AEG SK91240-5I User manual

SANTO
Koelkast
Встраиваемый под столешницу холодильник
Gebruiksaanwijzing
Инструкция по эксплуатации
2
Lees eerst aandachtig de gebruiksaanwijzing door voordat u uw nieu­we koelapparaat in gebruik neemt. Hierin staat belangrijke informatie over een veilig gebruik, over het opstellen en over het onderhoud van het apparaat.
De gebruiksaanwijzing s.v.p. bewaren om later nog eens iets na te kun­nen lezen. Aan eventuele volgende bezitters van het apparaat doorge­ven. Deze gebruiksaanwijzing is voor meerdere, technisch vergelijkbare modellen in diverse uitvoeringen bestemd. S.v.p. alleen op de aanwij­zingen letten die op uw apparaat betrekking hebben.
Met de waarschuwingsdriehoek en/of door signaalwoorden (Waarschuwing!, Voorzichtig!, Let op!) wordt de aandacht gevestigd op aanwijzingen die belangrijk zijn voor uw veiligheid of voor het juist functioneren van het apparaat. Hier absoluut op letten.
1. Dit symbool leidt u stap voor stap door de bediening van het apparaat.
2. ....
Na dit symbool wordt uitleg gegeven over de bediening en het prak­tisch gebruik van het apparaat.
Met het klaverblad worden tips en aanwijzingen voor een economisch en milieuvriendelijk gebruik van het apparaat aangegeven.
Voor eventueel optredende storingen staan in de handleiding aanwij­zingen om deze zelf op te lossen, zie hoofdstuk "Wat te doen als...". Als
deze aanwijzingen niet voldoende informatie bieden staat onze servi­ce-afdeling u te allen tijde ter beschikking.
Gedrukt op milieuvriendelijk vervaardigd papier
wie ecologisch denkt, handelt ook zo ...
33
Inhoud
Veiligheid . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4
Weggooien . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6
Informatie over de verpakking van het apparaat . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6
Weggooien van oude apparaten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6
Transportbescherming verwijderen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7
Opstellen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7
Opstelplaats . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7
Het apparaat heeft lucht nodig. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8
Inbouw . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 9
Elektrische aansluiting . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 10
Beschrijving van het apparaat . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 11
Vooraanzicht. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 11
Bedieningspaneel / Toetsen voor temperatuurinstelling. . . . . . . . . . . . . . . 12
Temperatuurindicatie. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 13
Voor ingebruikname . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 13
Ingebruikname - Temperatuur instellen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 13
COOLMATIC/FROSTMATIC . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 14
COOLMATIC-toets . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 14
FROSTMATIC-toets . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 15
Apparaat uitschakelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 15
Binnenuitrusting. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 16
Legvlakken / Variabele binnendeur . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 16
Vochtigheidsregeling / Variabele box . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 17
Flessenhouder / . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 18
Juist bewaren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 18
Invriezen en diepgevroren bewaren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 19
IJsblokjes maken. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 20
Ontdooien. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 21
De koelruimte wordt automatisch ontdooid. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 21
Vriesvak ontdooien. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 21
Reiniging en onderhoud . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 22
Tips om energie te besparen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 23
Wat te doen als .... . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 24
Hulp bij storingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 24
Lamp vervangen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 25
Geluiden tijdens de werking . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 26
Bepalingen, normen, richtlijnen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 26
Vaktermen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 27
4
Veiligheid
De veiligheid van onze koelapparaten voldoet aan de Europese en Nederlandse normen. Desondanks zien wij ons genoodzaakt u met de volgende veiligheidsaanwijzingen vertrouwd te maken:
Toepassing volgens de voorschriften
• Het apparaat is voor huishoudelijk gebruik bestemd. Het is geschikt voor het koelen, invriezen en diepgevroren bewaren van levensmid­delen en voor het maken van ijs. Als het apparaat voor andere doel­einden gebruikt wordt kan de fabrikant geen verantwoording nemen voor eventuele schade.
• Constructieve wijzigingen of veranderingen aan het apparaat zijn uit veiligheidsoverwegingen niet toegestaan.
• Als het apparaat commercieel of voor andere doeleinden dan voor het koelen, diepgevroren bewaren en invriezen van levensmiddelen gebruikt wordt, s.v.p. letten op de hiervoor van kracht zijnde wettelij­ke bepalingen.
Voordat het apparaat voor de eerste keer in gebruik genomen wordt
• Controleer het apparaat op transportschade. Een beschadigd appa-
raat in geen geval aansluiten! Wend u in geval van schade tot de leverancier.
• Overtuig u er van dat het apparaat na de installatie niet op het aan­sluitsnoer staat.
Belangrijk: Het aansluitsnoer mag alleen door vak-
mensen vervangen worden; deze onderdelen zijn verkrijgbaar bij de fabrikant of onze service-afdeling.
Koelmiddelen
Het apparaat bevat in het koelvloeistofcircuit de koelvloeistof isobu-
taan (R600a), een natuurlijk, zeer milieuvriendelijk gas, dat echter wel brandbaar is.
Waarschuwing - Bij het transport en het opstellen van het apparaat erop letten dat geen onderdelen van het koelvloeistofcircuit bescha­digd worden.
• Bij beschadiging van het koelvloeistofcircuit: – open vuur en brandhaarden absoluut vermijden; – het vertrek waar het apparaat staat goed ventileren.
Veiligheid van kinderen
• Verpakkingsdelen (bijv. folies, piepschuim) kunnen voor kinderen
gevaarlijk zijn. Verstikkingsgevaar! Verpakkingsmateriaal van kinderen weghouden!
• Oude apparaten voor het weggooien onbruikbaar maken. Stekker uit het stopcontact trekken, aansluitsnoer doorknippen, eventueel aanwe-
Veiligheid
5
zige snap– of grendelsloten verwijderen of kapotmaken. Daardoor wordt voorkomen dat spelende kinderen in het apparaat opgesloten raken (verstikkingsgevaar!) of in andere levensgevaarlijke situaties terecht komen.
• Kinderen kunnen gevaren die in het omgaan met huishoudelijke apparaten schuilen vaak niet herkennen. Zorg daarom voor het nodi­ge toezicht en laat kinderen niet met het apparaat spelen.
In het dagelijks gebruik
Bussen of flessen met brandbare gassen of vloeistoffen kunnen lek
raken door de inwerking van koude. Explosiegevaar! Leg geen bussen of flessen met brandbare stoffen zoals spuitbussen, navullingen voor aanstekers etc. in het koelapparaat.
• Flessen en blikken mogen niet in het vriesvak. Ze kunnen springen als de inhoud bevriest – bij koolzuurhoudende inhoud zelfs exploderen! Leg nooit limonades, sappen, bier, wijn, champagne etc. in het vries­vak. Uitzondering: sterke drank met een zeer hoog alcohol-percenta­ge kan in het vriesvak gelegd worden.
• Consumptie-ijs en ijsblokjes niet direct vanuit de vriesruimte in de mond steken. Zeer koud ijs kan aan de lippen of de tong vastvriezen en verwondingen veroorzaken.
• Niet met natte handen aan diepvriesartikelen komen. De handen kunnen daaraan vastvriezen.
Waarschuwing - Geen elektrische apparaten (bijv. elektrische ijsma-
chines, mixers etc.) in het koelapparaat gebruiken.
Waarschuwing - Om het functioneren van het apparaat niet nadelig
te beïnvloeden, mogen de ventilatie-openingen van het apparaat of het inbouwmeubel niet worden afgedekt of versperd.
Waarschuwing - Voor bespoedigen van het ontdooiproces geen mechanische voorzieningen of andere kunstmatige middelen gebrui­ken die niet door de fabrikant worden aanbevolen.
• Voor het schoonmaken het apparaat altijd uitschakelen en de stekker
uit het stopcontact trekken of de zekering in de huisinstallatie uit­schakelen.
• De stekker altijd aan de stekker zelf uit het stopcontact trekken, nooit aan het snoer.
Bij storing
• Als er een storing aan het apparaat optreedt eerst in de gebruiksaan­wijzing kijken onder “Wat te doen als ...”. Als de daar gegeven aan­wijzingen niet verder helpen zelf verder geen werkzaamheden aan
het apparaat uitvoeren.
6
Weggooien
Informatie over de verpakking van het apparaat
Gooi het verpakkingsmateriaal van uw apparaat op de juiste wijze weg.
Alle gebruikte materialen zijn niet schadelijk voor het milieu en kun­nen hergebruikt worden! De materialen: de kunststoffen kunnen ook opnieuw gebruikt worden en hebben de volgende aanduidingen:
>PE< voor polyethyleen, bijv. bij de buitenste verpakking en de zakken binnenin. >PS< voor schuimpolystyreen, bijv. bij de bekledingsdelen, volkomen CFK-vrij.
De kartonnen delen zijn van oud papier gemaakt en moeten ook weer in een container voor oud papier gedeponeerd worden.
Weggooien van oude apparaten
Wegens milieuredenen dienen koelapparaten vakkundig ontmanteld te worden. Dit geldt voor uw huidige apparaat en - als het ook aan ver­vanging toe is - ook voor uw nieuwe apparaat.
Waarschuwing! Apparaten die hun tijd gehad hebben onbruikbaar maken voordat ze weggegooid worden. Stekker uit het stopcontact
trekken, aansluitsnoer doorknippen, eventuele snap- of grendelsloten verwijderen of kapotmaken. Hierdoor wordt voorkomen dat spelende kinderen in het apparaat opgesloten worden (verstikkingsgevaar!) of in andere levensgevaarlijke situaties terechtkomen.
Aanwijzingen voor het weggooien:
• Het apparaat mag niet bij het huis- of grofvuil gezet worden.
• Het koelvloeistofcircuit, in het bijzonder de warmtewisselaar aan de achterkant, mag niet beschadigd worden.
• Het symbool op het product of op de verpakking wijst erop dat dit product niet als huishoudafval mag worden behandeld. Het moet echter naar een plaats worden gebracht waar elektrische en elektro­nische apparatuur wordt gerecycled. Als u ervoor zorgt dat dit pro­duct op de correcte manier wordt verwijderd, voorkomt u mogelijk
• Koelapparaten mogen alleen door vakmensen gerepareerd worden. Door ondeskundige reparaties kunnen grote gevaren ontstaan. Wend u zich bij reparaties tot uw vakhandel of tot onze service-afdeling.
7
voor mens en milieu negatieve gevolgen die zich zouden kunnen voordoen in geval van verkeerde afvalbehandeling. Voor meer details in verband met het recyclen van dit product, neemt u het best con­tact op met de gemeentelijke instanties, het bedrijf of de dienst belast met de verwijdering van huishoudafval of de winkel waar u het product hebt gekocht.
Opstellen
Opstelplaats
Het apparaat in een goed geventileerde en droge ruimte neerzetten. De omgevingstemperatuur heeft invloed op het stroomverbruik. Het apparaat daarom – niet aan directe straling van de zon blootstellen; – niet bij radiatoren, naast een fornuis of andere warmtebronnen
plaatsen;
– alleen op een plaats neerzetten waarvan de omgevingstemperatuur
overeenkomt met de klimaatklasse waarvoor het apparaat is ont-
worpen. De klimaatklasse staat op het typeplaatje dat zich links aan de binnen­kant van het apparaat bevindt. De volgende tabel geeft aan welke omgevingstemperatuur bij welke klimaatklasse behoort:
Transportbescherming verwijderen
Het apparaat en de onderdelen van het interieur zijn voor het trans-
port beschermd.
1. Plakband links en rechts aan de buitenkant van de deur er af trekken.
2. Alle plakband en bekledingsdelen uit het interieur verwijderen.
Klimaatklasse voor een omgevingstemperatuur van
SN +10 tot +32 °C
N +16 tot +32 °C
ST +18 tot +38 °C
T +18 tot +43 °C
Opstellen
8
Montage direct onder een kookplaat is niet toegestaan. De temperatu­ren van de kookplaat, die op sommige plaatsen hoog zijn, kunnen het apparaat beschadigen.
Indien een kookplaat in de buurt van het apparaat geïnstalleerd wordt, dienen de betreffende montage- en veiligheidsvoorschriften in acht genomen te worden. Gezien de veelzijdigheid van de mogelijke inbouwsituaties is het onmogelijk hier gedetailleerde informatie te ver­schaffen.
Men dient te voorkomen dat de koelkast warm wordt, door voldoende afstand van de warmtebron aan te houden en door middel van het gebruik van een geschikte isolatieplaat. Een correcte ventilatie van het apparaat dient gegarandeerd te worden.
Het apparaat heeft lucht nodig
Integreerbare modellen (i-apparaten)
De geïntegreerde deur van de meubelkast sluit de inbouwnis bijna geheel af. Daarom moet bij i-apparaten de ventilatie volgens
de afbeelding door een opening in de meu­belsokkel plaatsvinden. De verwarmde lucht moet door de luchtschacht aan de achter­zijde van het meubel naar boven weg kun­nen. De ventilatie-openingen moeten mini­maal 200 cm
2
bedragen.
Attentie! Om het functioneren van het
apparaat niet nadelig te beïnvloeden, ven­tilatie-openingen niet afdekken of blokke­ren.
min. 200 cm
min. 200 cm
2
50
2
Opstellen
9
Inbouw
Maatschetsen
Zie meegeleverde montage-aanwijzing. Controleer na het inbouwen van het apparaat, vooral na overzetten
van het deurscharnier, of de deurafdichting rondom goed afdicht. Een ondichte deurafdichting kan tot versterkte rijpvorming en daardoor tot hoger energieverbruik leiden (zie ook hoofdstuk „Wat te doen als ...“).
Opstellen
10
Elektrische aansluiting
Voor de elektrische aansluiting is een volgens de voorschriften geïn-
stalleerd stopcontact met randaarde vereist. Het stopcontact moet zodanig worden geïnstalleerd, dat de stekker altijd uit het stopcontact kan worden getrokken.
Het voor de aansluiting van het apparaat benodigde stopcontact moet zich links of rechts naast de inbouwnis bevinden.
De elektrische zekering dient minstens 10/16 ampère te zijn. Indien het stopcontact bij een ingebouwd apparaat niet meer toegankelijk is, dient een maatregel in de elektrische installatie er voor te zorgen dat het apparaat van de stroom kan worden afgesloten (bijv. zekering, beveiligingsschakelaar, aardlekschakelaar of dergelijke met een contactopeningsbreedte van minimaal 3 mm).
Voor ingebruikneming op het typeplaatje van het apparaat controleren of de netspanning en stroomsoort overeenkomen met de waarden van het lichtnet op de plaats waar het apparaat komt te staan. Bijv.: AC 220 ... 240 V 50 Hz of
220 ... 240 V ~50 Hz
(d.w.z. 220 tot 240 Volt wisselstroom, 50 hertz) Het typeplaatje bevindt zich links aan de binnenkant van het apparaat.
11
Beschrijving van het apparaat
Vooraanzicht
1 = Bedieningspaneel 2 = Boter-/kaasvak met klep 3 = Variabele box (uitvoering afhankelijk van model, niet bij alle
modellen) 4 = Deurvak 5 = Flessenvak
Flessenhouder (niet bij alle modellen) 6 = Fruit-/groentebakken
7 = Legvlakken 8 = Vriesvak (voor bewaren en invriezen) 9 = Vochtigheidsregeling
10 = Typeplaatje
Beschrijving apparaat
12
Bedieningspaneel
Toetsen voor temperatuurinstelling
De temperatuur wordt ingesteld met de
toetsen „+“ (WARMER) en „-“ (KOUDER).
De toetsen zijn verbonden met de lampjes van de temperatuurindicatie.
• Door te drukken op één van de twee toetsen „+“ (WARMER) of „-“ (KOUDER) wordt de temperatuurindicatie van de WERKELIJKE tempe­ratuur (temperatuurindicatie brandt) op de GEWENSTE temperatuur (temperatuurindicatie knippert) omgeschakeld.
• Met elke verdere druk op één van beide toetsen wordt de GEWENSTE temperatuur 1°C verder gesteld.
• Als geen toets wordt ingedrukt, schakelt de temperatuurindicatie na korte tijd (ca. 5 sec.) automatisch weer op de WERKELIJKE tempera­tuur terug.
GEWENSTE temperatuur betekent: De temperatuur die in de koelruimte bereikt moet worden, kan inge-
steld worden op een in de indicatie aanwezige temperatuur. De
1 Netspanninglampje (groen) 2 AAN/UIT-toets 3 Toets voor temperatuurinstelling (voor warmere temperaturen) 4 Temperatuurindicatie 5 Toets voor temperatuurinstelling (voor koudere temperaturen) 6 Lampje voor ingeschakelde FROSTMATIC-functie (geel)
• FROSTMATIC voor snel invriezen in de vriesruimte
7 FROSTMATIC-toets 8 Lampje voor ingeschakelde COOLMATIC-functie (geel)
• COOLMATIC voor intensief koelen in de koelruimte
9 COOLMATIC-toets
13
Temperatuurindicatie
De temperatuurindicatie kan meerdere soorten informa­tie aangeven.
• Bij normaal gebruik wordt de temperatuur aangegeven die op dat moment in de koelruimte heerst (WERKELIJKE temperatuur).
• Tijdens de temperatuurinstelling wordt knipperend de op dat moment ingestelde temperatuur aangegeven (GEWENSTE tempera-
tuur).
GEWENSTE temperatuur wordt met knipperende cijfers aangegeven. WERKELIJKE temperatuur betekent:
De temperatuurindicatie geeft de temperatuur aan die nu in de koel­ruimte heerst. De WERKELIJKE temperatuur wordt met brandende cij­fers aangegeven.
Voor ingebruikname
Het interieur van het apparaat en alle accessoires schoonmaken voor het eerste gebruik (zie hoofdstuk “Reiniging en onderhoud”).
Ingebruikname - Temperatuur instellen
1. Stekker in het stopcontact steken.
2. Toets AAN/UIT indrukken. Het groene lichtnetlampje gaat branden.
3. Druk op één van de toetsen „+“ (WARMER) of „-“ (KOUDER).
De temperatuurindicatie schakelt om en geeft knipperend de op dat moment ingestelde GEWENSTE temperatuur aan.
4. Gewenste temperatuur door indrukken van de toetsen „+“ (WARMER) en „-“ (KOUDER) instellen (zie hoofdstuk "Toetsen voor temperatuurin­stelling"). De temperatuurindicatie geeft direct de gewijzigde instelling aan. Bij elke druk op een toets wordt de temperatuur 1°C hoger ingesteld.
Instelbaar temperatuurbereik: +2°C tot +8°C
14
Aanwijzing: Uit voedingswetenschappelijk oogpunt is een bewaartem-
peratuur van ca. +5°C in de koelruimte en -18°C in het vriesvak in de regel koud genoeg.
5. Wanneer na het instellen van de temperatuur de toetsen niet meer
ingedrukt worden, dan schakelt de temperatuurindicatie na korte tijd (ongeveer 5 seconden) om en geeft weer de WERKELIJKE temperatuur aan die op dat moment in de koelruimte heerst. De indicatie gaat van knipperen naar constant branden.
De compressor start en loopt dan automatisch.
Aanwijzing: als de instelling veranderd wordt, start de compressor niet direct, als op dat ogenblik automatisch ontdooid wordt.
Omdat de bewaartemperatuur in de koelruimte snel wordt bereikt, kunt u direct na het inschakelen levensmiddelen in de koelruimte leg­gen.
Belangrijk! Wacht met het opbergen van diepvriesartikelen tot de temperatuur in het vriesvak -18 °C bereikt heeft.
COOLMATIC/FROSTMATIC
COOLMATIC-toets
De COOLMATIC-functie is uitermate geschikt voor het snel koelen van grotere hoeveelheden in de koelruimte bijvoorbeeld dranken en salades voor een feestje.
1. Door te drukken op de COOLMATIC toets wordt de COOLMATIC-functie ingeschakeld. Het gele lampje gaat branden. De COOLMATIC-functie zorgt nu voor intensief koelen. Daarbij wordt automatisch een GEWENSTE temperatuur van +2°C ingesteld. Na ver­loop van 6 uur wordt de COOLMATIC-functie automatisch beëindigd. Het gele lampje gaat uit. De oorspronkelijk ingestelde GEWENSTE tem­peratuur geldt dan weer en de temperatuurindicatie geeft weer de temperatuur aan die op dat moment in de koelruimte heerst.
2. Door opnieuw op de COOLMATIC toets te drukken kan de COOLMATIC­functie te allen tijde handmatig beëindigd worden. Het gele lampje gaat uit.
15
FROSTMATIC-toets
De FROSTMATIC-functie versnelt het invriezen van verse levensmiddelen en beschermt tegelijkertijd de reeds ingevroren waren tegen ongewenste verwarming.
1. Door te drukken op de FROSTMATIC toets wordt de FROSTMATIC-functie ingeschakeld. Het gele lampje gaat branden. Als de FROSTMATIC-functie niet handmatig beëindigd wordt, schakelt de elektronica van het apparaat de FROSTMATIC-functie na 24 uur uit.
Het gele lampje gaat uit.
2. Door opnieuw op de FROSTMATIC-toets te drukken kan de FROSTMA­TIC-functie te allen tijde handmatig beëindigd worden. Het gele lampje gaat uit.
Als de FROSTMATIC-functie is ingeschakeld, kan de WERKELIJKE tem­peratuur in de koelruimte iets dalen. Na uitschakelen van de FROST­MATIC-functie heerst de gekozen GEWENSTE temperatuur weer.
Attentie: de functies COOLMATIC en FROSTMATIC kunnen niet tegelijk worden ingeschakeld. Als de COOLMATIC- of FROSTMATIC-functie is ingeschakeld, kan de temperatuurinstelling niet worden gewijzigd.
Apparaat uitschakelen
Het apparaat is beschermd tegen abusievelijk inschakelen. Om uit te
schakelen toets AAN/UIT ca. 5 seconden ingedrukt houden. In de temperatuurindicatie begint een "count down", daarbij wordt van "3" naar "1" teruggeteld. Na bereiken van "1" schakelt de koelruimte uit. De temperatuurindicatie en het groene netspanninglampje gaan uit.
Aanwijzing: De instelling van het apparaat kan niet veranderd worden, als de stekker uit het stopcontact getrokken is of als er anderszins geen
stroom aanwezig is. Na aansluiting op het stroomnet start het apparaat weer op de stand waar het voor de stroomonderbreking op stond.
Als het apparaat gedurende langere tijd niet gebruikt wordt:
1. Apparaat uitschakelen door toets AAN/UIT in te drukken tot de indica­tie uitgaat (zie boven).
2. Stekker uit het stopcontact trekken of zekering in de huisinstallatie uitschakelen.
16
Binnenuitrusting
Legvlakken
Afhankelijk van model en uitrusting zijn legvlakken van glas of roos-
ters meegeleverd. Het glazen legvlak boven de groente- en fruitbakken moet altijd blij-
ven liggen, opdat fruit en groente langer vers blijven. De overige legvlakken zijn in hoogte verstelbaar:
1. Daartoe het legvlak zover naar voren trekken tot het naar boven of onde­ren bewogen kan worden en eruit gehaald kan worden.
2. Om de legvlakken op een andere hoogte te zetten in omgekeerde volgorde te werk gaan.
Plaatsen van grote verpakkingen (niet bij alle modellen):
De voorste helft van het tweedelige
glazen legvlak eruit halen en op een andere hoogte erin schuiven. Hierdoor wordt ruimte gewonnen om op het daaronder gelegen legvlak grote verpakkingen te plaatsen.
Variabele binnendeur
Naargelang de behoefte kunnen de deurvakken er naar boven uit-
genomen worden en op andere plaatsen gezet worden.
3. De vriesruimte ontdooien en het apparaat goed schoonmaken (zie
hoofdstuk “Reiniging en onderhoud”).
4. Deur daarna open laten om geurvorming te voorkomen.
Binnenuitrusting
17
Vochtigheidsregeling (niet bij alle modellen)
Voor het legvlak boven de groente- en fruitbakken bevindt zich bij enkele modellen een verstelbaar ventilatierooster. De opening van de ventilatiesleuven kan m.b.v. een schuifje traploos geregeld worden.
Schuifje rechts: ventilatiesleuven geopend.
Schuifje links: ventilatiesleuven gesloten.
Als de ventilatiesleuven open zijn, heerst t.g.v. sterkere luchtcirculatie een laag luchtvochtigheidsgehalte in de groente- en fruitbakken. Als de ventilatiesleuven dicht zijn, blijft het natuurlijke vochtigheidsge­halte van de levensmiddelen in de groente- en fruitbakken langer behouden.
Variabele box
(niet bij alle modellen, uitvoering afhankelijk van model)
Sommige modellen hebben een variabele box die naar de zijkant ver-
schoven kan worden en onder een deurvak is aangebracht. De box kan onder ieder deurvak worden aangebracht.
1. Voor het omzetten het deurvak met de variabele box naar boven uit de houders in de deur tillen en de beugel uit de geleider onder het deurvak nemen.
2. Inzetten op een andere hoogte geschiedt in omgekeerde volgorde.
Loading...
+ 39 hidden pages