Lees eerst aandachtig de gebruiksaanwijzing door voordat U Uw nieuwe
koelapparaat in gebruik neemt. Hierin staat belangrijke informatie over
een veilig gebruik, over het opstellen en over het onderhoud van het
apparaat.
De gebruiksaanwijzing s.v.p. bewaren voor latere naslag. Aan eventuele
volgende bezitters van het apparaat doorgeven.
Deze gebruiksaanwijzing is voor meerdere, technisch vergelijkbare
modellen in diverse uitvoeringen bestemd. S.v.p. alleen op de
aanwijzingen letten die op Uw apparaat betrekking hebben.
Met de waarschuwingsdriehoek en/of door signaalwoorden (Waarschu-
1
wing!, Voorzichtig!, Let op!) wordt de aandacht gevestigd op aanwijzingen die belangrijk zijn voor Uw veiligheid of voor het juist functioneren
van het apparaat. Hier absoluut op letten.
01. Dit symbool en nummeren voeren u stap voor stap door de bediening
van het apparaat.
2. ....
Na dit symbool wordt uitleg gegeven over de bediening en het prak-
3
tisch gebruik van het apparaat.
Met het klaverblad worden tips en aanwijzingen voor een economisch
2
en milieuvriendelijk gebruik van het apparaat aangegeven.
Verklaringen van vaktermen die in de gebruiksaanwijzing gebruikt worden, vindt U aan het eind in het Hoofdstuk "Vaktermen".
Voor eventueel optredende storingen staan in de handleiding aanwijzingen om deze zelf op te lossen, zie Hoofdstuk "Wat te doen als...". Als
deze aanwijzingen niet voldoende informatie bieden staat onze klantendienst U te allen tijde ter beschikking.
De veiligheid van onze apparaten voldoet aan de Europese en Nederlandse normen. Desondanks zien wij ons genoodzaakt u met de volgende veiligheidsaanwijzingen vertrouwd te maken:
Juist gebruik
• Het apparaat is voor huishoudelijk gebruik bedoeld. Het is geschikt
voor het koelen van levensmiddelen. Als het apparaat voor andere
doeleinden gebruikt word kan de fabrikant geen verantwording
nemen voor eventuele schaden.
• Het ombouwen van of veranderingen aan het apparaat aanbrengen is
uit veiligheidsoverwegingen niet toegestaan.
• Als het apparaat commercieel of voor andere doeleinden dan voor
het koelen van levensmiddelen gebruikt wordt, s.v.p. letten op de
hiervoor van kracht zijnde wettelijke bepalingen.
Voordat het apparaat voor de eerste keer in gebruik genomen
wordt
• Controleren of het apparaat transportschade heeft. Een beschadigd
apparaat in geen geval aansluiten! In geval van schade dient u zich
tot de leverancier te wenden.
• Controleer of het elektriciteitssnoer niet klem zit aan de achterzijde
van het apparaat, waardoor dit beschadigd zou kunnen raken. Een
beschadigd elektriciteitssnoer kan oververhit raken en brand
veroorzaken.
• Steek de netstekker nooit in een loszittende of beschadigde
contactdoos. Gevaar voor elektrische schokken en brand!
Koelmiddelen
Het apparaat bevat in het koelvloeistofcircuit de koelvloeistof Isobutaan (R600a), een natuurlijk, zeer milieuvriendelijk gas, dat echter wel
brandbaar is.
• Waarschuwing - Bij het transport en het opstellen van het apparaat
erop letten dat geen onderdelen van het koelvloeistofcircuit beschadigd worden.
• Bij beschadiging van het koelvloeistofcircuit:
– open vuur en brandhaarden absoluut vermijden;
– het vertrek waar het apparaat staat goed ventileren.
818 4146-00/65
Veiligheid
Veiligheid van kinderen
• Verpakkingsonderdelen (bijv. folie, piepschuim) kunnen gevaarlijk zijn
voor kinderen. Verstikkkingsgevaar! Verpakkingsmateriaal weghouden
bij kinderen!
• Apparaten die hun tijd gehad hebben onbruikbaar maken voordat ze
weggegooid worden. Stekker er afhalen, netsnoer doorknippen, eventuele snap- of grendelsloten verwijderen of kapotmaken. Hierdoor
wordt voorkomen dat spelende kinderen in het apparaat opgesloten
worden (verstikkingsgevaar!) of in andere levensgevaarlijke situaties
terechtkomen.
• Kinderen zien de gevaren die in het omgaan met huishoudelijke
apparaten schuilen vaak niet. Zorg daarom voor het nodige toezicht
en laat kinderen niet met het apparaat spelen!
Bij dagelijks gebruik
• Houders met brandbare gassen of vloeistoffen kunnen door bevrie-
zing lek raken. Explosiegevaar! Geen houders met brandbare stoffen,
zoals sprays, aanstekervullingen etc. in het apparaat plaatsen.
• Waarschuwing - Geen electrische apparaten (bijv. electrische ijsma-
chines, mixers etc.) in het koelapparaat gebruiken.
• Waarschuwing - Ventilatie-openingen in de ommanteling van het
apparaat of in inbouwmeubelen niet afsluiten.
• Waarschuwing - Voor bespoedigen van het ontdooiproces geen
mechanische voorzieningen of andere kunstmatige middelen gebruiken die niet door de fabrikant worden aanbevolen.
• Voordat met het schoonmaken van het apparaat begonnen wordt
altijd het apparaat uitschakelen en de stekker uit het stopcontact
trekken of de zekering in de woning uitschakelen, er resp. uitdraaien.
• De netstekker nooit aan het elektriciteitssnoer uit het stopcontact
trekken. Een beschadiging van het elektriciteitssnoer kan leiden tot
kortsluiting, brand en/of elektrische schokken.
• Plaats geen zware voorwerpen of het apparaat zelf op het
elektriciteitssnoer. Gevaar voor kortsluiting en brand!
• Een beschadigd elektriciteitssnoer moet worden vervangen door een
gekwalificeerd technicus of de klantenservice.
Bij storing
• Bij storing aan het apparaat eerst in deze handleiding onder "Wat te
doen als..." kijken. Als de daar genoemde aanwijzingen niet verder
helpen, niet zelf reparaties uitvoeren.
6818 4149-00/6
• Elektrische apparaten mogen alleen door vaklieden gerepareerd wor-
den. Door ondeskundige reparaties kunnen grote gevaren ontstaan.
Wendt u zich voor reparaties s.v.p. tot de AEG klantenservice.
Weggooien
2
Verpakkingsmateriaal
De verpakkingsmaterialen zijn niet schadelijk voor het milieu en herbruikbaar. De kunststoffen hebben de volgende aanduidingen, bijv.
>PE<, >PS<, enz. Verwijder de verpakkingsmaterialen in overeenstemming met de aanduiding bij de gemeentelijke inzamelplaatsen in de
daarvoor bestemde containers.
2Oud apparaat verwijderen
Het symbool
product niet als huishoudafval mag worden behandeld. Het moet echter naar een plaats worden gebracht waar elektrische en elektronische
apparatuur wordt gerecycled. Als u ervoor zorgt dat dit product op de
correcte manier wordt verwijderd, voorkomt u mogelijk voor mens en
milieu negatieve gevolgen die zich zouden kunnen voordoen in geval
van verkeerde afvalbehandeling. Voor meer details in verband met het
recyclen van dit product, neemt u het best contact op met de gemeentelijke instanties, het bedrijf of de dienst belast met de verwijdering van
huishoudafval of de winkel waar u het product hebt gekocht.
W op het product of op de verpakking wijst erop dat dit
1 Waarschuwing! Apparaten die hun tijd gehad hebben onbruikbaar
maken voordat ze weggegooid worden. Stekker er afhalen, netsnoer
doorknippen, eventuele snap- of grendelsloten verwijderen of kapotmaken. Hierdoor wordt voorkomen dat spelende kinderen in het apparaat opgesloten worden (verstikkingsgevaar!) of in andere
levensgevaarlijke situaties terechtkomen.
Aanwijzingen voor het weggooien:
• Het apparaat mag niet bij het huis- of grofvuil gezet worden.
• Het koelvloeistofcircuit, in het bijzonder de warmtewisselaar aan de
achterkant, mag niet beschadigd worden.
• Informatie over afhaaltijden of inzamelplaatsen zijn te verkrijgen bij
de plaatselijke reinigingsdienst of op het gemeentehuis.
818 4149-00/67
Transport apparaat
Er zijn twee personen nodig om het apparaat te transporteren. Voor een
betere grip zijn voor aan de onderkant en achter aan de bovenkant van
het apparaat twee grepen aanwezig.
01. Het apparaat vastpakken aan de grepen op de plaatsen zoals op de
tekening afgebeeld en transporteren.
2. Om het apparaat op de definitieve plaats te schuiven voorzichtig aan
de bovenkant duwen en het apparaat iets naar achteren kantelen. Het
gewicht wordt daardoor naar de achterste rolletjes verplaatst, waardoor het apparaat gemakkelijker te schuiven is.
Transportbescherming verwijderen
Het apparaat alsmede delen van het interieur zijn voor het transport
beschermd.
01. Alle plakband en beschermingsdelen uit het binnenste van het apparaat
verwijderen.
3 Eventuele plakbandresten kunnen met wasbenzine verwijderd worden.
2. Van de binnenkant van de deur de beschermdelen voor de deurafsluiting verwijderen.
8818 41 49-00/6
Transportbeveiliging van de planken verwijderen:
3. Beveiligingsdelen tot aan de verdikking aan de rand van de plank
naar voren schuiven.
4. Plank zo ver naar voren trekken,
tot hij naar beneden gekiept kan
worden en de beveiligingsdelen
uit de geleidingen genomen kunnen worden.
Opstellen
Opstelplaats
Het apparaat in een goed geventileerde en droge ruimte neerzetten.
De omgevingstemperatuur heeft invloed op het stroomverbruik en het
onberispelijk functioneren van het apparaat.
Het apparaat daarom
– niet aan directe straling van de zon blootstellen;
– niet bij radiatoren, naast een kachel of andere warmtebronnen plaat-
sen;
– alleen op een plaats neerzetten waarvan de omgevingstemperatuur
overeenkomt met de klimaatcategorie waarvoor het apparaat is ontworpen.
De klimaatcategorieën staan op het typeplaatje dat zich links aan de
binnenkant van het apparaat bevindt.
De volgende tabel geeft aan welke omgevingstemperatuur bij welke
klimaatcategorie behoort:
Klimaatcategorievoor een omgevingstemperatuur van
SN+10 tot +32 °C
N+16 tot +32 °C
ST+18 tot +38 °C
T+18 tot +43 °C
818 4149-00/69
Opstellen
Als het onvermijdelijk is het apparaat naast een warmtebron te plaatsen, aan weerszijden minimaal de volgende afstanden aanhouden:
– tot elektrische kachels 3 cm;
– tot olie- en kolenkachels 30 cm.
Als men zich niet aan deze afstanden kan houden, is een warmte-isolatieplaat tussen kachel en koelapparaat aan te bevelen.
Het apparaat heeft lucht nodig
Lucht wordt onder de deur toegevoerd via
de ventilatieopeningen in de sokkel en
gaat dan via de ontluchting langs de achterwand naar boven. Deze ventilatieopeningen nooit afdekken of versperren
zodat de lucht kan circuleren.
Let op! Als het apparaat bijv. onder een
kast geplaatst wordt, dient een afstand
van minstens 10 cm tussen de bovenkant
van het apparaat en het daarboven aangebrachte meubel aangehouden te worden.
Apparaat uitlijnen
01. Het apparaat dient horizontaal en stevig te staan. Oneffenheden van de
bodem compenseren door in- of uitdraaien van de beide stelvoetjes aan
de voorkant.
2. Wanneer twee kasten naast elkaar opgesteld worden moeten de twee
afstandhouders die in de plastic zak zijn meegeleverd tussen de kasten
vastgeplakt worden, zoals op de afbeelding te zien is.
10818 41 49-00/6
Opstellen
.
Elektrische aansluiting
Voor de elektrische aansluiting is een overeenkomstig de voorschriften
geïnstalleerd, randgeaard stopcontact vereist. De elektrische beveiliging
dient minstens 10 Ampère te bedragen.
Als het stopcontact na het opstellen van het apparaat niet meer bereikbaar is, dient een passende maatregel in de elektrische installatie ervoor
te zorgen dat het apparaat van het lichtnet afgekoppeld kan worden
(bijv. zekering, LS-schakelaar, foutstroomveiligheidsschakelaar e.d. met
een contactopeningswijdte van minstens 3 mm).
01. Voor ingebruikneming op het typeplaatje van het apparaat controleren
of de netspanning en stroomsoort overeenkomen met de waarden van
het lichtnet op de plaats waar het apparaat komt te staan.
bijv: AC 220 ... 240 V 50 Hz of
220 ... 240 V~ 50 Hz
(d.w.z. 220 tot 240 Volt wisselstroom, 50 Hertz)
Het typeplaatje bevindt zich links aan de binnenkant van het apparaat.
Attentie: De netaansluiting mag alleen door een vakman worden vervangen. Wend u in geval van reparatie tot uw vakhandelaar of tot onze
service-afdeling.
Waarschuwing: Het apparaat mag in geen geval worden aangesloten
aan elektronische „energiezuinige stekkers“ en aan omvormers, die
gelijkstroom omzetten in 230 V wisselstroom (bijv. solarinstallaties,
scheepsnetten).
818 4149-00/611
Draairichting van de deur wisselen
De draairichting van de deur kan van rechts (aflevertoestand) naar links
omgezet worden, als dat voor de opstellingsplaats nodig is.
1 Waarschuwing! Tijdens het verwisselen van de deurdraairichting mag
het apparaat niet op het elektriciteitsnet aangesloten zijn. Trek tevoren
de stekker uit het stopcontact.
01. Open de deur en trek de sokkel-
plaat er naar voren toe af. Zet de
deurlagerafdekking op de sokkelplaat van links naar rechts om.
Sluit de deur.
2. Schroef bij gesloten deur de
kruiskopschroeven uit het onderste deurlager en haal het deurlager er naar beneden toe uit.
3. Haal het deurbeslag van het deurlager af (1, 2). Zet de scharnierstift
van het rechter in het linker gat
(3). Zet het meegeleverde deurbeslag op de scharnierstift (4, 5).
12818 41 49-00/6
4. Kruiskopschroef rechtsonder uit
de deur draaien en het deurbeslag
afnemen (1). Meegeleverde deurbeslag onder rechts in de deur
plaatsen en met de kruiskopschroef bevestigen (2).
Haal de deur er voorzichtig naar
voren toe uit en zet hem opzij.
5. Zet de bovenste scharnierstift
naar links om.
6. Schuif de deur voorzichtig op de
bovenste scharnierstift en sluit
hem.
Draairichting van de deur wisselen
7. Zet het onderste deurlager met
scharnierstift linksonder in de
deur en schroef het vast.
8. Open de deur en zet de sokkelplaat erop.
9. Zet de deurgreep van links naar
rechts om en sluit de gaatjes met
de bijgeleverde gatendopjes af.
818 4149-00/613
Beschrijving apparaat
Vooraanzicht
(diverse modellen)
á Bedieningspaneel
à Boter-/kaasvak met klep
â Deurvakken
ä Variabele box
ã Flessenvak
å Groente- en fruitbak
ç Legvlakken
é Flessenrek
è Typeplaatje
14818 41 49-00/6
Beschrijving apparaat
Bedieningspaneel
1Toets AAN/UIT met lichtnetcontrolelampje (groen)
2Temperatuurindicatie
3Toetsen voor temperatuurinstelling
4Toets COOLMATIC, Indicatie voor ingeschakelde COOLMATIC-
functie (geel)
5Toets WAARSCHUWING UIT
(zie hoofdstuk "Controle- en Informatiesysteem")
Toetsen voor het instellen van de temperatuur
De temperatuur wordt ingesteld via de
toetsen „+“ (WARMER) en „-“ (KOUDER).
De toetsen staan in verbinding met de temperatuurindicatie.
• Door te drukken op één van de twee toetsen „+“ (WARMER) of
„-“ (KOUDER) wordt de temperatuurindicatie van de WERKELIJKE
temperatuur (temperatuurindicatie brandt) op de GEWENSTE temperatuur (temperatuurindicatie knippert) omgeschakeld.
• Met elke verdere druk op één van beide toetsen wordt de GEWENSTE
temperatuur 1 °C verder gesteld.
• Als geen toets wordt ingedrukt, schakelt de temperatuurindicatie na
korte tijd (ca. 5 sec.) automatisch weer op de WERKELIJKE temperatuur terug.
GEWENSTE temperatuur betekent:
De temperatuur die in de koelruimte moet heersen, kan op de op het
display aanwezige temperaturen ingesteld worden. De GEWENSTE temperatuur wordt met knipperende cijfers aangegeven.
WERKELIJKE temperatuur betekent:
De temperatuurindicatie geeft de temperatuur aan die op dat moment
werkelijk in de koelruimte heerst. De WERKELIJKE temperatuur wordt
met brandende cijfers aangegeven.
Bij ingeschakelde COOLMATIC-functie kan er geen wijziging in de tem-
3
peratuurinstelling worden uitgevoerd.
818 4149-00/615
Temperatuurindicatie
De temperatuurindicatie kan meerdere soorten
informatie aangeven.
• Bij normaal gebruik wordt de temperatuur aangegeven die op dat
moment in de koelruimte heerst (WERKELIJKE temperatuur).
• Tijdens de temperatuurinstelling wordt de op de moment ingestelde
temperatuur knipperend aangegeven (GEWENSTE temperatuur).
• Als er sprake is van een storing aan het apparaat, verschijnt in de
temperatuurindicatie een vierkant of een letter.
COOLMATIC-toets
De COOLMATIC-functie is geschikt voor het snel afkoelen
van grotere hoeveelheden in de koelruimte, bijv. dranken,
salades ter gelegenheid van een feestje.
01. Door te drukken op de COOLMATIC toets wordt de COOLMATIC-functie
ingeschakeld. Het gele lampje gaat branden.
De COOLMATIC-functie zorgt nu voor intensief koelen. Daarbij wordt
automatisch een GEWENSTE temperatuur van +2 °C ingesteld. Na verloop van 6 uur wordt de COOLMATIC-functie automatisch beëindigd.
Het gele lampje gaat uit. De oorspronkelijk ingestelde GEWENSTE temperatuur geldt dan weer en de temperatuurindicatie geeft weer de
temperatuur aan die op dat moment in de koelruimte heerst.
2. Door opnieuw op de COOLMATIC toets te drukken kan de COOLMATICfunctie te allen tijde handmatig beëindigd worden. Het gele lampje
gaat uit.
Let op! Bij ingeschakelde COOLMATIC-functie kan de temperatuurinstelling niet worden gewijzigd.
WAARSCHUWING UIT toets
Met de toets WAARSCHUWING UIT kan het akoestische
waarschuwingssignaal uitgeschakeld worden, bijv. de
"Open Deur"-waarschuwing als gedurende langere tijd
koelproducten in- of uitgeladen worden.
16818 41 49-00/6
Voor ingebruikneming
1 Laat het apparaat, voordat u het op het elektriciteitsnet aansluit en
voor de eerste ingebruikname, 30 minuten staan, als het rechtop vervoerd is. Als het liggend vervoerd is, moet het apparaat voor ingebruikname eerst 4 uur staan, zodat de olie naar de compressor kan
terugstromen. Anders kan de compressor beschadigd worden.
01. Het interieur van het apparaat en alle accessoires schoonmaken voor
het eerste gebruik (zie hoofdstuk “Reiniging en Onderhoud”).
2. Voordat het voor de eerste keer in gebruik wordt genomen dient het
apparaat aan de hand van hoofdstuk "Opstellen en Aansluiten" juist
opgesteld te worden. Let er in het bijzonder op dat de netspanning en
netfrequentie met de gegevens van het apparaat overeenstemmen.
Ingebruikneming
0 1. Stekker in het stopcontact stoppen.
2. AAN/UIT toets indrukken. Er klinkt een alarmtoon en het rode waarschuwingslampje gaat knipperen om aan te geven dat de noodzakelijke
bewaartemperatuur nog niet bereikt is. De compressor start en loopt
dan automatisch.
3. Druk de toets WAARSCHUWING UIT in om het alarm uit te schakelen.
4. Temperatuur op +5 °C of lager instellen (zie hoofdstuk "Temperatuur
instellen").
3 Aangezien de bewaartemperatuur in de koelruimte snel bereikt wordt,
kunnen direct na inschakeling producten opgeborgen worden.
818 4149-00/617
Temperatuur instellen
01. Druk op de toetsen „+“ (WARMER) of „-“ (KOUDER).
De temperatuurindicatie schakelt om en geeft knipperend de op dat
moment ingestelde GEWENSTE temperatuur aan.
2. Druk op de toets „+“ (WARMER) om hogere temperaturen in te stellen.
Druk op de toets „-“ (KOUDER) om lagere temperaturen in te stellen.
Met elke verdere druk op één van beide toetsen wordt de GEWENSTE
temperatuur 1 °C verder gesteld.
Instelbaar temperatuurbereik: +2 °C tot +8 °C
Aanwijzing: Uit voedingswetenschappelijk oogpunt is een
bewaartemperatuur van ca. +5 °C in de koelruimte in de regel koud
genoeg.
3 Als na het instellen van de temperatuur de toetsen niet meer ingedrukt
worden, schakelt de temperatuurindicatie na korte tijd (ca. 5 sec.) om
en geeft weer de in de koelruimte aanwezige WERKELIJKE temperatuur
aan. De indicatie wisselt van knipperende cijfers op brandende cijfers.
Belangrijk! Regelmatig via het rode alarmlampje en de temperatuurindicatie de juiste bewaartemperatuur controleren.
Deuralarm
Als de deur langer dan 5 minuten open blijft staan, begint de rode
waarschuwingslamp te knipperen en klinkt het alarmsignaal.
Als u voor het opbergen of indelen van levensmiddelen in de koelkast
meer tijd nodig hebt, kunt u het waarschuwingssignaal uitschakelen
door toets WAARSCHUWING UIT in te drukken.
De rode waarschuwingslamp gaat uit als de deur gesloten wordt.
18818 41 49-00/6
Temperatuurwaarschuwing
De rode indicator knippert en er klinkt een waarschuwingssignaal
zodra de temperatuur in de koelruimte hoger is dan 12 °C. De mogelijke
oorzaak van een dergelijke temperatuurstijging is:
– vaak of lang openen van de deur;
– het bewaren van grotere hoeveelheden warme levensmiddelen;
– een mankement aan het apparaat.
Met de toets WAARSCHUWING UIT kunt u het waarschuwingssignaal
uitschakelen. Waarschuwingsindicator en waarschuwingssignaal schakelen automatisch uit wanneer de in de koelruimte aanwezige WERKELIJKE temperatuur weer onder de 12 °C daalt.
Apparaat uitschakelen
Ter bescherming van de koelproducten is het apparaat beschermd
tegen abusievelijk uitschakelen (kinderbeveiliging).
01. Voor uitschakelen houdt u de toets AAN/UIT ca. 1 seconde ingedrukt.
De verlichting van de temperatuuraanwijzing gaat uit.
De stroomtoevoer is pas volledig verbroken wanneer de stekker uit het
3
stopcontact is getrokken.
Aanwijzing:
De instelling van het apparaat kan niet veranderd worden, als de stekker uit het stopcontact getrokken is of als er anderszins geen elektriciteit aanwezig is.
Na aansluiting op het elektriciteitsnet start het apparaat weer op de
stand waar het voor de stroomonderbreking op stond.
Als het apparaat gedurende langere tijd buiten bedrijf wordt
gesteld:
01. Apparaat uitschakelen, daartoe AAN/UIT toets ca. 1 seconde ingedrukt
houden.
2. Stekker uit het stopcontact halen of zekering uitschakelen, er resp. uithalen.
3. Koelruimte grondig reinigen (zie hoofdstuk "Reiniging en Onderhoud").
4. Deur daarna open laten ter vermijding van reukvorming.
818 4149-00/619
Interieur
Legvlakken
Het legvlak in de onderste geleiders boven de groente- en fruitbak moet
altijd op dezelfde positie blijven, zodat groente en fruit langer vers blijven.
De overige legvlakken zijn in
hoogte verstelbaar:
01. Daartoe het legvlak zover naar
voren trekken tot het naar boven
of onderen bewogen kan worden
en eruit gehaald kan worden.
2. Om de legvlakken op een andere
hoogte te zetten in omgekeerde
volgorde te werk gaan.
Plaatsen van grote verpakkingen:
01. De voorste helft van het tweede-
lige legvlak eruit halen en op een
andere hoogte erin schuiven.
Hierdoor wordt ruimte gewonnen om op het daaronder gelegen legvlak grote verpakkingen
te plaatsen.
Variabele binnendeur
Naargelang de behoefte kunnen de deurvakken er naar boven uitgenomen worden en op andere plaatsen gezet worden.
Flessenrek
Flessen met de flessenhals naar
voren in het vak leggen.
Let op: Alleen ongeopende flessen
horizontaal neerleggen.
20818 41 49-00/6
Om aangebroken flessen op te
bergen kan het flessenrek schuin
opgesteld worden.
01. Trek daartoe het flessenrek zover
naar voren tot het naar boven
gedraaid kan worden en schuif
dan het voorste vak in het volgend hogere niveau.
Flessenhouder
(niet bij alle modellen)
Bij enkele modellen bevindt zich in
het flessenvak een flessenhouder.
Hij dient als bescherming tegen het
omvallen van losse flessen en kan
aan de zijkant verschoven worden
worden.
Het openen van de deur
Als het apparaat ingeschakeld is en de
deur gesloten wordt, kan hij niet direct
weer geopend worden omdat er eerst
een vacuüm ontstaat dat de deur gesloten houdt tot de druk weer gelijk is. Na
een paar minuten kan de deur weer geopend worden.
Als het apparaat van een QUICK-deuropener voorzien is - een in het deurhandvat geïntegreerd openingsmechanisme kan de deur op elk moment gemakkelijk
geopend worden.
818 4149-00/621
Juiste manier van bewaren
In de koelruimte heersen verschillende temperaturen. Het koudst is
het op de onderste legvlakken boven
de fruit- en groenteladen. Warmer is
het op de bovenste legvlakken en in
de deurvakken. Waar in de koelruimte de juiste temperatuur heerst
voor de diverse soorten levensmiddelen laat het voorbeeld hiernaast zien.
Tip: levensmiddelen altijd afgedekt
of verpakt in de koelruimte zetten
om te voorkomen dat ze uitdrogen
en de geur of smaak op andere producten overgebracht wordt.
Voor het verpakken zijn geschikt:
– vershoudzakken en -folies van
polyethyleen;
– plastic dozen met deksel;
– speciale plastic kappen met rub-
berband;
– aluminiumfolie.
Ontdooien
De koelruimte wordt automatisch ontdooid
Het ontdooien in de koelruimte begint, zodra de compressor uitgeschakeld is.
Het dooiwater wordt in het afvoergootje aan de achterwand van de
koelruimte opgevangen, door het afvoergat naar de opvangbak van de
compressor geleid en daar verdampt.
22818 41 49-00/6
Reiniging en onderhoud
Om hygiënische redenen dient het apparaat aan de binnenkant met
toebehoren geregeld gereinigd te worden.
1 Waarschuwing!
• Het apparaat mag tijdens het schoonmaken niet op het lichtnet aan-
gesloten zijn. Gevaar voor elektrische schok! Voor het schoonmaken
het apparaat uitschakelen en de stekker uit het stopcontact halen of
de zekering uitschakelen er resp. uithalen.
• Het apparaat nooit met stoomapparaten schoonmaken. Er zou anders
vocht in de elektrische onderdelen kunnen komen, gevaar voor elek-
trische schokken! Hete damp kan de kunststof onderdelen beschadi-
gen.
• Het apparaat dient droog te zijn voordat het weer in gebruik geno-
men wordt.
Let op!
• Etherische oliën en organische oplosmiddelen kunnen kunststof
onderdelen aantasten, bijv.
– sap van de schil van citroenen of sinaasappels;
– boterzuur;
– schoonmaakmiddelen die azijnzuur bevatten.
Dergelijke substanties niet met de apparaatonderdelen in contact
brengen.
• Geen schurende schoonmaakmiddelen gebruiken.
01. De levensmiddelen eruit halen en afgedekt op een koele plaats leggen.
2. Koelruimte uitschakelen en de stekker uit het stopcontact halen of de
zekering uitschakelen, er resp. uithalen.
3. Apparaat binnen en buiten met een doek en lauwwarm water schoonmaken. Eventueel een beetje normaal afwasmiddel toevoegen.
4. Daarna met schoon water afnemen en droogmaken.
5. Het afvoergat voor dooiwater aan de achterwand van de koelruimte
controleren. Een verstopt afvoergat voor dooiwater met behulp van een
draad schoonmaken.
6. Controleer en reinig de magnetische deurvergrendelingen regelmatig.
Stof op de condensor vermindert het koelvermogen en verhoogt het
2
energieverbruik. Daarom eenmaal per jaar de condensor aan de achterkant van het apparaat met een zachte borstel of met de stofzuiger
voorzichtig schoonmaken.
7. Als alles droog is het apparaat weer in gebruik nemen.
818 4149-00/623
2 Tips voor energiebesparing
• Het apparaat niet bij kachels, verwarmingen of andere warmtebron-
nen zetten. Bij een hoge omgevingstemperatuur werkt de compressor
vaker en langer.
• Zorgen voor voldoende be- en ontluchting aan de onder- en achter-
kant van het apparaat. Ventilatieopeningen nooit afdekken.
• Geen warme spijzen in het apparaat zetten. Warme spijzen eerst laten
afkoelen.
• Deur slechts zolang open laten staan dan nodig is.
• De temperatuur niet kouder instellen als nodig is.
• De condensor aan de achterkant van het apparaat altijd schoon hou-
den.
24818 41 49-00/6
Wat te doen als ...
Hulp bij storingen
Het kan zich bij een storing om een klein defect handelen dat u zelf
met behulp van de volgende aanwijzingen kunt oplossen. Geen verdere
actie ondernemen als de volgende informatie in concrete gevallen niet
verder helpt.
1 Waarschuwing! Reparaties aan het koelapparaat mogen alleen door
vakmensen uitgevoerd worden. Door verkeerd uitgevoerde reparaties
kunnen grote gevaren voor de gebruiker ontstaan. Went u voor
reparaties tot de AEG klantenservice.
StoringMogelijke oorzaakHulp
Apparaat werkt niet,
groene lichtnetcontrolelampje is donker.
De temperatuur in de
koelruimte is te hoog.
Apparaat koelt te sterk.
Apparaat is niet ingeschakeld.
Stekker zit niet in stopcontact of zit los.
Zekering zit los of is kapot.
Stopcontact is kapot.
Temperatuur is niet juist
ingesteld.
Deur heeft langere tijd
opengestaan.
Tijdens de laatste 24 uur
zijn grotere hoeveelheden
warme levensmiddelen
opgeslagen.
Het apparaat staat naast
een warmtebron.
Temperatuur is te koud
ingesteld.
Apparaat inschakelen.
Stekker in stopcontact steken.
Zekering controleren,
eventueel vernieuwen.
Storingen in het lichtnet
door uw elektrovakman
laten verhelpen.
Sterke rijpvorming in het
apparaat, eventueel ook op
de deurafsluiting.
Water op de bodem van de
koelruimte of op de planken.
Ongewone geluiden.
StoringMogelijke oorzaakHulp
Druk de toets WAARSCHU-
WING UIT om het alarm uit
De deur blijft langer dan 5
minuten open staan.
Temperatuurwaarschuwing
Lamp is kapot.
Attentie: na 7 minuten
schakelt de binnenverlichting automatisch uit.
Deurafdichting is lek
(eventueel na verwisseling
van deurdraairichting).
Ontdooiwaterafvoer is verstopt.
Apparaat staat niet recht.
Apparaat staat tegen de
muur of tegen andere
voorwerpen aan.
Een onderdeel, bijv. een
buis, aan de achterkant van
het apparaat maakt contact met een ander onderdeel van het apparaat of
met de muur
te schakelen. De rode
waarschuwingslamp gaat
uit als de deur gesloten
wordt.
In paragraaf "Temperatuur-
waarschuwing" nakijken
a.u.b.
Nalezen in dit hoofdstuk
onder "Lamp verwisselen".
Op lekkende plaatsen de
deurafsluiting voorzichtig
met een föhn verwarmen
(niet warmer dan ca.
50 °C). Tegelijkertijd de
verwarmde deurafsluiting
met de hand in zodanige
vorm trekken dat hij weer
correct past.
Zie hoofdstuk “Reiniging
en Onderhoud”.
Voorste stelvoetjes bijstel-
len.
Apparaat iets wegtrekken.
Eventueel dit onderdeel
voorzichtig wegbuigen.
26818 4149-00/6
Wat te doen als ...
StoringMogelijke oorzaakHulp
Nadat de COOLMATIC toets
ingedrukt is of nadat de
temperatuurinstelling veranderd is, start de compressor niet direct.
Dit is normaal, het betreft
geen storing.
De compressor start na
enige tijd automatisch.
Lamp verwisselen
3 De binnenverlichting wordt bij geopende deur om veiligheidsredenen
na 7 minuten automatisch uitgeschakeld. Als de deur de volgende keer
weer geopend wordt, wordt hij weer ingeschakeld.
1 Waarschuwing! Gevaar voor elektrische schok! Voor het verwisselen
van de lamp het apparaat uitzetten en de stekker uit het stopcontact
trekken of de zekering uitschakelen c.q. eruit draaien.
Lampgegevens: 220-240 V, max. 25 W, fitting: E 14
Let op!
Als de lamp vervangen moet worden alleen een lamp met een passende doorsnede van min. 18 mm
inbouwen, zodat hij stevig in de
rubber afdichting zit.
Te betrekken bij: vakhandel of AEG
klantendienst.
01. Apparaat uitschakelen, daartoe AAN/UIT toets ca. 1 seconde ingedrukt
houden.
2. Stekken uit het stopcontact trekken.
3. Voor het verwisselen van de lamp
de kruiskopschroef eruit draaien en
de lampbehuizing er naar beneden
toe afnemen.
4. Defecte lamp verwisselen.
5. Lampbehuizing er weer opplaat-
sen en de kruiskopschroef aandraaien.
818 4149-00/627
Geluiden als het apparaat in bedrijf is
De volgende geluiden zijn karakteristiek voor koelapparaten:
• Klikken
Altijd als de compressor in- of uitgeschakeld wordt, is een klikgeluid
te horen.
• Zoemen
Zodra de compressor werkt, is een zoemgeluid te horen.
• Borrelen/kabbelen
Als koelvloeistof door dunne buisjes stroomt, is een borrelend of kabbelend geluid te horen. Ook na het uitschakelen van de compressor is
dit geluid nog korte tijd te horen.
Doel, normen, richtlijnen
Het koelapparaat is voor huishoudelijk gebruik bestemd en is met
inachtneming van de voor deze apparaten geldende normen gemaakt.
Bij de fabricage zijn speciaal die maatregelen genomen die vereist zijn
volgens de Duitse wet op de veiligheid van toestellen (GSG), de Duitse
voorschriften ter voorkoming van ongevallen bij koude-installaties
(VBG 20) en de bepalingen van de vereiniging van Duitse elektrotechnici (VDE).
De koudecirculatie is op dichtheid getest.
; Dit apparaat voldoet aan de volgende EU-richtlijnen:
– 73/23/EEG van 19.2.1973 - Laagspanningsrichtlijn
– 89/336/EEG van 3.5.1989
(met inbegrip van Wijzigingsrichtlijn 92/31/EWG) - EMC-richtlijn
28818 41 49-00/6
Loading...
+ 64 hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.