Lees voor het gebruik de gebruiksaanwijzing door en bewaar
hem op een goed bereikbare plaats!
GEVAAR!
Het signaalwoord GEVAAR waarschuwt voor gevaren die leiden tot
ernstige verwondingen of overlijden als ze niet worden vermeden.
Diese Bedienungsanleitung beschreibt di e Installation, Bedienung und Wartung des Geräts und gilt als wichtige Informationsqu elle und Nachschlagewerk. Die Ke nntnis aller enthaltenen Sicherheitshinw eise und Handlungsanweisungen sch afft die Voraussetzung für das sichere und sachgerechte Arbeiten mit dem Gerä t. Darüber hinaus müssen die für d en Einsatzbereich des Geräts geltende n örtlichen Unfallverhütungsvorschriften und allgemeinen Sicherheitsbestimmunge n eingehalten werden. Diese Bedienungs anleitung ist Bestandteil des Produ kts und muss in unmittelbarer Nähe des Geräts für das In¬stallations-, Bedi enungs-, Wartungs- und Reinigungspers onal jederzeit zugänglich auf¬bewahrt werd en. Wenn das Gerät an eine dritt e Person
weitergegeben wird, muss die Bedienungsa nleitung mit ausgehändigt werden.
Deze handleiding bevat de beschrijving van de installatie, de bediening en het
onderhoud van het apparaat en dient als belangrijke informatiebron en naslagwerk.
De kennis en het in acht nemen van alle hier beschreven veiligheidsvoorschriften
en instructies is een voorwaarde voor veilig en juist gebruik van het apparaat.
Bovendien zijn de bepalingen inzake ongevallenpreventie, gezondheids- en
veiligheidsvoorschriften en wettelijke voorschriften die van kracht zijn op het
toepassingsgebied van het apparaat van toepassing.
Lees deze gebruikershandleiding voordat u met het apparaat gaat werken, en vóór
de inbedrijfsstelling, om schade aan personen en zaken te voorkomen. Onjuist
gebruik kan beschadigingen veroorzaken.
Deze handleiding is een integraal onderdeel van het product en moet in de directe
nabijheid van het apparaat worden bewaard en te allen tijde beschikbaar zijn.
Wanneer het apparaat wordt overgedragen, is het ook noodzakelijk deze
gebruiksaanwijzing erbij te leveren.
1 Veiligheid
Het apparaat is gemaakt volgens de laatste stand van de techniek. Het kan echter
een bron van gevaar vormen als het apparaat niet in overeenstemming met zijn
bestemming gebruikt wordt. Alle personen die het apparaat gebruiken, moeten zich
houden aan de aanbevelingen en veiligheidsaanwijzingen in deze handleiding.
1.1 Symboolverklaring
Belangrijke veiligheids- en technische instructies zijn in deze gebruiksaanwijzing
aangeduid door symbolen. Deze instructies moeten bij het gebruik van dit apparaat
absoluut in acht worden genomen om letsel, ongelukken, of materiële schade te
vermijden.
2 / 34 2837861
Veiligheid
NL
WAARSCHUWING!
Het signaalwoord WAARSCHUWING waarschuwt voor gevaren die
gematigd tot zwaar letsel of overlijden kunnen veroorzaken, als ze niet
worden vermeden.
VOORZICHTIG!
Het signaalwoord VOORZICHTIG waarschuwt voor gevaren die licht
of matig letsel kunnen veroorzaken, als ze niet worden vermeden.
ATTENTIE!
Het signaalwoord ATTENTIE geeft mogelijke materiële schade aan
die kan optreden als u de veiligheidsinstructies niet volgt.
OPMERKING!
Het icoon OPMERKING informeert de gebruiker over aanvullende
informatie en tips voor het gebruik van het apparaat.
, die
1.2Veiligheidsaanwijzingen
Veiligheid voor apparaten die door gas worden aangedreven
• Gebruik het gasaangedreven apparaat niet in het geval van een storing of
schade, of in het geval van een vermoedelijke storing of schade. Draai in dat
geval de draaiknop (-knoppen) naar "O" en sluit de hoofdgasklep. Neem direct
contact op met de service.
• Controleer regelmatig op lekken met schuim (lekdetectiespray).
Gebruik geen open vuur om te controleren op gaslekken!
VOORZICHTIG !
Verstikkingsgevaar en explosie door ontsnappend gas!
• Volg deze regels als u gas ruikt:
– sluit onmiddellijk de draaiknop (-knoppen) en de hoofdgasklep
– zorg voor voldoende ventilatie van de betreffende kamers: open alle
deuren en ramen wijd
– steek geen open vuur aan, doof het vuur
2837861 3 / 34
Veiligheid
NL
– rook niet
– creëer geen vonken, bedien geen elektrische schakelaars, gebruik geen
telefoons (of het nu een vaste telefoon of een mobiele telefoon is)
– gebruik geen elektrische apparaten in de buurt van het apparaat op gas
– indien nodig - informeer andere mensen in het gebouw door te bellen en
op de deur te kloppen
– verlaat het gebouw
– neem buiten het gebouw contact op met de service. Als de
gasuitlaatbron niet precies kan worden gelokaliseerd, bel dan de
brandweer of waarschuw onmiddellijk de gasleverancier.
Brandbare materialen
• Het apparaat nooit gebruiken in de buurt van brandbare, licht ontvlambare
materialen (bijv. benzine, spiritus, alcohol). Hoge temperaturen veroorzaken
verdamping van deze materialen en als gevolg van contact met
ontstekingsbronnen kan een explosie plaatsvinden.
• Gebruik het apparaat alleen met de hiervoor bestemde materialen en met de
juiste temperatuurinstellingen. Materialen, voedselproducten en etensresten in
het apparaat kunnen ontbranden.
• Het apparaat moet regelmatig worden schoongemaakt om het risico van brand
te voorkomen.
• Laat het apparaat nooit onbeheerd achter, vooral niet bij het verwarmen van
vetten en oliën, aangezien deze brand kunnen veroorzaken.
• Als er brand uitbreekt, sluit u de gasafsluiter. Blus een vlam nooit met water,
smoor de vlam met een deksel of een brandwerende deken. Na het blussen
zorgen voor genoeg frisse lucht.
Hete oppervlakken
• Het oppervlak van het apparaat wordt tijdens het werk heet. Er bestaat gevaar
voor verbranding. Ook na het uitschakelen blijft het apparaat nog enige tijd heet.
• Geen enkel heet oppervlakken van het apparaat aanraken. Gebruik de daarvoor
voorziene bedieningselementen en handgrepen.
• Het apparaat pas na volledig afkoelen verplaatsen en reinigen.
• Het is verboden hete oppervlakken met koud water of brandbare vloeistoffen te
begieten.
Bedienend personeel
4 / 34 2837861
Veiligheid
NL
• Het apparaat mag alleen worden bediend door gekwalificeerd en geschoold
vakpersoneel.
• Dit apparaat mag niet worden bediend door personen (inclusief kinderen) met
beperkte fysieke, sensorische of mentale vaardigheden, evenals door personen
met beperkte ervaring en / of beperkte kennis.
• Kinderen moeten onder toezicht staan om ervoor te zorgen dat ze niet met het
apparaat spelen of het starten.
Exploitatie alleen onder toezicht
• Het apparaat mag alleen onder toezicht worden geëxploiteerd.
• Blijf altijd in de directe nabijheid van het apparaat.
Onjuist gebruik
• Onjuist gebruik of verboden gebruik kan het apparaat beschadigen.
• Het apparaat mag alleen worden gebruikt als het zich in goede staat bevindt en
veilig werken mogelijk maakt.
• Het apparaat mag alleen worden gebruikt als alle aansluitingen zijn uitgevoerd
volgens de voorschriften.
• Het apparaat mag alleen worden gebruikt als het schoon is.
• Gebruik alleen originele reserveonderdelen. Nooit zelf het apparaat repareren.
• Verboden om veranderingen of modificaties aan het apparaat aan te brengen.
2837861 5 / 34
NL
Restrisico's
Gevaarlijke situatie
Waarschuwing
Risico op uitglijden
en vallen
De gebruiker kan uitglijden op de
vloer door de aanwezigheid van
water of vuil.
Draag beschermend
schoeisel met
antisliplaag wanneer u
het apparaat gebruikt.
Brandwonden
De bediener raakt het apparaat
opzettelijk aan.
De bediener raakt opzettelijk hete
stoffen aan (olie, water, stoom,
...).
Risico op vallen
De bediener verricht
werkzaamheden op het bovenste
gedeelte van het apparaat met
ongeschikte hulpmiddelen (zoals
een ladder met sporten, of
klimmen op het apparaat).
Voer geen
werkzaamheden aan het
bovenste gedeelte van
de machine uit met
ongeschikte
hulpmiddelen (zoals
ladders met sporten of
op het apparaat
klimmen).
Gevaar voor
kantelen
Het dragen van het apparaat of
onderdelen van het apparaat
zonder geschikte hulpmiddelen.
Bij het verplaatsen van
het apparaat of de
verpakking ervan is het
noodzakelijk geschikte
hulpmiddelen of
hefwerktuigen te
gebruiken.
1.3Restrisico's
Veiligheid
6 / 34 2837861
Veiligheid
NL
Restrisico's
Gevaarlijke situatie
Waarschuwing
Chemische stoffen
De bediener gaat om met
chemicaliën (bijv.:
schoonmaakmiddelen,
ontkalkingsmiddelen, enz.).
Neem de nodige
voorzorgsmaatregelen.
Volg steeds de
aanwijzingen op de
veiligheidsinformatieblad
en en etiketten van de
gebruikte producten.
Gebruik de in de
veiligheidsinformatieblad
en aanbevolen
persoonlijke
beschermingsmiddelen.
Risico op letsel
Er bestaat gevaar voor
verwonding tijdens
onderhoudswerkzaamheden, als
inwendige delen van het
apparaatframe worden
aangeraakt.
Onderhoudswerkzaamh
eden mogen alleen
uitgevoerd worden door
gekwalificeerd
personeel, uitgerust met
geschikte
beschermingsmiddelen
(snijbestendige veiligheidshandschoenen,
onderarmbeschermers).
Gevaar voor
verplettering
Het personeel loopt het risico dat
vingers of handen bekneld raken
bij het hanteren van bewegende
delen.
Onderhoudswerkzaamh
eden mogen alleen
uitgevoerd worden door
gekwalificeerd personeel
dat voorzien is van
persoonlijke
beschermingsmiddelen
(beschermende
handschoenen).
Ergonomie
De bediener werkt aan het
apparaat zonder de nodige
persoonlijke
beschermingsmiddelen te
dragen.
De bediener moet
persoonlijke
beschermingsmiddelen
dragen wanneer hij aan
het apparaat werkt.
2837861 7 / 34
Veiligheid
NL
Fase
Beschermende kleding
Beschermend
schoeisel
Handschoenen
Bescherming
van de ogen
Gehoorbescherming
Bescherming van
de ademhalingswegen
Hoofdbescherming
Vervoer
X
Verplaatsing
X
Uitpakken
X
Montage
X
Standaard
gebruik
X X X (*)
Instellingen
X
Standaard
reiniging
X
Speciale
reiniging
X X
Onderhoud
X X (*)
Demontage
X
Afvalverwijdering
X
X Voorziene persoonlijke beschermingsmiddelen
Persoonlijke beschermingsmiddelen zijn
beschikbaar of moeten gebruikt worden indien
nodig
Onvoorziene persoonlijke beschermingsmiddelen
1.4Individuele veiligheidsmaatregelen
* Handschoenen bestemd voor standaardgebruik en voor
onderhoudswerkzaamheden moeten hittebestendig zijn om de handen van de
bediener te beschermen wanneer hij hete machineonderdelen of hete stoffen
(olie, water, stoom,...) aanraakt.
8 / 34 2837861
Veiligheid
NL
1.5Gebruik volgens bestemming
Elk gebruik van het apparaat voor andere doeleinden en / of afwijkend van het
normale bedoelde gebruik zoals hieronder beschreven, is verboden en wordt
beschouwd als onbedoeld gebruik.
Het volgende gebruik is in overeenstemming met het beoogde gebruik:
- Bereiding van vlees, vis en groenten
- Bakken van brood, gebak en taart
- Gerechten verwarmen
- Ontdooien van diepgevroren producten
- Gratineren
- Verwerking van ingevroren en diepgevroren gerechten.
1.6 Oneigenlijk gebruik
Onjuist gebruik kan leiden tot schade aan personen en zaken veroorzaakt door
gevaarlijke elektrische spanning, brand en hoge temperaturen. Met behulp van het
apparaat kan alleen werk worden uitgevoerd dat in deze handleiding wordt
beschreven.
Het volgende gebruik is niet in overeenstemming met het beoogde gebruik:
– Het verwarmen van ruimtes
- Drogen van kleding
- Opslag van ontvlambare objecten
- Verwarmen van brandbare, schadelijk voor de gezondheid, gemakkelijk
verdampende of soortgelijke vloeistoffen en materialen.
2837861 9 / 34
Algemeen
NL
2 Algemeen
2.1Aansprakelijkheid en vrijwaring
Alle gegevens en aanwijzingen die zijn opgenomen in deze gebruiksaanwijzing zijn
samengesteld rekening houdend met de geldende voorschriften, de actuele
technische stand van zaken en onze langdurige inzichten en ervaring. In het geval
van het bestellen van speciale modellen of extra opties, en in het geval van het
gebruik van de nieuwste technische kennis, kan het geleverde apparaat onder
bepaalde omstandigheden verschillen van de uitleg en de talrijke tekeningen in
deze handleiding.
De producent is niet aansprakelijk voor de schade en storingen die zijn ontstaan als
gevolg van:
– het niet in acht nemen van de aanwijzingen,
– oneigenlijk gebruik,
– het aanbrengen van technische wijzigingen door de gebruiker,
– de toepassing van ongeoorloofde reserveonderdelen.
Wij behouden ons het recht voor om technische veranderingen in het product aan
te brengen die leiden tot verbetering van de gebruikseigenschappen en de verdere
ontwikkeling van het apparaat.
2.2 Auteursrecht
De gebruiksaanwijzing en de erin opgenomen teksten, tekeningen, foto’s en andere
afbeeldingen zijn auteursrechtelijk beschermd. Niets (ook gedeeltelijk) uit deze
uitgave mag in ongeacht welke vorm worden verveelvoudigd, verwerkt en/of
gepubliceerd zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de fabrikant.
Overtreding van het bovenstaande verplicht tot schadevergoeding. Wij behouden
ons het recht voor tot verdere vorderingen.
2.3 Conformiteitsverklaring
Het apparaat beantwoordt aan de actuele EU-normen en richtlijnen. Dit bevestigen
we in de EG-verklaring van Conformiteit. Indien gewenst, sturen we u graag de
betreffende Verklaring van Conformiteit toe.
10 / 34 2837861
Transport, verpakking en opslag
NL
3 Transport, verpakking en opslag
3.1Transportinspectie
Als het apparaat afgeleverd is, onmiddellijk controleren of het compleet en zonder
transportschade is. Als er duidelijk zichtbare transportschade is, het geleverde
apparaat niet of alleen onder voorbehoud aannemen. De schade opschrijven op de
transportdocumenten/ het leveringsdocument van de leverancier. Vervolgens
reclameren. Verborgen gebreken onmiddellijk nadat ze zijn geconstateerd,
reclameren, omdat eisen tot schadevergoeding alleen binnen de reclamatieperiode
mogelijk zijn.
Neem contact op met onze klantenservice als er onderdelen of accessoires
ontbreken.
3.2 Verpakking
Gooi de buitenste doos van uw apparaat niet weg. U kunt het nodig hebben tijdens
een verhuizing, of als u het apparaat naar ons servicecentrum wilt sturen bij
schade.
De verpakking en de afzonderlijke componenten zijn gemaakt van recyclebare
materialen. In het bijzonder: kunststof folie en zakken, kartonnen verpakking.
Als u de verpakking wilt weggooien, dient u de geldende voorschriften in uw land in
acht te nemen. Verpakkingsmateriaal dat hergebruikt kan worden, recyclen.
3.3 Opslag
Zorg ervoor dat de verpakkingen verzegeld zijn tot de installatie en houd ze in
overeenstemming met de op de buitenkant aangebrachte plaatsingmarkering en
opslagmarkering. Bewaar de pakketten alleen onder de volgende voorwaarden:
– in een afgesloten ruimte
– droog en stofvrij
– verwijderd houden van corrosief materiaal
– op een plaats beschermd tegen zonlicht
– beschermd tegen mechanische schokken.
Bij langere bewaring (> 3 maanden) regelmatig de algemene toestand van alle
bestanddelen en van de verpakking controleren. Als het nodig is de verpakking
vervangen voor een nieuwe.
2837861 11 / 34
Technische Gegevens
NL
Benaming:
Gasoven 700FX-GST110
Art. nr.:
2837861
Gastronorm:
1/1 GN
Materiaal:
CNS 18/10
Materiaal warmtebehandelingskamer:
rvs
Afmetingen kookruimte (b x d x h) in mm:
570 x 530 x 295
Inhoud warmtebehandelingskamer in
liters:
89
Aantal inschuifelementen:
5
Geleiderformaat in mm:
438 x 315
Afstand tussen geleiderparen in mm:
25
Temperatuurbereik van – tot °C:
140 - 280
Aansluitingswaarde:
5,0 kW
Afmetingen (b x d x h) in mm:
800 x 650 x 620
Gewicht in kg:
63,0
4 Technische Gegevens
4.1Technische Gegevens
Recht op technische veranderingen voorbehouden!
12 / 34 2837861
Technische Gegevens
NL
Versie / eigenschappen
• Bedrijfsmodus: gas
• Soort gas:
– aardgas type E (20 mbar),
– sproeiers voor vloeibaar gas (50 mbar) inbegrepen
• Soort verwarming: statisch
• Soort ontsteking: piëzo-ontsteking
• Type: onderbouwapparaat
• Persdruk rvs oppervlak met Scotch-Brite-gepolijst
• Besturing:
– draaiknop
• Functies:
– onderwarmte
• Ventilatiekanaal
• Poten in hoogte verstelbaar: 130 - 210 mm
• Inclusief: 1 rooster
• Individueel te combineren met tafelapparaten uit de serie 700FX
4.2 Functies van het apparaat
De gasoven van de 700FX serie biedt maximale flexibiliteit - hij dient als basis en
kan, geheel naar eigen behoefte, met aanrechtapparaten van de serie worden
uitgerust. De voordelen van een gasoven zijn onmiskenbaar: snel bereiken van de
juiste temperatuur, energie- en tijdbesparing doordat voorverwarmen niet nodig is,
en zuiniger in gebruik dan elektrische ovens.
In het geval van onjuiste installatie, bediening, onderhoud of bij het niet
juist hanteren van het apparaat kan dat leiden tot letsel en
beschadigingen.
De plaatsing en de installatie, alsook reparaties mogen uitsluitend worden
uitgevoerd door een geautoriseerde technische service volgens de
geldende voorschriften in het land van plaatsing.
AANWIJZING!
De fabrikant aanvaardt geen aansprakelijkheid of garantie voor schade
die kan worden toegeschreven aan het niet naleven van de
aanwijzingen of onjuiste installatie.
5 Installatieinstructie
5.1Installatie
Plaats van installatie
• Deze apparaaten zijn apparaten van het type A1, wat betekent dat ze niet op
een rookkanaal aangesloten hoeven te worden. Voor ventilatie op de plaats van
opstelling de instructies in het DVGW-blad G631 in acht nemen.
• Plaats het apparaat in een goed geventileerde ruimte, indien mogelijk onder een
afzuigkap om de dampen of geuren die vrijkomen tijdens de voedselbereiding te
verwijderen (zie DVGW-blad G631).
• De ruimte waarin het apparaat is geïnstalleerd, moet zoveel lucht bevatten als
nodig is voor het verbranden van gas volgens de geldende voorschriften. Voor
een goede verbranding mag de vereiste luchttoevoer niet lager zijn dan 2 m3/h
per kW nominaal vermogen van het apparaat (zie typeplaatje op het apparaat).
Bovendien moeten de voorschriften ter voorkoming van ongevallen in acht
worden genomen.
• Zorg ervoor dat er zich geen voorwerpen rond of onder het apparaat bevinden
die de hoeveelheid lucht die nodig is voor verbranding kunnen beperken.
• Controleer voor het opstellen van het apparaat de afmetingen en de exacte
positie van de gasaansluitingen.
20 / 34 2837861
Installatieinstructie
NL
VOORZICHTIG!
Gevaar voor verstikking!
Houdt verpakkingsmateriaal zoals plasticfolie en piepschuim uit handen
van kinderen.
Uitpakken / plaatsing
• Pak het apparaat uit en verwijder alle externe en interne verpakkingselementen
en transportbeveiliging.
• Als er beschermfolie op het apparaat zit, verwijdert u deze. De folie dient
langzaam van het apparaat te worden getrokken zodat er geen lijmresten
achterblijven. Eventuele lijmresten verwijderen met een geschikt oplosmiddel.
• Pas op dat u het typeplaatje en de waarschuwingsinstructies op het apparaat
niet beschadigt.
• Het apparaat nooit in een vochtige of natte omgeving neerzetten.
• Het apparaat moet zo worden ingesteld dat de verbindingen gemakkelijk
toegankelijk zijn om snel uit te schakelen als dat nodig is.
• Plaats het apparaat op een oppervlak met de volgende eigenschappen:
– recht, met voldoende draagkracht, bestand tegen water, droog en
bestand tegen hoge temperaturen
– groot genoeg om probleemloos met het apparaat te werken
– goed bereikbaar
– goede ventilatie.
• Schroef de 4 pootjes erin.
– Met behulp van de in de hoogte verstelbare pootjes kan het apparaat
waterpas gezet worden.
ATTENTIE!
Gebruik het apparaat nooit zonder pootjes.
• Plaats het apparaat nooit direct naast muren, wanden, meubels of andere
voorwerpen die zijn gemaakt van brandbaar materiaal. Houd een minimale
afstand van 200 mm aan tussen de zij- en achterwanden en deze objecten of
wanden. Er moet een afstand van minimaal 600 mm zijn tussen het oppervlak
van het apparaat en de horizontale oppervlakken boven het apparaat.
• Indien deze minimale afstand niet mogelijk is, moeten de wanden worden
geïsoleerd met onbrandbare thermische isolatiematerialen (bv folie van
hittebestendig materiaal dat een temperatuur van minimaal 65 ° C kan
weerstaan). Zich houden aan de geldende brandvoorschriften.
2837861 21 / 34
Installatieinstructie
NL
• Stel het apparaat waterpas en stel de hoogte in door de hoogte van de pootjes
aan te passen. Aanzienlijke verschillen in hoogte of kanteling kunnen de
prestaties van het apparaat nadelig beïnvloeden.
Aansluiting op de gasaansluiting
• Zorg er voor aansluiting op de gasinstallatie voor dat het toestel is afgesteld op
gas en de beschikbare druk op de plaats van installatie (zie typeplaatje op het
toestel en de verpakking). Als de standaardinstellingen niet overeenkomen,
moet het apparaat worden omgebouwd naar het aanwezige gassoort (paragraaf
"Ombouw naar een andere gassoort / vereiste instellingen").
• Een typegekeurde gasafsluiter moet op een gemakkelijk toegankelijke plaats
tussen de gastoevoer en het apparaat worden geïnstalleerd, zodat de
gastoevoer indien nodig op elk moment kan worden onderbroken.
• Controleer of de gasfles (indien aanwezig) correct is geïnstalleerd, beschermd
en op een droge plaats staat.
• Sluit het toestel aan op het gasnet met behulp van niet buigzame
aansluitleidingen of flexibele stalen leidingen waarvan de doorsnede passend is
voor het betreffende vermogen en lengte.
• Gebruik alleen aansluitleidingen met een diameter die minimaal zo groot is als
die van de gasaansluiting van het toestel. Het gasaansluitstuk bevindt zich aan
de achterkant van het apparaat.
• ervoor dat de leidingen niet op of nabij hete oppervlakken lopen, niet onder druk
of trekkracht staan en niet in aanraking komen met scherpe randen of andere
voorwerpen die deze leiding zouden kunnen beschadigen.
• Nadat u het apparaat hebt aangesloten op alle verbindingspunten tussen de
installatie en het apparaat, moet op lekken worden getest. Gebruik
lekzoekspray, of anders schuimvormende middelen die geen corrosie
veroorzaken. De aansluitpunten moeten bedekt zijn met een medium, er mogen
geen luchtbellen ontstaan. Deze controle moet ook gasafsluiters omvatten.
WAARSCHUWING!
Gebruik geen open vuur om te controleren op lekken!
Controleer de gasdruk en de nominale warmtebelasting
• Bij de eerste installatie moet de gasinstallateur de nominale warmtebelasting
van het toestel controleren, onderhoud plegen en, indien nodig, ombouwen naar
een andere gassoort.
• Probeer NIET om het door de fabrikant opgegeven vermogen of nominale
warmteafgifte te verhogen.
• Controleer de nominale warmtebelasting met een gasmeter en stopwatch. Meet
nauwkeurig de hoeveelheid stromend gas per tijdseenheid die het apparaat
gebruikt op maximaal vermogen.
22 / 34 2837861
Installatieinstructie
NL
• Vergelijk de gemeten waarde met de verbruiksgegevens in hoofdstuk
"Technische gegevens", tabel 3. Een afwijking van ± 5% is toegestaan.
• Controleer de druk van de gastoevoer zoals aangegeven in hoofdstuk 7.3
"Onderhoud / Gastoevoerdruk".
Ombouw naar een andere gassoort / vereiste instellingen
Het apparaat is in de fabriek ingesteld op aardgas E.
Controleer het soort gas dat in het land van installatie wordt geleverd en schakel
eventueel over op een ander type gas.
Tabellen 1 en 2 in het hoofdstuk "Technische gegevens" geven afhankelijk van
het land van bestemming:
– welke soorten gas kunnen worden gebruikt om het apparaat in te kunnen
schakelen
– sproeiers en instellingen voor elk type gas dat wordt gebruikt.
Het nummer dat in Tabel 2 wordt vermeld voor de overeenkomstige sproeiers, is in
de ombouw van de sproeier gestanst.
Om het apparaat aan te passen aan het type gas waarmee het effectief kan worden
bediend, neemt u de gegevens uit tabel 2 en voert u de volgende stappen uit:
– vervang de sproeier van de hoofdbrander (UM)
– monteer de luchtregelaar van de hoofdbrander op afstand A
– vervang de sproeier van de ontstekingsbrander (UP)
– stel de lucht van de ontstekingsbrander af (indien nodig).
2837861 23 / 34
Installatieinstructie
NL
Afb. 2
Afb. 3
Afb. 4
Vervanging van de sproeier van de hoofdbrander
1. Verwijder de temperatuurregelaar.
2. Verwijder de bodem van de oven.
3. Draai de schroef X los (afb. 4).
4. Verwijder de sproeier van de hoofdbrander UM (afb. 2) en vervang het door de
sproeier zoals aangegeven in tabel 2 (bij de levering inbegrepen).
5. Schroef de sproeier van de hoofdbrander UM (afb. 2) weer vast.
6. Stel de luchtregelaar in op afstand A (afb. 3) , aangegeven in tabel 2.
7. Draai de schroef V (afb. 3) weer vast.
24 / 34 2837861
Installatieinstructie
NL
Controle van de functie
• Plaats het apparaat voor het proefdraaien in een goed geventileerde ruimte en
verwijder alle brandbare materialen uit de omgeving.
• Voer vóór de inbedrijfstelling een lektest uit met zeepsop. Smeer de
koppelingen en buisverbindingen in met zeepsop. Lekken worden zichtbaar
gemaakt door de vorming van bellen bij de verbindingen en aansluitingen van
de leidingen. Een andere mogelijkheid is om naar de gasmeter te kijken. Geen
beweging op de gasmeter geeft aan dat er geen gas lekt.
VOORZICHTIG !
Gebruik geen open vuur om te controleren op gaslekken!
• Start het apparaat opnieuw op volgens de instructies in het hoofdstuk "Het
apparaat starten”.
• Controleer het apparaat op gasdichtheid (zie DVGW TRGI/TRF-fiches).
• Controleer de ontsteking van de brander.
• Controleer het vlammenbeeld.
2837861 25 / 34
Gebruiksinstructie
NL
6 Gebruiksinstructie
Aanwijzingen voor de gebruiker
• Lees deze gebruiksaanwijzing aandachtig door. Ze bevatten belangrijke
instructies voor installatie, gebruik en onderhoud van het apparaat.
• Voordat u het apparaat in gebruik neemt, moet u ervoor zorgen dat het in goede
staat verkeert en dat het zich in een goed geventileerde ruimte bevindt.
• Neem altijd de volgende voorzorgsmaatregelen in acht:
– Zorg ervoor dat er zich geen voorwerpen rond of onder het apparaat
bevinden die de hoeveelheid lucht die nodig is voor verbranding kunnen
beperken.
– Blokkeer nooit de ventilatie- en afvoeropeningen op het apparaat.
– Als de storing aanhoudt, gebruik het apparaat dan niet en neem contact
op met uw gasinstallateur.
– Elke inmenging in het apparaat, inclusief de montage- en
onderhoudswerkzaamheden, mogen alleen worden uitgevoerd door een
gekwalificeerde service.
– De gebruiker heeft alleen het recht om de dagelijkse routinematige
reiniging uit te voeren om het apparaat in goede staat te houden;
– Gebruik het apparaat alleen om geschikt voedsel te grillen en gebruik het
niet voor andere doeleinden. Onjuist gebruik kan leiden tot ernstige
schade aan eigendommen en letsel, bijv. door hitte, vuur enz.
– Laat een werkend apparaat nooit onbeheerd achter.
– Als het apparaat niet meer in gebruik is, zet u de draaiknop(pen) in de
OFF-stand en sluit u de gasafsluitkraan op de gasleiding
26 / 34 2837861
Gebruiksinstructie
NL
VERWITTIGING
Risico op brandwonden!
Tijdens gebruik worden de behuizing en het deur van het apparaat erg
heet en blijven ze na het uitschakelen nog enige tijd heet.
Raak het apparaat nooit aan tijdens het gebruik en direct na het
uitschakelen. Open en sluit de gasoven uitsluitend met behulp van de
handgreep op de deur.
Voor de bediening de hiervoor voorziene handgrepen en
bedieningselementen gebruiken.
Bakplaten worden erg heet tijdens het werk.
Gebruik vaatdoeken of beschermende handschoenen om hete gerechten
eruit te halen.
• Przed pierwszym użyciem wyczyścić urzą dzenie i wypos ażenie zgodnie z e wskazówka mi zawartymi w punkcie 6 „Czyszczenie” . Uważać, a by do instalacji elektrycznej i s krzynki rozdzielcz ej nie dostała się woda. Następ nie dokładnie osusz yć urządz enie i elementy wyp osażenia.
• Plaats de bodemafdekking in de bak. D e afdekking fungeert als afstandhouder tusse n het verwarmingselement en de ba k voor etensresten enz.
• Plaats het bedieningskastje met ver warmingselement voorzichtig op de achter kant van het apparaat. De pen aan de onderkant van het bedieningskastje moet i n het gat in het hoofdapparaat komen. Zo is het bedieningskastje correct gepla atst.
Het apparaat klaarmaken
1. Voor het inschakelen het apparaat en de accessoires aan de binnen- en
buitenkant schoonmaken volgens de aanwijzingen in hoofdstuk "Reiniging”.
2. Voor het eerste gebruik zonder gerechten opwarmen, rekening houdend met de
instructies in het hoofdstuk „Bedieningselementen / Instellingen“, om
onaangename geuren van de thermische isolatie te verwijderen. Kies de hoogste
temperatuurinstelling.
Het kan gebeuren dat er een beetje rook of een onaangename geur vrijkomt. Bij het
eerste gebruik is dit normaal en dit gebeurt niet meer wanneer de oven weer wordt
gebruikt.
3. Open vervolgens de deur van het apparaat, zodat de resterende rook kan
ontsnappen.
2837861 27 / 34
Gebruiksinstructie
NL
Afb. 5
Bedieningselementen / instellingen
Het apparaat wordt geregeld door een temperatuurregelaar.
Temperatuurinstelling
De nauwkeurige temperatuurinstelling (140°C tot 280°C) zorgt ervoor dat voedsel
zowel van binnen als van buiten goed gekookt/gebakken wordt.
Als de temperatuur bijvoorbeeld te laag is, wordt het voedsel eerder gedroogd dan
gebakken.
Aan de andere kant kan een te hoge temperatuur leiden tot het verbranden van
gerechten van buitenaf, terwijl ze van binnen rauw blijven (een fenomeen dat soms
wenselijk is voor vlees).
Het kook- en bakproces in de gasoven
AANWIJZING:
Vóór elk gebruik moet de gasoven goed worden opgewarmd. Stel de
temperatuur ongeveer 30 °C hoger in dan de opgegeven temperatuur en
corrigeer na het in de oven plaatsen van de gerechten om een gelijkmatig
effect te verkrijgen.
1. Druk op de draaiknop en draai hem op de gewenste temperatuur tussen 140 °C
en 280 °C.
2. Druk op de piëzo ontstekingsknop.
3. Houd de temperatuurregelaar ongeveer 20 seconden ingedrukt en laat hem
dan los.
4. Zodra de ingestelde temperatuur bereikt is, plaatst u de te garen/roosteren
producten in geschikte GN-bakken of in recipiënten (braadpan, bakblik,
bakplaat, enz.) in de gasovenruimte op het grillrooster.
28 / 34 2837861
Reiniging en onderhoud
NL
Er kunnen tot 5 bakplaten/roosters tegelijk op 5 paar gasovenrails geplaatst
worden. Let er bij het laden van het apparaat op dat er voldoende ruimte is tussen
het voedsel en de bakjes, zodat de warmte optimaal verdeeld wordt in de
ovenruimte.
5. Haal de gerechten uit de oven.
6. Wanneer het apparaat niet meer gebruikt wordt, schakelt u de
ontstekingsbrander uit door de temperatuurregelaar in te drukken en op de
stand "0" te zetten.
7 Reiniging en onderhoud
7.1 Aanwijzingen betreffende de veiligheid tijdens het
reinigen
• Sluit de gasklep op de gastoevoer voor het reinigen.
• Het apparaat geheel laten afkoelen.
• Gebruik geen waterstraal onder druk om het apparaat te reinigen.
• Gebruik geen scherpe of metalen voorwerpen (mes, vork, enz.) om het apparaat
schoon te maken. Scherpe voorwerpen kunnen het apparaat beschadigen
• Gebruik geen schuurmiddelen, oplosmiddelen of bijtende schoonmaakmiddelen.
Zij kunnen het oppervlak beschadigen.
7.2 Reiniging
1. Het apparaat regelmatig reinigen aan het eind van de werkdag of als het nodig
is ook in de tussentijd of als het apparaat langere tijd niet is gebruikt.
Door regelmatig te reinigen, kunt u voorkomen dat de bak- en braadresten
verschroeien.
2. Verwijder gebruikte bakjes, roosters, etensbakjes uit het apparaat.
3. Reinig de thermische behandelingskamer met een zachte, vochtige doek en een
mild reinigingsmiddel.
4. Gebruik in geval van zware vervuiling de algemeen verkrijgbare
reinigingsmiddelen voor ovens. Zich houden aan de beschrijving van de
producent van het desinfecterende middel.
Om het reinigen van de gaarruimte te vergemakkelijken, kunnen de geleiders
worden verwijderd.
5. Verwijder de geleiders en trek ze uit de warmtebehandelingskamer.
2837861 29 / 34
Reiniging en onderhoud
NL
OPGELET!
Alle ingrepen in het apparaat mogen alleen door gekwalificeerd
vakpersoneel worden uitgevoerd.
6. De geleiders zorgvuldig reinigen met warm water, een zacht doekje en een mild
reinigingsmiddel.
7. Reinig de ovenkamer zoals hierboven is beschreven.
8. Plaats de geleiders terug.
9. Veeg de behuizing en de deur van het toestel van binnen en van buiten af met
een zachte, vochtige doek.
10. Droog tenslotte gereinigde onderdelen en oppervlakken af met een zachte doek.
Accessoires:
1. Reinig de bakplaten met een papieren handdoek of een vochtige doek.
2. Giet een beetje olie op de bakplaat om de overblijfselen die vastzitten te
verwijderen. Laat het 5 tot 10 minuten intrekken om te verzachten.
3. Reinig de bakplaten met een zachte, vochtige doek of spons en een mild
reinigingsmiddel.
4. Veeg de vellen af met een doek die is bevochtigd met schoon water.
5. Andere gebruikte accessoires, zoals het rooster, bakvormen enz. moeten
worden gereinigd met warm water, een mild reinigingsmiddel en een zachte
doek of spons.
6. Spoel gereinigde accessoires met schoon water.
7. Droog accessoires met een zachte doek.
7.3 Onderhoud
We raden aan om het apparaat minstens twee keer per jaar te laten onderhouden
door een gekwalificeerde en geautoriseerde onderhoudstechnicus.
De volgende onderhoudswerkzaamheden moeten worden uitgevoerd:
– Controle van de werking van beschikbare regelgevings- en
veiligheidselementen
– Vlamcontrole;
– Ontstekingscontrole;
– Vlamveiligheidscontrole;
– Controle van de functies.
30 / 34 2837861
Reiniging en onderhoud
NL
Start en controleer het apparaat volgens de instructies en indicaties in het
hoofdstuk "Gebruiksaanwijzing":
– gastoevoerdruk (zie volgend hoofdstuk).
– correcte activering van de branders en werking van de rookafzuiging
(schoorsteen).
Controle gastoevoerdruk
Gebruik een geschikte manometer met een minimale resolutie van 0,1 mbar.
– Verwijder het bedieningspaneel.
– Verwijder de bevestigingsbout van de drukaansluiting.
– Sluit de manometer aan.
– De meting moet worden uitgevoerd op een lopend apparaat.
– Maak de manometer los en draai de bevestigingsschroef weer op de
drukaansluiting.
OPGELET!
Als de gastoevoerdruk buiten de limiet (min - max) in Tabel 2 valt, stop
dan met werken en neem contact op met uw plaatselijke gasleverancier.
Reiniging door een onderhoudstechnicus
Laat een geautoriseerde onderhoudsmonteur de binnenkant van het apparaat
minimaal twee keer per jaar reinigen.
2837861 31 / 34
Mogelijke storingen
NL
Probleem
Mogelijke oorzaken
Verwijdering
De ontstekingsbrander ontsteekt
niet
Onvoldoende
gastoevoerdruk
Controleer de gastoevoer
Verstopte leiding of
sproeiers
Neem contact op met de
service
De bougie is verkeerd
aangesloten of beschadigd
Installeer of vervang de
bougie
De ontstekings- of
bougiekabel is beschadigd
Neem contact op met de
service
Beschadigde draaiknop
Neem contact op met de
service
Ontstekingsbrander
gaat niet aan of gaat
uit wanneer de knop
of piëzo-ontsteker
wordt losgelaten
Het thermo-element is niet
correct op de draaiknop
aangesloten
Neem contact op met de
service
Thermokoppel is defect of
wordt niet voldoende
verwarmd door de
ontstekingsbrander
Herhaal het
ontstekingsproces
Beschadigde draaiknop
Neem contact op met de
service
De draaiknop was niet lang
genoeg ingedrukt.
Houd de knop gedurende
ongeveer 20 seconden
ingedrukt
Beschadigde gasklep
Neem contact op met de
service
8 Mogelijke storingen
Mögliche
De onderstaande tabel beschrijft mogelijke oorzaken en methoden voor het
verwijderen van storingen of fouten die optreden tijdens de werking van het
apparaat. Neem contact op met het servicecentrum als storingen niet kunnen
worden verholpen.
Vermeld aub het artikelnummer, modelnaam en serienummer. Deze gegevens
staan op het typeplaatje van het apparaat.
32 / 34 2837861
Mogelijke storingen
NL
Probleem
Mogelijke oorzaken
Verwijdering
De hoofdbrander
ontsteekt niet als de
ontstekingsbrander
aan staat
Drukverlies in de
gastoevoerleiding
Controleer de gastoevoer
Verstopte leiding of
sproeiers
Neem contact op met de
service
Beschadigde draaiknop
Neem contact op met de
service
De hoofdbrander is
beschadigd of de
gasuitlaatopeningen zijn
verstopt
Neem contact op met de
service
De verwarmingsstand kan niet
worden aangepast
Beschadigde draaiknop
Neem contact op met de
service
2837861 33 / 34
Verwijdering
NL
9 Verwijdering
Aan het einde van zijn levensduur moet het gebruikte apparaat worden afgevoerd in
overeenstemming met de nationale en lokale voorschriften. Neem contact op met
een gespecialiseerd afvalverwerkingsbedrijf of neem contact op met de
afvalverwerkers in uw gemeente.
Om mogelijk misbruik en de daarmee samenhangende risico's uit te sluiten, moet u
ervoor zorgen dat het apparaat niet opnieuw kan worden opgestart voordat u het
weggooit en vervolgens afgeven bij het juiste lokale inzamelpunt.
34 / 34 2837861
Loading...
+ hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.