Aeg SFB41011AS User Manual

USER MANUAL
SFB410F1AS
NL Gebruiksaanwijzing 2
Koelkast
FR Notice d'utilisation 20
Réfrigérateur
DE Benutzerinformation 39
Kühlschrank
www.aeg.com2
1. VEILIGHEIDSINFORMATIE................................................................................. 2
2. VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN........................................................................ 5
3. INSTALLATIE........................................................................................................7
4. BEDIENINGSPANEEL..........................................................................................9
5. DAGELIJKS GEBRUIK......................................................................................... 9
6. AANWIJZINGEN EN TIPS..................................................................................10
7. ONDERHOUD EN REINIGING...........................................................................13
8. PROBLEEMOPLOSSING...................................................................................14
9. GELUIDEN..........................................................................................................18
10. TECHNISCHE GEGEVENS..............................................................................18
11. AANWIJZINGEN VOOR TESTINSTITUTEN....................................................18
VOOR PERFECTE RESULTATEN
Bedankt dat u voor dit AEG-product heeft gekozen. Dit apparaat is ontworpen om vele jaren uitstekend te presteren, met innovatieve technologieën die het leven gemakkelijker helpen maken – functies die gewone apparaten wellicht niet hebben. Neem een paar minuten de tijd om het door te lezen zodat u er optimaal van kunt profiteren.
Ga naar onze website voor:
Advies over gebruik, brochures, het oplossen van problemen, onderhouds- en reparatie-informatie:
www.aeg.com/support
Registreer uw product voor een betere service:
www.registeraeg.com
Koop accessoires, verbruiksartikelen en originele reserveonderdelen voor uw apparaat:
www.aeg.com/shop
KLANTENSERVICE
Gebruik altijd originele onderdelen. Als u contact opneemt met de klantenservice zorg dat u de volgende gegevens bij de hand hebt: Model, productnummer, serienummer. De informatie staat op het typeplaatje.
Waarschuwing / Belangrijke veiligheidsinformatie Algemene informatie en tips Milieu‑informatie
Wijzigingen voorbehouden.

1. VEILIGHEIDSINFORMATIE

Lees zorgvuldig de meegeleverde instructies voor installatie en gebruik van het apparaat. De fabrikant is niet verantwoordelijk voor verwondingen of schade die
NEDERLANDS 3
voortvloeit uit de onjuiste installatie of het onjuiste gebruik. Bewaar de instructies altijd op een veilige, toegankelijke plek voor toekomstig gebruik.

1.1 Veiligheid van kinderen en kwetsbare personen

Dit apparaat kan worden gebruikt door kinderen van 8
jaar en ouder en door mensen met beperkte lichamelijke, zintuiglijke of verstandelijke vermogens of een gebrek aan ervaring en kennis, indien zij onder toezicht staan of instructies hebben gekregen over het veilig gebruiken van het apparaat en indien zij de eventuele gevaren begrijpen.
Kinderen in de leeftijd van 3 tot 8 jaar mogen het
apparaat laden en lossen op voorwaarde dat ze goed zijn geïnstrueerd.
Dit apparaat mag worden gebruikt door personen met
zware en complexe beperkingen, indien ze duidelijk zijn geïnstrueerd.
Kinderen jonger dan 3 jaar dienen, mits zij
voortdurend onder toezicht staan, bij het apparaat uit de buurt te worden gehouden.
Laat kinderen niet met het apparaat spelen.
Kinderen mogen zonder toezicht geen reinigings- en
onderhoudswerkzaamheden aan het apparaat uitvoeren.
Houd alle verpakkingen uit de buurt van kinderen en
verwijder ze op gepaste wijze.

1.2 Algemene veiligheid

Dit apparaat is bedoeld voor gebruik in huishoudelijke
en soortgelijke toepassingen, zoals:
boerderijen, personeelskeukens in winkels,
kantoren of andere werkomgevingen;
Door gasten in hotels, motels, bed&breakfasts en
andere woonomgevingen.
Neem de volgende instructies in acht om besmetting
van voedsel te voorkomen:
www.aeg.com4
open de deur niet gedurende lange perioden;reinig regelmatig oppervlakken die in contact
kunnen komen met voedsel en toegankelijke afwateringssystemen;
bewaar rauw vlees en vis in geschikte recipiënten in
de koelkast, zodat het niet in contact komt met of druppelt op andere levensmiddelen.
WAARSCHUWING: Houd de ventilatieopeningen altijd
vrij van obstructies; dit geldt zowel voor losstaande als
ingebouwde modellen.
WAARSCHUWING: Gebruik geen mechanische of
andere middelen om het ontdooiproces te versnellen,
behalve die middelen die door de fabrikant zijn
aanbevolen.
WAARSCHUWING: Let op dat u het koelcircuit niet
beschadigt.
WAARSCHUWING: Gebruik geen elektrische
apparaten in de koelkast, tenzij deze door de fabrikant
worden aanbevolen.
Gebruik geen waterstralen en stoom om het apparaat
te reinigen.
Maak het apparaat schoon met een vochtige zachte
doek. Gebruik alleen neutrale schoonmaakmiddelen.
Gebruik geen schuurmiddelen, schuursponsjes,
oplosmiddelen of metalen voorwerpen.
Als het apparaat lange tijd leeg is, schakel het dan uit,
ontdooi, reinig en droog het en laat de deur open om
te voorkomen dat er schimmel in het apparaat
ontstaat.
Bewaar geen explosieve stoffen zoals spuitbussen
met een ontvlambaar drijfgas in dit apparaat.
Als de voedingskabel beschadigd is, moet de
fabrikant, een erkende serviceverlener of een
gekwalificeerd persoon deze vervangen teneinde
gevaarlijke situaties te voorkomen.

2. VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN

NEDERLANDS 5

2.1 Installatie

WAARSCHUWING!
Alleen een erkende installatietechnicus mag het apparaat installeren.
• Verwijder alle verpakkingsmaterialen.
• Installeer en gebruik geen beschadigd apparaat.
• Gebruik het apparaat niet voordat u het in de ingebouwde structuur installeert omwille van veiligheidsredenen.
• Volg de installatie-instructies die zijn meegeleverd met het apparaat.
• Pas altijd op bij verplaatsing van het apparaat, want het is zwaar. Gebruik altijd veiligheidshandschoenen en gesloten schoeisel.
• Zorg ervoor dat rond het apparaat lucht kan circuleren.
• Bij de eerste installatie of na het omdraaien van de deur moet u minstens 4 uur wachten voordat u het apparaat op de stroom aansluit. Hierdoor kan de olie terug in de compressor stromen.
• Trek de stekker uit het stopcontact voordat u handelingen aan het apparaat uitvoert (bijv. het omdraaien van de deur).
• Installeer het apparaat niet in de nabijheid van radiatoren, fornuizen, ovens of kookplaten.
• Stel het apparaat niet bloot aan regen.
• Installeer het apparaat niet op een plaats met direct zonlicht.
• Installeer dit apparaat niet in ruimtes die te vochtig of te koud zijn.
• Til de voorkant van het apparaat op als u hem wilt verplaatsen, om krassen op de vloer te voorkomen.
• Het apparaat bevat een zakje droogmiddel. Dit is geen speelgoed. Dit is geen levensmiddel. Gooi het onmiddellijk weg.

2.2 Aansluiting op het elektriciteitsnet

WAARSCHUWING!
Gevaar voor brand en elektrische schokken.
WAARSCHUWING!
Zorg er bij het plaatsen van het apparaat voor dat het stroomsnoer niet klem zit of wordt beschadigd.
WAARSCHUWING!
Gebruik geen meerwegstekkers en verlengsnoeren.
• Dit apparaat moet worden aangesloten op een geaard stopcontact.
• Zorg ervoor dat de parameters op het vermogensplaatje overeenkomen met elektrische vermogen van de netstroom.
• Gebruik altijd een juist geïnstalleerd schokbestendig stopcontact.
• Zorg dat u de elektrische onderdelen (hoofdstekker, kabel, compressor) niet beschadigt. Neem contact met de erkende servicedienst of een elektricien om de elektrische onderdelen te wijzigen.
• De stroomkabel moet lager blijven dan het niveau van de stopcontact.
• Steek de stekker pas in het stopcontact als de installatie is voltooid. Zorg ervoor dat het netsnoer na installatie bereikbaar is.
• Trek niet aan het netsnoer om het apparaat los te koppelen. Trek altijd aan de stekker.

2.3 Gebruik

WAARSCHUWING!
Gevaar op letsel, brandwonden of elektrische schokken.
Het apparaat bevat ontvlambaar
gas, isobutaan (R600a), een aardgas
www.aeg.com6
met een hoge ecologische compatibiliteit. Zorg ervoor dat u het koelcircuit dat isobutaan bevat, niet beschadigt.
• De specificatie van dit apparaat niet wijzigen.
• Plaats geen elektrische apparaten (bijv. ijsmachines) in het apparaat tenzij uitdrukkelijk geschikt verklaard door de fabrikant.
• Als er schade aan het koelcircuit optreedt, zorg er dan voor dat er zich geen vlammen en andere ontstekingsbronnen in de kamer bevinden. Lucht de ruimte indien dit gebeurt.
• Zet geen hete items op de kunststofonderdelen van het apparaat.
• Plaats geen koolzuurhoudende dranken in het vriesvak. Dit zal extra druk in de drankfles veroorzaken.
• Bewaar geen ontvlambare gassen en vloeistoffen in het apparaat.
• Plaats geen ontvlambare producten of items die vochtig zijn door ontvlambare producten in, bij of op het apparaat.
• Raak de compressor of condensator niet aan. Ze zijn heet.
• Zorg ervoor dat u nooit met natte of vochtige handen items uit het vriesvak verwijderd of aanraakt.
• Vries ontdooide voedingswaren nooit opnieuw in.
• Bewaar de voedingswaren volgens de instructies op de verpakking.
• Wikkel het voedsel in eender welk contactmateriaal voor voedsel alvorens het in het vriesvak te plaatsen.

2.4 Binnenverlichting

WAARSCHUWING!
Gevaar voor elektrische schokken.
• Met betrekking tot de lamp(en) in dit product en reservelampen die afzonderlijk worden verkocht: Deze lampen zijn bedoeld om bestand te zijn tegen extreme fysieke omstandigheden in huishoudelijke apparaten, zoals temperatuur, trillingen, vochtigheid, of zijn bedoeld om informatie te geven over de
operationele status van het apparaat. Ze zijn niet bedoeld voor gebruik in andere toepassingen en zijn niet geschikt voor verlichting in huishoudelijke ruimten.

2.5 Onderhoud en reiniging

WAARSCHUWING!
Gevaar voor letsel of schade aan het apparaat.
• Schakel het apparaat uit en trek de stekker uit het stopcontact voordat u onderhoudshandelingen verricht.
• Het koelcircuit van dit apparaat bevat koolwaterstoffen. Enkel bevoegde personen mogen de eenheid onderhouden en herladen.
• Controleer regelmatig de afvoer van het apparaat en reinig het indien nodig. Indien de afvoer verstopt is, zal er water op de bodem van het apparaat liggen.

2.6 Service

• Neem contact op met de erkende servicedienst voor reparatie van het apparaat. Gebruik uitsluitend originele reserveonderdelen.
• Houd er rekening mee dat zelfreparatie of niet-professionele reparatie gevolgen kan hebben voor de veiligheid en de garantie kan doen vervallen.
• De volgende reserveonderdelen zijn beschikbaar gedurende 7 jaar nadat het model is stopgezet: thermostaten, temperatuursensoren, printplaten, lichtbronnen, deurklinken, deurscharnieren, trays en manden. Houd er rekening mee dat sommige van deze reserveonderdelen alleen beschikbaar zijn voor professionele reparateurs en dat niet alle reserveonderdelen relevant zijn voor alle modellen.
• Deurpakkingen zijn beschikbaar tot 10 jaar nadat het model is stopgezet.

2.7 Verwijdering

WAARSCHUWING!
Gevaar voor letsel of verstikking.
B
A
H1
W1
D1
W2
D2
W3
D3
90°
NEDERLANDS 7
• Haal de stekker uit het stopcontact.
• Snij het netsnoer van het apparaat af en gooi dit weg.
• Verwijder de deur om te voorkomen dat kinderen en huisdieren opgesloten raken in het apparaat.
• Het koelcircuit en de isolatiematerialen van dit apparaat zijn ozonvriendelijk.

3. INSTALLATIE

WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken Veiligheid.
WAARSCHUWING!
Raadpleeg het installatie­instructiedocument om uw apparaat te installeren.

3.1 Afmetingen

• Het isolatieschuim bevat ontvlambare gassen. Neem contact met uw plaatselijke overheid voor informatie m.b.t. correcte afvalverwerking van het apparaat.
• Veroorzaak geen schade aan het deel van de koeleenheid dat zich naast de warmtewisselaar bevindt.
WAARSCHUWING!
Zet het apparaat vast in overeenstemming met de installatie-instructies om een risico op instabiliteit van het apparaat te voorkomen.
www.aeg.com8
Totale afmetingen ¹
H1 mm 1021
W1 mm 548
D1 mm 549
¹ de hoogte, breedte en diepte van het apparaat zijn exclusief de handgreep en pootjes
Benodigde ruimte tijdens gebruik ²
H2 (A+B) mm 1066
W2 mm 548
D2 mm 551
A mm 1030
B mm 36
² de hoogte, breedte en diepte van het apparaat inclusief de handgreep, plus de ruimte die nodig is voor vrije circulatie van de koellucht
Dit apparaat moet in een droge, goed geventileerde positie binnenshuis worden geïnstalleerd.
Dit apparaat is bedoeld voor gebruik bij een omgevingstemperatuur variërend van 16°C tot 38°C.
De juiste werking van het apparaat kan enkel gegarandeerd worden als het opgegeven temperatuurbereik wordt gerespecteerd.
Als u twijfels hebt over waar het apparaat te installeren, raadpleeg dan de verkoper, de klantenservice of de dichstsbijzijnde erkende servicedienst.
Het moet mogelijk zijn het apparaat van de hoofdstroomtoevoer af te halen. De stekker moet daarom na installatie gemakkelijk toegankelijk zijn.
Totale benodigde ruimte in gebruik ³
H3 (A+B) mm 1066
W3 mm 548
D3 mm 1071
³ de hoogte, breedte en diepte van het apparaat inclusief de handgreep, plus de ruimte die nodig is voor vrije circulatie van de koellucht, plus de ruimte die nodig is om de deur te openen tot de minimale hoek waarbij de volledige inhoud kan worden uitgenomen.

3.2 Locatie

Installeer het apparaat niet in de buurt van een warmtebron (oven, kachels, radiatoren, fornuizen of kookplaten) of op een plek met direct zonlicht om de beste functionaliteit van het apparaat te garanderen. Zorg ervoor dat lucht vrij kan circuleren rond de achterkant van de kast.

3.3 Elektrische aansluiting

• Zorg er vóór het aansluiten voor dat het voltage en de frequentie op het typeplaatje overeenkomen met de stroomtoevoer in uw huis.
• Dit apparaat moet worden aangesloten op een geaard stopcontact. De netsnoerstekker is voorzien van een contact voor dit doel. Als het stopcontact niet geaard is, sluit het apparaat dan aan op een afzonderlijk aardepunt, in overeenstemming met de geldende regels. Raadpleeg hiervoor een gekwalificeerd elektricien.
• De fabrikant kan niet aansprakelijk gesteld worden als bovenstaande veiligheidsvoorschriften niet opgevolgd worden.
• Dit apparaat voldoet aan de EEG ­richtlijnen.

3.4 Ventilatievereisten

Er moet voldoende luchtstroom mogelijk zijn achter het apparaat.
5 cm
min. 200 cm
2
min. 200 cm
2
LET OP!
Raadpleeg de installatie­instructies voor de installatie.

4. BEDIENINGSPANEEL

NEDERLANDS 9

3.5 Omkeerbaarheid van de deur

Raadpleeg het afzonderlijke document met instructies voor installatie en omdraaien van de deur.
LET OP!
Bedek tijdens iedere fase van het omdraaien van de deur de vloer met een duurzaam materiaal om krassen te voorkomen.

4.1 Inschakelen

1. Steek dan de stekker in het stopcontact.
2. Draai de thermostaatknop op een gemiddelde stand.

4.2 Uitschakelen

Draai de temperatuurknop op de stand "O" om het apparaat uit te schakelen.

4.3 Temperatuurregeling

De temperatuur wordt automatisch geregeld. U kunt echter zelf een temperatuur in het apparaat instellen.
Houd bij de instellingskeuze rekening met het feit dat de temperatuur in het apparaat afhankelijk is van:

5. DAGELIJKS GEBRUIK

5.1 Het plaatsen van de
deurschappen
Om het bewaren van voedselverpakkingen van verschillende afmetingen mogelijk te maken, kunnen de schappen op verschillende hoogtes worden geplaatst.
1. Trek het schap enigszins omhoog
2. Opnieuw plaatsen zoals gewenst.
totdat het loskomt.
• de kamertemperatuur,
• de frequentie waarmee de deur wordt geopend,
• de hoeveelheid etenswaren die wordt bewaard,
• de plek van het apparaat.
Een gemiddelde instelling is over het algemeen het meest geschikt.
Voor de bediening van het apparaat:
1. Draai de temperatuurregelaar
rechtsom om een lagere temperatuur in het apparaat te verkrijgen.
2. Draai de temperatuurregelaar
linksom om een hogere temperatuur in het apparaat te verkrijgen.
www.aeg.com10

5.2 Verplaatsbare schappen

De wanden van de koelkast zijn voorzien van een aantal glijschoenen zodat de schappen op de gewenste plaats gezet kunnen worden.
Verwijder de glasplaat boven de groentelade niet om een goede luchtcirculatie te garanderen.

5.3 Groentelade

In het onderste deel van het apparaat bevindt zich een speciale lade die geschikt is voor de opslag van groenten en fruit.

5.4 Vers voedsel invriezen

Het vriesvak is geschikt voor het invriezen van vers voedsel en voor het gedurende een lange periode bewaren van ingevroren en diepgevroren voedsel.
Om vers voedsel in te vriezen, is het niet nodig om de huidige instelling te veranderen.
Bewaar het verse voedsel gelijkmatig verdeeld in alle vakken of laden.
De maximale hoeveelheid voedsel dat kan worden ingevroren zonder ander
vers voedsel toe te voegen, gedurende 24 uur, staat aangegeven op het typeplaatje (een label dat zich aan de binnenkant van het apparaat bevindt).

5.5 Het bewaren van ingevroren voedsel

Als u het apparaat voor de eerste keer inschakelt of na een periode dat het niet is gebruikt, dient u het apparaat minstens 3 uur te laten werken voordat u de producten in het vak legt.
Bewaar het voedsel op minstens 15 mm afstand van de deur.
LET OP!
Bij onbedoelde ontdooiing door bijvoorbeeld stroomuitval, waarbij de stroom langer is uitgeschakeld dan de waarde die op het typeplaatje staat, onder 'tijdsduur', moet het ontdooide voedsel snel worden geconsumeerd of onmiddellijk worden bereid, vervolgens afgekoeld en daarna opnieuw worden ingevroren.

5.6 Ontdooien

Diepgevroren of gevroren voedsel kan, voordat het wordt geconsumeerd, worden ontdooid in de koelkast of in een plastic zak onder koud water.
Deze handeling is afhankelijk van de beschikbare tijd en het soort voedsel. Kleine stukjes kunnen zelfs nog bevroren gekookt worden.

6. AANWIJZINGEN EN TIPS

6.1 Tips voor energiebesparing

• Koelkast: Het meest efficiënte gebruik van energie is verzekerd in de configuratie met de lades in het onderste deel van het apparaat en met de rekken gelijkmatig verdeeld. De positie van de deurbakken heeft geen invloed op het energieverbruik.
• De deur niet vaker openen of open laten staan dan noodzakelijk.
• Vriezer: Hoe kouder de temperatuurinstelling, hoe hoger het energieverbruik.
• Koelkast: Stel de temperatuur niet te hoog in om energie te besparen, tenzij de kenmerken van het voedsel dit vereisen.
NEDERLANDS 11
• Als de omgevingstemperatuur hoog is, de temperatuurregeling op een lage temperatuur staat en het apparaat volledig gevuld is, kan de compressor continu aanstaan waardoor er ijs op de verdamper ontstaat. Stel in dit geval de temperatuurregeling in op een hogere temperatuur, om automatisch ontdooien mogelijk te maken en zo energie te besparen.
• Zorg voor een goede ventilatie. Dek de ventilatieroosters of -gaten niet af.

6.2 Tips voor het invriezen

• Vóór het invriezen verpakken en verzegelen van vers voedsel in: aluminiumfolie, plastic folie of zakken, luchtdichte containers met deksel.
• Verdeel voor efficiënter invriezen en ontdooien het voedsel in kleine porties.
• Het wordt aanbevolen om etiketten en datums op al uw diepvriesproducten te plakken. Dit zal helpen voedingsmiddelen te identificeren en te weten wanneer ze moeten worden gebruikt voordat ze bederven.
• Het voedsel moet vers zijn wanneer het wordt ingevroren om een goede kwaliteit te behouden. Vooral groenten en fruit moeten na de oogst worden ingevroren om al hun voedingsstoffen te behouden.
• Flessen of blikken met vloeistoffen niet invriezen, in het bijzonder dranken die kooldioxide bevatten - ze kunnen exploderen tijdens het invriezen.
• Plaats geen warm voedsel in het koelvak. Koel het af bij kamertemperatuur voordat u het in het vak plaatst.
• Om te voorkomen dat de temperatuur van al ingevroren voedsel toeneemt, dient u vers voedsel hier niet direct naast te plaatsen. Plaats voedsel op kamertemperatuur in het deel van het vriesvak waar geen bevroren voedsel is.
• IJsblokjes, ingevroren water of waterijsjes niet meteen nadat ze uit de vriezer zijn gehaald opeten. Gevaar voor bevriezing.
• Ontdooid voedsel niet opnieuw invriezen. Als het voedsel ontdooid is, kook het dan, koel het af en vries het dan in.
6.3 Het bewaren van
ingevroren voedsel
• Het vriesvak is het vak gemarkeerd met .
• De middentemperatuurinstelling zorgt voor een goede conservering van ingevroren voedsel. Een hogere temperatuurinstelling in het apparaat kan leiden tot een kortere houdbaarheid.
• Het hele vriesvak is geschikt voor de opslag van diepvriesproducten.
• Laat voldoende ruimte rond het voedsel om de lucht vrij te laten circuleren.
• Raadpleeg voor adequate opslag het etiket van de voedselverpakking om de houdbaarheid van voedsel te bekijken.
• Het is belangrijk om het voedsel zodanig in te pakken dat er geen water, vocht of condensatie in kan komen.

6.4 Winkeltips

Na het boodschappen doen:
• Zorg ervoor dat de verpakking niet beschadigd is - het voedsel kan bedorven zijn. Als de verpakking gezwollen of nat is, is deze mogelijk niet in de optimale omstandigheden opgeslagen en is het ontdooien mogelijk al begonnen.
• Om het ontdooiproces te beperken, koopt u diepvriesproducten aan het einde van uw boodschappen en vervoert u ze in een thermische en geïsoleerde koeltas.
• Plaats de diepvriesproducten onmiddellijk na terugkomst uit de winkel in de vriezer.
• Als voedsel zelfs gedeeltelijk ontdooid is, mag u het niet opnieuw invriezen. Consumeer het zo snel mogelijk.
• Respecteer de vervaldatum en de bewaarinformatie op de verpakking.
www.aeg.com12

6.5 Houdbaarheid voor vriescompartiment

Soort voedsel Houdbaarheid
(maanden)
Brood 3
Fruit (met uitzondering van citrusvruchten) 6 - 12
Groenten 8 - 10
Restjes zonder vlees 1 - 2
Zuivelproducten:
Boter Zachte kaas (zoals mozzarella) Harde kaas (zoals parmezaanse kaas, cheddar)
Vis/Zeevruchten:
Vette vis (zoals zalm, makreel) Magere vis (zoals kabeljauw, bot) Garnalen Gepelde mosselen en mosselen Gekookte vis
Vlees:
Gevogelte Rundvlees Varkensvlees Lamsvlees Worst Ham Restjes met vlees
6 - 9 3 - 4 6
2 - 3 4 - 6 12 3 - 4 1 - 2
9 - 12 6 - 12 4 - 6 6 - 9 1 - 2 1 - 2 2 - 3

6.6 Tips voor het koelen van vers voedsel

• De middentemperatuurinstelling zorgt voor een goede conservering van vers voedsel. Een hogere temperatuurinstelling in het apparaat kan leiden tot een kortere houdbaarheid van voedsel.
• Bedek het voedsel met een verpakking om de versheid en het aroma te behouden.
• Gebruik altijd gesloten containers voor vloeistoffen en voor voedsel, om smaken of geuren in het vak te voorkomen.
• Om kruisbesmetting tussen gekookt en rauw voedsel te voorkomen, bedekt u het gekookte voedsel en scheidt u het van het rauwe.
• Het wordt aanbevolen om het voedsel in de koelkast te ontdooien.
• Plaats geen warm voedsel in het apparaat. Zorg ervoor dat het is afgekoeld bij kamertemperatuur voordat u het in het apparaat plaatst.
• Om voedselverspilling te voorkomen moet de nieuwe voorraad voedsel altijd achter de oude worden geplaatst.
6.7 Tips voor het koelen van
voedsel
• Het vak voor vers voedsel is de markering (op het typeplaatje) met
.
• Vlees (alle soorten): in plastic zakken verpakken en op het glazen schap
NEDERLANDS 13
leggen, boven de groentelade. Bewaar vlees maximaal 1-2 dagen.
• Fruit en groente: grondig reinigen (zand verwijderen) en in een speciale lade (groentelade) plaatsen.
• Het is raadzaam om exotische vruchten zoals bananen, mango’s, papaja’s, etc. niet in de koelkast te bewaren.
• Groenten zoals tomaten, aardappelen, uien en knoflook mogen niet in de koelkast worden bewaard.

7. ONDERHOUD EN REINIGING

WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken Veiligheid.
7.1 De binnenkant
schoonmaken
Voordat u het apparaat voor de eerste keer gebruikt, wast u de binnenkant en de interne accessoires met lauwwarm water en een beetje neutrale zeep om de typische geur van een nieuw product weg te nemen. Droog daarna grondig af.
LET OP!
Gebruik geen reinigingsmiddelen, schuurpoeders, chloor of reinigers op oliebasis. Deze beschadigen de afwerking.
• Boter en kaas: in een luchtdicht bakje leggen of in aluminiumfolie of plastic zakjes wikkelen om zoveel mogelijk lucht uit te sluiten.
• Flessen: afsluiten met een dop en in de flessenplank van de deur plaatsen of (indien beschikbaar) in het flessenrek.
• Raadpleeg altijd de vervaldatum van de producten om te weten hoelang ze bewaard kunnen worden.
7.3 Het ontdooien van de
koelkast
Rijp wordt tijdens normaal gebruik automatisch van de verdamper van het koelvak verwijderd. Het dooiwater loopt via een gootje in een speciale opvangbak aan de achterkant van het apparaat, boven de compressormotor, waar het verdampt.
Het is belangrijk om het afvoergaatje van het dooiwater in het midden van het koelvak regelmatig schoon te maken om te voorkomen dat het water overloopt en op het voedsel in de koelkast gaat druppelen.
Gebruik hiervoor de buisreiniger die werd meegeleverd met het apparaat.
LET OP!
De toebehoren en onderdelen van het apparaat zijn niet geschikt om in een afwasmachine gewassen te worden.

7.2 Periodieke reiniging

Het apparaat moet regelmatig worden schoongemaakt:
1. Maak de binnenkant en de accessoires schoon met lauw water en wat neutrale zeep.
2. Controleer de afdichtingen regelmatig en wrijf ze schoon om u ervan te verzekeren dat ze schoon en vrij van resten zijn.
3. Afspoelen en goed afdrogen.
www.aeg.com14

7.4 De vriezer ontdooien

LET OP!
Gebruik nooit scherpe metalen hulpmiddelen om de rijp van de verdamper te krabben, deze zou beschadigd kunnen raken. Gebruik geen mechanische of andere middelen om het ontdooiproces te versnellen, behalve die middelen die door de fabrikant zijn aanbevolen.
Stel ongeveer 12 uur voordat u gaat ontdooien een lagere temperatuur in om voldoende koudereserve op te bouwen in geval van onderbrekingen tijdens de werking.
Een zekere hoeveelheid rijp zal zich altijd vormen op de schappen van de vriezer en rond het bovenste vak.
Ontdooi de vriezer wanneer de rijplaag een dikte van ongeveer 3-5 mm bereikt heeft.
1. Trek de stekker uit het stopcontact of schakel het apparaat uit.
2. Verwijder al het ingevroren voedsel en leg het op een koele plaats.
LET OP!
Een temperatuurstijging tijdens het ontdooien van de ingevroren levensmiddelen, kan de veilige bewaartijd verkorten. Raak ingevroren voedsel niet met natte handen aan. Uw handen kunnen hieraan vastvriezen.
3. Laat de deur open staan. Bescherm de vloer tegen het ontdooiwater met bijv. een doek of een platte opvangbak.
4. Om het ontdooiproces te versnellen kunt u een bak warm water in het vriesvak zetten. Verwijder bovendien stukken ijs die afbreken voordat het ontdooien voltooid is.
5. Na afloop van het ontdooien, de binnenkant grondig droog maken.
6. Zet het apparaat aan en doe de deur dicht.
7. Zet de thermostaatknop op de maximale koude en laat het apparaat minstens drie uur in deze instelling werken.
Pas na deze tijd plaatst u het eten terug in het vriesvak.
7.5 Periode dat het apparaat
niet gebruikt wordt
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen als het apparaat gedurende lange tijd niet gebruikt wordt:
1. Trek de stekker uit het stopcontact.
2. Verwijder al het voedsel
3. Ontdooi het apparaat.
4. Maak het apparaat en alle toebehoren schoon.
5. Laat de deuren open staan om onaangename luchtjes te voorkomen.

8. PROBLEEMOPLOSSING

WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken Veiligheid.

8.1 Wat te doen als ...

Probleem Mogelijke oorzaak Oplossing
Het apparaat werkt niet. Het apparaat werd uitge‐
schakeld.
De stekker zit niet goed in
het stopcontact.
Er staat geen spanning op
het stopcontact.
Het apparaat is lawaaiig. Het apparaat staat niet sta‐
biel.
De compressor werkt voort‐ durend.
Er werden veel voedingspro‐
De temperatuur in de ruimte
De temperatuur van de voe‐
De deur is niet goed geslo‐
De deur is niet goed gemon‐ teerd of dekt het ventilatier‐ ooster af.
Deur gaat moeilijk open. U probeerde de deur direct
De verlichting werkt niet. De stand-bystand van de
Er is te veel bevroren rijp en ijs.
Het deurrubber is vervormd
De voedingsproducten is
De temperatuur is verkeerd ingesteld.
ducten in een keer opgebor‐ gen.
is te hoog.
dingsproducten in het appa‐ raat was te hoog.
ten.
Het apparaat staat niet wa‐ terpas.
nadat u die sloot opnieuw te openen.
verlichting is ingeschakeld.
De lamp is defect. Zie 'De lamp vervangen'.
De deur is niet goed geslo‐ ten.
of vuil.
niet goed verpakt.
Schakel het apparaat in.
Steek de stekker goed in het stopcontact.
Sluit het apparaat aan op een ander stopcontact. Neem contact op met een erkend elektrotechnisch in‐ stallateur.
Controleer of het apparaat stabiel staat.
Zie 'Bedieningspaneel'.
Wacht een paar uur en con‐ troleer dan de temperatuur opnieuw.
Zie 'Installeren'.
Laat voedingsproducten af‐ koelen tot kamertemperatuur voordat u ze opbergt.
Zie 'De deur sluiten'.
Raadpleeg de montage-in‐ structies.
Wacht even met de deur openen nadat u die hebt ge‐ sloten.
Sluit en open de deur.
Zie 'De deur sluiten'.
Zie 'De deur sluiten'.
Verpak de voedingsproduc‐ ten beter.
NEDERLANDS 15
www.aeg.com16
Probleem Mogelijke oorzaak Oplossing
De temperatuur is verkeerd
ingesteld.
Apparaat is volledig geladen
en is ingesteld op de laagste temperatuur.
De ingestelde temperatuur in
het apparaat is te laag en de omgevingstemperatuur is te
Raadpleeg het hoofdstuk 'Bedieningspaneel'.
Stel een hogere temperatuur in. Raadpleeg het hoofdstuk 'Bedieningspaneel'.
Stel een hogere temperatuur in. Raadpleeg het hoofdstuk 'Bedieningspaneel'.
hoog.
Er stroomt water over de achterwand van de koelkast.
Tijdens automatisch ontdooi‐ en smelt rijp op de achter‐
Dit is normaal.
wand.
Er condenseert teveel water op de achterwand van de
De deur werd te vaak geo‐ pend.
Open de deur alleen als het nodig is.
koelkast.
De deur is niet volledig ge‐
sloten.
Het bewaarde voedsel was
niet ingepakt.
Zorg ervoor dat de deur vol‐ ledig gesloten is.
Verpak voedsel in geschikt materiaal voordat u het in het apparaat plaatst.
Er stroomt water in de koel‐ kast.
Opgeborgen voedingspro‐ ducten voorkomen dat het water in de wateropvangbak
Zorg ervoor dat voedings‐ producten de achterwand niet raken.
loopt.
De waterafvoer is verstopt. Reinig de waterafvoer.
Er stroomt water op de vloer. De smeltwaterafvoer is niet
aangesloten op de verdamp‐
Sluit de smeltwaterafvoer
aan op de verdampschaal. schaal boven de compres‐ sor.
De temperatuur in het appa‐ raat is te laag/te hoog.
De deur is niet goed geslo‐
De temperatuur is niet cor‐ rect ingesteld.
Stel een hogere/lagere tem‐
peratuur in.
Zie 'De deur sluiten'. ten.
De temperatuur van de voe‐
dingsproducten is te hoog.
Laat de voedingsproducten
afkoelen tot kamertempera‐
tuur voordat u ze opbergt.
Er werden veel voedingspro‐
ducten in een keer opgebor‐
Berg minder voedingspro‐
ducten in een keer op. gen.
NEDERLANDS 17
Probleem Mogelijke oorzaak Oplossing
De dikte van de rijp is groter dan 4 - 5 mm.
De deur werd vaak geopend. Open de deur alleen als dat
Ontdooi het apparaat.
nodig is.
Bel, wanneer het advies niet tot resultaten leidt, de dichtstbijzijnde servicedienst voor dit merk.

8.2 Het lampje vervangen

Het apparaat is uitgerust met een LED-binnenlampje dat een lange levensduur heeft.
Het wordt ten zeerste aanbevolen uitsluitend originele reserveonderdelen te gebruiken.
Gebruik uitsluitend ledlampen (E14-basis). Het maximale vermogen wordt getoond op de lampunit.
LET OP!
Trek de stekker uit het stopcontact.
1. Verwijder de schroef met een schroevendraaier van de afdekking van het lampje.
2. Maak de afdekking van het lampje los door deze in de richting van de pijl te bewegen.
3. Vervang de kapotte gloeilamp door een nieuwe lamp met dezelfde kenmerken dat specifiek bedoeld is voor huishoudelijke apparaten.
4. Plaats de afdekking van het lampje terug.
5. Draai de schroef van de afdekking van het lampje vast.
6. Steek de stekker in het stopcontact.
7. Open de deur. Controleer of het lampje gaat branden.

8.3 De deur sluiten

1. Maak de afdichtingen van de deur schoon.
2. Stel de deur, indien nodig, af. Raadpleeg 'Installatie-instructies'.
3. Vervang, indien nodig, de defecte deurafdichtingen. Neem contact op met een erkend servicecentrum.
SSSRRR!
CLICK!
HISSS!
BRRR!
BLUBB!
www.aeg.com18

9. GELUIDEN

10. TECHNISCHE GEGEVENS

De technische gegevens staan op het typeplaatje aan de binnenkant van het apparaat en op het energielabel.
De QR-code op het energielabel dat bij het apparaat wordt geleverd, biedt een weblink naar de informatie gerelateerd aan de prestaties van het apparaat in de EU-EPREL-database. Bewaar het energielabel ter referentie samen met de gebruikershandleiding en alle andere documenten die bij dit apparaat worden geleverd.
Het is ook mogelijk om dezelfde informatie in EPREL te vinden via de link
https://eprel.ec.europa.eu
modelnaam en het productnummer die u vindt op het typeplaatje van het apparaat.
Zie de link gedetailleerde informatie over het energielabel.
www.theenergylabel.eu

11. AANWIJZINGEN VOOR TESTINSTITUTEN

De installatie en voorbereiding van het toestel voor elke EcoDesign-verificatie moet in overeenstemming zijn met EN
62552. De ventilatievoorschriften, de afmetingen van de uitsparingen en de minimale open afstanden aan de
achterzijde moeten voldoen aan de voorschriften van deze gebruikershandleiding in hoofdstuk 3. Neem contact op met de fabrikant voor verdere informatie, inclusief laadplannen.
en de
voor
Loading...
+ 42 hidden pages