• Niveau 1 bevindt zich onderaan in de oven en de hogere niveaus bevinden zich hierboven.
• Niveau 3 en 4 worden hoofdzakelijk gebruikt voor de grillfunctie.
• Niveau 1 en 2 worden hoofdzakelijk gebruikt voor stomen.
• Raadpleeg de bereidingsrichtlijnen in deze handleiding om het juiste niveau voor uw gerechten
te bepalen.
NL 5
ACCESSOIRES
De volgende accessoires worden bij uw combi-stoomoven geleverd:
Bakplaat
1
Stoomovenbakblik zonder gaten,
3
40 mm diep (handig voor het opvangen
van vocht tijdens het stomen)
Ovenrooster (voor alle niveaus)
2
Stoomovenbakblik met gaten, 40 mm
4
diep (handig voor de stoomstand)
Voor stomen kunt u het stoomovenbakblik
met gaten in de het stoomovenbakblik
zonder gaten plaatsen. Deze kunnen alleen
op niveau 2 samen worden gebruikt.
NL 6
Maatbeker voor het vullen van het
5
waterreservoir.
GEBRUIK VAN DEZE HANDLEIDING
Bedankt voor de aanschaf van deze ATAG-combi-stoomoven.
De gebruikershandleiding bevat belangrijke informatie over het gebruik en onderhoud van
uw nieuwe combi-stoomoven. De installatie-instructies worden afzonderlijk meegeleverd.
Lees vóór het gebruik van de stoomoven de veiligheidsinstructies en alle
informatie in deze handleiding. Bewaar de handleiding om deze later te kunnen
raadplegen.
VEILIGHEID
Veilig gebruik
•
WAARSCHUWING: bij gebruik van het apparaat
worden het apparaat zelf en de onderdelen binnen
in het apparaat heet. Raak de hete onderdelen niet
aan. Houd kinderen jonger dan 8 jaar uit de buurt
van het apparaat, tenzij u voortdurend toezicht op
hen houdt.
•
Dit apparaat kan worden gebruikt door kinderen
van 8 jaar en ouder, mensen met een fysieke,
zintuiglijke of geestelijke handicap of mensen die
weinig ervaring met en kennis van het apparaat
hebben. Het is dan wel belangrijk dat ze worden
begeleid bij en geïnstrueerd over een veilig gebruik
van het apparaat en de gevaren die dit met zich
meebrengt. Laat kinderen niet met het apparaat
spelen. Laat kinderen niet zonder toezicht
onderhoud plegen of het apparaat reinigen.
•
Dit apparaat is uitsluitend bedoeld voor
huishoudelijk gebruik. Gebruik het alleen voor de
bereiding van voedsel.
•
Houd het snoer uit de buurt van hete
oppervlakken.
•
Zorg ervoor dat de ventilatieopeningen onbedekt
blijven.
•
Het apparaat is niet bedoeld om te worden
bediend met een externe timer of een afzonderlijk
afstandsbedieningssysteem.
•
In verband met de veiligheid mag het apparaat
niet worden gereinigd met hogedrukreinigers of
stoomreinigers.
•
WAARSCHUWING: verwarm nooit afgesloten
blikken.
Er bouwt zich druk op in het blik, waardoor het kan
ontplo en.
NL 7
VEILIGHEID (VERVOLG)
•
nde reinigingsmiddelen of harde metalen schrapers
voor het reinigen van de glazen deur. Hierdoor
ontstaan krassen, waardoor het glas kan barsten.
•
Bij de bereiding van gerechten met alcohol, kunnen
de hoge temperaturen ervoor zorgen dat de alcohol
verdampt. De damp kan vlam vatten als deze in
contact komt met hete onderdelen.
•
Gebruik het apparaat niet om er ontvlambare
materialen of materialen die snel kromtrekken in te
bewaren.
•
Zorg ervoor dat voedsel altijd door en door
verwarmd wordt. De benodigde tijd hiervoor
is afhankelijk van veel factoren, waaronder de
hoeveelheid en het soort voedsel. Eventuele
bacteriën in het voedsel worden gedood als
het voedsel langer dan 10 minuten op een
temperatuur hoger dan 70 °C wordt verwarmd.
Verwarm het voedsel langer als u er niet zeker van
bent of het door en door verwarmd is.
•
Gebruik geen schure
•
Gebruik ovenwanten of pannenlappen om schalen
en accessoires uit het apparaat te halen.
•
Als u rook waarneemt, schakelt u het apparaat
uit of haalt u de stekker van het apparaat uit het
stopcontact. Houd de deur gesloten om eventuele
vlammen te doven.
•
Gebruik alleen de temperatuursensor die voor
deze oven wordt aanbevolen (voor apparaten
waarbij het gebruik van een temperatuursensor
mogelijk is).
•
Verwijder alle etensresten en kookgerei uit de oven
voordat
u de oven reinigt met de zelfreinigende
pyrolysefunctie.
•
Wanneer voor het reinigen van de oven de
bedieningstoetsen in een hogere stand moeten
worden gezet (pyrolyse) dan voor normale doeleinden,
kan de buitenkant warmer worden dan gebruikelijk.
Houd kinderen daarom op veilige afstand.
•
WAARSCHUWING: Vermijd de kans op een
elektrische schok en zorg ervoor dat het apparaat
is uitgeschakeld voordat u de lamp vervangt.
NL 8
VEILIGHEID (VERVOLG)
•
WAARSCHUWING: Als het (glazen)
bedieningspaneel is gebarsten, schakelt u het
apparaat uit om de kans op een elektrische schok
te vermijden.
•
WAARSCHUWING: Koken met vet of olie zonder
toezicht kan gevaarlijk zijn en brand veroorzaken.
•
Probeer NOOIT een brand te blussen met water.
Schakel het apparaat uit en houd de deur gesloten.
•
WAARSCHUWING: In verband met brandgevaar
niets in de oven bewaren of opslaan.
Kinderen
•
Laat kinderen niet met het apparaat spelen. Laat
kinderen niet zonder toezicht onderhoud plegen of
het apparaat reinigen.
•
Bewaar niets in de kasten boven of achter het
apparaat wat uw kinderen mogelijk interessant vinden.
•
WAARSCHUWING: Houd kinderen op een veilige
afstand van de oven tijdens het bakken of braden.
De oven wordt tijdens gebruik warm. Raak de
verwarmingselementen en de binnenzijde van de
oven niet aan tot deze volledig afgekoeld is.
•
WAARSCHUWING: De buitenzijde van de oven
kan heet worden als deze gedurende langere
tijd op een hoge temperatuur wordt gebruikt. Als
de oven lange tijd op de maximumtemperatuur
wordt gebruikt (bijvoorbeeld tijdens grillen), kan het
glaspaneel in de ovendeur heet worden.
Let op als er kinderen in de buurt zijn.
Veilig gebruik van oven/stoomoven
•
De oven is volledig geïsoleerd. Toch treedt er
altijd warmteoverdracht op en zal de temperatuur
van de buitenkant van de oven oplopen. Deze
temperaturen vallen ruim binnen de norm.
•
De oven is voorzien van een ventilator die de
behuizing van de oven koelt. De ventilator blijft
mogelijk nog enige tijd werken nadat u de oven
hebt uitgezet.
•
Zorg er om elektrische schokken te voorkomen
voor dat het apparaat is uitgezet voordat u het
lampje vervangt.
•
Plaats geen accessoires op de geopende ovendeur.
•
De ovendeur dient tijdens bereidingen gesloten te zijn.
NL 9
VEILIGHEID (VERVOLG)
•
Open de ovendeur voorzichtig, aangezien er hete
stoom kan ontsnappen.
•
Bewaar geen ontvlambare materialen in de oven.
•
Bevroren producten zoals pizza’s dienen op
het rooster te worden bereid. Als u de bakplaat
gebruikt, kan deze vervormen vanwege het grote
temperatuurverschil.
•
Bedek de bodem van de oven nooit met
aluminiumfolie. De folie blokkeert de warmte, wat
kan leiden tot slechtere resultaten.Daarnaast kan het
email van de bodem van de oven beschadigd raken.
•
Kleinere hoeveelheden vereisen een kortere
bereidingstijd. Als u de bereidingstijden uit
recepten aanhoudt, branden de gerechten
mogelijk aan.
•
Giet nooit koud water op de hete bodem van de
oven. Dit kan het email beschadigen.
•
Vruchtensappen kunnen hardnekkige vlekken op
de bodem van de oven veroorzaken. Gebruik bij
de bereiding van vochtige taarten/pasteien (zoals
appeltaart) een bakblik/bakplaat/taartvorm als lekbak.
•
Gemorst voedsel met suiker en vruchtensappen,
zoals rabarber of pruimensap, kan de kleur van
het email aantasten. We raden u aan de oven te
reinigen direct nadat deze is afgekoeld.
Opmerking: het water in het accessoire dat u als
lekbak hebt gebruikt is nog heet!
•
Gebruik hitte- en stoombestendige bakblikken in de
stoomoven. Siliconen bakblikken zijn niet geschikt
voor gebruik met heteteluchtcirculatie en stoom.
•
Gebruik geen bakblikken met roestplekken. Zelfs
kleine plekjes kunnen leiden tot roest aan de
binnenzijde van de oven.
Installatie
•
Controleer het apparaat op transportschade. Sluit
het apparaat niet aan als het beschadigd is.
•
Dit apparaat mag uitsluitend worden geïnstalleerd
door een bevoegde monteur!
•
Defecte onderdelen mogen alleen worden
vervangen door originele onderdelen. De fabrikant
garandeert alleen van originele onderdelen dat deze
aan de veiligheidseisen voldoen.
NL 10
VEILIGHEID (VERVOLG)
•
Om gevaarlijke situaties te voorkomen, dient een
beschadigd elektriciteitssnoer alleen te worden
vervangen door de fabrikant, de serviceorganisatie
van de fabrikant of door een erkend vakman.
•
De elektrische aansluiting moet voldoen aan de
nationale en lokale voorschriften.
•
U dient altijd bij de stekker en het stopcontact te
kunnen komen.
•
Als u een vaste aansluiting wilt maken, moet in
het netsnoer een omnipolaire schakelaar met
een contactafstand van ten minste 3 mm worden
geplaatst.
•
De apparatuur dient niet via een stekkerdoos
of verlengsnoer op netspanning te worden
aangesloten, aangezien veilig gebruik van
de apparatuur dan niet langer kan worden
gegarandeerd.
•
WAARSCHUWING: U dient de behuizing van
het apparaat nooit te openen. De behuizing
mag uitsluitend worden geopend door een
servicemonteur.
•
Koppel het apparaat los van het elektriciteitsnet
voordat er reparaties worden uitgevoerd.
•
Het apparaat dient zo te worden geïnstalleerd
dat de voeding uitgeschakeld kan worden. Dat
betekent dat de stekker bereikbaar moet blijven
zodat deze uit de contactdoos kan worden
gehaald. Ook kan in een vaste elektriciteitskabel
een schakelaar worden aangebracht, in
overeenstemming met de daarvoor geldende
richtlijnen, om het apparaat uit te schakelen.
Als de veiligheidsinstructies en waarschuwingen
niet worden opgevolgd, kan de fabrikant
niet verantwoordelijk worden gehouden voor
eventuele schade als gevolg hiervan.
Als u besluit het apparaat niet langer te gebruiken
vanwege een fout, raden we u aan het netsnoer af te
knippen nadat u de stekker uit het stopcontact hebt
gehaald. Breng het apparaat naar de gemeentelijke
dienst voor afvalbeheer.
NL 11
HET OVENLAMPJE VERVANGEN
Het ovenlampje vervangen en het glazen kapje reinigen
1. Verwijder het kapje door het linksom te draaien.
2. Verwijder de metalen ring en de twee plaatringen en
reinig het glazen kapje.
3. Vervang de lamp indien nodig door een
hittebestendige (tot 300 °C) ovenlamp van 25 watt
en 230 V.
4. Bevestig de metalen ring en de plaatring aan het
glazen kapje.
5. Plaats het glazen kapje terug.
Lampje
NL 12
kapje
PlaatringGlazen
Metalen
ring
Plaatring
HET WATERRESERVOIR VULLEN
Het waterreservoir bevindt zich aan de rechterkant. Vul het reservoir uitsluitend met vers
kraanwater of niet-koolzuurhoudend mineraalwater. Bevat het water teveel kalk, dan kunt u ook
gebruik maken van onthard water (zie ook “Waterhardheid”).
Let op!Giet geen gedestilleerd water of andere vloeisto en in het
Vul het waterreservoir altijd
voor gebruik
Leeg het waterreservoir na
elk gebruik.
Indicatie ‘Waterreservoir
vullen’.
waterreservoir.
Til het waterreservoir over de vergrendeling en trek het
vervolgens uit het apparaat. Open het deksel en vul het
waterreservoir tot de markering ‘max’ met koud water. Als u
het reservoir met behulp van de maatbeker vult, hoeft u het
waterreservoir niet volledig uit het apparaat te verwijderen. Sluit
het deksel totdat u voelt dat deze goed vastzit.
Schuif het waterreservoir terug op zijn plaats.
Trek het waterreservoir voorzichtig uit het apparaat. Als u het er
te snel uittrekt, kunt u water knoeien. Houd het waterreservoir
horizontaal, zodat er geen resterend water uit het ventiel kan
druppelen.
Leeg hierna het reservoir.
Maak ook de nis voor het waterreservoir en de afsluiting in het
deksel goed droog.
Wanneer het waterreservoir leeg is, klinkt er een signaal.
Op het display verschijnt een symbool. De werking wordt
onderbroken.
1. Haal het waterreservoir uit de oven, vul tot de markering en
plaats het weer terug.
2. Na 5 seconden start het apparaat automatisch.
NL 13
DE KLOK INSTELLEN
Wanneer het apparaat voor het eerst wordt aangesloten, licht het display op. Na vijf seconden
gaan het kloksymbool en ‘12:00’ knipperen op het DISPLAY.
De klok instellen (voorbeeld: 15:15)
Draai de STANDKEUZEKNOP naar
1
de stand ‘UIT’.
Draai de FUNCTIEKEUZEKNOP om
het uur in te stellen.
3
Draai de FUNCTIEKEUZEKNOP om
5
de minuten in te stellen.
Opmerking
• Als u op een knop drukt, begint de instelling te knipperen. U kunt de instelling nu wijzigen.
U kunt de instelling alleen wijzigen als deze knippert. Als het knipperen is gestopt, moet u op
de knop drukken, zodat de instelling weer gaat knipperen.
Druk op KLOK. ‘12’ begint te knipperen.
2
Druk opnieuw op KLOK. ‘00’ begint te
knipperen.
4
Druk opnieuw op KLOK.
6
NL 14
DE ENERGIEBESPARINGSMODUS INSTELLEN
De oven beschikt over een energiebesparingsstand. Deze stand bespaart elektriciteit als de oven
niet in gebruik is.
Stand-bystand
Als de oven 10 minuten niet is gebruikt, wordt de stand-bystand ingeschakeld (standaard).
ECO-stand
In de ECO-stand wordt de huidige tijd niet weergegeven. U kunt de oven niet gebruiken.
Draai de STANDKEUZEKNOP naar de
1
stand ‘UIT’.
Open de deur of druk op een knop
3
als u naar de stand-bystand wilt gaan.
Op het display wordt de huidige tijd
weergegeven en de oven is klaar voor
gebruik.
Houd EINDTIJD 3 seconden ingedrukt.
2
De oven schakelt over naar de ECOstand en er wordt niets op het display
weergegeven.
NL 15
VERWARMINGSMOGELIJKHEDEN
In de volgende tabel ziet u de verschillende standen en instellingen van uw oven.
Gebruik de kooktabellen als richtlijn voor deze standen bij het koken.
Stoomstand
(stel stoomniveau 1, 2 of 3 in met de knop ‘stoomniveau’)
Het gerecht wordt bereid met stoom. De stoom wordt opgewekt door de
stoomgenerator en via twee spuitmonden in de ovenruimte gespoten.
Deze stand is geschikt voor het stomen van bijvoorbeeld groenten, vis,
eieren, fruit en rijst. Zorg er bij deze stand altijd voor dat het reservoir met
vers water is gevuld.
Aanbevolen temperatuur: 100 °C
Combi-stoomstand
(stel stoomniveau 1, 2 of 3 in met de knop ‘stoomniveau’)
Het gerecht wordt in de convectiestand en met behulp van stoom bereid.
De stoom wordt opgewekt door de stoomgenerator en met tussenpozen in
de ovenruimte gespoten.
Deze stand is geschikt voor het bakken van deegsoorten, zoals
bladerdeeg, briochedeeg, broodjes van gistdeeg, stokbrood, gratins en het
braden van vlees. De hete stoom zorgt voor een mooi krokant, bruin laagje
en een luchtige structuur. Vlees en vis blijven lekker sappig van binnen.
Zorg er bij deze stand altijd voor dat het reservoir met vers water is gevuld.
Aanbevolen temperatuur: 180 °C
Opwarmstand
(stel stoomniveau 1, 2 of 3 in met de knop ‘stoomniveau’)
Het gerecht wordt in de convectiestand en met behulp van stoom
verwarmd. De stoom wordt opgewekt door de stoomgenerator en met
tussenpozen in de ovenruimte gespoten.
Deze stand is geschikt voor het opwarmen van kant en klare gerechten.
De gerechten worden geleidelijk verwarmd, zonder dat ze uitdrogen. Zorg
er bij deze stand altijd voor dat het reservoir met vers water is gevuld.
Aanbevolen temperatuur: 100 °C
Heteluchtstand
Voedsel wordt verwarmd door hete lucht die vanuit de achterzijde van de
oven wordt aangevoerd. Deze instelling maakt gebruik van gelijkmatige
verhitting en is ideaal voor bakken.
Aanbevolen temperatuur: 180 °C
Hete lucht + bovenwarmte
Hete lucht en bovenwarmte is de ideale combinatie voor krokante,
gebruinde resultaten. Met name aanbevolen voor vlees.
Aanbevolen temperatuur: 180 °C
Bovenwarmte + onderwarmte
Er wordt hitte vanaf de boven- en onderkant aangevoerd. Deze instelling is
geschikt voor bakken en braden.
Aanbevolen temperatuur: 200 °C
NL 16
VERWARMINGSMOGELIJKHEDEN (VERVOLG)
Grillstand
Voedsel wordt verwarmd door het bovenste verwarmingselement.
Aanbevolen temperatuur: 220 °C
Bovenwarmte + ventilator
De warmte die door de bovenste verwarmingselementen wordt gegenereerd,
wordt door de ventilator verspreid. Deze modus kan worden gebruikt voor
het grillen van vlees en vis.
Aanbevolen temperatuur: 220 °C
Hete lucht + onderwarmte
De combinatie hete lucht en onderwarmte zorgt voor krokante, gebruinde
resultaten.
Aanbevolen temperatuur: 180 °C
Intensieve stand
In deze modus worden alle verwarmingselementen (boven, onder en
convectieventilator) afwisselend geactiveerd. De warmte wordt gelijkmatig
verdeeld in de oven.
Deze stand is geschikt voor grote hoeveelheden voedsel waarvoor
warmtetoevoer nodig is, zoals grote gratins en taarten.
Aanbevolen temperatuur: 180 °C
ProRoasting-stand
Deze modus bevat een automatische verwarmcyclus boven 200 °C.
Het vlees wordt dichtgeschroeid door het bovenste verwarmingselement
en de convectieventilator. Hierna wordt het voedsel langzaam gegaard
bij de lage, vooraf ingestelde temperatuur. Tijdens dit proces werken de
bovenste en onderste verwarmingselementen. Deze modus is geschikt
voor vlees, gevogelte en vis.
Aanbevolen temperatuur: 100 °C
ECO-heteluchtstand
In deze modus wordt gebruikgemaakt van het geoptimaliseerde
verwarmingssysteem, zodat u energie bespaart tijdens de bereiding van
uw gerechten.
De bereidingstijd neemt wat meer tijd in beslag, maar u bereikt gelijkmatige
bakresultaten zonder uw gerechten te verbranden.
Aanbevolen temperatuur: 180 °C
Opmerking
• De energieklasse van de ECO-heteluchtmodus is bepaald
overeenkomstig EN50304.
Stand voor bereiding op verschillende niveaus
U kunt voor deze stand kiezen als u een grotere hoeveelheid voedsel op
twee niveaus wilt bereiden. In dit geval kan de gehele ovenruimte worden
gebruikt.
U kunt bijvoorbeeld twee platen gebruiken om koekjes te bakken.
Aanbevolen temperatuur: 180 °C
NL 17
VERWARMINGSMOGELIJKHEDEN (VERVOLG)
Ontdooistand
U kunt kiezen uit 5 vooraf geprogrammeerde instellingen voor ontdooien.
De tijd en temperatuur worden automatisch ingesteld.
U selecteert het programma en het gewicht van uw gerecht en start de
snelle bereiding.
Warmhoudstand
Het voedsel wordt warm gehouden door de warmte die door het onderste
verwarmingselement wordt afgegeven. (Houd voedsel niet langer dan
2 uur warm. Warm voedsel bederft sneller.)
Aanbevolen temperatuur: 70 °C
Automatische menustand
U kunt kiezen uit 35 vooraf geprogrammeerde automatische menuinstellingen. De tijd en temperatuur worden automatisch ingesteld. U
selecteert het programma en het gewicht van uw gerecht en start het
automatisch stomen.
Stoomreinigingsstand
Door de hete stoom wordt de binnenzijde van de oven nat, waardoor u
de oven eenvoudig kunt reinigen. Het stoomreinigingsprogramma neemt
slechts 10 minuten in beslag.
NL 18
STANDAARDINSTELLINGEN
Wanneer de standaardbereidingstijd of standaardtemperatuur knippert, kunt u de tijd of de
temperatuur wijzigen door de FUNCTIEKEUZEKNOP te draaien.
De standaardtijd of
1
standaardtemperatuur knippert.
Wanneer het knipperen is gestopt, kunt u de tijd/temperatuur wijzigen door op
BEREIDINGSTIJD, GEWICHT/TEMP te drukken.
Tijdens het koken kunt u altijd de BEREIDINGSTIJD of de TEMPERATUUR wijzigen.
Ź Bereidingstijd: druk op BEREIDINGSTIJD en draai vervolgens de FUNCTIEKEUZEKNOP.
Ź Temperatuur: druk op GEWICHT/TEMP en draai vervolgens de FUNCTIEKEUZEKNOP.
Wanneer de standaardtijd/-
2
temperatuur knippert: draai de
FUNCTIEKEUZEKNOP om de
gewenste tijd/temperatuur in te stellen.
NL 19
Loading...
+ 43 hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.