Atag Instructions For Use, Installation, And Connection
Specifications and Main Features
Frequently Asked Questions
User Manual
Vrijstaand gecombineerd fornuis
Combined freestanding cooker
NL
Aanwijzingen voor gebruik, opstelling en aansluiting
Instructions for use, installation, and connection
GB
FG6011C
FG6055C
700002849100
Vrijstaand gecombineerd fornuis
NL
Geachte koper
Aansluitinstructies
Hartelijk dank voor uw aankoop. Overtuig u zelf, op
onze producten kunt u vertrouwen. Om het gebruik van
ons product te vergemakkelijken, hebben wij een
uitvoerige gebruiksaanwijzing bijgevoegd. Met behulp hiervan
zult u snel vertrouwd zijn met uw nieuwe apparaat. Lees deze
gebruiksaanwijzing aandachtig voordat u het apparaat gaat
gebruiken.
Controleer in ieder geval direct of u een onbeschadigd apparaat
heeft ontvangen. Neem direct contact op met uw winkelier als u
transportschade vaststelt.
Wij wensen u veel plezier met uw nieuwe fornuis!
Dit toestel mag alleen door een erkend installateur worden
aangesloten. De gasaansluiting moet voldoen aan de nationale
en lokale voorschriften. Belangrijke aanwijzingen hieromtrent
staan vermeld in het hoofdstuk »Aanwijzingen voor het opstellen
en aansluiten«.
Typeplaatje
Het typeplaatje met aansluitgegevens bevindt zich achter de
ovendeur.
Beschrijving van het apparaat ................................... 4
Beschrijving van de gaskookplaat............................. 6
Werking van de gasbranders ..................................... 7
De oven......................................................................... 8
Het bereiden van gerechten ..................................... 15
Reiniging en onderhoud ...........................................23
Het verhelpen van kleine storingen ......................... 29
Aanwijzingen voor het opstellen en aansluiten ...... 31
3. Controlelampje van de oven. Brandt zolang
de oven verwarmt en gaat uit zodra de
ingestelde temperatuur is bereikt.
4
4. Thermostaatknop
5. Bedieningsknop - brander links voor
6. Bedieningsknop - brander links achter
7. Bedieningsknop - brander rechts achter
8. Bedieningsknop - brander rechts voor
Elektrische ontsteking
U kunt de branders met behulp van de elektrische
vonkontsteking aansteken. De vonkontsteking werkt alleen
wanneer de stekker van de aansluitkabel in het stopcontact zit.
Wanneer de elektrische ontsteking wegens stroomuitval of een
vochtige bougie niet werkt, kunt u de brander ook met een lucifer
of een gasaansteker aansteken.
Glazen sierdeksel
Voordat u het sierdeksel opent, moet u er zeker van zijn dat het
deksel schoon is en er geen vloeistof op ligt. Het sierdeksel van
het fornuis is van glas. Sluit het pas wanneer het kookgedeelte
volledig is afgekoeld.
Lees de separate veiligheidsvoorschriften
voordat u het toestel in gebruik neemt!
5
Beschrijving van de gaskookplaat
Gasbranders
Vóór het ingebruiknemen
van de gasbranders
Belangrijke
waarschuwingen
Voor het eerste gebruik van de gasbranders hoeft u geen
speciale maatregelen te treffen.
• Als u een gerecht met een krokante korst wilt maken, stel dan
eerst een hoge stand van de gasbrander in en laat het gerecht
doorkoken op een lage stand
• De gasbranders zijn thermo-elektrisch beveiligd. Indien de
vlam van de brander ongecontroleerd dooft (overgekookt eten,
tocht e.d.), wordt de gastoevoer automatisch afgesloten. Er
kan geen gas vrijkomen in de keuken.
• Plaats de branderkop altijd nauwkeurig op de branderkelk.
Zorg ervoor dat de openingen van in de branderkop altijd vrij
zijn.
1. Branderkop
2. Branderkelk
3. Bougie
4. Thermo-elektrische beveiliging
Pannen
Fout
Goed
• Het gebruik van de juiste pannen verzekert een optimale
kooktijd en optimaal gasverbruik. Het belangrijkste is de
doorsnede van de pan.
• Vlammen die over de rand van een te kleine pan reiken,
kunnen de grepen van de pan beschadigen. Ook is dan het
gasverbruik hoger.
• Gas heeft zuurstof nodig om te verbranden. Bij een te grote
pan is het verbrandingsrendement geringer.
Brander Doorsnede van de pan
Sterkbrander (4.0 kW)220-300 mm
Normaalbrander (2.0 kW)180-220 mm
Sudderbrander (1.0 kW)120-180 mm
6
Werking van de gasbranders
Knop van de kookplaat
Aansteken en werking
van de gasbranders
De gaskraan is dicht
Volstand
Kleinstand
• Bij iedere knop staat met een symbool aangegeven welke
brander wordt bediend. Op de knop is de volstand en de
kleinstand aangegeven.
• Draai de knop via de volstand terug naar de kleinstand. Elke
brander kan traploos worden geregeld tussen de vol- en
kleinstand.
• U kunt de gasbranders aansteken met behulp van de
elektrische vonkontsteking.
Druk de knop in voordat u deze naar de volstand
draait.
Aansteken met één hand
• Als u de gasbrander aan wilt steken, druk dan de knop van de
gewenste gasbrander in en draai hem op de hoogste stand.
De elektrische vonkontsteking wordt geactiveerd en ontsteekt
de brander.
• Als de elektrische ontsteking niet werkt door stroomuitval of
doordat de bougie vochtig is, kunt u de brander ook met een
lucifer of een gasaansteker aansteken.
Waneer de brander niet binnen 15 seconden
ontsteekt eerst een minuut wachten voordat u het
opnieuw probeert.
Als de brander om welke reden dan ook dooft eerst
een minuut wachten voordat u de brander opnieuw
ontsteekt.
• Draai de bedieningsknop op om de vlam te doven.
7
De oven
Voor ingebruikname van
de oven
Belangrijke
waarschuwingen
Elektronische
schakelklok
• Neem al het toebehoren uit de oven en reinig de oven met
warm water en een gewoon schoonmaakmiddel. Gebruik geen
schurende schoonmaakmiddelen!
• Wanneer u de oven voor de eerste keer verwarmt komt er een
typische reuk van »nieuwheid« vrij. De ruimte daarom goed
ventileren.
• Gebruik geëmailleerde braadsleden of bakplaten. Deze nemen
de warmte van de oven goed op.
• Verwarm de oven alleen voor wanneer dit in het recept of de
tabellen wordt aangegeven.
• Het voorverwarmen van een lege oven kost energie. Er kan
energie bespaard worden door de gerechten tijdens het
opwarmen van de oven al in de oven te plaatsen.
• Zet de oven ongeveer 10 minuten voor het einde van het
bakproces uit. Hierdoor bespaart u energie en maakt u
effectief gebruik van de nawarmte van het bakproces.
Functieomschrijving van de toetsen:
A Functies selecteren en bevestigen
B Verhogen (+)
C Verlagen (-)
Display:
1. Bereidingstijd (kookduur)
2. Einde bereidingstijd
3. Kookwekker
4. Dagtijd
5. Kinderslot
6. Klok – weergegeven in het display
8
• Wanneer u de stekker van het fornuis in het stopcontact steekt
of na een stroomonderbreking, staat er kort ‘META’ of ‘GLAS’ in
het display. Hierna knippert het display een aantal keer. Stel met
de toetsen B en C de dagtijd in. Dit is van belang voor een juiste
werking van de oven.
• Een geluidssignaal klinkt als bevestiging van de bediening van
een toets.
• Selecteer met de toets A de gewenste functie. Het symbool van
de gekozen functie knippert snel. Het knipperen geeft aan dat u
de functie nu kunt bevestigen of wijzigen. Na 5 seconden gaat het
symbool minder snel knipperen en verschijnt de tijd in de display
(6). De meest recente keuze is op het display te zien.
• Het instellen van de waarde verloopt sneller of trager al
naargelang u meer of minder druk op de »-«-toets B en
»+«-toets C uitoefent.
• Bij een stroomuitval van minder dan twee minuten, blijven alle
gekozen instellingen actief.
De tiptoetsen werken het beste waneer u deze met een
groot oppervlak van uw vinger aanraakt.
Instellen dagtijd (klok)
• Druk op toets A. Kies daarna het de functie 'dagtijd' (4).
• Gebruik de toetsen B en C om de tijd aan te passen.
• Bevestig de ingestelde tijd door nogmaal op toets A te drukken.
Als toets A niet wordt aangeraakt wordt de tijd na 5 seconden
automatisch bevestigd.
De automatische schakelklok kan gebruikt worden om de oven
op drie manieren te laten in en uitschakelen:
• Instellen bereidingstijd – de oven start direct; na de ingestelde
bereidingstijd schakelt de oven automatisch uit.
• Instellen eindtijd – het tijdstip waarop de uit moet schakelen kan
worden ingesteld.
• Instellen voorgeprogrammeerde bereidingstijd – de oven start
en eindigt automatisch op aangegeven tijden.
Instellen bereidingstijd
Met dit programma kunt u de bereidingstijd van de oven instellen.
De maximale bereidingstijd is 10 uur.
• Druk op toets A en vervolgens op symbool 1 om de bereidingstijd
te selecteren. Gebruik toetsen B en C om de gewenste
bereidingstijd in te stellen.
• Zet de oven aan (stel de gewenste ovenfunctie en de temperatuur
in). Nadat de aangeven bereidingstijd is bereikt, gaat de oven
automatisch uit. Ook klinkt er een geluidsignaal. U kunt het
signaal stoppen door een willekeurige toets aan te raken. Het
geluidssignaal zal na één minuut automatisch stoppen.
9
• Op het display gaan symbool 1 en de bereidingstijd ‘0:00’
knipperen.
Als u door wil gaan met bakken/braden kunt u opnieuw een
bereidingstijd instellen.
Instellen eindtijd
Met dit programma kunt u het tijdstip instellen waarop de oven moet
uitschakelen. De maximale bereidingstijd is 10 uur.
• Controleer of de dagtijd goed is ingesteld.
• Druk op toets A en vervolgens op toets 2. De dagtijd verschijnt op
het display. Gebruik toetsen B en C om de eindtijd in te stellen.
• Zet de oven aan (stel de gewenste ovenfunctie en de
temperatuur in). Nadat de aangeven eindtijd is bereikt, gaat
de oven automatisch uit. Ook klinkt er een geluidssignaal dat
u kunt stoppen door een willekeurige toets aan te raken. Het
geluidssignaal zal na één minuut automatisch stoppen.
• Op het display gaan symbool 1 en de bereidingstijd ‘0:00’
knipperen.
Als u door wil gaan met bakken/braden kunt u opnieuw een
bereidingstijd instellen.
Instellen voorgeprogrammeerde bereidingstijd
Voor dit programma stelt u twee tijden in; de bereidingstijd en de
eindtijd (de tijd waarop u het gerecht gaar wilt hebben).
De eindtijd van de oven kan maximaal 24 uur vooruit liggen.
• Controleer of de dagtijd goed is ingesteld.
• Stel eerst de bereidingstijd in. Druk op toets A en vervolgens op
symbool 1. Gebruik toetsen B en C om de bereidingstijd in te
stellen.
• Stel hierna de eindtijd in. Druk op toets A en vevolgens op toets 2
De dagtijd verschijnt op het display. Gebruik toetsen B en C om de
eindtijd in te stellen.
• De schakelklok staat nu in pauze. De symbolen 1 en 2 lichten op.
• Zet de oven aan (stel de gewenste ovenfunctie en de gewenste
temperatuur in). De oven start en eindigt automatisch op de
ingestelde tijden. Nadat de aangeven eindtijd is bereikt, gaat
de oven automatisch uit. Ook klinkt er een geluidssignaal dat
u kunt stoppen door een willekeurige toets aan te raken. Het
geluidssignaal zal na één minuut automatisch stoppen.
10
Instellen van de kookwekker
De kookwekker kan ook afzonderlijk van de oven worden ingesteld.
• Druk op toets A aan en vervolgens op symbool 3. Gebruik toetsen
B en C om de kookwekker in te stellen. De maximaal instelbare tijd
bedraagt 10 uur.
• Wanneer de ingestelde tijd is bereikt, klinkt er een geluidssignaal. U
kunt het geluidssignaal stoppen door een willekeurige toets aan te
raken. Het geluidssignaal zal na één minuut automatisch stoppen.
Het kooksymbool (3) zal doven..
Bij de kookwekker wordt de laatste minuut op het
display in seconden weergegeven.
Instellen van het volume van het geluidssignaal
Het volume van het geluidssignaal kan worden ingesteld. Dit kan
alleen wanneer er geen andere functie is ingesteld. (Alleen de
dagtijd staat in het display)
• Druk op toets B en houd deze toets drie seconden ingedrukt; het
volumescherm verschijnt en u hoort een voorbeeldsignaal.
- ‘0000’ geeft het maximale signaalvolume aan en
- ‘0’ geeft het minimale signaalvolume aan.
Gebruik toets B om het gewenste volume in te stellen.
• Bevestig het geselecteerde volume door toets A in te drukken.
Als toets A niet wordt ingedrukt, wordt het volume na een paar
seconden automatisch bevestigd.
Instellen van het kinderslot
Inschakelen: Druk op toets A en vervolgens op symbool 5. Gebruik
de toetsen B en C om het kinderslot te activeren. Op het display
verschijnt de tekst ‘ON’. Bevestig uw keuze met de toets A.
Uitschakelen: Gebruik de toetsen B en C om het kinderslot uit te
schakelen Op het display verschijnt de tekst ‘OFF’. Bevestig uw
keuze door op toets A te drukken.
• Als het kinderslot geactiveerd is, zal de oven niet werken en
kunnen er geen veranderingen in de instellingen plaatsvinden.
• Als het kinderslot geactiveerd is nadat er een programma
geselecteerd is, zal de oven gewoon werken maar zijn er geen
veranderingen in de instellingen mogelijk.
Displaydimmer
Tussen middernacht en 6.00 uur in de morgen zal de lichtsterkte van
het display automatisch dimmen. Dit gebeurt niet wanneer er een
programma actief is.
11
Het verwijderen van de timerinstellingen
• Alle instellingen kunt u wissen door toets B en C tegelijkertijd
drie seconden ingedrukt te houden. De ingestelde programma’s
worden onderbroken, op het display verschijnt de dagtijd.
• Een instelling kunt u ook op de volgende manier verwijdeden:
- selecteer de ingestelde functie met toets A;
- druk vervolgens toets B en C tegelijkertijd in.
• De laatste manier om een instelling ongedaan te maken is de
timerinstellingen op ’0:00’ te zetten.
Bedienen van de oven
U kunt de oven instellen met de functieknop en de elektronische
schakelklok.
Kies met de functieknop de gewenste ovenfunctie en stel met de
tempermostaatknop de gewenste temperatuur in. De oven start.
De gekozen ovenfunctie en de ingestelde temperatuur worden
op het display weergegeven.
Met de functieknop kunt u de oven in- en uitschakelen en de
gewenste ovenfunctie instellen.
Met de thermostaatknop kunt u de temperatuur instellen.
12
De verschillende
ovenfuncties
Ovenverlichting
De oven wordt verlicht door 1 lamp: linksachter aan de
bovenkant. U kunt de ovenverlichting inschakelen, zonder daarbij
een andere functie te selecteren. Dit is vooral handig bij het
reinigen van de oven of, aan het einde van het bakproces, bij het
benutten van de nawarmte. Bij alle andere ovenfuncties schakelt
de ovenverlichting automatisch in.
Hetelucht
De ventilator in de achterwand van de oven zorgt voor een
voortdurende circulatie van hetelucht rond het te braden vlees of
gebak. Deze ovenfunctie is met name geschikt voor het braden
van vlees en gebak op meerdere niveaus.
Grill
Het grill-element dat bovenin de oven is bevestigd, straalt
warmte uit. Grillen is vooral geschikt voor het braden van
kleine stukken vlees zoals biefstukken, worstjes, schnitzels,
karbonades enz.
Maxi grill
Het grill-element wordt gelijktijdig met het bovenste ovenelement
ingeschakeld. Het grill-element straalt direct op het gerecht. Om
het verwarmingsproces te optimaliseren wordt het bovenelement
ook ingeschakeld. Deze verwarmingsmethode is ideaal voor het
bereiden van kleine stukken vlees zoals steaks, biefstukken,
worstjes en karbonades.
Ontdooien
Bij deze ovenfunctie circuleert de lucht in de oven zonder dat de
verwarmingselementen zijn ingeschakeld. Deze methode wordt
gebruikt voor langzaam ontdooien van bevroren levensmiddelen.
13
Bakniveaus
Oventoebehoren
• Het toebehoren, rooster en bakblik, kunt u op vier niveaus in
de oven schuiven.
• In de bak/braadtabellen zijn de afzonderlijke niveaus
aangegeven. Houdt er rekening mee, dat de bakniveaus altijd
van beneden naar boven worden zijn aangegeven.
Het ovenrooster is geschikt om er ovenschotels en bakvormen
op te plaatsen. Uiteraard kunt u ook gerechten rechtsreeks
plaatsen.
Bakblik voor het bakken van plaatgebak en koekjes en voor het
opvangen van vet.
14
Het bereiden van gerechten
Het bakken van gebak
• Voor het bakken van gebak kunt u hetelucht gebruiken.
Aanwijzingen
• Houd bij het bakken van gebak altijd rekening met de keuze
van de richel, de temperatuur en baktijd uit de tabel voor
gebak. De waarden in de tabel voor het bakken van gebak zijn
speciaal voor deze oven vastgesteld en gecontroleerd.
• Wanneer u in de tabel voor het bakken een bepaald soort
gebak niet aantreft, kies dan de gegevens voor een soortgelijk
gebak.
Het bakken van gebak met hetelucht
Het bakken van gebak met hetelucht is bijzonder geschikt
voor het bakken op meerdere niveaus, voor vochtig gebak en
vruchtentaarten. U kunt ook lichte bakvormen gebruiken.
• Bij het bakken van vochtig gebak in een bakvorm
(vruchtentaart) kunt u vanwege het grote vochtigheidsgehalte
maar op hoogstens twee niveaus bakken.
• U kunt verschillende soorten gebak samen bakken, wanneer
de vereiste temperatuur ongeveer gelijk is.
• De baktijd kan bij het gebruik van meerdere bakblikken tegelijk
verschillen. Misschien zult u het ene bakblik eerder uit de oven
moeten halen dan het andere.
• Zorg ervoor dat koekjes ongeveer dezelfde dikte hebben.
Ongelijkmatig gebak zal ongelijkmatig bruin worden!
• Wanneer u meer gebak tegelijkertijd bakt, zal er meer
damp in de oven ontstaan die op de ovendeur condens kan
veroorzaken.
15
Raadgevingen voor het
bakken van gebak
Is het gebak door en door gaar?
Prik met een houten stokje in het hoogste gedeelte. Wanneer er
geen deeg op het stokje achterblijft, is het gebak gaar. U kunt de
oven uitschakelen en de nawarmte benutten.
Het gebak is ingezakt
Controleer het recept. Gebruik minder vloeistof de volgende
keer. Neem de tijd voor het mixen in acht, vooral bij het gebruik
van keukenmachines.
Het gebak is te licht aan de onderkant
Gebruik de volgende keer een donkere bakvorm voor het bakken
en plaats het gebak één richel lager of schakel tegen het einde
van het bakken de onderverwarming aan.
Gebak met een vochtige vulling, bijvoorbeeld kwarktaart, is
niet helemaal gaar.
Verlaag de volgende keer de temperatuur en verleng de baktijd.
Waarschuwingen bij de tabel voor het bakken van gebak:
• Bij de temperatuur is een minimum en een maximum
aangegeven. Stel eerst de lage temperatuur in. Als het
gebak niet bruin genoeg wordt verhoogt u de temperatuur de
volgende keer.
• De baktijden zijn bij benadering aangegeven en kunnen onder
verschillende omstandigheden afwijken.
• Het * (sterretje) betekent dat u de oven moet voorverwarmen.
• Als u gebruik maakt van bakpapier, wees er dan zeker van dat
dit geschikt is voor hoge temperaturen.
16
Tabel voor bakken van gebak met de heteluchtoven
Soort gebak Richel
(van
onderaf)
Zoet gebak
Marmercake, tulband 1150-16050-70
Rechthoekige cake 1150-16055-70
Cake in springvorm 2150-16045-60
Kwarkgebak in springvorm 2150-16065-85
Vruchtentaart, zandtaartdeeg 2160-17050-70
Vruchtentaart met garnering 2160-17060-70
Biscuittaart*2150-16030-40
Taart met suikerglazuur2160-17025-35
Vruchtentaart, roerbeslag 2150-16045-65
Kersencake 2150-16030-50
Biscuitrollade*2160-17015-25
Gebak van roerbeslag 2150-16025-35
Broodvlecht, krans 2160-17035-50
Kerststol 2150-16045-70
Appeltaart2170-18040-60
Ovengebakken donuts2150-16040-55
Hartig gebak
Quiche2170-18050-65
Pizza*2190-21025-45
Brood 2170-18050-60
Broodjes*2180-19030-40
Klein gebak en koekjes
Koekjes van zandtaartdeeg*2150-16015-25
Spritskoekjes*2150-16015-28
Koekjes van gistdeeg2170-18020-35
Koekjes van bladerdeeg 2170-18020-30
Soesjes2180-19025-45
Souffl és
Rijstsouffl é2180-19035-50
Kaassouffl é2180-19040-50
Diepvriesgebak
Appel- en kwarktaart2170-18050-70
Kwarktaart 2160-17065-85
Pizza2170-18020-30
Ovenfrites*2170-18020-35
Ovenkroketten2170-18020-35
Temperatuur
(in °C)
Baktijd
(in min.)
Let op: Het nummer in de kolom 'Richel' geeft de inschuifhoogte van het bakblik aan.
17
Braden van vlees
• Voor het braden van vlees kunt u de heteluchtoven
gebruiken.
Raadgevingen in verband met het serviesgoed
• U kunt een serviesgoed van email, vuurvast glas, aardewerk
of gietijzer gebruiken.
• Roestvrijstalen bakblikken zijn niet geschikt omdat ze zeer
sterk warmte weerkaatsen.
• Wanneer u het vlees afdekt, blijft het sappiger en blijft de oven
schoon.
• In een niet afgedekte schaal wordt het vlees sneller bruin.
Braadt grote stukken vlees op het rooster en plaats het bakblik
er onder om het druipende vet op te vangen.
Waarschuwingen voor het braden van vlees
• In de tabel voor het braden van vlees vindt u gegevens
omtrent de temperatuur, de stand en de baktijd. Omdat de
baktijden sterk afhangen van het soort, het gewicht en de
kwaliteit van het vlees, kunnen afwijkingen optreden.
• Het braden van vlees, gevogelte en vis is pas economisch bij
hoeveelheden van meer dan 1 kg.
• Bij het bakken moet zoveel vocht worden toegevoegd, dat het
vet en het sap van het vlees niet verbranden. Dit betekent dat
bij langere braadtijden het vlees meerdere malen moet worden
gecontroleerd en er vocht moet worden toegevoegd.
• Na het verstrijken van de helft van de braadtijd moet u het
vlees keren, vooral bij braden in de braadslede. Het is daarom
het beste het vlees eerst met de bovenkant naar beneden te
braden.
• Bij het braden van grote stukken vlees kan veel damp
ontstaan. Dit zal op de ovendeur condenseren. Dit is een
natuurlijk verschijnsel en heeft geen invloed op de werking van
het apparaat. Veeg na het braden de deur en de glazen ruit
droog.
• Wanneer u op het rooster braadt, plaats er dan het bakblik
onder om het sap uit het vlees op te vangen. Schuif het
bakblik op de onderste richel.
• Laat gerechten niet in een gesloten oven afkoelen. Zo vermijdt
u condens.
18
Tabel voor het braden met de heteluchtoven
Soort vlees Gewicht
(in g)
Rundvlees
Gebraden rundvlees 10002180-190100-120
Gebraden rundvlees 15002170-180120-150
Rosbief, rosé 10002180-20030-50
Rosbief, doorbakken10002180-20040-60
Varkensvlees
Gebraden varkensvlees
met huid
Buikstuk 15002170-180120-150
Buikstuk 20002160-170150-180
Schouderstuk 15002160-170120-140
Varkensrollade 15002160-170120-140
Casselerrib 15002160-170100-120
Gehakt 15002170-18060-70
Kalfsvlees
Kalfsrollade 15002170-19090-120
Kalfsschenkel 17002170-180120-130
Lamsvlees
Lamsrug15002170-180100-120
Hamelbout15002170-180120-130
Wildbraad
Hazenrug 15002180-190100-120
Reebout 15002170-180100-120
Wild zwijnbout 15002170-180100-120
Gevogelte
Hele kip 12002180-19060-70
Slachtkuiken 15002180-19070-90
Eend 17002160-170120-150
Gans 40002150-160180-200
Kalkoen50002140-150180-240
Vis
Hele vis10002170-18050-60
Vissouffl é15002150-17050-70
15002170-180140-160
Richel
(van onderaf)
Tempera-tuur
(°C)
Braadtijd
(in min.)
Let op: Het nummer in de kolom 'Richel' geeft de inschuifhoogte van het bakblik aan.
19
Grillen en gratineren
• Wees extra voorzichtig bij het grillen. Door de hoge
temperatuur van de grill worden het rooster en de overige
toebehoren van de oven zeer heet. Gebruik daarom
ovenwanten en een speciale vleestang!
• Uit het vlees waarin u prikt kan heet vet spuiten (bijvoorbeeld
uit worstjes). Gebruik een vleestang om brandwonden te
voorkomen.
• Houd voortdurend toezicht bij het grillen. Het vlees kan snel
verbranden door de hoge temperatuur!
• Laat kinderen niet te dicht bij de grill komen.
• De grill is geschikt voor het bereiden van knapperige worstjes,
in stukken gesneden vlees en vismoten (biefstuk, schnitzel,
zalmmoten…) of om toast te bereiden of gerechten te
gratineren.
Tips voor het grillen
• Tijdens het grillen moet de ovendeur altijd gesloten zijn.
• In de tabel vindt u gegevens over de temperatuur, de stand
en de grilleertijd. Omdat de grilleertijd sterk afhankelijk is
van het soort, gewicht en de kwaliteit van het vlees, kunnen
afwijkingen optreden.
• Plaats bij het grillen van vlees altijd het vetfi lter in de oven.
• Verwarm de grill ongeveer 5 minuten voor.
• Vet het rooster even in zodat het vlees er niet aan vastbakt..
• Leg dunne stukken vlees op het rooster. Plaats het bakblik
onder het rooster om het druipende vet en vleessap op te
vangen. Schuif het bakblik op de onderste richel.
• Keer het vlees dat u grilleert na het verstrijken van de helft van
de tijd. Keer dunne stukken maar één maal, grotere meerdere
malen. Gebruik bij het keren geen vork, maar een vleestang,
zodat er niet te veel vleessap uit het stuk loopt.
• Donkere vleessoorten worden beter en sneller bruin dan lichte
zoals varkens- of kalfsvlees.
• Reinig de oven en het toebehoren na elk gebruik, zodat het
vet de volgende keer niet kan inbranden.
20
Loading...
+ 44 hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.