Deze gebruiksaanwijzing bevat de beschrijving van de installatie, de bediening en het
onderhoud van het apparaat en dient als belangrijke informatiebron en naslagwerk.
De kennis en het in acht nemen van alle hier beschreven veiligheidsvoorschriften en
instructies is een voorwaarde voor veilig en juist gebruik van het apparaat.
Daarom moeten de voor het toepassingsgebied van het apparaat geldende lokale
voorschriften inzake ongevallenpreventie en algemene veiligheidsvoorschriften worden
opgevolgd.
De gebruiksaanwijzing is een integraal onderdeel van het product en moet altijd binnen
handbereik bewaard worden, zodat deze installatie-, bedienings-, onderhouds- en
reinigingspersoneel er gebruik van kan maken.
1.2 Symboolverklaring
Belangrijke veiligheids- en technische instructies zijn in deze gebruiksaanwijzing aangeduid
door symbolen. Deze instructies moeten bij het gebruik van dit apparaat absoluut in acht
worden genomen om ongelukken, gevaar voor personen of materiële schade te vermijden.
WAARSCHUWING!
Dit symbool waarschuwt voor gevaren, die tot lichamelijk letsel kunnen leiden. Volgt
u de aangegeven veiligheidsinstructies op en wees in deze gevallen heel voorzichtig.
GEVAAR! Gevaar voor elektrische schokken!
Bij dit symbool moet men op gevaarlijke situaties letten, die elektrische schokken
kunnen veroorzaken. Als de veiligheidsvoorschriften niet worden opgevolgd,
bestaat het gevaar van lichamelijke letsel en levensgevaar.
OPGELET!
Met dit symbool worden aanwijzingen gegeven, die als zij niet in acht worden
genomen, tot beschadiging, slecht functionerenen/of storing van het apparaat
kunnen leiden.
AANWIJZING!
Dit symbool wijst op tips en informatie die wezenlijk zijn voor efficiënt en
storingsvrij gebruik van het apparaat.
- 62 -
1.3 Aansprakelijkheid en vrijwaring
Alle gegevens en tips die zijn opgenomen in deze gebruiksaanwijzing zijn samengesteld
rekening houdend met de geldende voorschriften, de actuele technische stand van zaken
en onze langdurige inzichten en ervaring.
Ook de tekst van deze gebruiksaanwijzing is zo goed mogelijk vertaald. Wij zijn echter niet
aansprakelijk voor eventuele fouten in de vertaling. Doorslaggevend is de bijgevoegde
Duitse versie van deze gebruiksaanwijzing.
Het geleverde apparaat kan bij speciale bestellingen, aanvullende bestelopties of
vanwege de nieuwste technische ontwikkelingen afwijken van de hier beschreven regels
en grafische afbeeldingen.
AANWIJZING!
Lees deze gebruiksaanwijzing aandachtig door, voordat u handelingen verricht
met het apparaat, met name voordat u het in gebruik neemt.
De producent is niet aansprakelijk voor de schade en gebreken die zijn ontstaan als
gevolg van:
- het niet in acht nemen van de aanwijzingen voor bediening en reiniging;
- oneigenlijk gebruik;
- het aanbrengen van wijzigingen door de gebruiker;
- de toepassing van ongeoorloofde reserveonderdelen.
Wij behouden ons het recht voor om technische veranderingen in het product aan te
brengen die leiden tot verbetering van de gebruikseigenschappen en de verdere
ontwikkeling van het apparaat.
1.4 Auteursrecht
De gebruiksaanwijzing en de erin opgenomen teksten, tekeningen, foto’s en andere
afbeeldingen zijn auteursrechtelijk beschermd. Niets (ook gedeeltelijk) uit deze uitgave
mag in ongeacht welke vorm worden verveelvoudigd, verwerkt en/of gepubliceerd
zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de fabrikant. Overtreding van het
bovenstaande verplicht tot schadevergoeding. Wij behouden ons het recht voor tot
verdere vorderingen.
AANWIJZING!
De inhoudelijke gegevens, teksten, tekeningen, foto’s en andere afbeeldingen
vallen onder het auteursrechten het recht op de bescherming van de industriële
eigendom. Ieder misbruik is strafbaar.
1.5 Verklaring van Conformiteit
Het apparaat beantwoordt aan de actuele EU-normen en richtlijnen.
Dit bevestigen we in de EG-verklaring van Conformiteit. Indien gewenst,
sturen we u graag de betreffende Verklaring van Conformiteit toe.
- 63 -
2. Veiligheid
In dit gedeelte wordt een overzicht gegeven van alle belangrijke veiligheidsaspecten.
Bovendien zijn er in de onderstaande hoofdstukken concrete veiligheidsvoorschriften
opgenomen (aangeduid met symbolen) om risico’s te voorkomen. Daarom moeten de
op het apparaat aangebrachte pictogrammen, tekens en opschriften in acht genomen
worden en steeds goed leesbaar gehouden.
Het in acht nemen van alle veiligheidsvoorschriften garandeert een optimale bescherming
tegen gevaren en een veilig en storingsvrij gebruik van het apparaat.
2.1 Algemeen
Het apparaat is gemaakt volgens de laatste stand der techniek. Het kan echter een bron
van gevaar vormen als het apparaat niet in overeenstemming met zijn bestemming
gebruikt wordt.
Kennis van de inhoud van deze gebruiksaanwijzing is een van de voorwaarden, om
gevaren en fouten te vermijden waardoor het apparaat veilig en storingsvrij gebruikt kan
worden. Om gevaren te vermijden en om de optimale werking te garanderen mag het
apparaat zonder uitdrukkelijke toestemming van de fabrikant niet veranderd of
omgebouwd worden.
Het apparaat mag alleen gebruikt worden als het zich in goede technische en veilige
staat bevindt.
2.2 Aanwijzingen voor de veiligheid bij het gebruik van het apparaat
De veiligheidsinstructies hebben betrekking op de EU-verordeningen, die op het tijdstip
van productie van het apparaat van kracht zijn.
Als het apparaat voor commerciële doeleinden wordt gebruikt, is de gebruiker ertoe
verplicht, om gedurende de hele exploitatieperiode van het apparaat te controleren of
de genoemde veiligheidsvoorschriften overeenstemmen met de actuele regels en om
nieuwe voorschriften na te leven.
Buiten de Europese Unie moeten de geldende veiligheidsvoorschriften en regels in acht
worden genomen van de plaats waar het apparaat gebruikt wordt.
Behalve de arbeidsveiligheidsvoorschriften uit deze gebruiksaanwijzing moeten de voor
het toepassingsgebied van het apparaat algemeen geldende veiligheidsvoorschriften,
voorschriften inzake ongevallenpreventie en de geldende richtlijnen inzake
milieubescherming in acht worden genomen en opgevolgd.
OPGELET!
o Het apparaat mag worden gebruik door kinderen vanaf 8 jaar en door personen
met fysieke, sensorische of verstandelijke beperkingen, met weinig ervaring en/of
kennis, wanneer dit onder toezicht gebeurt of nadat zij zijn geïnstrueerd over veilig
gebruik van het apparaat en zij begrijpen welke gevaren het gebruik van het
apparaat met zich meebrengt.
- 64 -
o Kinderen mogen niet met het apparaat spelen.
o Kinderen mogen het apparaat niet schoonmaken of onderhoud plegen, tenzij ze
ouder zijn dan 8 jaar en onder toezicht staan.
oKinderen jonger dan 8 jaar mogen zich niet in de buurt van het apparaat en de
aansluitingskabel bevinden.
o Deze gebruiksaanwijzing zorgvuldig bewaren. Als u het apparaat overdraagt aan een
derde dient u deze gebruiksaanwijzing ook mee te geven.
o Alle personen die het apparaat gebruiken, moeten zich houden aan de aanbevelingen
en aanwijzingen uit deze gebruiksaanwijzing.
o Gebruik het apparaat uitsluitend in gesloten ruimten.
2.3 Reglementair gebruik
De veiligheid is alleen dan gegarandeerd als het apparaat gebruikt wordt in overeenstemming met zijn bestemming.
Alle technische ingrepen, ook de montage en het onderhoud, mogen uitsluitend worden
uitgevoerd door de gekwalificeerde klantenservice.
Het apparaat is bestemd voor gebruik in het huishouden en op vergelijkbare plaatsen,
zoals:
→ personeelskeukens van winkels, kantoren of andere dienstverlenende
bedrijven;
→ landgoederen;
→ voor klanten in hotels, motels en vergelijkbare huisvestingsvoorzieningen;
→ bed and breakfast.
De vrieskast is uitsluitend bestemd voor het invriezen en lang bewaren van
geschikte voedingsmiddelen en voor het maken van ijsblokjes.
OPGELET!
Elk gebruik van het apparaat voor andere en/of afwijkende doeleinden dan
waarvoor het bestemd is, is verboden en wordt aangemerkt als niet in
overeenstemming met zijn bestemming.
Alle vorderingen, ongeacht in welke vorm op de fabrikant en/of zijn gemachtigde
met betrekking tot schade die is veroorzaakt door oneigenlijk gebruik, zijn
uitgesloten.
Voor alle schade die is veroorzaakt door verkeerde bediening van het apparaat is
alleen en uitsluitend de gebruiker aansprakelijk.
- 65 -
3. Transport, verpakking en bewaring
3.1 Controle bij aflevering
Als het apparaat afgeleverd is, onmiddellijk controleren of het compleet en zonder
transportschade is. Als er duidelijk zichtbare transportschade is, het geleverde apparaat
niet of alleen onder voorbehoud aannemen.
De schade opschrijven op de transportdocumenten/ het leveringsdocument van de
leverancier. Vervolgens reclameren.
Verborgen gebreken onmiddellijk nadat ze zijn geconstateerd, reclameren, omdat eisen
tot schadevergoeding alleen binnen de reclamatieperiode mogelijk zijn.
3.2 Verpakking
Gooi het verpakkingsmateriaal van het apparaat niet weg. U kunt het eventueel gebruiken
voor het bewaren van het apparaat, bij een verhuizing of als u het apparaat bij eventuele
schade aan ons servicepunt moet sturen. Verwijder voor de ingebruikname het buitenste
en binnenste verpakkingsmateriaal volledig van het apparaat.
AANWIJZING!
Indien u de verpakking wilt weggooien, let dan op de in uw land geldende regels.
Lever het verwerkbare verpakkingsmateriaal aan voor recycling.
Controleer of het apparaat en de accessoires compleet zijn. Indien er onderdelen
ontbreken, neem dan contact op met onze Klantenservice.
3.3 Bewaring
Bewaar de gesloten verpakking tot de installatie en volgens de op de buitenkant
aangebrachte plaats- en bewaringsmarkering.
Verpakte apparaten alleen als volgt bewaren:
- Niet buitenshuis bewaren.
- Droog en stofvrij bewaren.
- Niet blootstellen aan agressieve middelen.
- Tegen straling van de zon beschermen.
- Mechanische schokken vermijden.
- Bij langere bewaring (> 3 maanden) regelmatig de algemene
toestand van alle bestanddelen en van de verpakking controleren.
Indien nodig verbeteren of vernieuwen.
- 66 -
4. Specificaties
4.1 Overzicht van onderdelen
➆
➅
➄
➀
➁
➂
➃
Bedieningspaneel en indicatoren
➀
Deurgreep
➁
Deur
➂
In hoogte verstelbare voetjes
➃
Laden voor bevroren producten (4)
➄
Snelvriesvakken (2)
➅
IJsblokjesvorm
➆
- 67 -
egelaar in de richting van
).
Indicatoren en bedieningselementen
1
Temperatuurregelaar (niveaus 0-6, S)
De temperatuurregeling is uitgeschakeld, wanneer de temperatuurregelaar
in de positie „0“ is geplaatst. Draai de temperatuurr
de klok om de temperatuur te verlagen.
2
Indicator voor snelvriesmodus (geel)
Na het inschakelen van de snelvriesmodus gaat het gele controlelampje
branden (hoofdstuk 5.3, paragraaf „Het invriezen van voedingsmiddelen“
3
Controlelampje stroomvoorziening (groen)
Dit controlelampje gaat branden zodra het apparaat wordt aangesloten op
het lichtnet.
4
Controlelampje temperatuurstijging (rood)
Als de temperatuur in het apparaat stijgt boven -9 °C gaat dit
controlelampje branden.
4.2 Technische Gegevens
Naam
Art. nr.:
Uitvoering:
Koelmiddel: R600a
Werktemperatuur: tot -18 °C
Omgevingstemperatuur: +16 °C tot +32 °C
Energieklasse: A+
Netto inhoud: 196 liter
Aansluitwaarde: 0,165 kW / 230 V / 50 Hz
Afmetingen: B. 600 x D. 590 x H. 1.450 mm
Gewicht: 53,0 kg
Uitrusting: ijsblokjesvorm
Wijzigingen voorbehouden!
- 68 -
omdraaien van de draairichting van de deur mogelijk
Vrieskast 200 LN
700341
interieur en exterieur wit,
5. Installatie en bediening
5.1 Veiligheidsvoorschriften
GEVAAR! Gevaar voor elektrische schokken!
Het apparaat mag uitsluitend aangesloten worden op correct geïnstalleerde,
enkelvoudige geaarde stopcontacten.
Haal de voedingskabel nooit uit het stopcontact door aan de kabel te trekken maar
pak altijd de stekker beet.
•Let erop dat de voedingskabel niet in contact komt met warmtebronnen en scherpe
randen. Laat de voedingskabel niet van de tafel of het aanrecht naar beneden hangen.
Zorg ervoor dat niemand op de kabel kan stappen of erover kan struikelen.
• De voedingskabel niet knikken, pletten of knopen en altijd volledig uitrollen.
• Plaats het apparaat of andere voorwerpen nooit op de voedingskabel.
• De kabel niet onder tapijt of andere warmte-isolatie leggen. De kabel niet afdekken.
De kabel weghouden van het werkvlak en niet in water onderdompelen.
• Gebruik het apparaat niet als het niet juist functioneert, beschadigd is of is gevallen.
• Gebruik uitsluitend accessoires en onderdelen die door de fabrikant worden
aanbevolen. De garantie vervalt als er andere accessoires worden gebruikt, ze
kunnen gevaarlijk zijn voor de gebruiker, schade aan het apparaat veroorzaken en
leiden tot lichamelijke letsel.
• Bewaar geen zware, giftige of roestende voorwerpen in het apparaat.
• Boor geen gaten in het exterieur en interieur van de vrieskast en monteer ook geen
andere voorwerpen.
•Attentie! Bescherm tijdens het transport het apparaat tegen slechte weersinvloeden
(regen, sneeuw, vocht).
• Zorg ervoor dat de elementen van het koelsysteem (verdamper, compressor, etc.)
niet beschadigd raken, dit kan het lekken van het koelmiddel veroorzaken.
WAARSCHUWING!
Wanneer het koelmiddel uit het gesloten koelsysteem lekt, moet u het apparaat
loskoppelen van het lichtnet (trek de stekker uit het stopcontact!) en contact
- 69 -
5.2 Installatie en aansluiting
Voorbereiding van het apparaat
AANWIJZING!
Er zijn twee personen nodig voor de plaatsing van het apparaat!
• Haal de verpakking van het apparaat.
• Neem het apparaat van de piepschuimen onderzetter. Verwijder het plakband.
Verwijder indien nodig het piepschuim (transportbeveiliging) tussen de achterwand en
de condensator.
Attentie! De vrieskast is voorzien van een opgeschroefde deurgreep. Om te
voorkomen dat de greep eraf breekt, mag u hem niet gebruiken om het apparaat
op te tillen of te verschuiven.
• U kunt tijdens de plaatsing de voorkant van het apparaat een beetje achterover
laten hellen. Zo rijdt u het apparaat makkelijker met de wieltjes op zijn plaats.
• Verwijder het rode plakband dat alleen nodig is tijdens het transport.
• Attentie: Tijdens het openen van de deur van het apparaat valt er een rood
onderdeeltje uit. Dit is alleen nodig bij het transport.
• Verwijder al het verpakkingsmateriaal volgens de geldende voorschriften.
• Pak de twee afstandshouders (1) en
plaats ze in de geleiders (2) aan de
bovenkant van de achterwand (afb. 1).
Afb. 1
Plaatsing
• Plaats het apparaat in een droge, goed geventileerde ruimte.
• Zet het apparaat nooit op een brandbare ondergrond.
• Plaats het apparaat niet in de buurt van bronnen van open vuur, elektrische kachels,
verwarmingsketels of andere warmtebronnen, zoals direct zonlicht. Hoge
temperaturen kunnen de oppervlakte van het apparaat beschadigen, het
koelvermogen verminderen en het energieverbruik verhogen.
• U mag de vrieskast tijdens het plaatsen of bij transport niet onder een hoek van meer
dan 45° houden. Zo voorkomt u beschadigingen van de compressor. Wees
voorzichtig bij contact met de compressor en de deur, omdat beschadigingen het
gebruik van het apparaat beïnvloeden.
OPGELET!
De vrieskast mag niet worden geplaatst en gebruikt in onverwarmde ruimtes of op
het balkon!
- 70 -
• Plaats de vrieskast niet op plaatsen waar een hoge luchtvochtigheid heerst.
Dit kan de vrieskast beschadigen en het koelvermogen negatief beïnvloeden.
• De ventilatieopeningen aan de bovenkant van het apparaat mogen niet worden
geblokkeerd of afgedekt. Zorg voor vrije luchtcirculatie.
• Houd een afstand aan van minimaal 10 cm
tussen de bovenkant van het apparaat en
voorwerpen die zich daarboven bevinden
(bijv. een kastje). Anders stijgt het energieverbruik en kan de compressor oververhit
raken (afb. 2).
• Wanneer u het apparaat in een hoek
plaatst, zorg er dan voor dat de afstand
tot de zijwand minimaal 6 cm bedraagt
en dat de deur voldoende wijd opengaat
om de laden uit het apparaat te trekken
(afb. 3).
Afb. 2
Afb. 3
• Het apparaat moet op een vlakke ondergrond worden geplaatst en mag de wand
niet raken.
• Om ervoor te zorgen dat de deur vanzelf sluit, moet u de vrieskast naar achter laten
hellen door de voorste stelvoetjes op gelijke hoogte in te stellen. Til de vrieskast aan de
voorkant iets op, zodat de voorste stelvoetjes de grond niet raken en u ze in kunt stellen.
Aansluiting
GEVAAR! Gevaar voor elektrische schokken!
Wanneer het apparaat niet juist is geïnstalleerd kan het lichamelijk letsel
veroorzaken door elektrische schokken!
Vergelijk de parameters van het plaatselijke lichtnet met de technische gegevens
van het apparaat (zie typeplaatje) voordat u het apparaat installeert.
Sluit het apparaat alleen aan wanneer de gegevens overeenkomen!
Houd u aan de algemene veiligheidsvoorschriften!
•Attentie! Wanneer u het apparaat schever heeft gehouden dan 30°, dan moet u
minimaal 4 uur wachten met de aansluiting op het lichtnet. Als u zich niet houdt aan
deze aanbevelingen kan de compressor kapot gaan.
• Het elektriciteitscircuit en het stopcontact moeten met een zekering van minimaal
16A beveiligd zijn. Het apparaat mag alleen direct op een wandcontactdoos
aangesloten worden; het is niet toegestaan om verlengsnoeren of verdeelstekkers te
gebruiken.
- 71 -
• Zorg ervoor dat u het apparaat zodanig plaatst dat u altijd toegang hebt tot de stekker,
zodat u indien noodzakelijk het apparaat snel los kunt koppelen van het lichtnet.
Omdraaien van de draairichting van de deur (afb. 4, 5)
• Indien noodzakelijk kunt u de draairichting van de deur veranderen. Hiervoor zijn
nodig: sleutels met nummer 8 en 10, kruiskopschroevendraaier.
OPGELET!
De vrieskast mag bij het veranderen van de draairichting van de deur niet
horizontaal neergelegd worden!
Afb. 4, 5
•Waarschuwing! Voordat u de draairichting van de deur verandert, moet u het
apparaat loskoppelen van het lichtnet (haal de stekker uit het stopcontact!).
• U kunt nu de volgende stappen uitvoeren:
1. Open de deur.
2. Verwijder de 4 beschermplaatjes (c) die zich in de behuizing en aan de binnenzijde
van de deur bevinden.
3. Plaats het verlengstuk van het beschermplaatje 180° graden gedraaid aan de
andere kant.
4. Schroef de pin aan de binnenzijde van de deur in de buurt van (c)/(6) los.
Attentie! Houd de deur van het apparaat vast.
- 72 -
5. Haal de deur van het apparaat.
6. Schroef de bovenste bevestiging (6) los. Let op het kunststofplaatje onder de
bevestiging.
7. Draai de bevestiging (6) samen met het kunststofplaatje 180° en schroef he m
aan de andere kant van het apparaat vast in de twee vrije openingen die zich
naast elkaar bevinden.
8. Verwijder het onderste beschermpaneel (1).
9. Schroef bevestiging (2) met de pin los.
10. Schroef de pin met de ring uit de bevestiging en draai hem vervolgens in de
opening aan de andere kant van de bevestiging.
11. Verwijder bevestiging (7) en vervang hem door bevestiging (2) met de pin.
12. Plaats bevestiging (7) op de plaats van bevestiging (2).
13. Plaats de deur op de pin van bevestiging (2). Attentie! Houd de deur van het
apparaat vast.
14. Plaats de pin van bevestiging (6) in de deur van het apparaat.
15. Bedek de bevestigingen en de vrije openingen met de beschermplaatjes (c).
16. Verwijder het beschermplaatje (10) van het beschermpaneel (1) en plaats hem
aan de andere kant.
17. Monteer het beschermpaneel (1) opnieuw op het apparaat.
18. Om de handgreep op de andere kant van de deur te zetten, verwijdert u de
beschermkapjes van de schroeven (a) en de sluitdopjes (b).
19. Draai de schroeven uit de deurgreep. Schroef de deurgreep aan de andere kant
van de deur vast. Duw de meegeleverde sluitdopjes in de overgebleven
openingen in de deur en plaats de beschermkapjes op de schroeven.
5.3 Bediening
Voor het eerste gebruik!
• Reinig het apparaat voor het eerste gebruik (6.2 „Reiniging“).
• Sluit het apparaat aan op een enkel, geaard stopcontact.
• Het groene controlelampje lichtnet gaat branden. De ventilator gaat aan en blijft
continu werken.
- 73 -
Temperatuurinstelling
• De temperatuur is fabrieksmatig ingesteld op -18°C . U kunt de temperatuur naar
eigen behoefte instellen.
• De temperatuur kan met de draaiknop voor temperatuurregeling worden ingesteld
op een schaal van 0-6.
In de positie „0“ schakelt de compressor uit. Het apparaat is nog steeds
aangesloten op het lichtnet.
U stelt een lagere temperatuur in door de draaiknop voor temperatuurregeling met
de klok mee te draaien. U verkrijgt de laagste temperatuur (sterkste koeling)
wanneer de draaiknop voor temperatuurregeling in de positie „6“ staat.
AANWIJZING!
Zet de draaiknop voor temperatuurregeling eerst op de positie „3“. Als het
apparaat te hard koelt zet u hem vervolgens op de positie „1-3“, wanneer de
koeling onvoldoende is op de positie „3-6“.
• Wacht bij het eerste gebruik met het vullen van het apparaat met producten, totdat
de vrieskast de gewenste temperatuur heeft bereikt. Dit duurt gemiddeld 2 tot 3 uur.
Het invriezen van voedingsmiddelen
• Zet het apparaat in de snelvriesmodus wanneer u verse voedingsmiddelen gaat
invriezen. Zet hiertoe de draaiknop voor temperatuurregeling op de positie „S“.
De gele indicator voor snelvriesmodus gaat branden. In deze modus werkt de
compressor continu.
• De snelvriesvakken van het apparaat zijn aangeduid met het symbool .
• Leg de in te vriezen voedingsmiddelen in een van de snelvriesvakken en sluit het
vak en vervolgens de vrieskast.
• Haal na 24 uur de bevroren voedingsmiddelen uit het snelvriesvak en plaats ze in
een van de laden daaronder.
• Zet de draaiknop voor temperatuurregeling opnieuw in de uitgangspositie. De gele
indicator voor snelvriesmodus dooft.
OPGELET!
De snelvriesmodus schakelt niet automatisch uit.
Het apparaat mag niet langer dan 3 dagen onafgebroken in de snelvriesmodus
werken, anders kan de compressor beschadigd raken!
OPGELET!
Vries niet meer dan de maximale hoeveelheid producten in: 12 kg in 24 uur.
- 74 -
Afb. 6
• Houd een afstand van minimaal 2,5 mm tussen
de in te vriezen voedingsmiddelen aan (afb. 6).
Voedingsmiddelen die nog moeten worden ingevroren
mogen reeds bevroren producten niet raken.
• Bevries alleen producten die geschikt zijn om in te
vriezen en bestand zijn tegen lage temperaturen.
• Vries alleen verse voedingsmiddelen in.
• Kies voor ieder voedingsmiddel een geschikte verpakking en verpak het product op
de juiste wijze. De verpakking mag geen lucht of vocht doorlaten. Dit kan uitdrogen
van de ingevroren producten veroorzaken. Folieverpakkingen en zakken moeten
zacht en flexibel zijn zodat ze goed aansluiten op de inhoud.
Plaats geen onverpakte voedingsmiddelen in de vrieskast.
• Zet geen met vloeistof gevulde glazen flessen in het apparaat. Vloeistoffen zetten bij
bevriezing uit, waardoor de flessen kunnen barsten.
• Let erop dat u nooit ontdooide voedingsmiddelen of voedingsmiddelen die beginnen
te ontdooien opnieuw invriest. Dergelijke producten moeten binnen maximaal 24 uur
worden klaargemaakt en opgegeten.
• Houd u aan de aanwijzingen van de producent betreffende het invriezen van het
gegeven voedingsmiddel.
• U kunt het beste kleine porties invriezen en ontdooien. Zo is snel, gelijkmatig
invriezen en ontdooien van het product gegarandeerd. Schrijf de datum van invriezen
en de inhoud op de verpakking van het product.
• De temperatuur in de kast kan tijdelijk stijgen wanneer u grote hoeveelheden verse
producten invriest. Dit heeft geen invloed op de ingevroren producten die al in de
vrieskast worden bewaard.
• Vermijd het openen van de deur van de oven tijdens het invriesproces.
• Zorg voor de juiste temperatuurinstelling om onnodig energieverbruik te
voorkomen.
• Maak de deur van het apparaat niet open bij een stroomonderbreking of een
technische storing. Zo vertraagt u de temperatuurstijging in de vrieskast.
Bewaring van bevroren voedingsmiddelen
• Houd u aan de aanwijzingen die zich op de verpakking van het voedingsmiddel
bevinden. Wanneer deze aanwijzingen ontbreken het product in bevroren staat niet
langer dan maximaal 3 maanden na de aankoopdatum bewaren.
• Houd u bij vers ingevroren voedingsmiddelen aan de volgende bewaringstermijnen:
vis en worst niet langer dan 6 maanden;
kaas, gevogelte, varkensvlees, lamsvlees niet langer dan 8 maanden;
rundvlees, vruchten en groenten niet langer dan 12 maanden.
- 75 -
• Op de verpakking van industrieel ingevroren voedingsmiddelen staan de bewaartemperatuur en -tijd aangegeven. Houd u bij de bewaring en het gebruik van bevroren
producten aan de aanwijzingen van de producent van de voedingsmiddelen.
• Kies uitsluitend voedingsmiddelen die op de juiste manier zijn verpakt, met exacte
informatie op de verpakking en die bewaard zijn in een diepvries met een temperatuur
van maximaal -18°C.
• Vervoer gekochte diepgevroren producten in geschikte containers of tassen om te
voorkomen dat ze ontdooien. Plaats ze zo snel mogelijk opnieuw in de diepvriezer.
• Koop geen voedingsmiddelen die zijn bedekt met een rijplaag, omdat deze
producten al meerdere malen begonnen zijn met ontdooien.
• Bescherm de voedingsmiddelen tegen ontdooiing, omdat een temperatuurstijging de
bewaringstermijn verkort en de kwaliteit hierdoor achteruitgaat.
• Gebruik gedeeltelijk of volledig ontdooide voedingsmiddelen onmiddellijk. Dankzij de
lage temperatuur worden de voedingsmiddelen geconserveerd, maar de micro-organismen worden niet vernietigd. Zij reactiveren in een hoog tempo en veroorzaken het
bederven van voedingsmiddelen. De voedingswaarde van het voedingsmiddel gaat
snel achteruit bij gedeeltelijke ontdooiing, vooral in het geval van groenten en fruit en
kant-en-klare gerechten.
• Wanneer de verpakking is beschadigd of op onnatuurlijke wijze gewelfd, dan is het
waarschijnlijk dat hij niet op de juiste wijze is bewaard en kunt u veronderstellen dat
het product bedorven is.
Productie van ijsblokjes
• De ijsblokjes worden geproduceerd in de hiervoor bestemde ijsblokjesvorm.
Vul ieder vakje van de ijsblokjesvorm voor 3/4 met drinkwater.
• Plaats de ijsblokjesvorm in een van de snelvriesvakken.
• Laat de ijsblokjes gedurende circa 5 minuten staan bij kamertemperatuur en doe ze
vervolgens in een ijsblokjescontainer.
Ontdooien:
• Ontdooi het apparaat minimaal tweemaal per jaar, zodat de ijslaag niet dikker
wordt dan 5 mm.
Attentie! Koppel het apparaat voordat u begint met ontdooien los van het
lichtnet (haal de stekker eruit!).
• Verwijder alle voedingsmiddelen uit het apparaat. Bedek de bevroren producten met
dik materiaal en bewaar ze op een koele plaats, zodat ze niet ontdooien.
• Trek het lipje voor de afvoer van dooiwater uit, draai het
180
° en haak het in de opening (afb. 7). Plaats een
wateropvangschaal onder het lipje.
• Laat de deur van apparaat openstaan. Maak na het
ontdooien de oppervlakte van de vrieskast en de
uitrusting droog.
Afb. 7
- 76 -
Attentie! Gebruik geen scherpe voorwerpen of andere gereedschappen voor
het mechanisch verwijderen van de ijslaag!
• Trek het lipje voor de afvoer van dooiwater uit, draai het opnieuw 180° en plaats
het terug op de oorspronkelijke plaats.
• Sluit de deur van het apparaat. Schakel het apparaat in en wacht tot het de
gewenste temperatuur heeft bereikt, voordat u de bevroren voedingsmiddelen
opnieuw in het apparaat plaatst.
• Maak de deur van het apparaat indien mogelijk niet open bij een plotselinge
stroomonderbreking om koudeverlies te voorkomen.
• Sluit de vrieskast na een stroomonderbreking of het lostrekken van de stekker pas
na minimaal 15 minuten weer aan.
• Schakel het apparaat uit (zet de temperatuurregelaar in de positie „0“ en trek de
stekker eruit) als u het niet langer gebruikt. Ontdooi het apparaat zoals hierboven
beschreven staat.
• Wanneer u het apparaat gedurende langere tijd niet gebruikt, laat dan de deur
openstaan.
6. Reiniging en onderhoud
6.1 Veiligheidsvoorschriften
o Zowel voor reiniging als voor reparatie onderbreek voordat u het apparaat de
stroomtoevoer.
o Gebruik geen bijtende reinigingsmiddelen en zorg ervoor, dat er geen water
in het apparaat komt.
o Het is niet toegestaan het apparaat, de kabel of de stekker in water of een
andere vloeistof onder te dompelen, om elektrische schokken te vermijden.
OPGELET!
Het apparaat is niet geschikt voor het direct uitspoelen met een waterstraal. Daarom
is het niet toegestaan het apparaat met een hoogdruk waterstraal te reinigen!
6.2 Reiniging
o Maak het apparaat regelmatig schoon.
o Bescherm de binnenoppervlakken van het apparaat en alle kunststof elementen
tegen vet, zuren en sauzen. Wanneer deze oppervlakken toch verontreinigd raken,
maak die plaatsen dan onmiddellijk schoon met warm water en een mild
schoonmaakmiddel.
o Maak de buiten- en binnenoppervlakken schoon met warm water en een mild schoon-
maakmiddel. Afwissen met schoon water. Attentie! Gebruik nooit heet water voor het
schoonmaken van het apparaat!
o Maak de schoongemaakte oppervlakken zorgvuldig droog.
- 77 -
o Maak de deurrubbers regelmatig schoon en droog.
o Maak de uitrusting (laden, ijsblokjesvorm) regelmatig schoon met warm water en
maak ze droog alvorens ze in de vrieskast te plaatsen.
o Verwijder minimaal eenmaal per jaar het stof dat zich
op de achterwand van de vrieskast en de compressor
heeft verzameld.
o Een verontreinigde compressor heeft negatieve
invloed op de werking van het apparaat en verhoogt
het energieverbruik! Attentie! De compressor nooit
met water schoonmaken!
o Gebruik een droog, zacht borsteltje, elektrostatische
doekjes of een stofzuiger (afb. 8).
o Gebruik nooit agressieve schoonmaakmiddelen zoals bijv. schuurpoeders,
alcoholhoudende of alkalische schoonmaakmiddelen, oplosmiddelen of benzine die de
kunststof elementen en/of de laklaag kunnen beschadigen.
o Gebruik geen schurende doekjes of grove sponsjes voor het schoonmaken.
Afb. 8
6.3 Veiligheidsvoorschriften voor onderhoud
oControleer de voedingskabel regelmatig op beschadigingen. Het apparaat nooit
gebruiken wanneer de voedingskabel beschadigd is. Laat een beschadigde
voedingskabel vervangen door de servicedienst of een gekwalificeerde elektricien
om gevaar te voorkomen.
o Bij schade en storingen neemt u contact op met uw verkoper of onze Klantenservice.
Let op de aanwijzingen uit punt 7 betreffende het opzoeken van de storingen.
o Onderhoud- en reparatiewerkzaamheden mogen alleen door gekwalificeerde vaklui
worden uitgevoerd, onder gebruikmaking van originele reserveonderdelen en
accessoires. Probeert u nooit zelf het apparaat te repareren!
- 78 -
Oorzaak
Oplossing
Steek de stekker op de juiste
probeer deze indien mogelijk
7. Mogelijke storingen
Probleem
Het aangesloten
apparaat werkt
niet, het groene
controlelampje
lichtnet brandt
niet.
Het rode
controlelampje
voor stijgende
temperatuur
brandt.
De temperatuur in
het apparaat is te
hoog, slechts korte
pauzes in de
werking van de
compressor.
Het apparaat werkt
steeds luider.
Bij het openen van
de deur steekt de
deurrubber uit.
De oppervlakte
van het apparaat
is berijpt.
• De stekker zit niet goed in
het stopcontact.
• De zekering van de stroomvoorziening is beschadigd.
• Stroomuitval.
• Het apparaat is voor de
eerste keer aangesloten of
gedurende langere tijd
uitgeschakeld geweest
(bijv. om te ontdooien of na
een stroomonderbreking).
• De deur van het apparaat
staat open of wordt vaak
geopend en weer gesloten.
• Er bevindt zich een grote
hoeveelheid verse voedingsmiddelen in het apparaat en
de temperatuur is hoger
geworden dan -9°C.
• De deur van het apparaat is
niet hermetisch gesloten of
staat te lang open.
• Te veel producten in het
apparaat.
• Te warme producten in het
apparaat.
• De vrieskast staat niet op
een vlakke ondergrond.
• De vrieskast raakt de muur
of andere voorwerpen.
• Verontreinigde deurrubber
(bv. met plakkerige
voedingsmiddelen als
stroop, vet).
• De luchtvochtigheid van
de omgeving is hoger
dan 70 %.
•
manier in het stopcontact.
• Controleer de
stroomvoorziening.
• Controleer de
stroomvoorziening.
• Controleer de oorzaak en
weg te nemen. Wanneer de
indicator voor stijgende
temperatuur na 6 uur nog
niet is gedoofd, betekent dit
dat de compressor onafgebroken werkt of zichzelf niet
uitschakelt.
Neem in dat geval contact
op met de klantenservice of
de leverancier.
• Sluit de deur van het
apparaat, laat hem niet te
lang openstaan.
• Verwijder overbodige
producten uit het apparaat.
• Koel de voedingsmiddelen
af tot kamertemperatuur
voordat u ze invriest.
• Plaats de vrieskast op een
vlakke ondergrond.
• Zorg voor voldoende afstand
van het apparaat tot muren
en andere voorwerpen.
• Maak de deurrubber en de
gleuf voor het deurrubber
schoon en droog. De deurrubber opnieuw plaatsen.
• De ruimte ventileren, indien
mogelijk de bron van de
hoge luchtvochtigheid
verwijderen.
- 79 -
De bovenstaande gevallen zijn ter oriëntatie en dienen als voorbeeld. Als er zich
dergelijke of vergelijkbare problemen voordoen, moet u het apparaat onmiddellijk
uitschakelen en niet verder gebruiken. Wanneer u de storingen niet zelf heeft
kunnen oplossen met de bovenstaande aanwijzingen, moet u contact opnemen met
de klantenservice of de leverancier.
De volgende verschijnselen zijn geen storingen of fouten:
Een kort, hard geluid of klik wanneer de compressor van het apparaat aanslaat.
Geruis van stromend water. U hoort dit geluid bij normaal gebruik. Dit is het
koelmiddel dat in het systeem rondstroomt.
8. Afvalverwijdering
Oude apparaten
Het gebruikte apparaat moet worden verwijderd in overeenstemming met in uw land
geldende voorschriften. Aanbevolen wordt om contact op te nemen met een bedrijf dat
gespecialiseerd is in verwijdering.
WAARSCHUWING!
Om misbruik en de daaraan verbonden gevaren te voorkomen, maakt u uw oude
apparaat vóór de verwijdering onbruikbaar. Het apparaat uit het stopcontact halen
en de aansluitkabel uit het apparaat verwijderen.
AANWIJZING!
Bij de verwijdering van het apparaat dient
u de in uw land geldende voorschriften in
acht te nemen.