Aeg S71330DT18 User manual

SANTO 71330-18 DT
Dubbeldeurs-koelautomaat
Combiné réfrigérateur-congélateur
Kühl-Gefrierkombination
Gebruiksaanwijzing
Mode d’emploi
Gebrauchsanweisung
Geachte klant,
Lees eerst aandachtig de gebruiksaanwijzing door voordat u uw nieuwe koelapparaat in gebruik neemt. Hierin staat belangrijke informatie over een veilig gebruik, over het opstellen en over het onderhoud van het apparaat.
De gebruiksaanwijzing s.v.p. bewaren voor latere naslag. Aan eventuele vol­gende bezitters van het apparaat doorgeven.
Met de waarschuwingsdriehoek en/of door signaalwoorden (Waar- schuwing!, Voorzichtig!, Let op!) wordt de aandacht gevestigd op aanwij­zingen die belangrijk zijn voor uw veiligheid of voor het juist functioneren van het apparaat. Hier absoluut op letten.
Na dit symbool wordt uitleg gegeven over de bediening en het prak-tisch gebruik van het apparaat.
Met het klaverblad worden tips en aanwijzingen voor een econo-mischen milieuvriendelijk gebruik van het apparaat aangegeven.
Voor eventueel optredende storingen staan in de handleiding aanwijzingen om deze zelf op te lossen, zie Hoofdstuk "Wat te doen als...". Als deze aanwij­zingen niet voldoende informatie bieden staat onze klantendienst u te allen tijde ter beschikking.
3
Inhoud
Veiligheid . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .4
Weggooien . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .5
Informatie over de verpakking van het apparaat . . . . . . . . . . . . . . . . . .5
Weggooien van oude apparaten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .5
Transportbescherming verwijderen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .6
Opstellen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .6
Opstelplaats . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .6
Uw koeltoestel heeft lucht nodig . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .7
Muur-afstandshouders . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .7
Deurdraairichting . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .8
Elektrische aansluiting . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .10
Voor ingebruikname . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .10
In gebruik nemen en temperatuurregeling . . . . . . . . . . . . . . . . . . .10
Interieur . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .11
Legvlakken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .11
Variable binnendeur . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .11
Luchtcirculatie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .12
Flessenrek . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .12
Koelen van levensmiddelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .13
Invriezen en diepgevroren opslaan . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .13
Het maken van ijsblokjes . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .14
Diepvrieskalender . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .14
Ontdooiing van het toestel . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .15
Apparaat uitzetten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .15
Reiniging en onderhoud . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .16
Tips om energie te besparen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .17
Wat te doen als . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .17
Hulp bij storingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .17
Lamp verwisselen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .19
Doel, normen, richtlijnen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .19
Veiligheid
De veiligheid van onze apparaten voldoet aan de Europese en Nederlandse normen. Desondanks zien wij ons genoodzaakt u met de volgende veilig­heidsaanwijzingen vertrouwd te maken:
Reglementaire toepassing
• Het apparaat is voor huishoudelijk gebruik bestemd. Het is geschikt voor het koelen, invriezen en diepgevroren bewaren van levensmiddelen en voor het maken van ijs. Als het apparaat voor andere doeleinden gebruikt wordt kan de fabrikant geen verantwoording nemen voor eventuele schaden.
• Het ombouwen van of veranderingen aan het koelapparaat aanbrengen is uit veiligheidsoverwegingen niet toegestaan.
• Als het apparaat commercieel of voor andere doeleinden dan voor het koelen, diepgevroren bewaren en invriezen van levens-middelen gebruikt wordt, s.v.p. letten op de hiervoor van kracht zijnde wettelijke bepalingen.
Voordat het apparaat voor de eerste keer in gebruik genomen wordt
• Controleer het apparaat op transportschaden. Een beschadigd apparaat in geen geval aansluiten! Wend u in geval van schade tot de leverancier.
Koelmiddelen
Het apparaat bevat in het koelvloeistofcircuit de koelvloeistof Isobutan (R600a), een natuurlijk, zeer milieuvriendelijk gas, dat echter wel brandbaar is.
• Bij het transport en het opstellen van het apparaat erop letten dat geen onderdelen van het koelvloeistofcircuit beschadigd worden.
• Bij beschadiging van het koelvloeistofcircuit:
– open vuur en brandhaarden absoluut vermijden; – het vertrek waar het apparaat staat goed ventileren.
Veiligheid van kinderen
• Verpakkingsdelen (bijv. foliën, piepschuim) kunnen voor kinderen gevaar­lijk zijn. Stikgevaar! Verpakkingsmateriaal van kinderen weghouden!
• Oude apparaten voor het weggooien onbruikbaar maken. Stekker uit het stopcontact trekken, stroomkabel doorknippen, eventueel aanwe-zige snap– of grendelsloten verwijderen of kapotmaken. Daardoor wordt voorkomen dat spelende kinderen in het apparaat opgesloten raken (stik­gevaar!) of in andere levensgevaarlijke situaties terecht komen.
• Dit apparaat is niet bedoeld voor gebruik door kinderen, personen met verminderde lichamelijke, zintuigelijke of geestelijke capaciteiten of een gebrek aan kennis en ervaring, tenzij er toezicht is ingesteld door de per­soon die verantwoordelijk is voor hun veiligheid of tenzij zij van deze per­soon instructies hebben gekregen over het gebruik. Laat kinderen niet zonder toezicht in de buurt van het apparaat.
5
Bij dagelijks gebruik
• Containers met brandbare gassen of vloeistoffen kunnen lek raken door de inwerking van koude. Explosiegevaar! Leg geen containers met brand­bare stoffen zoals bijv. spraybussen, aanstekers, navullin-gen van aan­stekers etc. in het koelapparaat.
• Flessen en blikken mogen niet in het vriesvak. Ze kunnen springen als de inhoud bevriest – bij koolzuurhoudende inhoud zelfs exploderen! Leg noit limonades, sappen, bier, wijn, champagne etc. in het vriesvak. Uitzonde­ring: sterke drank met een zeer hoog alcohol percentage kan in het vrie­svak gelegd worden.
• Consumptie-ijs en ijsblokjes niet direct vanuit de vriesruimte in de mond steken. Zeer koud ijs kan aan de lippen of de tong vastvriezen en verwon­dingen veroorzaken.
• Niet met natte handen aan diepvriesartikelen komen. De handen kunnen daaraan vastvriezen.
• Geen elektrische apparaten (bijv. elektrische ijsmachines, mixers etc.) in het koelapparaat gebruiken.
• Voor het schoonmaken het apparaat altijd uitzetten en de stekker uit het stopcontact trekken of de zekering in de woning uitschakelen c.q. er uit draaien.
• De stekker altijd aan de stekker zelf uit het stopcontact trekken, nooit aan het snoer.
Bij storing
• Als er een storing aan het apparaat optreedt eerst in de gebruiks-aanwij­zing kijken onder “Wat te doen als ...”. Als de daar gegeven aanwijzingen niet verder helpen zelf niet verder aan het apparaat werken.
• Koelapparaten mogen alleen dooor geschoold personeel gerepareerd wor­den. Door ondeskundige reparaties kunnen grote gevaren ont-staan. Wend u zich bij reparaties tot uw vakhandel of tot onze klantendienst.
Weggooien
Informatie over de verpakking van het apparaat
Alle gebruikte grondstoffen zijn milieuvriendelijk! Ze kunnen zonder gevaar weggegooid of in de vuilverbrandingsoven verbrand worden!
De grondstoffen: de kunststoffen kunnen ook opnieuw gebruikt worden en worden als volgt gekarakteriseerd:
>PE< voor polyethyleen, bijv. bij de buitenste verpakking en de zakken bin­nen in.
>PS< voor schuimpolystyrol, bijv. bij de bekledingsdelen, in principe FCKW-vrij. De kartonnen delen zijn van oud papier gemaakt en kunnen ook weer bij
het oud-papier gedaan worden.
Weggooien van oude apparaten
Wegens milieuredenen dienen koelapparaten vakkundig ontmanteld te worden. Dit geldt voor Uw huidige apparaat en - als het ook aan vervan­ging toe is - ook voor Uw nieuwe apparaat.
Waarschuwing! Apparaten die hun tijd gehad hebben onbruikbaar maken voordat ze weggegooid worden. Stekker er afhalen, netsnoer doorknippen, eventuele snap- of grendelsloten verwijderen of kapot-maken. Hierdoor wordt voorkomen dat spelende kinderen in het apparaat opgesloten worden (ver­stikkingsgevaar!) of in andere levensgevaarlijke situaties terechtkomen.
Aanwijzingen voor het weggooien:
• Het apparaat mag niet bij het huis- of grofvuil gezet worden.
• Het koelvloeistofcircuit, in het bijzonder de warmtewisselaar aan de ach­terkant, mag niet beschadigd worden.
• Het symbool op het product of op de verpakking wijst erop dat dit product niet als huishoudafval mag worden behandeld, maar moet wor­den afgegeven bij een verzamelpunt waar elektrische en elektronische apparatuur wordt gerecycled. Als u ervoor zorgt dat dit product op de jui­ste manier wordt verwijderd, voorkomt u mogelijk negatieve gevolgen voor mens en milieu die zich zouden kunnen voordoen in geval van verkeerde afvalverwerking. Voor gedetailleerdere informatie over het recyclen van dit product, kunt u contact opnemen met de gemeente, de gemeentereiniging of de winkel waar u het product hebt gekocht.
Transportbescherming verwijderen
Het apparaat alsmede de onderdelen van het interieur zijn voor het tran­sport beschermd.
• Alle plakband alsmede bekledingsdelen uit het interieur verwijderen.
Uw apparatuur is voorzien van blokkeringen, waardoor de platen tijdens het transport op hun plaats blijven.
Handel als volgt om deze te verwij­deren:
Beweeg de blokkeringen in de rich­ting van de pijl, til de glasplaat aan de achterkant op en duw deze in de richting van de pijl tot deze los raakt en verwijder de blokkeringen.
Opstellen
Opstelplaats
Het apparaat in een goed geventileerde en droge ruimte neerzetten. De omgevingstemperatuur heeft invloed op het stroomverbruik. Het apparaat daarom – niet aan directe straling van de zon blootstellen; – niet bij radiatoren, naast een kachel of andere warmtebronnen plaatsen; – alleen op een plaats neerzetten waarvan de omgevingstemperatuur ove-
reenkomt met de klimaatcategorie waarvoor het apparaat is ont-worpen.
De klimaatcategorieën staan op het merk- en type-aanduidingsplaatje dat
A
C
B
7
Klimaatcategorie voor een omgevingstemperatuur van
SN +10 tot +32 °C
N +16 tot +32 °C
ST +18 tot +38 °C
T +18 tot +43 °C
Als het onvermijdelijk is het apparaat naast een warmtebron te plaat-sen, aan weerszijden minimaal de volgende afstanden aanhouden:
– tot elektrische kachels 3 cm; – tot olie- en kolenkachels 30 cm. Als men zich niet aan deze afstanden kan houden, is een warmte-isolatie-
plaat tussen kachel en koelapparaat aan te bevelen. Als het koelapparaat naast een ander
koel- of diepvriesapparaat staat, is een afstand van 5 cm aan weerszij­den aan te bevelen, zodat zich geen condens vormt aan de buitenkant van de apparaten.
Uw apparaat heeft lucht nodig
Om veiligheidsredenen moet de ven­tilatie zodanig zijn als aangegeven in Fig.
Attentie: zorg ervoor dat de ventila­tie openingen tijdens gebruik niet woden afgedekt.
Muur-afstandshouders
In het apparaat bevinden zich twee afstandshouders die in de bovenste hoeken aan de achter­zijde geplaatst dienen te worden. Draai de schroeven los, steek de afstandshouders onder de sch­roefkop en draai de schroeven weer vast.
zich links aan de binnenkant van het apparaat bevindt. De volgende tabel geeft aan welke omgevingstemperatuur bij welke kli-
maatcategorie behoort:
100 mm10 mm
A
NP005
B
10 mm
G
Deurdraairichting
Het deurscharnier kan van rechts (stand waarin hij wordt afgeleverd) naar links gewisseld worden als dat voor de opstelplaats nodig is.
Waarschuwing! Bij het wisselen van de deurscharnieren mag het apparaat niet op het lichtnet aangesloten zijn. Van te voren de stekker uit het stop­contact halen.
U gaat als volgt te werk:
Wij raden u aan met twee personen het deurscharnier om te zetten. De tweede persoon kan dan de deuren van het apparaat stevig vasthouden.
- Deuren openen, middelste schar-
nier (H) losschroeven en uitnemen door het geleidelijk aan van de koelkast weg te trekken, terwijl u de twee deuren iets schuin houdt. Kun­ststof pin onder het scharnier verwij­deren.
- Deur van de vriesruimte losnemen
door hem iets naar beneden te trekken.
- Deur van de koelruimte losnemen
door hem iets naar boven te trekken.
- Bovenste kunststof pen van de
deur van de vriesruimte verwijderen en op de tegenoverliggende kant weer aanbrengen.
- Bovenste kunststof pen van de
deur van de koelruimte verwijderen en op de tegenoverliggende kant weer aanbrengen.
- Bovenste scharnierpen (G) uit-
draaien en op de tegenoverliggende kant weer indraaien.
- M.b.v. gereedschap het afdekkapje
(e) verwijderen, onderste scharnier­pen (F) uitdraaien en op de tegeno­verliggende kant weer indraaien.
- Afdekkapje (e) op de tegenoverlig-
gende kant weer aanbrengen.
- Middelste scharnierpen in de ope-
ning links op de deur van de koel­ruimte aanbrengen.
H
- Deur van de koelruimte op de onderste scharnierpen (f) aanbren­gen.
- Deur van de vriesruimte op de bovenste scharnierpen aanbrengen, de deuren iets schuin houden en de middelste scharnierpen in de ope­ning links op de deur van de vrie­sruimte aanbrengen.
- Deuren openen, middelste schar­nier op de linkerkant met twee sch­roeven bevestigen. Vergeet niet de kunststof pin onder het middelste scharnier (H) te plaatsen.
- Controleren of de bovenkant van de deuren parallel loopt met het boven­blad.
- Apparaat weer op z'n plek zetten, waterpas zetten en de stekker in het stopcontact steken.
-De handgreep losschroeven. Aan de andere kant van de deur bevesti­gen nadat u de dopjes met een priem doorgeprikt heeft. De vrijgekomen gaatjes afsluiten met de bijgeleverde dopjes; deze vindt u in het zakje van de documentatie.
U kunt het deurscharnier ook tegen betaling door een vakman laten omzet­ten. Neem dan contact op met onze service-afdeling.
.Belangrijk
Na het omkeren van de deurdraairichting moet u controleren of het deur­rubber rondom goed op de sponning sluit. In een koud vertrek (in de win­ter) kan het gebeuren dat dat niet het geval is. Na enkele dagen zal het rub­ber zich echter aangepast hebben. Wilt u dat bespoedigen, dan kunt u het rubber warm maken met een föhn.
D162/a
10
Elektrische aansluiting
Voor de elektrische aansluiting is een volgens de voorschriften geïnstalleerde beschermcontactdoos vereist.
De contactdoos moet zodanig worden geïnstalleerd, dat de steker altijd uit de contactdoos kan worden getrokken.
De elektrische zekering dient minstens 10 Ampère te zijn. Indien het stopcontact bij een ingebouwd apparaat niet meer toegan-kelijk
is, dient een maatregel in de elektrische installatie er voor te zorgen dat het apparaat van de stroom kan worden afgesloten (bijv. zekering, beveiligings­schakelaar, aardlekschakelaar of dergelijke met een contactopeningsbreedte van minimaal 3 mm).
• Voor ingebruikneming op het merk– en type–aanduidingsplaatje van het apparaat controleren of de netspanning en stroomsoort over-eenkomen met de waarden van het lichtnet op de plaats waar het apparaat komt te staan.
Bijv.: AC 220 ... 240 V 50 Hz of
220 ... 240 V~ 50 Hz (d.w.z. 220 tot 240 Volt wisselstroom, 50 Hertz) Het typeplaatje bevindt zich links aan de binnenkant van het apparaat.
Voor ingebruikname
• Het interieur van het apparaat en alle accessoires schoonmaken voor het
eerste gebruik (zie Hoofdstuk “Reiniging en Onderhoud”).
In gebruik nemen en temperatuurregeling
• U steekt de steker van de koelkast in een contactdoos met randaarde. Als u
de koelkastdeur opent, wordt de binnenverlichting ingeschakeld. De draaik­nop voor de temperatuukeuze bevindt zich rechts in de koelruimte.
Stand „0“ betekent: uit. Stand „1“ betekent: hoogste binnentemperatuur, warmste instelling. Stand „6“ betekent: laagste binnentemperatuur, koudste instelling.
Bij het instellen van de juiste stand dient u er rekening mee te houden dat de temperatuur in het apparaat afhankelijk is van:
- de kamertemperatuur;
- de frequentie waarmee de deuren geopend worden;
11
- de hoeveelheid levensmiddelen in de kast;
- de plaats van het apparaat. De temperaturen in koelruimte en vriesvak kunnen niet gescheiden geregeld
worden. Als verse levensmiddelen snel moeten worden ingevroren, kunt u stand „6“
kiezen. Let u erop, dat de temperatuur in de koelruimte niet beneden 0°C komt en zet de temperatuurregelaar tijdig op stand „3“ of „4“ terug.
Belangrijk!
Hoge omgevingstemperatuur (bijv. op hete zomerdagen) en koude instelling van de temperatuurregelaar (stand “5” tot “6”) kunnen er voor zorgen dat de compressor continu werkt.
Zet in dat geval de temperatuurregelaar op een warmere stand (stand “3” tot “4”). Bij deze instelling wordt de compressor geregeld en begint het ont­dooien weer automatisch.
Interieur
Legvlakken
Naargelang het model is het appa­raat voorzien van glas legvlakken.
Het legvlak van glas boven de groen­te- en fruitbakken moet altijd op die plaats blijven liggen, opdat groente en fruit langer vers blijven.
De overige legvlakken zijn in hoogte verstelbaar:
Daartoe de legvlak zover naar voren trekken tot hij naar boven of onderen bewogen kan worden en eruit gehaald kan worden.
Om de legvlakken op een andere hoogte te zetten in omgekeerde volgorde te werk gaan.
Variabele binnendeur
Naargelang de behoefte kunnen de deurvakbodems er naar boven uitgeno­men worden en op andere plaatsen gezet worden.
D338
Luchtcirculatie
De binnenruimte van de koelkast is voorzien van een speciale D.A.C. (Dynamic Air Cooling) ventilator, die door middel van een schakelaar (Fig.
1) wordt ingeschakeld. Wanneer het groene lampje brandt, betekent dit dat de ventilator loopt. Aangeraden wordt de (D.A.C.) venti­lator te gebruiken, wanneer de omgevingstemperatuur de 25°C overschrijdt. Denk eraan dat de draaiknop van de thermostaat van de
ijskast zich binnenin de sector (fig. 2) dient te bevinden. Deze inrichting staat een snelle koeling van de levensmiddelen toe en een betere gelijkvormigheid van de temperatuur binnenin de koelkast.
12
Fig. 1
Fig. 2
Flessenrek
Plaats flessen met de hals naar voren in het rek.
Belangrijk: leg alleen ongeopende flessen horizontaal neer.
Het flessenrek kan schuin gezet worden om geopende flessen te bewaren. Trek dan het rek naar voren tot het schuin naar boven gezet kan worden. Zet dan de voorste steun hoger vast.
O
6
5
4
INTERRUPTOR
1
2
3
13
Koelen van levensmiddelen
Voor een optimaal gebruik van de koelruimte adviseren wij u de volgende eenvoudige regels in acht te nemen:
• Plaats geen warme of dampende spijzen of dranken in de koelruimte;
• dek vooral sterk geurend voedsel af of verpak het;
• plaats de levensmiddelen zo, dat de lucht vrij eromheen kan circuleren. Enkele belangrijke tips: Vlees (alle soorten): wordt in plastic zakjes op de glazen plaat boven de
groentelade geplaatst.
Bewaar vlees niet langer dan één of twee dagen. Gekookt voedsel, koude schotels enz.: kunnen, goed afgedekt, op elk roo-
ster geplaatst worden.
Fruit en groente: worden schoongemaakt in de groentelade(n) gelegd. Boter en kaas: worden, om blootstelling aan de lucht te voorkomen, in spe-
ciale koeldozen bewaard of in plastic- of aluminiumfolie verpakt.
Flessen melk: worden, goed gesloten, in het flessenrek geplaatst. Bewaar niet-luchtdicht verpakte bananen, aardappelen, uien of knoflook
niet in de koelkast.
Invriezenen en diepgevroren opslaan
In uw koelapparaat kunt u diepvriesproducten bewaren en verse leven­smiddelen zelf invriezen.
Attentie!
• Voor het invriezen van levensmiddelen dient de temperatuur in de vrie-
sruimte –18 °C of lager te zijn.
• Let op het op het typeplaatje aangegeven vriesvermogen. Het vries-ver-
mogen is de maximale hoeveelheid verse waren die binnen 24 uur inge­vroren kunnen worden. Als er gedurende meerdere dagen achter elkaar ingevroren wordt, neem dan slechts 2/3 tot 3/4 van de hoeveelheid aan­gegeven op het typeplaatje. De kwaliteit is beter, als de levensmiddelen snel tot in de kern bevriezen.
• Warme levensmiddelen voor het invriezen laten afkoelen. De warmte leidt
tot verhoogde ijsvorming en verhoogt het energieverbruik.
• Bij het bewaren van kantenklare diepvriesproducten dient u zich beslist
aan de door de fabrikant opgegeven bewaartijd te houden.
• Eenmaal ontdooide levensmiddelen zonder verdere verwerking (bereiden
tot panklare gerechten) in geen geval een tweede keer invriezen.
• Containers met brandbare gassen of vloeistoffen kunnen lek raken door
de inwerking van koude. Explosiegevaar! Leg geen containers met brand­bare stoffen zoals bijv. spraybussen, aanstekers, navullingen van aan­stekers etc. in het vriesapparaat.
14
• Flessen en blikken mogen niet in de vriesruimte. Ze kunnen springen als de inhoud bevriest – bij koolzuurhoudende inhoud zelfs exploderen! Leg noit limonades, sappen, bier, wijn, champagne etc. in de vriesruimte. Uit­zondering: sterke drank met een zeer hoog alcoholpercentage kan in de vriesruimte gelegd worden.
• Alle levensmiddelen voor het invriezen luchtdicht verpakken, zodat ze niet uitdrogen, de smaak niet verloren gaat en de smaak niet op andere diepvriesproducten overgebracht wordt.
• Daardoor heeft u een beter overzicht, wordt het lang openen van de deur voorkomen en wordt stroom bespaard.
• Niet-bevroren artikelen mogen niet in aanraking komen met reeds bevro­ren waren omdat anders de bevroren artikelen kunnen ontdooien.
Voorzichtig! Diepvriesartikelen niet met natte handen aanraken. De handen kunnen daaraan vast vriezen.
1. Plaats de in te vriezen levensmiddelen op het rek in dedipevriesvak
Het maken van ijsblokjes
1. IJsbakje voor 3/4 met koud water vullen, in de vriesruimte plaatsen en laten bevriezen.
2. Om de ijsblokjes los te maken het ijsbakje omdraaien of kort onder stro­mend water houden.
Attentie! Een eventueel vastgevroren ijsbakje in geen geval met spitse of scherpe voorwerpen losmaken.
Diepvrieskalender
• De symbolen geven de diverse soorten diep-vriesproducten aan.
• De getallen geven voor iedere soort diepvriesproduct de opslagtijd in maanden aan. Of de hoogste of de laagste waarde van de aangegeven opslagtijd geldt, hangt af van de kwaliteit van de levensmiddelen en de behandeling voorafgaand aan het invriezen. Voor levensmiddelen met een hoog vetgehalte geldt altijd de laagste waarde.
15
Ontdooiing van het toestel
Het ontdooien van de koelruimte
Het ontdooien van de koelkast heeft automatisch plaats. Het dooiwater wordt via een afvoerkanaaltje opge­vangen in een bakje dat zich aan de achterkant bevindt. Hier verdampt het water.
Wij raden u aan het gaatje in het afvoerkanaal regelmatig schoon te maken. Gebruik voor het door­prikken het staafje dat zich in het gaatje bevindt.
Het ontdooien van de vriesruimte
In het vriesvak dient u echter de rijp te verwijderen, wanneer deze een laag van circa 4 mm vormt. Gebruik hiervoor het plastic spatel. Wanneer zich een dikke laag ijs gevormd heeft, dient u het gehele apparaat te ontdooien.
Ga als volgt te werk:
1. draai de thermostaaaknop op “0” of trek de steker uit het stopcontact;
2. omwikkel de levensmiddelen met meerdere kranten;
3. laat de deur openstaan
4. droog na het ontdooien het vriesvak zorgvuldig;
5. draai de thermostaatknop in de gewenste stand of steek de steker weer in het stopcontact. Na twee of drie uur kunt u de diepvriesprodukten weer terugplaatsen.
Belangrijk
Gebruik voor het verwijderen van de rijp nooit metalen voorwerpen; u zou uw koelkast kunnen beschadigen.
Geen voorwerpen of methodes gebruiken om het ontdooiproces te versnel­len die niet door de fabrikant zijn aangegeven.
Temperatuurstijging van diepvriesproducten kan hun houdbaarheids-duur verkorten.
Apparaat uitzetten
Als het apparaat gedurende langere tijd niet gebruikt wordt:
1. Levensmiddelen uit koelruimte en vriesvak nemen.
2. Apparaat uitzetten, daartoe de temperatuurregelaar op stand “0” draaien.
3. Stekker uit het stopcontact halen of zekering uitschakelen, er resp. uithalen.
4. Diepvriesruimte ontdooien en grondig reinigen (zie hoofdstuk “Reini-ging en onderhoud”).
5. Deuren daarna open laten om geurvorming te voorkomen.
D037
16
Reiniging en onderhoud
Om hygiënische redenen dient het apparaat aan de binnenkant met toe­behoren geregeld gereinigd te worden.
Waarschuwing!
• Het apparaat mag tijden het schoonmaken niet op het electrikiteits-net aangesloten zijn. Gevaar voor schokken! Zet voor het schoonmaken het apparaat uit en trek de stekker uit het stopcontact of schakel c.q. draai de zekering er uit.
• Het apparaat nooit met stoomreinigingsapparaten schoonmaken. Er kan vocht in de elektrische onderdelen komen. Gevaar voor schokken! Hete damp kan kunstoffen onderdelen beschadigen.
• Het apparaat dient droog te zijn voordat het weer in gebruik genomen wordt.
Let op!
• Etherische oliën en organische oplosmiddelen kunnen kunststof onderde­len aantasten, bijv.
– Sap van citroen– of sinaasappelschillen; –boterzuur; – schoonmaakmiddelen die azijnzuren bevatten. Dergelijke substanties niet in contact brengen met apparaatonderdelen.
• Geen schurende schoonmaakmiddelen gebruiken.
1. Koel– en diepvriesartikelen er uit halen. Diepvriesartikelen in meerdere lagen kranten verpakken. Alles afgedekt op een koele plaats leggen.
2. Vriesvak voor het schoonmaken ontdooien (zie hoofdstuk “Ontdooien”).
3. Apparaat uitzetten en de stekker uit het stopcontact halen of de zeke-ring uitschakelen c.q. er uitdraaien.
4. Apparaat en interieur met een doek en lauwwarm water schoonmaken. Eventueel een beetje normaal afwasmiddel gebruiken.
5. Daarna met schoon water afnemen en droogmaken. Stof op de condensor verhoogt het energieverbruik. Daarom eenmaal per
jaar de condensor aan de achterkant van het apparaat met een zachte bor­stel of met de stofzuiger voorzichtig schoonmaken.
6. Het dooiwater-afvoergat aan de achterwand van de koelruimte controle­ren. Een verstopt dooiwater-afvoergat met behulp van het groene stopje dat met het toestel is meegeleverd schoonmaken.
7. Als alles droog is, de levens-middelen er weer in doen en het apparaat weer in bedrijf nemen.
17
Tips om energie te besparen
• Het apparaat niet in de buurt van kachels, verwarmingselementen of andere warmtebronnen plaatsen. Bij een hoge omgevingstemperatuur werkt de compressor vaker en langer.
• Zorgen voor voldoende be- en ontluchting aan de onderkant van het apparaat. Ventilatieopeningen nooit afdekken.
• Geen warme spijzen in het apparaat zetten. Warme spijzen eerst laten afkoelen.
• Deur slechts zo lang open laten als nodig is.
• De temperatuur niet lager dan nodig instellen.
• Diepvriesartikelen voor het ontdooien in de koelruimte leggen. De koude in de diepvriesartikelen wordt zo voor koeling van de koelruimte gebruikt.
• Houd de warmte afgevende verdamper, het metalen rooster aan de ach­terzijde van het toestel, schoon.
Wat te doen als ...
Hulp bij storingen
Het kan bij een storing om kleine defecten gaan die zelf u aan de hand van de volgende aanwijzingen kunt oplossen. Voer zelf geen verdere werk­zaamheden uit als de volgende informatie in concrete gevallen niet verder helpt.
Waarschuwing! Reparaties aan het koelapparaat mogen alleen door geschoold personeel uitgevoerd worden. Door ondeskundige reparaties kun­nen grote gevaren ontstaan voor de gebruiker. Wend u bij reparatie tot onze klantendienst.
Storing Mogelijke oorzaken Verhelpen
Apparaat werkt niet.
Apparaat is niet aangezet. Apparaat aanzetten.
Stekker zit niet in het stopcon­tact of zit los.
Stekker in stopcontact steken.
Zekering is los of kapot.
Zekering controleren,eventueel vernieuwen
Stopcontact is kapot.
Storingen in het lichtnet door Uw elektrovakman laten verhelpen.
Loading...
+ 39 hidden pages