ATAG CX4511C User manual

gebruiksaanwijzing
Oven
mode d’emploi
Four
CX4511C CX4592C
NL Handleiding NL 3 - NL 25 FR Manual FR 3 - FR 25
Belangrijk om te weten - Important à savoir
Tip - Conseil
INHOUD
Uw oven
Gebruik
Reinigen
Problemen oplossen
Inleiding 4 Bedieningspaneel 5 Ovenfuncties 6
Eerste gebruik 7 Oveninstellingen 8 Ovenfuncties 10 Ontdooien 13 Magnetronfuncties 14 Timer 17 Aanvullende functies kiezen 19
De oven reinigen 21 Aqua clean-functie 21 Insteekgeleiders verwijderen en reinigen 22 Ovenlamp vervangen 22
Algemeen 23
Uw oven en het milieu
Afvoer van het apparaat en de verpakking 25
NL 3
UW OVEN
Inleiding
Gefeliciteerd met de aanschaf van deze ATAG magnetronoven. In het ontwerp van dit product heeft optimale gebruikersvriendelijkheid centraal gestaan. De oven biedt een uitgebreide reeks instellingen, zodat u altijd de juiste bereidingswijze kunt kiezen.
In deze handleiding leest u hoe u deze oven het best kunt gebruiken. Naast informatie over de bediening, vindt u hier ook achtergrondinformatie die u tijdens het gebruik van het apparaat van pas kan komen.
Lees eerst de afzonderlijke veiligheidsinstructies voordat u het apparaat gaat gebruiken!
Lees deze handleiding door voordat u het apparaat in gebruik neemt, en berg de handleiding daarna veilig op voor toekomstig gebruik.
De installatie-instructies worden afzonderlijk meegeleverd.
NL 4
UW OVEN
Bedieningspaneel
2 3
1
1211
7 6 5 48910 1914 15 16 17
1. Uit
2. Snel voorverwarmen
3. Bovenwarmte + onderwarmte
4. Grill
5. Grill + ventilator
6. Hete lucht + onderwarmte
7. Hete lucht
8. ECO bakken en braden
9. Aqua clean
10. Ontdooien
11. Magnetron + hete lucht
12. Magnetron
13. Display (bereidingsinformatie en timerklok)
14. Kinderslot
15. Ovenlamp
16. Temperatuur/vermogen
17. Timer
18. Start/stop
19. Selectieknop
13
18
Opmerking:
Voor de beste toetsrespons raakt u de toetsen met een groot deel van
uw vingertop aan. Telkens als u, tijdens gebruik, op een toets drukt, klinkt er een kort geluidssignaal.
NL 5
UW OVEN
Ovenfuncties
1
Niveau 4 Niveau 3
Niveau 2 Niveau 1
3
4
1. Bedieningspaneel
2. insteekniveau’s
3. Ovendeur
4. Handgreep
De volgende toebehoren worden bij uw magnetronoven geleverd:
2
NL 6
• Glazen plaat (te gebruiken bij magnetronfunctie).
• Bakplaat (NIET gebruiken bij magnetronfunctie).
• Ovenrooster (NIET gebruiken bij magnetronfunctie).
Opmerking
Raadpleeg de bereidingsrichtlijnen in deze handleiding om het juiste accessoire voor uw gerechten te bepalen.
GEBRUIK
Eerste gebruik
Selectieknop
Start/stop-toets
Ovenfunctieknop
Temperatuur/
vermogen-toets
Huidige tijd instellen
Wanneer u het apparaat voor het eerst op het elektriciteitsnet aansluit, licht de display op. Na drie seconden gaan het kloksymbool en “12:00” knipperen op de display.
1. Draai de ‘selectieknop’ om de huidige tijd in te stellen.
2. Bevestig de instellingen door op ‘start/stop’ te drukken.
Als u nergens op drukt, worden de instellingen na drie seconden
automatisch opgeslagen.
U kunt de huidige tijd altijd instellen door 2 keer de ‘timer-toets’ te drukken. Vervolgens draait u de ‘selectieknop’ om de huidige tijd in te stellen. Bevestig de instellingen door op ‘start/ stop’ te drukken.
Als u nergens op drukt, worden instellingen na drie seconden automatisch opgeslagen.
Oven gebruiken
De oven heeft 10 ovenfuncties en 1 reinigingsfunctie. Raadpleeg de tabel en kies de juiste ovenfunctie voor het gerecht.
1. Zet het gerecht in de oven.
Let op; voor de meeste gerechten moet u de oven eerst voor-
verwarmen. Plaats het gerecht dan nog niet in de oven, maar wacht totdat het voorverwarmen gereed is.
2. Draai de ‘ovenfunctieknop’ naar de gewenste instelling.
Het geselecteerde pictogram verschijnt op de display.
3. Druk op de ‘temperatuur/vermogen-toets’.
4. Stel met de ‘selectieknop’ de gewenste temperatuur in (tussen 30-250 °C).
5. Selecteer desgewenst een bereidingstijd door op de ‘timer-toets’ te drukken.
6. Druk op de ‘start/stop-toets’.
De ingestelde ovenfunctie wordt gestart en de oven wordt tot de
geselecteerde temperatuur verwarmd. Het temperatuursymbool in de
display knippert. Als de geselecteerde temperatuur is bereikt, blijft het
temperatuursymbool in de display branden.
NL 7
GEBRUIK
Oveninstellingen
Opmerkingen
• De temperatuur kan tijdens de bereidingstijd worden gewijzigd.
• Bereidingstijden zijn ruwe schattingen en kunnen afhankelijk van een aantal voorwaarden variëren.
• Voor een aantal gerechten moet de oven worden voorverwarmd.
• Als u bakpapier gebruikt, moet dit bestand zijn tegen hoge temperaturen.
• Tijdens het bereiden van grotere stukken vlees of gerechten waarin deeg is verwerkt, zoals pastei, komt veel stoom vrij dat op de ovendeur kan condenseren. Dit is een normaal verschijnsel dat niet van invloed is op het functioneren van het apparaat. Veeg na beëindiging van het bereidingsproces de deur en het glas droog.
• Voorkom dat er condensatie (dauw) ontstaat en laat voedsel dat is verhit niet afkoelen in een gesloten oven.
• De glazen schalen die u gebruikt, moeten bestand zijn tegen temperaturen van 250 °C.
Kies aan de hand van de tabel de juiste ovenfunctie. Raadpleeg ook de bereidingsinstructies op de verpakking van het gerecht.
Functie Beschrijving Aanbevolen
Ovenfuncties
Snel voorverwarmen
Met deze functie kunt u de oven snel opwarmen tot de gewenste temperatuur. Deze functie is niet geschikt om voedsel te bereiden! Als de oven tot op de gewenste temperatuur is verwarmd, is het verwarmingsproces voltooid.
Bovenwarmte + onderwarmte
De warmte wordt gegenereerd door de verwarmings­elementen boven en onder in het apparaat. Deze instelling is geschikt voor bakken en braden.
Grill
Voedsel wordt verwarmd door het bovenste verwarmingselement.
Bovenwarmte + ventilator
De warmte die door de bovenste verwarmingselementen wordt gegenereerd, wordt door de ventilator verspreid. Deze functie kan worden gebruikt voor het grillen van vlees en vis.
NL 8
temp. °C
160
200
240
170
Aanbevolen vermogen (W)
GEBRUIK
Hete lucht + onderwarmte
De combinatie hete lucht en onderwarmte zorgt voor een knapperig en bruin resultaat.
Hete lucht
Voedsel wordt verwarmd door hete lucht die vanuit de achterkant van de oven wordt aangevoerd. Deze instelling maakt gebruik van gelijkmatige verhitting en is ideaal voor bakken.
ECO bakken en braden
Optimaliseert het energieverbruik tijdens het bakken of braden. Deze functie wordt gebruikt voor het braden van vlees of het bereiden van gebak.
Door gebruik te maken van de restwarmte geeft deze stand een laag energieverbruik (conform energieklasse EN 60350-1). Bij deze functie wordt niet de werkelijke temperatuur in de oven weergegeven.
Automatische functies
Aqua clean
Door de hete stoom wordt de binnenzijde van de oven nat, waardoor u de oven eenvoudig kunt reinigen. Het Aqua Clean-programma duurt slechts 30 minuten.
Ontdooien
Met de magnetron kunt u bevroren voedsel uitstekend ontdooien. Microgolven zorgen ervoor dat bevroren voedsel in korte tijd geleidelijk wordt ontdooid. De oven beschikt over automatische ontdooiprogramma´s die gebruikmaken van de magnetron (A1 tot A5).
Combi-functie/magnetronfunctie
Magnetron + hete lucht
Deze functie is geschikt voor alle soorten vlees en gevogelte, maar ook voor stoofschotels, gegratineerde schotels, rosbief en kip, biscuitdeeg en lichte vruchtencakes, taarten en kruimelgebak.
200
180
180
70
160 600
Magnetron
Voor het bereiden en ontdooien van voedsel worden microgolven gebruikt. Gerechten worden snel en efficiënt bereid zonder dat de kleur of vorm van het voedsel wordt aangetast. Het vermogen en de bereidingstijd stelt u handmatig in voor de verschillende gerechten.
750
NL 9
GEBRUIK
Ovenfuncties
Snel voorverwarmen
Elke ovenfunctie heeft een aantal basis- of standaardinstellingen die u kunt aanpassen.
U past de instellingen aan door op de relevante toets te drukken (voordat u op de ‘start/stop-toets’ drukt). Een aantal instellingen is niet beschikbaar bij alle programma’s; als dit het geval is wordt u hier met een geluidssignaal op attent gemaakt.
De kooktemperatuur en het magnetronvermogen aanpassen
Stel het vermogen (W) alleen in voor een magnetron- of een combi­magnetronfunctie.
1. Draai de ‘ovenfunctieknop’ naar de gewenste ovenfunctie.
Het geselecteerde pictogram verschijnt op de display.
2. Druk op de ‘temperatuur/vermogen-toets’. ▷ Bij de Combi-functie: druk eenmaal om de temperatuur in te
stellen, druk tweemaal om het vermogen in te stellen.
3. Stel met de ‘selectieknop’ de gewenste temperatuur of het gewenste
vermogen in.
Snel voorverwarmen
Met deze functie verwarmt u de oven snel tot de gewenste temperatuur. Deze functie is niet geschikt om voedsel te bereiden!
1. Draai de ‘ovenfunctieknop’ in de stand ‘snel voorverwarmen’.
De vooraf ingestelde temperatuur wordt weergegeven. U kunt deze
temperatuur wijzigen.
2. Druk op de ‘start/stop-toets’.
Nadat u de oven hebt gestart met de ‘start/top-toets’, begint het
voorverwarmen. Als de ingestelde temperatuur is bereikt, is het
voorverwarmen voltooid en klinkt er een geluidssignaal.
NL 10
Bovenwarmte + onderwarmte
De warmte wordt gegenereerd door de verwarmingselementen boven en onder in het apparaat. Deze instelling is geschikt voor traditioneel bakken en braden.
2
Boven- en
onderwarmte
GEBRUIK
• De bakplaat of het grillrooster wordt doorgaans op niveau 2 geplaatst.
• Voorverwarmen wordt aanbevolen.
Grill
Voedsel wordt verwarmd door de bovenste verwarmingselementen.
4
2
Grill
• Voor het grillen wordt het grillrooster doorgaans op niveau 4 geplaatst, en de bakplaat op niveau 2.
• Houd het bereidingsproces steeds in de gaten. Door de hoge temperatuur kan het vlees snel aanbranden.
• Verwarm de oven 5 minuten voor.
• Maximaal toegestane temperatuur: 240 °C
Bovenwarmte + ventilator
De warmte die door het bovenste verwarmingselement wordt gegenereerd, wordt door de ventilator verspreid. Deze functie kan worden gebruikt voor het grillen van vlees, vis, gevogelte en groenten. U hoeft het voedsel niet om te draaien en het krijgt een knapperige textuur.
Bovenwarmte en
ventilator
4
2
• Voor het grillen wordt het grillrooster doorgaans op niveau 4 geplaatst, en de bakplaat op niveau 2.
• Houd het bereidingsproces steeds in de gaten. Door de hoge temperatuur kan het vlees snel aanbranden.
• Verwarm de oven 5 minuten voor.
NL 11
GEBRUIK
Hete lucht en
onderwarmte
Hete lucht + onderwarmte
Voedsel wordt verwarmd met de combinatie hete lucht en onderwarmte. Deze instelling kan worden gebruikt voor een knapperig en bruin resultaat.
2
• De bakplaat of het grillrooster wordt doorgaans op niveau 2 geplaatst.
• Voorverwarmen wordt aanbevolen.
Hete lucht
Voedsel wordt verwarmd door hete lucht afkomstig van een ventilator en het verwarmingselement achter in de oven. Deze instelling maakt gebruik van gelijkmatige verhitting en is ideaal voor bakken.
NL 12
2
Hete lucht
• Positioneer de plaat op niveau 2.
• Voorverwarmen wordt aanbevolen.
ECO bakken en braden
Optimaliseert het energieverbruik tijdens het bakken of braden. Deze functie wordt gebruikt voor het braden van vlees of het bereiden van gebak. Door gebruik te maken van de restwarmte geeft deze stand een laag energieverbruik (conform energieklasse EN 60350-1). Bij deze functie wordt niet de werkelijke temperatuur in de oven weergegeven.
GEBRUIK
ECO bakken en
Ontdooien
Ontdooien
2
braden
• Positioneer de plaat op niveau 2.
Met de magnetron kunt u bevroren voedsel uitstekend ontdooien. Microgolven zorgen ervoor dat bevroren voedsel in korte tijd geleidelijk wordt ontdooid.
1. Draai de ‘ovenfunctieknop’ naar de stand ‘ontdooien’.
Op de display worden het pictogram en programma A1 weergegeven
(u kunt uit vijf programma’s kiezen - zie de onderstaande tabel).
2. Draai de ‘selectieknop’ om het gewenste programma en gewicht in kilogram te selecteren.
3. Druk op de ‘start/stop-toets’.
In de volgende tabel ziet u de verschillende programma’s voor automatisch ontdooien, hoeveelheden, rusttijden en de bijbehorende aanbevelingen. Deze programma’s maken uitsluitend gebruik van microgolven. Verwijder al het verpakkingsmateriaal voordat u gaat ontdooien. Leg vlees, gevogelte en vis op de glazen bakplaat.
Programma Recept Gewicht*
(kg)
A1 A2 A3 A4 A5
* U kunt gewicht (binnen een bereik) aanpassen door op de
‘temperatuur/vermogen-toets’ te drukken. Afhankelijk van het ingestelde gewicht wordt de bereidingstijd automatisch aangepast.
Vlees 1 90 30
Gevogelte 1 90 17
Vis 1 90 12
Brood 0,5 180 12
Bevroren groenten
Vermogen
(W)
1 90 16
Bereidingstijd
(minuten)
NL 13
GEBRUIK
Magnetron
Belangrijk
Bij de ontdooifunctie worden microgolven gebruikt om voedsel te verwarmen. Bij gebruik van deze functie moeten de richtlijnen voor kookgerei en andere voorzorgsmaatregelen voor een veilig gebruik van de magnetron dan ook zorgvuldig worden opgevolgd.
Microgolven zijn hoogfrequente elektromagnetische golven. De energie maakt het mogelijk om voedsel te garen of op te warmen zonder de vorm of kleur aan te tasten. De magnetron wordt gebruikt bij:
• Magnetronfunctie
• Combi-functie
Bereidingsprincipe
1. De microgolven die door de magnetron worden gegenereerd, worden gelijkmatig verspreid door middel van een distributiesysteem. Het voedsel wordt zo gelijkmatig gegaard.
2. De microgolven worden tot een diepte van ongeveer 2,5 cm door het voedsel geabsorbeerd. Het garen gaat dan door, omdat de warmte in het voedsel wordt verspreid.
3. De bereidingstijden variëren en hangen af van de schaal die u gebruikt en de eigenschappen van het voedsel:
▷ Hoeveelheid en dichtheid ▷ Watergehalte ▷ Begintemperatuur (wel of niet gekoeld)
NL 14
Belangrijk
Het voedsel wordt van binnen gegaard door middel van warmteverspreiding. Het garen gaat door, zelfs als u het voedsel uit de oven hebt gehaald. Rusttijden in recepten en in dit boekje moeten daarom worden aangehouden om te zorgen voor:
• Gelijkmatige verwarming tot binnen in het voedsel.
• Gelijke temperaturen in alle delen van het voedsel.
Richtlijnen voor magnetronkookgerei
Kookgerei dat u voor de magnetronfunctie gebruikt, mag de microgolven niet blokkeren. Metalen zoals roestvrij staal, aluminium en koper weerkaatsen microgolven. Gebruik daarom geen metalen kookgerei. Kookgerei waarop staat aangegeven dat het magnetronbestendig is, kan veilig worden gebruikt. Raadpleeg voor meer informatie over geschikt kookgerei de volgende richtlijnen en gebruik altijd de glazen bakplaat op niveau 1 als u de magnetronfunctie gebruikt.
GEBRUIK
Kookgerei
Magnetron­bestendig
Opmerkingen
Aluminiumfolie 37 Kan in kleine hoeveelheden worden gebruikt om
te voorkomen dat bepaalde delen van het voedsel te gaar worden. Vonkontlading kan voorkomen als de folie zich te dicht bij de ovenwand bevindt of als er te veel folie wordt gebruikt.
Porselein en aardewerk
3
Porselein, aardewerk, geglazuurd aardewerk en ivoorporselein zijn doorgaans geschikt, tenzij ze zijn voorzien van een metalen randje.
Wegwerpservies van polyester of karton
3
Soms worden diepvriesmaaltijden verpakt in wegwerpservies.
Fastfoodverpakkingen
Polystyreenbe­kers
Papieren zakken of krantenpapier
Gerecycled pa­pier of metalen randjes
Glaswerk
Ovenschalen
Fijn glaswerk
Glazen potten
3
7
7
3
Kan worden gebruikt voor het verwarmen van voedsel. Bij oververhitting kan het polystyreen smelten.
Kan vlam vatten.
Kan vonkontlading veroorzaken. Kan worden gebruikt, tenzij voorzien van een
metalen randje. Kan worden gebruikt voor het verwarmen van voedsel of vloeistoffen. Dun glas kan breken of barsten bij plotselinge verhitting. Het deksel moet worden verwijderd. Alleen geschikt voor verwarmen.
Metaal
7
Kan vonkontlading of brand veroorzaken.
Papier
Borden, bekers, keukenpapier
Gerecycled
3
Voor korte bereidingstijden en verwarmen. Voor het absorberen van overtollig vocht.
7
Kan vonkontlading veroorzaken.
papier
Plastic
3
Met name hittebestendig thermoplastisch materiaal. Andere soorten plastic kunnen kromtrekken of verkleuren bij hoge temperaturen. Gebruik geen melamineplastic. Kan worden gebruikt om vocht vast te houden. Mag het voedsel niet aanraken. Wees voorzichtig wanneer u de folie verwijdert; er kan hete stoom ontsnappen. Alleen indien kook- of ovenbestendig. Mag niet luchtdicht zijn. Indien nodig inprikken met een vork.
Opmerking Vonken in de magnetron noemt men ook wel vonkontlading.
3 : Aanbevolen 37
: Voorzichtig
7
: Onveilig
NL 15
GEBRUIK
Magnetronfunctie/Combi-functie
Magnetron
Voor het bereiden en ontdooien van voedsel worden microgolven gebruikt. Gerechten worden snel en efficiënt bereid zonder dat de kleur of vorm van het voedsel wordt aangetast. Het vermogen en de bereidingstijd stelt u handmatig in voor de verschillende gerechten.
Magnetron
• Vermogensniveaus: 90, 180, 360, 600, 750 en 1000 W
• Plaats de glazen plaat op insteekniveau 1.
Gebruik geen metalen kookgerei of bestek. Zie ‘Richtlijnen voor magnetronkookgerei’. Verwarm de oven niet voor.
1
NL 16
Vermogen Gebruik
1000 W
750 W 600 W
360 W
180 W 90 W
Snel opwarmen van dranken, water en gerechten die
veel vocht bevatten.
• Verse of diepgevroren groenten bereiden.
Verse of diepgevroren bladgroenten bereiden.
Chocolade smelten.
• Vis en schaaldieren bereiden. Opwarmen op twee niveaus.
• Gedroogde bonen op lage temperatuur bereiden.
• Verfijnde gerechten met eieren opwarmen of bereiden.
Op lage temperatuur bereiden van zuivelproducten, jam.
Handmatig ontdooien, boter of ijs zacht maken.
Ontdooien van gebak dat room bevat.
Loading...
+ 36 hidden pages