Alecto WS-5500 User manual

GEBRUIKSAANWIJZING
MODE D’EMPLOI
GEBRAUCHSANLEITUNG
USER MANUAL
WS-5500
INHOUDSOPGAVE
2. INTRODUCTIE
2. INTRODUCTIE .......................................................................... 2
3.1 Regenmeter ............................................................................... 3
3.2 Buitentemperatuur- en vochtigheidssensor ............................... 3
4. SPECIFICATIES ........................................................................ 3
5. OVERZICHT
5.1 Binnen-unit ................................................................................. 4
5.2 Buitenunit ................................................................................... 5
6. INSTALLATIE
6.1 Binnen-unit ................................................................................. 6
6.2 Buiten-unit ................................................................................. 6
7. GEBRUIKEN
7.1 Bij eerste gebruik ....................................................................... 8
7.2 Basis-instellingen ....................................................................... 8
7.3 Functietoetsen ......................................................................... 10
7.4 Wekalarm ................................................................................. 12
7.5 Weeralarm ............................................................................... 12
7.6 Weersvoorspelling ................................................................... 12
7.7 Tendens-indicatie ..................................................................... 13
7.8 Kalibreren ................................................................................ 13
8. KOPPELEN MET INTERNET (Weather Underground)
8.1 Introductie ................................................................................ 14
8.2 Weerstation registreren ........................................................... 14
8.3 Werken met Wunderground ..................................................... 15
CE:
VERKLARING VAN CONFORMITEIT Het toestel voldoet aan de essentiële voorwaarden en voorzieningen zoals omschreven in de Europese richtlijn 2014/53/EU.
De verklaring van conformiteit is beschikbaar op: http://DOC.hesdo.com/WS-5500-DOC.pdf
Het Alecto WS-5500 weerstation bestaat uit de volgende componenten:
Buiten-unit: De buiten-unit heeft een ingebouwde regenmeter, wind­snelheidsmeter, windrichtingssensor, temperatuursensor, vochtigheidssensor, LUX meter en zonnecel. De meet­gegevens van deze sensoren worden draadloos doorge­stuurd naar de display-unit. De buiten-unit wordt gevoed door een ingebouwde supercap die op zijn beurt opgela­den wordt door het ingebouwde zonnepanneel. Als back up kunnen lithium batterijen geplaatst worden. Zie ook verderop in deze gebruiksaanwijzing. De buiten-unit wordt geleverd inclusief bevestigingsmate­riaal maar exclusief mast.
Binnen-unit: De binnen-unit ontvangt de meetgegevens van de bui­ten-unit en beschikt daarnaast over een eigen tempera­tuursensor, vochtigheidssensor en druksensor. De binnen-unit wordt gevoed door de meegeleverde voe­dingsadapter en als back up kunnen 3 stuks AAA 1,5V batterijen geplaatst worden (excl.). Alle meetgegevens wordt getoond op het 17,5 cm (6.9”) groot kleuren LCD-scherm. Daarnaast kunnen deze meetgegevens doorgestuurd worden naar websites zoals ‘Wunderground’ om deze verder via het internet te publi­ceren en te delen met derden.
2
3. ONDERHOUD
Om eenvoudig bij de buiten-unit te komen voor
het plegen van klein onderhoud of om de batterijen te vervangen, is het raadzaam de buiten-unit op een toegankelijke plaats te hangen maar toch zo goed als mogelijk vrij in de wind en regen.
3.1 Regenmeter:
De zwarte regen-opvangschaal kan linksom los gedraaid worden waarna het binnenwerk van de regenmeter ge­reinigd kan worden. Gebruik hiervoor een zacht langha­rig kwastje. Reinig de zwarte opvangschaal en verwijder eventuele blaadjes. Plaats deze weer terug op de regenmeter (let op de 3 uitstekende nokjes) en draai de schaal rechts weer vast tot na de mechanisch ‘klik’.
3.2 Buitentemperatuur- en vochtigheidssensor:
Zie de afbeelding en neem de onderste 4 windgeleiders voorzichtig los van de bui­ten-unit. (laat de eerste geleider zitten!) Blaas de houder schoon waarin de tem­peratuur en de vochtigheidssensor zit en gebruik een langharig zacht kwastje om de windgeleiders te reinigen. Gebruik GEEN WATER. Plaats de windgeleiders terug en schroef ze vast.
4. SPECIFICATIES
resolutie: 1% RH luchtdruk: 300-1100hpa UV meter bereik: 0-15 0-2 = Low, 3-5 = Moderate, 6-7 = High, 8-10 = Very High, >=11 = Extreme nauwkeurigheid: +/-3hpa (bij 700-1100hpa) resolutie: 0,1hps alarmduur: 120 seconden snoozetijd: 10 minuten voeding: 3x 1,5V batterij, formaat AAA afmetingen: 188(B)x119(H)x20(D)mm gewicht: 285gr (batt incl.)
Buiten-unit: meetbereik: nauwkeurigheid: +/­resolutie: 0,1°C vochtigheid: 10% ~ 99% RH nauwkeurigheid: +/­neerslag: 0-6000mm nauwkeurigheid: +/­resolutie: 0,1mm bij neerslag <1000mm 1mm bij neerslag >1000mm Windsnelheid: 0-50m/s nauwkeurigheid: +/- 1m/s
Licht: 0-400KLux Nauwkeurigheid: +/- 15% voeding: 2x 1,5V batterij, formaat AA (*)
Radio: zendfrequentie: zendinterval: 16sec. bereik: RF power: < 0 dBm
-40˚C - 60˚C (‘---’ indien buiten dit bereik)
1°C
5%
10%
+/- 10%
868 MHz
100m
(‘---’ indien buiten dit bereik)
(‘---’ indien buiten dit bereik) bij windsnelheid <5m/s
bij windsnelheid >5m/s
Binnen-unit: meetbereik: resolutie: vochtigheid: 10% ~ 99% RH
-10˚C - 60˚C (‘---’ indien buiten dit bereik)
0.1˚C
*: voor langdurig gebruik bij temperaturen onder 0°C worden Lithium batterijen geadviseerd. Zie ook paragraaf 6.2.
3
5. OVERZICHT
5.1 Binnen-unit:
4
5
2
3
13
12
11
15 17 171816 16
SET
SET
6
718 109
1. Weergave van de tijd en datum (*)
2. Weergave van de temperatuur & luchtvochtigheid binnen (*)
3. Weergave van de temperatuur & luchtvochtigheid buiten (*)
4. Weergave van de maanstand (*)
5. Weergave van de weersvoorspelling (*)
6. Weergave van de UV index (*)
7. Weergave van de Lichtsterkte (*)
8. Weergave van de luchtdruk (*)
9. Weergave van de windsnelheid en -richting (*)
10. Weergave van de neerslag (*)
11. indicatie dat het weeralarm op deze meetwaarde is aan gezet
12. tendens-indicatie
13. batterij-indicatie buiten-unit, licht op als de batterijen in de buiten-unit zwak zijn
14. functietoetsen
15. aansluiting voedingsadapter
WIND
+
PRESSURE
14
MAX/MIN
MAX/MIN
MAX/MIN
LIGHT SNOOZE
ALARMRAINTEMP.
ALARMRAINTEMP.
ALARM
_
4
16. ophang-openingen
17. uitklapbare tafelstandaard
18. batterijklepje
*: Zie paragraaf 7.2 voor de weergave-opties die de binnen-unit biedt.
5.2 Buitenunit:
1
2
3 4
5
6
1. Regensensor
2. Waterpas, om de buiten-unit waterpas af te stellen tijdens het plaatsen
3. Hier zit de temperatuur en vochtigheidssensor
4. Zonnepaneel om de ingebouwde supercap op te laden (zie ook paragraaf 6.2, item ‘Buiten-unit / voeding’)
5. UV sensor / licht sensor
6. Windsnelheidssensor
7. Windrichtingssensor
8. Beugels om de buitenunit aan een mast (excl.) te bevestigen
9. Resettoets, deze 4 seconden ingedrukt houden om de buiten-unit te resetten, gebruik hiervoor een opengebogen paperclip
10. Batterijcompartiment voor 2 backup batterijen (excl.)
11. Led, itst elke 16 seconden als indicatie dat er meetwaarden naar
7
8 9
10
11
de binnen-unit gestuurd worden
5
6. INSTALLATIE
6.1 Binnen-unit: Algemene installatie-en plaatsingstips:
• Zorg dat de omgevingstemperatuur bij de binnen-unit niet wordt beïnvloed door lampen, radiatoren, deuren of ramen, tocht, en dergelijke.
• Bij hangend gebruik: hang de unit vrij, dus niet achter bijvoorbeeld een gordijn.
• Zorg dat het adaptersnoertje niet tot vallen of struikelen kan leiden. Bind een te lang snoertje op met snoerbindertjes,
Voeding: De hoofdvoeding van de binnen-unit wordt verzorgt door de meege­leverde voedingsadapter. Doe het laagspanningsstekkertje van de adapter in aansluiting DC5.0V aan de achterzijde van de binnen-unit en doe de adapter in een 230V stopcontact.
Als backup, om de meetgegevens te bewaren bij een mogelijke stroomuitval of als de adapter per ongeluk uit het stopcontact genomen wordt, kunnen 3 stuks 1,5V AAA batterijen geplaatst worden
1. Open het batterijcomparti­ment aan de achterzijde van de binnen-unit.
2. Plaats de eerste batterij en schuif deze helemaal naar links.
3. Plaats de tweede batterij en schuif deze helemaal naar rechts.
4. Plaats de derde batterij in het midden tussen de eerste 2 batterijen.
5. Plaats tot slot de batterijdeksel terug.
6.2 Buiten-unit: Algemene installatie-en plaatsingstips:
• Controleer eerst of de buiten-unit binnen bereik is van de binnen-unit
alvorens de buiten-unit denitief geplaatst wordt. Houd een afstand tussen de buiten-unit en de binnen-unit aan van 50 tot 100 meter.
• Zorg dat de buiten-unit minimaal 1,5 meter boven de grond geplaatst wordt en dat de unit vrij in de regen en in de wind staat.
• Om de regenmeter zo nauwkeurig mogelijk te laten werken, moet de buiten-unit zo exact mogelijk horizontaal staan. Maak hiertoe gebruik van de ingebouwde waterpas boven op de buiten-unit.
• Om aan te kunnen geven uit welke richting de wind vandaan komt, moet de buiten-unit op het Noorden gericht worden. Zie hiervoor de aanduiding North boven op de buiten-unit. Gebruik een nauwkeuri­ge kompas (exclusief) om de unit goed te richten.
• Zorg dat de buiten-unit vrij hangt of staat. Vooral de windsnelheids­meter en het windvaantje moeten in de directe wind hangen.
• Zoek een locatie waar de kans op inwaaiende bladeren minimaal is. In het regenbakje gewaaide bladeren kunnen de regenmeter blokke­ren of de meetresultaten beïnvloeden. In elk geval adviseren wij om de buiten-unit zodanig te plaatsen dat redelijk eenvoudig eventueel ingewaaide bladeren verwijderd kunnen worden en de 2 batterijen in de buiten-unit vervangen kunnen worden.
• Wellicht kan de buiten-unit eerst een week binnen handbereik ge­houden worden om alle functies uit te proberen. Geef de buiten-unit
pas zijn denitieve plaats als alles naar behoren functioneert.
Windvanger:
Hangen of staan: Naar keuze kan de binnen-unit losstaand op een kast of bureau ge­plaatst worden (klap hiertoe de 2 standaarden aan de achterzijde van de binnen-unit uit) of kan de unit aan de wand gehangen worden (zie de sleutelgat-openingen aan de achterzijde.
Controleer eerst of het kleine schroefje van de windvanger ver genoeg naar buiten gedraaid is en druk de windvanger over de as op de bui-
6
ten-unit. Druk de windvanger goed aan maar forceer het niet !!
Draai het kleine schroefje met een kleine kruiskopschroevendraaier
(excl.) aan om de windvanger op de as te xeren.
Blaas tot slot tegen een van de windvangerkuipjes en controleer of de windvanger soepel kan ronddraaien.
Windrichting:
Let op: zowel de as voor de windrichtingsvaan als de wind­richtingsvaan zelf is aan een zijde afgeplat. Op deze manier kan het vaantje slechts op één manier op de as geschoven worden. Houd hiermee rekening tijdens de montage.
Controleer eerst of het kleine schroefje van de windrichtingsvaan ver genoeg naar buiten gedraaid is en druk het vaantje over de as op de buiten-unit. Let op de afgeplatte zijde !!
Druk de windrichtingsvaan goed aan maar forceer het niet !! Draai het kleine schroefje met een kleine kruiskopschroevendraaier aan
om de windrichtingsvaan op de as te xeren.
Blaas tot slot tegen de zijkant van het vaantje en controleer of deze soepel kan ronddraaien.
Voeding: De voeding voor de sensoren in de buiten-unit wordt verzorgt door een ingebouwde ‘supercap’, een soort oplaadbare batterij. Deze supercap wordt opgeladen door het zonnepaneeltje boven op de buiten-unit. Als back up, voor het geval de supercap niet voldoende geladen is, moeten in de binnen-unit nog 2 AA 1,5V batterijen geplaatst worden (excl.).
Omdat normale Alkaline bat­terijen niet of slecht presteren bij temperaturen van rond of onder 0°C, is het toepassen van standaard Alkaline batterijen in de buiten-unit niet aan te bevelen.
Voor de buiten-unit adviseren wij dan ook om Lithium batte­rijen te plaatsen die ontwikkeld zijn om te functioneren bij een temperatuurbereik van -20°C tot 60°C. Deze batterijen zijn leverbaar via de serviceafdeling van Alecto op telefoonnummer 073 6411 355 (Nederland) of 03 238 5666 (België) of via internet www.alecto.nl De batterij levensduur bij Lithium batterijen met een capaciteit van 2900mAh bedraagt ruim een jaar.
Buiten-unit plaatsen: Bevestig volgens de afbeelding de U-vormige draadeinden aan de bui­ten-unit en plaats de buiten-unit over de mast (excl) en draai de moeren goed aan. Uw weerstation is nu gebruiksgereed.
waterpas
indicatie
‘North’
7
7. GEBRUIKEN
7.1 Bij eerste gebruik: Algemeen:
Attentie: na installatie kan het enkele uren tot een dag duren voordat de juiste waarden in het display van de binnen-unit worden weergegeven.
BEEP
druk 1x op toets set:
Bij elke aanraking van een van de tiptoetsen kan een beeptoon klinken. Gebruik de toetsen + en - om deze toetstoon aan (BEEP ON) of uit (BEEP OFF) te zetten.
Verbinding binnen-unit / buiten-unit: Binnen-unit: Zodra de voedingsadapter aan de binnen-unit wordt aangesloten en in een 230V stopcontact is gedaan of zodra de batterijen worden ge­plaatst, gaat de binnen-unit op zoek naar de buiten-unit.
Buiten-unit: Plaats de 2 batterijen in het batterijcom­partiment zoals in het vorige hoofdstuk staat beschreven en druk met een open­gebogen paperclip de reset-toets aan de onderzijde van de buiten-unit gedurende ruim 3 seconden in. De rode LED licht nu voor 4 seconden op. Hierna licht deze LED elke 16 seconden heel kort op.
LED
Controleer bij de binnen-unit of er waarden weergegeven worden bij ‘OUTDOOR’ en blaas bij de buiten-unit tegen de windvangers en giet wat water in de regenmeter en controleer of bij de binnen-unit de weer­gave na ongeveer 10-20 seconden wijzigt.
Standaard weergave: Vanaf de fabriek toont de binnen-unit de standaard weergave; zie para­graaf 5.1 voor een overzicht van alle weergaven. In paragraaf 7.2 staat beschreven hoe de diverse instellingen en moge­lijkheden van dit weerstation werken en ingesteld moeten worden en in paragraaf 7.3 staat beschreven hoe de weergave aan de persoonlijke wensen kan worden aangepast.
7.2 Basis-instellingen:
activeer het instellingenmenu door toets SET 2 seconden ingedrukt te houden:
reset-
toets
HI:LO RST
Elke dag om middernacht kunnen alle maximum en minimum gemeten waarden gereset worden behalve de neerslagwaarden. Gebruik de toetsen + en - om de deze waarden te resetten (RST ON) of niet te resetten (RST OFF). De neerslagwaarden moeten apart gereset worden, zie hiervoor hoofdstuk 7.3.
druk 1x op toets set: (*)
DST
DST = Daylight Saving Time (zomertijd). Gebruik de toetsen + en - om de omschakeling naar zomertijd en terug automatisch te laten geschieden (DST ON) of niet (DST OFF).
druk 1x op toets set:
ZON
Hier kan de tijdzone worden aangepast. Voor ge­bruik in de Benelux de tijdzone op 1H instellen
druk 1x op toets set:
12H / 24H
Gebruik de toetsen + en - om te kiezen voor een 12-uur klok of een 24-uur klok.
druk 1x op toets set:
UREN KNIPPEREN
Stel met de toetsen + en - de uren in.
druk 1x op toets set:
MIN KNIPPEREN
Stel met de toetsen + en - de minuten in.
8
druk 1x op toets set:
D-M / M-D
druk 1x op toets set:
JAAR KNIPPERT
druk 1x op toets set:
MAAND KNIPPERT
druk 1x op toets set:
DAG KNIPPERT
Stel met de toetsen + en - de weergave dag-maand (D-M) of maand-dag (M-D).
Stel met de toetsen + en - het jaar in.
Stel met de toetsen + en - de maand in.
Stel met de toetsen + en - de datum in.
LIGHT
druk 1x op toets set:
°C / °F
druk 1x op toets set:
WIND
Gebruik de toetsen + of - om de lichtsterkte weer te geven in
W/m2 (Watt per m2), fc (foot candle) of
LUX.
Gebruik de toetsen + of - om de temperatuur weer te geven in graden Celsius (
(
°F)
heit
°C) of in graden Fahren-
Gebruik de toetsen + of - om de windsnelheid weer te geven in knopen (Knots), Miles per uur (mph), Kilometer per uur (Km/h), Beaufort (bft) of meter per seconde (m/s)
druk 1x op toets set:
PRESSURE
druk 1x op toets set:
REL PRESSURE
druk 1x op toets set:
Stel met de toetsen + en - in of de luchtdruk in mm kwikdruk (mmHg), inch kwikdruk (inHg) of in hectoPascal (hPa) weergegeven moet worden. I
n de Benelux wordt gebruik gemaakt van de hectoPascal notatie; vroeger werd de luchtdruk ook wel in bar uitgedrukt, 1 mbar is gelijk aan 1 hPa.
De absolute luchtdruk is de luchtdruk die het weer­station meet; de relatieve luchtdruk is de luchtdruk die het weerstation meet maar nu gecorrigeerd voor de hoogte waarop dit gebeurt. Gebruik bij deze instelling de toetsen + en - om de daadwerkelijke luchtdruk in te stellen Tip: op de website van luchthavens (of hun tele­tekstpagina’s) wordt de heersende luchtdruk in de omgeving weergegeven.
druk 1x op toets set:
RAIN
Gebruik de toetsen + of - om de neerslaghoeveel­heid weer te geven in millimeter (mm) of inch (IN)
druk 1x op toets set:
NTH / STH
Gebruik de toetsen + of - om aan te geven of het weerstation op het Noordelijk halfrond van de aarde wordt gebruikt (NTH) of op het zuidelijk halfrond (STH). Dit heeft te maken met de correcte weergave van de maanstand. Tip: De Benenlux ligt op het Noordelijk halfrond, hier dus NTH selecteren.
Nadat voor de laatste maal op toets SET gedrukt is, licht het display volledig op en wordt het instellen beëindigd.
Druk tijdens het instellen op toets
LIGHT/SNOOZE
om direct het instel-
len te beëindigen Alle reeds gewijzigde instellingen blijven bewaard.
*: zodra het binnen-station met het internet wordt verbonden (zie hoofd­stuk 8), dan wordt de tijd en datum van het internet gehaald, druk nu een
9
aantal keer op toets SET om het instellen van de klok over te slaan
7.3 Functietoetsen:
De functietoetsen onder het display bieden de volgende functies:
WIND
TEMP.
SET
SET
PRESSURE
+
herhaaldelijk aantippen om achtereenvolgens te
ALARMRAINTEMP.
ALARMRAINTEMP.
ALARM
MAX/MIN
MAX/MIN
_
MAX/MIN
zien:
• CHILL
: gevoelstemperatuur,(
deze wordt berekend uit een combinatie van de luchttemperatuur en de gemiddelde windsnelheid
• DEW: dauwpunt temperatuur, dit is de tem­peratuur waarbij waterdamp omgezet wordt naar water (mist, dauw of rijp); het dauwpunt is afhankelijk van de omgevingstemperatuur en luchtvochtigheid
• HEAT: warmte index, dit is een combinatie van de gemeten temperatuur en de luchtvochtigheid
als er geen extra specicatie weergegeven wordt,
dan wordt de actuele temperatuur weergegeven
LIGHT SNOOZE
RAIN
WIND / +
herhaaldelijk kort aantippen om achtereenvolgens te zien:
• DAY
: neerslag
van vandaag, gerekend vanaf
middernacht
• WEEK
: neerslag
vanaf het begin van de week
(zondag)
• MONTH
• TOTAL
: neerslag
: neerslag
vanaf het begin van de maand
vanaf het begin van de metin-
gen of vanaf laatste keer van resetten
• RATE: regenval van het afgelopen uur (deze wordt elke 10 minuten bijgewerkt en geeft de regenval van de afgelopen 60 minuten weer.
• EVENT
: dit is de regenval vanaf het moment dat het begon te regen tot nu. Na een uur zonder regen wordt deze waarde gereset.
houdt de toets RAIN 2 seconden ingedrukt om de weergave van dat moment naar 0 te resetten.
Let hierbij op het volgende:
- bij het resetten van de neerslaghoeveelheid per week wordt tevens de hoeveelheid van vandaag gereset
- bij het resetten van de neerslaghoeveelheid per maand wordt tevens de hoeveelheid van vandaag en deze week gereset
- bij het resetten van de totale neerslaghoeveelheid wordt tevens de hoeveelheid van vandaag, deze week en deze maand gereset
herhaaldelijk kort aantippen om achtereenvolgens te zien:
• GUST: windsnelheid van windvlagen
• DIRECTION
: windrichting in booggraden
als er geen extra specicatie weergegeven wordt,
dan wordt de actuele windsnelheid weergegeven
tijdens het instellen (zie paragraaf 7.2) heeft deze
tevens de functie om keuzes te selecteren en waar-
toets
den te verhogen
10
PRESSURE / -
herhaaldelijk kort aantippen om achtereenvolgens te zien:
• AVERAGE
12Hr: gemiddelde luchtdruk over de
laatste 12 uur
• AVERAGE
24Hr: gemiddelde luchtdruk over de
laatste 24 uur
• AVERAGE
48Hr: gemiddelde luchtdruk over de
laatste 48 uur
• AVERAGE
72Hr: gemiddelde luchtdruk over de
laatste 72 uur
als er geen extra specicatie weergegeven wordt,
dan wordt de actuele luchtdruk weergegeven
druk tijdens het weergeven van de MAX of MIN waarden 2 seconden lang op toets
PRESSURE
om te wisselen tussen luchtdruk absoluut en luchtdruk relatief
houd de MAX/MIN toets 2 seconden ingedrukt om de weergaven van dat moment (dus alle MIN of alle MAX meetwaarden) te resetten
zie de paragraaf ‘Basis instellingen’ (7.2) om elke dag om middernacht automatisch de MAX/MIN meetwaarden te resetten.
ALARM
MAX/MIN
houd de toets
PRESSURE
2 seconden ingedrukt om te wisselen tussen de absolute luchtdruk (ABS) en de relatieve luchtdruk (REL)
tijdens het instellen (zie paragraaf 7.2) heeft deze toets
tevens de functie om keuzes te selecteren en waar-
den te verlagen
bij eerste keer aantippen worden de ingestelde waar­den voor het MAX alarm getoond bij tweede keer aantippen worden de ingestelde waarden voor het MIN alarm getoond zie paragraaf 7.5 voor het instellen van de MIN en MAX limieten en de werking van deze functie
herhaaldelijk kort aantippen om achtereenvolgens te zien:
• MAX: de hoogste gemeten waarden worden
getoond
• MIN: de laagste gemeten waarden worden
getoond
druk tijdens het weergeven van de MAX of MIN waarden op toets TEMP, RAIN of WIND om alle mogelijke varianten te zien
LIGHT/SNOOZE
11
herhaaldelijk kort aantippen om de displayverlichting in te stelen op zwak, normaal of hoog
om batterijen te sparen valt bij alleen batterijvoeding na 15 seconden de verlichting automatisch terug naar ‘zwak’
deze toets heeft ook de functie om vanuit elke instel­ling of keuze terug te gaan naar de standaardweer­gave van het display
7.4 Wekalarm:
Instellen:
1. houd toets ALARM
2 seconden ingedrukt, de urenweergave gaat
knipperen
2. stel met de toetsen + en - de wektijd in uren in en druk op toets set
3. stel met de toetsen + en - de wektijd in minuten in en druk op toets set
4. druk kort op toets ALARM om het wekalarm in te schakelen (alarm­belletje licht op) of uit te schakelen (alarmbelletje gaat uit)
5. druk kort op toets LIGHT/SNOOZE om het instellen te beëindigen
Werking: Op het ingestelde tijdstip klinkt een alarmtoon. Deze toon klinkt gedurende 2 minuten in een steeds sneller ritme of druk op toets ALARM om het alarm uit te schakelen of druk op toets
LIGHT/SNOOZE om voor 10 minuten nog even te sluimeren.
Het alarm wordt dagelijks herhaald totdat het volgens de bovenstaande instructies wordt uitgeschakeld.
7.5 Weeralarm:
Naast een wekalarm met snooze functie kan het weerstation een alarmtoon laten klinken bij te hoge/lage temperaturen, te hoge/lage luchtvochtigheid en te harde wind of teveel regen.
3. druk kort op toets ALARM om het betreffende weeralarm in te schakelen (het symbool licht op met daarbij HI of LO) of uit te schakelen (dit symbool dooft)
Overzicht: Als er bij een meetwaarde een alarm is ingesteld, dan wordt dit weergegeven door het continu oplichten van het alarmsymbool
met daarbij HI of LO. Knippert dit symbool, dan is deze limiet overschreden, zie ook hieronder onder ‘werking’
Door vanuit ruststand van het display kort op toets ALARM te drukken, wor­den alle ingestelde maximum limieten getoond. Nogmaals op toets ALARM drukken om alle ingestelde minimum limieten te zien. Bij de limieten waar een alarm aan is gekoppeld licht tevens het alarmsymbool Druk nogmaals op toets ALARM of op toets
LIGHT/SNOOZE
op.
om terug te keren
naar de ruststand van het display.
werking: Zodra een van de limieten overschreden wordt, klinkt gedurende 2 minuten in een steeds sneller ritme LO
knippert
bij de overschreden meetwaarde zodat duidelijk is welke limiet
alarmtonen. Het symbool
met daarbij HI of
overschreden wordt. Druk op toets ALARM om de alarmtonen te stoppen, het alarmsymbool zelf blijft knipperen tot de meetwaarde weer binnen de ingestelde limiet valt.
Instellen:
1. houd toets ALARM 2 seconden ingedrukt en druk daarna herhaaldelijk kort op toets SET om een keuze te maken uit de volgende alarmen:
- max. binnentemperatuur
- min. binnentemperatuur
- max. luchtvochtigheid binnen
- min. luchtvochtigheid binnen
- max. buitentemperatuur
- min. buitentemperatuur
- max. luchtvochtigheid buiten
- min. luchtvochtigheid buiten
- max. windsnelheid
- max. windvlaag
2. gebruik de toetsen + en - om de limiet van de geselecteerde meet­waarde in te stellen
7.6 Weersvoorspelling:
Het display van de binnen-unit kan door middel van verschillende weer­gaven het weer van de komende 6 uren voorspellen:
zonnig licht bewolkt
bewolkt regen
12
sneeuw
(sneeuw wordt weergegeven als de voorspelling ‘re­gen’ is en de buitentemperatuur beneden 0°C (32°F))
storm
storm
Opmerkingen:
• de nauwkeurigheid van een op luchtdruk gebaseerde voorspelling is 70% tot 75%; let op dat geen garantie gegeven kan worden op een correcte voorspelling
• de voorspelling is gebaseerd op de komende 6 uur en hoeft niet de actuele situatie weer te geven
7.7 Tendens-indicatie:
Bij de temperatuur-, de luchtvochtigheid- en de luchtdruk-weergaven is een tendens-indicatie ingebouwd. Elk half uur worden de meetwaarden vergeleken met de meetwaarden van 3 uur geleden
7.8 Kalibreren:
In het geval de binnen-unit een afwijkende meetwaarde toont ten op­zichte van de meetwaarde van een andere sensor of weerstation, kan elke weergave enkele procenten bijgeregeld worden.
1. houd toets TEMP en toets MAX/MIN 5
seconden ingedrukt en druk daarna herhaaldelijk kort op toets SET om een keuze te maken uit de volgende meetwaarden: (tussen haakjes staan de waarden waarmee de uitlezing verhoogd/verlaagd kan worden)
- binnentemperatuur (+/- 5°C)
- luchtvochtigheid binnen (+/- 9%)
- buitentemperatuur (+/- 5°C)
- luchtvochtigheid buiten (+/- 9%)
- luchtdruk (+/- 10hpa)
- windrichting (0-360 booggraden)
- windsnelheid (50% - 150%)
- regenhoeveelheid (50% - 150%)
2. gebruik de toetsen + en - om de uitlezing te verhogen of verlagen
3. druk kort op toets LIGHT/SNOOZE
om terug te keren naar de ruststand
van het display
Door deze instructie te herhalen maar bij stap 2 op toets ALARM te drukken, wordt de uitlezing teruggezet naar de fabrieksinstelling.
De tendens-indicatie geeft als volgt weer:
luchtvochtigheid: Temperatuur: Luchtdruk: : stijgen stijgt >3% stijgt >1°C/2°F stijgt >1HPA
>
: gelijk blijft <= 3% blijft <= 1°C/2°F blijft <= 1HPA
> > : dalen daalt >3% daalt >1°C/2°F daalt >1HPA
13
8. KOPPELEN MET INTERNET (Weather Underground)
Alle in dit hoofdstuk genoemde en getoonde wachtwoorden en ID-codes zijn voorbeelden en dienen alleen ter illustratie.
8.1 Introductie:
Het is mogelijk om de meetgegevens van dit weerstation te uploaden naar de website van Weather Underground (Wunderground). Deze gegevens worden dan samengevoegd met de meetgegevens van andere weer­stations in de buurt waardoor een zeer nauwkeurig weerbeeld ontstaat. Tevens worden uw meetgegevens door Wunderground bewaard en met uw persoonlijke account kunnen de gegevens op het scherm van uw com-
puter of smartphone in diagram of graekvorm weergegeven worden.
8.2 Weerstation registreren:
Het registreren van het weerstation bij Wunderground gaat in verschil­lende stappen:
1. zorg dat de voedings-
adapter op de bin­nen-unit aangesloten is en dat de adapter in een 230V stopcontact geplugd is
2. ga met een PC of met uw smartphone of tablet naar de site www.
wunderground.com en maak een nieuw persoonlijk account aan (de user name en het password mag u verzinnen maar het emailadres moet wel van u zijn), selecteer verder ‘Basic-Free’ voor een gratis lidmaatschap
3. klik op ‘Register Your
PWS‘ (Personal We­ather Station) en klik op ‘Send Validation Email’ en wacht op deze email (dit kan enkele minuten duren, deze mail kan
ook in de spam map van uw email programma koment te staan); deze email bevat het ‘station-ID’ en een persoonlijk wachtwoord dat door Wunderground aan u wordt toegekend.
4. geef vervolgens de locatie van het weerstation zo nauwkeurig mogelijk aan
5. neem uw smartphone of tablet en verbind deze met de gewenste router waar het weerstation op aangemeld moet worden. Gebruik uitsluiten 2,4GHz verbinding. Ga daarna naar de app store of play store en download de App. ‘WS Tool’ en start de App.
6. houd op de binnen-unit van het weerstation de toetsen RAIN en ALARM tegelijk en voor
4 seconden ingedrukt; het wi icoon
gaat snel knipperen.
7. druk in de opgestarte APP op “Add Device”. Een nieuw scherm verschijnt in het display.
“Router SSID”: hier staat de naam van de router waar de smartphone of tablet op is aangemeld.
“Router Password”: Vul hier het wacht­woord van de router in.
Vink “Show Password” aan om het wachtwoord leesbaar te maken.
Vink “SSID is Hidden” aan als de SSID naam van router onzichtbaar is gemaakt.
druk nu op “Conrm”, “Add” of “Save”
14
8. na een paar seconden verschijnen de gegevens van het weerstation op de smartphone; het wi icoon verschijnt continue in het display van het weersta­tion.
Vanaf dit moment is het weerstation via uw router verbonden met Wun­derground en worden de meetgegevens van uw weerstation gedeeld met de rest van de wereld.
De app ‘WS TOOL’ heeft zijn taak volbracht en is niet meer actief nodig.
Merk op dat via de keuze ‘Weather Server’ u zich ook kunt aanmelden bij weer-sites van ‘Weatherbug’ of ‘weathercloud’.
8.3 Werken met Wunderground:
Uw eigen meetgegevens bij Wunderground kunt u via de volgende link inzien:
9. tap nu 1x op de smartphone op de gegevens van het weerstation en vul het daaropvolgend scherm als volgt in:
• bij “Server” of “Weather Server” Wunderground invullen
• bij “ID” of “Station-ID” de ID code invullen die u van Wunderground
gekregen heeft
• bij “Password” het wachtwoord invullen dat u van Wunderground
gekregen heeft.
• het “StationNum” (alleen iOS) leeg laten
• “Auto Upload” aanvinken of de knop op “aan” zetten om het weer-
station automatische te laten updaten. Het weerstation moet dan wel met het internet te zijn verbonden, of druk eventueel handma­tig op de update toets.
• Druk aan het einde op “Save”.
http://www.wunderground.com/personal-weather-station/
dashboard?ID=STATIONID
waarbij in plaats van “STATIONID” de station-ID code ingetypt moet worden die u van Wunderground gekregen heeft
Via de URL ‘http://www.wunderground.com/download’ worden diverse Apps van Wunderground getoond. Let op: De werking van deze Apps en het onderhoud hiervan geschied volledig buiten de verantwoording van Alecto.
Voor de exacte werking van Wunderground en alle overige informatie en functies verwijzen wij u naar de website: www.wunderground.com
15
INDICE
2. INTRODUCTION
2. INTRODUCTION ........................................................................ 16
3. MAINTENANCE
3.1 Pluviomètre ................................................................................. 17
3.2 Capteur de température extérieure et d’humidité ....................... 17
4. CARACTÉRISTIQUES............................................................... 17
5. VUE D’ENSEMBLE
5.1 Unité intérieure ............................................................................ 18
5.2 Unité extérieure ........................................................................... 19
6. INSTALLATION
6.1 Unité intérieure ............................................................................ 20
6.2 Unité extérieure ........................................................................... 20
7. UTILISATION
7.1 Première utilisation ..................................................................... 22
7.2 Conguration de base................................................................. 22
7.3 Boutons de fonction .................................................................... 24
7.4 Alarme de réveil .......................................................................... 26
7.5 Alerte météo ................................................................................ 26
7.6 Prévision météo .......................................................................... 27
7.7 Indication de tendance ................................................................ 27
7.8 Etalonnage .................................................................................. 27
8. OUR LIER AVEC INTERNET (Weather Underground)
8.1 Introduction ................................................................................. 28
8.2 Pour enregistrer votre station météo .......................................... 28
8.3 Utilisation de Wunderground ...................................................... 29
CE:
DECLARATION DE CONFORMITE Cet appareil répond aux conditions et les dispositions essentiels comme décrits dans les directives 2014/53/EU.
La déclaration de conformité est disponible sur: http://DOC.hesdo.com/WS-5500-DOC.pdf
La station météo Alecto WS-5500 est constituée des com­posants suivants :
Unité extérieure : L’unité extérieure inclut un pluviomètre intégré une, jauge de vitesse du vent, jauge de direction du vent, capteur de température, capteur d’humidité, compteur LUX et cellule solaire. Les donnés des mesures provenant des capteurs
sont transmises à l’unité d’afchage. L’unité extérieure est
alimentée par un super condensateur intégré lequel, à son tour, est alimenté par le panneau solaire intégré. Vous pouvez également installer des piles de secours au lithium, pour cela veuillez lire dans le guide de l’utilisateur ci-dessous. L’unité extérieure est fournie avec le matériel de montage.
Unité intérieure : L’unité intérieure reçoit les données mesurées par l’unité extérieure et également inclut son propre capteur de tem­pérature, capteur d’humidité et capteur de pression. L’unité intérieure est alimentée par l’adaptateur d’alimen­tation fourni, bien que vous puissiez également installer 3x piles de secours AAA 1.5 V (non incl.).
Toutes les données de mesure sont afchées sur le grand
écran couleur LCD de 6.9” (17.5 cm). De plus, vous pou­vez transmettre ces mesures à des sites Internet tel que ‘Wunderground’ pour les publier ultérieurement via l’Inter­net ou pour partager les informations avec des tierces parties.
16
3. MAINTENANCE
Pour un accès aisé à l’unité extérieure pour réaliser
une petite maintenance ou remplacer les piles, il est recommandé d’installer l’unité extérieure dans un endroit accessible. Cependant, gardez à l’esprit de la placer aussi exposée que possible au vent et à la pluie.
3.1 Pluviomètre :
Vous pouvez dévisser le plateau du collecteur de pluie noir en le tournant dans le sens contraire des aiguilles d’une montre pour nettoyer l’intérieur du pluviomètre. Pour cela, veuillez utiliser une brosse souple et à longs poils. Nettoyez le plateau du collecteur noir et retirez tout dépôt. Replacez-le sur le pluviomètre (faites attention aux 3 entailles protubérantes) et tournez le plateau dans le sens des aiguilles d’une montre jusqu’à ce que vous entendiez un ‘clic’ provenant du mécanisme.
3.2 Capteur de température extérieure et d’humidité :
Référez-vous au schéma et détachez les 4 girouettes inférieures de l’unité extérieure. Soufez dans le support contenant le cap­teur de température et d’humidité et utilisez une brosse souple avec de longs poils pour nettoyer les guides pour le vent. N’UTILISEZ PAS D’EAU. Replacez et serrez les guides pour vent.
4. CARACTÉRISTIQUES
Unité intérieure : Gamme de mesure : -10°C - 60°C (‘---’ quand hors de cette gamme)
résolution : 0.1°C humidité : 10% ~ 99% RH résolution : 1% RH pression de l’air : 300-1100hpa Compteur UV gamme : 0-15 0-2 =Bas, 3-5 = Modéré, 6-7 = élevé, 8-10 = Très élevé, >=11 = Extrême précision : +/-3hpa (at 700-1100hpa) résolution : 0.1hps durée d’alarme : 120 secondes durée du rappel d’alarme : 10 minutes alimentation : 3x piles 1.5V, taille AAA dimensions : 188(L) x119(H)x20(P)mm Poids : 285gr (pile. incl.)
Unité extérieure : Gamme de mesure : précision : +/-1°C résolution : 0.1°C humidité : 10% ~ 99% RH précision : +/-5% pluviosité : 0-6000mm (‘---’ quand hors de cette gamme) précision : +/-10% résolution : 0.1mm pour une pluviosité <1000mm 1mm pour une pluviosité >1000mm Vitesse de vent : 0-50m/s (‘---’ quand hors de cette gamme) précision : +/- 1m/s à une vitesse du vent <5m/s +/- 10% à une vitesse du vent >5m/s luminosité : 0-400KLux précision : +/- 15% alimentation : 2x piles 1.5V , taille AA (*)
Radio : Fréquence de transmission : 868 MHz Intervalle de transmission : 16sec. portée : 100m RF power: < 0 dBm
* : pour un usage prolongé à des températures en dessous de 0°C, nous recommandons d’utiliser des piles au Lithium. Voir également le
17
paragraphe 6.2.
-40°C - 60°C (‘---’ quand hors de cette gamme)
5. VUE D’ENSEMBLE
5.1 Unité intérieure :
4
5
2
3
13
12
11
15 17 171816 16
SET
SET
6
718 109
1. Afchage de l’heure et de la date (*)
2. Afchage de la température & humidité intérieures (*)
3. Afchage de la température & humidité de l’air extérieur (*)
4. Afchage de la position de la lune (*)
5. Afchage des prévisions météo (*)
6. Afchage de l’index UV (*)
7. Afchage de l’intensité lumineuse (*)
8. Afchage de la pression de l’air (*)
9. Afchage de la vitesse du vent et de sa direction (*)
10. Afchage de la pluviosité (*)
11. Indication que l’alarme météo est activée à cette valeur de mesure
12. Indicateur de tendance
13. Indicateur de pile de l’unité extérieure, s’éclaire lorsque les piles de l’unité extérieure sont faibles
14. Boutons des fonctions
15. Entrée de l’adaptateur d’alimentation
WIND
+
PRESSURE
14
MAX/MIN
MAX/MIN
MAX/MIN
LIGHT SNOOZE
ALARMRAINTEMP.
ALARMRAINTEMP.
ALARM
_
18
16. Trous pour suspension
17. Support pliable pour table
18. Couvercle des piles
* : Voir paragraphe 7.2 pour les options d’afchage offertes par l’unité
intérieure.
Loading...
+ 42 hidden pages