Deze gebruiksaanwijzing bevat de basisinformatie waarmee rekening moet
houden bij de montage, het gebruik en het onderhoud. Voordat begonnen wordt
met de installatie en het gebruik dienen zowel de monteur als het bedienende
personeel de volledige gebruiksaanwijzing door te lezen. Bewaar deze
gebruiksaanwijzing in de buurt van het apparaat, zodat u er altijd gebruik van kunt
maken.
1.1
2.
2.1
Toepassing
De inductiekooktoestellen zijn bedoeld voor het bereiden van maaltijden. U kunt
ze gebruiken voor het koken, warmhouden, flamberen, grillen etc. van gerechten.
Let op: bij het gebruik van inductieapparaten moet u speciale pannen toepassen.
Maak geen gebruik van zogenaamde NO-NAME-producten. De bodem van de
pan moet magnetisch zijn. Dit kunt u indien nodig testen met een magneet.
A105.942,.943,.954 340 x 420 x 100 mm 290 x 290 mm
A105.946,.948,.949 400 x 455 x 120 mm 350 x 350 mm
A105.956,.957 400 x 655 x 120 mm 350 x 560 mm
A105.952,.953 700 x 455 x 120 mm 650 x 350 mm
A105.935,.936,.937 400 x 455 x 180 mm Keramische wokkom
A105.938 500 x 555 x 235 mm Keramische wokkom
A105.950 400 x 400 mm 350 x 350 mm
A105.958 400 x 700 mm 350 x 350 mm
A105.968 700 x 700 mm 650 x 650 mm
282.410 400 x 700 x 860-900 mm 350 x 605 mm
282.420 800 x 700 x 860-900 mm 650 x 605 mm
2.2.2. Technische gegevens van het apparaat
Apparaat Spanning Vermogen Gewicht
105.840 1 x 230 V 3.0 kW 8,5 kg
A105.942,.943,.954 1 x 230 V 2.5, 3.0, 3,5 kW 9 kg
A105.949 3 x 400 V 5 kW 13 kg
A105.946,A105.948 1 x 230 V 3.0, 3.5 kW 11-13 kg
A105.937 3 x 400 V 5kW 14 kg
A105.935,A105.936 1 x 230 V 3.0, 3.5 kW 11-13 kg
A105.938 3 x 400 V 8 kW 19 kg
A105.950 3 x 400 V 5 kW 12 kg
A105.958 3 x 400 V 7, 10 kW 21 kg
A105.968 3 x 400 V 20 kW 40 kg
282.410 3 x 400 V 10 kW 50 kg
282.420 3 x 400 V 20 kW 80 kg
2.2.3. Werkingsvoorwaarden
-
max. afwijking netspanning van de nominale spanning +5%/-10%
Plaats het inductieapparaat op en horizontaal vlak. De openingen voor de
luchttoevoer en -afvoer niet bedekken. De ondergrond moet een draagvermogen
hebben van minimaal 40 kg. De lichtnetschakelaar moet makkelijk bereikbaar
zijn.
3.3 Installatievoorschriften
Houdt u aan de volgende voorschriften:
- Controleer en verzeker u ervan dat de spanning in de elektrische installatie een
waarde heeft die overeenkomt met de gegevens op het typeplaatje.
-
De elektrische installatie moet voldoen aan de plaatselijke voorschriften voor
installaties in gebouwen. Houdt u aan de VDE-bepalingen.
-
Het inductieapparaat is voorzien van een netwerkkabel die met de benodigde
stekker in het stopcontact gestoken kan worden.
+ Als een aardlekschakelaar is geïnstalleerd, moet deze geschikt zijn voor een
stroom van min. 30 mA.
-
Zorg ervoor dat de luchttoevoer en -afvoer niet geblokkeerd worden door andere
voorwerpen (stof, wanden etc.).
-
Zorg ervoor dat het inductieapparaat geen hete lucht uit de omgeving kan
aanzuigen (meerdere apparaten dicht bij elkaar, in de buurt van kantelbare
braadpannen of ovens). Anders moet een luchtkanaal toegepast worden.
-
Plaats het inductieapparaat niet in de buurt van of op een hete oppervlakte.
-
Het apparaat is uitgerust met een aanzuigfilter. Zorg er ondanks dat voor dat vette
omgevingslucht die door andere apparaten veroorzaakt is, niet door het
inductieapparaat aangezogen wordt (in de buurt van frituurpannen, grillplaten of
kantelbare braadpannen).
- De temperatuur van de aangezogen lucht moet lager zijn dan +35 °C.
-
Het bedienend personeel moet ervoor zorgen dat alle installatie-, onderhouds- en
inspectiewerkzaamheden worden uitgevoerd door gespecialiseerd personeel.
3.4 Installatievoorschriften voor het inbouwmodel
- De aangezogen lucht moet via een kanaal direct via het meegeleverde filter naar
de ventilatoren worden aangevoerd. De doorsnede van het aanvoerkanaal moet
groter zijn dan 200 cm².
- Voorkom thermische kortsluiting. De uitgestoten lucht mag niet opnieuw
aangezogen worden, omdat dit leidt tot temperatuurverhoging van het apparaat.
-
Test de inbouw met het oog op de praktische deugdelijkheid. Stel hiervoor de
maximale temperatuur van de koelplaat vast. U meet deze waarde op de
bodemplaat van de koelplaat onder de inductiespoel, in het midden bij de
transistormodule (groot, zwart blok). De temperatuur mag bij een werkingsduur
van 2 uur bij een omgevingstemperatuur van 20 °C niet hoger worden dan 50 °C.
-
Alle BI- modellen (A105.950, A105.958, A105.968) moeten vastgezet worden.
- De leiding van de potentiometer bij afstanden van meer dan 90 cm afschermen en
de afscherming verbinden met klem S van de inductiemodule.
- Scherm de voedingskabel in ieder geval af en zorg voor onberispelijke contacten
aan beide uiteinden.
- De lastschakelaar moet zo gepland worden dat hij hoogstens 5 keer per dag wordt
in- en uitgeschakeld.
Inductieapparaten zijn voorzien van een kabel en een stekker die voldoen aan de
nationale voorschriften.
Zorg ervoor dat de stekker op de juiste manier aan de kabel is verbonden.
De elektrische aansluiting moet voldoen aan de geldende
Onjuiste spanning kan beschadiging van het
inductieapparaat veroorzaken.
voorschriften in het gegeven land!
Attentie
Elektrische aansluitingen moet worden
uitgevoerd door een erkend installateur.
Attentie
4 Inbedrijfname
4.1 Montage
Inductieapparaten zijn uitgerust met een voedingskabel. Deze moet verbonden
worden met een wandstopcontact. Indien het apparaat geen stekker heeft, moet u
het aansluiten in overeenstemming met punt 3. Elektrische installaties moeten
worden uitgevoerd door bevoegde bedrijven, rekening houdend met de geldende
nationale en lokale voorschriften. De bedrijven die de installatie uitvoeren zijn
aansprakelijk voor de juiste aanleg en overeenstemming met de
veiligheidsvoorschriften. U dient zich strikt te houden aan de aanwijzingen op de
waarschuwings- en typeplaatjes.
-Controleer en verzeker u ervan dat de spanning in de elektrische installatie een
waarde heeft die overeenkomt met de gegevens op het typeplaatje.
Indien het apparaat direct bij een wand, scheidingswand, keukenkastjes,
sierbekleding etc. wordt geplaatst, bevelen wij aan dat deze elementen niet
worden uitgevoerd van brandbare materialen. Anders moet thermische
isolatie worden toegepast van onbrandbaar materiaal, onder strikte
inachtneming van de brandpreventievoorschriften.
Het inductieapparaat moet op een schone, horizontale ondergrond worden
geplaatst (tafel, combinatie etc.). Het apparaat staat op slipvaste gummi voetjes
die vast gemonteerd zijn. Het apparaat moet zo geplaatst worden dat het niet over
een schuine rand van vallen of schuiven. Houdt u aan de aanbevelingen uit punt
3.2 "Installatieplaats".
Zet de vermogensdraaiknop op de positie 0, voordat u het inductieapparaat
aansluit op het lichtnet.
Vermogensdraaiknop
De waarde van het ingestelde vermogen wordt aangeduid door het markeringspunt
dat zich boven de draaiknop bevindt.
Positie UIT:
'0' staat bij het markeringsteken (o)
Positie AAN:
Elke positie die zich bij het markeringsteken (o) bevindt. MIN (minimum) tot
MAX (maximum)
Het apparaat staat aan. Voordat de test van de werking wordt uitgevoerd moet de
gebruiker weten hoe inductieapparaten bediend worden.
Verwijder alle voorwerpen van de kookzone. Controleer of de kookzone niet
gebarsten is en of er geen spleten in zitten. Als u spleten en barsten ontdekt, moet
u het apparaat onmiddellijk uitschakelen en loskoppelen van het lichtnet door de
stekker uit het stopcontact te trekken.
Gebruik voor de test een pan die geschikt is voor inductiekoken, met een
bodemdoorsnede van minimaal 12 cm. Als u een apparaat gebruikt dat is voorzien
van een hoofdschakelaar, dan moet u deze eerst inschakelen. Vervolgens handelt
u als volgt:
- Plaats de pan in het midden van de kookzone en giet er een beetje water in
-
Met led Draai de vermogensdraaiknop in de positie AAN (tussen Min en Max). Het
controlelampje begint te knipperen (trap 10 %-30 %) of brandt onafgebroken (trap
30 % - 100 %) en het water wordt verwarmd.
-
Met digitaal display (1-9) Draai de vermogensdraaiknop in de positie AAN
(tussen Min en Max). Het display toont de gekozen vermogenstrap (1-9).
-
Met led Haal de pan van de kookzone, het controlelampje moet knipperen (zoeken
van de pan).
-
Zet de pan opnieuw op de kookzone; het controlelampje begint ononderbroken te
branden en het verwarmingsproces begint opnieuw.
-
Zet de vermogensdraaiknop in de positie 0. Het verwarmingsproces stopt en het
controlelampje dooft.
-
Het branden van het controlelampje signaleert de overdracht van energie op de pan.
-
Met digitaal display (1-0) Haal de pan van de kookzone; op de display moet het
symbool (zoeken van de pan) verschijnen, zie pagina 16.
-
Zet de pan opnieuw op de kookzone; de display toont opnieuw de vermogenstrap
en het verwarmingsproces begint opnieuw.
-
Zet de vermogensdraaiknop in de positie 0. Het verwarmingsproces stopt en de
display gaat uit.
-
Het verschijnen van een getal de digitale display signaleert de overdracht van
energie op de pan.
Indien de werkingsaanduiding en/of het ledlampje resp. de digitale display
uitgeschakeld blijven of kort knipperen, controleer dan of:
-
het inductieapparaat is aangesloten op het lichtnet en de hoofdschakelaar is
ingeschakeld;
-
de vermogensdraaiknop zich in de positie AAN bevindt;
-
de gebruikte pan geschikt is voor inductieapparaten (controleer met een magneet)
en of de bodem een doorsnede heeft van minimaal 12 cm
;
- de pan zich in het midden van de kookzone bevindt (met uitzondering van
apparaten die zijn uitgerust met een sauteuse spoel).
Om te controleren of het materiaal van de pan geschikt is voor inductieapparaten
gebruikt u een magneet, deze moet makkelijk aan de bodem van de pan blijven
hangen. Als dit niet het geval is, is de pan niet geschikt voor inductieapparaten.
Gebruik altijd pannen die worden aanbevolen voor inductieapparaten. Als het
apparaat ondanks de test niet werkt, zie dan het punt "Opsporen / opheffen van
storingen"
Het apparaat is meteen bedrijfsklaar. Het oplichtende of knipperende lampje voor
panherkenning geeft aan dat de energie wordt overgedragen op de pan. U kiest de
vermogenstrap door te draaien aan de vermogensdraaiknop. De inductieve
overdracht van het vermogen is afhankelijk van de positie van de potentiometer.
Positie MIN > minimaal vermogen
Positie MAX > maximaal vermogen
Vanwege de onderstaande principes moet de kok voorzichtiger optreden dan in het
geval van traditionele kooktoestellen. Na verandering van de vermogenstrap met
behulp van de knop reageert het gekookte gerecht direct. Lege koekenpannen of
pannen worden bijzonder snel heet. Zet NOOIT een lege pan op de keramische
plaat, doe er eerst vet of een vloeistof in en begin dan pas met koken. Stel het
verhittingsniveau in met behulp van de draaiknop op een niveau dat past bij de
gekozen bereidingsmethode. De pan moet zich altijd in het midden van de kookzone
bevinden (uitgezonderd apparaten met een vlakke spoel), omdat anders de bodem
van de pan ongelijkmatig verhit wordt. Houdt de pan steeds goed in de gaten tijdens
de verhitting van olie of vet, om te voorkomen dat die producten verbranden.
Comfort
Het inductieapparaat draagt alleen energie over als de pan zich op kookzone bevindt.
De positie van de vermogensdraaiknop heeft hier geen invloed op. Zodra de pan van
de kookzone wordt gehaald, stopt de overdracht van energie. Als u de pan opnieuw
op de kookzone plaatst, begint de overdracht van het ingestelde vermogen op de pan
opnieuw. Het kookproces stopt door de zone uit te schakelen met behulp van de
draaiknop. Het apparaat blijft echter bedrijfsklaar (stand-by). Pas als u de stekker uit
het stopcontact trekt is het volledig uitgeschakeld.
Algemeen waarschuwingssymbool
Het niet in acht nemen van de veiligheidsvoorschriften
betekent gevaar (verwondingen)
Dit symbool waarschuwt voor
gevaarlijke spanning.
(pictogram 5036 IEC 60417-1)
ng
Dit symbool waarschuwt tegen niet-ioniserende
elektromagnetische straling.
(pictogram 5140 IEC 60417-1)
Attentie
Bij onoordeelkundig gebruik kan lichamelijk letsel of
materiële schade ontstaan
De waarschuwingen die zijn aangeduid met de pictogrammen op het
apparaat moeten onvoorwaardelijk opgevolgd worden en de
pictogrammen moeten altijd leesbaar blijven.
Voorbeeld:
Lees voor het gebruik of onderhoudswerkzaamheden
de gebruiksaanwijzing aandachtig door
Attentie
7.2 Gevaren als gevolg van het niet in acht nemen van de
veiligheidsvoorschriften
Het niet in acht nemen van de veiligheidsvoorschriften kan gevaar opleveren voor de
mens, de omgeving en het inductieapparaat zelf. Als u zich niet houdt aan de
veiligheidsvoorschriften vervalt het recht op schadevergoeding.
In het bijzonder kan het niet in acht nemen van de veiligheidsvoorschriften leiden tot
(Voorbeelden):
- gevaar voor personen door elektriciteit
- gevaar voor personen door hete pannen
-
gevaar voor personen door hete kookzones (keramische vlakken)
De veiligheidsvoorschriften uit deze gebruiksaanwijzing, de geldende nationale
elektriciteits- en ongevallenpreventievoorschriften en tevens alle interne
bedrijfsvoorschriften op het gebied van veiligheid en arbeidshygiëne moeten
opgevolgd worden.
7.4 Veiligheidsvoorschriften voor het bedienende personeel
-
Als u spleten en barsten ontdekt in de keramische plaat, moet u het
inductieapparaat onmiddellijk uitschakelen en loskoppelen van het lichtnet. Raak
geen onderdelen in het binnenste van het apparaat aan.
-
De keramische plaat wordt verwarmd door de hete pannen. Raak de keramische
plaat niet aan om verwondingen (verbrandingen) te voorkomen.
-
Voorkom oververhitting van de pannen door geen lege pannen te verhitten.
Verhit ze niet zonder toezicht en ook niet voordat ze gevuld zijn.
-
Als de pan gedurende langere tijd van de kookzone wordt genomen, schakel deze
dan uit. Hierdoor voorkomt u dat u een pan verwarmt die per ongeluk op de
kookzone wordt gezet. Dit voorkomt een ongewenste start van het
verwarmingsproces. Daarom moet de persoon die van het apparaat gebruik maakt
het proces bewust beginnen door het draaien aan de vermogensdraaiknop.
-
Gebruik het oppervlak van de plaat niet als plek om voorwerpen weg te zetten!
-
Doe geen papier, karton, stof etc. tussen de pan en de oppervlakte van de
keramische plaat. Deze kunnen namelijk in brand vliegen.
-
Metalen voorwerpen die op de kookzone worden geplaatst, worden bijzonder snel
heet. Leg daarom geen andere voorwerpen (gesloten blikken, aluminiumfolie,
bestek, sieraden, horloges etc.) dan kookpannen op het inductieapparaat.
-
Personen met een pacemaker moeten hun arts raadplegen of zij zich in de buurt
van inductieapparaten mogen bevinden.
-
Leg geen creditcards en/of telefoonkaarten, geluidscassettes of andere
voorwerpen die gevoelig zijn voor magnetische velden, op de keramische plaat.
-
Uitsluitend aanbevolen typen en grootten van pannen gebruiken.
-
Het inductieapparaat is uitgerust met een eigen luchtkoelsysteem. De
luchttoevoer- en -afvoeropeningen niet blokkeren (bv. met stoffen). Dit
veroorzaakt oververhitting en uitschakeling van het apparaat.
-
Voorkom het binnendringen van vloeistoffen in het apparaat en het overkoken
van water of gerechten. Het apparaat niet schoonmaken met een waterstraal.
Alleen als inductieapparaten op de juiste wijze worden gebruikt, is juiste werking
gegarandeerd. De grenswaarden volgens de technische gegevens mogen in geen
enkel geval worden overschreden.
7.6 Aanpassingen / reserveonderdelen
Neem contact op met de producent als u veranderingen wilt aanbrengen in het
apparaat. Gebruik uitsluitend originele reserveonderdelen en accessoires die zijn
goedgekeurd door producent om de veiligheid te waarborgen. De toepassing van
niet-originele onderdelen heeft uitsluiting van schadevergoeding tot gevolg.
7.7 Panherkenning
Het apparaat herkent geen pannen waarvan de doorsnede kleiner is dan 12 cm. Het
controlelampje brandt tijdens de werking. Bij het ontbreken van een pan of als de
pan te klein is, vindt geen overdracht van energie plaats; het controlelampje knippert
kort.
7.8 Bewaking van de kookzone
De kookzone wordt bewaakt door een temperatuurvoeler die is geplaatst onder de
keramische plaat. Oververhitte pannen (hete olie, lege pan) worden herkend. In dat
geval wordt de energieoverdracht gestopt. Het apparaat start opnieuw met de
energieoverdracht, als de temperatuur is gedaald tot de normale waarde (230 °C).
Attentie!
Alleen het kookapparaat is beschermd tegen oververhitting, niet de
pan. Oververhitting van de pan wordt slechts dan herkend, als dit
oververhitting van de keramische plaat tot de
uitschakeltemperatuur (260 °C) veroorzaakt.
7.9 Geluidsemissie
U hoort de koelventilatoren, deze schakelen af en toe in. Afhankelijk van de
arbeidsfrequentie kunnen piepgeluiden ontstaan als meerdere apparaten dicht bij
elkaar staan of bij grote spoelen in apparaten met meerdere kookzones.
Deze kunnen worden beperkt door:
Vermindering van het vermogen, verwisseling van pannen, vergroting van de
afstand tussen de spoelen.
8 Uitgebruikname
Let erop dat de vermogensdraaiknop niet per ongeluk is ingeschakeld als het
inductieapparaat langere tijd niet wordt gebruikt. Als het inductieapparaat gedurende
langere tijd niet zal worden gebruikt (bv. enkele dagen), haal dan de stekker uit het
stopcontact. Zorg ervoor dat er geen vloeistof in het apparaat kan komen en maak
het apparaat niet schoon met vloeistoffen.
Het apparaat mag uitsluitend worden opengemaakt door erkend en geschoold
personeel. Stop met al uw werkzaamheden als de kookzone (keramiekglas)
gebarsten of gebroken is. Schakel het inductieapparaat onmiddellijk uit en trek de
stekker uit het stopcontact. Raak geen onderdelen in het binnenste van het apparaat
aan.
Storing
Geen verwarming, het
controlelampje is UIT (het brandt
niet)
Mogelijke oorzaak
Maatregelen van het servicepersoneel
of het bedienend personeel
Geen stroomtoevoer Controleer of het apparaat is aangesloten
op de elektrische installatie (stekker in
het stopcontact); controleer de
zekeringen
Vermogensdraaiknop
in de positie UIT
Te kleine pan
(doorsnede van de
bodem kleiner dan 12
cm)
De pan bevindt zich
niet in het midden van
de kookzone ( hij kan
niet worden herkend)
De pan is niet geschikt
voor inductieapparaten
Het inductieapparaat is
defect
Onvoldoende
verwarmingsvermogen
De gebruikte pan is
niet ideaal
Het controlelampje is AAN ( het
brandt)
Zet de vermogensdraaiknop in de positie
AAN.
Gebruik een geschikte pan
Plaats de pan in het midden van de
kookzone
Gebruik een voor inductie geschikte pan
*1
Neem contact op met uw leverancier
voor reparatie. Haal de stekker uit het
stopcontact.
Gebruik een voor inductie geschikte pan
Vergelijk de resultaten met 'uw' pan.
Het luchtkoelsysteem
functioneert niet goed
Het luchtfilter is vuil Vervang het filter of maak het schoon.
Versie1.4
Zorg ervoor dat de luchttoevoer en afvoer ongehinderd plaats kan vinden.
Controleer of er geen hete lucht wordt
aangezogen. Verlaag de
omgevingstemperatuur. De temperatuur
mag niet hoger zijn dan 40 °C / 110 °F
werkingstemperatuur
houden *2)
Er ontbreekt een fase Controleer de zekeringen
Het inductieapparaat is
defect
Geen reactie op het draaien aan de
vermogensdraaiknop
De verwarming schakelt zich om
de paar minuten in en uit. De
ventilator werkt.
De
vermogensdraaiknop is
defect
Het luchtkoelsysteem
functioneert niet goed
De ventilator is vuil.
De verwarming schakelt zich om
de paar minuten in en uit. De
ventilator werkt niet.
De ventilator of de
voeler van de
ventilator is defect.
Neem contact op met uw leverancier
voor reparatie. Haal de stekker uit het
stopcontact.
Neem contact op met uw leverancier
voor reparatie. Haal de stekker uit het
stopcontact.
Zorg ervoor dat de luchttoevoer en afvoer ongehinderd plaats kan vinden.
Maak de ventilator schoon.
Neem contact op met uw leverancier
voor reparatie. Haal de stekker uit het
stopcontact.
De verwarming schakelt zich in en
uit
om de paar minuten (na langere
Oververhitting van de
spoel, oververhitting
van de kookzone
tijd ononderbroken gewerkt te
hebben)
Lege pan
Oververhitte olie in de
pan
Kleine metalen voorwerpen (bv.
lepeltjes, messen) die zich op de
kookzone bevinden worden verhit.
Panherkenning
verkeerd ingesteld
1)
Om te controleren of de pan geschikt is voor inductieapparaten
gebruikt u een magneet, deze moet makkelijk aan de bodem van de
pan blijven hangen. Als dit niet het geval is, is de pan niet geschikt
voor inductieapparaten. Gebruik een voor inductie geschikte pan
2)
De ventilator gaat werken als de temperatuur van de koelplaat hoger
is dan 45 °C. Bij een temperatuur die hoger is dan 70 °C wordt het
vermogen automatisch verlaagd om het vermogensaandeel in stand te
houden onder normale omstandigheden. Het inductieapparaat blijft
normaal werken met een gereduceerd maximumvermogen.
Schakel het apparaat uit, verwijder de
pan en wacht tot de kookzone is
afgekoeld.
Schakel het apparaat uit, verwijder de
pan en wacht tot de kookzone is
Schakel het apparaat uit, verwijder de
pan en wacht tot de kookzone is
Controleer Logikprint (alleen personeel
van de leverancier!)
Schurende reinigingsmiddelen, staalwol of schuursponsjes mogen niet worden
Reinigingsmiddelen
een kleine hoeveelheid
schoonmaakmiddel voor
grootkeukens.
Polychrom
Sigolin chrom,
Inox crème
Vif Super-Reiniger
Supernettoyant,
Sida,
Wiener Klak
Pudol System Pflege
gebruikt, omdat zij het keramische oppervlak kunnen beschadigen.
Verwijder de resten schoonmaakmiddel van het keramische oppervlak met behulp
van een vochtig doekje (Scotch). Vakkundig onderhoud van de inductiekookplaat
geëist regelmatige reiniging, zorgvuldige behandeling en service.
Er mogen geen vloeistoffen in het binnenste van het apparaat
terechtkomen!
De gebruiker moet erop letten dat alle elementen die belangrijk zijn voor de
veiligheid, altijd onberispelijk functioneren. Het inductieapparaat moet minimaal
eenmaal per jaar worden gecontroleerd door een geschoold technicus van uw
leverancier. Controleer iedere 6 maanden of het filter van de ventilator nog schoon
is.
Attentie
Maak het inductieapparaat niet open!
Gevaarlijke spanning!
Het apparaat mag uitsluitend worden opengemaakt door geschoold servicepersoneel.
12 Verwijdering
Aan het einde van de levensduur moet het inductieapparaat op de juiste manier
verwijderd worden.
Vermijd misbruik:
Het apparaat mag niet worden gebruikt door ongekwalificeerd
personeel. Zorg ervoor dat een inductieapparaat dat bestemd is voor
verwijdering niet opnieuw in gebruik wordt genomen. Het
inductieapparaat bestaat uit normale elektrische, elektromechanische en
elektronische componenten. Er zijn geen batterijen toegepast. De gebruiker is
verantwoordelijk voor de vakkundige en veilige verwijdering van het
inductieapparaat.