De inschuifniveaus zijn genummerd van beneden naar boven.
De niveaus 4 en 5 worden voornamelijk gebruikt voor de grillfunctie.
Niveau 1 wordt voornamelijk gebruikt voor de magnetronfunctie in combinatie met de
keramische plaat.
Zie de kooktabellen in deze handleiding voor de juiste inschuifniveaus voor uw gerechten.
Koelventilator
Tijdens het bakken en braden blaast de ventilator warme lucht door de ventilatieopeningen
aan de voorzijde naar buiten. Na het uitschakelen van de oven blijft de ventilator nog draaien
om de keukenkastjes te beschermen. De ventilator stopt automatisch wanneer de oven is
afgekoeld tot 60 °C of na 25 minuten.
NL 6
keramische
bakplaat
inzetrooster
ACCESSOIRES
De volgende toebehoren zijn meegeleverd met uw combimagnetron:
Keramische bakplaat
1
(handig bij de magnetronfunctie)
Inzetrooster voor keramische
34
bakplaat (handig bij automatisch
koken en de grillfunctie)
Let op
Twee bakplaten (NIET GEBRUIKEN bij
2
de magnetronfunctie)
Ovenrooster (NIET GEBRUIKEN bij de
magnetronfunctie)
Zie de kooktabellen in deze handleiding voor de juiste accessoire voor uw gerechten.
NL 7
VÓÓR GEBRUIK
Bedankt voor de aanschaf van deze ATAG combimagnetron.
Deze handleiding bevat belangrijke veiligheidsvoorschriften en essentiële informa-
tie over het gebruik en het onderhoud van uw nieuwe combimagnetron. De installatievoorschriften worden apart geleverd.
Lees de veiligheidsvoorschriften en alle informatie in deze
handleiding eerst zorgvuldig door voordat u het apparaat gebruikt en bewaar haar als naslagwerk voor toekomstig gebruik.
VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
Veilig gebruik
• WAARSCHUWING: dit apparaat en de
toegankelijke delen worden heet tijdens het
gebruik. Zorg dat u de hete delen niet aanraakt.
Houd kinderen jonger dan 8 jaar uit de buurt
tenzij er voortdurend op hen wordt gelet.
• Dit apparaat kan worden gebruikt door
kinderen van 8 jaar en ouder, alsmede
personen met beperkte lichamelijke, zintuiglijke
of mentale vermogens of met ontbrekende
ervaring en kennis, mits zij onder toezicht
staan of instructies krijgen in veilig gebruik van
het apparaat en begrijpen wat de betreffende
gevaren zijn. Kinderen mogen niet spelen met
het apparaat. Kinderen mogen het apparaat
niet reinigen of onderhouden als zij niet onder
toezicht staan.
• Dit apparaat is alleen voor huishoudelijk
gebruik bestemd. Gebruik het uitsluitend voor
het bereiden van gerechten.
• Houd het snoer uit de buurt van warme
oppervlakken.
• Dek de ventilatieopeningen nooit af.
• Het apparaat is niet bedoeld om te worden
bediend door middel van een externe timer of
een apart afstandsbedieningssysteem.
• In verband met de elektrische veiligheid mag
het toestel niet met hogedrukreinigers of
stoomreinigers schoongemaakt worden.
• WAARSCHUWING: verwarm nooit gesloten
conservenblikken.
Er ontstaat een overdruk in het blik, waardoor het
kan exploderen.
NL 8
VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN (VERVOLG)
• Bij het bereiden van gerechten die alcohol
bevatten kan de alcohol door de hoge
temperaturen verdampen. De damp kan vlam
vatten als het in aanraking komt met hete delen.
• Gebruik het apparaat niet voor het opbergen van
brand gevaarlijke of licht vervormbare materialen.
• Zorg ervoor dat gerechten altijd voldoende
verhit worden. De tijd die daarvoor nodig
is, hangt van vele factoren af, zoals de
hoeveelheid en het soort gerecht. De eventueel
in het voedsel aanwezige bacteriën worden
alleen gedood als het voedsel minimaal 10
minuten bij een temperatuur hoger dan 70 °C
verhit wordt. Laat het voedsel wat langer garen
als u niet zeker weet of het voedsel genoeg
verhit is.
• Gebruik geen schuurmiddelen of metalen
schrapers voor het reinigen van de glazen deur.
Het oppervlak raakt hierdoor bekrast, waardoor
het glas kan barsten.
• Neem de gerechten en de accessoires altijd met
een pannenlap of ovenwanten uit het apparaat.
• Als u rook waarneemt, schakelt u het apparaat
uit of haalt u de stekker van het apparaat uit
het stopcontact. Houd de deur gesloten om
eventuele vlammen te doven.
• Gebruik alleen de temperatuursensor die voor
deze oven wordt aanbevolen (voor apparaten
waarbij het gebruik van een temperatuursensor
mogelijk is).
• Verwijder alle etensresten en kookgerei uit
de oven voordat u de oven reinigt met de
zelfreinigende pyrolysefunctie.
• Wanneer voor het reinigen van de oven de
temperatuurregelaar in een hogere stand
moeten worden gezet (pyrolyse) dan voor
normale doeleinden, kan de buitenkant warmer
worden dan gebruikelijk. Houd kinderen
daarom op veilige afstand.
• WAARSCHUWING: Vermijd de kans op een
elektrische schok en zorg ervoor dat het apparaat
is uitgeschakeld voordat u de lamp vervangt.
NL 9
VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN (VERVOLG)
• WAARSCHUWING: Als het (glazen)
bedieningspaneel is gebarsten, schakelt u het
apparaat uit om de kans op een elektrische
schok te vermijden.
• WAARSCHUWING: Koken met vet of olie
zonder toezicht kan gevaarlijk zijn en brand
veroorzaken.
• Probeer NOOIT een brand te blussen met
water. Schakel het apparaat uit en houd de
deur gesloten.
• WAARSCHUWING: In verband met brandgevaar
Kinderen
Veilig gebruik magnetron/combi-magnetron
niets in de oven bewaren of opslaan.
• Kinderen mogen niet spelen met het apparaat.
Kinderen mogen
het apparaat niet reinigen of onderhouden als
zij niet onder
toezicht staan.
• Bewaar geen voorwerpen in kastjes boven
of achter het apparaat die voor kinderen
interessant zijn.
• WAARSCHUWING: het is gevaarlijk voor
onbevoegden om reparaties uit te voeren
waarbij het nodig is dat de behuizing van het
toestel geopend wordt. De behuizing beschermt
tegen het vrijkomen van microgolf-energie.
• WAARSCHUWING: wanneer de deur of de
afdichting beschadigd is, mag de magnetron niet
gebruikt worden totdat de magnetron gerepareerd
is door een hiertoe bevoegd persoon.
• WAARSCHUWING: de inhoud van zuigflessen
en potjes babyvoeding moet geschud en
geroerd worden. Controleer de temperatuur voor
consumptie om verbranding te voorkomen.
• WAARSCHUWING: probeer de magnetron niet
te gebruiken met geopende deur. Er kan gevaar
ontstaan door magnetron straling.
• Gebruik het toestel alleen binnenshuis.
• Gebruik het toestel niet in vochtige ruimtes of
in de buurt van een waterkraan.
NL 10
VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN (VERVOLG)
• De magnetron is geïsoleerd. Desondanks
vindt er altijd enige warmte-overdracht plaats,
waarbij de buitenzijde van het toestel opwarmt.
Deze opwarming valt ruimschoots binnen de
normen.
• Gebruik uitsluitend bestek en serviesgoed dat
geschikt is voor gebruik in de magnetron (let
op met goud- of zilverkleurige randjes).
• Zet een kunststof lepeltje in het kopje als u
vloeistof (bijvoorbeeld water) wilt koken. Het
kan namelijk gebeuren dat de vloeistof kookt
zonder dat u belletjes ziet. Zodra u het kopje
uit de magnetron neemt, kan de vloeistof
opeens heftig gaan koken en uit het kopje
spatten, met het risico dat u zich brandt.
• Een magnetron is alleen veilig als de deur goed
sluit! Plaats nooit een voorwerp tussen de deur
van de magnetron en zorg dat de deur en de
afdichting altijd schoon zijn.
• Gebruik de magnetron alleen voor het
ontdooien, bereiden en verwarmen van voedsel
en niet voor bijvoorbeeld het drogen van kleding
of papier. Deze kunnen vlam vatten.
• Als u kleine hoeveelheden droge of
poedervormige producten in de magnetron
verwarmt (zoals bij het drogen van kruiden)
bestaat de kans op zelfontbranding. Schakel
de magnetron uit en maak het toestel
spanningsloos indien iets in de magnetron vlam
vat of wanneer er rook wordt waargenomen
(stekker uit het stopcontact nemen/de
(automatische) zekering(en) uitschakelen of
de schakelaar in de meterkast op nul zetten).
Houd de deur gesloten om eventuele vlammen
te smoren.
• Schakel de magnetron niet in als deze leeg is.
De magnetron kan hierdoor beschadigd raken.
• Verwijder metalen sluitstrips van plastic zakken
en gebruik schalen en schotels die geschikt
zijn voor de magnetron.
NL 11
VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN (VERVOLG)
• Kijk altijd eerst op de verpakking van het
gerecht hoe u het in de magnetron moet
plaatsen. Vloeistoffen of etenswaren in
luchtdichte verpakking mag u meestal alleen
opwarmen indien u een paar gaatjes in de
verpakking prikt. Dit in verband met toename
van de druk tijdens het opwarmen.
• Vloeistoffen en ander voedsel mogen niet
worden verwarmd in hermetisch afgesloten
verpakkingen omdat ze kunnen ontploffen.
• Bij het verwarmen van voedsel in plastic of
papieren verpakkingen is het aanbevolen een
oog te houden op de magnetron in verband
met de mogelijkheid van ontbranding.
• Verwarm nooit langer dan noodzakelijk is, houd
rekening met het ‘nagaren’.
• Prik met een vork of ander puntig voorwerp
even in het vel van vlees, kip of vis. Hiermee
voorkomt u dat deze gerechten gaan spetteren.
• De magnetron moet regelmatig worden
gereinigd en alle voedsel resten moeten worden
verwijderd. Achtergebleven kruimels en vocht
absorberen microgolven en verlengen de
kooktijd. Tevens kan door achtergebleven
voedselresten de binnenzijde beschadigd raken
wat tot gevaarlijke situaties kan leiden.
Een magnetron is niet geschikt voor:
• het inmaken van voedsel;
• het koken van eieren in de schaal en het
verwarmen van hele hardgekookte eieren, deze
spatten uit elkaar door de druktoename;
• het verhitten van frituurolie.
Veilig gebruik oven/stoomoven
• Houd kinderen op veilige afstand van de oven
tijdens het bakken of braden. De oven wordt
heet tijdens gebruik. Raak de elementen en
het interieur pas aan nadat de oven volledig is
afgekoeld.
NL 12
VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN (VERVOLG)
• De buitenzijde van de oven kan warm worden
nadat de oven gedurende een lange periode bij
hoge temperaturen is gebruikt. Ook de ovenruit
kan door langdurig gebruik van de oven op de
maximale temperatuur (bijv. bij het grillen) warm
worden. Let op als er kinderen in de buurt zijn.
• De oven is optimaal geïsoleerd. Desondanks
vindt er altijd enige warmteoverdracht plaats,
waarbij de buitenzijde van het toestel opwarmt.
Deze opwarming valt ruimschoots binnen de
normen.
• De oven heeft een ventilator die de ovenmantel
koelt. Nadat de oven is uitgeschakeld, kan
deze ventilator nog enige tijd nadraaien.
• Controleer of het apparaat is uitgeschakeld
voordat u de lamp vervangt om het risico op
een elektrische schok te vermijden.
• Zet geen oventoebehoren op de open ovendeur.
• Sluit de ovendeur tijdens het bakken en braden.
• Open de ovendeur voorzichtig; er komt hete
stoom vrij.
• Bewaar geen brandbare materialen in de oven.
• Diepvriesgerechten (pizza) altijd op een rooster
bereiden. De bakplaat kan vervormen door de
grote temperatuurverschillen die in de bakplaat
ontstaan.
• De ovenbodem nooit afdekken met
aluminiumfolie. Aluminiumfolie houdt warmte
tegen en geeft daardoor slechte bakresultaten.
Bovendien kan het emaille van de ovenbodem
beschadigd raken.
• Kleinere hoeveelheden vragen een kortere
bereidingstijd. Wanneer de in recepten
aangegeven bereidingstijden worden toegepast
kunnen ze verbranden.
• Giet nooit koud water op de warme ovenbodem.
Het emaille kan beschadigd raken.
• Door vruchtensappen kunnen moeilijk te
verwijderen vlekken achterblijven op de
ovenbodem. Gebruik daarom bij het bereiden
van vochtig gebak (appeltaart) een bakblik/
bakplaat/braadslede als vangschaal.
NL 13
VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN (VERVOLG)
• Gemorste suikerhoudende gerechten of
vruchtensappen, zoals pruimennat of rabarber,
kunnen de kleur van het email aantasten.
Het verdient aanbeveling dit direct schoon te
maken zodra de oven is afgekoeld. Let op: bij
de stoomoven is het water in de stoomschaal
nog heet!
• Bij gebruik van de stoomoven moeten de
bakvormen hitte- en stoombestendig zijn.
Siliconen bakvormen zijn niet geschikt voor
gecombineerd gebruik van hetelucht en stoom.
• Gebruik geen vormen die roestplekken
vertonen. Zelfs zeer kleine vlekken kunnen tot
roest in de ovenruimte leiden.
Installatie
• Controleer het toestel op transportschade. Sluit
een beschadigd toestel niet aan.
• Dit toestel mag alleen door een erkend
installateur worden aangesloten.
• Defecte onderdelen mogen alleen vervangen
worden door originele onderdelen. Alleen van
die onderdelen kan de fabrikant garanderen dat
zij aan de veiligheidseisen voldoen.
• Indien de aansluitkabel beschadigd is
mag deze alleen worden vervangen door
de fabrikant, zijn service-organisatie of
gelijkwaardig gekwalificeerde personen,
teneinde gevaarlijke situaties te voorkomen.
• De elektrische aansluiting moet voldoen aan de
nationale en lokale voorschriften.
• Wandcontactdoos en stekker moeten altijd
bereikbaar blijven.
• Als u een vaste aansluiting wilt maken, moet u er
voor zorgen dat er een omnipolaire schakelaar
met een contactafstand van minimaal 3 mm in de
toevoerleiding wordt aangebracht.
• Het apparaat mag niet via een verdeelstekker
of verlengsnoer op het elektriciteitsnet worden
aangesloten. Hiermee kan veilig gebruik van
het apparaat niet worden gewaarborgd.
NL 14
VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN (VERVOLG)
• WAARSCHUWING: open nooit de behuizing
van het toestel.
Alleen een service technicus mag het toestel
openen.
• Maak het toestel spanningsloos voordat met de
reparatie wordt gestart.
• Vrijstaande magnetronovens mogen niet in een
kast worden geplaatst.
Indien de veiligheidsinstructies en
waarschuwingen niet worden opgevolgd, kan
de fabrikant niet aansprakelijk worden gesteld
voor de schade die daarvan het gevolg is.
Als u besluit het toestel, vanwege een defect,
niet langer te gebruiken, adviseren wij u, nadat u
de stekker uit het stopcontact heeft verwijderd,
het snoer af te knippen. Breng het toestel naar
de betreffende afvalverwerkingsafdeling van uw
gemeente.
NL 15
INGEBRUIKNAME
Taal en tijd instellen
Wanneer de combimagnetron voor het eerst wordt aangesloten op het elektriciteitsnet
dient u eerst de taal en de tijd in te stellen.
Draai aan de Selectieknop om de
1
taal in te stellen. Druk op de
Starttoets om te bevestigen.
Voorbeeld: de tijd instellen op 1:30.
3
Draai aan de Selectieknop om het
uur in te stellen.
Draai aan de Selectieknop om de
5
minuten in te stellen en druk op de
Starttoets om het instellen van de
klok af te ronden.
‘30’ stopt met knipperen.
Stel de huidige tijd in. De ‘12’ knippert.
2
Druk op toets ‘Volgende’ om te
4
bevestigen. ‘00’ knippert.
De display toont de huidige tijd. Het
6
toestel is nu klaar voor gebruik. Indien u
de tijd op een later tijdstip wilt wijzigen,
kunt u dit doen door op de Menutoets
te drukken en ‘Tijd’ te kiezen door
aan de Selectieknop te draaien. Volg
daarna stap 2-6 op deze pagina.
Automatisch uitschakelen (klok)
Wanneer de oven gedurende 30 minuten niet bediend is, schakelt de display automatisch uit.
Druk op een willekeurige toets om de display weer in te schakelen. Indien gewenst kan deze
functie uitgeschakeld worden (zie pagina 19, ‘Automatisch uitschakelen’).
NL 16
FUNCTIES
In onderstaand overzicht staan de verschillende functies en instellingen van uw
combimagnetron beschreven. Gebruik de kooktabellen in deze handleiding om de
geschikte functie en instelling voor uw gerechten te vinden.
MAGNETRON
Microgolfenergie wordt gebruikt voor het ontdooien en bereiden van
gerechten. Het zorgt voor een snelle en effi ciënte bereiding zonder
de vorm of de kleur van het gerecht aan te tasten. Bereidingstijd en
vermogen worden handmatig ingesteld.
OVENFUNCTIES
Hete lucht
Het gerecht wordt verwarmd door de heteluchtventilatoren in
de achterwand van de oven. Dit zorgt voor een gelijkmatige
warmteverdeling en is ideaal voor bakken.
Aanbevolen temperatuur: 180 °C
Hete lucht + bovenwarmte
De combinatie van hete lucht en bovenwarmte maakt deze functie
ideaal voor het bereiden van gerechten die een knapperig korstje
moeten krijgen. Deze functie wordt speciaal aanbevolen voor
vleesgerechten.
Aanbevolen temperatuur: 180 °C
Bovenwarmte + onderwarmte
De warmte komt van het boven- en onderelement. Deze stand is
geschikt voor bakken en braden.
Aanbevolen temperatuur: 200 °C
Grill
Het gerecht wordt verwarmd door het bovenelement.
Aanbevolen temperatuur: 220 °C
Bovenwarmte + ventilator
De warmte van het bovenelement wirdt verspreid door de ventilator.
Deze stand is geschikt voor het grillen van vlees en vis.
Aanbevolen temperatuur: 220 °C
Hete lucht + onderwarmte
De combinatie van hete lucht en onderwarmte maakt deze functie
geschikt voor gerechten die een knapperige bodem moeten krijgen.
Aanbevolen temperatuur: 180 °C
Intensief
De warmte komt van alle verwarmingselementen en wordt gelijkmatig
verdeeld. Deze stand is geschikt voor grote hoeveelheden voedsel.
Aanbevolen temperatuur: 180 °C
Multi level
Multi level is geschikt voor het bakken van grotere hoeveelheden
voedsel op 2 niveau’s. De gehele ovenruimte wordt gebruikt,
bijvoorbeeld het bakken van koekjes op twee bakplaten.
NL 17
FUNCTIES (VERVOLG)
Warmhouden
Voor het warmhouden van gerechten door de warmte van het
onderelement. (Let op: warme gerechten bederven sneller. Houd de
gerechten niet langer dan twee uur warm). Temperatuur: 70 °C
Eco Hete lucht
This mode uses the optimized heating system so that you save the energy
during cooking your dishes. The cooking time will be increased a little but
you can achieve the even baking results without the burning on your dishes.
Aanbevolen temperatuur: 180 °C
Let op
ECO Hete lucht is een verwarmingsmethode waarbij is bepaald dat de
energie efficiëntieklasse overeenkomt met EN50304.
COMBI FUNCTIES
Magnetron + hete lucht
Deze functie is geschikt voor fruitgebak, brood en gegratineerde
schotels (die normaal een lange bereidingstijd nodig hebben).
Magnetron + grill
De grill zorgt dat het gerecht een knapperige bovenlaag krijgt en de
microgolven zorgen dat het gerecht gaar wordt. Geschikt voor grotere
stukken (geroosterd) vlees zoals halve haan, hele kip, en voor hele vis
en gegratineerde schotels.
AUTO COOK
ONTDOOIEN
NL 18
Kies uit 65 voorgeprogrammeerde kookprogramma’s om gemakkelijk
uw favoriete gerechten te kunnen bereiden. Bereidingstijd en vermogen
worden automatisch gekozen. U hoeft alleen maar het programma en
het gewicht te kiezen om het automatische kookproces te starten.
Kies uit 5 voorgeprogrammeerde ontdooiprogramma’s. Bereidingstijd
en vermogen worden automatisch gekozen. U hoeft alleen maar het
programma en het gewicht te kiezen om het ontdooien te starten.
UITLEG VAN KNOPPEN EN TOETSEN
De Menutoets
Nadat u op de Menutoets gedrukt heeft kunt u verschillende instellingen kiezen door
aan de Selectieknop te draaien. Kies een instelling, druk op toets ‘Volgende’ om te
bevestigen en kies daarna opnieuw instellingen door aan de Selectieknop te draaien. In
onderstaande tabel staat een overzicht van de verschillende instellingen.
Menu:
Tijd
Taal
Geluid
Contrast
Schoonmaken
Gerechten
Automatisch uitschake-
len (klok)
Uren/Minuten
(zie pagina 16)
Nederlands
English
Deutsch
Français
Dansk
Sueco
Norsk
Spansk
Aan
Uit
1
3
Aqua reinigenAqua reinigen start
Toevoegen
(zie pagina 63 - 65)
Verwijderen
(zie pagina 66)
Aan
Uit
Automatisch uitschakelen is aan (zie
Tijd is aangepast
Taal is aangepast
Geluid is aangepast
Contrast is aangepast2
-
pagina
Automatisch uitschakelen is uit (zie
pagina
16)
16)
Kinderslot:
Gelijktijdig indrukken
Kinderslot is aan
(slot symbool is verlicht)
Opnieuw gelijktijdig
indrukken
Kinderslot is uit
(slot symbool is uit)
NL 19
UITLEG VAN KNOPPEN EN TOETSEN (VERVOLG)
Bereidingstijd:
/
Bereidingstijd
knippert
Uitgestelde starttijd:
3 seconden
ingedrukt
houden
Uitgestelde
starttijd knippert
Temperatuur:
Temperatuur
knippert
Stel de temperatuur in
Stel de bereiding-
stijd in
Stel de uitgestelde
starttijd in
Bevestigen. De bere-
idingstijd stopt met
knipperen
Indien de ‘Temperatuur’ of ‘Ge-
wicht/Vermogen’ toets ingedrukt
wordt, gaat deze functie knipperen
en kan deze aangepast worden
/
Indien de ‘Bereidingstijd’, ‘Temper-
Bevestigen. De
uitgestelde starttijd
stopt met knipperen
atuur’ of ‘Gewicht/Vermogen’ toets
ingedrukt wordt, gaat deze functie
knipperen en kan deze aangepast
/
Indien de ‘Bereidingstijd’, ‘Uit-
Bevestigen. De tem-
peratuur stopt met
knipperen
gestelde starttijd’ of ‘Gewicht/Vermogen’ toets ingedrukt wordt, gaat
deze functie knipperen en kan deze
(indien beschikbaar)
worden
(indien beschikbaar)
aangepast worden
(indien beschikbaar)
Gewicht/Magnetronvermogen:
Gewicht / Ver-
mogen knippert
NL 20
Stel het gewicht /
vermogen in
/
Bevestigen. Gewicht
/ vermogen stopt met
knipperen
Indien de ‘Bereidingstijd’, ‘Uitgestel-
de starttijd’ of ‘Temperatuur’ toets
ingedrukt wordt, gaat deze functie
knipperen en kan deze aangepast
worden
(indien beschikbaar)
UITLEG VAN KNOPPEN EN TOETSEN (VERVOLG)
Nadat u een functie heeft gekozen met de Functieknop, kunt u verschillende instellingen
kiezen en wijzigen met behulp van de Selectieknop.
Auto Cook:
Automatische
kookfunctie
Ovenfunctie:
Oven
Kies een categorie
en druk op toets
‘Volgende’ om te
bevestigen
Hete lucht
Hete lucht
+ bovenwarmte
Bovenwarmte
+ onderwarmte
Grill
Bovenwarmte +
ventilator
Hete lucht
+ onderwarmte
Intensief
Multi level
Warmhouden
ECO Hete lucht
Kies een gerecht
en druk op toets
‘Volgende’ om te
bevestigen
Indrukken (en
vasthouden) om:
• Bereidingstijd
• Temperatuur
• Uitgestelde starttijd
toe te voegen of aan te
passen
Zie pagina 51 - 66 voor meer
informatie
Draaien
om aan te
passen
Indrukken om te
bevestigen
NL 21
UITLEG VAN KNOPPEN EN TOETSEN (VERVOLG)
Ontdooien:
Vlees
Ontdooien
Magnetronfunctie:
Kip
Vis
Brood / cake
Fruit
Indrukken om het:
• Gewicht
toe te voegen of aan
te passen
Draaien om
aan te pas-
sen
Indrukken om te
bevestigen
Magnetron
Magnetron + hete luchtfunctie:
Hetelucht +
Magnetron
Magnetron + grillfunctie:
Magnetron +
grill
NL 22
Indrukken (en vasthouden) om:
• Bereidingstijd
• Uitgestelde starttijd
• Magnetronvermogen
Indrukken (en vasthouden) om:
• Bereidingstijd
• Uitgestelde starttijd
• Temperatuur
• Magnetronvermogen
Indrukken (en vasthouden) om:
• Bereidingstijd
• Uitgestelde starttijd
• Temperatuur
• Magnetronvermogen
Draaien om
aan te pas-
sen
Draaien om
aan te pas-
sen
Draaien om
aan te pas-
sen
Indrukken om te
bevestigen
Indrukken om te
bevestigen
Indrukken om te
bevestigen
UITLEG VAN KNOPPEN EN TOETSEN (VERVOLG)
Symbolen in de tekstdisplay
Wanneer u een automatisch kookprogramma kiest door aan de Functieknop te draaien
of het menu binnengaat door op de Menutoets te drukken, verschijnen er tekst en symbolen in de display. Onderstaande tabel geeft uitleg van verschillende symbolen.
Symbolen in de tekstdisplay
Toetsen / knop-
pen
Uitleg
Draaien om te kiezen
(door het menu ‘scrollen’)
Bevestigen
Draaien om te kiezen
(door het menu ‘scrollen’)
Bevestigen
Een stap terug
Een stap terug
Start
(‘scrollen’ beëindigd)
NL 23
HOE WERKT DE MAGNETRON
Hoe werkt de magnetron
Microgolven zijn elektromagnetische golven. In een magnetron worden deze golven omgezet
in warmte en deze warmte wordt gebruikt om voedsel te koken/verhitten zonder dat daarbij de
vorm of de kleur veranderd.
U kunt uw magnetron gebruiken voor:
• de magnetron functie;
• de combi-functie.
Werkingsprincipe:
1. Doordat de microgolven weerkaatsen tegen de
ovenwanden worden ze gelijkmatig over het gerecht
verdeeld. Hierdoor wordt het gerecht gelijkmatig
verwarmd.
2. De microgolven dringen ongeveer 2,5 cm door in het
voedsel en worden daar omgezet in warmte. De rest
van het voedsel warmt op doordat de warmte zich
door het voedsel verspreid.
3.
De bereidingstijd is afhankelijk van het gebruikte
kookgerei en van de eigenschappen van het voedsel:
• Hoeveelheid en samenstelling
• Watergehalte
• Begintemperatuur (wel of niet bevroren)
Belangrijk
Het voedsel wordt vanbinnen gegaard door middel van warmteverspreiding. Het garen gaat
zelfs nog door als u het voedsel uit de oven hebt gehaald.
Rusttijden in recepten en in dit boekje dienen daarom te worden aangehouden om te zorgen
voor
•
Gelijkmatige verwarming tot binnen in het voedsel;
•
Gelijke temperaturen in alle delen van het voedsel.
NL 24
GEBRUIK VAN DE MAGNETRONFUNCTIE
BELANGRIJK: gebruik de keramische bakplaat op niveau 1!
Magnetronfunctie instellen
Draai de Functieknop naar de
1
magnetron stand.
Druk op de Starttoets.
3
De combimagnetron start direct.
Pas, indien gewenst, de bereidingstijd
2
en/of het magnetronvermogen aan. Zie
pagina 20 - 21.
Tabel magnetronvermogens
PERCENTAGE (%)VERMOGEN (W)TOELICHTING
100
83
67600
50
33
20180Ontdooien en langdurig koken.
11100
900
750
450
300
Vloeistoffen verwarmen.
Opwarmen en koken van ge-
rechten.
Opwarmen en koken van gerechten.
Vlees koken en delicate gerechten
opwarmen.
Ontdooien van delicate gerechten.
NL 25
GEBRUIK VAN DE MAGNETRONFUNCTIE (VERVOLG)
Tabel magnetronservies
Microgolven zijn hoogfrequente elektro-magnetische golven. De microgolven dringen door in
het gerecht en worden geabsorbeerd door water- en vetmoleculen. Door de microgolven gaan
de moleculen trillen. Tussen de moleculen ontstaat wrijving, die wordt omgezet in warmte.
BELANGRIJK: gebruik de keramische bakplaat op niveau 1.
SERVIES
Aluminiumfolie
Porselein en
aardewerk
Plastic wegwerpborden
Wegwerpverpakking
• Piepschuim
bekers en
bakjes
• Papieren
zakken,
kranten
• Gerecycled
papier of
metalen strips
Glaswerk
• Ovenschalen
MAGNETRON-
BESTENDIG
OPMERKINGEN
Kan in kleine hoeveelheden gebruikt
worden om delen van het voedsel
te beschermen tegen uitdrogen. Er
kan vonkvorming ontstaan als de
aluminiumfolie zich dicht bij de ovenwand
bevindt of als teveel folie is gebruikt.
Porselein en geglazuurd aardewerk is
meestal geschikt, behalve als ze voorzien
zijn van een metaalhoudende sierrand.
Sommige diepvriesgerechten zijn hierin
verpakt.
Voor het opwarmen van gerechten. Door
oververhitting kan het polstyreen smelten.
Kunnen vlam vatten.
Kan vonkvorming veroorzaken.
Geschikt, behalve als ze voorzien zijn van
een metaalhoudende sierrand. Voor het
opwarmen van vloeistoffen en gerechten.
•Fijn glaswerk
•Glazen potten
Metaal
•Borden
•Metalen
NL 26
sluitstrips.
Fijn glaswerk kan breken door de snelle
opwarming.
Deksel verwijderen. Alleen geschikt voor
opwarmen.
Kunnen vonkvorming en brand veroorzaken.
GEBRUIK VAN DE MAGNETRONFUNCTIE (VERVOLG)
SERVIES
Papier
• Borden,
bekers,
servetten en
keukenpapier
• Gerecycled
papier
Plastic
•Bakjes
•Folie
•Diepvries-
zakken
Vetvrij papier
Let op
“Vonkvorming” is het ontstaan van vonken in de ovenruimte.
MAGNETRON-
BESTENDIG
Alleen korte bereidingstijden en
opwarmen. Ook voor het absorberen van
vocht.
Kan vonkvorming veroorzaken.
Vooral hittebestendig plastic is geschikt.
Sommige plastics kunnen vervormen
of verkleuren onder invloed van hoge
temperatuur. Gebruik geen melamine.
Voorkomt uitdrogen van het gerecht.
Kijk uit bij het verwijderen, er kan stoom
ontsnappen.
Alleen ovengeschikte diepvrieszakken.
Mag niet luchtdicht zijn, desnoods enkele
gaatjes prikken.
Voorkomt uitdrogen en spetteren.
OPMERKINGEN
: Aanbevolen
: Voorzichtig
: Onveilig
NL 27
GEBRUIK VAN DE MAGNETRONFUNCTIE (VERVOLG)
Gerechten die geschikt zijn voor de magnetron
Er zijn vele gerechten die geschikt zijn voor magnetronkoken, zoals verse of bevroren groente,
fruit, pasta, rijst, graansoorten, bonen, vis en vlees. Sauzen, vla, soepen, pudding, jams en
chutneys kunnen ook in de magnetron bereid worden.
Afdekken tijdens het koken
Dek gerechten zoveel mogelijk af tijdens het koken, water uit het gerecht verdampt tot stoom
en draagt zo bij aan het kookproces. U kunt gerechten op verschillende manieren bedekken,
bijvoorbeeld met een aardewerken bord, een plastic deksel of magnetronfolie.
Standtijden
Laat het gerecht na afl oop van de bereidingstijd nog even staan gedurende de standtijd
aangegeven in de kooktabellen. Hierdoor krijgt de warmte de kans om zich gelijkmatig door
het gerecht te verspreiden.
Kooktabel voor bevroren groente
Gebruik een geschikte glazen pyrex schaal met deksel. Kook de groente met het deksel erop
gedurende de minimale bereidingstijd (zie tabel). Afhankelijk van uw persoonlijke smaak kunt u de
groente daarna nog verder koken. Twee keer roeren tijdens het koken en een keer na afl oop. Voeg
zout, kruiden of boter pas na het koken toe. Laat de groente tijdens de standtijd afgedekt staan.
GerechtPortie
Spinazie1506005 - 62 - 3
Broccoli3006008 - 92 - 3
Doperwten3006007 - 82 - 3
Sperziebonen3006007½ - 8½2 - 3
Gemengde
groenten
(Wortels / Erwten
/ Mais)
Gemengde Chinese groenten
3006007 - 82 - 3
3006007½ - 8½2 - 3
(g)
Vermogen
(W)
Bereidings-
tijd (min.)
Standtijd
(min.)
Instructies
Voeg 15 ml (1 tl)
koud water toe.
Voeg 30 ml (2 tl)
koud water toe.
Voeg 15 ml (1 tl)
koud water toe.
Voeg 30 ml (2 tl)
koud water toe.
Voeg 15 ml (1 tl)
koud water toe.
Voeg 15 ml (1 tl)
koud water toe.
NL 28
GEBRUIK VAN DE MAGNETRONFUNCTIE (VERVOLG)
Kooktabel voor verse groente
Gebruik een geschikte glazen pyrex schaal met deksel. Voeg 30 - 45 ml koud water (2 - 3 tl)
toe voor iedere 250 g, tenzij anders aangegeven in de tabel. Kook de groente met het deksel
erop gedurende de minimale tijd (zie tabel). Afhankelijk van uw persoonlijke smaak kunt u de
groente daarna nog verder koken. Een keer roeren tijdens het koken en een keer na afl oop.
Voeg zout, kruiden of boter pas na het koken toe. Laat de groente tijdens de standtijd van
3 minuten afgedekt staan.
Tip: Snijd verse groente in gelijke stukjes. Hoe kleiner de stukjes, hoe korter de bereidingstijd.
Verse groente koken op vol magnetronvermogen (900 W).
Let op:
GerechtPortie
Broccoli
Spruitjes2505 - 63
Wortels2505 - 63
Bloemkool
Courgettes2503 - 43
Aubergine2503 - 43
Prei2503 - 43
Champignons
Uien2504 - 53
Pepers2504 - 53In kleine stukken snijden.
Aardappelen
Koolrabi2505 - 63
250
500
250
500
125
250
250
500
(g)
Bereidings-
tijd (min.)
4 - 5
5 - 6
5 - 6
7 - 8
1 - 2
2 - 3
4 - 5
7 - 8
Standtijd
(min.)
3
3
3
3
Instructies
Roosjes even groot maken.
Met stelen richting het midden
leggen.
Voeg 60 - 75 ml (5 - 6 tl) water
toe.
Wortel in gelijke stukjes snijden.
Roosjes even groot maken.
Grote stukken halveren. Met
stelen richting het midden
leggen.
In plakjes snijden. Voeg 30 ml
(2 tl) water of een klontje boter
toe. Beetgaar koken.
Aubergine in kleine plakjes
snijden en besprenkelen met
1 tl citroensap.
Prei in dikke plakken snijden.
Grote paddestoelen in stukken
snijden. Geen water toevoegen.
Besprenkelen met citroensap.
Kruiden met zout en peper, Voor
serveren laten uitlekken.
Uien in stukken snijden. Voeg
15 ml (1 tl) water toe.
Weeg de geschilde aardappels
en snij ze in gelijke stukken.
In kleine blokjes snijden.
NL 29
GEBRUIK VAN DE MAGNETRONFUNCTIE (VERVOLG)
Kooktabel voor rijst en pasta
Rijst
Gebruik een grote glazen pyrex schaal met deksel. (Het volume van rijst verdubbelt tijdens het
koken). Koken met het deksel erop. Na het koken doorroeren en laten staan. Zout, kruiden en/of
boter toevoegen. Let op: Het kan voorkomen dat de rijst niet al het water heeft geabsorbeerd.
Pasta
Gebruik een grote glazen pyrex schaal. Voeg kokend water en zout toe, goed roeren. Koken
zonder deksel, af en toe roeren tijdens en na het koken. De schaal tijdens de standtijd
afdekken, daarna grondig afgieten.
Gerecht
Witte rijst
(voorgekookt)
Bruine rijst
(voorgekookt)
Gemengde rijst
(fi jne + wilde rijst)
Gemengde rijst
(rijst + granen)
Pasta25090010 - 1151 ltr kokend water toevoegen
Opwarmen
Uw magnetron warmt gerechten op in een fractie van de tijd van een conventionele oven.
Plaatsen en bedekken
Warm liever geen grote stukken (bijvoorbeeld vlees) op, hierbij bestaat de kans dat de
buitenkant te gaar wordt en uitdroogt, terwijl het binnenste nog niet goed verwarmd is.
Het is beter om kleinere stukken op te warmen. Het gerecht afdekken tijdens het opwarmen
voorkomt ook dat het uitdroogt.
Magnetronvermogens &
U kunt kiezen uit meerdere vermogens om voedsel op te warmen. Over het algemeen is het beter
om bij grote hoeveelheden verfi jnde gerechten, zoals gehakt, een lager vermogen te kiezen.
Roeren
Roer of keer het gerecht regelmatig tijdens het opwarmen, dit geeft het beste resultaat. Indien
mogelijk voor het opdienen nog een keer roeren. Roeren is vooral belangrijk bij het opwarmen
van vloeistoffen.
Portie
Verm.
(g)
250
375
250
375
25090017 - 195500 ml koud water toevoegen
25090018 - 205400 ml koud water toevoegen
(W)
900
900
Tijd
(min.)
16 - 18
18 - 20
20 - 22
22 - 24
Standtijd
(min.)
5
5
Instructies
500 ml koud water toevoegen
750 ml koud water toevoegen
500 ml koud water toevoegen
750 ml koud water toevoegen
Bereidings- en standtijden
• Als u een gerecht voor de eerste keer opwarmt is het handig om de benodigde tijd te
noteren voor de toekomst.
• Zorg ervoor dat gerechten altijd voldoende verhit worden.
• Laat het voedsel een tijdje staan, zodat de warmte zich kan verspreiden door het voedsel.
De aanbevolen standtijd is 2 - 4 minuten, tenzij anders vermeld.
NL 30
GEBRUIK VAN DE MAGNETRONFUNCTIE (VERVOLG)
Opwarmen van vloeisto en
Wees voorzichtig bij het verwarmen van vloeistoffen. Zet een plastic lepeltje in de vloeistof
om plotseling overkoken te voorkomen. Tijdens en na het opwarmen altijd roeren. Houd
een standtijd van minmaal 20 seconden aan nadat de magnetron is uitgeschakeld, zodat de
warmte zich kan verspreiden door de vloeistof.
GerechtPortie
Dranken
(koffi e,
thee en
water)
Soep
(gekoeld)
Stoofpot
(gekoeld)
Pasta met
saus
(gekoeld)
Maaltijd
op bord
(gekoeld)
Opwarmen van babyvoeding
Babyvoeding
Let extra op bij het verwarmen van babyvoeding. Doe de voeding in een diep aardewerken
bord en dek het af met een plastic deksel. Na het opwarmen goed afdekken en 2 - 3 minuten
laten staan voordat u het aan het kind geeft. De aanbevolen serveertemperatuur is 30 - 40 °C.
250 ml
(1 kop)
500 ml
(2 koppen)
250 g9003 - 42 - 3
350 g6005 - 62 - 3
350 g6005 - 62 - 3
350 g
450 g
Verm.
(W)
900
600
(min.)
1½ - 2
2 - 3
5 - 6
6 - 7
Tijd
Stand-
tijd
(min.)
1 - 2
3
Instructies
Giet de vloeistof in mokken. Plaats
1 mok in het midden, of twee
mokken tegenover elkaar op de
keramische bakplaat. Roeren voor
en na de standtijd.
Giet de soep/saus in een diep bord
of een kom. Afdekken met een
plastic deksel tijdens opwarmen.
Voorzichtig roeren voor en na de
standtijd.
Giet de stoofpot in een diep bord of
een kom. Afdekken met een plastic
deksel tijdens opwarmen. Voorzichtig roeren voor en na de standtijd.
Doe pasta op een diep bord. Afdekken met huishoudfolie. Roeren
na opwarmen en voor opdienen.
Plaats het gerecht op een bord.
Afdekken met huishoudfolie.
Melk
Doe de melk in een gesteriliseerde zuigfl es. Niet afdekken tijdens het opwarmen. Verwarm
nooit een zuigfl es met de speen er nog op. De zuigfl es kan exploderen als hij te heftig
verwarmd wordt. Goed schudden voor de standtijd en daarna nog een keer. Controleer de
temperatuur voor consumptie om verbranding te voorkomen. De aanbevolen serveertemperatuur is 37 °C.
Let op: Wees extra voorzichtig met babyvoeding, dit dient extra gecontroleerd te worden op
temperatuur alvorens op te dienen.
NL 31
GEBRUIK VAN DE MAGNETRONFUNCTIE (VERVOLG)
Opwarmen van babyvoedsel en melk
Gebruik de vermogensstanden en bereidingstijden in onderstaande tabel als richtlijn voor het
opwarmen.
Gerecht
Babyvoedsel
(groente +
vlees)
Baby pap
(granen +
melk + fruit)
Baby melk
Ontdooien
• De magnetron is bij uitstek geschikt om gerechten te ondooien. De microgolven ontdooien
bevroren gerechten op gelijkmatige wijze in een korte tijd. Dit laatste kan een groot voordeel zijn bijvoorbeeld in geval van onverwacht bezoek.
• Bevroren gevogelte moet uitgebreid ontdooid zijn alvorens het te koken. Verwijder even-
tuele metalen sluitstrips en haal het uit de verpakking om ontdooid vocht weg te laten
lopen.
• Zet bevroren gerechten op een schaal zonder af te dekken. Halverwege omkeren, ontdooid
vocht weg laten lopen en eventuele ingewanden zo snel mogelijk verwijderen.
• Controleer af en toe of het gerecht warm aanvoelt. Indien kleine, dunnere delen van het
gerecht beginnen op te warmen, dek deze dan af met kleine strookjes aluminiumfolie gedurende het ontdooiproces.
• Indien gevogelte begint op te warmen aan de buitenkant, stop dan het ontdooiproces en
laat het gerecht 20 minuten staan alvorens door te gaan met ontdooien.
• Laat vis, vlees en gevogelte staan om het ontdooiproces af te ronden. De standtijd voor
volledig ontdooien varieert afhankelijk van de hoeveelheid.
Portie
190 g600
190 g600
100 ml
200 ml
(g)
Verm.
(W)
300
Tijd Standtijd
30 - 40
sec.
20 - 30
sec.
30 - 40
sec.
50 sec. tot
1 min.
(min.)
2 - 3
2 - 3
2 - 3
Instructies
Giet babyvoedsel in een
diep bord. Afgedekt koken.
Roeren na het koken.
2-3 minuten laten staan.
Voor het opdienen goed
roeren en nauwkeurig de
temperatuur controleren.
Giet de pap in een diep
bord. Afgedekt koken. Roeren na het koken.
2-3 minuten laten staan.
Voor het opdienen goed
roeren en nauwkeurig de
temperatuur controleren.
Goed roeren of schudden en
in een gesteriliseerd fl esje
gieten. In het midden van
het draaiplateau plaatsen.
Onbedekt koken. Goed
schudden en minstens 3 minuten laten staan. Voor het
opdienen goed schudden en
nauwkeurig de temperatuur
controleren.
NL 32
GEBRUIK VAN DE MAGNETRONFUNCTIE (VERVOLG)
Tips:
• Ontdooi grote compacte stukken altijd met behulp van het ontdooiprogramma. Doordat
het gerecht geleidelijk en gelijkmatig ontdooit, loopt u niet de kans dat de buitenkant
uitdroogt terwijl de kern nog bevroren is.
• Om het ontdooiproces sneller te laten verlopen, wordt aanbevolen om het gerecht na enige
tijd in stukken te verdelen.
• Las, bij grote stukken vlees en compacte gerechten, tweemaal een pauze in.
• Bij het ontdooien van onregelmatig gevormde gerechten kunt u dunne delen na de helft
van de ontdooitijd afdekken of omwikkelen met aluminiumfolie.
• Bij het invriezen kunt u al rekening houden met het ontdooien in de magnetron, door geen
aluminiumfolie of -bakjes te gebruiken en door plattere porties in te vriezen.
Kooktabel voor bevroren groente
Gebruik onderstaande tabel als richtlijn voor het ontdooien van gerechten met een
temperatuur van rond de -18 to -20 °C.
Alle bevroren gerechten moeten ontdooid worden met de ontdooistand 180 W.
GerechtPortie
Vlees
Gehakt
Karbonade
Gevogelte
Kippenbouten
Hele kip
Vis
Visfi let
Hele vis
Fruit
Bessen
Brood
Broodjes
(elk ca. 50 g)
Toast /
Sandwich
Tijd
(min.)
250 g
500 g
250 g
500 g
(2
stuks)
1200 g
200 g
400 g
300 g6 - 75 - 10
2 stuks
4 stuks
250 g
500 g
6 - 7
8 - 12
7 - 8
12 - 14
28 - 32
6 - 7
11 - 13
1 - 1½
2½ - 3
4 - 4½
7 - 9
Standtijd
(min.)
15 - 30
15 - 60
10 - 25
5 - 20
Instructies
Leg het vlees op de keramische
bakplaat. Dunne randen afschermen
met aluminiumfolie. Halverwege de
ontdooitijd omkeren.
Kippenbouten met het vel naar
beneden/hele kip met de borst naar
beneden op de keramische bakplaat
leggen. Dunne delen zoals poten
afschermen met aluminiumfolie.
Halverwege de ontdooitijd omkeren.
Leg de vis met het dikke deel in
midden op de keramische bakplaat.
Smalle delen zoals de staart
afschermen met aluminiumfolie.
Halverwege de ontdooitijd omkeren.
Fruit verdelen op een groot glazen
bord.
Leg de broodjes in een cirkel op
keukenpapier op het draai-plateau.
Halverwege de ontdooitijd omkeren.
NL 33
GEBRUIK VAN DE OVENFUNCTIE
In deze functie zijn 10 instellingen beschikbaar. Zie de kooktabellen op pagina 36 -
44 voor de juiste instellingen.
Ovenfunctie instellen
Draai de Functieknop naar de
1
Ovenfunctie stand.
Bovenwarmte + Onderwarmte
Multi level (bakken op meerdere niveau’s
Draai de Selectieknop naar de
2
gewenste ovenfunctie. Het symbool
van de ovenfunctie en de aanbevolen
temperatuur verschijnen in de display.
Hete lucht
Hete lucht + Bovenwarmte
Grill
Bovenwarmte + ventilator
Hete lucht + Onderwarmte
Intensief
Warm houden
NL 34
Eco Hete lucht
GEBRUIK VAN DE OVENFUNCTIE (VERVOLG)
Druk op de Temperatuurtoets om de
3
temperatuur aan te passen. Draai aan
de Selectieknop om de gewenste
temperatuur in te stellen.
Druk op de Starttoets.
5
Let op
1) Tijdens het koken kunt u de BEREIDINGSTIJD en de TEMPERATUUR aanpassen.
2) Bij gebruik van de ovenfunctie worden het heteluchtelement en het grillelement continu in-
en uitgeschakeld om de ingestelde temperatuur te handhaven.
Druk op de Bereidingstijdtoets om de
4
kooktijd aan te passen. Draai aan de
Selectieknop om de gewenste tijd in
te stellen.
NL 35
GEBRUIK VAN DE OVENFUNCTIE (VERVOLG)
Hete lucht
Het gerecht wordt verwarmd door de hetelucht ventilatoren in de achterwand van de oven. Dit
zorgt voor een gelijkmatige warmteverdeling en is ideaal voor bakken.
Plaats het ovenrooster of de bakplaat op niveau
2 of 3.
* Temperatuurinstelling: van 40 - 250 °C.
* Gebruik ovenservies dat bestand is tegen temperaturen van 40 - 250 °C.
Kooktabel
De temperatuur en bereidingstijden in deze tabel zijn richtlijnen. Wij adviseren om de oven
voor te verwarmen.
GerechtNiveauTemperatuur (°C)Tijd (uur)Accessoire
Hazelnoottaart
Vierkante vorm
Citroentaart
Ronde vorm of
tulband
Lichte cake2150 - 1600:25 - 0:35Ovenrooster
Fruitvlaai2150 - 1700:25 - 0:35Ovenrooster
Kruimelgebak
(gistdeeg)
Croissants2170 - 180
Broodjes2180 - 1900:10 - 0:15Bakplaat
Koekjes3160 - 1800:10 - 0:20Bakplaat
Bevroren oven
frites
NL 36
2160 - 1701:00 - 1:10Ovenrooster
2150 - 1600:50 - 1:00Ovenrooster
3150 - 1700:30 - 0:40Bakplaat
0:10 - 0:20
3200 - 2200:15 - 0:20Bakplaat
Bakplaat
GEBRUIK VAN DE OVENFUNCTIE (VERVOLG)
Hete lucht + Bovenwarmte
De combinatie van hetelucht en bovenwarmte maakt deze functie ideaal voor het bereiden van
gerechten die een knapperig korstje moeten krijgen. Deze functie wordt speciaal aanbevolen
voor vleesgerechten.
Plaats het rooster in niveau 3 bij het bereiden
van vlees. Plaats een bakplaat op niveau 2 om
het braadvet op te vangen.
* Temperatuurinstelling: van 40 - 250 °C.
* Gebruik ovenservies dat bestand is tegen temperatuur van 40 - 250 °C.
Kooktabel
De temperatuur en bereidingstijden in deze tabel zijn richtlijnen.
Wij adviseren om de oven voor te verwarmen bij gebruik van hetelucht + bovenwarmte.
Plaats het vlees op het ovenrooster, zie de tabel voor het niveau. Plaats een bakplaat op
niveau 2 om het braadvet op te vangen.
GerechtNiveau
Rosbief / 1 kg medium3 + 2170 - 1901:00 - 1:30
Varkenskarbonades /
1 kg
Lamskotelet /
Lamsbout 0.8 kg
Hele kip 1.0 kg3 + 2200 - 2200:50 - 1:10
Vis - hele forellen
2 stuks / 0.5 kg
Eendeborst 0.3 kg3 + 2180 - 2000:25 - 0:35
3 + 2180 - 2001:30 - 2:00
3 + 2190 - 2100:50 - 1:20
3 + 2180 - 2000:30 - 0:40
Temperatuur
(°C)
Tijd (uur)Accessoire
Ovenrooster /
Bakplaat
Ovenrooster /
Bakplaat
Ovenrooster /
Bakplaat
Ovenrooster /
Bakplaat
Ovenrooster /
Bakplaat
Ovenrooster /
Bakplaat
NL 37
GEBRUIK VAN DE OVENFUNCTIE (VERVOLG)
Bovenwarmte + Onderwarmte
De warmte komt van het boven- en onderelement. Deze stand is geschikt voor bakken en
braden.
De bakplaat of het ovenrooster wordt meestal
geplaatst op niveau 2 of 3.
* Temperatuurinstelling: van 40 - 250 °C.
* Gebruik ovenservies dat bestand is tegen temperatuur van 40 - 250 °C.
Kooktabel
De temperatuur en bereidingstijden in deze tabel zijn richtlijnen.
Wij adviseren om de oven voor te verwarmen bij gebruik van boven- en onderwarmte.
Gebruik voor grillen het ovenrooster op niveau
5 en de bakplaat op niveau 2.
* Temperatuurinstelling: van 150 - 250 °C.
* Gebruik ovenservies dat bestand is tegen temperatuur van 40 - 250 °C.
Kooktabel
De temperatuur en bereidingstijden in deze tabel zijn richtlijnen. De aanbevolen temperatuur
voor grillen is 220 °C, voorverwarmen gedurende 5 minuten.
GerechtNiveau
Kebab spiezen5 + 28 - 106 - 8
Varkenssteaks5 + 27 - 95 - 7
Saucijzen56 - 85 - 7Bakplaat
Kippenbouten520 - 2515 - 20
Zalmmoten58 - 126 - 10
Gesneden groente515 - 20-Bakplaat
Toast52 - 31 - 2Ovenrooster
Tosti53 - 5-Ovenrooster
Tijd (min.)
e
1
kant
Tijd (min.)
2e kant
Accessoire
Ovenrooster +
bakplaat
Ovenrooster +
bakplaat
Ovenrooster +
bakplaat
Ovenrooster +
bakplaat
NL 39
GEBRUIK VAN DE OVENFUNCTIE (VERVOLG)
Bovenwarmte met ventilator
De warmte van het bovenelement wordt door de ventilator verspreid. Gebruik deze functie
voor het grillen van vlees, vis, gevogelte en groenten. Het voedsel hoeft niet omgekeerd te
worden en het krijgt een krokante korst.
De bakplaat of het ovenrooster wordt meestal
geplaatst op niveau 4.
* Temperatuurinstelling: van 40 - 250 °C.
* Gebruik ovenservies dat bestand is tegen temperatuur van 40 - 250 °C.
Kooktabel
De temperatuur en bereidingstijden in deze tabel zijn richtlijnen.
Verwarm de oven 5 minuten voor en stel de temperatuur in op 220 °C.
GerechtNiveauTijd (uur)Accessoire
Worstjes40:08 - 0:10Ovenrooster
Bevroren oven
frites
Bevroren aardappelkroketten
Bevroren nuggets40:15 - 0:20Bakplaat
Zalmmoten4 + 20:15 - 0:20Ovenrooster + bakplaat
Vis fi let4 + 20:12 - 0:17Ovenrooster + bakplaat
Hele vis4 + 20:15 - 0:20Ovenrooster + bakplaat
Kipfi let4 + 20:30 - 0:40Ovenrooster + bakplaat
NL 40
40:15 - 0:20Ovenrooster
40:20 - 0:25Bakplaat
GEBRUIK VAN DE OVENFUNCTIE (VERVOLG)
Hete lucht + Onderwarmte
De combinatie van hetelucht en onderwarmte maakt deze functie geschikt voor gerechten die
een knapperige bodem moeten krijgen.
De bakplaat of het ovenrooster wordt meestal
geplaatst op niveau 2.
* Temperatuurinstelling: van 40 - 250 °C.
* Gebruik ovenservies dat bestand is tegen temperatuur van 40 - 250 °C.
Kooktabel
De temperatuur en bereidingstijden in deze tabel zijn richtlijnen.
Wij adviseren om de oven voor te verwarmen bij gebruik van hetelucht en onderwarmte.
GerechtNiveau
Verse pizza2200 - 2200:20 - 0:25Bakplaat
Gekoelde
voorgebakken
quiche/ taart
Bevroren
zelfrijzende pizza
Bevroren pizza2200 - 2200:15 - 0:20Ovenrooster
Gekoelde pizza2180 - 2000:08 - 0:15Bakplaat
Appeltaart2160 - 1800:70 - 0:80Ovenrooster
Bevroren
pasteitje gevuld
met fruit
3180 - 2000:10 - 0:15Ovenrooster
2180 - 2000:15 - 0:20Bakplaat
2180 - 2000:10 - 15:00Bakplaat
Temperatuur
(°C)
Tijd (uur)Accessoire
NL 41
GEBRUIK VAN DE OVENFUNCTIE (VERVOLG)
Intensief
In deze stand worden alle verwarmingselementen (boven, onder en convectieventilator)
afwisselend geactiveerd. De warmte wordt gelijkmatig verdeeld in de oven. Deze stand is
geschikt voor grote hoeveelheden voedsel waarvoor warmtetoevoer nodig is, zoals grote
gratins en taarten.
De bakplaat of het ovenrooster wordt meestal
geplaatst op niveau 2.
* Temperatuurinstelling: van 40 - 250 °C.
* Gebruik ovenservies dat bestand is tegen temperatuur van 40 - 250 °C.
Kooktabel
De temperatuur en bereidingstijden in deze tabel zijn richtlijnen.
Wij adviseren om de oven voor te verwarmen bij gebruik van de intensief functie.
Het is niet noodzakelijk om het gerecht om te keren, maar als u dit halverwege wel doet, krijgt
u een beter resultaat.
NL 42
3 + 2160 - 1801:00 - 1:30
3 + 2200 - 2201:00 - 1:30
Ovenrooster +
Ovenrooster +
Ovenrooster +
bakplaat
bakplaat
bakplaat
GEBRUIK VAN DE OVENFUNCTIE (VERVOLG)
Multi level
In deze stand kunt u voedsel op twee verschillende niveaus tegelijkertijd bereiden. Deze stand
maakt gebruik van de circulatie van hete lucht. In dit geval kan de gehele ovenruimte worden
gebruikt. U kunt bijvoorbeeld twee platen gebruiken om koekjes te bakken.
De bereidingstijd is langer dan wanneer u niveau 1 gebruikt, maar u op deze manier kunt u
meerdere gerechten tegelijkertijd bereiden.
2 bakplaten of 1 bakplaat en een ovenrooster
worden meestal geplaatst op neveau 2 en 5.
* Temperatuurinstelling: van 40 - 250 °C.
* Gebruik ovenservies dat bestand is tegen temperatuur van 40 - 250 °C.
Kooktabel
De temperatuur en bereidingstijden in deze tabel zijn richtlijnen.
Wij adviseren om de oven voor te verwarmen bij gebruik van de multi-level functie.
GerechtNiveauTemperatuur (°C)Tijd (h) Accessoire
Kleine cakejes2 + 5150 - 1600:20 - 0:302 bakplaten
In deze stand wordt gebruikgemaakt van het geoptimaliseerde verwarmingssysteem, zodat u
energie bespaart tijdens de bereiding van uw gerechten. De bereidingstijd neemt wat meer tijd
in beslag, maar u bereikt gelijkmatige bakresultaten.
De bakplaat of het ovenrooster wordt meestal
geplaatst op niveau 3.
* Temperatuurinstelling: van 40 - 250 °C.
* Gebruik ovenservies dat bestand is tegen temperatuur van 40 - 250 °C.
Kooktabel
De temperatuur en bereidingstijden in deze tabel zijn richtlijnen.
Wij adviseren om de oven voor te verwarmen bij gebruik van de ECO Hete lucht functie.
GerechtNiveauTemperatuur (°C)Tijd (h) Accessoire
Natte cake2150 - 1600:30 - 0:40Ovenrooster
Kleine cake3150 - 1700:20 - 0:30Bakplaat
Muffi n3160 - 1800:30 - 0:40Ovenrooster
Runderbraadstuk/1
kg half doorbakken
Aardappel Gratin3160 - 1801:00 - 1:30Ovenrooster
3 + 2170 - 1901:00 - 1:30
Energiebesparingstip
•
Als de bereidingstijd meer dan 30 minuten bedraagt, kunt u de oven 5 - 10 minuten voor
het eind van de bereidingstijd uitzetten om energie te besparen. De aanwezige warmte is
voldoende om de bereiding te voltooien.
•
Open de deur zo min mogelijk tijdens de bereiding om de warmte in de oven te houden en
energie en tijd te besparen.
NL 44
Ovenrooster +
bakplaat
GEBRUIK VAN DE HETELUCHT + MAGNETRONFUNCTIE
Hetelucht + magnetronfunctie
In deze stand wordt de magnetronfunctie gecombineerd met hete lucht, waardoor de
bereidingstijd wordt verkort en gerechten een bruin, knapperig laagje krijgen. Deze functie is
geschikt voor alle soorten vlees en gevogelte, maar ook voor stoofschotels, gegratineerde
schotels, rosbief, biscuitdeeg en lichte vruchtencakes, taarten en kruimelgebak.
Hetelucht + magnetronfunctie instellen
Draai de Functieknop naar de
1
Hetelucht + Magnetronfunctie.
Pas, indien gewenst, de bereidingstijd
2
en/of het magnetronvermogen aan. Zie
pagina 20 - 21.
Pas, indien gewenst, de temperatuur
3
aan.
Zie pagina 20.
Druk op de Starttoets.
4
De combimagnetron start direct.
NL 45
GEBRUIK VAN DE HETELUCHT + MAGNETRONFUNCTIE (VERVOLG)
De keramische bakplaat met inzetrooster
worden meestal geplaatst op niveau 3.
* Magnetronvermogen: 100 - 600 W
* Temperatuurinstelling: van 40 - 230 °C.
* Gebruik ovenservies dat bestand is tegen temperatuur van 40 - 250 °C.
Kooktabel
De temperatuur en bereidingstijden in deze tabel zijn richtlijnen.
Voorverwarmen is niet nodig.
st
GerechtNiveau
Vermogen
(W)
Temp. (°C)
Tijd 1
(min)
Tijd 2nd
(min)
Accessoire
Hele kip
1.2 kg
Rosbief/
lam (half
doorbakken)
Bevroren
Lasagne/
Pasta gratin
Aardappel
gratin
Verse fruit fl an3100160 - 18040 - 50
3450180 - 20025 - 3015 - 25
3300180 - 20015 - 2015 - 20
3450180 - 20020 - 25-
3450180 - 20010 - 15-
Keramische
bakplaat +
inzetrooster
Keramische
bakplaat +
inzetrooster
Keramische
bakplaat +
inzetrooster
Keramische
bakplaat +
inzetrooster
Keramische
bakplaat
NL 46
GEBRUIK VAN DE HETELUCHT + MAGNETRONFUNCTIE (VERVOLG)
Grill + magnetronfunctie
In deze stand worden stralingswarmte van de grill en de snelle bereiding door middel van de
magnetron gecombineerd.
De bereidingstijd wordt verkort en het resultaat is een gebruind, knapperig laagje.
Deze functie is geschikt voor alle soorten bereid voedsel dat moet worden opgewarmd en
gebruind (bijv. gebakken pasta) en gerechten die een korte bereidingstijd vereisen voor een
bruin korstje. Daarnaast kan deze stand worden gebruikt voor dikke porties waarbij een bruin,
knapperig korstje lekker is (bijv. kippenpoten).
Als u beide zijden van het voedsel wilt bruinen, draait u het halverwege de bereiding om.
Grill + magnetronfunctie instellen
Draai de Functieknop naar de Grill +
1
Magnetronfunctie stand.
Pas, indien gewenst, de bereidingstijd
2
en/of het magnetronvermogen aan. Zie
pagina 20 - 21.
Pas, indien gewenst, de temperatuur
3
aan.
Zie pagina 20.
Druk op de Starttoets.
4
De combimagnetron start direct.
NL 47
GEBRUIK VAN DE HETELUCHT + MAGNETRONFUNCTIE (VERVOLG)
De keramische bakplaat met inzetrooster
worden meestal geplaatst op niveau 4.
* Magnetronvermogen: 100 - 600 W
* Temperatuurinstelling: van 40 - 200 °C.
* Gebruik ovenservies dat bestand is tegen temperatuur van 40 - 250 °C.
Kooktabel
De temperatuur en bereidingstijden in deze tabel zijn richtlijnen.
Voorverwarmen is niet nodig.
GerechtNiveau
Gebakken
aardappelen
Gegrilde
tomaten
Groente Gratin4450180 - 20010 - 20-
Gebakken vis4300180 - 20004 - 0804 - 06
Kip stukjes4300180 - 20010 - 1510 - 15
Vermogen
(W)
4600180 - 20010 - 15-
4300160 - 18005 - 10-
Temp.
(°C)
Tijd 1
(min)
st
Tijd 2nd
(min)
Accessoire
Keramische
bakplaat +
inzetrooster
Keramische
bakplaat +
inzetrooster
Keramische
bakplaat +
inzetrooster
Keramische
bakplaat +
inzetrooster
Keramische
bakplaat +
inzetrooster
NL 48
DE BEREIDINGSTIJD INSTELLEN
Voorbeeld: wijzigen van de bereidingstijd tijdens de ovenfunctie
Draai de Functieknop naar de
1
ovenfunctie.
Druk op de Bereidingstijdtoets.
De standaard bereidingstijd en het
2
‘bereidingstijd symbool’ knipperen.
Draai aan de Selectieknop om de
3
gewenste bereidingstijd in te stellen
en druk op de Bereidingstijdtoets
om het instellen van de bereidingstijd
te beëindigen.
Druk op de Starttoets.
4
De combimagnetron start direct.
NL 49
UITGESTELDE STARTTIJD
Voorbeeld: Instellen van de uitgestelde starttijd (2 uur) in de ovenfunctie
Draai de Functieknop naar de
1
ovenfunctie.
Druk op de Bereidingstijdtoets en
houd deze 3 seconden ingedrukt.
Draai aan de Selectieknop
3
om de gewenste uitgestelde
starttijd in te stellen en druk op
de Bereidingstijdtoets om te
bevestigen.
De huidige tijd en het ‘uitgestelde
2
starttijd symbool’ knipperen.
In de display ziet u de uitgestelde
4
starttijd aftellen. Daarnaast staat
er ‘Programma begint over’ in de
display. De combimagnetron begint
automatisch over 2 uur.
NL 50
GEBRUIK VAN DE FUNCTIE AUTO COOK
Kies uit 65 voorgeprogrammeerde kookprogramma’s om gemakkelijk uw favoriete gerechten
te kunnen bereiden. Bereidingstijd en vermogen worden automatisch gekozen. U hoeft alleen
maar het programma en het gewicht te kiezen om het koken te starten.
Automatisch kookprogramma instellen
Draai de Functieknop naar de
1
“AUTO” stand.
Draai aan de Selectieknop om een
3
gerecht te kiezen.
Let op
• Bij sommige kookprogramma’s hoeft u niets te doen, bij andere moet u het voedsel roeren of
omkeren. De oven geeft dan een geluidssignaal.
• Tijdens de bereiding verschijnt de door het programma ingestelde temperatuur in de
display.
• Tijdens automatisch koken kunt u temperaturen en bereidingstijden niet aanpassen.
Draai aan de Selectieknop om een
2
categorie te kiezen (zie tabel op pagina
52 - 63).
Druk op toets ‘Volgende’ om de
instelling te bevestigen.
Druk op de Starttoets om de
4
instelling te bevestigen en het
automatische kookprogramma te
starten.
NL 51
GEBRUIK VAN DE FUNCTIE AUTO COOK (VERVOLG)
Richtlijnen voor de automatische menuprogramma's
In de volgende tabel ziet u 65 automatische programma's voor koken, braden en bakken.
De hoeveelheden, gewichten en bijbehorende aanbevelingen worden aangegeven.
Bereidingsfuncties en -tijden zijn vooraf geprogrammeerd. U kunt deze bereidingsrichtlijnen
raadplegen. Zet uw voedsel altijd in een koude oven. Gebruik altijd ovenwanten wanneer u
voedsel uit de oven haalt.
De automatische menuprogramma's zijn onderverdeeld in 10 categorieën:
1. Opwarmen
2. Bevroren
3. Baksels
4. Gerechten
5. Vis
6. Vlees
7. Gevogelte
8. Bijgerechten
9. Snelkoken
10. Eigen gerechten
De categorieën 1-9 zijn vooraf geprogrammeerd, categorie 10 bevat gerechten die u zelf hebt
geprogrammeerd (raadpleeg pagina 52 - 66).
Belangrijk
De meeste automatische menu-instellingen maken gebruik van microgolven om voedsel te
verwarmen. Bij gebruik van deze modus dienen de richtlijnen voor kookgerei en andere
voorzorgsmaatregelen voor een veilig gebruik van de magnetron dan ook zorgvuldig te
worden opgevolgd.
1. Opwarmen
Nr.VoedselGewichtAccessoire
1Drank
NL 52
0,25
0,5
Keramische
bakplaat
Niveau
rooster/
plaat
1
Aanbeveling
Giet de vloeistof in keramische
mokken en warm deze
onafgedekt op. Plaats één mok
in het midden. Twee mokken
plaatst u naast elkaar op de
keramische bakplaat. Laat ze
in de magnetronoven staan.
Roer de inhoud na 1-2 min.
goed door. Wees voorzichtig
wanneer u de mokken uit de
oven haalt. (Raadpleeg de
veiligheidsinstructies voor het
opwarmen van vloeistoffen.)
GEBRUIK VAN DE FUNCTIE AUTO COOK (VERVOLG)
Nr.VoedselGewichtAccessoire
Complete
2
maaltijd
Volledige
3
diepvriesmaaltijd
4Soep
5Stoofschotel
0,3-0,4
0,4-0,5
0,3-0,4
0,4-0,5
0,2-0,3
0,4-0,5
0,2-0,3
0,4-0,5
Keramische
bakplaat
Keramische
bakplaat
Keramische
bakplaat
Keramische
bakplaat
Niveau
rooster/
plaat
1
1
1
1
Aanbeveling
Doe de gerechten op een
keramisch bord en dek het
voedsel af met huishoudfolie.
Dit programma is geschikt
voor maaltijden die uit 3
gerechten bestaan (bijv.
vlees met saus, groenten en
aardappelen, rijst of pasta).
Laat na de bereiding 3 min.
staan.
Controleer of de bevroren
maaltijd geschikt is voor
bereiding in de magnetron.
Prik gaatjes in de verpakking
van de maaltijd. Zet de
maaltijd in het midden. Dit
programma is geschikt voor
diepvriesmaaltijden die uit 3
gerechten bestaan (bijv. vlees
met saus,
groenten en aardappelen, rijst
of pasta). Laat na de bereiding
3 min. staan.
Giet het gerecht in een diep
keramisch bord of een kom
en dek de inhoud tijdens de
bereiding af met een plastic
deksel. Zet de soep in het
midden. Roer het gerecht
voor- en nadat het 2-3 min.
heeft gestaan voorzichtig door.
Giet het gerecht in een diep
keramisch bord of een kom
en dek de inhoud tijdens de
bereiding af met een plastic
deksel.
Zet de soep in het midden.
Roer het gerecht voor- en
nadat het 2-3 min. heeft
gestaan voorzichtig door.
NL 53
GEBRUIK VAN DE FUNCTIE AUTO COOK (VERVOLG)
2. Bevroren
Nr.VoedselGewichtAccessoire
1Bevroren vissticks0,3-0,5Bakplaat3
2Bevroren visgratin0,4-0,6
3Diepvrieslasagne0,4-0,6
4Bevroren ovenfrites0,4-0,5Bakplaat3
5Diepvries-pizza
Bevroren
6
aardappelpartjes
Bevroren
7
aardappelkroketjes
8Bevroren groenten
0,3-0,4
0,4-0,5
0,4-0,6Bakplaat3
0,4-0,6Bakplaat3
0,3-0,4
0,4-0,5
Grill +
keramische
bakplaat
Grill +
keramische
bakplaat
Bakplaat3
Keramische
bakplaat
rooster/
Niveau
plaat
3
3
1
Aanbeveling
Verdeel bevroren vissticks
evenredig over de bakplaat.
Als u het voedsel bij het
piepsignaal omdraait, krijgt u
betere resultaten.
Zet de bevroren visgratin in
een geschikte glazen Pyrexschaal of op een keramisch
bord op de keramische
bakplaat. Laat na het
opwarmen 2-3 minuten staan.
Dit programma is geschikt
voor bevroren visgratin,
zoals lasagne, cannelloni of
macaroni.
Leg de diepvrieslasagne in
een geschikte glazen Pyrexschaal of op een keramisch
bord. Laat na het opwarmen
2-3 minuten staan.
Verdeel de bevroren ovenfrites
over de bakplaat.
Leg de diepvriespizza in het
midden van het ovenrooster.
Verdeel bevroren
aardappelpartjes evenredig
over een metalen bakplaat.
Verdeel bevroren
aardappelkroketjes evenredig
over een metalen bakplaat.
Doe bevroren groenten,
zoals broccoli, schijfjes
wortelen, bloemkoolroosjes
en doperwten in een glazen
schaal met deksel. Voeg 1-2
eetlepels water toe. Zet de
schaal in het midden. Houd
afgedekt tijdens de bereiding.
Laat de schaal 2-3 minuten
staan en roer de inhoud door
na de bereiding.
NL 54
GEBRUIK VAN DE FUNCTIE AUTO COOK (VERVOLG)
Nr.VoedselGewichtAccessoire
Bevroren
9
aardappelrösti
Bevroren
10
pastagratin
Bevroren
11
pizzasnacks
Kleine
12
diepvriesloempia's
3. Baksels
Nr.VoedselGewichtAccessoire
1Appeltaart1,2-1,4Ovenrooster2
Bodem voor
2
vruchtentaart
3Brownies0,5-0,7Ovenrooster3
4Croissants0,2-0,4Bakplaat3
5Boterkoek0,5-0,7Ovenrooster2
Rechthoekige
6
cake
0,2-0,4Bakplaat3
0,2-0,5
0,2-0,3
0,2-0,4Bakplaat3
0,3-0,5Ovenrooster3
0,7-0,8Ovenrooster3
Grill +
keramische
bakplaat
Grill +
keramische
bakplaat
Niveau
rooster/
plaat
Niveau
rooster/
plaat
Aanbeveling
Verdeel bevroren
aardappelrösti evenredig over
een metalen bakplaat.
Zet de bevroren pastagratin in
een geschikte glazen Pyrexschaal of op een keramisch
bord op de keramische
bakplaat. Laat na het
3
opwarmen 2-3 minuten staan.
Dit programma is geschikt
voor bevroren pastagratin,
zoals lasagne, cannelloni of
macaroni.
Leg bevroren pizzasnacks
op het grillrooster op de
5
keramische bakplaat en begin
de bereiding.
Verdeel kleine
diepvriesloempia's evenredig
over een metalen bakplaat.
Aanbeveling
Plaats de appeltaart op een
rond metalen bord. Zet het op
het ovenrooster. Het gewicht
is inclusief de appels enz.
Doe het beslag in een bakblik
met metalen bodem en zet het
op het ovenrooster.
Doe het deeg in een ronde
glazen Pyrex-schaal of een
keramische schaal en zet deze
op het ovenrooster.
Gebruik bakpapier. Leg de
croissants naast elkaar op de
bakplaat.
Doe het verse deeg in een
rond metalen bakblik. Zet het
op het rooster.
Doe het verse deeg in een
geschikte rechthoekige
metalen cakevorm (lengte 25
cm). Zet de vorm overdwars
op het ovenrooster.
NL 55
GEBRUIK VAN DE FUNCTIE AUTO COOK (VERVOLG)
Nr.VoedselGewichtAccessoire
7Muffi ns0,5-0,6Ovenrooster3
Rijzend
8
gistdeeg
9Biscuitdeeg0,3-0,6Ovenrooster2
10Witbrood0,7-0,8Ovenrooster3
4. Gerechten
Nr.VoedselGewichtAccessoire
Eigen-gemaakte
1
pizza
2Lasagne0,8-1,1Ovenrooster3
3Aardappelgratin0,7-1,0Ovenrooster3
0,3-0,6Ovenrooster3
0,6-1,0Bakplaat2
Niveau
rooster/
plaat
Niveau
rooster/
Aanbeveling
Doe het muffi ndeeg in een
metalen muffi nvorm voor 12
muffi ns. Zet de vorm in het
midden van het ovenrooster.
Bereid gistdeeg voor pizza,
cake of brood. Doe het
deeg in een grote, ronde,
hittebestendige schaal en
bedek het met huishoudfolie.
Gebruik een ronde, donkere
metalen bakvorm van 18 cm
voor 300 g deeg, van 24 cm
voor 400 g en van 26 cm voor
500 g. Zet de vorm in het
midden van het ovenrooster.
Doe het verse deeg in een
geschikte rechthoekige
metalen cakevorm (lengte 25
cm). Zet de vorm overdwars
op het ovenrooster.
Aanbeveling
plaat
Leg de pizza op de plaat.
Het gewicht is inclusief
de topping, zoals saus,
groenten, ham en kaas.
Maak verse lasagne klaar
of gebruik een kant-enklaar product en doe het
gerecht in een passende
ovenbestendige schaal.
Zet de schaal in het
midden van de oven.
Doe de verse
aardappelgratin in een
glazen Pyrex-schaal. Zet
de schaal op het rooster.
Laat na de bereiding 2-3
minuten staan.
NL 56
GEBRUIK VAN DE FUNCTIE AUTO COOK (VERVOLG)
Nr.VoedselGewichtAccessoire
4Groentegratin0,4-0,8Ovenrooster3
Bladerdeeg met
5
appelvulling
Bladerdeeg met
6
visvulling
Bladerdeeg met
7
gehaktvulling
8Quiche0,7-0,9Ovenrooster2
0,3-0,5Bakplaat2
0,2-0,6Bakplaat2
0,2-0,6Bakplaat2
Niveau
rooster/
plaat
Aanbeveling
Bereid de groentegratin in
een ronde, ovenbestendige
schaal. Zet de schaal in
het midden van de oven.
Laat na de bereiding 2-3
minuten staan.
Gebruik bakpapier. Leg
er 4 naast elkaar op de
bakplaat.
Gebruik bakpapier. Leg
er 4 naast elkaar op de
bakplaat.
Gebruik bakpapier. Leg
er 4 naast elkaar op de
bakplaat.
We raden u aan de
oven tot 190 ˚C voor
te verwarmen met de
modus onderwarmte
+ convectie tot u een
pieptoon hoort. Gebruik
het metalen bakblik. Zet
het na het voorverwarmen
in het midden van het
ovenrooster.
5. Vis
Nr.VoedselGewichtAccessoire
Visfi let,
1
dun
2Visfi let0,3-0,6
0,3-0,6
Ovenrooster
+ bakplaat
Ovenrooster
+ bakplaat
Niveau
rooster/
plaat
5+2
5+2
Aanbeveling
Marineer de visfi let (dun, 1 cm)
en leg ze naast elkaar op het
grillrooster. Draai het voedsel
om wanneer de oven piept.
Druk op de startknop om door
te gaan.
Marineer de visfi let (2 cm)
en leg ze naast elkaar op het
grillrooster. Draai het voedsel
om wanneer de oven piept.
Druk op de startknop om door
te gaan.
NL 57
GEBRUIK VAN DE FUNCTIE AUTO COOK (VERVOLG)
Nr.VoedselGewichtAccessoire
Zalmmoot,
3
3 cm
4Garnalen0,2-0,5
5Hele vis0,4-0,8
6. Vlees
Nr.VoedselGewichtAccessoire
1Biefstuk, dun0,3-0,6
2Biefstuk, dik0,6-0,8
0,3-0,6
Ovenrooster
+ bakplaat
Ovenrooster
+ bakplaat
Ovenrooster
+ bakplaat
Ovenrooster
+ bakplaat
Ovenrooster
+ bakplaat
Niveau
rooster/
plaat
5+2
5+2
3+2
Niveau
rooster/
plaat
Aanbeveling
Marineer de zalmmoten en
leg ze naast elkaar op het
grillrooster. Draai het voedsel
om wanneer de oven piept.
Druk op de startknop om door
te gaan.
Verdeel de rauwe garnalen
evenredig over de bakplaat.
Bestrijk de huid van de hele
vis met olie en kruiden. Leg de
vis naast en achter elkaar op
het rooster. Draai het voedsel
om wanneer de oven piept.
Druk op de startknop om
door te gaan. Dit programma
is geschikt voor hele vissen,
zoals forel, snoekbaars of
goudbrasem.
Aanbeveling
We raden u aan de oven
5 min. tot 250 ˚C voor te
verwarmen met de grillmodus.
Leg de biefstukken naast
5+2
5+2
elkaar in het midden van het
ovenrooster. Draai het voedsel
om wanneer de oven piept.
Druk op de startknop om door
te gaan.
We raden u aan de oven
5 min. tot 250 ˚C voor te
verwarmen met de grillmodus.
Leg de biefstukken naast
elkaar in het midden van het
ovenrooster. Draai het voedsel
om wanneer de oven piept.
Druk op de startknop om door
te gaan.
NL 58
GEBRUIK VAN DE FUNCTIE AUTO COOK (VERVOLG)
Nr.VoedselGewichtAccessoire
3Lamskarbonades0,3-0,6
4Lamsbout1,0-1,2
Rosbief, rauw tot
5
half doorbakken
Rosbief - half tot
6
goed doorbakken
1,1-1,3
1,1-1,3
Ovenrooster
+ bakplaat
Ovenrooster
+ bakplaat
Ovenrooster
+ bakplaat
Ovenrooster
+ bakplaat
Niveau
rooster/
plaat
5+2
3+2
3+2
3+2
Aanbeveling
Marineer de lamskarbonades.
Leg de lamskarbonades op
het ovenrooster. Draai ze
om wanneer de oven piept
en druk op de startknop om
verder te gaan.
Leg de lamsbout, die u hebt
bestreken met olie en kruiden,
met de vette kant omlaag op
het ovenrooster. Draai het
voedsel om wanneer de oven
piept. Druk op de startknop
om verder te gaan met de
bereiding.
Bestrijk het vlees met olie en
kruiden (alleen peper; zout
voegt u na het braden toe).
Leg het op het ovenrooster.
Draai het om wanneer de
oven piept en druk op de
startknop om verder te gaan.
Pak het na het braden in met
aluminiumfolie en laat het 5-10
minuten zo staan.
Bestrijk het vlees met olie en
kruiden (alleen peper; zout
voegt u na het braden toe). Leg
het op het ovenrooster. Draai
het om wanneer de oven piept
en druk op de startknop om
verder te gaan. Pak het na het
braden in met aluminiumfolie
en laat het 5-10 minuten zo
staan.
NL 59
GEBRUIK VAN DE FUNCTIE AUTO COOK (VERVOLG)
Nr.VoedselGewichtAccessoire
Rosbief,
7
langzaam
gegaard
Varkens-
8
gebraad
7. Gevogelte
Nr.VoedselGewichtAccessoire
1Kipstukken
2Kip aan het spit0,6-0,8
1,1-1,3
0,7-0,9
0,5-0,7
1,0-1,2
Ovenrooster
+ bakplaat
Ovenrooster
+ bakplaat
Ovenrooster
+ bakplaat
Ovenrooster
+ bakplaat
Niveau
rooster/
plaat
3+2
3+2
Niveau
rooster/
Aanbeveling
Bestrijk het vlees met olie en
kruiden (alleen peper; zout
voegt u na het braden toe).
Leg het op het ovenrooster.
Draai het om wanneer de
oven piept en druk op de
startknop om verder te gaan.
Pak het na het braden in met
aluminiumfolie en laat het 5-10
minuten zo staan.
Leg het varkensgebraad, dat
u hebt bestreken met olie en
kruiden, met de vette kant
omlaag op het ovenrooster
en de bakplaat. Draai het
voedsel om wanneer de oven
piept. Druk op de startknop
om verder te gaan met de
bereiding.
plaat
5+2
5+2
Aanbeveling
Strijk olie en kruiden over
de gekoelde kipstukken.
Leg ze met de huid omlaag
op het ovenrooster. Draai
het voedsel om wanneer
de oven piept. Druk op de
startknop om door te gaan.
Bestrijk de kipstukken
(max. 3 x 3 cm) met
olie en kruiden. Leg ze
in het midden van het
ovenrooster. Draai het
voedsel om wanneer de
oven piept. Druk op de
startknop om door te gaan.
NL 60
GEBRUIK VAN DE FUNCTIE AUTO COOK (VERVOLG)
Nr.VoedselGewichtAccessoire
3Kip, drumsticks0,5-0,7
4Kipfi let
5Eendenborst0,3-0,5
6Kalkoenbouten0,8-0,9
7Hele kip
0,4-0,6
0,6-0,8
1,0-1,1
1,2-1,3
Ovenrooster
+ bakplaat
Ovenrooster
+ bakplaat
Ovenrooster
+ bakplaat
Ovenrooster
+ bakplaat
Ovenrooster
+ bakplaat
Niveau
rooster/
plaat
5+2
5+2
5+2
3+2
3+2
Aanbeveling
Leg de gemarineerde
kipdrumsticks naast elkaar
op het ovenrooster. Draai
het voedsel om wanneer
de oven piept. Druk op de
startknop om door te gaan.
Leg de gemarineerde
kipfi lets naast elkaar op
het ovenrooster. Draai het
voedsel om wanneer de
oven piept. Druk op de
startknop om door te gaan.
Bereid de eendenborst en
leg deze met de vette kant
omhoog op het rooster.
Leg de kalkoenbouten,
die u met olie en kruiden
hebt bestreken, op het
ovenrooster. Draai het
voedsel om wanneer de
oven piept. Druk op de
startknop om verder te
gaan met de bereiding.
Bestrijk de gekoelde kip
met olie en kruiden en
leg met het borststuk
aan de onderkant op
het grillrooster. Draai het
voedsel om wanneer de
oven piept en druk op de
startknop om verder te
gaan. Laat na de bereiding
5 minuten staan.
NL 61
GEBRUIK VAN DE FUNCTIE AUTO COOK (VERVOLG)
8. Bijgerechten
Nr.VoedselGewichtAccessoire
1Verse groenten
Geschilde
2
aardappelen
Gebakken
3
aardappelen
4Aardappelpartjes0,4-0,6Bakplaat3
Geroosterde
5
groenten
0,3-0,4
0,5-0,6
0,5-0,6
0,7-0,8
0,4-0,8Bakplaat3
0,2-0,5Bakplaat5
Keramische
bakplaat
Keramische
bakplaat
rooster/
Niveau
plaat
1
1
Aanbeveling
Weeg de groenten nadat
u ze hebt gewassen,
schoongemaakt en in gelijke
delen hebt gesneden. Doe
ze in een glazen schaal
met deksel. Voeg 45 ml (3
eetlepels) water toe. Zet de
schaal in het midden. Houd
afgedekt tijdens de bereiding.
Laat de schaal 2-3 minuten
staan en roer de inhoud door
na de bereiding.
Weeg de aardappelen nadat u
ze hebt geschild, gewassen en
in gelijke delen hebt gesneden.
Doe ze in een glazen schaal
met deksel. Voeg 45-60 ml
(3-4 eetlepels) water toe. Zet
de schaal in het midden. Laat
de schaal 2-3 minuten staan
en roer de inhoud door na de
bereiding.
Gebruik aardappelen van
middelgroot formaat. Spoel
de aardappelen af en maak
ze schoon. Bestrijk de schil
met een mengsel van olijfolie,
zout, peper en kruiden. Leg de
aardappelen naast elkaar op
de bakplaat.
Spoel de aardappelen af
en maak ze schoon. Snijd
ze in partjes of snijd kleine
aardappelen doormidden.
Bestrijk ze met olijfolie en
kruiden. Verdeel ze evenredig
over de bakplaat en begin de
bereiding.
Leg de groenten, zoals
in plakjes gesneden
courgette, stukjes paprika,
in plakjes gesneden
aubergine, champignons en
kerstomaatjes, op de bakplaat.
Bestrijk het voedsel met
een mengsel van olijfolie en
kruiden.
NL 62
GEBRUIK VAN DE FUNCTIE AUTO COOK (VERVOLG)
Nr.VoedselGewichtAccessoire
6Witte rijst0,3-0,4
9. Snelkoken
Nr.VoedselGewichtAccessoire
Gebakken
1
aardappelhelften
Varkens-
2
gebraad
3Kipstukken
4Hele kip
0,4-0,6
0,6-0,8
0,8-1,0
0,5-0,7
1,0-1,2
1,0-1,1
1,2-1,3
Keramische
bakplaat
Keramische
bakplaat +
rooster
Keramische
bakplaat +
rooster
Grill +
keramische
bakplaat
Grill +
keramische
bakplaat
Niveau
rooster/
plaat
1
Niveau
rooster/
plaat
Aanbeveling
Weeg de parboiled witte
rijst en voeg een dubbele
hoeveelheid koud water toe.
Bijvoorbeeld: als u 0,3 kg rijst
kookt, voegt u 600 ml koud
water toe. Gebruik een glazen
Pyrex-schaal met deksel. Zet
de schaal in het midden. Houd
afgedekt tijdens de bereiding.
Laat de schaal na de bereiding
5 minuten staan en roer de
inhoud door.
Aanbeveling
Snijd de aardappelen
doormidden. Leg ze in een
cirkel op het rooster, met de
4
platte kant omlaag. Laat ze
na de bereiding 2-3 minuten
staan.
Leg het gemarineerde varkensgebraad op het grillrooster op
3
de keramische bakplaat. Draai
het voedsel om wanneer de
oven piept en ga verder.
Strijk olie en kruiden over de
gekoelde kipstukken. Leg
ze op het grillrooster op de
keramische plaat, met de huid
5
aan de onderkant. Draai het
voedsel om wanneer de oven
piept. Laat het na de bereiding
2-3 minuten staan.
Strijk olie en kruiden over de
gekoelde kip. Leg de kip met
het borststuk aan de onderkant
in het midden van het
grillrooster op de keramische
3
bakplaat op niveau 2. Draai het
voedsel om wanneer de oven
piept. Druk op de startknop
om door te gaan. Laat na de
bereiding 5 minuten staan.
NL 63
GEBRUIK VAN DE FUNCTIE AUTO COOK (VERVOLG)
Eigen gerecht toevoegen
U kunt 10 eigen kookprogramma’s maken en opslaan als ‘eigen gerecht’.
Druk op de Menutoets, draai aan de
1
Selectieknop en kies ‘Gerechten’.
Druk op toets ‘Volgende’ om te
3
bevestigen. In de display ziet u ‘Kies
naam’. Draai aan de Selectieknop
om de eerste letter van de naam van
uw gerecht te kiezen. Druk op toets ‘Volgende’ en kies de volgende
letter, etc. Wacht, nadat de hele
naam van het gerecht ingevoerd is op
‘twee pijltjes’ in de display. Druk op
toets ‘Volgende’ om de instelling te
bevestigen.
Druk op toets ‘Volgende’ om te
2
bevestigen. Draai aan de
Selectieknop en kies ‘Toevoegen’.
In de display ziet u ‘Kies bereiding’ en
4
daarna de verschillende ovenfuncties.
Draai aan de Selectieknop om de
gewenste ovenfunctie te kiezen. Druk
op toets ‘Volgende’ om te bevestigen.
NL 64
GEBRUIK VAN DE FUNCTIE AUTO COOK (VERVOLG)
Indien gewenst kan de bereidingstijd
5
en/of temperatuur aangepast worden
(indien beschikbaar).
Zie pagina 20.
• Tijdens het instellen van uw eigen gerecht kunt u een stap terug gaan door op toets ‘Vorige’
te drukken.
• Het is niet mogelijk om de instellingen van toegevoegde gerechten te wijzigen nadat op de
Starttoets gedrukt is. In dit geval moet u het programma verwijderen (zie pagina 66) en
opnieuw toevoegen met de juiste instelling.
Eigen gerecht kiezen
Draai de Functieknop naar de
1
“AUTO” stand.
Wanneer alle instellingen gekozen
6
zijn; druk op de Starttoets om
te bevestigen. Uw gerecht is nu
toegevoegd aan de automatische
kookprogramma’s. De display toont
“Saved”.
Draai aan de Selectieknop en kies
2
‘Eigen gerechten’. Druk op toets
‘Volgende’ om te bevestigen.
Draai aan de Selectieknop om uw
3
eigen kookprogramma te kiezen. Druk
op de Starttoets om het koken te
starten.
NL 65
GEBRUIK VAN HET AUTOMENU (VERVOLG)
Eigen gerecht verwijderen
Druk op de Menutoets, draai aan de
1
Selectieknop en kies ‘Gerechten’.
Druk op toets ‘Volgende’ om te
3
bevestigen. Draai aan de
Selectieknop om uw eigen kookprogramma te kiezen.
Druk op de Starttoets om uw eigen
5
kookprogramma te verwijderen.
Druk op toets ‘Volgende’ om te
2
bevestigen. Draai aan de
Selectieknop en kies ‘Verwijderen’.
Druk op toets ‘Volgende’ om te
4
bevestigen. Draai aan de
Selectieknop en kies ‘Verwijderen’.
NL 66
GEBRUIK VAN DE ONTDOOIFUNCTIE
De ontdooifunctie instellen
Kies uit 5 voorgeprogrammeerde ontdooiprogramma’s. Bereidingstijd en vermogen worden
automatisch gekozen.
Open de deur. Plaats het bevroren gerecht in het midden van de keramische bakplaat. Plaats
de bakplaat op niveau 1 en sluit de deur.
Draai de Functieknop naar de
1
Ontdooistand.
Indien gewenst kunt u het gewicht
3
aanpassen. Zie pagina 20.
Let op
Draai de Selectieknop naar het
2
gewenste gerecht (zie de tabel op
pagina 68 voor een uitleg van de
5 ontdooi-instellingen).
Druk op de Starttoets.
4
De combimagnetron start direct.
• Halverwege de ontdooitijd geeft de oven een geluidssignaal, u moet het gerecht dan
omdraaien.
Belangrijk
• Gebruik alleen kookgerei dat geschikt is voor gebruik in de magnetron.
• U kunt gerechten ook handmatig ontdooien. Kies hiervoor de magnetronfunctie met een
vermogen van 180 W (zie pagina 32 - 33).
NL 67
GEBRUIK VAN DE ONTDOOIFUNCTIE (VERVOLG)
Kooktabel ontdooien
In de volgende tabellen vindt u de 5 automatische ontdooiprogramma’s voor bakken, braden
en grillen. In de tabel staan hoeveelheden, standtijden en aanbevelingen. De automatische
ontdooiprogramma’s maken gebruik van de magnetronfunctie. Verwijder de verpakking voor
het ontdooien. Plaats het gerecht op de keramische bakplaat.
Nr GerechtSubcategoriePortie (kg)Standtijd (min.)
0.2-2.020 -120
1Vlees
2Gevogelte
3Vis
4Brood / Cake
5Fruit
Plaats het vlees op de keramische bakplaat. Randen afdekken met
aluminiumfolie. Voedsel omdraaien als de oven een geluidssignaal
geeft. Dit programma is geschikt voor rund-, lams-, varkensvlees,
steaks en gehakt.
0.2-2.020 -120
Plaats het gevogelte op de keramische bakplaat. Dunnere delen zoals
poten afdekken met aluminiumfolie. Gevogelte omdraaien als de oven
een geluidssignaal geeft. Dit programma is zowel geschikt voor hele kip
als voor kipdelen.
0.2-2.020-110
Plaats de vis op de keramische bakplaat. De staart afdekken met
aluminiumfolie. Vis omdraaien als de oven een geluidssignaal geeft. Dit
programma is zowel geschikt voor hele vis als voor visfi let.
0.1-1.010-60
Brood op een stuk keukenpapier leggen op de keramische bakplaat
en omdraaien als de oven een geluidssignaal geeft. Plaats taart op de
keramische bakplaat en draai de taart (indien mogelijk) om als de oven
een geluidssignaal geeft. (De oven blijft werken, maar stopt tijdelijk als
u de deur opent). Dit programma is geschikt voor allerlei soorten brood,
geheel of gesneden, broodjes en baguettes. Dit programma is geschikt
voor allerlei soorten taart, koekjes en pasteitjes. Het is niet geschikt
voor fruittaart, slagroomtaart en taarten met een chocoladelaag.
0.1-0.85-30
Het fruit gelijkmatig verdelen over de keramische bakplaat. Dit
programma is geschikt voor alle soorten fruit.
Belangrijk
De automatische ontdooiprogramma’s maken gebruik van de magnetronfunctie. Volg daarom
de richtlijnen en veiligheidsvoorschriften met betrekking tot de magnetronfunctie.
NL 68
TESTGERECHTEN
Volgens norm EN 60350
1. Bakken
De aanbevelingen voor het bakken zijn van toepassing op een voorverwarmde oven. Plaats de
bakplaat met het schuine deel aan de kant van de deur.
Soort voedsel
Madeleines
Vetvrij
biscuitdeeg
Gerei &
opmerkingen
Bakplaat
Bakplaat +
bakplaat **
Springvorm op
groot rooster
(donker, ø 26 cm)
Niveau
rooster/plaat
3
Bereidings-
modus
Bovenwarmte
+ onderwarmte
Temp. °C
150 - 17020 - 30
3Hete lucht150 - 17020-25
Bereiding op
2 + 5
verschillende
150 - 16020 - 30
niveaus
2
Bovenwarmte
+ onderwarmte
160 - 18020 - 30
2Hete lucht150 - 16030 - 35
Bereidingstijd
in min.
3
Bovenwarmte
+ onderwarmte
150 - 16020 - 30
ZandtaartBakplaat
3Hete lucht150 - 16020 - 30
3
Bovenwarmte
+ onderwarmte
150 - 16040 - 50
AppelgistgebakBakplaat
2Hete lucht150 - 16045 - 55
Appeltaart
Groot rooster +
2 springvormen*
(donker, ø 20 cm)
2
Diagonaal
geplaatst
Hete lucht +
onderwarmte
170 - 19070 - 90
* Twee springvormen worden linksachter en rechtsvoor op het rooster geplaatst.
** Twee cakes worden in het midden boven op elkaar geplaatst.
2. Grillen
Verwarm de lege oven 5 minuten voor in de grillstand.
Soort voedsel
Geroosterd
witbrood
Gerei &
opmerkingen
Ovenrooster5Grill270
Niveau
rooster/plaat
BereidingsmodusTemp. °C
Ovenrooster
Hamburgers
(12 stuks)
+ bakplaat
(om vleesnat
5Grill270
op te vangen)
Bereidingstijd
in min.
e
1
1 - 2
2e 1 - 2
e
10 - 15
1
2e 10 - 15
NL 69
GEBRUIK VAN DE AQUA CLEAN FUNCTIE
Met de Aqua Clean functie wordt de oven in 15 minuten automatisch gereinigd.
Draai de Functieknop naar de UIT-
1
stand.
Giet ongeveer 100 ml water op de
bodem van de lege ovenruimte.
Druk op de Menutoets en draai de
2
Selectieknop naar ‘Schoonmaken’.
Druk op toets ‘Volgende’ om ‘Aqua
3
clean’ te kiezen.
Wanneer het proces afgelopen is kunt
5
u de deur openen en de ovenruimte
afnemen met een droge doek.
Belangrijk
• Gebruik deze functie alleen als de oven is afgekoeld tot kamertemperatuur.
• GEBRUIK GEEN gedistilleerd water.
• GEBRUIK GEEN hogedruk- of stoomreinigers om de combimagnetron te reinigen.
NL 70
Druk op de Starttoets.
4
De combimagnetron start
automatisch.
GEBRUIK VAN DE AQUA CLEAN FUNCTIE (VERVOLG)
Aandachtspunten bij het aquareinigen
Wees voorzichtig met het openen van de ovendeur voordat het aqua-reinigingsproces is
beëindigd. Het water op de bodem van de oven is heet.
Open de ovendeur en veeg het overtollige water op met een spons.
Laat overtollig water nooit voor een langere periode (bijvoorbeeld een nacht) in de oven
staan.
Maak de oven schoon met een spons en een mild schoonmaakmiddel. Hardnekkige
vlekken kunt u verwijderen met een nylon spons.
Afzetting van kalk kunt u verwijderen met een in azijn gedrenkte doek.
Gebruikt een zachte doek en schoon water om het interieur te reinigen. Vergeet de achter-
zijde van de deurafdichtingen niet.
Als de oven sterk vervuild is kunt u, na afkoeling van de oven, de procedure herhalen.
Als de oven sterk vervuild is met vet, bijvoorbeeld na het braden of grillen, kunt u de
vlekken eerst instrijken met onverdund schoonmaakmiddel voordat u aquareinigen kiest.
Na aquareiniging kunt u de ovendeur het beste op een kier van 15° laten staan om het
interieur volledig te laten drogen.
NL 71
KINDERSLOT
U kunt het kinderslot aktiveren om onbedoeld inschakelen van de combi-magnetron te
voorkomen.
Kinderslot inschakelen
Druk tegelijkertijd op de toetsen Menu
12
en Vorige en hou deze 3 seconden in
gedrukt.
Kinderslot uitschakelen
Druk tegelijkertijd op de toetsen Menu
12
en Vorige en hou deze 3 seconden in
gedrukt.
Er verschijnt een sleutelsymbool in
de display om aan te geven dat het
kinderslot is ingeschakeld.
Het sleutelsymbool verdwijnt; het
kinderslot is uitgeschakeld.
NL 72
REINIGEN
Reinig uw magnetron regelmatig om te voorkomen dat vet en voedselresten zich ophopen, let hierbij vooral op de ovenruimte, de deur en de deurafdichting.
1. Reinig de buitenzijde met een zachte doek en een sopje van afwasmiddel. Met een droge
doek goed nadrogen.
2. Vlekken en voedselresten aan de binnenzijde verwijderen met water en zeep. Goed naspoelen en drogen.
3. Om aangekoekte voedselresten en geurtjes in de ovenruimte te verwijderen: zet een glas
water met citroensap in de ovenruimte en schakel de magnetron 10 minuten in op maximaal vermogen.
4. Reinig de binnenkant van de magnetron.
Belangrijk
• Let op dat er GEEN water in ventilatie-openingen terecht komt.
• Gebruik GEEN agressieve of schurende schoonmaakmiddelen.
• Zorg dat de deurafdichting ALTIJD schoon is, zodat de deur goed sluit.
OPSLAG EN REPARATIE
Reparaties mogen alleen door een bevoegd servicemonteur worden uitgevoerd.
Maak het toestel spanningsloos en neem contact op met de ATAG servicedienst.
Zorg dat u de volgende informatie bij de hand heeft als u contact opneemt met de
servicedienst.
• Het typenummer en het serienummer (te vinden op de binnenkant van de deur)
• Garantiedetails
• Een duidelijke omschrijving van het probleem
Als de magnetron tijdelijk ergens moet worden opgeslagen, kies dan een schone en
droge plaats, omdat stof en vocht schade kunnen veroorzaken.
NL 73
STORINGEN
Probeer bij problemen eerst zelf de oorzaak van de storing te vinden voordat u de
servicedienst belt.
Het voedsel wordt niet gaar.
• Stel de timer goed in en druk op START.
• Zorg dat de deur goed gesloten is.
• Controleer of er een zekering in meterkast defect is.
Het voedsel is niet gaar genoeg of te gaar.
• Zorg dat de juiste bereidingstijd is ingesteld.
• Zorg dat het juiste vermogen is ingesteld.
Er ontstaan vonken in de ovenruimte.
• Zorg dat u geschikt magnetronservies gebruikt zonder metaalhoudende randen.
• Zorg dat er geen vorken of andere metalen voorwerpen in de magnetron liggen.
• Als u aluminiumfolie gebruikt, zorg er dan voor dat dit niet in aanraking komt met
De magnetron stoort de ontvangst van radio en tv.
Door elektronische interferentie wordt de display gereset.
Condensvorming in de magnetron.
de ovenwanden.
• Enige interferentie op radio’s en tv’s kan optreden als de magnetron in werking is.
Dit is te voorkomen door de magnetron zover mogelijk uit de buurt van radio en tv
te installeren.
• Trek de stekker uit het stopcontact. Steek de stekker weer in het stopcontact en
stel de tijd opnieuw in.
• Dit is normaal, wegvegen met een doek na het koken.
De koelventilator draait door nadat de magnetron uitgeschakeld is.
• Dit is normaal, nadat de magnetron is uitgeschakeld draait de ventilator nog
Langs de deur en de behuizing is een luchtstroom voelbaar.
In de deur en de behuizing refl ecteert licht.
• Dit is normaal.
Langs de deur en de ventilatie-openingen ontsnapt stoom.
De magnetron maakt een klikkend geluid, vooral tijdens ontdooien.
• Dit is normaal.
NL 74
maximaal 3 minuten door, om de elektronische onderdelen in de magnetron te
koelen.
• Dit is normaal.
• Dit is normaal.
FOUTCODES
FoutcodeAlgemene functies
FOUT TEMPERATUURSENSOR OPEN
Deze fout treedt op bij een defecte sensor, onjuiste aansluitingen, een
defecte printplaat en wanneer de door MICOM gedetecteerde A/Dwaarde lager is dan 10.
FOUT TEMPERATUURSENSOR KORT
Deze fout treedt op bij een defecte sensor, onjuiste aansluitingen, een
defecte printplaat en wanneer de door MICOM gedetecteerde A/Dwaarde hoger is dan 252.
DOELTEMPERATUUR TEMPERATUURSENSOR
Deze fout treedt op wanneer het voorverwarmen niet is voltooid en de
temperatuur in de oven gedurende 30 minuten lager is dan 120 °C.
FOUT ABNORMALE TEMPERATUURDETECTIE
Deze fout treedt op wanneer de temperatuur in de oven gedurende 10
minuten hoger is dan 250 °C.
FOUT ABNORMALE TEMPERATUURDETECTIE MAGNETRON
Deze fout treedt op wanneer de temperatuur in de oven in de
magnetronstand hoger is dan 210 °C.
FOUT TOETS KORT
Deze fout treedt op als u een knop langer dan 60 seconden ingedrukt
houdt.
Deze fout treedt mogelijk op als er water in het bedieningspaneel komt
of als er stofdeeltjes aan het AANRAAKPANEEL blijven hangen.
FOUT NAK-SIGNAAL
Het NAK-signaal wordt gegeven als het inschakelen van het apparaat
langer dan 10 seconden duurt.
COMMUNICATIEFOUT
Deze fout treedt op wanneer er langer dan 10 seconden geen
communicatie plaatsvindt tussen de hoofd- en subprintplaat.
FOUT EEPROM OPEN
Deze fout treedt op wanneer er tijdens het instellen van het vermogen
iets misgaat in de EEPROM-communicatie.
FOUT EEPROM LEZEN & SCHRIJVEN
Eeprom wordt niet gebruikt.
Als een van deze fouten optreedt, neemt u contact op met de klantenservice van ATAG.
NL 75
TECHNISCHE SPECIFICATIES
Type
Elektrische aansluiting230 V ~ 50 Hz
Aansluitwaarde
Maximaal vermogenMagnetronGrillHetelucht
Magnetron output100 W / 900 W (IEC - 705)
Frequentie microgolven2450 MHz
MagnetronOM75P (21)
KoelingKoelventilator
Afmetingen (B x H x D)
Toestel Inbouwmaten
Inhoud50 liter
Gewicht
Netto Inclusief verpakking
CX4411T / CX4492T
3200 W
1650 W
2500 W
2400 W
595 x 454 x 569.4 mm
555 x 445 x 548.8 mm
ca. 42 kg
ca. 46.5 kg
NL 76
AFVOEREN TOESTEL EN VERPAKKING
Bij de vervaardiging van dit toestel is gebruik gemaakt van duurzame
materialen. Dit toestel moet aan het eind van zijn levenscyclus op
verantwoorde wijze worden afgevoerd. De overheid kan u hierover
informatie verschaffen.
De verpakking van het toestel is recyclebaar. Gebruikt kunnen zijn:
• karton;
• polyethyleenfolie (PE);
• CFK- vrij polystyreen (PS- hardschuim).
Deze materialen dient u op verantwoorde wijze en conform de
overheidsbepalingen af te voeren.
Om op de verplichting tot gescheiden verwerking van elektrische
huishoudelijke apparatuur te wijzen, is op het product het symbool
van een doorgekruiste vuilnisbak aangebracht. Dit betekent dat
het apparaat aan het einde van zijn levensduur niet bij het gewone
huisvuil mag worden gevoegd. Het toestel moet naar een speciaal
centrum voor gescheiden afvalinzameling van de gemeente worden
gebracht of naar een verkooppunt dat deze service verschaft.
Het apart verwerken van huishoudelijke apparaten voorkomt
mogelijk negatieve gevolgen voor het milieu en de gezondheid die
door een ongeschikte verwerking ontstaat. Het zorgt ervoor dat de
materialen waaruit het apparaat bestaat, teruggewonnen kunnen
worden om een aanmerkelijke besparing van energie en grondstoffen
te verkrijgen.
Conformiteitsverklaring
Wij verklaren dat onze producten voldoen aan de van toepassing
zijnde Europese Richtlijnen, Besluiten en Verordeningen en de eisen
die zijn vermeld in de normen waar naar wordt verwezen.
18. ARRÊT / ANNULATION
10+11. VERROUILLAGE DE SÉCURITÉ
ENFANTS
FR 5
FONCTIONS DU FOUR
Résistance
supérieure
Niveau 5
Niveaux
du four
Niveau 1 du micro-ondes
Verrou de la porte
Niveau 4
Niveau 3
Niveau 2
Panneau de commande
Porte
Poignée de la porte
Remarque
•
Les niveaux sont numérotés de bas en haut.
•
Les niveaux 4 et 5 sont principalement utilisés pour la fonction Gril.
•
Le niveau 1 est principalement utilisé pour la fonction Micro-ondes avec le plateau en
céramique.
•
Consultez les guides de cuisson fi gurant dans ce manuel afi n de déterminer le niveau
d’insertion approprié pour vos préparations.
FR 6
Ceramic Tray
Grill insert
ACCESSOIRES
Les accessoires suivants sont fournis avec le four à micro-ondes:
Plateau en céramique
1
(Utile pour le mode Micro-ondes)
Grille encastrable
Plateau en
céramique
Grille encastrable pour le plateau en
34
céramique
(Utile pour le mode Cuisson rapide et Gril)
Remarque
Consultez les guides de cuisson fi gurant dans ce manuel pour déterminer l’accessoire
approprié pour vos préparations.
Lèchefrites
2
(NE PAS utiliser en mode Micro-ondes)
Grille de four
(NE PAS utiliser en mode Micro-ondes.)
FR 7
UTILISATION DE CE MANUEL
Nous vous remercions d’avoir acheté un four à micro-ondes ATAG.
Le manuel de l’utilisateur contient des informations importantes relatives à l’utilisation
et à l’entretien de votre nouveau four à micro-ondes. Les instructions d’installation sont
fournies séparément.
Avant d’utiliser votre four à micro-ondes, lisez toutes les consignes
de sécurité et les informations du présent manuel et conservez-le
afi n de pouvoir vous y référer ultérieurement.
UTILISATION SÛR
Utilisation sûre
•
AVERTISSEMENT: l’appareil et ses parties
accessibles s’échau ent durant l’utilisation. Ne
touchez pas les composants chauds. Les enfants
âgés de moins de 8 ans doivent être tenus à
distance de l’appareil sauf s’ils sont sous une
surveillance de tous les instants.
•
Cet appareil peut être utilisé par des enfants
âgés de plus de 8ans, ainsi que par des
personnes ayant un handicap physique,
sensoriel, mental ou moteur, et par des
personnes inexpérimentées, à condition qu’une
personne responsable de leur sécurité les
surveille, ou après avoir reçu les instructions
nécessaires et compris les dangers. Ne laissez
jamais des enfants jouer avec cet appareil. Ne
laissez pas des enfants nettoyer ou s’occuper
de l’entretien de l’appareil sans surveillance.
•
Cet appareil a été conçu pour un usage
domestique uniquement. Il ne doit être utilisé
que pour la préparation des aliments.
•
Tenez le cordon éloigné des surfaces chaudes.
•
Ne recouvrez jamais les ouvertures de ventilation.
•
L’appareil n’est pas conçu pour être commandé
au moyen d’un minuteur externe ou d’une
télécommande séparée.
•
Pour des questions de sécurité électrique,
ne nettoyez pas l’appareil avec un jet à haute
pression ou une machine à vapeur.
•
AVERTISSEMENT: ne réchau ez jamais de
boîtes de conserve fermées. La chaleur fait
monter la pression à l’intérieur de la boîte et peut
la faire exploser.
FR 8
UTILISATION SÛR (SUITE)
•
Lors de la préparation de plats contenant de
l’alcool, celui-ci peut s’évaporer en raison
des températures élevées. Cette vapeur peut
s’enfl ammer au contact d’éléments brûlants.
•
N’utilisez pas l’appareil pour entreposer des
matériaux infl ammables ou risquant une légère
déformation.
•
Veillez à toujours chau er su samment vos plats.
La durée nécessaire dépend de nombreux facteurs,
dont la quantité et le type d’aliments. Les bactéries
éventuellement présentes dans l’alimentation ne
sont tuées que si le produit est chau é au moins
10minutes à une température supérieure à 70°C.
Pour avoir la certitude que la cuisson est su sante,
laissez vos mets cuire un peu plus longtemps.
•
N’utilisez pas de produits à récurer ni de grattoirs
métalliques pour nettoyer la porte en verre. Ceux-ci
rayent la surface et pourraient briser le verre.
•
Utilisez des maniques pour sortir les plats et les
accessoires de l’appareil.
•
Si de la fumée s’échappe, éteignez ou
débranchez l’appareil et gardez la porte fermée
pour étou er les éventuelles fl ammes.
•
Utilisez uniquement la sonde de température
recommandée pour ce four (pour les appareils
permettant d’utiliser une sonde de détection de
la température).
•
Enlevez les projections les plus importantes et
les ustensiles avant de nettoyer le four avec la
fonction d’autonettoyage par pyrolyse.
•
Si, pour un nettoyage, vous devez régler les
contrôles sur une position plus élevée que pour une
cuisson normale (par pyrolyse), il se peut que les
surfaces deviennent plus chaudes que d’habitude,
et les enfants ne doivent pas rester à proximité.
•
AVERTISSEMENT: Assurez-vous que l’appareil
est éteint avant de remplacer l’ampoule pour
éviter l’éventualité d’un choc électrique.
•
AVERTISSEMENT: Si la vitre du panneau de
commande est fi ssurée, éteignez l’appareil pour
éviter l’éventualité d’un choc électrique.
FR 9
UTILISATION SÛR (SUITE)
•
AVERTISSEMENT: La cuisson sans surveillance
avec de la graisse ou de l’huile peut être
dangereuse et provoquer un incendie.
•
N’essayez JAMAIS d’éteindre un feu avec de l’eau,
mais éteignez l’appareil et laissez la porte fermée.
•
AVERTISSEMENT: Risque d’incendie:
n’entreposez aucun objet dans le four.
Enfants
•
Ne laissez jamais des enfants jouer avec cet
appareil. Ne laissez pas des enfants nettoyer
ou s’occuper de l’entretien de l’appareil sans
surveillance.
•
N’entreposez pas des objets susceptibles
d’intéresser les enfants dans les meubles situés
au-dessus ou derrière l’appareil.
Utilisation sûre du micro-ondes/micro-ondes combiné
•
AVERTISSEMENT: Il est dangereux pour
des personnes non qualifi ées d’e ectuer des
réparations impliquant l’ouverture du boîtier de
l’appareil. Le boîtier protège contre la libération
d’énergie micro-onde.
•
AVERTISSEMENT: Si la porte ou le joint est
endommagé, le four ne doit plus être utilisé jusqu’à
ce qu’il ait été réparé par une personne qualifi ée.
•
AVERTISSEMENT: Il faut secouer les biberons
et remuer le contenu des petits pots pour bébés.
Vérifi ez la température avant la consommation
pour éviter les brûlures.
•
AVERTISSEMENT: N’essayez pas d’utiliser le
four à micro-ondes en laissant la porte ouverte. Le
rayonnement des micro-ondes peut être dangereux.
•
N’utilisez l’appareil qu’à l’intérieur de la maison.
•
N’utilisez pas l’appareil dans une pièce humide
ou à proximité d’un robinet d’eau.
•
Le four à micro-ondes est isolé. Cependant, un
peu de chaleur s’échappe toujours et l’extérieur
de l’appareil se réchau e. Cette chaleur est tout
à fait acceptable selon les normes en vigueur.
•
Utilisez des couverts et de la vaisselle adaptés
au micro-ondes (attention aux bordures dorées
ou argentées).
FR 10
UTILISATION SÛR (SUITE)
•
Placez une cuillère en plastique dans la tasse
lorsque vous voulez porter un liquide à ébullition (par
exemple de l’eau). Le liquide peut en e et bouillir
sans que vous ne puissiez voir de formation de
bulles. Au moment où vous sortez la tasse du four,
le liquide peut brusquement se mettre à bouillir et
déborder de la tasse, risquant ainsi de vous brûler.
•
Un four à micro-ondes n’est sûr que si la porte
se ferme bien! Ne placez jamais d’objet entre la
porte et l’appareil. Veillez à ce que la porte et le
joint soient toujours bien propres.
•
Utilisez seulement le micro-ondes pour
décongeler et préparer des aliments, et non pour
sécher des vêtements ou du papier. Ceux-ci
peuvent en e et s’enfl ammer.
•
Si vous chau ez dans l’appareil des petites
quantités de produits secs ou sous forme de
poudre (séchage d’herbes), un risque d’autoinfl ammation peut se présenter.
En cas de fl ammes ou de fumée dans l’appareil,
arrêtez l’appareil et débranchez-le (retirez la fi che
de la prise/coupez le courant du secteur au niveau
des fusibles ou du disjoncteur). Laissez la porte
fermée pour étou er les éventuelles fl ammes.
•
Ne faites pas fonctionner le four à micro-ondes à
l’état vide. Vous risquez de l’abîmer.
•
Enlevez les liens de fermeture métalliques des
sacs en plastique et utilisez des plats adaptés
au micro-ondes.
•
Consultez toujours les instructions fi gurant sur
l’emballage du produit pour savoir comment le
mettre dans le four à micro-ondes. En général,
vous ne pouvez réchau er des produits liquides ou
des aliments qui se trouvent dans des emballages
hermétiques qu’après avoir percé quelques trous
dans l’emballage. Ceci en raison de l’augmentation
de la pression pendant le réchau ement.
•
Les produits liquides et autres aliments ne
doivent pas être chau és dans des emballages
hermétiques car ils risquent d’exploser.
FR 11
UTILISATION SÛR (SUITE)
•
Lors du réchau ement d’aliments qui se trouvent
dans des emballages en plastique ou en papier,
il est recommandé de surveiller le four à microondes en raison du risque d’infl ammation.
•
Ne réchau ez jamais plus que nécessaire, tenez
compte du fait que la cuisson se poursuit après
l’arrêt de l’appareil.
•
Piquez avec une fourchette ou un autre objet pointu
dans la peau de la viande, du poulet ou du poisson.
Vous éviterez ainsi que ces produits n’éclatent.
•
Le four à micro-ondes doit être nettoyé
régulièrement et les résidus alimentaires doivent
être ôtés. Les miettes et l’humidité qui restent
dans le four absorbent les micro-ondes et
prolongent la durée de cuisson. Les résidus
alimentaires risquent également d’endommager
l’intérieur du four, ce qui peut aboutir à des
situations dangereuses.
Un four à micro-ondes ne convient pas pour:
•
faire des conserves;
•
cuire des œufs à la coque et réchau er des
œufs durs entiers (ceux-ci éclatent en raison de
l’augmentation de la pression);
•
réchau er de l’huile de friture.
Utilisation sûre du four/four à vapeur
•
Les enfants doivent être tenus à distance sûre
du four durant la cuisson ou le rôtissage. Le
four devient chaud lorsqu’il est utilisé. Ne
touchez pas les éléments ni l’intérieur avant le
refroidissement complet du four.
•
L’extérieur du four peut devenir chaud s’il est
utilisé pendant une longue période de temps à
des températures élevées. Si le four est utilisé
à la température maximale pendant une longue
période de temps (lorsque vous grillez des
aliments par exemple), le panneau de verre dans
le four peut devenir chaud.
Soyez prudent en présence d’enfants.
FR 12
UTILISATION SÛR (SUITE)
•
Le four est complètement isolé. Cependant, un
peu de chaleur s’échappe toujours et l’extérieur
de l’appareil se réchau e. Cette chaleur est tout
à fait acceptable selon les normes en vigueur.
•
Le four est doté d’un ventilateur qui refroidit le
boîtier. Une fois le four éteint, il se peut que le
ventilateur continue de tourner.
•
Assurez-vous que l’appareil est éteint avant de
remplacer l’ampoule pour éviter tout risque de
choc électrique.
•
Ne posez pas d’accessoires sur la porte du four
ouverte.
•
Fermez la porte du four durant la cuisson.
•
Ouvrez la porte avec précaution: de la vapeur
chaude s’échappe.
•
N’entreposez pas de matériaux infl ammables
dans le four.
•
Les produits surgelés, comme les pizzas,
doivent être cuits sur la grille. Si vous utilisez la
lèchefrite, celle-ci pourrait se déformer en raison
des grandes di érences de température.
•
Ne recouvrez jamais la sole du four avec du
papier aluminium. Le papier aluminium bloque
le fl ux thermique, ce qui peut a ecter le résultat
de cuisson. Ceci peut également endommager
l’émail de la sole du four.
•
Les petites quantités requièrent une durée de
cuisson plus courte. Elles risquent de brûler si
vous appliquez les durées de cuisson indiquées
dans les recettes.
•
Ne versez jamais d’eau froide sur la sole chaude.
Ceci risque d’endommager l’émail.
•
Les jus de fruits peuvent causer des taches di ciles
à enlever au fond du four. Lorsque vous préparez
des pâtisseries aux fruits juteux (tarte aux pommes,
etc.) utilisez un moule/une plaque comme lèchefrite
pour recueillir les jus qui s’écoulent.
•
Les taches de sucre ou de jus de fruit (prune,
rhubarbe) peuvent décolorer l’émail. Il est
recommandé de nettoyer le four dès qu’il est refroidi.
Remarque: l’eau contenue dans le récipientvapeur est encore chaude!
FR 13
UTILISATION SÛR (SUITE)
•
Des plats résistants à la chaleur et à la vapeur
doivent être utilisés dans le four à vapeur. Les
moules en silicone ne conviennent pas lorsque
l’on utilise la combinaison circulation d’air chaud
et vapeur.
•
N’utilisez pas de moules rouillés. Même de
minuscules taches peuvent rouiller l’intérieur du four.
Installation
•
Contrôlez que l’appareil n’a pas été endommagé
durant le transport. Ne branchez pas un appareil
endommagé.
•
Seul un installateur agréé est autorisé à brancher
cet appareil!
•
Les pièces défectueuses doivent toujours être
remplacées uniquement par des pièces d’origine.
Ces pièces sont les seules dont le fabricant peut
garantir le respect aux exigences de sécurité.
•
Afi n d’éviter toute situation dangereuse, un câble
de raccordement endommagé doit être remplacé
uniquement par le fabricant, son service aprèsvente ou une autre personne qualifi ée.
•
Le branchement électrique doit être conforme
aux réglementations nationales et locales.
•
La prise murale et la fi che doivent toujours rester
accessibles.
•
Si vous souhaitez e ectuer une connexion
électrique fi xe, le câble d’alimentation devra
être équipé d’un interrupteur omnipolaire dont la
distance de contact sera d’au moins 3mm.
•
Cet appareil ne doit pas être branché sur le
réseau par l’intermédiaire d’une prise multiple
ou d’une rallonge. La sécurité d’utilisation de
l’appareil ne pourrait alors plus être garantie.
•
AVERTISSEMENT: N’ouvrez jamais le boîtier
de l’appareil. Seul un installateur agréé est
autorisé à ouvrir le boîtier de l’appareil.
•
Débranchez l’appareil du secteur avant toute
tâche de réparation.
•
Les fours à micro-ondes autonomes ne doivent
pas être mis dans un meuble.
FR 14
UTILISATION SÛR (SUITE)
Si les consignes de sécurité et les
avertissements ne sont pas respectés, le
fabricant ne pourra être tenu responsable des
dommages qui pourraient en résulter.
Si vous décidez de ne plus utiliser l’appareil parce
qu’il est défectueux, nous vous conseillons de
couper le cordon après avoir retiré la fi che de
la prise du secteur. L’appareil doit être remis à
l’un des centres de collecte sélective prévus par
l’administration locale.
FR 15
AVANT DE COMMENCER
Réglage de la langue et de l’horloge
Lorsque vous branchez le four pour la première fois, réglez la langue et l’heure.
Tournez le SÉLECTEUR MULTI-
12
FONCTION pour régler la langue.
Appuyez sur Démarrage pour valider.
Exemple: pour a cher 1:30.
34
Tournez le SÉLECTEUR MULTIFONCTION pour régler l’heure.
Tournez le SÉLECTEUR MULTIFONCTION pour régler les minutes.
56
Appuyez surDémarrage pour terminer
le réglage de l’horloge.
Le «30» s’arrêtera de clignoter.
À présent, vous avez réglé l’heure exacte.
Le «12» clignote.
Pressez Suivant pour valider. Le
«00» clignote.
L’a chage revient à l’heure de la
journée. Votre appareil est maintenant
opérationnel. Pour modifi er l’heure
plus tard, appuyez sur Menu et
choisissez «Heure» en tournant le
SÉLECTEUR MULTI-FONCTION
puis appuyez sur la touche Suivant.
Ensuite, franchissez les étapes 2-6
décrites à cette page.
Arrêt automatique (horloge)
Si vous n’utilisez pas les boutons du four pendant plus de 30 minutes, l’écran d’a chage
s’éteindra automatiquement pour des raisons économiques. En appuyant sur une fonction
quelconque, l’écran d’a chage se rallume. Si vous le souhaitez, cette fonction peut être
éteinte (voir page 19; «Arrêt automatique»).
FR 16
TYPES DE CUISSON
Le tableau suivant fournit un aperçu des di érents modes de cuisson et des réglages
dont dispose votre four. Utilisez les guides de cuisson des pages suivantes pour
déterminer le mode et le réglage appropriés pour toutes vos recettes.
MODE MICRO-ONDES
Les micro-ondes sont utilisées pour la cuisson et la décongélation des
aliments. Elles permettent une cuisson rapide et e cace sans modifi er
la couleur ou la forme des aliments. Le niveau de puissance et la durée
MODE FOUR
de cuisson sont défi nis manuellement en fonction des plats.
Réglage Air chaud
Les aliments sont chau és par de l’air chaud provenant de l’arrière du
four. Ce réglage fournit une chaleur uniforme et convient parfaitement à
la cuisson.
Température suggérée: 180°C
Réglage Air chaud + Résistance supérieure
La combinaison de l’air chaud et d’un chau age de la résistance
supérieure est idéale pour gratiner et dorer. Ce réglage est tout
particulièrement recommandé pour les viandes.
Température suggérée: 180°C
La chaleur provient du chau age des résistances supérieure et
inférieure. Ce réglage convient pour la cuisson et le rôtissage.
Température suggérée: 200°C
Réglage Gril
Les aliments sont chau és par la résistance supérieure.
Température suggérée: 220°C
Réglage Résistance supérieure + Chaleur tournante
La chaleur générée par la résistance supérieure est répartie par le
ventilateur. Ce mode peut être utilisé pour griller de la viande et du
poisson.
Température suggérée: 220°C
Réglage Air chaud + Résistance inférieure
La combinaison de l’air chaud et du chau age de la résistance inférieure
permet de gratiner et de dorer les aliments.
Température suggérée: 180°C
Réglage Intensif
Ce mode active en alternance tous les éléments chau ants (résistances
supérieure et inférieure, ventilateur de convection). La chaleur est
répartie de façon homogène dans le four.
Ce mode convient aux grandes quantités qui nécessitent un apport de
chaleur, comme les gratins et les gâteaux de grande taille.
Température suggérée: 180°C
Réglage cuisson sur plusieurs niveaux
La cuisson sur plusieurs niveaux vous permet de cuire des aliments en
plus grande quantité sur deux niveaux. Toute la cavité du four peut être
utilisée.
Par exemple, pour cuire deux plateaux de biscuits.
FR 17
TYPES DE CUISSON (SUITE)
Maintien au chaud
La chaleur fournie par la résistance inférieure permettra de maintenir les
aliments au chaud. (Ne maintenez pas des plats au chaud pendant plus
de 2 heures. Les plats chauds se gâtent plus rapidement.)
Température: 70°C
Réglage Air chaud ECO
Ce mode utilise le système de chau age optimisé afi n de vous
permettre d’économiser de l’énergie durant la cuisson de vos plats.
La durée de cuisson sera un peu allongée, mais vous obtiendrez les
mêmes résultats de cuisson sans brûler vos plats.
Température suggérée: 180°C
Remarque
La classe d’efficacité énergétique du mode Air chaud ECO est
déterminée conformément à la norme EN50304.
FONCTIONS COMBINÉES
Réglage Micro-ondes + Air chaud
Cette fonction convient à toutes sortes de viandes et de volailles, ainsi
qu’aux ragoûts et gratins, aux génoises et gâteaux aux fruits légers, aux
tourtes et crumbles, aux rôtis de bœuf et de poulet.
Réglage Micro-ondes + Gril
Cette fonction s’utilise pour toutes sortes d’aliments cuits qui doivent
être réchau és et gratinés (pâtes, etc.) ainsi que pour des aliments
nécessitant une durée de gratinage courte.
Elle s’utilise aussi pour les aliments épais dont le dessus est doré et
croustillant (des morceaux de poulet par exemple).
MODE AUTO-MENU
MODE DÉCONGÉLATION
FR 18
Pour vous faciliter la tâche, vous avez le choix entre les 65 programmes
du menu automatique. La durée et la température seront réglées
automatiquement.
Il vous su t de sélectionner le programme et le poids de votre plat, puis
de lancer le processus de cuisson automatique.
Choisissez entre 5 programmes de décongélation pour la décongélation.
La durée de décongélation et le niveau de puissance sont réglés
automatiquement. Il vous su t de sélectionner le programme et le poids
pour démarrer la décongélation.
PRÉSENTATION DES TOUCHES ET BOUTONS
La touche Menu
Après avoir appuyé sur Menu, vous pouvez choisir di érents programmes en tournant le
SÉLECTEUR MULTI-FONCTION. Choisissez un réglage, appuyez sur Suivant pour valider
et choisissez à nouveau di érents réglages en tournant le SÉLECTEUR MULTI-FONCTION.
Le tableau suivant indique l’ensemble des réglages de cuisson et les temps de préchau age
parmi lesquels vous pouvez choisir.
MENU:
Heure (Durée)
Langue
fonction son
Contraste
NettoyageAqua cleanAqua clean
Plats
Arrêt automatique
(horloge)
Heures/Minutes
(voir page 16)
Néerlandais
English
Deutsch
Français
Dansk
Sueco
Norsk
Spansk
Marche
Arrêt
1
3
Ajouter
(voir pages 63 -
64)
Supprimer
(voir page 65)
Oui
N°
L’heure est réglée
La langue est défi nie
La fonction son est réglée
Le contraste est réglé2
L’arrêt automatique est allumé
(voir page 16)
L’arrêt automatique est éteint
(voir page 16)
-
FR 19
PRÉSENTATION DES TOUCHES ET BOUTONS (SUITE)
VERROUILLAGE DE SÉCURITÉ ENFANTS:
Appuyez
simultanément
DURÉE DE CUISSON:
La durée de cuisson
clignote
DÉMARRAGE DIFFÉRÉ:
Appuyez
pendant trois
secondes
Le démarrage di éré
clignote
TEMPÉRATURE:
(la veilleuse indiquant le
verrouillage est allumée)
Le verrouillage de
sécurité est activé
Réglez la durée de
cuisson
Réglage du
démarrage di éré
Rappuyez
simultanément
Validez. La durée de
cuisson cesse de
clignoter
Validez. Le démarrage
di éré cesse de
clignoter
Le verrouillage de sécurité
(la veilleuse indiquant le
verrouillage est éteinte)
enfants est désactivé
Si vous appuyez
sur «Température»
ou «Poids», ces
fonctions se mettent
à clignoter et vous
pouvez les régler
(si disponibles)
Si vous appuyez sur
«Durée de cuisson»,
«Température»
ou «‘Poids», ces
fonctions se mettent
à clignoter et vous
pouvez les régler
(si disponibles)
FR 20
La température
clignote
Modifi ez la
température
Validez. La
température cesse de
clignoter
Si vous appuyez sur
«Durée de cuisson»,
«Démarrage di éré»
ou «Poids», ces
fonctions se mettent
à clignoter et vous
pouvez les régler
(si disponibles)
PRÉSENTATION DES TOUCHES ET BOUTONS (SUITE)
POIDS/WATTS:
Si vous appuyez sur «Durée de
Poids/Watts
clignote
MODE AUTO-MENU:
Si vous avez choisi un certain mode au moyen du Sélecteur de mode, vous pouvez choisir et
modifi er di érents réglages en tournant le SÉLECTEUR MULTI-FONCTION.
Modifi ez le
poids/les watts
Validez. Poids/Watts
cesse de clignoter
cuisson» ou «Température», ces
fonctions se mettent à clignoter
et vous pouvez les régler
(si disponibles)
MODE FOUR:
Mode
Auto-Menu
Four
Choisissez une catégorie
et appuyez sur «Suivant»
pour valider
Réglage Air chaud
Réglage Air chaud +
Résistance supérieure
Réglage Résistance
supérieure + Résistance
inférieure
Réglage du gril
Réglage Résistance
supérieure + Chaleur
tournante
Réglage Air chaud +
Résistance inférieure
Réglage intensif
Réglage cuisson sur
plusieurs niveaux
Maintien au chaud
Réglage Air chaud ECO
Choisissez un
aliment
Appuyez
(et maintenez)
pour régler ou
ajouter:
• La durée de
cuisson
• La température
• Le démarrage
di éré
Voir pages 52 -
65
pour d’autres
informations
Tournez
pour
modifi er
Pressez
pour
valider
FR 21
PRÉSENTATION DES TOUCHES ET BOUTONS (SUITE)
MODE DÉCONGÉLATION:
Viande
Décongélation
MODE MICRO-ONDES:
Volaille
Poisson
Pain/gâteau
Fruits
Appuyez pour
régler ou ajouter :
• Le poids
Tournez
pour
modifi er
pour valider
Pressez
Appuyez pour régler ou ajouter :
Micro-ondes
MODE MICRO-ONDES + AIR CHAUD:
Micro-ondes
+ Air chaud
MODE MICRO-ONDES + GRIL:
Micro-ondes
+ Gril
• La durée de cuisson
• Le démarrage di éré
Appuyez pour régler ou ajouter :
• La durée de cuisson
• Le démarrage di éré
• La température
Appuyez pour régler ou ajouter :
• La durée de cuisson
• Le démarrage di éré
• La température
• Les watts
• Les watts
• Les watts
Tournez
pour
modifi er
Tournez
pour
modifi er
Tournez
pour
modifi er
Pressez
pour valider
Pressez
pour valider
Pressez
pour valider
FR 22
PRÉSENTATION DES TOUCHES ET BOUTONS (SUITE)
Symboles apparaissant à l’écran d’a chage
Lorsque vous choisissez le Mode Auto-Menu en tournant le Sélecteur de mode ou lorsque
vous pressez Menu pour le réglage, un texte et des symboles apparaissent à l’écran
d’a chage. Les di érents symboles sont expliqués dans le tableau ci-dessous.
Symboles apparaissant à l’écran
d’a chage
Boutons/
touches
Explications
Tournez pour sélectionner
(«faire défi ler» les
di érentes fonctions)
Validez
Tournez pour sélectionner
(«faire défi ler» les
di érentes fonctions)
Validez
Revenir à l’étape
précédente
Revenir à l’étape
précédente
Démarrage (Les fonctions
cessent de «défi ler»)
FR 23
FONCTIONNEMENT D’UN FOUR À MICRO-ONDES
Les micro-ondes sont des ondes électromagnétiques à haute fréquence. L’énergie libérée
permet de cuire ou de réchau er des aliments sans altérer leur forme ni leur couleur.
Vous pouvez utiliser votre four à micro-ondes pour:
• Mode Micro-ondes
• Fonctions combinées
Principe de cuisson
1. Les micro-ondes générées par le four à micro-
ondes sont distribuées uniformément grâce au
système de distribution par agitateur. Les aliments
sont ainsi cuits uniformément.
2.
Les micro-ondes sont absorbées par les aliments
jusqu’à une profondeur d’environ 2,5 cm. La
cuisson se poursuit tandis que la chaleur est
di usée à l’intérieur des aliments.
3.
Les durées de cuisson varient en fonction du
récipient utilisé et des propriétés des aliments:
•
Quantité et densité
•
Teneur en eau
•
Température initiale (réfrigéré ou non)
Important
Comme le centre des aliments est cuit par dissipation de chaleur, la cuisson se poursuit
même lorsque vous avez sorti les aliments du four.
Il est donc essentiel de respecter les temps de repos indiqués dans les recettes et ce manuel
pour garantir:
•
Une cuisson homogène des aliments jusque dans leur centre;
•
Une température uniforme des aliments.
FR 24
Loading...
+ hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.