Service en ondersteuning .........................................................................B-42
4
Gebruikershandleiding notebook
Page 5
Hoofdstuk 1
:
Kennismaken met de
notebook
1
Page 6
Over deze gebruiksaanwijzing
U hebt nu de gebruiksaanwijzing van de notebook voor u. Deze
gebruiksaanwijzing biedt informatie over de verschillende
componenten van de notebook en het gebruik van deze
componenten. Dit zijn de hoofdsecties van deze gebruiksaanwijzing:
1. Kennismaken met de notebook
Hier maakt u kennis met de notebook en deze
gebruiksaanwijzing.
2. Kennismaken met de onderdelen
Biedt u informatie over de componenten van de notebook.
3. Aan de Slag
Maakt u wegwijs bij het eerste gebruik van de notebook.
4. De notebook gebruiken
Biedt u informatie over het gebruik van de componenten van
de notebook.
5. Bijlage
Leert u de optionele accessoires kennen en biedt aanvullende
informatie.
De daadwerkelijk bijgeleverde toepassingen verschillen
afhankelijk van het model en de regio. Er kunnen verschillen zijn
tussen uw notebook en de afbeeldingen in deze handleiding. U
kunt uw notebook beschouwen als de juiste voorstelling.
Opmerkingen over deze handleiding
Doorheen deze handleiding worden opmerkingen en waarschuwingen in
vet lettertype aangegeven. Houd rekening met deze zaken om bepaalde
taken veilig en volledig te voltooien. Het belang van deze opmerkingen is
verschillend afhankelijk van het type, zoals hieronder beschreven:
OPMERKING: Tips en informatie voor speciale situaties.
TIP: Tips en nuttige informatie voor het voltooien van taken.
BELANGRIJK! Vitale informatie die moet worden opgevolgd om
schade aan gegevens, onderdelen of personen te vermijden.
WAARSCHUWING! Belangrijke informatie die moet worden
opgevolgd voor een veilig gebruik.
6
Gebruikershandleiding notebook
Page 7
Veiligheidsmaatregelen
De volgende veiligheidsmaatregelen zullen de levensduur van de
notebook verlengen. Volg alle voorzorgsmaatregelen en instructies.
Laat elk onderhoud en elke reparatie over aan bevoegd personeel,
tenzij anders beschreven in deze handleiding.
Koppel de wisselstroomvoeding los en verwijder de batterijdoos/
-dozen voordat u het toestel reinigt. Veeg de notebook schoon
met een propere cellulose doek of een zeemleer die met een
oplossing van niet bijtend schoonmaakmiddel en enkele
druppels warm water is bevochtigd en verwijder extra vocht met
een droge doek.
NIET op een oneen of
onstabiel werkoppervlak
plaatsen. Neem
contact op met de
onderhoudsdienst als de
behuizing beschadigd is.
NIET blootstellen aan vuil
of stofrijke omgevingen.
NIET gebruiken bij
gaslekken.
Duw NIET op het
beeldscherm of raak het
niet aan. Niet installeren
samen met andere kleine
items die krassen kunnen
maken of in de notebook
kunnen vallen.
Zet de notebook NIET
op schoot of een ander
lichaamsdeel, want het
kan ongemak of letsel
veroorzaken door de
warmte.
Plaats GEEN objecten
op de notebook, laat er
niets op vallen en stop
geen vreemde objecten
in het apparaat.
NIET blootstellen aan
krachtige magnetische
of elektrische velden.
NIET blootstellen aan
of gebruiken in de
nabijheid van vloeistof,
regen of vocht. De
modem NIET gebruiken
tijdens een onweer.
Veiligheidswaarschuwing
voor de batterij: Gooi
de batterij NIET in het
vuur. Sluit de contacten
NIET kort. Demonteer de
batterij NIET.
Gebruikershandleiding notebook
7
Page 8
VEILIGE TEMP: Deze
notebook mag alleen
worden gebruikt op
plaatsen met een
omgevingstemperatuur
tussen 10°C (50°F) en
35°C (95°F).
INGANGSVERMOGEN:
zie het vermogenslabel
op de onderkant van de
notebook en zorg ervoor
dat de voedingsadapter
overeenkomt met dit
vermogen.
Draag of bedek een
ingeschakelde notebook
NIET met materiaal, zoals
een draagtas, waardoor
de luchtcirculatie
verhinderd wordt.
Gebruik GEEN krachtig
oplosmiddelen zoals
thinners, benzeen of
andere chemische
producten op of in
de nabijheid van het
oppervlak.
Gebruik GEEN
beschadigde
voedingskabels,
accessoires of andere
randapparatuur.
Onjuiste installatie
van de accu kan een
ontplong veroorzaken
en de Notebook PC
beschadigen.
Gooi de notebook NIET bij het huisvuil. Dit product werd
ontworpen om een hergebruik van de onderdelen en het
recyclen mogelijk te maken. Het symbool met doorgekruiste
afvalbak geeft aan dat het product (elektrische, elektronische
apparatuur en kwikhoudende knoopcelbatterij) niet bij het
huishoudelijk afval mag worden weggegooid. Informeer
naar de plaatselijke voorschriften voor het verwijderen van
elektronica.
Gooi de batterij NIET bij het huisvuil. Het symbool met de
doorgestreepte afvalcontainer betekent dat de batterij niet
bij het huisvuil mag worden gegooid.
8
Gebruikershandleiding notebook
Page 9
Waarschuwing geluidsdruk
Waarschuwing: Een hoge geluidssterkte uit de oortelefoon of
hoofdtelefoon kan tot gehoorschade- of verlies leiden. Wanneer u de
geluidssterkte en de equaliser aanpast tot boven de centrale positie,
kan het uitvoervolume van de oor- of hoofdtelefoon verhogen en
bijgevolg ook het niveau van de geluidsdruk.
Waarchuwing DC-ventilator
Waarschuwing: De DC-ventilator is een bewegend onderdeel dat
gevaarlijk kan zijn. Zorg dat u niet in de buurt van de bewegende
ventilatorbladen gaat staan.
Adapterinformatie (verschilt afhankelijk van modellen)
Ingangsspanning: 100–240Vac
Ingangsfrequentie: 50–60Hz
Nominale uitvoerstroom: 4,74A (90W); 6,32A (120W)
Nominale uitvoerspanning: 19Vdc
Voorzorgsmaatregelen voor vervoer
Om de notebook voor te bereiden voor transport, moet u
het apparaat UITSCHAKELEN en alle externe randapparatuur
loskoppelen om schade aan de aansluitingen te voorkomen. De kop
van het harde schijfstation wordt ingetrokken wanneer de voeding
wordt UITGESCHAKELD om krassen op het harde schijfoppervlak
tijdens het transport te vermijden. U mag de notebook daarom
niet vervoeren terwijl de voeding nog is INGESCHAKELD. Sluit
het beeldschermpaneel en controleer of het veilig in de gesloten
positie is vergrendeld om het toetsenbord en het beeldscherm te
beschermen.
BELANGRIJK! het oppervlak van de notebook wordt snel dof
als het niet goed behandeld wordt. Wrijf of kras niet over het
oppervlak van de notebook.
Gebruikershandleiding notebook
9
Page 10
Bedek uw notebook
Koop een draagtas om de notebook te beschermen tegen vuil,
water, schokken en krassen.
Uw batterijen opladen
Als u wilt werken op batterijvermogen, moet u ervoor zorgen dat
de batterijdoos volledig is opgeladen en dat u over extra optionele
batterijdozen beschikt voordat u op een lange reis gaat. Onthoud
dat de voedingsadapter de batterijdoos oplaadt zolang deze op de
notebook en een wisselstroombron is aangesloten. Houd ermee
rekening dat het opladen van de batterij veel langer duurt wanneer
de notebook in gebruik is.
Voorzorgsmaatregelen voor vliegreizen
Neem contact op met uw luchtvaartmaatschappij als u de notebook
in het vliegtuig wilt gebruiken. De meeste luchtvaartmaatschappijen
leggen beperkingen op voor het gebruik van elektronische
apparatuur.De meeste luchtvaartmaatschappijen zullen het gebruik
van elektronische apparatuur alleen toestaan tijdens de vlucht en
niet tijdens het opstijgen en de landing.
BELANGRIJK! Er zijn drie hoofdtypes veiligheidsapparaten op de
luchthaven: Röntgenapparaten (worden gebruikt op items die op
de transportbanden worden geplaatst), magnetische detectors
(worden gebruikt op mensen die door de veiligheidscontrole
gaan) en magnetische staven (handbediende apparaten die
op mensen of individuele items worden gebruikt). U kunt
uw notebook en diskettes door de röntgenapparaten van
de luchthaven laten passeren. Het is echter AF TE RADEN uw
notebook of diskettes door de magnetische detectors op de
luchthaven mee te nemen of uw apparatuur bloot te stellen aan
de magnetische staven.
10
Gebruikershandleiding notebook
Page 11
Uw notebook voorbereiden
2
1
HDMI
1
2
3
110V-220V
Dit zijn enkele beknopte instructies voor het gebruik van uw
notebook.
IInstalleer de batterij
Sluit de voedingsadapter aan
Gebruikershandleiding notebook
11
Page 12
Het LCD-scherm openen
1. Til het beeldschermpaneel voorzichtig op met uw duim.
2. Kantel het beeldschermpaneel langzaam naar voor of naar
achter voor een comfortabele kijkhoek.
De voeding inschakelen
1. Druk op de voedingsknop op het toetsenbord en laat de knop
los.
2. Gebruik [Fn]+[F5] of [Fn]+[F6] om de LCD-helderheid aan te
passen.
12
Gebruikershandleiding notebook
Page 13
Hoofdstuk 2
:
Kennismaken met de
onderdelen
2
Page 14
Bovenkant
esc
f1 f2 f3 f4 f5 f6 f7 f8 f9 f10 f11
f12
pause
prt sc
sysrq
delete
backspace
home
pgup
pgdn
enter
enter
shift
shift
ctrl
ctrl
fn
altalt
end
break
7 8 9
4
5
6
1
2
0
3
tab
caps lock
insert
2
1
5
6
7
8
4
3
scr lk
Het toetsenbord zal verschillen afhankelijk van de regio.
14
Gebruikershandleiding notebook
Page 15
Camera
1
Met de ingebouwde camera kunt u foto’s maken of
video’s opnemen. Deze camera kan worden gebruikt bij
videoconferenties en andere interactieve toepassingen.
Beeldschermpaneel
2
De functies van het beeldschermpaneel zijn dezelfde als
bij een desktopbeeldscherm. De notebook maakt gebruik
van een actief matrix TFT LCD-scherm dat een uitstekende
beeldweergave biedt zoals bij desktopbeeldschermen.
In tegenstelling tot desktopbeeldschermen produceert
het LCD-scherm geen straling of ikkering, zodat de ogen
minder worden belast. Gebruik een zachte doek zonder
chemische vloeistoen (gebruik indien nodig gewoon
water) om het beeldschermpaneel te reinigen.
Sneltoetsen
3
Sneltoetsen bieden u de mogelijkheid vaak gebruikte
toepassingen op te starten met één druk op de knop.
Details hierover worden beschreven in sectie 3.
Hoofdschakelaar
4
Met de voedingsschakelaar kunt u de notebook IN- en
UITSCHAKELEN en herstellen vanaf STD. Gebruik de
schakelaar eenmaal om de notebook IN te schakelen
en eenmaal om de notebook UIT te schakelen. De
voedingsschakelaar werkt alleen als het beeldscherm is
geopend.
Verlicht toetsenbord
5
Het verlichte toetsenbord is voorzien van toetsen op
normale grootte met een comfortabele loopdiepte (diepte
tot waar de toetsen kunnen worden ingedrukt) en een
polssteun voor beide handen. Er zijn twee Windows –
functietoetsen voorzien die de navigatie in het Windows –
besturingssysteem helpen vergemakkelijken.
Gebruikershandleiding notebook
15
Page 16
Multimediatoetsen
6
Multimediatoetsen bieden u de mogelijkheid vaak
gebruikte multimedia-opdrachten te activeren met één
druk op de knop.
7
Statusindicators
Statusindicators geven de verschillende hardware- en
softwarecondities aan. Ze worden beschreven in paragraaf 3.
Verlicht interactief touchpad en verlichte knoppen
8
Het verlichte interactieve touchpad met zijn knoppen
is een aanwijsapparaat dat dezelfde functies biedt als
een desktopmuis. Een scrollfunctie die door de software
wordt bestuurd is beschikbaar nadat u het touchpad
heb ingesteld voor een gemakkelijke Windows- of
webnavigatie..
16
Gebruikershandleiding notebook
Page 17
Onderkant
1
4
3
2
Afhankelijk van het model kan het uiterlijk van de onderkant
verschillen.
De grootte van de batterij is afhankelijk van het model.
WAARSCHUWING! De onderkant van de notebook kan zeer
warm worden. Wees voorzichtig wanneer het notebook
hanteert terwijl deze in gebruik is of recent werd gebruikt.
Hoge temperaturen zijn normaal tijdens het opladen of
het gebruik. LEG DE NOTEBOOK NIET OP UW SCHOOT OF
ANDERE DELEN VAN HET LICHAAM OM LETSELS DOOR DE
WARMTE TE VOORKOMEN.
Gebruikershandleiding notebook
17
Page 18
1
Batterijdoos
De batterijdoos wordt automatisch opgeladen wanneer u
de notebook aansluit op een wisselstroomvoedingsbron en
biedt voeding aan de notebook wanneer deze niet op de
wisselstroom is aangesloten. Hierdoor kunt u het apparaat
verder gebruiken wanneer u zich tijdelijk verplaatst tussen
locaties. De levensduur van de batterij varieert afhankelijk
van het gebruik en volgens de specicaties voor deze
notebook. De batterijdoos kan niet gedemonteerd worden
en moet als één eenheid worden aangeschaft.
Batterijvergrendeling - Handmatig
2
De handmatige batterijvergrendeling wordt gebruikt
om de batterijdoos stevig te bevestigen. Schuif de
handmatige vergrendeling naar de ontgrendelde positie
om de batterijdoos te plaatsen of te verwijderen. Schuif de
handmatige vergrendeling naar de vergrendelde positie
nadat u de batterijdoos hebt geïnstalleerd.
3
Geheugen (RAM)-compartiment
Het geheugencompartiment biedt
uitbreidingsmogelijkheden voor extra geheugen. Het
extra geheugen zal de prestaties van de toepassing
verhogen door de harde schijftoegang te verlagen. De
BIOS detecteert automatisch de geheugengrootte in het
systeem en congureert dit overeenkomstig. Er is geen
instelling van de hardware of software (inclusief de BIOS)
vereist nadat het geheugen is geïnstalleerd. Neem contact
op met een erkend onderhoudscentrum of verkoper voor
informatie over de geheugenupgrade van uw notebook.
Koop de uitbreidingmodules uitsluitend bij erkende
verkopers van deze notebook zodat u zeker bent van een
maximale compatibiliteit en betrouwbaarheid.
18
4
Harde schijfcompartiment
De harde schijf is veilig ingesloten in een compartiment.
Raadpleeg een bevoegd onderhoudscentrum of een
verkoper voor informatie over het upgraden van de harde
schijf van de notebook. Koop uitsluitend harde schijven bij
bevoegde verkopers van deze notebook om zeker te zijn
van de maximale compatibiliteit en betrouwbaarheid.
Gebruikershandleiding notebook
Page 19
Rechterkant
HDMI
2
1
54
6
10
798
3
11
12
1
Aansluiting hoofdtelefoonuitgang
De aansluiting voor de hoofdtelefoon (1/8 inch) wordt
gebruikt om het audio-uitgangssignaal van de notebook
aan te sluiten op luidsprekers met versterkers of een
hoofdtelefoon. Wanneer u deze aansluiting gebruikt, worden
de ingebouwde luidsprekers automatisch uitgeschakeld.
2
Aansluiting microfooningang
De aansluiting voor de mono microfoon (1/8 inch)
kan worden gebruikt om een externe microfoon of
het uitgangssignaal van geluidsapparatuur aan te
sluiten. Wanneer u deze aansluiting gebruikt, wordt de
ingebouwde microfoon automatisch uitgeschakeld.
Gebruik deze functie voor videoconferenties, gesproken
verhalen of eenvoudige geluidsopnamen.
3
USB-poort (3.0) (bij sommige modellen)
De Universele Seriële Bus is compatibel met USB 3.0-,
USB 2.0- of USB 1.1-apparaten zoals toetsenborden,
aanwijsapparaten, camera’s, harde schijven, printers en
scanners die serieel zijn aangesloten tot 4.8 Gbits/sec (USB
3.0), 480Mbits/sec (USB 2.0) en 12 Mbits/sec (USB 1.1). Met
USB kunt u veel apparaten tegelijk op een enkele computer
laten werken, waarbij sommige randapparaten werken
als extra invoegtoepassing of hub. USB ondersteunt hot
swapping (omschakelen) van apparaten zodat de meeste
randapparaten kunnen worden aangesloten of losgekoppeld
zonder dat de computer opnieuw moet worden opgestart.
Deze poort ondersteunt tevens de USB-lader+-functie die
helpt bij het opladen van het verbonden USB-apparaat,
zelfs wanneer de Notebook PC uitgeschakeld is. Zie de
latere onderdelen voor details.
Gebruikershandleiding notebook
19
Page 20
4
5
USB-poort (3.0) (bij sommige modellen)
HDMI
HDMI-poort
HDMI (High-Denition Multimedia Interface) is een
niet gecomprimeerde, volledig digitale audio/videointerface tussen elke audio/videobron, zoals een settop box, dvd-speler of een A/V-ontvanger en een audioen/of videomonitor zoals een digitale televisie (DTV).
Ondersteunt standaard verbeterde of hoge denitie
video en meerkanaals digitale audio op één kabel.
Deze poort verzendt alle ATSC HDTV-standaarden en
ondersteunt 8-kanaals digitale audio met overschot aan
bandbreedte om toekomstige verbeteringen of vereisten
te ondersteunen.
6
Antenne-ingang (bij sommige modellen)
De antenne-ingang is voorzien voor het frequentiekanaal
van de tv (bij bepaalde modellen).
7
Sleuf Flashgeheugen
Normaliter moet een externe geheugenkaartlezer apart
worden aangeschaft om geheugenkaarten te gebruiken
zoals van een digitale camera, mp3-speler, mobiele telefoon
of PDA. Deze notebook heeft een ingebouwde kaartlezer
met hoge snelheid waarmee u gemakkelijk kunt lezen van
en schrijven naar verschillende ashgeheugenkaarten,
zoals verder in deze handleiding is beschreven.
Beeldscherm (monitor)-uitgang
8
De 15-pins D-sub monitorpoort ondersteunt een standaard
VGA-compatibel apparaat zoals een monitor of een
projector voor weergave op een groter extern beeldscherm.
20
Gebruikershandleiding notebook
Page 21
9
LAN-poort
De RJ-45 8-pins LAN-poort is groter dan de RJ-11 modempoort
en ondersteunt een standaard ethernetkabel voor aansluiting
op een lokaal netwerk. De ingebouwde connector maakt
handig gebruik mogelijk zonder extra adapters.
10
Subwooferaansluiting (bij sommige modellen)
De eigen subwooferaansluiting wordt gebruikt voor het
aansluiten van de subwoofer die ALLEEN bij uw notebook
wordt geleverd. Dankzij de subwoofer kunt u genieten van
verbazingwekkende lage tonen (lage frequentie) in uw
multimediatoepassingen.
Zorg dat u deze eigen subwoofer NIET forceert en sluit deze
NIET aan op andere audio-aansluitingen dan de voorziene
subwooferaansluiting die in deze handleiding is afgebeeld.
Hierdoor kan de subwoofer- of audio-aansluiting schade oplopen.
11
Gelijkstroomingang (DC)
De meegeleverde voedingsadapter converteert
wisselstroom naar gelijkstroom voor gebruik met deze
aansluiting. De voeding die via deze aansluiting wordt
geleverd, biedt stroom aan de notebook en laadt de
interne batterijdoos op. Gebruik altijd de meegeleverde
voedingsadapter om schade aan de notebook en de
batterijdoos te voorkomen.
TKAN TIJDENS GEBRUIK WARM TOT HEET WORDEN. DENK
ERAAN DAT U DE VOEDINGSADAPTER NIET AFDEKT EN UIT
DE BUURT VAN UW LICHAAM HOUDT.
12
Kensington® Lock-poort
Dankzij de Kensington® lock-poort kan de notebook
worden beveiligd door middel van Kensington
®-compatibele beveiligingsproducten van. De
beveiligingsproducten omvatten een metalen kabel en een
slot die voorkomen dat de notebook van een vast object
wordt verwijderd. Sommige beveiligingsproducten kunnen
ook een bewegingsdetector bevatten die een alarmsignaal
weergeven wanneer de notebook wordt verplaatst.
Gebruikershandleiding notebook
21
Page 22
Linkerkant
1
23
1
USB-poort (2.0)
De Universele Seriële Bus is compatibel met USB 2.0- of
USB 1.1-apparaten zoals toetsenborden, aanwijsapparaten,
camera’s, harde schijven, printers en scanners die serieel
zijn aangesloten tot 12 Mbits/sec (USB 1.1) en 480Mbits/
sec (USB 2.0). Met USB kunt u veel apparaten tegelijk op
een enkele computer laten werken, waarbij sommige
randapparaten werken als extra invoegtoepassing of
hub. USB ondersteunt hot swapping (omschakelen) van
apparaten zodat de meeste randapparaten kunnen worden
aangesloten of losgekoppeld zonder dat de computer
opnieuw moet worden opgestart.
2
Ventilatieopeningen
De ventilatieopeningen zorgen ervoor dat er koele lucht in
en warme lucht uit de notebook kan stromen.
Zorg ervoor dat de ventilatieopeningen niet geblokkeerd
worden door papier, boeken, kleding, kabels of andere
objecten, anders kan de notebook oververhitten.
3
Optisch station
De notebook wordt in diverse modellen met verschillende
optische stations geleverd. Het optische station van de
notebook kan compact discs (CD) en/of digitale videodiscs
(DVD) ondersteunen en kan over capaciteiten beschikken
voor het schrijven (R) of herschrijven (RW) van schijven.
Raadpleeg de marketingspecicaties voor details over elk
model.
22
Gebruikershandleiding notebook
Page 23
Achterkant
1
1
1
Batterijdoos
De batterijdoos wordt automatisch opgeladen wanneer u
de notebook aansluit op een wisselstroomvoedingsbron en
biedt voeding aan de notebook wanneer deze niet op de
wisselstroom is aangesloten. Hierdoor kunt u het apparaat
verder gebruiken wanneer u zich tijdelijk verplaatst tussen
locaties. De levensduur van de batterij varieert afhankelijk
van het gebruik en volgens de specicaties voor deze
notebook. De batterijdoos kan niet gedemonteerd worden
en moet als één eenheid worden aangeschaft.
Voorkant
Statusindicators (voorzijde)
1
Statusindicators geven de verschillende hardware- en
softwarecondities aan.
Gebruikershandleiding notebook
23
Page 24
24
Gebruikershandleiding notebook
Page 25
Hoofdstuk 3
:
Aan de Slag
3
Page 26
Voedingssysteem
HDMI
1
2
3
110V-220V
Wisselstroomvoeding gebruiken
De voeding van de notebook bestaat uit twee delen: de
voedingsadapter en de batterijvoeding. De voedingsadapter
converteert de wisselstroomvoeding van een wandcontactdoos naar
de gelijkstroom die vereist is voor de notebook. Uw notebook wordt
geleverd met een universele wisselstroom/gelijkstroomadapter. Dit
betekent dat u de voedingskabel kunt aansluiten op elk 100V-120V
stopcontact en elk 220V-240V stopcontact zonder dat u schakelaars
hoeft in te stellen of stroomomvormers te gebruiken. Verschillende
landen kunnen een adapter vereisen die moet worden gebruikt om
de meegeleverde VS-standaard wisselstroomkabel aan te sluiten
op een andere standaard. De meeste hotels voorzien universele
stekkers om de verschillende voedingskabels en stroomspanningen
te ondersteunen. We raden u aan een ervaren reiziger te raadplegen
over de wisselstroomspanningen wanneer u voedingsadapters wilt
meenemen naar een ander land.
U kunt reissets voor de notebook kopen die voedings- en
modemadapters voor bijna elk land bevatten.
WAARSCHUWING! Sluit de wisselstroomkabel NIET aan op een
wisselstroomuitgang voordat u de gelijkstroomstekker op de
notebook hebt aangesloten. Hierdoor kunt u de wisselstroom/
gelijkstroomadapter beschadigen.
26
Gebruikershandleiding notebook
Page 27
BELANGRIJK! De notebook kan beschadigd worden als u een
andere adapter gebruikt om de notebook in te schakelen of als
u de adapter van de notebook gebruikt om voeding te leveren
aan andere elektrische apparaten. Als er rook, een brandgeur of
extreme hitte uit de wisselstroom/gelijkstroomadapter komt,
neem dan contact op met een reparatiedienst. Raadpleeg
altijd een reparatiedienst als u vermoedt dat de wisselstroom/
gelijkstroomadapter defect is. U kunt uw batterijdoos en
de notebook beschadigen als u een defecte wisselstroom/
gelijkstroomadapter gebruikt.
Deze notebook kan, afhankelijk van de regio, met een
stekker met twee of met drie polen worden geleverd. Als
een stekker met drie polen is geleverd, moet u een geaard
wisselstroomstopcontact of een correct geaarde adapter
gebruiken om een veilige werking van de notebook te
garanderen.
WAARSCHUWING! DE VOEDINGSADAPTER KAN TIJDENS GEBRUIK
WARM TOT HEET WORDEN. DENK ERAAN DAT U DE ADAPTER
NIET AFDEKT EN UIT DE BUURT VAN UW LICHAAM HOUDT.
Koppel de voedingsadapter los of schakel de contactdoos uit om
het energieverbruik te minimaliseren wanneer de notebook niet
in gebruik is.
Gebruikershandleiding notebook
27
Page 28
Batterijvoeding gebruiken
2
1
De notebook is ontwikkeld voor gebruik met een verwisselbare
batterijdoos. De batterijdoos bestaat uit een set batterijcellen die
samen in één behuizing zijn ondergebracht. Een volledig opgeladen
batterij biedt meerdere uren batterijgebruik. Deze duur kan verder
worden uitgebreid door de energiebeheerfuncties te gebruiken
via de BIOS-instelling. Extra batterijdozen zijn optioneel en kunnen
afzonderlijk worden aangeschaft bij een verkoper van notebooks.
De batterijdoos installeren en verwijderen
De batterijdoos van de notebook kan al dan niet zijn geïnstalleerd
bij de levering. Als de batterijdoos nog niet is geïnstalleerd in uw
notebook, gaat u als volgt te werk om deze te installeren.
BELANGRIJK! Probeer nooit de batterijdoos te verwijderen
terwijl de notebook is INGESCHAKELD aangezien dit kan
resulteren in het verlies van uw werkgegevens.
De batterijdoos monteren:
28
Gebruikershandleiding notebook
Page 29
De batterijdoos verwijderen:
1
2
BELANGRIJK! Gebruik uitsluitend batterijdozen en
voedingsadapter die met deze notebook zijn geleverd of speciek
zijn goedgekeurd door de fabrikant of de verkoper voor gebruik
met dit middel, anders kan uw notebook beschadigd worden.
Batterijonderhoud
De batterijdoos van de notebook kan, net als alle andere oplaadbare
batterijen, slechts een beperkt aantal maal opnieuw worden
opgeladen. Als de batterij elke dag eenmaal volledig wordt
opgebruikt en opnieuw opgeladen, zal deze een levensduur
hebben van minstens één jaar. De levensduur van de batterijdoos is
afhankelijk van de omgevingstemperatuur, de vochtigheid en het
gebruik van de notebook. Een ideale situatie is dat de batterij wordt
gebruikt in een temperatuurbereik tussen 10°C en 35°C (50°F en 95°F).
U moet er ook rekening mee houden dat de interne temperatuur
van de notebook hoger is dan de externe temperatuur. Elke
temperatuur boven of onder dit bereik zal de levensduur van de
batterij korter maken. De gebruiksduur van de batterijdoos zal
echter altijd afnemen na verloop van tijd. Daarna zult u een nieuwe
batterijdoos moeten aanschaen bij een erkende verkoper van
notebooks. Omdat batterijen ook een opslaglevensduur hebben, is
het niet aanbevolen voorraad op te slaan van extra batterijen.
WAARSCHUWING! Om veiligheidsredenen mag de batterij NIET
in het vuur worden gegooid, mogen de contacten NIET worden
kortgesloten en mag de batterij NIET worden gedemonteerd.
Werkt de batterij niet goed meer, zet dan de notebook UIT en
neem contact op met een bevoegd reparatiecentrum.
Gebruikershandleiding notebook
29
Page 30
De notebook INSCHAKELEN
Wanneer u de notebook INSCHAKELT verschijnt het bericht voor het
INSCHAKELEN op het scherm. Indien nodig, kunt u de helderheid
met behulp van de sneltoetsen aanpassen. Als u de BIOS-instelling
moet uitvoeren om de systeemconguratie in te stellen of te
wijzigen, drukt u tijdens het opstarten op [F2] om de BIOS Setup
te openen. Als u tijdens de weergave van het splash-scherm op
de toets [Tab] drukt, kunt u de standaard opstartinformatie zoals
de BIOS-versie, weergeven. Druk op [ESC] en een opstartmenu
met de selecties van de beschikbare stations waarvan kan worden
opgestart, wordt weergegeven.
Vóór het opstarten zal het beeldschermpaneel knipperen
wanneer de voeding is INGESCHAKELD. Dit maakt deel uit van
de testroutine van de notebook en wijst niet op een probleem
met het beeldscherm.
BELANGRIJK! Om de harde schijf te beschermen moet u altijd
minstens 5 seconden wachten nadat u uw notebook hebt
UITGESCHAKELD voordat u het apparaat opnieuw INSCHAKELT.
WAARSCHUWING! Draag of bedek een ingeschakelde
notebook NIET met materiaal, zoals een draagtas, waardoor de
luchtcirculatie verhinderd wordt.
De zelftest bij inschakelen (Power-On Self Test,
POST)
Wanneer u de notebook INSCHAKELT, worden eerst een reeks
softwarematig bestuurde diagnostische tests uitgevoerd. Dit proces
wordt POST (Power-On Self Test) genoemd. De software die de POST
bestuurd wordt geïnstalleerd als een permanent onderdeel van de
architectuur van de notebook. De POST bevat een record van de
hardwareconguratie van de notebook. Deze record wordt gebruikt
om een diagnostische controle van het systeem uit te voeren. Deze
record wordt gemaakt door gebruik te maken van het programma
BIOS Setup. Als de POST een verschil tussen de record en de
bestaande hardware ontdekt, wordt een bericht weergegeven op
het scherm met de vraag het conict op te lossen door BIOS Setup
uit te voeren.
30
Gebruikershandleiding notebook
Page 31
Technologie voor zelfcontrole en rapportering
S.M.A.R.T. (Self Monitoring
and Reporting Technology
= zelfbewakende en
rapporteringstechnologie)
controleer het harde schijfstation
tijdens de POST en toont een
waarschuwingsbericht als de
harde schijf onderhoud of
reparatie nodig heeft. Als een
kritieke waarschuwing over de
harde schijf wordt weergegeven
tijdens het opstarten, maak dan
onmiddellijk een back-up en voer
de schijfcontrole van Windows uit.
Om het schijfcontroleprogramma
van Windows uit te voeren, doet u het volgende: Klik op Starten
> selecteer Computer > klik met de rechtermuisknop op het
pictogram van een harde schijf > kies Eigenschappen > klik op het tabblad Extra > klik op Nu controleren > klik op Start. U kunt
ook “Sectoren scannen” selecteren voor een effectievere scan en
reparatie, maar dat proces is veel trager.
BELANGRIJK! Als er nog steeds waarschuwingen verschijnen
tijdens het opstarten, nadat u het hulpprogramma voor
de schijfcontrole hebt uitgevoerd, moet u uw notebook
terugbrengen voor reparatie. Als u de notebook toch verder blijft
gebruiken, kan dit resulteren in gegevensverlies.
Gebruikershandleiding notebook
31
Page 32
Het batterijvermogen controleren
Het batterijsysteem implementeert de Smart Battery-standaard
onder de Windows-omgeving, waarmee de batterij nauwkeurig
het resterende vermogenspercentage in de batterij nauwgezet
weergeeft. Een volledig opgeladen batterijdoos levert enkele
uren werkvermogen voor de notebook. Het werkelijke cijfer
kan achter variëren afhankelijk van de manier waarop u de
energiebesparingsfuncties gebruikt, uw algemene werkgewoonten,
de CPU, de grootte van het systeemgeheugen en de grootte van het
beeldschermpaneel.
De onderstaande schermafbeeldingen zijn slechts voorbeelden
die wellicht verschillen van wat u in uw systeem ziet.
U ziet een waarschuwing als het batterijvermogen laag is. Negeert
u deze waarschuwingen, dan zal de notebook uiteindelijk
uitschakelen (De standaard van Windows gebruikt STR).
Klik met de rechtermuisknop op het
batterijpictogram.
Klik met de linkermuisknop op het
batterijpictogram.
WAARSCHUWING! Stand-by naar RAM (Suspend-to-RAM,
STR) duurt niet lang als de batterij leeg is. Stand-by naar
schijf (Suspend-to-Disk,STD) is niet hetzelfde als voeding
UITSCHAKELEN. STD vereist een kleine hoeveelheid stroom en
zal mislukken als er geen stroom beschikbaar is door het feit dat
de batterij volledig leeg is of dat er geen voeding is (bijv. door
zowel de voedingsadapter als de batterijdoos te verwijderen).
32
Beweeg de cursor over het batterijpictogram zonder
voedingsadapter.
Beweeg de cursor over het
batterijpictogram met voedingsadapter.
Gebruikershandleiding notebook
Page 33
De batterijdoos opladen
U moet de batterijdoos opladen voordat u uw notebook onderweg
kunt gebruiken. Zodra de notebook op een externe voedingsbron
is aangesloten via de voedingsadapter, wordt het opladen van de
batterijdoos gestart. Laat de batterijdoos volledig opladen voordat
u deze voor de eerste maal gebruikt. Een nieuwe batterijdoos moet
volledig worden opgeladen voordat u de notebook loskoppelt van
de externe voeding. Het volledig opladen van de batterij duur enkele
uren wanneer de notebook is UITGESCHAKELD en kan tweemaal zo
lang duren wanneer de notebook is INGESCHAKELD. Het laadlampje
van de batterij wordt UITGESCHAKELD wanneer de batterijdoos is
opgeladen.
De batterij begint met opladen wanneer het resterende
vermogen van de batterij onder 95% daalt. Dit voorkomt dat
de batterij vaak wordt opgeladen. Door de oplaadcycli tot een
minimum te beperken, worden de levensduur van de batterij
verlengd.
Het opladen van de batterij wordt gestopt als de temperatuur of
de batterijspanning te hoog is.
WAARSCHUWING! Laat de batterijdoos niet ontladen achter.
Op de duur zal deze zijn lading verliezen. Als u de batterijdoos
niet gebruikt, moet u deze eens in de drie maanden opladen
om de levensduur te verlengen. Doet u dat niet, dan zult u de
batterijdoos in de toekomst niet meer kunnen opladen.
Gebruikershandleiding notebook
33
Page 34
Voedingsopties
Met de hoofdschakelaar kunt u
de notebook AAN- en UITZETTEN
en de notebook in de slaapstand
of op Sluimerstand zetten. Het
werkelijke gedrag van deze
schakelaar kunt u instellen in de
opties voor “Energiebeheer” in het
Conguratiescherm van Windows.
Voor andere opties “Andere
gebruiker, Opnieuw opstarten, Slaapstand of Afsluiten” klikt u op het
pijltje naast het slotpictogram.
Hardwarematig of softwarematig opnieuw opstarten
Nadat u wijzigingen hebt aangebracht aan uw besturingssysteem,
kunt u worden gevraagd het systeem opnieuw op te starten.
Sommige installatieprocessen zullen een dialoogvenster weergeven
dat kan worden gebruikt om opnieuw op te starten. Om het systeem
handmatig te opnieuw opstarten, kiest u Opnieuw opstarten.
BELANGRIJK! Om de harde schijf te beschermen moet u altijd
minstens 5 seconden wachten nadat u uw notebook hebt
UITGESCHAKELD voordat u het apparaat opnieuw INSCHAKELT.
34
Gebruikershandleiding notebook
Page 35
ENooduitschakeling
Als uw besturingssysteem niet correct kan worden UITGESCHAKELD
of niet opnieuw kan worden opgestart, is er een andere manier om
uw notebook uit te schakelen:
De voedingsknop gedurende 4
seconden ingedrukt houden.
BELANGRIJK! Gebruik de nooduitschakeling niet terwijl gegevens
worden geschreven aangezien dit kan resulteren in verlies of
vernietiging van uw gegevens.
Gebruikershandleiding notebook
35
Page 36
Energiebeheerstanden
De notebook heeft een aantal automatische of aanpasbare
energiebesparingsfuncties waarmee u de maximale levensduur
van de batterij kunt benutten en de totale eigendomskosten (TCO)
kunt verlagen. Sommige van deze functies kunnen via het menu
Power in de BIOS Setup worden beheerd. De instellingen voor het
ACPI-energiebeheer kunnen via het besturingssysteem worden
aangepast. De functies voor het energiebeheer zijn ontwikkeld om
zoveel mogelijk stroom te besparen door de componenten zo vaak
mogelijk in een lage verbruiksstand te plaatsen maar op aanvraag
de volledige werking toe te staan.
De slaapstand en Sluimerstand
De instellingen voor het
energiebeheer vindt u in
Windows > Conguratiescherm
> Energiebeheer. Onder
Systeeminstellingen vindt u
“Slaapstand/Sluimerstand” of
“Afsluiten” voor het afsluiten van
het beeldscherm of het indrukken
van de hoofdschakelaar.
“Slaapstand” en “Sluimerstand” besparen energie als de
notebook niet in gebruik is doordat sommige onderdelen worden
uitgeschakeld. Wanneer u uw werk hervat, zal uw laatste status (zoals
een document dat halverwege omlaag werd gescrolld of een e-mail
die half is ingevoerd) opnieuw verschijnen alsof u het scherm nooit
hebt verlaten. “Afsluiten” zal alle toepassingen sluiten en u vragen
of u uw werk wilt opslaan als dat nog niet gebeurd is.
36
Gebruikershandleiding notebook
Page 37
“Slaapstand” is hetzelfde
als Stand-by naar RAM (STR).
Deze functie slaat uw huidige
gegevens en status op in
het RAM-geheugen terwijl
meerdere onderdelen zijn
UITGESCHAKELD. Omdat RAM
een vluchtig geheugen is, is er
voeding nodig om de gegevens
te behouden (vernieuwen). Klik op Windows en op het pijltje naast
het slotpictogram om deze optie te zien. U kunt ook de sneltoets
[Fn F1] gebruiken om deze modus te activeren. U herstelt met een
willekeurige toets behalve [Fn].
De voedingsindicator zal alleen in de slaapmodus knipperen
wanneer de functie Instant On (Onmiddellijk Aan) niet is
geactiveerd. U kunt Instant Instant On (Onmiddellijk Aan) inof uitschakelen op basis van uw behoeften via de gadget op het
bureaublad van de notebook.
“Sluimerstand” is hetzelfde als Stand-by naar schijf (STD) en slaat
uw huidige gegevens en status op naar de harde schijf. Hierdoor
hoeft het RAM-geheugen niet periodiek worden vernieuwd en
wordt het energieverbruik aanzienlijk verlaagd, maar niet volledig
uitgeschakeld omdat bepaalde activeringselementen zoals LAN,
voeding moeten blijven krijgen. “Sluimerstand” bespaart meer
energie in vergelijk met “Slaapstand”. Klik op Windows en op het
pijltje naast het slotpictogram om deze optie te zien.
U herstelt
door de hoofdschakelaar in te drukken. (OPMERKING: de
voedingsindicator is UIT in deze modus.)
Gebruikershandleiding notebook
37
Page 38
Beheer thermische energie
Er zijn drie methoden voor energiebeheer om de thermische status
van de notebook te beheren. Dit energiebeheer kan niet door de
gebruiker worden gedenieerd en moet bekend zijn in het geval
de notebook naar een van deze statussen gaat. De volgende
temperaturen staan voor de temperatuur van de behuizing (niet van
de CPU).
• De ventilator wordt INGESCHAKELD voor een actieve koeling wanneer de temperatuur de hoogste veiligheidslimiet bereikt.
• De CPU-snelheid neemt af voor passieve koeling wanneer de temperatuur de hoogste veiligheidslimiet overschrijdt.
• Het systeem wordt uitgeschakeld voor kritieke koeling wanneer de
temperatuur de maximale hoogste veiligheidslimiet overschrijdt.
38
Gebruikershandleiding notebook
Page 39
Speciale toetsenbordfuncties
Gekleurde sneltoetsen
Hieronder vindt u de omschrijving van de
gekleurde sneltoetsen op het toetsenbord van
de notebook. De gekleurde opdrachttoetsen
zijn alleen toegankelijk door de functietoets
ingedrukt te houden terwijl u op een toets
met een gekleurde opdracht drukt.
De locaties van de sneltoetsen op de functietoetsen kunnen
variëren afhankelijk van het model, maar de functies moeten
dezelfde blijven. Volg de pictogrammen in de plaats van de
functietoetsen.
Pictogram “Zz” (F1): Plaatst de notebook in stand-by
(Opslaan-naar-RAM of Opslaan-naar-schijf afhankelijk van
de instelling van de slaapstandknop in de instelling van
het energiebeheer).
Radiotoren (F2): Alleen draadloze modellen: Schakelt het
interne draadloze LAN of de Bluetooth (op geselecteerde
modellen) AAN of UIT met een OSD-scherm. Wanneer
deze functie is ingeschakeld, licht de overeenkomstige
draadloze indicator op. De software-instellingen van
Windows zijn nodig om het draadloos LAN of Bluetooth
te gebruiken.
Pictogram zonsondergang (F5):Verlaagt de helderheid
van het beeldscherm
Pictogram zonsopgang (F6):Verhoogt de helderheid
van het beeldscherm
LCD-pictogram (F7): Schakelt het beeldschermpaneel
AAN en UIT. (Bij sommige modellen wordt het venster
uitgerekt zodat het hele scherm wordt gebruikt als er een
lage resolutie is ingesteld.)
Gebruikershandleiding notebook
39
Page 40
Pictogrammen LCD/Monitor (F8): Schakelt tussen het
LCD-scherm van de notebook en een externe monitor in
deze volgorde: LCD Alleen -> Alleen CRT (externe monitor)
-> LCD + CRT-kloon -> LCD + CRT-uitbreiding. (Deze
functie werkt niet in 256 kleuren. Selecteer hoge kleuren
in de instellingen voor de beeldschermeigenschappen.)
OPMERKING: vóór het opstarten is een verbinding met
een externe monitor nodig.
Doorgestreept aanraakpad (F9): hiermee wordt
het aanraakpad VERGRENDELD (uitgeschakeld) en
ONTGRENDELD (ingeschakeld). Door het aanraakpad te
vergrendelen kunt u niet onopzettelijk de cursor tijdens
het typen verplaatsen. U kunt dit het beste gebruiken
als u een extern aanwijsapparaat als muis gebruikt.
OPMERKING: sommige modellen hebben een indicator
tussen de touchpad-knoppen die oplichten wanneer
het touchpad is ONTGRENDELD (ingeschakeld) en niet
oplichten wanneer het touchpad is VERGRENDELD
(uitgeschakeld).
Cd terugspoelen naar vorig nummer (Terugspoelen)
(F10): Keert tijdens het afspelen van de cd terug naar het
vorige nummer/lmhoofdstuk.
Cd afspelen/pauzeren (F11): Wanneer de CD gestopt is,
wordt deze opnieuw afgespeeld. Wanneer de CD bezig is
met afspelen, wordt het afspelen gepauzeerd.
CD vooruitspoelen naar volgend nummer (snel
vooruitspoelen) (F12): Gaat tijdens het afspelen
van de cd verder naar het volgende audionummer/
lmhoofdstuk.
Fn+C: Schakelt de functie “Splendid Video Intelligent
Technology” IN en UIT. Hiermee kunt u schakelen tussen
de verschillende kleurverbeteringsstanden van het
beeldscherm om het contrast, de helderheid, de tint van
de skin en de kleurverzadiging voor rood, groen en blauw
onafhankelijk aan te passen. U ziet de huidige modus in
het OSD (on-screen display).
40
Fn+V: Schakelt naar de softwaretoepassing “Life Frame”.
Gebruikershandleiding notebook
Page 41
Power4Gear Hybrid (Fn+Space Bar): met deze
toets schakelt u tussen de verschillende standen voor
energiebesparing. Dit heeft invloed op veel aspecten
van de notebook waar het gaat om het beste compromis
tussen prestaties en levensduur van de batterij. Door
het voedingsadapater aan te sluiten of te verwijderen,
schakelt het systeem automatisch tussen wisselstroomen batterijvoeding. U ziet de huidige modus in het OSD
(on-screen display).
Microsoft Windows-toetsen
Het toetsenbord bevat twee speciale Windows-toetsen, zoals
hieronder beschreven.
De toets met het Windows-logo activeert het menu Start
dat zich onderaan links op het bureaublad van Windows
bevindt.
De andere toets die eruitziet als een Windows-menu met
een kleine cursor, activeert het menu Eigenschappen
en heeft hetzelfde eect als het klikken met de
rechtermuisknop op een Windows-object.
Gebruikershandleiding notebook
41
Page 42
Multimedia bedieningsblok
Het multimedia bedieningsblok links van het toetsenbord bevat
zes bedieningstoetsen. Hieronder vindt u een omschrijving
van de betekenis van elke bedieningstoets op het multimedia
bedieningsblok.
Afspelen / pauzeren (tijdens afspelen)
Stoppen
Volume verhogen
Volume verlagen
Volume dempen
42
Gebruikershandleiding notebook
Page 43
Schakelaars en statusindicators
Schakelaars
Toets Music Now/ Power4Gear Hybrid
Wanneer uw notebook is UITGESCHAKELD en u op deze toets
drukt, wordt een multimediaspelertoepassing gestart zonder
dat Windows wordt geopend.
Wanneer uw notebook is INGESCHAKELD, kunt u met
de toets Power4Gear Hybrid schakelen tussen de
energiebesparingsmodi. De energiebesparingsmodi beheren
talrijke aspecten van uw notebook om de prestaties ten
opzichte van de bedrijfstijd van de batterij te maximaliseren.
Het aansluiten of verwijderen van de voedingsadapter zal het
systeem automatisch schakelen tussen de wisselstroommodus
en de batterijmodus. De geselecteerde modus wordt op het
scherm weergegeven.
Hoofdschakelaar
Met de voedingsschakelaar kunt u de notebook IN- en
UITSCHAKELEN en herstellen vanaf STD. Gebruik de schakelaar
eenmaal om de notebook IN te schakelen en eenmaal om de
notebook UIT te schakelen. De voedingsschakelaar werkt alleen
als het beeldscherm is geopend.
Gebruikershandleiding notebook
43
Page 44
Statusindicators
Links
Voorzijde
Indicator Music now (Muziek nu)
Wanneer deze is opgelicht, betekent dit dat Music Now (Muziek
nu) is geactiveerd.
Indicator schijfactiviteit
Geeft aan dat de notebook toegang heeft tot een of meer
opslagapparaten, zoals de harde schijf. De lamp knippert
evenredig met de toegangsduur.
Bluetooth-indicator / Indicator Draadloos
Dit is alleen van toepassing voor modellen met ingebouwde
Bluetooth (BT) en een ingebouwd draadloos LAN. De indicatorDe indicator
zal oplichten om aan te geven dat de geïntegreerde Bluetoothfunctie (BT) van de notebook is geactiveerd. Wanneer het
ingebouwde draadloze LAN is ingeschakeld, zal deze indicator
oplichten. (De instellingen van de Windows-software is vereist.)
Caps-Lock-indicator
Wanneer deze indicator is opgelicht, geeft dit aan dat de
hoofdlettervergrendeling [Caps Lock] geactiveerd is. Met de
hoofdlettervergrendeling kunnen sommige letters op het
toetsenbord in hoofdletters worden getypt (bijv. A, B, C).
Wanneer de indicator van de hoofdlettervergrendeling UIT is,
zullen de getypte letters in kleine letters worden weergegeven
(bijv. a, b, c).
Indicator Dempen
De indicator voor het dempen licht op wanneer het volume
wordt gedempt.
44
Gebruikershandleiding notebook
Page 45
Voedingsindicator
De voedingsindicator licht op wanneer de notebook wordt
INGESCHAKELD en knippert langzaam wanneer de notebook
in de “Suspend-to-Ram”-modus (Slaapmodus) is. Deze indicator
is UIT wanneer de notebook is UITGESCHAKELD of in de modus
Suspend-to-disk (stand-bymodus) is.
De voedingsindicator zal alleen in de slaapmodus knipperen
wanneer de functie Instant On (Onmiddellijk Aan) niet is
geactiveerd. U kunt Instant Instant On (Onmiddellijk Aan) inof uitschakelen op basis van uw behoeften via de gadget op het
bureaublad van de notebook.
Indicator batterijvermogen (twee kleuren)
De tweekleurige indicator voor de batterijlading geeft de status
van het batterijvermogen als volgt aan:
Groen AAN: Het batterijvermogen ligt tussen 95% en 100%
(met wisselstroom).
Oranje AAN: Het batterijvermogen ligt tussen 11% en 94% (met
wisselstroom).
Oranje knipperend: Het batterijvermogen is lager dan 10%
(zonder wisselstroom).
Gebruikershandleiding notebook
45
Page 46
46
Gebruikershandleiding notebook
Page 47
Hoofdstuk 4
:
De notebook gebruiken
4
Page 48
Aanwijsapparaat
Het geïntegreerde aanraakpad van de notebook is volledig
compatibel met alle PS2-muizen met twee/drie knoppen en
een scrollwieltje. Het aanraakpad is drukgevoelig en bevat geen
bewegende delen. Hierdoor kunnen mechanische defecten worden
vermeden. Voor het werken met bepaalde toepassingen, is echter
nog steeds een apparaatstuurprogramma vereist.
Aanwijzer
Beweging
Rechts
klikken
Links
klikken
48
BELANGRIJK! Gebruik geen objecten in plaats van uw vinger om
het aanraakpad te gebruiken, anders kan er schade optreden
aan het oppervlak van het aanraakpad.
Gebruikershandleiding notebook
Page 49
Het aanraakpad gebruiken
U hoeft alleen een lichte druk uit te oefenen met uw vinger om het
aanraakpad te gebruiken. Omdat het aanraakpad elektrostatisch
gevoelig is, mag u geen obje
vingers. De primaire functie
van de cursor of het selecteren van de items die op het scherm zijn
weergegeven door middel van uw vingertoppen in plaats van een
standaard computermuis. De volgende afbeeldingen tonen het
correcte gebruik van het aanraakpad.
De cursor verplaatsen
Plaats uw vinger in
het midden van het
aanraakpad en schuif
uw vinger in een
richting om de cursor
te verplaatsen.
cten gebruiken in de plaats van uw
van het aanraakpad is het bewegen
Vinger naar
voor schuiven
Vinger naar links
schuiven
Vinger naar achter
schuiven
Vinger naar
rechts schuiven
Gebruikershandleiding notebook
49
Page 50
Afbeeldingen gebruik aanraakpad
Klikken/tikken - Druk, terwijl de cursor op een item staat, op de
linkerknop of gebruik uw vingertop om het aanraakpad licht aan
te raken en houd uw vinger op het aanraakpad tot het item is
geselecteerd. De kleur van het geselecteerde item zal veranderen.
De volgende 2 voorbeelden leveren hetzelfde resultaat op.
Klikken
Druk op de linkercursorknop
en laat deze los.
Tikken
Tik licht, maar snel op het
aanraakpad.
Dubbelklikken/dubbeltikken - Dit is een gebruikelijke manier
om een programma rechtstreeks via het overeenkomstige
pictogram dat u hebt geselecteerd, te starten. Plaats de cursor op
het pictogram dat u wilt uitvoeren, druk op de linkerknop of tik
snel achtereenvolgens tweemaal op het pad. Het systeem zal het
overeenkomstige programma starten. Als het interval tussen het
klikken of tikken te lang is, zal de bewerking niet worden uitgevoerd.
U kunt de dubbelkliksnelheid instellen via het Conguratiescherm
van Windows onder “Muis”. De volgende 2 voorbeelden leveren
hetzelfde resultaat op.
Dubbel-klikken
Dubbel-tikken
Druk tweemaal op de
linkerknop en laat deze los.
50
Tik tweemaal licht, maar
snel op het aanraakpad.
Gebruikershandleiding notebook
Page 51
Slepen - Slepen betekent dat u een item opneemt en het op een
willekeurige plaats op het scherm neerzet. Plaats de cursor op
het item dat u hebt geselecteerd. Verplaats de cursor, terwijl u de
linkerknop ingedrukt houdt, naar de gewenste locatie. Laat de knop
los. U kunt ook gewoon dubbeltikken op het item en uw vinger op
het aanraakpad houden terwijl u het item met uw vingertop sleept.
De volgende afbeeldingen leveren hetzelfde resultaat op.
Slepen-klikken
Houd de linkerknop ingedrukt
en schuif uw vinger op het
aanraakpad.
Slepen-tikken
Tik tweemaal licht op het aanraakpad
en schuif uw vinger over het
aanraakpad tijdens de tweede tik.
Scrollen twee vingers - Gebruik twee vingertoppen om omhoog/
omlaag/naar links/rechts te schuiven op het touchpad om een venster
omhoog/omlaag/naar links/rechts te schuiven. Als uw weergavevenster
meerdere subvensters bevat, verplaatst u de aanwijzer naar dat
deelvenster voordat u scrollt. (bij sommige modellen)
Verticaal schuiven
Horizontaal schuiven
Gebruikershandleiding notebook
51
Page 52
In/uitzoomen 2 vingers - Beweeg twee vingertoppen afzonderlijk of
samen op het touchpad om in of uit te zoomen. Dit is handig wanneer
u foto's bekijkt of documenten leest.
InzoomenUitzoomen
Twee-vingers draaien - Plaats
één vinger op het touchpad en
maak een boog met de andere
om de foto of het document
dat u weergeeft, te draaien.
U kunt rechtsom of linksom
draaien op basis van uw
behoeften.
52
Gebruikershandleiding notebook
Page 53
Onderhoud van het aanraakpad
Het aanraakpad is drukgevoelig. Als u het niet met voldoende zorg
gebruikt, kan het gemakkelijk schade oplopen. Houd rekening met
de volgende voorzorgsmaatregelen.
• Zorg ervoor dat het aanraakpad niet in contact komt met vuil, vloeistoen of vet.
• Raak het aanraakpad niet aan als uw vingers vuil of nat zijn.
• Plaats geen zware objecten op het aanraakpad of op de knoppen
van het aanraakpad.
• Zorg ervoor dat u met uw vingernagels of harde objecten geen
krassen maakt op het aanraakpad.
Het aanraakpad reageert op beweging en niet op kracht. Het
is niet nodig hard te tikken op het oppervlak. Als u te hard
tikt, zal dit de reactie van het aanraakpad niet verbeteren. Het
aanraakpad reageert het beste op lichte druk.
Aanraakpad automatisch uitschakelen
Windows kan het aanraakpad van de notebook automatisch
uitschakelen als er een externe USB-muis wordt aangesloten.
Deze mogelijkheid is gewoonlijk UIT. Om de functie IN te schakelen:
1. Selecteert u in Windows de optie Conguratiescherm >
Hardware en geluiden > Muis.
Gebruikershandleiding notebook
53
Page 54
2. Klik bovenaan rechts op Device Settings
(Apparaatinstellingen) (kan gelabeld zijn als de naam van
de fabrikant) en klik op het touchpad uit te schakelen wanneer
de externe USB-muis is aangesloten.
3. Klik op Voltooien om de conguratie te voltooien.
54
Gebruikershandleiding notebook
Page 55
Opslagapparaten
HDMI
MS / MS Pro
SD / SDHC / SDXC/ MMC
Dankzij de opslagapparaten kan de notebook documenten, foto’
s en andere bestanden lezen van of schrijven naar verschillende
gegevensopslagapparaten.
Flashgeheugenkaartlezer
Een PCMCIA-geheugenkaartlezer moet normaal afzonderlijk worden
aangeschaft om geheugenkaarten van apparaten zoals digitale
camera’s, MP3-speler, mobiele telefoons en PDA’s te gebruiken.
Deze notebook heeft een ingebouwde geheugenkaartlezer die veel
verschillende soorten flashkaarten kan lezen, zoals in onderstaand
voorbeeld. De ingebouwde geheugenkaartlezer is niet alleen handig,
maar ook sneller dan de meeste andere typen geheugenkaartlezers
omdat dit type de PCI-bus met hoge bandbreedte gebruikt.
BELANGRIJK! De compatibiliteit van de flashgeheugenkaarten is
afhankelijk van het model van de notebook en de specificaties
van de flashgeheugenkaart. Deze specificaties veranderen
voortdurend zodat de compatibiliteit zonder kennisgeving kan
veranderen.
BELANGRIJK! Verwijder de kaarten nooit tijdens of onmiddellijk
na het lezen, kopiëren, formatteren of verwijderen van gegevens
op de kaart, anders kunnen de gegevens verloren gaan.
WAARSCHUWING! Om verlies van gegevens te vermijden,
gebruikt u “Safely Remove Hardware
and Eject Media” op de taakbalk
voordat u de ashgeheugenkaart
verwijdert.
Gebruikershandleiding notebook
55
Page 56
Optisch station
Een optische schijf plaatsen
1. Druk op de uitwerpknop van het station terwijl de notebook
is INGESCHAKELD. De schijade zal gedeeltelijk worden
uitgeworpen.
2. Trek voorzichtig aan het voorpaneel van het station en schuif
de lade volledig uit. Zorg ervoor dat u de lens en andere
mechanismen van het cd-station niet aanraakt. Controleer of
er geen zaken zijn die onder de lade van het station kunnen
geblokkeerd raken.
56
Gebruikershandleiding notebook
Page 57
3. Houd de schijf vast bij de rand met de bedrukte zijde van de
schijf omhoog gericht. Duw aan beide zijden van het midden
van de schijf tot deze op de hub klikt. Wanneer de schijf
correct geplaatst is, moet de hub hoger zijn dan de schijf.
4. Duw de lade opnieuw naar binnen. Het station zal beginnen
met het lezen van de inhoudsopgave (TOC) van de schijf.
Wanneer het station stopt, is de schijf klaar voor gebruik.
Het is normaal dat u hoort en voelt dat de cd aan hoge snelheid
in het cd-station draait terwijl de gegevens worden gelezen.
Gebruikershandleiding notebook
57
Page 58
Een optische schijf verwijderen
Werp de lade uit en duw de rand van de schijf voorzichtig omhoog
in een kleine hoek om de schijf los te maken van de hub.
Nooduitwerpknop
De nooduitwerpknop bevindt zich in een gaatje in het optisch station
en wordt gebruikt om de optische schijade uit te werpen als het
elektronisch uitwerpen niet werkt. Gebruik de nooduitwerpopening
niet in de plaats van het elektronisch uitwerpen.
Zorg ervoor dat u niet prikt in de activiteitenindicator die zich in
hetzelfde gebied bevindt.
58
Werkelijke locatie zal
variëren afhankelijk van
het model.
Gebruikershandleiding notebook
Page 59
Het optische station gebruiken
Optische schijven en apparatuur moeten voorzichtig worden
behandeld omwille van de precieze mechanische elementen.
Houd rekening met de belangrijke veiligheidsinstructies van
uw cd-leveranciers. In tegenstelling tot optische stations van
desktopcomputer, gebruikt de notebook een hub om de cd,
ongeacht de hoek waarin deze is geplaatst, op zijn plaats te houden.
Wanneer u een cd plaatst, is het belangrijk dat de cd op de centrale
hub is gedrukt, anders zal de optische schijade de cd krassen.
WAARSCHUWING! Als de cd-schijf niet correct op de centrale
hub is vergrendeld, kan de cd worden beschadigd wanneer de
lade wordt gesloten. Houd de cd altijd nauwkeurig in het oog
terwijl u de lade langzaam sluit om schade te voorkomen.
Er moet altijd een stationsletter voor het cd-station beschikbaar zijn,
ongeacht of er al dan niet een cd in het station aanwezig is. Nadat
de cd correct is geplaatst, zijn de gegevens op dezelfde manier
toegankelijk als bij harde schijven. In dit geval kan er echter niets op
de cd worden geschreven of kunnen er geen wijzigingen worden
aangebracht. Met de geschikte sofware kunt u met een CD-RW- of
DVD+CD-RW-station CD-RW-schijven gebruiken als een harde schijf
voor het schrijven, verwijderen en bewerken van bestanden.
Alle optische stations met hoge snelheid kunnen trillen door cd’s
die niet volledig recht zijn of door de bedrukking op de cd. Om het
trillen te verminderen, is het aangeraden de notebook op een een
oppervlak te gebruiken en geen labels op de cd aan te brengen.
Audio-cd’s beluisteren
De optische stations kunnen audio-cd’s afspelen, maar audio-dvd’s
kunnen alleen door dvd-romstations worden afgespeeld. Plaats de
audio-cd. Windows zal automatisch een audiospeler openen en het
afspelen starten. Afhankelijk van de audio-dvd en de geïnstalleerde
software, is het mogelijk dat u een dvd-speler zult moeten openen
om dvd-audio te beluisteren. U kunt het volume aanpassen met
de sneltoetsen of via het luidsprekerpictogram van Windows in de
taakbalk.
Gebruikershandleiding notebook
59
Page 60
Harde schijf
Harde schijven hebben een veel grotere capaciteit en werken veel
sneller dan diskette- en optische stations. De notebook is voorzien
van een verwisselbare harde schijf. Moderne harde schijven
ondersteunen S.M.A.R.T. (Self Monitoring and Reporting Technology)
om fouten of defecten aan de harde schijf te detecteren voordat
ze optreden. Wordt een harde schijf vervangen of opgewaardeerd,
raadpleeg dan steeds een bevoegd servicecentrum of een
wederverkoper voor deze notebook.
BELANGRIJK! Als u de notebook niet met zorg behandeld, kan
uw harde schijf schade oplopen. Ga voorzichtig om met de
notebook en houdt het apparaat uit de buurt van statische
elektriciteit en krachtige trillingen of schokken. De harde schijf
is de meest delicate component en zal zeer waarschijnlijk het
eerste en enige onderdeel zijn dat wordt beschadigd als u de
notebook hebt laten vallen.
BELANGRIJK! Wordt een harde schijf vervangen of
opgewaardeerd, raadpleeg dan steeds een bevoegd
servicecentrum of een wederverkoper voor deze notebook.
WAARSCHUWING! Koppel alle aangesloten randapparaten, alle
telefoon- of communicatielijnen en de voedingsaansluiting los
(zoals een externe voeding, batterijdoos, enz.) voordat u de klep
van de harde schijf verwijdert.
60
Het nummer van de drive van de harde schijf varieert met uw
aangeschafte model. De secundaire drivecompartiment van de
harde schijf kan leeg zijn
Gebruikershandleiding notebook
Page 61
De harde schijf verwijderen:
1
1
2
1
2
1
2
Gebruikershandleiding notebook
61
Page 62
De harde schijf installeren:
1
2
2
2
1
1
2
62
Gebruikershandleiding notebook
Page 63
Geheugen (RAM)
3
3
Extra geheugen verbetert de prestaties van uw toepassingen
door het gebruik van de harde schijf te verminderen. Neem
contact op met een erkend onderhoudscentrum of verkoper voor
informatie over de geheugenupgrade van uw notebook. Koop de
uitbreidingmodules uitsluitend bij erkende verkopers van deze
notebook zodat u zeker bent van een maximale compatibiliteit en
betrouwbaarheid.
Het BIOS detecteert de hoeveelheid geheugen in uw systeem
automatisch en congureert het CMOS tijdens het POST-proces
(Power-On-Self-Test). Nadat er geheugen is toegevoegd, is er geen
hardware- of software-instelling nodig, ook niet in het BIOS.
WAARSCHUWING!
Koppel alle aangesloten
randapparaten, alle telefoonof communicatielijnen en
de voedingsaansluiting los
(zoals een externe voeding,
batterijdoos, enz.) voordat u
een geheugen installeert of
verwijdert.
Een geheugenkaart
installeren:
(Dit is slechts een voorbeeld.)
Gebruikershandleiding notebook
Een geheugenkaart
verwijderen:
(Dit is slechts een voorbeeld.)
63
Page 64
Aansluitingen
Het geïntegreerde netwerk kan niet achteraf als een upgrade
worden geïnstalleerd. Na de aankoop kan het netwerk worden
geïnstalleerd als een uitbreidingskaart.
Netwerkverbinding
Sluit een netwerkkabel met aan beide uiteinden RJ-45-connectors
aan op de modem-/netwerkpoort van de notebook en sluit het
andere uiteinde aan op een hub of switch. Voor 100 BASE-TX /
1000 BASE-T-snelheden moet uw netwerkkabel van categorie 5 of
hoger zijn (niet categorie 3) met dubbel getwiste draden. Als u de
interface wilt starten aan 100/1000Mbps moet deze aangesloten
zijn op een 100 BASE-TX / 1000 BASE-T-hub (geen BASE-T4-hub).
Gebruik getwiste draden van categorie 3, 4 of 5 voor 10Base-T.
10/100 Mbps Full-Duplex wordt door deze notebook ondersteund,
maar vereist een aansluiting op een switching hub voor netwerken
met “duplex” ingeschakeld. De softwarestandaard bestaat eruit de
snelste instellingen te gebruiken zodat er geen tussenkomst van de
gebruiker is vereist.
1000BASE-t (of Gigabit) wordt slechts ondersteund op
geselecteerde modellen.
64
Gebruikershandleiding notebook
Page 65
Getwiste kabel
HDMI
De kabel die wordt gebruikt om een Ethernetkaart te verbinden
met een host (doorgaans een hub of switch) wordt een recht
getwiste ethernetkabel (twisted pair ethernet, TPE) genoemd. De
eindaansluitingen worden RJ-45-connectors genoemd. Deze zijn niet
compatibel met RJ-11-telefoonaansluitingen. Als u twee computers
samen verbindt zonder een hub tussen de computers, is een
crossover LAN-kabel vereist (Snel-ethernetmodel). (Gigabit-modellen
ondersteunen automatisch kruisen, zodat een gekruiste LAN-kabel
optioneel is.)
Voorbeeld van de notebook die is aangesloten op een netwerkhub
of –switch voor gebruik met de ingebouwde ethernetcontroller.
Netwerkhub of -switch
Gebruikershandleiding notebook
Netwerkkabels met
RJ-45-connectors
65
Page 66
Draadloze LAN-verbinding
(bij sommige modellen)
Het optionele ingebouwde draadloze LAN is een compacte
en gemakkelijk te gebruiken draadloze ethernetadapter. Met
de standaard IEEE 802.11 voor draadloos LAN (WLAN), is het
ingebouwde draadloze LAN geschikt voor snelle overdracht
DSSS (Direct Sequence Spread Spectrum) en OFDM (Orthogonal
Frequency Division Multiplexing) bij frequenties van 2,4GHz/
5GHz. Het optionele ingebouwde draadloze LAN is achterwaarts
compatibel met oudere IEEE 802.11-standaarden zodat er een
naadloze koppeling mogelijk is van draadloze LAN-standaarden.
Het optionele ingebouwde draadloze LAN is een clientadapter die
Infrastructuur- en Adhocmodi ondersteunt zodat u exibiliteit krijgt
op uw bestaande of toekomstige draadloze netwerkconguraties
voor afstanden tot 40 meter tussen de client en het toegangspunt.
Voor een eciënte beveiliging van de draadloze communicatie
wordt het optionele ingebouwde draadloze LAN geleverd met een
64-bits/128-bits WEP-codering (Wired Equivalent Privacy) en WPA
(Wi-Fi Protected Access).
Vanwege beveiligingsredenen mag u GEEN verbinding
maken met een onbeveiligd netwerk, anders kan de
gegevensverzending zonder codering zichtbaar zijn voor
anderen.
66
Gebruikershandleiding notebook
Page 67
Ad hocmodus
Met de ad hocmodus maakt de notebook verbinding met een ander
draadloos apparaat. Er is geen toegangspunt (AP) nodig in deze
draadloze omgeving.
(Alle apparaten moeten
zijn voorzien van
Notebook PC
Desktopcomputer
optionele draadloze
LAN-adapters volgens
802.11.)
PDA
Infrastructuurmodus
Met de infrastructuurmodus kunnen de notebook en andere
draadloze apparaten toetreden tot een draadloos netwerk dat wordt
gevormd door een toegangspunt (AP) (afzonderlijk verkrijgbaar) dat
het centrale koppelpunt biedt voor draadloze clients om met elkaar
of met een bekabeld netwerk te communiceren.
(Alle apparaten moeten
zijn voorzien van
optionele draadloze
LAN-adapters volgens
802.11.)
Notebook PC
Desktopcomputer
Gebruikershandleiding notebook
Toegangspunt
PDA
67
Page 68
Antenneaansluitingen (bij sommige modellen)
Use an NTSC to PAL
adapter if necessary.
Deze pagina bevat multimediaverbindingen voor tv tuner-modellen.
De tv- en radiofuncties vereisen ingebouwde modules die alleen
beschikbaar zijn op bepaalde modellen.
BELANGRIJK: de notebook moet binnenshuis worden gebruikt
wanneer u de antenne gebruikt.
Kabelaansluiting
Sluit de coaxiale kabel van een betalende televisieservice, een
antenne die op het dak is gemonteerd, of binnenshuis “konijnenoren”
aan op de kabeladapter. De kabeldienstaansluiting kan analoge tv
ontvangen afhankelijk van de betalende diensten. De bijgeleverde
adapter is nodig om de coaxiale stekker aan te passen aan de dunne
notebook. Sluit, indien nodig, een NTSC- of PAL-adapter aan.
Sluit, indien nodig, een
NTSC- of PAL-adapter aan.
68
BELANGRIJK: Het kabeldistributiesysteem moet geaard zijn
in overeenstemming met ANSI/NFPA 70, de NEC (National
Electrical Code = nationale elektrische code), in het bijzonder
met Sectie 820.93, Aarding van buitenste geleidende schild van
een coaxiale kabel. De installatie moet een aansluiting bevatten
van de afscherming van de coaxiale kabel met de aarding bij de
ingang van het gebouw.
Gebruikershandleiding notebook
Page 69
DTV-antenne-aansluiting
Verbind de meegeleverde digitale tv-antenne met het notebook met
behulp van de kabel. De digitale tv-antenne kan alleen digitale tvsignalen ontvangen die in bepaalde regio’s worden uitgezonden.
Digitale televisieontvangst is alleen beschikbaar op
geselecteerde modellen en zal variëren afhankelijk van de
afstand tot de zendtorens en van de hindernissen.
Gebruikershandleiding notebook
69
Page 70
Draadloze netwerkverbinding Windows
Een verbinding maken met een netwerk
1. Schakel de draadloze switch IN als dat voor uw model nodig is
(zie switches in paragraaf 3).
2. Druk herhaaldelijk
op [FN+F2] tot de
pictogrammen voor
Draadloos LAN en Bluetooth
worden weergegeven.
Of dubbelklik op het pictogram
van de draadloze console in het
systeemvak van Windows en
selecteer het pictogram van het
draadloos LAN.
3. Klik op het pictogram van het draadloos netwerk met een
oranje ster in het systeemvak van Windows®.
4. Selecteer het draadloze
toegangspunt waarmee
u een verbinding wilt
maken in de lijst en klik
op Verbinding maken om
de verbinding tot stand te
brengen.
70
Als u het gewenste
toegangspunt niet
kunt vinden, klikt u
op het pictogram
Vernieuwen IN de
rechterbovenhoek om
de lijst te vernieuwen
en deze opnieuw te
doorzoeken.
Gebruikershandleiding notebook
Page 71
5. Wanneer u een verbinding maakt, is het mogelijk dat u een
wachtwoord moet invoeren.
6. Nadat een verbinding is gemaakt, wordt deze weergegeven in
de lijst.
7. U ziet het pictogram voor draadloze netwerken in het
systeemvak.
Het doorkruiste pictogram voor het draadloos netwerk
verschijnt wanneer u op <Fn> + <F2> drukt om de WLAN-functie
Dankzij notebooks met Bluetooth-technologie hebt u niet langer
kabels nodig om Bluetooth-apparaten te verbinden.Voorbeelden
van apparaten met Bluetooth-ondersteuning kunnen notebooks,
desktopcomputers, mobiele telefoons en PDA's zijn.
Als uw notebook niet met de ingebouwde Bluetooth is geleverd,
moet u een USB of ExpressCard Bluetooth-module aansluiten
om Bluetooth te kunnen gebruiken.
Mobiele Bluetooth-telefoons
U kunt een draadloze verbinding maken met uw mobiele telefoon.
Afhankelijk van de mogelijkheden van uw mobiele telefoon, kunt u
de telefoonboekgegevens, foto's, geluidsbestanden, enz. overdragen
of u kunt de telefoon gebruiken als een modem om een verbinding
te maken met internet. U kunt het toestel ook gebruiken voor SMSberichten.
Bluetooth-computers of PDA's
U kunt een draadloze verbinding maken met een andere computer
of PDA, bestanden uitwisselen, randapparaten delen of internetof netwerkverbindingen delen. U kunt ook een draadloos USBtoetsenbord of een draadloze USB-muis gebruiken.
Het Bluetooth-hulpprogramma inschakelen en starten
Dit proces kan worden gebruikt om de meeste Bluetooth-apparaten
toe te voegen.
1. Schakel de draadloze switch IN als dat voor uw model nodig is
(zie switches in paragraaf 3).
2. Druk herhaaldelijk
op [FN+F2] tot de
pictogrammen voor
Draadloos LAN en Bluetooth
worden (bij sommige
modellen) weergegeven.
72
Gebruikershandleiding notebook
Page 73
Of dubbelklik op het
pictogram van de draadloze
console in het systeemvak
van Windows en selecteer
het pictogram van het
Bluetooth.
3. Ga in het
Conguratiescherm naar
Netwerk en internet
> Netwerkcentrum
en klik vervolgens op
Adapterinstellingen
wijzigen in het blauwe
paneel aan de linkerzijde.
4. Klik met de rechtermuisknopKlik met de rechtermuisknop
op Bluetooth-netwerkverbinding en
selecteer Bluetooth-
netwerkapparaten
weergeven.
5. Klik op Een apparaat
toevoegen om nieuwe
apparaten te zoeken.
Gebruikershandleiding notebook
73
Page 74
6. Selecteer een Bluetoothapparaat in de lijst en klik op
Volgende.
7. Voer de Bluetooth-Voer de Bluetoothbeveiligingscode in uw
apparaat in en start het
koppelen.
8. De gekoppelde relatie is
tot stand gebracht. Klik op
Sluiten om de instelling te
voltooien.
74
Gebruikershandleiding notebook
Page 75
Subwoofer aansluiten
HDMI
(bij sommige modellen)
De subwoofer die bij uw notebook wordt geleverd, heeft een
compact formaat en is gemakkelijk draagbaar. Sluit gewoon de
subwoofer aan op de voorziene subwooferaansluiting op uw
notebook en geniet van de verbazingwekkende lage tonen in uw
multimediatoepassingen.
Zorg dat u deze eigen subwoofer NIET forceert en sluit deze
NIET aan op andere audio-aansluitingen dan de voorziene
subwooferaansluiting die in deze handleiding is afgebeeld.
Hierdoor kan de subwoofer- of audio-aansluiting schade
oplopen.
Gebruikershandleiding notebook
75
Page 76
USB-lader+
USB-lader+ helpt bij het opladen van uw USB-apparaten die
compatibel zijn met de specicaties van versie 1.1 voor batterijladen
(BC 1.1), ongeacht of uw Notebook PC aan- of uitstaat. U kunt
beslissen om de drempelwaarde van de batterij om te stoppen met
laden in te stellen volgens uw behoeften.
Met adapter
USB-lader+ is altijd beschikbaar op de aangewezen USB 3.0-poort
wanneer uw Notebook PC verbonden is met de adapter.
Zonder adapter
Het inschakelen van de USB-lader+
1. Klik op het USB-lader+pictogram in het
meldingsgebied en selecteer
Instellingen.
2. Klik op Inschakelen
USB-laderfunctie in de
batterijmodus.
3. Klik overeenkomstig uw
behoeften om snelladen in
te schakelen wanneer de
Notebook PC AAN staat of in
de modus rust/hibernatie/
stopzetting staat.
4. Beweeg de schuif voor
het instellen van de
drempelwaarde voor
batterijladen om de USBlader+-functie te stoppen.
76
•
De Notebook PC stopt met het laden van uw verbonden USBapparaat wanneer de batterijlading onder uw ingestelde
drempelwaarde komt.
•
De USB-poort die USB-lader+ ondersteunt, ondersteunt de
wekfunctie van het USB-apparaat niet.
•
Indien het verbonden apparaat oververhit raakt, rookt of een
abnormale geur geeft, verwijdert u het apparaat onmiddellijk.
Gebruikershandleiding notebook
.
Page 77
Bijlage
B
Page 78
Optionele accessoires
Indien gewenst, kunt u deze optionele items aanschaffen als
aanvulling van uw notebook.
USB-hub (optioneel)
Wanneer u een optionele USB-hub aansluit, wordt het aantal USBpoorten verhoogd en kunt u snel verschillende USB-randapparaten
aansluiten of loskoppelen via één enkele kabel.
USB-ashgeheugenschijf
Een USB-ashgeheugenschijf is een optioneel item dat opslagruimte
voor honderden megabytes, hogere overdrachtsnelheden en een
hogere duurzaamheid kan bieden. Wanneer deze in de huidige
besturingssystemen worden gebruikt, zijn er geen stuurprogramma’
s nodig.
USB-diskettestation
Een optioneel diskettestation met USB-interface kan worden
gebruikt voor een standaarddiskette van 3,5 inch en 1,44MB (of
720kB).
WAARSCHUWING! Om systeemstoringen te voorkomen, gebruikt
u de functie “Hardware veilig verwijderen” op de taakbalk van
Windows voordat u het USB-diskettestation loskoppelt. Werp
de diskette uit voordat u de notebook vervoert om schade door
schokken te voorkomen.
Optionele aansluitingen
Indien gewenst, kunt u deze items aankopen van derden.
USB-toetsenbord en -muis
Wanneer u een extern USB-toetsenbord aansluit, kunt u uw
gegevens op een comfortabelere manier invoeren. Wanneer u een
externe USB-muis aansluit, zal de Windows-navigatie comfortabeler
zijn. Zowel het externe USB-toetsenbord als de muis zullen simultaan
werken met het geïntegreerde toetsenbord en het aanraakpad van
de notebook werken.
Printeraansluiting
U kunt een of meer USB-printers tegelijk gebruiken op elke USBpoort of USB-hub.
B-2
Gebruikershandleiding notebook
Page 79
Besturingssysteem en software
Deze notebook kan zijn klanten (afhankelijk van de regio) de
mogelijkheid bieden een notebook met een vooraf geïnstalleerd
besturingssysteem, zoals Microsoft Windows, te ontvangen. De
selecties en talen zullen afhankelijk zijn van de regio. De niveaus
van de hardware- en softwareondersteuning kunnen variëren
afhankelijk van het geïnstalleerde besturingssysteem. De stabiliteit
en compatibiliteit van andere besturingssystemen kunnen niet
worden gegarandeerd.
Ondersteuningssoftware
Deze notebook wordt geleverd met een ondersteunings-cd
die de BIOS, stuurprogramma’s en toepassingen bevat om de
hardwarefuncties in te schakelen, de functionaliteit uit te breiden,
hulp bieden bij het beheer van uw notebook of functionaliteiten
toevoegen die niet door het oorspronkelijke besturingssysteem
worden geleverd. Als de ondersteunings-cd moet worden
bijgewerkt of vervangen, neem dan contact op met uw leverancier
voor websites waar u individuele stuur- en hulpprogramma’s voor de
software kunt downloaden.
De ondersteunings-cd bevat alle stuurprogramma’s, hulpprogramma’
s en software voor alle populaire besturingssystemen, met
inbegrip van de systemen die vooraf werden geïnstalleerd.
Het besturingssysteem zelf staat niet op deze ondersteuningscd. Zelfs als uw notebook vooraf werd gecongureerd, hebt u
deze ondersteunings-cd nodig om extra software die niet in de
voorinstallatie af fabriek is opgenomen, te gebruiken.
Een herstel-cd is optioneel en bevat een image van het originele
besturingssysteem dat in de fabriek op de harde schijf werd
geïnstalleerd. De herstel-cd bevat een uitgebreide hersteloplossing
waarmee het besturingssysteem van de notebook snel naar zijn
originele werkstatus wordt hersteld, op voorwaarde dat uw harde
schijf correct werkt. Neem contact op met uw handelaar als u een
dergelijke oplossing nodig hebt.
Sommige onderdelen en functies van de notebook zullen
mogelijk pas werken nadat de apparaatstuurprogramma’s en
hulpprogramma’s zijn geïnstalleerd.
Gebruikershandleiding notebook
B-3
Page 80
Instellingen van systeem-BIOS
De afbeelding van de BIOS-vensters in dit gedeelte zijn slechts
informatief bedoeld. De werkelijke schermen verschillen
afhankelijk van het model en de regio.
Opstartapparaat
1. Selecteer Boot Option #1 (Opstartoptie 1) op het scherm
Boot (Opstarten).
Ap tio Set up Util ity - Copy rig ht (C) 201 0 A meri can Me gatr end s, Inc.
Mai n Adva nce d Chip setMa in A dva nced Ch ipse t B oot Sec urit y S ave & E xit
Boo t C onf igur ati on
UEF I B oot [D isab led ]
PXE RO M [D isab led ]
Boo t O pti on P rio rit iesBoo t O pti on # 1 [P 0: Hit ach i HT S54 5.. .]Boo t O pti on # 2 [P 2: Sli mTy peDV D A .. .]
Har d D riv e BB S P rio riti es
CD/ DVD RO M Dr ive BB S Pr ior iti es
D elet e B oot Opt ion
2. Druk op [Enter] en selecteer een apparaat als Boot Option #1
(Opstartoptie 1).
Ap tio Set up Util ity - Copy rig ht (C) 201 0 A meri can Me gatr end s, Inc.
Mai n Adva nce d Chip setMa in A dva nced Ch ipse t B oot Sec urit y S ave & E xit
Boo t C onf igur ati on
UEF I B oot [D isab led ]
PXE RO M [D isab led ]
Boo t O pti on P rio rit iesBoo t O pti on # 1 [P 0: Hit ach i HT S54 5.. .]Boo t O pti on # 2 [P 2: Sli mTy peDV D A .. .]
Har d D riv e BB S P rio riti es
CD/ DVD RO M Dr ive BB S Pr iorities
D elet e B oot Opt ion
P0 : H ita chi HTS 545 050 B9A3 00
P2 : S lim Typ eDVD A DS8 A5SH
Di sabl ed
Bo ot O pti on #1
En able s/D isa bles UE FI boot
fr om d isk s.
: Sel ect Sc reen
: S ele ct Item
En ter: Se lec t
+/ —: Ch ang e Op t.
F1 : G ene ral Hel p
F9 : O pti miz ed D efa ult s
F1 0: Sav e ES C: Ex it
En able s/D isa bles Qu iet Boo t
op tion .
: Sel ect Sc reen
: S ele ct Item
En ter: Se lec t
+/ —: Ch ang e Op t.
F1 : G ene ral Hel p
F9 : O pti miz ed D efa ult s
F1 0: Sav e ES C: Ex it
B-4
Gebruikershandleiding notebook
Page 81
Beveiligingsinstelling
Ap tio Set up Util ity - Copy rig ht (C) 201 0 A meri can Me gatr end s, Inc.
Mai n Adva nce d BootMa in A dva nced Bo otS ecu rity Sa ve & Ex it
Pas swo rd Desc rip tio n
If ONL Y t he A dmi nis trat or’ s p assw ord is set ,
the n t his onl y l imi ts a cce ss to S etu p a nd i s
onl y a ske d fo r w hen ent eri ng Setu p.
If ONL Y t he u ser ’s pass wor d i s se t, the n th is
is a p owe r on pa ssw ord and mu st b e e nte red to
boo t o r e nter Se tup . In Se tup , th e U ser wil l
hav e A dmi nist rat or righ ts.
Ad min ist rato r P ass word NO T IN STA LLE D
Us er Pas swor d S tat us NO T IN STA LLE D
Se tup ad mini str ato r pa ssw ord
Us er Pas swor d
HD D P ass word St atu s : NO T IN STA LLE D
Se t M ast er P ass wor d
Se t U ser Pas swo rd
I /O I nte rfa ce S ecu rit y
Het wachtwoord instellen:
1. Selecteer in het scherm Security (Beveiliging) de optie Setup Administrator Password (Beheerderswachtwoord instellen)
of User Password (Gebruikerswachtwoord).
2. Geef een wachtwoord op en druk op [Enter].
3. Typ het wachtwoord opnieuw en druk op [Enter].
4. Het wachtwoord is ingesteld.
Het wachtwoord wissen:
1. Selecteer in het scherm Security (Beveiliging) de optie Setup Administrator Password (Beheerderswachtwoord instellen)
of User Password (Gebruikerswachtwoord).
2. Voer het huidige wachtwoord in en druk op [Enter].
3. Laat het veld Create New Password (Nieuw wachtwoord maken) leeg en druk op [Enter].
4. Laat het veld Conrm New Password (Nieuw wachtwoord bevestigen) leeg en druk op [Enter].
5. Het wachtwoord wordt verwijderd.
Se t th e s yst em b oot or der.
: Sel ect Sc reen
: S ele ct Item
En ter: Se lec t
+/ —: Ch ang e Op t.
F1 : G ene ral Hel p
F2 : P rev iou s Va lue s
F9 : O pti miz ed D efa ult s
F1 0: Sav e ES C: Ex it
Telkens wanneer u de notebook inschakelt (naar BIOS of OS
gaat), wordt u gevraagd Gebruikerswachtwoord in te voeren. Beheerderwachtwoord wordt alleen gevraagd wanneer u de
BIOS-instellingen wilt openen en congureren.
Gebruikershandleiding notebook
B-5
Page 82
I/O-interfacebeveiliging
Ap tio Set up Util ity - Copy rig ht (C) 201 0 A meri can Me gatr end s, Inc.
Sec uri ty
I/ O I nte rfac e S ecu rity
LA N N etw ork Int erf ace [U NLOC KED ]
Wi rel ess Net wor k I nter fac e [U NLOC KED ]
HD AU DIO Int erf ace [U NLOC KED ]
SA TA 2nd HDD In ter face [U NLOC KED ]
SA TA ODD Int erf ace [U NLOC KED ]
U SB I nte rfa ce S ecu rit y
Ve rsio n 2 .01 .120 8. Cop yrig ht (C) 201 0 A mer ican Me gat rend s, Inc .
SA TA 2 nd HDD Int erf ace
UN LOCK ED
LO CKED
If Loc ked , 2 nd S ATA HD D wi ll be
di sabl ed.
: Sel ect Sc reen
: S ele ct Item
En ter: Se lec t
+/ —: Ch ang e Op t.
F1 : G ene ral Hel p
F9 : O pti miz ed D efa ult s
F1 0: Sav e ES C: Ex it
De I/O-interface vergrendelen:
1. Kies op het scherm Security (Beveiliging) de optie I/O Interface Security (I/O-interfacebeveiliging).
2. Selecteer een interface die u wilt vergrendelen en klik op Lock (Vergrendelen)Vergrendelen).
De instellingen voor I/O Interface Security (I/O-interfacebeveiliging) kunnen alleen worden gewijzigd
wanneer u zich aanmeldt met beheerdersmachtigingen.
B-6
Gebruikershandleiding notebook
Page 83
USB-interfacebeveiliging
Ap tio Set up Util ity - Copy rig ht (C) 201 0 A meri can Me gatr end s, Inc.
Sec uri ty
US B I nte rfac e S ecu rity
US B I nte rfac e [U NLOC KED ]
Ex ter nal Por ts [UNL OCK ED]
Bl uet oot h [U NLOC KED ]
CM OS Cam era [ UNL OCK ED]
Ca rd Rea der [U NLOC KED ]
UN LOCK ED
LO CKED
Ve rsio n 2 .01 .120 8. Cop yrig ht (C) 201 0 A mer ican Me gat rend s, Inc .
US B In ter fac e
If Loc ked , a ll U SB dev ice wil l
be dis abl ed.
: Sel ect Sc reen
: S ele ct Item
En ter: Se lec t
+/ —: Ch ang e Op t.
F1 : G ene ral Hel p
F9 : O pti miz ed D efa ult s
F1 0: Sav e ES C: Ex it
De USB-interface vergrendelen:
1. Kies op het scherm Security (Beveiliging) de optie I/O
Interface Security (I/O-interfacebeveiliging) > USB Interface
Security (USB-interfacebeveiliging).
2. Selecteer een interface die u wilt vergrendelen en klik op Lock
(Vergrendelen)Vergrendelen).
Als u USB Interface (USB-interface) instelt op [Lock]
([Vergrendelen]), worden External Ports (Externe poorten)
en CMOS Camera (CMOS-camera) simultaan vergrendeld en
verborgen.
De instellingen voor USB Interface Security (USB-interfacebeveiliging) kunnen alleen worden gewijzigd
wanneer u zich aanmeldt met beheerdersmachtigingen.
Gebruikershandleiding notebook
B-7
Page 84
HDD-wachtwoord
Ap tio Set up Util ity - Copy rig ht (C) 201 0 A meri can Me gatr end s, Inc.
Mai n Adva nce d BootMa in A dva nced Bo otS ecu rity Sa ve & Ex it
Pas swo rd Desc rip tio n
If ONL Y t he A dmi nis trat or’ s p assw ord is set ,
the n t his onl y l imi ts a cce ss to S etu p a nd i s
onl y a ske d fo r w hen ent eri ng Setu p.
If ONL Y t he u ser ’s pass wor d i s se t, the n th is
is a p owe r on pa ssw ord and mu st b e e nte red to
boo t o r e nter Se tup . In Se tup , th e U ser wil l
hav e A dmi nist rat or righ ts.
Ad min ist rato r P ass word NOTINSTALLED
Us er Pas swor d S tat us NOTINSTALLED
Se tup ad mini str ato r pa ssw ord
Us er Pas swor d
HD D P ass word St atu s : NO T IN STA LLE D
Se t M ast er P ass wor d
Se t U ser Pas swo rd
I /O I nte rfa ce S ecu rit y
Ve rsio n 2 .01 .120 4. Cop yrig ht (C) 201 0 A mer ican Me gat rend s, Inc .
Cr eate Ne w Pa ssw ord
Se t th e s yst em b oot or der.
: Sel ect Sc reen
: S ele ct Item
En ter: Se lec t
+/ —: Ch ang e Op t.
F1 : G ene ral Hel p
F2 : P rev iou s Va lue s
F9 : O pti miz ed D efa ult s
F1 0: Sav e ES C: Ex it
Het HDD-wachtwoord instellen:
1. Klik op het scherm Security (Beveiliging) om Set Master Password (Masterwachtwoord instellen), voer een
wachtwoord in en druk op [Enter].
2. Voer het wachtwoord opnieuw in als bevestiging en druk op
[Enter].
3. Klik op Set User Password (Gebruikerswachtwoord instellen)
en herhaal de vorige stappen om het gebruikerswachtwoord in
te stellen.
4. Het wachtwoord is ingesteld.
B-8
• Het HDD-wachtwoord kan alleen worden gewijzigd wanneer
u zich aanmeldt met beheerdersmachtigingen.
• U moet het Master Password (Masterwachtwoord)
instellen voordat u het User Password (Gebruikerswachtwoord) kunt instellen.
Wanneer u de notebook inschakelt, wordt u eerst gevraagd het
gebruikerswachtwoord in te voeren (als er een is) en daarna
het HDD-gebruikerswachtwoord. Als beide wachtwoorden
niet correct zijn ingevoerd, kunt u het besturingssysteem niet
starten.
Gebruikershandleiding notebook
Page 85
Wijzigingen opslaan
Wilt u de instellingen bewaren, dan moet u ze opslaan voordat u het
setup-programma van het BIOS afsluit.
Ap tio Set up Util ity - Copy rig ht (C) 201 0 A meri can Me gatr end s, Inc.
Mai n Adva nce d Chip set B ootMa in A dva nced Ch ipse t B oot Sec urit y S ave & E xit
Sav e C han ges and Ex it
Dis car d C hang es and Exi t
Sav e O pti ons
Sav e C han ges
Dis car d C hang es
Res tor e D efau lts
Boo t O ver ride
P0: S T95 0042 0AS
P1: H L-D T-ST BDD VDR W CA 21N
P2: S lim Type DVD A DS8A 5SH
Gen eri c-M ulti -Ca rd 1.00
Lau nch EF I Sh ell fr om f ile sys tem dev ice
Ve rsio n 2 .01 .120 8. Cop yrig ht (C) 201 0 A mer ican Me gat rend s, Inc .
Ex it s yst em setu p a fte r sa vin g
th e ch ang es.
: Sel ect Sc reen
: S ele ct Item
En ter: Se lec t
+/ —: Ch ang e Op t.
F1 : G ene ral Hel p
F9 : O pti miz ed D efa ult s
F1 0: Sav e ES C: Ex it
Gebruikershandleiding notebook
B-9
Page 86
Veelvoorkomende problemen en oplossingen
Hardwareprobleem – Optisch station
Het optische station kan geen schijven lezen of schrijven.
1. Werk het BIOS bij met de laatste versie en probeer het opnieuw.
2. Heeft dit geen eect, neem dan schijven van een betere
kwaliteit en probeer het opnieuw.
3. Als het probleem zich blijft voordoen, neem dan contact op met
een servicecentrum en vraag een technicus om hulp.
Onbekende oorzaak - Systeem instabiel
Kan niet uit de slaapstand worden geactiveerd.
1. Verwijder de uitbreidingen (RAM, HDD, WLAN, BT) als ze na
aankoop zijn toegevoegd.
2. Heeft dit geen eect, probeer dan MS Systeemherstel naar een
eerdere datum.
3. Als het probleem zich blijft voordoen, probeer dan het systeem
te herstellen met de herstelpartitie of -dvd.
(OPMERKING: maak altijd een back-up van al uw gegevens naar
een andere locatie voordat u het herstel uitvoert.)
4. Als het probleem zich blijft voordoen, neem dan contact op met
een servicecentrum en vraag een technicus om hulp.
Hardwareprobleem - Toetsenbord / Sneltoets
De sneltoets (FN) werkt niet.
A. Installeer het stuurprogramma “ATK0100” opnieuw vanaf de cd of
download het van de website van ASUS.
B-10
Gebruikershandleiding notebook
Page 87
Hardwareprobleem – Ingebouwde camera
De ingebouwde camera werkt niet goed.
1. Kijk in “Apparaatbeheer” om te controleren of er problemen zijn.
2. Installeer het stuurprogramma van de webcam opnieuw.
3. Lost dit het probleem niet op, werk dan het BIOS bij met de
laatste versie en probeer het opnieuw.
4. Als het probleem zich blijft voordoen, neem dan contact op met
een servicecentrum en vraag een technicus om hulp.
Hardwareprobleem - Batterij
Onderhoud van de batterij.
1. Registreer de Notebook voor een garantie van een jaar via de
volgende website:
http://member.asus.com/login.aspx?SLanguage=en-us
2. Verwijder de batterijdoos niet terwijl u de notebook gebruikt
met de voedingsadapter om schade te voorkomen die kan
worden veroorzaakt wanneer de stroom uitvalt. De batterijdoos
van ASUS bevat een beveiligingscircuit om overladen te
voorkomen zodat de batterijdoos niet wordt beschadigd als
deze in de computer blijft.
Hardwareprobleem – Fout bij in- en uitschakelen
Ik kan de notebook niet inschakelen.
Diagnostische gegevens:
1. Allen op batterij inschakelen? (J = 2, N = 4)
2. BIOS zichtbaar (ASUS-logo)? (J = 3, N = A)
3. Kan het besturingssysteem worden geladen? (J = B, N = A)
4. Brand de LED van de voedingsadapter? (J = 5, N = C)
5. Alleen op voedingsadapter inschakelen? (J = 6, N = A)
6. BIOS zichtbaar (ASUS-logo)? (J = 7, N = A)
7. Kan het besturingssysteem worden geladen? (J = D, N = A)
Gebruikershandleiding notebook
B-11
Page 88
Symptomen en oplossingen:
A. Het probleem bevindt zich in de MB, harde schijf of NB; vraag
een plaatselijk servicecentrum om hulp.
B. Probleem veroorzaakt door besturingssysteem. Probeer het
systeem te herstellen met de herstelpartitie of -schijf.
BELANGRIJK: maak altijd een back-up van alle gegevens op een
andere locatie voordat u het herstelproces start.
C. Probleem met adapter; controleer de
voedingskabelaansluitingen of ga naar een plaatselijk
servicecentrum voor een vervanging.
D. Probleem met batterij; controleer de contacten van de batterij
of ga naar een plaatselijk servicecentrum voor een reparatie.
Hardwareprobleem - Draadloze netwerkkaart
Hoe stelt u vast of een notebook voorzien is van een draadloze
netwerkkaart?
A. Ga naar Conguratiescherm -> Apparaatbeheer. Onder
"Netwerkadapters" ziet u of de notebook over een WLAN-kaart
beschikt.
Mechanisch probleem - ventilator / thermisch
Waarom loopt de ventilator altijd en is de temperatuur hoog?
1. Controleer of de ventilator draait wanneer de CPUtemperatuur hoog is en controleer of er luchtstroom is door de
ventilatieopeningen.
2. Zijn er veel toepassingen actief (zie taakbalk), sluit ze dan om de
systeembelasting te verminderen.
3. Het probleem kan ook worden veroorzaakt door sommige
virussen. Gebruik antivirussoftware om ze op te sporen.
4. Heeft dit alles geen eect, probeer dan het systeem te herstellen
met de herstelpartitie of -dvd.
IBELANGRIJK: maak altijd een backup van al uw gegevens op
een andere locatie voordat u het systeemherstel uitvoert.
B-12
Gebruikershandleiding notebook
Page 89
LET OP: maak geen verbinding met het internet zonder dat
er antivirussoftware en een rewall zijn geïnstalleerd, zodat u
beschermd bent tegen virussen.
Softwareprobleem – door ASUS geleverde software
Als ik de notebook inschakel, verschijnt de melding “Fout bij openen
beleidsbestand”.
A. Installeer de laatste versie van het hulpprogramma “Power4
Gear” om het probleem op te lossen. U vindt deze op de website
van ASUS.
Onbekende oorzaak – Blauw scherm met witte tekst
Een blauw scherm met witte tekst verschijnt na het opstarten.
1. Verwijder extra geheugen. Als u na de aankoop extra geheugen
hebt geïnstalleerd, schakel dan de computer uit, verwijder het
geheugen en schakel het systeem opnieuw in om te zien of het
probleem door incompatibel geheugen werd veroorzaakt.
2. Verwijder softwaretoepassingen. Zijn er onlangs toepassingen
geïnstalleerd, dan zijn ze mogelijk niet compatibel met uw
systeem. Probeer ze te verwijderen in de Veilige Modus van
Windows.
3. Controleer het systeem op virussen.
4. Werk het systeem bij met het laatste BIOS met WINFLASH
in Windows-modus of AFLASH in DOS-modus. Deze
hulpprogramma’s en BIOS-bestanden kunnen worden
gedownload van de website van ASUS. (WAARSCHUWING: zorg
dat de voeding van de notebook tijdens het ashen van de BIOS
niet wegvalt.)
WAARSCHUWING: zorg dat de voeding van de notebook tijdens
het ashen van de BIOS niet wegvalt.
Gebruikershandleiding notebook
B-13
Page 90
5. Is het probleem nog steeds niet opgelost, gebruik dan het
herstelproces om het volledige systeem opnieuw te installeren.
BELANGRIJK: maak altijd een back-up van al uw gegevens op
een andere locatie voordat u het systeemherstel uitvoert.
LET OP: maak geen verbinding met het internet zonder dat
er antivirussoftware en een rewall zijn geïnstalleerd, zodat u
beschermd bent tegen virussen.
OPMERKING: zorg ervoor dat u eerst de stuurprogramma's
“Intel INF Update” en “ATKACPI” installeert, zodat de
hardwareapparaten kunnen worden herkend.
6. Als het probleem zich blijft voordoen, neem dan contact op met
een servicecentrum en vraag een technicus om hulp.
B-14
Gebruikershandleiding notebook
Page 91
Softwareprobleem - BIOS
Het BIOS opwaarderen.
1. Controleer het exacte model van de notebook en download het
nieuwste BIOS-bestand voor uw model vanaf de ASUS-website.
Sla dit bestand op uw ashdisk op.
2. Sluit uw ashdisk aan op de notebook en schakel de notebook
in.
3. Gebruik de functie “Start Easy Flash” op de pagina
Geavanceerd van het BIOS Setup-hulpprogramma. Volg de
instructies op het scherm.
Ap tio Set up Util ity - Copy rig ht (C) 201 0 A meri can Me gatr end s, Inc.
Mai nMa in A dva nced Ch ipse t B oot Sec urit y S ave & E xit
Sta rt Eas y Fl ash
ASU S F anc ySta rt [D isab led ]
POS T L ogo Typ e [S tati c]
Pla y P OST Sou nd [ No]
Spe ake r V olum e [4]
ASU S E ASY OVE R-C LOC K [T urbo ]
Int ern al Poin tin g D evic e [E nab led]
SVM Mo de [Ena ble d]
Leg acy US B Su ppo rt [ Ena bled ]
S ATA Con fig urat ion
Ve rsio n 2 .01 .120 8. Cop yrig ht (C) 201 0 A mer ican Me gat rend s, Inc .
4. Zoek het nieuwste BIOS-bestand en start het bijwerken (ashen)
van de BIOS.
AS US T ek. Ea sy F las h U tili ty
FL ASH TYP E:Gene ric Fl ash Typ e
Cu rre nt Plat for m
Pl atfo rm: N75
Ve rsio n: 200
Bu ild Dat e: Mar 6 2 011
New Pl atfo rm
Pl atfo rm: Unko wn
Ve rsio n: Unk own
Bu ild Dat e: Unko wn
Pr ess ENT ER to r un the uti lit y
to sel ect an d up dat e B IOS.
: Sel ect Sc reen
: S ele ct Item
En ter: Se lec t
+/ —: Ch ang e Op t.
F1 : G ene ral Hel p
F9 : O pti miz ed D efa ult s
F1 0: Sav e ES C: Ex it
FS 0
FS 1
[] : Sw itc h [ ] : Cho ose [ q] : Ex it
5. U moet “Restore Defaults” (Standaardinstellingen herstellen)
selecteren op de pagina Exit (Afsluiten) nadat u de BIOS hebt
bijgewerkt (geasht).
Gebruikershandleiding notebook
B-15
Page 92
Uw notebook herstellen
De herstelpartitie gebruiken
De herstelpartitie stelt de software van uw notebook snel terug
naar de originele werkstatus. Voordat u de herstelpartitie gebruikt,
kopieert u uw gegevens (zoals de PST-bestanden van Outlook) naar
diskettes of een netwerkstation en noteert u eventuele aangepaste
conguratie-instellingen (zoals netwerkinstellingen).
Over de Herstelpartitie
De Herstelpartitie is een ruimte op uw harde schijf die wordt
voorbehouden om het besturingssysteem, de stuurprogramma’s en
hulpprogramma’s die op de notebook zijn geïnstalleerd, te herstellen
naar de toestand zoals die door de fabriek is ingesteld.
BELANGRIJK: verwijder de partitie met de naam “RECOVERY”
niet. Deze partitie is in de fabriek gemaakt en kan door de
gebruiker niet meer
worden hersteld. Breng de
notebook naar een bevoegd
servicecentrum van ASUS
als er problemen zijn met
het herstelproces.
Gebruik van de Recovery-partitie:
1. Druk tijdens het opstarten op [F9] (hiervoor is de Recoverypartitie nodig).
2. Druk op [Enter] om Windows Setup [EMS Enabled] te selecteren.
3. Selecteer de taal die u wilt herstellen en klik op Volgende.
4. Lees het scherm “ASUS Preload Wizard” en klik op Volgende.
5. Selecteer een partitie-optie en klik op Volgende. Partitieopties
zijn:
Windows alleen herstellen naar de eerste partitie.
Deze optie verwijdert alleen de eerste partitie, zodat de overige
partities intact blijven. Er wordt een nieuwe systeempartitie
gemaakt als station “C”.
Windows herstellen naar de hele harde schijfD.
Deze optie verwijdert alle partities van de harde schijf en maakt
een nieuwe systeempartitie als station “C”.
B-16
Gebruikershandleiding notebook
Page 93
Windows herstellen naar de hele harde schijf met 2 partities.
Deze optie verwijdert alle partities van de harde schijf en maakt
twee nieuwe partities “C” (40%) en “D” (60%).
6. Volg de instructies op het scherm om het herstelproces te
voltooien.
Ga naar www.asus.com voor bijgewerkte stuurprogramma’s en
hulpprogramma’s.
Gebruik van de Recovery-dvd
(bij sommige modellen)
De secundaire harde schijf vergrendelen:
Voor modellen waarop twee harde schijven zijn geïnstalleerd, moet
u de tweede harde schijf vergrendelen voordat u het systeemherstel
uitvoert met de herstel-dvd.
1. Druk tijdens het opstarten op [F2] om de BIOS setup te openen.
2.
Selecteer op het scherm Security (Beveiliging) de optie I/O Interface Security (I/O-interfacebeveiliging) en druk op [Enter].
Ap tio Set up Util ity - Copy rig ht (C) 201 0 A meri can Me gatr end s, Inc.
Mai n Adva nce d BootMa in A dva nced Bo otS ecu rity Sa ve & Ex it
Pas swo rd Desc rip tio n
If ONL Y t he A dmi nis trat or’ s p assw ord is set ,
the n t his onl y l imi ts a cce ss to S etu p a nd i s
onl y a ske d fo r w hen ent eri ng Setu p.
If ONL Y t he u ser ’s pass wor d i s se t, the n th is
is a p owe r on pa ssw ord and mu st b e e nte red to
boo t o r e nter Se tup . In Se tup , th e U ser wil l
hav e A dmi nist rat or righ ts.
Ad min ist rato r P ass word NO T IN STA LLE D
Us er Pas swor d S tat us NO T IN STA LLE D
Se tup ad mini str ato r pa ssw ord
Us er Pas swor d
HD D U ser Pwd St atu s : N OT I NST ALL ED
HD D U ser Pwd St atu s : N OT I NST ALL ED
Se t M ast er P ass wor d
Se t M ast er P ass wor d
Se t U ser Pas swo rd
Se t U ser Pas swo rd
I /O I nte rfa ce S ecu rit y
Ve rsio n 2 .01 .120 8. Cop yrig ht (C) 201 0 A mer ican Me gat rend s, Inc .
Se t th e s yst em b oot or der.
: Sel ect Sc reen
: S ele ct Item
En ter: Se lec t
+/ —: Ch ang e Op t.
F1 : G ene ral Hel p
F2 : P rev iou s Va lue s
F9 : O pti miz ed D efa ult s
F1 0: Sav e ES C: Ex it
Gebruikershandleiding notebook
B-17
Page 94
3. Selecteer SATA 2nd HDD Interface (SATA 2de HDD-interface)
en stel dit in op Lock (Vergrendelen).
Ap tio Set up Util ity - Copy rig ht (C) 201 0 A meri can Me gatr end s, Inc.
Sec uri ty
I/ O I nte rfac e S ecu rity
LA N N etw ork Int erf ace [U NLOC KED ]
Wi rel ess Net wor k I nter fac e [U NLOC KED ]
HD AU DIO Int erf ace [U NLOC KED ]
SA TA 2nd HDD In ter face [U NLOC KED ]
SA TA ODD Int erf ace [U NLOC KED ]
U SB I nte rfa ce S ecu rit y
Ve rsio n 2 .01 .120 8. Cop yrig ht (C) 201 0 A mer ican Me gat rend s, Inc .
SA TA 2 nd HDD Int erf ace
UN LOCK ED
LO CKED
If Loc ked , 2 nd S ATA HD D wi ll be
di sabl ed.
: Sel ect Sc reen
: S ele ct Item
En ter: Se lec t
+/ —: Ch ang e Op t.
F1 : G ene ral Hel p
F9 : O pti miz ed D efa ult s
F1 0: Sav e ES C: Ex it
4. Druk op [F10] om de conguratie op te slaan en af te sluiten.
De herstel-dvd maken:
1. Dubbelklik op het pictogram AI Recovery Burner op het
bureaublad van Windows.
2. Plaats een lege
beschrijfbare
dvd in het
optische station
en klik op Start
om het maken van de herstel-dvd te starten.
3. Volg de instructies op het scherm om het maken van de hersteldvd te voltooien.
B-18
Zorg dat u voldoende lege beschrijfbare dvd’s voorbereid zoals
geïnstrueerd om de herstel-dvd te maken.
BELANGRIJK! Verwijder het externe harde schijfstation voordat u
het systeemherstel op uw notebook uitvoert. Volgens Microsoft
kunt u belangrijke gegevens verliezen wanneer u Windows
op het verkeerde schijfstation installeert of een verkeerde
schijfpartitie formatteert.
Gebruikershandleiding notebook
Page 95
Gebruik van de Recovery-dvd:
1. Leg de Recovery-dvd in het optische station. De notebook moet
ingeschakeld zijn.
2. Herstart de notebook en druk bij het opstarten op <Esc>.
Selecteer het optische station (dat kan “CD/DVD” zijn) met de
pijltjes en druk op <Enter> om op te starten vanaf de Recoverydvd.
3. Selecteer OK om het herstel van de image te starten.
4. Selecteer OK om het systeemherstel te bevestigen.
Het herstellen zal uw harde schijf overschrijven. Zorg dat u een
back-up maakt van al uw belangrijke gegevens voordat u het
systeemherstel start.
5. Volg de richtlijnen op het scherm om het herstelproces te
voltooien.
WAARSCHUWING: Verwijder de herstel-schijf niet tijdens het
herstelproces (tenzij u wordt gevraagd dit te doen), anders zullen
uw partities onbruikbaar zijn.
Zorg dat u de voedingsadapter aansluit op uw notebook
wanneer u het systeemherstel uitvoert. Een onstabiele voeding
kan fouten bij het herstel veroorzaken.
Ga naar www.asus.com voor bijgewerkte stuurprogramma’s en
hulpprogramma’s.
6. Volg de instructies in het vorige deel om de secundaire harde
schijf te ontgrendelen.
De secundaire harde schijf is alleen beschikbaar op bepaalde
modellen.
Gebruikershandleiding notebook
B-19
Page 96
Informatie dvd-romstation
De notebook wordt geleverd met een optioneel dvd-romstation of
een cd-romstation. Om dvd-titels te kunnen bekijken, moet u uw
eigen dvd-weergavesoftware installeren. U kunt optioneel dvdweergavesoftware aankopen bij deze notebook. Met het dvdromstation kunt u zowel cd- als dvd-schijven gebruiken.
Regionale weergave-informatie
De weergave van dvd-lmtitels omvat het decoderen van MPEG2video, digitale AC3-audio en door CSS beveiligde inhoud. CSS (soms
kopieerbeveiliging genoemd) is de naam die werd gegeven aan
het schema voor de inhoudsbescherming dat door de lmindustrie
wordt toegepast om te voldoen aan de behoefte aan een
bescherming tegen het illegaal kopiëren van inhoud.
Hoewel er talrijke regels zijn die aan CSS-licentiehouders worden
opgelegd, is er één regel die het meeste betrekking heeft op
de weergavebeperkingen op de in regio’s ingedeelde inhoud.
Om de geograsche opgesplitste releasedatums van lms te
vergemakkelijken, worden dvd-videotitels uitgegeven voor
speciek geograsche regio’s zoals hieronder omschreven onder
“Regiodenities”. De wetten op het auteursrecht vereisen dat alle
dvd-lms worden beperkt tot een specieke regio (doorgaans
gecodeerd volgens de regio waar de dvd wordt verkocht). Terwijl
de inhoud van een dvd-lm kan worden uitgegeven voor meerdere
regio’s, vereisen de CSS-regels dat elk systeem dat in staat is CSSgecodeerde inhoud af te spelen, alleen in staat mag zijn om één
regio af te spelen.
B-20
De instelling van de regio kan maximaal vijf maal worden
gewijzigd via de weergavesoftware. Daarna kan de speler
alleen dvd-lms van de laatste regio-instelling afspelen. Als u
de regiocode daarna opnieuw aanpast, zal het toestel opnieuw
moeten worden ingesteld naar de fabrieksinstelling. Deze
bewerking valt niet onder de garantie. Als een reset nodig
is, zullen de verzend- en resetkosten voor rekening van de
gebruiker zijn.
Australië, Caraïben (behalve Amerikaanse Territoria), CentraalAmerika, Nieuw-Zeeland, Pacische eilanden, Zuid-Amerika
Regio 5
GOS, India, Pakistan, Rest van Afrika, Rusland, Noord-Korea
Regio 6
China
Gebruikershandleiding notebook
B-21
Page 98
Blu-ray ROM-stationsinformatie
(bij sommige modellen)
Regiodenities
Regio A
Noord-, Midden- en Zuid-Amerikaanse landen en hun territoria;
Taiwan, Hongkong, Macao, Japan, Korea (Zuid en Noord), landen
in Zuidoost-Azië en hun territoria.
Regio B
Europese en Afrikaanse landen, landen uit Zuidwest-Azië en hun
territoria; Australië en Nieuw-Zeeland.
Regio C
Landen uit Centraal- en Zuid-Azie en Oost-Europea en hun territoria;
China en Mongolië.
Raadpleeg de Blu-ray Disc-website op www.blu-raydisc.
com/en/Technical/FAQs/Blu-rayDsicforVideo.html voor meer
informatie.
B-22
Gebruikershandleiding notebook
Page 99
Naleving interne modem
De notebook met interne modem voldoet aan JATE (Japan), FCC
(VS, Canada, Korea, Taiwan) en CTR21. De interne modem werd
goedgekeurd in overeenstemming met de Richtlijn van de Raad
98/482/EC voor pan-Europese enkelvoudige aansluitingen op een
openbaar telefoonnet (PSTN= public switched telephone network)
Door verschillen tussen de afzonderlijke PSTN’s die in verschillende
landen worden aangeboden, biedt de goedkeuring niet zelfstandig
een onvoorwaardelijke garantie van succesvol gebruik op elk
eindpunt van een PSTN-net. Als er problemen optreden, dient u in
de eerste plaats contact op te nemen met de leverancier van uw
apparatuur.
Overzicht
Op 4 augustus 1998 werd het besluit van de Europese raad met
betrekking tot de CTR 21 gepubliceerd in het ociële tijdschrift
van de EG. De CTR 21 is van toepassing op alle eindapparatuur
zonder spraak met DTMF-kiesmogelijkheden, die bedoeld is om op
de analoge PSTN (Public Switched Telephone Network) te worden
aangesloten.
CTR 21 (Common Technical Regulation) voor de vereisten van
de randapparaten voor verbinding met analoge openbare
telefoonnetwerken (PSTN) (behalve eindapparatuur die
spraaktelefonie ondersteunt) waarin netwerkadressering, indien
voorzien, gebeurt via een signaal van twee tonen op meerdere
frequenties.
Verklaring van netwerkcompatibiliteit
Verklaring die door de fabrikant moet worden gegeven aan de
aangemelde instantie (Notied Body) en de verkoper: “Deze
verklaring zal de netwerken aangeven waarvoor deze apparatuur
werd ontwikkeld en alle gemelde netwerken waarmee de
apparatuur bij de onderlinge werking problemen kan ondervinden."
Gebruikershandleiding notebook
B-23
Page 100
Verklaring van netwerkcompatibiliteit
Verklaring die door de fabrikant aan de gebruiker moet worden
gegeven: “Deze verklaring zal de netwerken aangeven waarvoor
deze apparatuur werd ontwikkeld en alle gemelde netwerken
waarmee de apparatuur bij de onderlinge werking problemen kan
ondervinden. De fabrikant zal ook een verklaring koppelen om
duidelijk te maken op welk vlak de netwerkcompatibiliteit afhankelijk
is van de instellingen van fysieke en softwareschakelopties. Deze
verklaring zal de gebruiker ook de raad geven contact op te nemen
met de verkoper als deze de apparatuur op een ander netwerk wil
gebruiken."
Tot op heden heeft de Notied Body van CETECOM verschillende
pan-Europese goedkeuringen verleend voor het gebruik van
CTR21. De resultaten zijn de eerste modems in Europa die geen
regelgevende goedkeuring vereisen in elk afzonderlijk Europees
land.
Non-voice apparatuur
Naast antwoordapparaten en luidsprekertelefoons, kunnen
ook modems, faxapparaten, automatische kiesapparaten en
alarmsystemen in aanmerking komen. Apparatuur waarvoor de endto-end kwaliteit van de spraak door voorschriften worden beheerd
(bijv. telefoons met handsets en in sommige landen ook draadloze
telefoons), is uitgesloten.
B-24
Gebruikershandleiding notebook
Loading...
+ hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.