Lees voor het gebruik de gebruiksaanwijzing door en
bewaar hem op een goed bereikbare plaats!
Deze gebruiksaanwijzing bevat de beschrijving van de installatie, de bediening en het
onderhoud van het apparaat en dient als belangrijke informatiebron en naslagwerk.
De kennis en het in acht nemen van alle hier beschreven veiligheidsvoorschriften en
instructies is een voorwaarde voor veilig en juist gebruik van het apparaat.
Daarom moeten de voor het toepassingsgebied van het apparaat geldende lokale
voorschriften inzake ongevallenpreventie en algemene veiligheidsvoorschriften worden
opgevolgd.
De gebruiksaanwijzing is een integraal onderdeel van het product en moet altijd binnen
handbereik bewaard worden, zodat deze installatie-, bedienings-, onderhouds- en
reinigingspersoneel er gebruik van kan maken.
Als u het apparaat overdraagt aan een derde dient u deze gebruiksaanwijzing ook mee
te geven.
1. Veiligheid
Het apparaat is gemaakt volgens de laatste stand der techniek. Het kan echter een bron
van gevaar vormen als het apparaat niet in overeenstemming met zijn bestemming
gebruikt wordt.
Alle personen die het apparaat gebruiken, moeten zich houden aan de aanbevelingen
en aanwijzingen uit deze gebruiksaanwijzing.
1.1 Symboolverklaring
Belangrijke veiligheids- en technische instructies zijn in deze gebruiksaanwijzing aangeduid
door symbolen. Deze instructies moeten bij het gebruik van dit apparaat absoluut in acht
worden genomen om ongelukken, gevaar voor personen of materiële schade te vermijden.
GEVAAR!
Dit symbool wijst op direct gevaar dat kan leiden tot ernstig lichamelijk
letsel of de dood.
WAARSCHUWING!
Dit symbool wijst op onveilige situaties die kunnen leiden tot zwaar lichamelijk
letsel of de dood.
- 134 -
HEET OPPERVLAK!
Dit symbool waarschuwt ervoor dat het werkende apparaat een heet oppervlak
heeft. Veronachtzaming van de waarschuwing kan verbranding veroorzaken!
VOORZICHTIG!
Dit symbool wijst op de mogelijkheid van het ontstaan van onveilige situaties die
kunnen leiden tot lichte verwondingen of beschadiging, storingen in de werking
of vernietiging van het apparaat.
TIP!
Dit symbool wijst op adviezen en informatie waarmee de bediening van het
apparaat efficiënt en storingsvrij blijft.
1.2 Veiligheidsaanwijzingen
Het apparaat is niet bestemd voor gebruik door personen
(inclusief kinderen) met een fysieke, sensorische of geestelijke
handicap en/of met onvoldoende ervaring en/of onvoldoende
kennis, tenzij deze personen onder toezicht staan van een voor
hun veiligheid verantwoordelijke persoon of van die persoon
voldoende uitleg hebben gekregen betreffende het gebruik
maken van het apparaat.
Kinderen moeten zich onder toezicht bevinden om er zeker
van te zijn dat zij niet met het apparaat spelen en hem ook
niet aan zetten.
Voorkom dat kinderen in contact kunnen komen met verpak-
kingsmaterialen als plastic zakken en elementen van
polystyreen. Verstikkingsgevaar!
Laat het apparaat nooit zonder toezicht werken.
- 135 -
Het apparaat mag alleen buiten worden gebruikt! Gebruik
het apparaat nooit in gebouwen, garages en andere gesloten
ruimten.
Gebruik het apparaat nooit onder een overkapping, dak,
beschutting, zonnescherm of luifel.
Het apparaat is niet geschikt voor installatie en gebruik op
voertuigen, boten of schepen.
Gebruik dit apparaat nooit om kleding te verwarmen of te drogen.
Het apparaat kan uitsluitend worden gebruikt als het apparaat in
onberispelijke technische staat is en veilig in gebruik. Sluit in
geval van een bedieningsfout de kraan van de gasfles en
waarschuw de klantenservice.
Probeer het apparaat nooit te demonteren of te repareren.
Onderhouds- en reparatiewerkzaamheden mogen alleen worden
uitgevoerd door een gekwalificeerde gasinstallateur, in
overeenstemming met de geldende voorschriften en met
gebruikmaking van originele reserveonderdelen en accessoires.
Geen accessoires en vervangingsonderdelen gebruiken die niet
worden aanbevolen door de producent. Dit kan leiden tot een
gevaarlijke situatie voor de gebruiker, het apparaat kan
beschadigd raken of het kan letsel of schade voor personen
veroorzaken en bovendien veroorzaakt het het verlies van de
garantie.
Het is verboden veranderingen of modificaties aan te brengen in
het apparaat als er geen uitdrukkelijke goedkeuring van de
producent verkregen is. Dit om eventuele gevaren te voorkomen
en de optimale werking te garanderen.
Na gebruik, vóór het schoonmaken of tijdens onderhouds-
werkzaamheden, moet het apparaat worden losgekoppeld van
de gastoevoer (sluit het gasflesventiel).
- 136 -
WAARSCHUWING! Verbrandingsgevaar!
Om het gevaar te vermijden dienen de onderstaande aanwijzingen
betreffende de veiligheid in acht worden genomen:
Buig nooit over het kookgedeelte tijdens het ontstekingsproces.
Hoge vlammen uit het ontstekingsgebied kunnen leiden tot
ernstige brandwonden.
Raak het hete oppervlak van de gasbrander nooit aan tijdens
het werk of direct erna. Externe elementen kunnen erg heet
zijn. Houd kleine kinderen uit de buurt van het apparaat.
Voordat u het apparaat schoonmaakt of verplaatst, moet het
voldoende afkoelen. Gebruik pannenlappen of beschermende
handschoenen.
WAARSCHUWING! Brandgevaar en explosiegevaar!
Om het gevaar te vermijden dienen de onderstaande aanwijzingen
betreffende de veiligheid in acht worden genomen:
Leg nooit keukengereedschap, handdoeken, papier enz. op het
apparaat tijdens het gebruik, om brandgevaar en schade aan
het apparaat te voorkomen.
Gebruik het apparaat nooit in de buurt van makkelijk brandbare
materialen (bijv. benzine, spiritus, alcohol e.d.). De hoge
temperatuur kan ervoor zorgen dat ze verdampen en in contact
komend met ontstekingsbronnen kan dat leiden tot een explosie,
met als consequentie zwaar letsel en zware schade. Van alle
kanten dient een afstand van tenminste 3 m te worden
aangehouden van brandbare materialen.
Laat het apparaat nooit zonder toezicht als er vetten of olie
worden gebruikt, deze kunnen een brand veroorzaken.
- 137 -
Als er tijdens het koken met olie of vet regen, sneeuw, hagel of
andere neerslag valt, bedek de pan dan met een deksel en
schakel het apparaat uit (draai de gaskraan naar de "UIT" stand, sluit het gasflesventiel).
Verplaats het apparaat of kookgerei niet.
Houdt de gasslang verwijderd van hete oppervlakken.
Reinig het apparaat nooit met ontvlambare vloeistoffen.
De dampen kunnen een explosie veroorzaken.
Blus in geval van brand de vlam nooit met water, sluit het ventiel
van de gasfles en demp de vlam met een deksel of blusdeken.
1.3 Reglementair gebruik
Veilige exploitatie van het apparaat is uitsluitend gewaarborgd bij gebruik dat in overeenstemming is met zijn bestemming en in lijn met de gegevens uit de gebruiksaanwijzing.
Alle technische handelingen, inclusief montage en onderhoud, mogen uitsluitend
worden uitgevoerd door een gekwalificeerde klantenservice.
Het gasfornuis is uitsluitend ontworpen voor het bereiden en verwarmen van
gerechten met behulp van geschikte pannen.
VOORZICHTIG!
Elk gebruik van het apparaat voor andere en/of afwijkende doeleinden dan
waarvoor het bestemd is, is verboden en wordt aangemerkt als niet in
overeenstemming met zijn bestemming.
Alle vorderingen, ongeacht in welke vorm op de fabrikant en/of zijn
gemachtigde met betrekking tot schade die is veroorzaakt door oneigenlijk
gebruik, zijn uitgesloten.
Voor alle schade die is veroorzaakt door verkeerde bediening van het apparaat
is alleen en uitsluitend de gebruiker aansprakelijk.
- 138 -
Het apparaat beantwoordt aan de actuele EU-normen en richtlijnen.
Dit bevestigen we in de EG-verklaring van Conformiteit. Indien gewenst,
sturen we u graag de betreffende Verklaring van Conformiteit toe.
2. Algemeen
2.1 Aansprakelijkheid en vrijwaring
Alle gegevens en tips die zijn opgenomen in deze gebruiksaanwijzing zijn samengesteld
rekening houdend met de geldende voorschriften, de actuele technische stand van zaken
en onze langdurige inzichten en ervaring.
Ook de tekst van deze gebruiksaanwijzing is zo goed mogelijk vertaald. Wij zijn echter niet
aansprakelijk voor eventuele fouten in de vertaling. Doorslaggevend is de bijgevoegde
Duitse versie van deze gebruiksaanwijzing.
Het geleverde apparaat kan bij speciale bestellingen, aanvullende bestelopties of
vanwege de nieuwste technische ontwikkelingen afwijken van de hier beschreven
regels en grafische afbeeldingen.
VOORZICHTIG!
Lees deze gebruiksaanwijzing aandachtig door, voordat u handelingen
verricht met het apparaat, met name voordat u het in gebruik neemt.
De producent is niet aansprakelijk voor de schade en gebreken die zijn ontstaan
als gevolg van:
- het niet in acht nemen van de aanwijzingen voor bediening en reiniging;
- oneigenlijk gebruik;
- het aanbrengen van wijzigingen door de gebruiker;
- de toepassing van ongeoorloofde reserveonderdelen.
Wij behouden ons het recht voor om technische veranderingen in het product aan
te brengen die leiden tot verbetering van de gebruikseigenschappen en de verdere
ontwikkeling van het apparaat.
2.2 Auteursrecht
De gebruiksaanwijzing en de erin opgenomen teksten, tekeningen, foto’s en andere
afbeeldingen zijn auteursrechtelijk beschermd. Niets (ook gedeeltelijk) uit deze uitgave
mag in ongeacht welke vorm worden verveelvoudigd, verwerkt en/of gepubliceerd
zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de fabrikant. Overtreding van het
bovenstaande verplicht tot schadevergoeding. Wij behouden ons het recht voor tot
verdere vorderingen.
TIP!
De inhoudelijke gegevens, teksten, tekeningen, foto’s en andere afbeeldingen
vallen onder het auteursrechten het recht op de bescherming van de industriële
eigendom. Ieder misbruik is strafbaar.
2.3 Verklaring van Conformiteit
- 139 -
Indien u de verpakking wilt weggooien, let dan op de in uw land
geldende regels. Lever het verwerkbare verpakkingsmateriaal aan
voor recycling.
3. Transport, verpakking en bewaring
3.1 Controle bij aflevering
Als het apparaat afgeleverd is, onmiddellijk controleren of het compleet en zonder
transportschade is. Als er duidelijk zichtbare transportschade is, het geleverde apparaat
niet of alleen onder voorbehoud aannemen.
De schade opschrijven op de transportdocumenten/ het leveringsdocument van de
leverancier. Vervolgens reclameren.
Verborgen gebreken onmiddellijk nadat ze zijn geconstateerd, reclameren, omdat eisen
tot schadevergoeding alleen binnen de reclamatieperiode mogelijk zijn.
3.2 Verpakking
Gooi het verpakkingsmateriaal van het apparaat niet weg. U kunt het eventueel gebruiken
voor het bewaren van het apparaat, bij een verhuizing of als u het apparaat bij eventuele
schade aan ons servicepunt moet sturen. Verwijder voor de ingebruikname het buitenste
en binnenste verpakkingsmateriaal volledig van het apparaat.
Controleer of het apparaat en de accessoires compleet zijn. Indien er onderdelen
ontbreken, neem dan contact op met onze Klantenservice.
3.3 Bewaring
Bewaar de gesloten verpakking tot de installatie en volgens de op de buitenkant
aangebrachte plaats- en bewaringsmarkering.
Verpakte apparaten alleen als volgt bewaren:
- niet buitenshuis bewaren,
- droog en stofvrij bewaren,
- niet blootstellen aan agressieve middelen,
- tegen straling van de zon beschermen,
- mechanische schokken vermijden,
- bij langere bewaring (> 3 maanden) regelmatig de algemene
toestand van alle bestanddelen en van de verpakking
controleren, indien nodig verbeteren of vernieuwen;
- voor het opbergen het apparaat van de gasfles afhalen.
- 140 -
Benaming
Gasfornuis 1K1050
Art.-Nr:
1054603
Materiaal:
Staal, gietijzer
Uitvoering:
Soort verwarmingsvlak: gas
Aantal kookplaten: 1
Soort gas: propaan
Regeldruk: 50 mbar
Vermogen verwarmingsvlak: 10,5 kW
Gasverbruik bij maximale instelling: 764 h/uur.
Gasbrander: torchbrander
Soort ontsteking: piëzo-ontsteking
Ontstekingszekering
Besturing: gaskraan
Ontworpen voor: pan, koekenpan, en wok
Aansluitwaarden:
10,5 kW
Afmetingen:
B 410 x D 540 x H 180 mm
Diameter kookgerei:
Pan / koekenpan: 200 x 300 mm
wok: 400 x 560 mm
Draagcapaciteit:
Max.: 28 kg
Gewicht:
4,8 kg
Gasombouwset
Voor gebruik binnen en buiten
B 64 x D 61 x H 27 mm
Gewicht: 1,3 kg
Art.-Nr: 500180
4. Specificaties
4.1 Technische Gegevens
Wij behouden ons het recht voor om technische veranderingen aan te brengen!
Belangrijke opmerking: Levering zonder gasaansluitingsset!
Uitrusting (zit niet in de levering!)
- 141 -
Benaming
Gasfornuis
Model /
Art.-Nr:
1K1050 / 1054603
landcode:
ES-FR-GB-IE-IT-
PT
CY-CZ-DK-
EE-FI-GR-
IT-LT-LV-
MT-NL-NO-
SE-SI-SK-
BG-RO-TR
AT-CH-
DE
PL
CZ-FR-
GR-IE-
PT
CH-DE-
NL
Gascategorie:
I
3+
(28-30/37)
I
3B/P
(30)
I
3B/P
(50)
I
3B/P
(37)
I
3P
(37)
I
3P
(50)
Soort gas:
butaan
propaan
butaan/
propaan
mix
butaan/
propaan
mix
butaan/
propaan
mix
propaan
propaan
Regeldruk:
28-30
mbar
37
mbar
30
mbar
50
mbar
37
mbar
37
mbar
50
mbar
Vermogen:
8 kW
10,5 kW
9 kW
8 kW
10,5 kW
Verbruik:
582g/h
764g/h
654g/h
571g/h
678g/h
Afmeting
sproeier:
1.40 mm
Classificatie gasbrandstoffen gebruikt in verschillende landen
VOORZICHTIG!
Het apparaat werkt alleen goed als de druk in het gasnetwerk tussen de
waarden ligt zoals aangegeven in de onderstaande tabel voor
verschillende gascategorieën.
In het geval van afwijkingen van de gegeven waarden, is er geen garantie voor een
goede werking van het apparaat en een correcte inbedrijfstelling. Laat de gastoevoer
controleren door de installateur (controleer de gasinstallatie, kleppen en
drukregelaars), praat indien nodig met de gasleverancier.
- 142 -
VOORZICHTIG!
1
Frame
Afb. 2
2
Bevestigingsplaat 1
gasbrander
3
Poten (4x)
4
Bevestigingsplaat 2+3
gasbrander
5
Gaskraan
6
Ventiel
7
Ontsteker
8
Thermokoppel
9
Ontstekingsdraad met kabel
10
Gasbrander
1
3
7
5
6
4
9
8
2
10
4.2 Overzicht van onderdelen
Afb. 1
- 143 -
5. Installatie en bediening
5.1 Aanwijzingen voor de installateur
VOORZICHTIG!
Alle installatie-, aansluit- en onderhoudswerkzaamheden mogen alleen worden
uitgevoerd door gekwalificeerd personeel dat aan de volgende vereisten
voldoet:
a) Vergunning van ons bedrijf;
Naast deze aanbevelingen dienen de volgende voorschriften in acht te worden
genomen:
Bovendien moeten de juiste voorschriften betreffende de bouw, handel, veiligheid
en van de NEN1010 in acht worden genomen.
b) Toelating van de lokale gasleverancier.
1) DVGW TRGI (Technische voorschriften betreffende de
3) DVGW G 631 (Installatie van gasverbruiksinrichtingen voor de
professionele keuken).
VOORZICHTIG!
Onjuiste installatie, onderhoud, reiniging of wijzigingen aan het apparaat
kunnen leiden tot ernstig letsel of de dood en schade aan het apparaat.
5.1.1 Veiligheidsaanwijzingen
Zorg ervoor dat de gastoevoer op de plaats van installatie voldoende is om het
apparaat te bedienen.
Stel het apparaat vóór aanvang van de testrun in en verwijder alle brandbare
materialen en producten uit de omgeving.
Voer vóór de inbedrijfstelling een lektest uit met zeepsop (spray voor lekdetectie).
Stop de gastoevoer voordat u het apparaat reinigt of onderhoudt (sluit het
gasflesventiel)
- 144 -
5.1.2 Afstellen
De installatie moet worden uitgevoerd door een gekwalificeerde gasinstallateur in
overeenstemming met de nationale veiligheidsnormen apparaten die op gas werken.
Plaats het apparaat nooit in een giftige of potentieel explosieve omgeving.
Plaats het apparaat nooit in de buurt van ontvlambare materialen zoals benzine,
vet, kleding, vloeibaar gas, papier, enz.
Plaats het apparaat nooit in een natte of vochtige omgeving, zoals regen of in de
buurt van lekkend water, enz.
Zorg ervoor dat er zich geen voorwerpen rond of onder het gasfornuis bevinden die
de hoeveelheid lucht die nodig is voor verbranding kunnen beperken.
Het apparaat nooit direct tegen de wand, muur of andere voorwerpen plaatsen die
zijn gemaakt van brandbare materialen. Houd een afstand van minimaal 3 m tot
muren of andere voorwerpen aan. Zich houden aan de geldende brandvoorschriften.
Als het aanhouden van de gegeven afstand niet mogelijk is, de juiste
veiligheidsmaatregelen treffen (bijv. hittebestendig folie) die ervoor zorgen dat de
temperatuur van de wand binnen een veilig bereik blijft.
Het apparaat op een rechte, stabiele, droge en water- en hittebestendige
ondergrond plaatsen.
VOORZICHTIG!
Nooit het typeplaatje van het apparaat halen, noch de waarschuwingstekens.
- 145 -
5.1.3 Gasaansluiting
Het apparaat moet worden gebruikt met een gasklep in overeenstemming met de
EN16129 norm en een gasslang met een CE-markering met een lengte van
minimaal 1 meter.
Deze zijn niet inbegrepen in de levering. We raden aan om de gasverbindingsset
van Bartscher, Art.-Nr 500180 te gebruiken.
Neem de instructies van de gasleverancier in acht met betrekking tot het gebruik van
de gasfles.
Gebruik nooit een gasfles met een beschadigd oppervlak, klep, flens of voet. Een
gebroken of geroeste gasfles kan gevaarlijk zijn en moet worden gecontroleerd door
een gasleverancier.
Sluit dit apparaat nooit aan op een niet-gereguleerde gasbron.
Sluit het gasflesventiel als het apparaat niet in gebruik is.
Het apparaat mag alleen worden gebruikt met propaan, butaan.
Alleen gasflessen met een gewicht tot 15 kg kunnen worden aangesloten.
Sluit het ene uiteinde van de gasleiding aan op de drukregelaar en het andere uiteinde
op de gasbrander. Zorg ervoor dat de verbindingen sterk zijn en dat er geen defecten
zijn aan de componenten en fittingen.
Zorg ervoor dat de gasslang niet is gedraaid of gebogen en dat deze geen hete
elementen van het gasfornuis aanraakt.
Controleer de gasslang eens per maand en altijd wanneer u de gasfles vervangt.
De gasslang die voor dit apparaat wordt gebruikt, moet om de 5 jaar worden
vervangen. Als de gasleiding scheuren, openingen of andere beschadigingen
vertoont, moet deze onmiddellijk worden vervangen door een nieuwe.
Voordat u de gasfles aansluit, moet u ervoor zorgen dat de klep gesloten is en dat er
geen open vlammen in de buurt van het apparaat zijn (oven, enz.). Zorg ervoor dat de
pakking in goede staat verkeert. Sluit vervolgens de drukregelaar aan op de gasfles.
Houd de gasfles altijd in staande positie om ervoor te zorgen dat de gasaansluiting
correct werkt tijdens het gebruik.
Om de gasfles te vervangen, moet u ervoor zorgen dat de klep gesloten is en dat er
geen open vuur of warmtebronnen in de buurt zijn.
Ga voorzichtig om met verbindingen en andere componenten.
Plaats de gasfles niet ondersteboven om de gehele inhoud te gebruiken.
Controleer na het installeren van het apparaat alle gasslangen op lekken met
zeepwater of een spray om lekkages te detecteren.
- 146 -
5.1.4 Dichtheidsproef
WAARSCHUWING!
De dichtheidstest moet worden uitgevoerd wanneer het
apparaat is losgekoppeld van de gasfles of ondertussen
verschillende schroefverbindingen zijn losgedraaid.
Zorg ervoor dat er geen ontstekingsbronnen in de buurt
van het apparaat zijn.
Rook niet tijdens het controleren op lekken.
De dichtheidstest mag alleen buiten of in goed
geventileerde buitenruimten worden uitgevoerd.
Gebruik geen open vuur om te controleren op lekken!
Het apparaat moet regelmatig op lekken worden gecontroleerd. Het is noodzakelijk
onmiddellijk een dichtheidstest uit te voeren wanneer een gasgeur wordt
gedetecteerd.
Het ventiel van de gasfles sluiten voordat u op lekkage van de gasinstallatie
controleert.
Voer de lektest uit met zeepsop:
- bereid een zeepoplossing met 1 deel vloeibaar afwasmiddel en 3 delen water:
- breng een zeepoplossing aan met een zeepfles, borstels of vaatdoeken om de
aansluitingen te controleren: gasflesventiel, gaskraan, slangtule, de volledige
lengte van de slang.
- zodra de zeepoplossing is aangebracht, opent u het ventiel van de gasfles
om de testpunten te controleren;
- zeepbellen vormen zich op de plaats van het lek daar waar de zeepoplossing
is toegepast.
Sluit de klep van de gasfles in geval van een lek. Vervang de lekkende
componenten en open de klep van de gasfles voor herinspectie.
Als de gaslekkage of beschadiging nog steeds optreedt na verschillende
inspecties, neem dan contact op met uw verkoper of meld het de klantenservice.
HET GASFORNUIS NIET GEBRUIKEN!
- 147 -
5.2 Aanwijzingen voor de gebruiker
VOORZICHTIG!
Deze handleiding dient aandachtig te worden gelezen omdat het aanwijzingen
bevat betreffende de veiligheid en het gebruik van het apparaat.
Bewaar de gebruiksaanwijzing, zodat u er altijd gebruik van kunt maken.
Gebrekkige installatie en fouten bij de bediening, het onderhoud en de
reiniging van het apparaat, alsmede eventuele aanpassingen en
modificatie kunnen storingen bij het gebruik, beschadigingen en letsel
veroorzaken.
5.2.1 Belangrijke aanwijzingen
Om het apparaat veilig te gebruiken, moet het personeel dat het bedient, regelmatig
een technische training ondergaan.
Probeer het apparaat nooit te demonteren of te repareren. Dit werk mag alleen
worden uitgevoerd door een gekwalificeerde gasinstallateur, rekening houdend met
de geldende voorschriften.
Voordat u het apparaat gebruikt, moet u ervoor zorgen dat de conditie ervan geen
bezwaren oplevert.
Neem altijd de volgende voorzorgsmaatregelen in acht:
- zorg ervoor dat er zich geen voorwerpen rond of onder het apparaat bevinden die
de hoeveelheid lucht die nodig is voor verbranding kunnen beperken;
- in het geval van een langdurige beschadiging van de werking het apparaat niet
gebruiken, het ventiel van de gasfles dichtdraaien en de gasinstallateur laten
komen;
- als er gas uit het apparaat ontsnapt (gasgeur), de gasafsluitklep sluiten, het lek
zoeken en verwijderen. De dichtheid van het apparaat alleen in de open lucht
controleren. Zoek nooit een lek met een open vlam, maar gebruik zeepsop of
spray om lekken te detecteren;
- de gebruiker heeft alleen het recht om de dagelijkse routinematige reiniging uit te
voeren om het apparaat in goede staat te houden;
- alle werkzaamheden met betrekking tot de installatie en het onderhoud moeten
worden uitgevoerd in overeenstemming met de toepasselijke voorschriften door
een gekwalificeerde gasinstallateur;
- Controleer voor elk gebruik op insecten en insectennesten en maak de gasbrander,
het ventiel en de openingen schoon. Spinnen en kleine insecten kunnen zich
tijdens opslag, transport en pauzes in gebruik nestelen in kleppen, pijpen en
openingen. Belemmeringen in de klep of openingen belemmeren de lucht- en
gasstroom door de gasbrander: Dit kan een gele vlam veroorzaken, terugtrekking
van de vlam en leiden tot een brand onder de gasbrander.
- 148 -
ontstekingspositie
positie MAX
positie UIT
- het apparaat kan alleen worden gebruikt om voedselproducten te bereiden: koken,
frituren, verwarmen. Gebruik het apparaat nooit voor andere doeleinden. Elk ander
gebruik moet als ongepast en gevaarlijk worden beschouwd;
- gebruik alleen geschikt kookgerei met een geschikte diameter (pan: 200 - 300 mm,
wok 400 - 560 mm);
- laat het apparaat nooit onbeheerd achter tijdens gebruik.
5.2.2 De werking van het apparaat
Aanzetten /uitzetten van het apparaat
WAARSCHUWING! Verbrandingsgevaar!
Tijdens het ontsteken van de vlam niet over het apparaat
buigen! De opstijgende hoge vlam kan leiden tot
verbrandingen.
Gaskraan
Het onsteken van de gasbrander
Voer vóór elk gebruik een lektest uit.
Open het ventiel van de gasfles.
Om de gasbrander te ontsteken, drukt u op de gaskraan en draait u deze tegen de
klok in naar de ontstekingspositie, houdt u de gaskraan 10 seconden ingedrukt
totdat de gasbrander ontbrandt voordat de kraan wordt vrijgegeven.
Als de gasbrander niet ontsteekt, draait u de gaskraan naar de UIT-stand en herhaal
het ontstekingproces zoals hierboven beschreven.
Draai na het ontstekingsproces de gaskraan naar de MAX-stand of naar de positie
tussen de ontstekingspositie en de MAX-stand.
- 149 -
Uitzetten / blussen van de ontstekingsvlam
Als het apparaat niet meer wordt gebruikt, draai dan de gaskraan met de klok mee
naar de UIT-stand.
Sluit het ventiel van de gasfles.
Laat het apparaat afkoelen voordat u het schoonmaakt of verplaatst.
Geschikt / ongeschikt kookgerei
Gebruik alleen kookgerei en accessoires die zijn goedgekeurd en geschikt zijn voor
gasbranders. Alleen op deze manier kan een probleemloze werking van het
apparaat worden gegarandeerd.
Gebruik nooit kookgerei met een inhoud van meer dan 28 liter.
Gebruik pannen / koekenpannen met een diameter van 200 tot 300 mm, wok met
een diameter tussen 400 en 560 mm.
De aanbevolen diameter van de gebruikte platte pan mag niet minder zijn dan 250
mm en niet meer dan 300 mm.
Voorbereiden van de gerechten
Ontsteek de gasbrander zoals beschreven in het gedeelte "Aansteken van de
gasbrander".
Plaats de pan / koekenpan met inhoud op het gasfornuis. Plaats geen lege pan /
koekenpan op het apparaat, behalve de te gebruiken wok.
Als u in een wok kookt, plaatst u de wok in het midden op het apparaat en vult u
deze met de benodigde ingrediënten.
Zorg ervoor dat het kookgerei in het midden op het frame van het gasfornuis staat
om te voorkomen dat de gerechten overkoken en de gasvlam dooft. Vooral in het
geval van een vlakke koekenpan is het belangrijk om ervoor te zorgen dat de
vlammen in geen geval verder gaan dan de bodem van de platte koekenpan.
- 150 -
6. Reiniging en conservatie
WAARSCHUWING!
Voor het reinigen het ventiel op de gasfles sluiten.
Het apparaat laten afkoelen.
Het apparaat nooit wassen onder een waterstroom.
Zorg ervoor dat er geen water in het apparaat komt.
VOORZICHTIG!
Reinig het apparaat nooit met licht ontvlambare vloeistoffen of vloeistoffen
met explosieve eigenschappen. De dampen kunnen brand of een explosie
veroorzaken.
Gebruik nooit reinigingsmiddelen die chloor bevatten (bleekwater,
zoutzuren, enz.).
Gebruik geen sponzen of schuurmiddelen, staalborstels of spatels, waaruit
ijzerdeeltjes vast kunnen komen te zitten, wat door oxidatie van het apparaat
roest kan veroorzaken.
Reiniging
o Het apparaat moet regelmatig worden schoongemaakt om het operationeel te
houden en de levensduur te verlengen.
o Neem de volgende instructies in acht:
- zorg ervoor dat de gaskraan in de UIT-stand staat;
- controleer of de klep van de gasfles dicht is;
- verwijder het kookgerei van het gasfornuis;
- wacht tot het apparaat is afgekoeld;
- reinig het frame van het apparaat dagelijks met een zachte doek of spons en
warm zeepsop, veeg het vervolgens af met een doek gedrenkt in schoon water;
- reinig de gasbrander met een pluisvrije doek of spons bevochtigd met warm
water en een mild reinigingsmiddel.
- controleer de gaten in de gasbrander en maak ze schoon als ze vuil of
verstopt zijn;
- droog de gereinigde oppervlakken en elementen grondig af met een zachte doek.
- 151 -
Onderhoud door de gasinstallateur
Het zich houden aan de volgende aanwijzingen garandeert het optimaal werken van het
apparaat:
- alle onderhouds- en reparatiewerkzaamheden moeten worden uitgevoerd
door een erkende gasdeskundige;
- het apparaat moet minstens één keer per jaar worden geïnspecteerd;
- reinig regelmatig de thermokoppel;
- controleer regelmatig de openingen van de gasbrander op reinheid.
Opslag
Als het apparaat gedurende langere tijd niet wordt gebruikt, dienen de volgende
aanwijzingen te worden opgevolgd:
- sluit het ventiel op de gasfles.
- ontkoppel de drukregelaar van de gasfles;
- Bewaar de gasfles altijd gescheiden van het apparaat, in een goed geventileerde
ruimte, uit de buurt van ontvlambare en explosieve producten en materialen, bij
voorkeur buiten het woongedeelte, maar nooit in de kelder of zolder;
- reinig het gasfornuis volgens de instructies in het hoofdstuk "Reiniging" en
berg hem op in een droge, schone kamer, beschermd tegen vorst en zonlicht,
ontoegankelijk voor kinderen;
- verpak het apparaat met beschermfolie of pak het in om het tegen stof en
vuil te beschermen;
- Plaats geen zware voorwerpen op het apparaat.
- 152 -
Oorzaken
Oplossingen
Verwijdering
De gasbrander
wil niet branden
Het ventiel op de gasfles is dicht
Verstopte sproeier
De regelknop is niet lang genoeg
ingedrukt, dus de thermokoppel
had niet genoeg tijd om op te
warmen om het benodigde thermische vermogen te produceren
Open het ventiel op de
gasfles
Reinig de sproeier
Herhaal het
ontstekingsproces
De ontstekingsvlam blijft niet
aan
De thermokoppel is verontreinigd
De thermokoppel genereert geen
spanning (mV)
Beschadigd thermokoppel
Controleer en reinig met
klein staalborsteltje
Controleer en verwijder
Neem contact op met de
leverancier
7. Mogelijke storingen
Bij storingen koppelt u het apparaat los van het lichtnet. Controleer op basis van
onderstaande tabel of de storing verholpen kan worden, voordat u de hulp van de
service inroept of contact opneemt met de leverancier.
Indien de functiestoornissen niet verwijderd kunnen worden:
- Behuizing niet openen,
- Klantendienst informeren of contact opnemen met verkoper
waarbij het volgende dient te worden opgegeven:
de aard van de werkingsstoornis;
artikelnummer en serienummer (af te lezen op het typeplaatje
van het apparaat);
aankoopdatum.
- 153 -
8. Afvalverwijdering
Na het einde van zijn levensduur moet de machine worden vernietigd in overeenstemming met nationale en lokale voorschriften.
Het apparaat mag NIET met het huisvuil worden weggegooid. Voer het apparaat af
naar een gemeentepunt voor grofvuil of neem hiervoor contact op met een bedrijf dat
gespecialiseerd is in afvalverwerking.
De juiste verwijdering van het apparaat voorkomt mogelijke negatieve gevolgen voor
het milieu en de menselijke gezondheid en maakt het mogelijk om productiematerialen
te recyclen, wat leidt tot aanzienlijke besparingen op energie en middelen.
VOORZICHTIG!
Om misbruik en de bijbehorende gevaren te voorkomen, moet u uw oude
apparaat onbruikbaar maken voordat u het weggooit.