Arexx MNP55 User guide [nl]

Handleiding voor de

ASURO-module

„Mijnveger“

AREXX / Robin Gruber

23.3.2009

1 Functiebeschrijving van de schakeling

De uitbreidingsmodule “Mijnveger” stelt de ASURO-Robot in staat metalen voorwerpen te detecteren, die zich onder de halve ping-pong-bal bevinden. Daarmee kan men – natuurlijk wel begrensd door de technische randvoorwaarden, die de robot en de kit ter beschikking stellen – diverse scenario's uitproberen, zoals bijvoorbeeld het opsporen van mijnen of het zoeken naar schatten met behulp van een robot en het speuren en volgen van leidingen, betonstaal of andere metalen voorwerpen in de bodem. Deze handleiding bevat slechts een summiere beschrijving, omdat een uitvoerige documentatie inclusief de magnetische veldbeschrijving en de behandeling van de complexe wisselstroomtheorie niet in het kader van een handleiding past.
In de “Mijnveger” wordt een resonator, bestaande uit een condensator en een spoel met een open kern, door een operationele versterker tot oscilleren gebracht. Omdat de spoelkern een open structuur vormt, kan het magneetveld zich in de omgeving uitbreiden en door het in de buurt
aanwezige metaal worden beïnvloed.
Fig. 1 beschrijft het schema. De resonantiekring bestaat uit de spoel L1 en de condensator C1. De toegepaste schakeling kan oscilleren, omdat de in het elektrische veld van de condensator opgeslagen energie cyclisch tegen de magnetische energie van de spoel wordt uitgewisseld. Dit proces vindt in twee richtingen plaats. De frequentie waarmee dit proces plaatsvindt hangt af van de capaciteit van de condensator en de zelfinductie van de spoel. Bij geringe verliezen kan men voor de berekening werken met de formule:
f0=
1
2L C
Fig. 1: Schema voor de "Mijnveger"-uitbreidingsmodule
Omdat deze conversie niet zonder verliezen verloopt, zal de oscillatie na een paar perioden afsterven. Men moet voortdurend energie toevoeren om deze verliezen te compenseren. Daartoe moet men evenals bij een schommel de juiste tijdstippen voor de benodigde impuls kiezen, anders werkt het niet. In ons ontwerp zorgt de schakeling er daarom voor, dat het systeem de laadstroom voor de condensator proportioneel instelt tot de spanning over de condensator.
Daartoe passen wij een operationele versterker IC1A toe, die met een weerstand R2 en een instelbare trimmerweerstand TR1 een niet-inverterende versterker vormt. De uitgangsspanning van deze versterker wordt op een waarde ingesteld, die ca. 1..3 hoger wordt gekozen dan de condensatorspanning. Daardoor vloeit door weerstand R1 een stroom, die zal stijgen naarmate de spanning over C1 hoger wordt. De versterking moet instelbaar zijn omdat de verliezen in de resonatorkring vooraf niet nauwkeurig genoeg bekend zijn.
De operationele versterker (Opamp) IC1B is als comparator geconfigureerd en vergelijkt de spanning over de resonatorkring met een referentiespanning van ca. 0,5V (deze waarde hangt af van de ASURO-voedingsspanning) en stelt het resultaat aan extension-pin INT1 ter beschikking. R4 beschermt daarbij de in- en uitgangen, om te voorkomen, dat een processor- en een Opamp-pin in een ongeprogrammeerde processor elkaar eventueel kunnen beschadigen. D4 vervangt de oorspronkelijke lijnvolger-LED.
Het linker gedeelte van het schema met de diodes en condensatoren bevat een schakeling ter opwekking van een negatieve voedingsspanning (ten opzichte van de massa-pool in het systeem). Wij hebben deze hulpspanning nodig, omdat de spanning in het resonatorcircuit ten opzichte van de 0V-spanning varieert en in dit bereik zowel positief als negatief kan worden.
In de praktijk zijn er meerdere methoden voor het zoeken naar metaal. Ons ontwerp werkt met twee van deze methoden:
1. De versterkingsfactor van de schakeling en daarmee ook de energietoevoer naar het resonatorcircuit wordt zodanig ingesteld, dat de elektrische verliezen in de resonator bij afwezigheid van metaal in de directe omgeving van de spoel precies worden gecompenseerd. Zodra er zich nu metaal in de buurt van de spoel bevindt, veroorzaken de wervelstroom (bij geleidend materiaal) of magnetisatie-verliezen (bij isolerend, maar ferromagnetisch materiaal) extra verliezen, die daardoor de oscillaties uitdoven.
2. De versterkingsfactor wordt zo hoog gekozen, dat ook de extra verliezen door metaal in de buurt van de spoel worden gecompenseerd. Daarbij wordt nu de oscillatiefrequentie gemeten. Als zich geleidend materiaal in de omgeving van de spoel bevindt, verzwakt de wervelstroom het veld, waardoor de zelfinductie van de spoel daalt en de oscillatie­frequentie stijgt. Ferromagnetisch materiaal versterkt daarentegen het veld, zodat de zelfinductie stijgt en de frequentie daalt. Met behulp van deze meetmethode wordt dus niet alleen het metaal gedetecteerd, maar ook nog geclassificeerd.

2 Opbouw

2.1 De opbouw van de spoel

Indien de spoel reeds kant en klaar is gewikkeld en volgens fig. 8 van een condensator en aansluitdraden is voorzien, kan deze procedure worden overgeslagen. Als dat niet het geval is, wensen wij je alvast veel plezier met deze klus!
Je moet nu namelijk 400 windingen (ja, dat is geen typefout!) dun koperdraad (0,1mm diameter) op de spoelvorm wikkelen. Dat gebeurt als volgt:
In de bouwdoos bevindt zich een spoelvorm met een dubbele kamer, die in feite voor twee kern­helften is ontworpen (zie fig. 2).
Om ervoor te zorgen, dat de spoelvorm in onze enkelvoudige kern past, moet de vorm doorgezaagd worden. Daartoe is een beugelzaag goed geschikt. In dit geval zaag je de spoelvorm aan een kant in het midden van de kamer door, zodat er een smalle spoelvorm met slechts een enkele wikkelkamer onstaat. De braam van het zagen moet je nog even verwijderen met fijn schuurpapier (korrelgrootte 240 tot 300) of met een Stanleymes (let op je vingers!). Het afgezaagde restant kan worden weggegooid.
Om de wikkeling op de spoelvorm te brengen, kun je deze het beste op een potlood of een penseel schuiven. Een penseel is wellicht beter geschikt, omdat deze vaak een konische vorm heeft. Bij voorkeur klem je het aanloopgedeelte en enkele centimeters van de gelakte koperdraad voorzichtig tussen de spoelvorm en de penseel, zoals in fig. 4 aangeduid. Om het verschuiven van de draad te verhinderen, kun je deze ook met wat plakband fixeren.
Fig. 2: Spoelvorm,
met dubbele kamer
Fig. 3: Spoelvorm, doorgezaagd
Fig. 4: Wikkelsysteem
Loading...
+ 9 hidden pages