele ment vorsichtig auf den hintere n Rand des Ger ätes. Sworze ń w dolnej części skrzynki roz dzielczej musi wchodzić w otw ór w urządze niu głównym. W taki sposób skrzynka rozdzielcza jest pra widłowo usta wiona.
Voorbereiden van het apparaat
1. Voor het inschakelen het apparaat en de accessoires aan de binnen- en buitenkant schoonmaken volgens de aanwijzingen in hoofdstuk 6 "Reiniging".
2. Voor het eerste gebruik zonder gerechten opwarmen, rekening houdend met de instructies in het hoofdstuk "Instellingen” om onaangename geuren van de thermische isolatie te verwijderen. Selecteer de hoogste temperatuurinstelling en de langste tijd.
Het kan gebeuren dat er een beetje rook of een onaangename geur vrijkomt. Bij het eerste gebruik is dit normaal en dit gebeurt niet meer wanneer de oven weer wordt gebruikt.
3. Open vervolgens de glazen deur met de mogelijke rook zodat de resterende rook kan ontsnappen.
A120821 15 / 30
Installatie en bediening
NL
Druk/draaiknop
Digitaal display
Informatie-controlelampje
Setzen Sie den Schaltkasten mit Heizele ment vorsichtig auf den hintere n Rand des Ger ätes. Sworze ń w dolnej części skrzynki roz dzielczej musi wchodzić w otw ór w urządze niu głównym. W taki sposób s krzynka rozdzielcz a jest prawidło wo ustawiona.
Instellingen
De heteluchtoven wordt bestuurd door middel van twee draai/drukknoppen:
– De draai/drukknop voor het instellen van de tijd (aan de linkerkant van
het bedieningspaneel)
– De draai/drukknop voor het instellen van de temperatuur (aan de
rechterkant van het bedieningspaneel)
De draai/drukknoppen worden gebruikt om tijd en temperatuur in te stellen en om programmamodi te activeren.
De draai/drukknoppen bevatten digitale displays waarop de ingestelde tijd en temperatuur kunnen worden gelezen.
Informatie-controlelampjes geven de status van het werk aan.
Bouw van draai/drukknoppen
Tijdsinstelling
De bedrijfstijd van het apparaat wordt ingesteld met een draai/drukknop (links op het bedieningspaneel). De tijd kan worden ingesteld van 1 tot 120 minuten in intervallen van 1 minuut.
Temperatuurinstelling
De temperatuur wordt ingesteld met een draai/drukknop (aan de rechterkant van het bedieningspaneel). De temperatuur kan worden ingesteld tussen 50 °C en 300 °C met een interval van 1 °C.
Normaal werk
1. Het apparaat aansluiten op een enkel geaard contact.
2. Zetten de schakelaar in positie „I“.
Het groen controlelampje op de schakelaar licht op.
16 / 30 A120821
Installatie en bediening
NL
Het apparaat staat nu in het hoofdmenu. De digitale displays van de draai/drukknoppen geven de laatst gebruikte
temperatuur en tijd aan, de informatie-controlelampjes zijn uit.
3. Stel de gewenste parameters in door aan de bijbehorende draai/drukknopjes te draaien.
4. Druk op de draaiknop om het programma te starten.
De verwarming, interne verlichting en ventilatormotoren zijn ingeschakeld. Het informatie-controlelampje van de drukregelaar begint te knipperen. Het lampje van de temperatuurregelaar blijft branden zolang de ingestelde
temperatuur niet wordt bereikt en daarna alleen wanneer de naverwarming plaatsvindt.
Tijdens bedrijf kunt u zowel de tijd als de temperatuur vrij wijzigen door aan de juiste draai/drukknop te draaien.
Nadat de ingestelde tijd is verstreken, klinkt er een geluidssignaal. Dit wordt herhaald totdat het wordt bevestigd door op één van de twee draai/drukknop te drukken. Het informatie-controlelampje van de draai/drukknop gaat uit.
Het apparaat staat nu in het hoofdmenu. De laatst gebruikte waarden worden weergegeven op de digitale displays, de
informatie-controlelampjes zijn uit. Wanneer het apparaat in de standby-modus staat (digitale displays en informatie-
controlelampjes van beide draai/drukknoppen zijn zwart), kunnen ze worden geactiveerd door op één van de draai/drukknoppen te drukken.
Aanwijzing: De ventilatoren van de heteluchtoven werken bij temperaturen boven 80 °C zolang het apparaat afkoelt.
Als de heteluchtoven de volgende 60 minuten niet wordt gebruikt, keert deze terug naar de stand-bymodus. Alle displays in draai/drukknoppen zijn uitgeschakeld. Door op één van de draai/drukknoppen te drukken, kan het apparaat opnieuw worden geactiveerd.
Break modus
U kunt het programma tijdens het werk onderbreken. Om dit te doen, drukt u op de draai/drukknop om de temperatuur in te stellen.
De indicatoren van beide draai/drukknoppen knipperen, ventilatoren en verlichting zijn actief, de verwarming is uitgeschakeld, de tijd is gestopt.
Door op de knop te drukken om de temperatuur opnieuw in te stellen, wordt het programma opnieuw geactiveerd en worden de ingestelde parameters voortgezet.
A120821 17 / 30
Installatie en bediening
NL
Voorbereiden van de gerechten
AANWIJZING! Voor elk gebruik moet de convectieoven goed worden opgewarmd. Stel de
temperatuur ongeveer 30 °C hoger in dan de gewenste temperatuur en corrigeer na het in de oven plaatsen van de gerechten om een gelijkmatig effect te verkrijgen.
1. Zodra de ingestelde temperatuur is bereikt, plaats je het gewenste voedsel in GN-bakken of andere geschikte bakken op het rooster in de warmtebehandelingskamer van het apparaat.
2. Stel indien nodig de warmtebehandelingstijd en -temperatuur opnieuw in.
U kunt 4 GN-containers tegelijkertijd op 4 paar combisteamerrekken plaatsen. Zorg er bij het laden van het apparaat voor dat er een ruimte van minstens 40 mm tussen de GN-containers (of andere containers) is, zodat de warmte optimaal over de ovenkamer wordt verdeeld.
Nadat de ingestelde tijd is verstreken, klinkt een pieptoon die wordt herhaald totdat deze wordt bevestigd door op één van de twee draai/drukknoppen te drukken.
Het indicatielampje van de roterende druktoets gaat uit.
3. Verwijder het bereide voedsel voorzichtig.
4. Als het apparaat niet meer wordt gebruikt, schakel het dan uit met de aan / uit­schakelaar.
5. Haal het apparaat van het lichtnet.
Bevochtigen
Bevochtiging (stoomvorming) wordt gestart door op de bevochtigingsknop op het bedieningspaneel te drukken. Door te drukken wordt water op de ventilator gesproeid en verandert het in stoom in de thermische behandelingskamer van het apparaat.
1. Het toestel aanzetten met de aan/uit-schakelaar.
2. Stel de gewenste parameters in door aan de betreffende indrukbare draaiknop te draaien:
temperatuur op 170 °C - 300 °C, tijd in een bereik van 0 tot 120 minut.
3. Druk op de draaiknop om het programma te starten.
18 / 30 A120821
Installatie en bediening
NL
Tijdens het sproeien (bevochtiging) wordt stoom gegenereerd in de thermische behandelingskamer van het apparaat. Deze stoom wordt afgevoerd via de dampafzuiger, die zich aan de achterwand van het apparaat bevindt.
Afb.3
4. Druk alleen op de bevochtigingstoets wanneer de temperatuur in het apparaat hoger is dan 170 °C om het vocht met handmatige pulsen naar de thermische behandelkamer te leiden.
Er wordt water in de bakkamer geïnjecteerd zolang de stoomknop wordt ingedrukt.
AANWIJZING! Druk slechts kort op de stoomknop (max. 3 sec), omdat zich anders
overtollig water op de bodem van de kookkamer verzamelt.
Stoomafzuiging
A120821 19 / 30
Installatie en bediening
NL
2. Schakel de thermo-/grillknop naar links om de thermofunctie te activeren.
Afb.4
Kook- / bakproces met thermocirculatie
Het kook-/bakproces in de convectieoven vindt plaats met behulp van hete luchtcirculatie in het apparaat. Dit maakt gelijkmatig koken / bakken mogelijk dankzij een homogene temperatuurverdeling. Het voordeel van een convectieoven is dat u tegelijkertijd verschillende gerechten kunt koken / bakken (wanneer de kooktemperatuur hetzelfde is), en de verschillende voedselaroma's niet mengen.
1. Voer de voor het gekozen voedsel vereiste temperatuur- en tijdsinstellingen uit volgens de aanwijzingen onder “Instellingen / Normale werking”.
OPGELET! De functie "Thermo" en de functie "Grill" kunnen niet tegelijkertijd worden
gebruikt.
3. Om het warmtebehandelingsproces te starten, drukt u op de indruktimer.
4. Zodra de ingestelde temperatuur is bereikt, plaats je het gewenste voedsel in GN-bakken of andere geschikte bakken op het rooster in de warmtebehandelingskamer van het apparaat.
5. Om door te gaan met het warmtebehandelingsproces drukt u op de roterende tijdregelaar.
6. Bereiden van gerechten.
Nadat de ingestelde tijd is verstreken, klinkt er een geluidssignaal. Dit wordt herhaald totdat het wordt bevestigd door op één van de twee draai/drukknop te drukken. Het indicatielampje van de roterende druktoets gaat uit.
7. Verwijder het bereide voedsel voorzichtig na het kookproces.
Grill-proces
De grillfunctie kan worden gebruikt door het bovenste verwarmingselement in te schakelen.
Het grillproces wordt uitgevoerd door middel van de warmtestraling van het lichtgevende verwarmingselement in het bovenste gedeelte van de warmtebehandelingskamer. De opgewekte temperatuur is zeer hoog en de warmte
20 / 30 A120821
Installatie en bediening
NL
2. Zet de thermostaat naar rechts om de grillfunctie te activeren.
Afb. 5
wordt slechts in één richting afgegeven (van boven naar beneden), waardoor het oppervlak van het voedsel onmiddellijk bruin wordt.
1. Voer de voor het gekozen voedsel vereiste temperatuur- en tijdsinstellingen uit volgens de aanwijzingen onder “Instellingen / Normale werking”.
OPGELET! De functie "Thermo" en de functie "Grill" kunnen niet tegelijkertijd worden
gebruikt.
3. Om het apparaat voor te verwarmen drukt u op de draaitimer.
4. Bereid de benodigde gerechten voor het grillen (vlees, vis, groenten) en plaats ze op het juiste grillrooster.
5. Bestrijk de gerechten met een kleine hoeveelheid olie.
6. Na het bereiken van de ingestelde temperatuur, het grillrooster met voedsel op het hoogste niveau van de heteluchtoven schuiven.
7. Schuif een vetopvangbak onder het rooster.
8. Om het barbecueproces te starten, drukt u op de indruktimer.
9. Het grillproces moet constant worden gecontroleerd, omdat de warmtestraling van het verwarmingselement erg hoog is en het gerecht gemakkelijk kan verbranden.
10. Wanneer het bovenoppervlak van het gerecht bruin is, opent u de deur van de heteluchtoven, trekt u het grillrooster eruit, draait u het gerecht om en schuift u het rooster weer in de heteluchtoven om de producten van de andere kant te grillen.
Nadat de ingestelde tijd is verstreken, klinkt er een geluidssignaal. Dit wordt herhaald totdat het wordt bevestigd door op één van de twee draai/drukknop te drukken. Het indicatielampje van de roterende druktoets gaat uit.
11. Verwijder de bereide gerechten na het grillproces.
A120821 21 / 30
Installatie en bediening
NL
het apparaat dan enig tijd afkoelen, schroef de plastic dop van de beveiliging aan
de achterkant van het apparaat los,
– druk op de RESETknop,
schroef de plastic dop er weer op, het apparaat opnieuw aanzetten.
Afb.6
Oververhittingsbeveiliging
Het apparaat is uitgerust met een beveiliging tegen oververhitting die bij 320 ° C wordt geactiveerd en het apparaat uitgeschakeld.
Wanneer de oververhittingsbeveiliging is geactiveerd, moeten de volgende stappen worden genomen:
Warmtebehandelingsmethoden
Voorgerechten
Lasagne, ovenschotel met pasta, cannelloni moet worden gebakken bij een temperatuur tussen 185 °C en 190 °C. Verhoog de temperatuur aan het einde van het bakproces aan het einde van het bakproces tot 220 °C - 230 °C.
Bakken
Rundvlees, varkensvlees, kip, kalkoen, lam. Om het vlees te laten braden, moet het kookproces op 180 °C plaatsvinden. Stel in de laatste fase de temperatuur enkele minuten in op 240 °C – 250 °C om het vlees te drogen.
Vlees bruinen
Kotelet, schnitzel, worst, hamburger. Plaats het rooster waarop licht geoliede bakproducten liggen. Schuif een bak met druipend vet onder het rooster. Bak op 220 °C – 230 °C. Verhoog de temperatuur ten slotte enkele minuten tot 280 ° C om de gerechten licht te bruinen.
Roastbeef
Bakken bij een temperatuur van 220 °C.
Vis
Bak schol, kabeljauw, heek op 200 °C.
Gebakken aardappeltjes
22 / 30 A120821
Installatie en bediening
NL
Bakken bij een temperatuur van 170 °C - 180 °C.
Cake
Standaard oven op 180 °C. Vermijd tijdens het bakken de deur van de heteluchtoven te openen.
Brood
Bakken bij een temperatuur van 200 °C.
Thermische verwerking van diepgevroren producten
Ontdooi bevroren brood en bak op 200 °C. Plaats de voorgebakken, bevroren pizza in de heteluchtoven terwijl deze nog bevroren is en bak op de aanbevolen temperatuur gedurende enkele minuten. Volg de instructies van de fabrikant op de verpakking.
Bolletjes/toast
Verwarmen bij een temperatuur van 220 °C.
Opwarmen van gerechten
Gerechten bereiden bij ong. 150 °C.
Ontdooien van gerechten
Ontdooien bij 80 °C.
A120821 23 / 30
Installatie en bediening
NL
Bakken / warmtebehandeling van gerechten
Temperatuur
in ° C
Warmtebehan
delingstijd
in min. ong.
Cake
Taart
135 - 160
Afhankelijk van
het gewicht
Biscuit
160 - 175
25 - 35
Kleine koekjes
175
Taarten met gist / bakpoeder
Kirschtorte
175
Vruchtentaart
220
Bladerdeeg
210
Taartjes
200 - 225
Cake
175
40 - 50
Gebak en zoetwaren
Schuimpjes
100
100 - 130
Koekjes
175
15 – 20
Beschuit
150 - 175
5
Vruchtentaart
200
8
Croissants
180
18 - 20
Pudding
Brood- /puddingpudding
175 - 190
45
Vla
165
45
Vruchtenpudding
160
45
Voorgerechten
Gevulde cannelloni
190
20
Ei-ovenschotel
185
25
Lasagne
190
27
Pasta schotel
190
40
Snel braden
Gebakken worst (mager)
225
10 - 15
Gebraad aan het spit
225
15 - 30
Lever
250
10 - 15
Dij
250
15 - 30
Kipfilet
200
30
Tabel voor bakken / warmtebehandeling
24 / 30 A120821
Installatie en bediening
NL
Bakken / warmtebehandeling van gerechten
Temperatuur
in ° C
Warmtebehan
delingstijd
in min. ong.
Vlees
Goed gebruinde kalkoen
tot de laatste 30 minuten bakken
160 - 175
de laatste 30 minuten bakken
175 - 200
30/kg
Roze lamsvlees
Poot 1,5 – 2 kg
175
50/kg
Lamsbraad
175
30/kg
Lamsschouder
175
50/kg
Goed gebakken varkensvlees
Poot tot 2 kg
175
50/kg
Dij en schouder
175
60/kg
Rundvlees medium
Entrecote 2 kg
175
30/kg
Gebraad aan het spit
175
30/kg
Filet
175 - 200
20/kg
Kip 2 kg goudbruin gebakken/gesmoord
175
50/kg
Eend 2 kg in eigen vet, niet droog
180
60/kg
Wild
Haas 2 kg
175
60 - 90
Ree
170 - 200
90
Fazant
175 - 200
35 - 90
Extra's
Gebakken, knapperige aardappels
175
60
Aardappelplakjes, goed gekookt, met saus
150 - 175
30/kg
Vis
Filet (klein)
200
15 - 20
Vis 1 ½ kg
200
30 - 40
A120821 25 / 30
Reiniging
NL

6 Reiniging

6.1 Aanwijzingen betreffende de veiligheid tijdens het
reinigen
Voordat het apparaat kan worden gereinigd, dient het apparaat van het lichtnet te worden gehaald.
Het apparaat geheel laten afkoelen.
Zorg ervoor dat er geen water in het apparaat komt. Dompel het apparaat niet in
water of andere vloeistoffen om het te reinigen. Gebruik geen waterstraal onder druk om het apparaat te reinigen.
Gebruik geen scherpe of metalen voorwerpen (mes, vork, enz.) om het apparaat schoon te maken. Scherpe voorwerpen kunnen het apparaat beschadigen en leiden tot elektrische schokken wanneer ze in contact komen met geleidende componenten.
Gebruik geen schuurmiddelen, oplosmiddelen of bijtende schoonmaakmiddelen. Dit kan het oppervlak beschadigen.

6.2 Reiniging

1. Het apparaat regelmatig reinigen aan het eind van de werkdag of als het nodig is ook in de tussentijd of als het apparaat langere tijd niet is gebruikt.
Door regelmatig te reinigen, kunt u voorkomen dat de bak- en braadresten verschroeien.
2. Haal gebruikte bakjes, grillroosters, voedselcontainers uit het apparaat.
3. Reinig de ovenkamer met een zachte, vochtige doek en een mild reinigingsmiddel.
4. Gebruik in geval van zware vervuiling de algemeen verkrijgbare reinigingsmiddelen voor ovens. Zich houden aan de beschrijving van de producent van het desinfecterende middel.
26 / 30 A120821
Reiniging
NL
Om het reinigen van de gaarruimte te vergemakkelijken, kunnen de geleiders worden verwijderd.
5. Maak hiervoor de kartelschroeven (rechts en links) los en trek de geleiders voor de roosters uit de gaarruimte.
6. De geleiders zorgvuldig reinigen met warm water, een zacht doekje en een mild reinigingsmiddel.
Afb. 7
7. Reinig de ovenkamer zoals hierboven is beschreven.
8. Plaats de geleiders terug en draai ze vast met de duimschroeven.
9. Veeg de binnenkant van het apparaat en de glazen deur schoon met een zachte, vochtige doek.
10. Droog tenslotte gereinigde onderdelen en oppervlakken af met een zachte doek.
Accessoires:
1. Gebruikte accessoires moeten worden schoongemaakt met warm water, een mild reinigingsmiddel en een zachte doek of spons.
2. Spoel gereinigde accessoires met schoon water.
3. Droog accessoires met een zachte doek.
A120821 27 / 30
Mogelijke storingen
NL
Fout
Mogelijke oorzaken
Oplossing
Het apparaat is aangesloten op het lichtnet, maar de digitale displays op de druk/ draaiknoppen geven geen waarden weer
Slecht aangesloten stekker.
De stekker eruit trekken en opnieuw juist in het contact steken
Het apparaat bevindt zich in de Standby modus.
Druk op één van de draai/drukknoppen
Het apparaat is aange­sloten op de voeding maar warmt niet op
De temperatuur is niet ingesteld
De temperatuur instellen
Het verwarmings­element is beschadigd
Neem contact op met de service
Het apparaat is aangesloten op de elektriciteit, maar het werkt niet
Oververhittingsbeveili­ging is geactiveerd
Het apparaat laten afkoelen. Druk op de RESET-knop aan de achterkant. Neem contact op met de service als de oververhittingsbeveiliging weer wordt geactiveerd
Het kook / bakeffect is niet gelijkmatig
Beschadigde ventilator
Neem contact op met de service
Thermostaat beschadigd
Neem contact op met de service
De afstand tussen het gerecht en de bakplaten erboven is te klein
Behoud een afstand van minimaal 40 mm

7 Mogelijke storingen

Mögliche
De onderstaande tabel beschrijft mogelijke oorzaken en methoden voor het verwijderen van storingen of fouten die optreden tijdens de werking van het apparaat. Neem contact op met het servicecentrum als storingen niet kunnen worden verholpen.
Vermeld aub het artikelnummer, modelnaam en serienummer. Deze gegevens staan op het typeplaatje van het apparaat.
28 / 30 A120821
Mogelijke storingen
NL
Fout
Mogelijke oorzaken
Oplossing
De verlichting in de ovenruimte werkt niet
Beschadigde lamp
Koppel het apparaat los van de voeding, laat het afkoelen. Verwijder de gloeilampkap. Schroef de lamp los en vervang hem door een nieuwe met dezelfde technische eigenschappen
A120821 29 / 30
Verwijdering
NL
Elektrische apparaten zijn gemarkeerd met dit symbool. Elektrische apparatuur moet op een correcte en milieuvriendelijke manier worden verwijderd en gerecycled. Niet-gevaarlijke apparaten mogen niet bij het huishoudelijk afval worden gegooid. Koppel het apparaat los van de voeding en verwijder de verbindingskabel van het apparaat.

8 Verwijdering

Elektrische apparaten
Elektrische apparaten moeten naar aangewezen inzamelpunten worden gebracht.
30 / 30 A120821
Loading...