2. INDEX ................................................................................................................................................. 2
9.1. Instellingen van elektroventiel van het gas (onderhoudsmonteur) ........................................ 14
9.2. Vervangen van het mondstuk van de brander (onderhoudsmonteur) ................................... 15
9.3. Vervangen van het mondstuk van de ontstekingsvlam (onderhoudsmonteur) ...................... 15
10. VERWIJDERING VAN HET APPARAAT ......................................................................................... 16
BIJLAGEN ................................................................................................................................................ I
NL
1
NEDERLANDS
2. INDEX
NL
A
Aanwijzingen voor reiniging en onderhoud 9
Afvoer van de verbrandingsproducten 13
Algemene aanwijzingen 4
B
Beschrijving van de bediening 7
Branderontsteking 7
E
Elektrische aansluiting 12
G
Gasaansluiting 12
H
Het testen 14
Het vervangen van onderdelen 5
I
Installatie 11
Installatie van de rookafvoerpijp 12
Instellingen van elektroventiel van het gas 14
M
Montage van het apparaat in rij 13
O
Ombouw van gastoevoer 13
Omschrijving van het apparaat 4
R
Reiniging van de bak 10
Routine-onderhoud 9
S
STORINGEN 10
T
Tips voor gebruik van het apparaat 9
Typeplaatje 6
U
Uitpakken 11
Uitrusting en toebehoren 6
V
VEILIGHEID 3
Veiligheidsvoorzieningen 5
Verpakking 11
Vervangen van het mondstuk van de brander 15
Vervangen van het mondstuk van de
ontstekingsvlam 15
VERWIJDERING VAN HET APPARAAT 16
2
3. VEILIGHEID
gebruikt, dient de gebruikshandleiding
nauwkeurig te worden gelezen.
De handleiding bevat belangrijke informatie
betreffende veilig gebruik en onderhoud van het
apparaat.
Bewaar deze handleiding zorgvuldig en raadpleeg
wanneer nodig.
De fabrikant heeft bij het ontwerpen en de
fabricage speciaal gezorgd om risico's voor de
veiligheid en gezondheid van het personeel
tijdens de bediening van het apparaat te
voorkomen.
Lees aandachtig de instructies in de
gebruikshandleiding en alle instructies geplaatst
direct op het apparaat. Besteed bijzondere
aandacht aan de instructies betreffende veiligheid.
De ingebouwde veiligheidsvoorzieningen mogen
nooit worden aangepast of verwijderd. Het niet
navolgen van deze regels kan veiligheids- en
gezondheidsrisico van de daar werkende
personen opleveren.
Het wordt aanbevolen enige testen uit te voeren
om over de plaatsing en de functies van de
bedieningselementen kennis te krijgen en vooral
over deze die voor aan- en uitschakelen van het
apparaat zijn verantwoordelijk.
Het apparaat dient alleen te worden bestemd voor
het gebruik waarvoor het ontworpen is; ieder
ander gebruik wordt beschouwd als incorrect.
De fabrikant aanvaardt geen enkele
aansprakelijkheid voor materiële schaden of
schade aan personen veroorzaakt door incorrect
of onjuist gebruik van het apparaat.
Alle onderhoudswerkzaamheden die een
specifieke technische kennis of speciale
vaardigheden vereisen, worden uitsluitend door
gekwalificeerd personeel uitgevoerd.
Om de hygiëne te verzekeren en het voedsel
tegen verontreiniging te beschermen, moeten de
elementen die direct of indirect in contact met het
voedsel komen en alle naburige gebieden grondig
worden gereinigd. Hiervoor de wasmiddelen
gebruiken die voor de voedingsindustrie zijn
geschikt, vermijd het gebruik van brandbare of
schadelijke stoffen.
Vooraleer het apparaat wordt
NEDERLANDS
Zorg ervoor dat na elk gebruik alle branders en
bedieningselementen zijn uitgeschakeld en de
aansluitkabels zijn losgekoppeld.
Wanneer het apparaat gedurende langere tijd niet
wordt gebruikt, moeten niet alleen alle
aansluitkabels worden afgekoppeld, maar ook alle
interne en externe onderdelen ervan grondig
gereinigd worden.
zorg ervoor dat het oliepeil nooit onder het op
de bak weergegeven minimumniveau daalt.
veranderen wanneer het donker wordt of rook
bij temperaturen 160°C - 180°C ontstaat.
Vaak gebruikte olie heeft een laag vlampunt.
producten of te grote belasting plotseling
koken van de frituurolie veroorzaken.
bestemd zijn voor friteuses.
apparaat: het kan glad zijn.
waterstraal worden gereinigd.
Om het risico op brand te vermijden,
Het wordt aanbevolen om de olie te
Neem in acht dat de te natte
Gebruik oliën of mengsels van oliën die
Let vooral op de grond naast het
Het apparaat mag niet onder
NL
3
NL
NEDERLANDS
4. ALGEMENE AANWIJZINGEN EN WAARSCHUWINGEN
4.1. Algemene aanwijzingen
Deze gebruikshandleiding is door de fabrikant
opgesteld om voor bevoegd personeel informatie
nodig voor werk met het apparaat te verstrekken.
Het wordt aanbevolen dat de geadresseerden van
de informatie het zorgvuldig en strikt doorlezen.
Door het doorlezen van deze informatie kan het
risico voor menselijke gezondheid en veiligheid
worden voorkomen.
Bewaar deze instructies voor de gehele
levensduur van het apparaat op een bekend en
goed bereikbare plaats dat wanneer nodig altijd
kan worden geraadpleegd.
4.2. Omschrijving van het apparaat
Het apparaat bedoeld als friteuse wordt
ontworpen en gefabriceerd voor frituren van
voedsel in horeca. Afhankelijk van de vereisten is
het verkrijgbaar met één of twee bakken.
1) Bak
2) Inspectieklep
3) Instelbare voeten
4) Gasaansluiting
5) Afvoerpijp: afvoering van
verbrandingsgassen
6) Temperatuurregelaar: regelt de
olietemperatuur
7) Branderontsteking: piëzo-elektrische
ontsteking van de brander
8) Minimale en maximale olieniveau in
de bak
Om belangrijke informaties van de tekst te
benadrukken of aandacht op belangrijke
gegevens te leggen, worden speciale symbolen
gebruikt:
Voorzichtig - waarschuwing
Het wijst op belangrijke
veiligheidsvoorschriften aan. Om de
gezondheid en de veiligheid van personen
niet in gevaar te brengen en geen schade
te veroorzaken, is het juiste gedrag nodig.
Belangrijk
Wijst op belangrijke technische
informatie die niet onderschat mogen worden.
5
7
4
8
1
6
2
3
4
Veiligheids
ID 02
4.3. Veiligheidsvoorzieningen
-
voorzieningen
A
B
NEDERLANDS
A. Veiligheidsthermo-element: blokkeert de
gastoevoer als de vlam dooft.
B. Veiligheidsthermostaat: blokkeert de
gastoevoer bij oververhitting.
C. Gaskraan: voor het openen en sluiten van de
gastoevoerleiding.
B
D
C
Het apparaat is uitgerust met
beveiligingssystemen. De figuur toont de
opstelling van de voorzieningen.
4.4. Het vervangen van onderdelen
Activeer alle aanwezige veiligheidsvoorzieningen voordat je een onderdeel vervangt.
Let er vooral op de gaskraan te sluiten en de
toegang tot voorzieningen die, als ze geactiveerd
worden, onverwachte gevaren voor de veiligheid
en gezondheid van personen kunnen betekenen,
te verhinderen.
Controleer dagelijks of de
veiligheidsvoorzieningen goed geïnstalleerd zijn
en werken.
Indien de veiligheidsthermostaat wordt
geactiveerd, dan moet het apparaat zoals
aangegeven opnieuw in de beginstand worden
gebracht.
1. Laat de olie met ten minste 40 °C afkoelen
2. Open de klep (D).
3. Druk op de knop van de
veiligheidsthermostaat (B) om de gastoevoer
opnieuw te activeren.
4. Sluit de klep (D).
Bij friteusen met twee bakken dien je, om
vast te stellen welke thermostaat geactiveerd is,
te controleren welke brander is uitgegaan en de
knop van de overeenkomende thermostaat in te
drukken.
opgeslagen worden.
Vervang indien nodig versleten onderdelen
uitsluitend door originele reserveonderdelen.
personen of onderdelen ontstaan door gebruik
van andere dan originele onderdelen of ingrepen
aan het apparaat zonder de toestemming van de
fabrikant, die de veiligheidsvereisten kunnen
veranderen.
In het apparaat mogen geen voorwerpen
Wij zijn niet aansprakelijk voor schade aan
NL
5
NL
C
5)
6)
7) 8)
9)
NEDERLANDS
4.5. Typeplaatje
Het op de afbeelding weergegeven typeplaatje
wordt direct op het apparaat aangebracht. Op het
typeplaatje worden alle nodige aanwijzingen en
informatie voor gebruiksveiligheid weergegeven.
1) EAN-code
2) Art.-nr./ modelnr. / CE-certificaatnr.
3) Apparaatcategorie / type
2)
3)
4)
4) Aansluitingswaarde / gasverbruik /
ingesteld voor gastype
5) Warmtebelasting
6) Productiedatum
7) Serienr.
8) WEEE-symbool
9) CE-conformiteitsmarkering
1)
4.6. Uitrusting en toebehoren
Het apparaat wordt met de volgende uitrusting
geleverd:
A. Deksel
B. Frituurmand
C. Olieopvangcontainer
D. Afvoerpijpverlenging
E. Afdekking van afvoerpijp
F. Afvoerpijprooster
A
F
B
Optioneel kan het apparaat worden uitgerust met
de volgende accessoires:
A. Hoge afvoerpijp type B11
B. Hoge afvoerpijp type B11 met winddichte
trekonderbreker
C. Kit halve mand
D. Gasombouwset
C
A
B
D
E
6
A
D
elektrische
Icoontje
5. GEBRUIK EN WERKING
5.1. Beschrijving van de bediening.
De bedieningselementen van de belangrijkste
functies bevinden zich op het bedieningspaneel.
A) Temperatuurregelaar: regelt de
gastoevoer en verandert daardoor de
olietemperatuur.
B) Branderregelaar: ontsteekt de
hoofdbrander en de bijbehorende
ontstekingsvlam of schakelt deze uit.
C) Piëzo-elektrische ontsteking: voor het
ontsteken van de ontstekingsvlam van de
brander.
D) Temperatuurcontrolelampje: zolang dit
lampje brandt, heeft de olie de ingestelde
temperatuur nog niet bereikt, bij het
bereiken van de temperatuur, gaat het
lampje uit.
B
Icoontje
ontsteking
A
D
Temperatuur-
schaal
Brander-
regelaar
NEDERLANDS
C
Piëzo-
B
ontsteking
NL
ontstekings-
vlam
Icoontje
uitschakelen
5.2. Branderontsteking
ONTSTEKING
A) Open de gaskraan.
B) Open de klep.
C) Druk op de regelaar B en draai deze naar
links (positie 1) om de ontstekingsvlam te
ontsteken; druk gelijktijdig op knop C om de
ontstekingsvlam te ontsteken.
D) Hou regelaar B ongeveer 10 seconden
lang ingedrukt om het thermoelement op
te warmen; laat dan de regelaar los.
E) Druk op de regelaar B voor het openen
van de gastoevoer van de brander en
draai deze naar links (positie 2).
F) Sluit de klep.
G) Draai de regelaar A om de gewenste
olietemperatuur in te stellen.
H) Van zodra de olie de ingestelde tempe-
ratuur bereikt heeft, gaat het lampje D uit.
Positie 0
Positie 2
Positie 1
B
7
C
NL
ID 05
ID 05
stand
stand
UITSCHAKELEN
NEDERLANDS
A) Voor het uitschakelen van de brander
dien je regelaar A naar rechts te draaien
en op positie 0 te stellen; de
ontstekingsvlam brandt verder.
B) Open de klep:
C) Druk op de regelaar B voor het sluiten
van de gastoevoer van de brander en
draai deze naar rechts (positie 0).
5.3. Vullen en ledigen van de bakken
Controleer vóór het vullen van de bak of
de aflaatkraan A gesloten is.
Gebruik het apparaat niet wanneer de
oliestand zich onder het op de bak aangeduide
minimumniveau bevindt.
Er wordt afgeraden het apparaat te
gebruiken wanneer de oliestand zich boven het op
de bak aangeduide maximumniveau bevindt.
D) Sluit de klep
E) Sluit de gaskraan.
F) Bedien de stroomonderbreker van het
apparaat om de stroomvoorziening te
onderbreken.
Volg voor het ledigen van de bak de volgende
aanwijzingen:
A. Open de klep.
B. Controleer of de olieopvangcontainer (B) juist
onder de kraan geplaatst is.
C. Open de kraan (A).
D. Neem de olieopvangcontainer (B) uit het
apparaat.
E. Sluit de klep.
Ontsteek de brander nooit als er zich
geen olie in de bak bevindt: daardoor kan het
apparaat onherstelbaar beschadigd worden.
Warm het apparaat nooit op met gesloten deksel.
Maximum-
Minimum-
Laat het apparaat 10-15 min. afkoelen voordat je
de bak ledigt, zodat de olie afkoelt.
A
B
Kraan GESLOTEN
Verwijder de olie in overeenstemming met
de regelgeving die geldt in het land waar het
apparaat wordt gebruikt.
Kraan OPEN
B
8
5.4. Tips voor gebruik van het apparaat
Indien het apparaat voor langere tijd niet wordt
gebruikt, ga dan als volgt te werk:
1. Sluit de gaskraan;
2. Maak het apparaat en de zone daarrond
grondig schoon;
3. Breng op de roestvrijstalen oppervlakken een
laag vaseline aan;
4. Voer alle onderhoudswerkzaamheden uit;
5. Laat het apparaat onbedekt en de bakken
open.
Maak de bak na gebruik steeds leeg.
Om normaal gebruik van het apparaat te
verzekeren, handel volgens de onderstaande
instructies:
Gebruik uitsluitend de door de fabrikant
aangegeven accessoires;
Gebruik de frituurmandjes op gepaste wijze;
Controleer voor het invullen van het bakje of
de aftapkraan is gesloten.
Zorg ervoor dat het oliepeil nooit onder het
gemarkeerde minimum niveau daalt;
NEDERLANDS
Controleer bij onderdompeling van het
frituurmandje of de olie de ingestelde
temperatuur heeft bereikt.
Dompel het mandje langzaam om overmatige
schuimvorming te vermijden.
Filtreer vaak de frituurolie.
Tijdens korte pauzes moet de temperatuur
worden verlaagd om het verbruik te
verminderen en veroudering van de olie te
vertragen.
Het wordt aanbevolen om de olie te
veranderen wanneer het donker wordt of rook
bij temperaturen 160 °C - 180 °C ontstaat.
Vaak gebruikte olie heeft een laag vlampunt.
Neem in acht dat de te natte producten of te
grote belasting het plotselinge koken van de
frituurolie veroorzaken.
Gebruik nooit het apparaat zonder
olie in het bakje. Dit kan leiden tot
onherstelbare schade aan het apparaat.
Bij het verwarmen van de friteuse
verwijder het deksel.
NL
6. REINIGING EN ONDERHOUD
6.1. Aanwijzingen voor reiniging en onderhoud
voorzieningen die, als ze geactiveerd worden,
Activeer alle aanwezige veiligheidsvoorzieningen voordat je onderhoudswerkzaamheden uitvoert. Let er vooral op de
gaskraan te sluiten en de toegang tot
6.2. Routine-onderhoud
Het routine-onderhoud bestaat uit het dagelijks
schoonmaken van alle onderdelen die in contact komen
met levensmiddelen en het regelmatig onderhoud van
de branders, mondstukken en afvoerleidingen.
Zorgvuldig onderhoud verzekert de beste prestaties,
een langere levensduur van het apparaat en een goede
werking van de veiligheidsvoorzieningen.
Richt geen directe waterstralen of hogedrukreiniger op
het apparaat.
Gebruik voor het schoonmaken van het roestvrij staal
geen staalwol, -borstels of -schrapers omdat deze
ijzerdeeltjes op de oppervlakte kunnen achterlaten die
door oxidatie roest veroorzaken. Gebruik voor het
verwijderen van opgedroogde resten spatels van hout
of kunststof of zachte schuursponsjes.
Als het apparaat voor langere tijd niet wordt
gebruikt, dien je vaseline op alle roestvrije
oppervlakken aan te brengen en de openingen
regelmatig te verluchten.
onverwachte gevaren voor de veiligheid en
gezondheid van personen kunnen betekenen, te
verhinderen.
gevaarlijke of voor de gezondheid schadelijke
stoffen (oplosmiddelen, benzine enz.) bevatten.
Laat regelmatig de volgende
onderhoudswerkzaamheden door gespecialiseerd
personeel uitvoeren:
controle van de veiligheidsthermostaat.
Gebruik geen reinigingsmiddelen die
controle van de druk en de luchtdichtheid van
het systeem
;
controle van de goede werking van de
thermoelementen
;
controle van de goede werking van de
afvoerpijp en eventuele reiniging ervan
;
9
NL
NEDERLANDS
6.3. Reiniging van de bak
Ga volgens de onderstaande instructies te werk.
1. Schakel het apparaat uit en laat de olie en het
apparaat afkoelen.
2. Maak de bak leeg. (Paragraaf 5.3)
3. Verwijder en reinig de frituurmanden en de
mandhouder.
4. Maak de binnenzijde van de bak schoon met
een voor de voedingsindustrie geschikt
reinigingsmiddel.
5. Spoel de bak met helder water en ledig deze.
7. STORINGEN
De volgende informatie dient voor het herkennen
en oplossen van eventuele functiestoringen die
zich tijdens het gebruik kunen voordoen.
Probleem Oorzaken Oplossingsmogelijkheden
Gaslucht.
De ontstekingsvlam ontsteekt
niet.
De ontstekingsvlam gaat steeds
opnieuw uit.
De ontstekingsvlam brandt, maar
de brander ontsteekt niet.
Soms ontsnapt gas dor het
uitdoven van de vlam.
De piëzo-ontstekingsvoorziening
werkt niet.
Lucht in de leidingen doordat
apparaat voor langere tijd niet
werd gebruikt.
Het thermoelement is niet heet
genoeg.
6. Om de resten van het reinigingsmiddel te
verwijderen, kan je de bak met een speciale
reiniger of een oplossing van water en azijn
inspuiten.
7. Spoel, ledig en droog de bak(ken).
Maak de accessoires na gebruik met een
geschikte ontvetter schoon. Er wordt aanbevolen
de accessoires in een vaatwasmachine te
wassen.
Sommige van deze problemen kunnen door de
gebruiker opgelost worden, voor alle andere is
preciese vakkennis vereist en geldt dan ook dat
deze uitsluitend door gekwalificeerd personeel
opgelost mogen worden.
Gaskraan sluiten en vertrek
verluchten.
Test de werking van de
ontstekingsvoorzieningen. Ontsteek
de ontstekingsvlam met de hand.
Raadpleeg klantenservice.
Verleng het ontstekingsproces.
Controleer of de veiligheidsthermostaat in werking is getreden.
Controleer de werkingsthermostaat.
Indien het probleem blijft
voortduren, raadpleeg dan de
klantenservice.
De vlam is geel.
Brander vuil of afvoerpijp
verstopt.
10
Raadpleeg de klantenservice.
HIER
LET OP
TEGEN
VOCHT
ID 06
8. INSTALLATIE
8.1. Verpakking en uitpakken
Bij uitpakken en installatie van het apparaat
dienen de instructies van de fabrikant worden
nageleefd die direct op de verpakking en in deze
gebruiksaanwijzing worden omschreven.
Voor hijsen en transport van het product is het
gebruik van een vorkheftruck of palletwagen
aanbevolen waarbij bijzondere aandacht moet op
de gelijkmatige gewichtsverdeling worden besteed
om het risico van kantelen te voorkomen (het
vermijden van overmatige hellingen!)
Let bij het gebruik van de hefinrichting op
de gastoevoerslang en de positie van de
stelvoeten.
De verpakking bestaat uit kartonnen dosje en de
houten pallet. Op de kartonnen doos is aantal
symbolen weergegeven die in overeenstemming
met de internationale regelgeving over de regels
tijdens het laden en het lossen, bij transport en
opslag het apparaat informeren.
NEDERLANDS
Controleer bij ontvangst of de verpakking volledig
is en tijdens het vervoer niet wordt beschadigd.
Meld de eventuele schade onverwijld bij de
vervoerder.
Pak het apparaat zo snel mogelijk uit om te
controleren of het niet beschadigd wordt.
Een kartonnen doos niet met scherpe
gereedschappen open doen. Dit kan schade aan
de roestvrij stalen platen binnen de verpakking
veroorzaken.
Haal de kartonnen verpakking uit het apparaat
van boven.
Controleer na het uitpakken van het apparaat of
de uitrusting met de bestelling overeenkomt.
Bij onregelmatigheid informeer onmiddellijk de
verkoper.
NL
Bewaar het verpakkingsmateriaal (nylon
zakjes, piepschuim, nieten, ...) buiten het bereik
van kinderen!
Verwijder de beschermende PVC-laag van de
binnenste en buitenste oppervlaken. Gebruik
hiervoor geen metalen gereedschap.
NAAR
GLAS
BESCHERMEN
BOVEN
8.2. Installatie (onderhoudsmonteur)
Het hele installatieproces moet vanaf het begin van de
uitvoering goed worden overwogen.
De installatieplaats moet van alle toevoeraansluitingen
en de afvoerleiding voor productieresten worden
voorzien. De plaats moet tevens goed worden verlicht
en aan alle hygiënische en sanitaire vereisten volgens
de geldende wetgeving voldoen.
De installatie moet op een afstand van minstens
5 cm van de wand gebeuren als deze niet tegen
een temperatuur van minstens 150 °C bestand is.
Plaats het apparaat horizontaal door het instellen van
de afzonderlijke stelvoeten.
Om de goede werking van het apparaat te
garanderen, mag het enkel in permanent
verluchte ruimten worden geïnstalleerd en
gebruikt.
Het interne gastoevoersysteem en de ruimten
waarin het apparaat wordt opgesteld, moeten aan
de geldende bepalingen van het land van gebruik
voldoen (ministerieel besluit van 12 juli '96 en
UNI-CIG 87/23).
50
Men dient de voor een regelmatige verbranding
van het gas aan de branders vereiste luchthoeveelheid toe te voeren, d.w.z. ong. 2 kubieke
meter per uur per kW geïnstalleerd vermogen.
11
ID 06
ID 08
NEDERLANDS
8.3. Installatie van de rookafvoerpijp (onderhoudsmonteur)
Bij de overhandiging van het apparaat wordt
een afvoerpijpverlenging (A) met afdekking
(B), afvoerpijprooster (C) en bevestigingsschroeven meegeleverd.
De montage gebeurt zoals in de figuur wordt
weergegeven.
Verbind de verlenging (A) met het uiteinde
van de afvoerpijp (D).
Plaats de afdekking (B) op het oppervlak van
de bak.
Verbind de afdekking (B) door middel van
schroeven met de verlenging (A) in het
bovenste deel.
Breng het afvoerpijprooster (C) aan.
C
B
A
D
NL
8.4. Gasaansluiting (onderhoudsmonteur)
De gasaansluiting moet volgens de geldende
bepalingen gebeuren.
Voordat je het apparaat aansluit, dien je de
specificaties, het gastype, de werkingsdruk en het
debiet, die weergegeven worden op het
typeplaatje, te controleren.
De aansluiting komt tot stand door het verbinden
van de aansluitingsslang van het apparaat met de
buis van het gasnet. Aan de verbinding moet een
afsluitklep worden geïnstalleerd om de gastoevoer
indien nodig te kunnen onderbreken.
Indien in het gastoevoersysteem aanzienlijke
drukschommelingen optreden, dan wordt het
gebruik van een drukregelaar aanbevolen.
Na de aansluiting dien je te controleren of er
eventueel gaslekken zijn.
Gebruik nooit open vuur om gaslekken te
zoeken!
8.5. Elektrische aansluiting (onderhoudsmonteur)
Sluit de stroomonderbreker op de voedingskabel
van het apparaat aan zoals in de figuur en op het
schakelplan (zie bijlagen) weergegeven wordt.
Gebruik kabels van het type H05RN-F.
L
N
12
ID 12
A
A
B
C
C
8.6. Afvoer van de verbrandingsproducten
Voor de installatie van apparaten van het type "A"
is geen aansluiting op een rookafvoersysteem
voorzien, maar een geschikte afvoerkap met
veilige werking zodat de verbrandingsproducten
naar buiten afgevoerd worden.
Installatie onder afvoerkap (A).
Plaats het apparaat onder de kap (1) en monteer
aan de afvoeraansluiting van het apparaat een
buis met de in de figuur weergegeven afmetingen.
Het uiteinde van de afvoerleiding moet zich
minstens 1,8 meter bevinden boven het oppervlak
waarop het apparaat is opgesteld.
8.7. Montage van het apparaat in rij
Om de apparaten in rij (naast elkaar) te monteren,
dien je als volgt te werk te gaan.
Demonteer de bedieningspanelen en verwijder
indien nodig de afvoerrooster.
Gebruik op de aangrenzende zijdelen een
afdichtband (A).
NEDERLANDS
De gastoevoer van het apparaat moet
rechtstreeks met het systeem van gedwongen
afvoer verbonden zijn: een verstopping van de
afvoerblazer moet de onderbreking van de
gastoevoer veroorzaken.
De blazer van het afvoersysteem moet
automatisch aanslaan als de gaskraan geopend
wordt.
Schuif de apparaten tegen elkaar aan en plaats
ze horizontaal (door het instellen van de
stelvoeten).
Verbind de apparaten met de
bevestigingselementen.
NL
8.8. Ombouw van gastoevoer (onderhoudsmonteur)
Het apparaat werd door de fabrikant met het op
het typeplaatje weergegeven gas getest. Indien
een ander gastype gebruikt wordt, dan dient men
als volgt te werk te gaan.
1. Sluit de gaskraan (A).
2. Vervang het mondstuk van de brander
(zie aparte paragraaf).
3. Vervang het mondstuk van de
ontstekingsvlam (zie aparte paragraaf).
4. Stel het minimum aan de gaskraan van
de brander in (zie aparte paragraaf).
5. Stel indien nodig de primaire luchttoevoer
van de brander af.
6. Verwijder de op het typeplaatje
aangebrachte sticker en breng de nieuwe
sticker aan, waarop het gebruikte gas
wordt weergegeven (positie 13 van het
typeplaatje).
13
NL
A
B
NEDERLANDS
8.9. Het testen (onderhoudsmonteur)
Vóór de ingebruikname van het apparaat, dien je
het systeem te testen om de
werkingsvoorwaarden van elk onderdelen te
beoordelen en eventuele onregelmatigheden op
te merken.
Voer voor het testen de volgende
controlehandelingen uit:
1. Open de gaskraan en controleer de
luchtdichtheid van de verbindingen;
2. Controleer of de brander goed ontsteekt
en gas verbrandt;
3. Controleer en regel indien nodig de
gasdruk en het debiet bij minimum en
maximum (zie aparte paragraaf);
4. Controleer of het veiligheidsthermoelement goed werkt;
5. Controleer of er geen gaslekken zijn.
9. INSTELLINGEN
Let er vooral op de gaskraan te sluiten en de
Activeer alle aanwezige veiligheidsvoorzieningen voordat je het apparaat begint in te
stellen.
9.1. Instellingen van elektroventiel van het gas (onderhoudsmonteur)
Deze instelling mag enkel uitgevoerd worden als
het gastype dat dient aangesloten te worden,
afwijkt van het testgastype, waarvoor de
toevoerombouw werd uitgevoerd. Vóór het
uitvoeren van deze instelling dient gecontroleerd
te worden of de gasdruk overeenstemt met de
waarde van de aan het gastype beantwoordende
nominale druk (zie bijgevoegde tabel).
Ga hiervoor als volgt te werk.
1. Sluit de gaskraan.
2. Open de klep.
3. Schroef de schroef van de drukaansluiting
"OUT" (A) eruit en sluit de manometer
aan.
4. Schroef de dop (B) af.
5. Open de gaskraan.
6. Ontsteek de brander en stel de schroef B
zo in dat op de manometer de in de tabel
(zie bijlagen) weergegeven druk
aangeduid wordt. Controleer of de vlam
stabiel is. Breng na de instelling een laag
lak aan op de schroef zodat deze niet lost.
toegang tot voorzieningen die, als ze geactiveerd
worden, onverwachte gevaren voor de veiligheid
en gezondheid van personen kunnen betekenen,
te verhinderen.
7. Schakel de brander uit, verwijder de
manometer en breng het apparaat
opnieuw in de beginstand.
14
ID 18
A
B
C
A
ID 17
B
NEDERLANDS
9.2. Vervangen van het mondstuk van de brander (onderhoudsmonteur)
Ga hiervoor als volgt te werk.
Sluit de gaskraan.
Open de klep (A).
Vervang het mondstuk (B) door een die voor
Breng het apparaat op het einde opnieuw in
de beginstand.
Sluit de klep.
het type gebruikt gas geschikt is (zie bijlagen).
9.3. Vervangen van het mondstuk van de ontstekingsvlam (onderhoudsmonteur)
Ga hiervoor als volgt te werk.
Sluit de gaskraan
Open de klep (A).
De ontstekingsvlam bevindt
zicht naast de brander.
Schroef de dop (B) af.
Trek mondstuk C eruit en vervang dit
mondstuk door een dat voor het type gebruikt
gas geschikt is (zie bijgevoegde tabellen).
Breng de dop opnieuw aan en breng het
apparaat opnieuw in de beginstand.
Sluit de klep.
NL
15
NL
NEDERLANDS
10. VERWIJDERING VAN HET APPARAAT
Het apparaat is in overeenstemming met
de Europese richtlijn 2002/96/EG, WASTE
ELECTRICAL AND ELECTRONIC EQUIPMENT
(WEEE) gekenmerkt.
Door de verwijdering van het product op
de juiste manier draagt de gebruiker bij om
potentiële negatieve gevolgen voor het milieu en
de gezondheid te voorkomen.
Het symbool op het product of op de
meegeleverde documentatie informeert dat dit
product niet als huishoudelijk afval mag worden
behandeld maar het moet in een bepaalde
inzamelpunt voor de recycling van elektrische en
elektronische apparaten worden geleverd.
Neem de plaatselijke regelgeving in acht voor het
verwijderen van afval.
Voor meer informatie over de behandeling,
terugwinning en recycling van dit product, neem
contact op met de gemeente, het
afvalverwerkingsbedrijf of de winkel waar het
product wordt gekocht.
16
ANLAGEN
ATTACHMENTS
ANNEXES
ALLEGATI
ANEXOS
ANEXOS
BIJLAGEN
ZAŁĄCZNIKI
FRG91M00
ANSCHLUSSSCHEMA - CONNECTION CARD – FICHE DES RACCORDEMENTS -
SCHEDA ALLACCIAMENTI - FICHA DE ENLACES - ESQUEMA DAS CONEXÕES -
PLAN AANSLUITINGEN SCHEMAT PODŁĄCZENIA
Gasanschluss
Gas Input
Raccordement du gaz
Allacciamento gas
Conexiòn Gas
Ligação de gás
Gasaansluiting
Przyłącze gazu
Elektroanschluss
Electric Connection
Branchement electrique
Allacciamento elettrico
LAUT GESETZLICHER VORSCHRIFT STEHT DIESES HANDBUCH UNTER EIGENTUMSVORBEHALT UND DARF AUS DIESEM GRUND NICHT OHNE UNSERE GENEHMIGUNG
VERVIELFÄLTIGT UND/ODER IN JEGLICHER FORM AN DRITTE WEITERGEGEBEN WERDEN!
GB
IN COMPLIANCE WITH THE LAW IN FORCE,IT IS PROHIBITED TO REPRODUCE AND/OR
DISTRIBUTE THIS MANUAL IN ANY WAY WITHOUT THE AUTHORISATION OF THE PROPRIETOR!
FR
AUX TERMES DE LA LOI, LA PROPRIETE DE CETTE NOTICE EST RESERVEE. IL EST DONC
INTERDIT DE LA REPRODUIRE ET/OU DE LA DISTRIBUER SOUS QUELQUE FORME QUE CE SOIT
SANS NOTRE AUTORISATION!
IT
A TERMINI DI LEGGE È RISERVATA LA PROPRIETÀ DI QUESTO MANUALE CON DIVIETO DI
RIPRODURLO E/O DISTRIBUIRLO IN QUALSIASI FORMA SENZA NOSTRA AUTORIZZAZIONE!
ES
DE ACUERDO CON LOS TÉRMINOS DE LA LEY ESTÁ RESERVADA LA PROPIEDAD DE ESTE
MANUAL CON EXPRESA PROHIBICIÓN DE REPRODUCIRLO Y /O DISTRIBUIRLO EN CUALQUIER
FORMA SIN NUESTRA AUTORIZACIÓN!
PT
A PROPRIEDADE DESTE MANUAL É RESERVADA POR LEI, SENDO PROIBIDA A SUA
REPRODUÇÃO E/OU DISTRIBUIÇÃO EM QUALQUER FORMA SEM A NOSSA AUTORIZAÇÃO!
NL
DE FABRIKANT BEHOUDT ZICH HET RECHT VOOR OM DE KENMERKEN VAN DE
TOESTELLEN DIE IN DEZE PUBLICATIE WORDEN VOORGESTELD TE WIJZIGEN ZONDER
VOORAF TE VERWITTIGEN!
PL
ZGODNIE Z PRZEPISAMI PRAWNYMI NINIEJSZA INSTRUKCJA JEST NASZĄ WŁASNOŚCIĄ
I Z TEGO POWODU NIE MOŻE BYĆ BEZ NASZEJ ZGODY POWIELANA I / LUB PRZEKAZYWANA
W JAKEJKOLWIEK FORMIE OSOBOM TRZECIM!
Loading...
+ hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.